Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3


Vragen

Casus ‘Het Boze Schaap’

In Glanerbrug, een klein Overijssels dorpje in de buurt van Enschede, bevindt zich al jaren een goedlopend Italiaans restaurant, ‘Toscana’ geheten. Het is het enige restaurant van het dorp, totdat zich eind 2013 in de buurt van ‘Toscana’ nog een restaurant vestigt: ‘Het Boze Schaap’.

Dit restaurant is gevestigd in een vrijstaand pand, net buiten de bebouwde kom, aan een drukke provinciale weg. Het beschikt over ruim voldoende parkeergelegenheid en een schitterend interieur. Al snel blijkt de aantrekkingskracht van dit restaurant op de dorpelingen groot. Tessa, de eigenaresse van het Italiaanse restaurant, ziet met lede ogen aan hoe haar klandizie steeds verder afneemt. Tegelijkertijd komt haar ter ore dat de eigenaar van het nieuwe restaurant, Dennis, allerlei lasterpraatjes over haar en haar producten verspreidt.

De afnemende klandizie bezorgt Tessa flinke hoofdbrekens. Als de terugloop zich doorzet, zal het immers niet lang duren voordat zij haar met zoveel liefde en doorzettingsvermogen opgebouwde restaurant zal moeten opdoeken. Ook persoonlijk klikt het niet tussen de beide restauranteigenaren. Langzaamaan groeit bij Tessa dan ook de overtuiging dat deze concurrent moet worden uitgeschakeld. Goedschiks of kwaadschiks. Als blijkt dat aanpassingen in het menu, speciale (prijs-)acties en evenementen niets uithalen en haar het water tot na aan de lippen staat, besluit ze over te gaan tot drastischer maatregelen.

Zou Het Boze Schaap het overleven als het een aantal weken of maanden dicht zou moeten?, zo vraagt zij zich af. Met deze gedachte in het achterhoofd benadert Tessa Jos en Edward. Beide heren zijn lokaal bekende drugsgebruikers en om die reden zitten zij eigenlijk altijd in geldnood. Ze wil, zo zegt ze tegen Jos en Edward, dat zij ‘Het Boze Schaap’ in de as leggen. De wijze waarop maakt haar niet zo veel uit, als er maar geen sporen worden achtergelaten. Als beloning zullen zij ieder € 500,- ontvangen. Jos en Edward beloven het karweitje naar behoren uit te voeren.

Jos stelt Edward voor om een molotovcocktail te maken en die bij het restaurant naar binnen te gooien. Uit zijn krakersverleden weet hij nog wel hoe een molotovcocktail moet worden gemaakt.

Het is vrij eenvoudig, zo zegt hij desgevraagd. Je hebt een fles nodig en als lont een lap stof. De fles moet worden gevuld met een mengsel van benzine of kerosine met (motor)olie. De olie, zo zegt hij, heb je nodig omdat het mengsel daardoor beter blijft plakken en het zo de werking van de brandbom verhoogt. Het is niet moeilijk voor Jos en Mario om de ingrediënten voor een molotovcocktail bij elkaar te krijgen. Met alle benodigdheden in de kofferbak van de auto die ze van Tessa mochten lenen, besluit Mario op een middag polshoogte te nemen bij Het Boze Schaap. Verschillende keren passeert hij op de provinciale weg het restaurant om de beste vluchtroute te kiezen. Het valt hem op dat er werkzaamheden plaatsvinden aan de gevel en het dak van het restaurant.

Uiteindelijk komt hij aan op het parkeerterrein van Het Boze Schaap, rijdt daarop enkele rondjes en parkeert de auto met de neus richting het restaurant. Mario stapt nog even uit om de ramen te controleren, maar keert snel weer terug in de auto. Daar belt hij Jos om te bespreken wat hij zoal heeft gezien. Daardoor heeft hij niet in de gaten dat een politieauto het parkeerterrein oprijdt en vlak bij hem stilhoudt. Eén van de bouwopzichters heeft de politie gewaarschuwd, omdat hij de auto niet vertrouwde.

De politieagenten kloppen op het raam van de auto en vragen hem wat hij aan het doen is. Door paniek overvallen bekent hij het hele idee om het restaurant ‘Het Boze Schaap’ in de as te leggen. Bij een doorzoeking van de auto treffen de agenten vervolgens de benodigdheden voor de molotovcocktail aan, alsmede enkele hoeveelheden verdovende middelen.

Vraag 1a

Geef de officier van justitie gemotiveerd advies over de vraag of Mario zich, gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden, schuldig kan hebben gemaakt aan overtreding van artikel 46 lid 1 jo artikel 157 sub 1 Sr. (10 punten)

Vraag 1b

Bij Wet van 20 november 2006 is het bestanddeel ‘kennelijk’ geschrapt uit artikel 46 lid 1 Sr. Bespreek, mede in het licht van HR 20 februari 2007, RvdW 2007, 241 (Samir A.) de gevolgen van deze wijziging voor de reikwijdte van artikel 46 lid 1 Sr. (15 punten)

Vraag 2

In de zaak tegen Tessa overweegt de officier van justitie het volgende: Als er een ontploffing had plaats gehad, was er mogelijk sprake geweest van strafbaarheid o.g.v. artikel 157 Sr. Maar dat is niet gebeurd. Evenmin is er naar het oordeel van de officier sprake van een strafbare poging of voorbereiding daartoe van Tessa. Geef de officier van justitie gemotiveerd advies over de vraag of Tessa zich, gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden, schuldig kan hebben gemaakt aan overtreding van artikel 46a Sr. (10 punten)

Vervolg casus

De officier van justitie leest verder in de processen-verbaal die zich in het dossier bevinden. Het blijkt dat Bilal, een Turkse neef van Tessa, bij haar is komen wonen om haar te helpen in het restaurant. Tessa heeft hem op een avond alles verteld hem over haar zorgen met betrekking tot ‘Het Boze Schaap’.

Brandstichting zou het interieur van het nieuwe restaurant natuurlijk ook vernielen. Daarom moet haar neef Bilal maar brand voor haar stichten. Bilal schrok ontzettend, zo verklaarde hij later bij de politie. Hij dacht hier een nieuw bestaan op te bouwen met hulp van zijn tante. Hij heeft zijn vrouw, die in verwachting is, in Turkije moeten achterlaten, omdat zijn tante hem nu beslist nodig had. Met zijn komst kon zijn tante immers haar duurdere hulp ontslaan. Zijn tante heeft beloofd dat zijn vrouw en kind later zouden mogen overkomen. In zijn eigen land heeft hij geen toekomst, zijn vrouw leeft bijna helemaal van het geld dat hij haar vanuit Nederland elke maand overmaakt. Hij is afhankelijk van tante Tessa, maar brandstichten…

Bilal weigert in eerste instantie. Tante Tessa geeft echter niet op, zij eist van haar neef dat hij brand zal stichten in ‘Het Boze Schaap’. “Niemand kent jou, het is doodeenvoudig om binnen te dringen, het is zo gebeurd, je bewijst mij er een goede dienst mee”, zegt ze tegen hem. Ook dreigt ze Bilal flink te korten op zijn salaris. Uiteindelijk geeft Bilal toe en hij belooft brand te zullen stichten bij Het Boze Schaap. Bij een verkenning van het nieuwe restaurant en de omgeving valt het hem op dat het pand erg groot is. Het bestaat uit een benedenverdieping en twee bovenverdiepingen. Desgevraagd zegt Tessa dat zich op de tweede (bovenste) verdieping van het pand wat slaapkamers bevinden en dat voor zover zij weet die kamers geregeld in gebruik zijn. Bilal schrikt hier van, maar durft nu niet meer terug te krabbelen.

Vroeg in de ochtend van 11 februari 2013 dringt Bilal ongezien het pand binnen. Hij plaatst enkele tafels en stoelen bij elkaar en legt daartussen theedoeken en papieren servetten. Vervolgens houdt hij een aansteker bij de servetten en theedoeken. Die vatten vlam en vandaar verspreidt de brand zich snel over de tafels, stoelen, en de rest van het interieur. Binnen korte tijd heeft de brand de eerste etage bereikt. Bilal vlucht het pand uit. Vanaf veilige afstand, terwijl hij in de verte de sirenes van de brandweerauto’s loeien, ziet hij tot zijn schrik ook vlammen op de tweede verdieping en een gedaante die voor een raam van die tweede verdieping verschijnt. De brandweer kan deze man nog tijdig uit zijn benarde positie bevrijden.

De officier van justitie besluit Bilal te vervolgen wegens overtreding van art. 157 sub 1 en 2 Sr.

De, rechtens correcte, tenlastelegging tegen Bilal luidt:

“dat hij op of omstreeks 11 februari2013, opzettelijk brand heeft gesticht in een pand genaamd ‘Het Boze Schaap’, gelegen aan de Provinciale Hoofdweg nr, 351, gemeente Enschede, immers heeft hij, verdachte, in voornoemd pand

  • enkele stoelen en tafels bij elkaar gezet en/of

  • tussen aldaar aanwezige/voornoemde tafels en stoelen theedoeken en servetten aangebracht en/of

  • vervolgens bij voornoemde tafels en/of stoelen, theedoeken en/of servetten een brandende aansteker gehouden, ten gevolge waarvan brand is ontstaan, en/of dat pand zelf en/of voornoemd meubilair en/of linnengoed en/of papier en/of overige zich in voornoemd pand bevindende goederen, geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, en/of een zich in dat pand bevindende persoon, A. Witjas, door de brandweer met een kraan uit het pand moest worden gered, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand zelf en/of de zich in dat pand bevindende inboedel en/of levensgevaar voor een ander, namelijk A. Witjas, zich bevindende in voornoemd pand, te duchten was (art. 157 sub 1 en 2 Sr).

Vraag 3

Gelet op het feit dat Bilal in het vooronderzoek heeft verklaard dat hij zag dat er brand was op

de tweede verdieping van het pand en dat hij daar ook een gedaante van een persoon heeft gezien, vordert de officier van justitie ter terechtzitting dat de bovengenoemde tenlastelegging wordt gewijzigd, in zoverre dat Bilal zal worden vervolgd voor poging tot doodslag (artikel 45 lid 1 jo artikel 287 Sr). Zal de rechtbank de vordering tot wijziging van de tenlastelegging toewijzen? (15 punten)

Vervolg casus

Ga er in het navolgende vanuit dat Bilal wordt vervolgd ter zake van overtreding van artikel 157 sub 1 en 2 Sr.

Op het onderzoek ter terechtzitting komt de advocaat van Bilal met verschillende verweren. De door de advocaat overgelegde pleitnota vermeldt in dat verband onder meer het volgende:

A) Het opzet van cliënt.

Het opzet van mijn cliënt was, zo wil hij wel toegeven, gericht op gemeen gevaar voor goederen, maar niet op levensgevaar voor een ander. Van dat onderdeel van de tenlastelegging moet hij daarom worden vrijgesproken.

B) De strafbaarheid van mijn cliënt

In het proces-verbaal heeft u kunnen lezen, en mijn cliënt heeft het hier ter zitting herhaald, dat mijn cliënt – kort gezegd – helemaal geen brand wilde stichten, maar dat zijn tante er op stond dat Bilal dit zou doen. En laten we wel wezen, Bilal bevond zich niet in de positie om zijn tante tegen te spreken of zich niet te houden aan haar opdrachten. Daarvoor was hij te kwetsbaar en stond er voor hem te veel op het spel. In dat verband leg ik u voor een psychologisch rapport van drs.de Weeg, die op mijn verzoek mijn cliënt heeft onderzocht. Daaruit blijkt zijn zeer meegaande karakter en zijn onvermogen om in kritieke situaties afstand te nemen. Mijn conclusie luidt dan ook dat mijn cliënt geen brand wilde stichten. In het bijzonder vanwege zijn persoonlijkheid, zijn karakter, dient uw rechtbank de strafbaarheid van mijn cliënt uit te sluiten.

Vraag 4

Met betrekking tot verweer onder A: Stel dat de rechtbank, met de advocaat, van oordeel is dat het opzet van Bilal niet op levensgevaar voor een ander was gericht. Beargumenteer waarom dit verweer desondanks geen kans van slagen heeft. (5 punten)

Vraag 5

Op welke strafuitsluitingsgrond doet de raadsman in zijn verweer onder B. een beroep? Heeft dit verweer naar geldend recht kans van slagen? (15 punten)

Vraag 6

Beredeneer of het aannemen van een schulduitsluitingsgrond in de weg staat aan het bewijs van het bestanddeel opzet. (10 punten)

Vervolg casus

Een aantal maanden na de brand wordt het dak van het pand van ‘Het Boze Schaap’ hersteld. Daarbij doet zich een incident voor: Een deel van de dakrandbeveiliging valt naar beneden. Gelukkig vindt het incident plaats om 17.00u ’s middags, een tijdstip waarop geen bouwvakkers meer in het pand aanwezig zijn. De materiële schade is evenwel groot. Uit het rapport van de Inspectiedienst blijkt, dat voor de dakrandbeveiliging veel minder ballastblokken zijn gebruikt dan voorgeschreven, terwijl de benodigde ballastblokken wel op de werkplek aanwezig waren.

Deze situatie op deze bouwplaats was al enige weken eerder door de Inspectiedienst geconstateerd bij een onaangekondigd inspectiebezoek op de bouwplaats. Dat leidde toen tot de dringende aanbeveling de benodigde ballastblokken, die ook aanwezig waren, per direct te gebruiken. Het bedrijf dat de werkzaamheden uitvoerde, is Hamerhap BV.

Hamerhap BV wordt gedagvaard ter zake van het feit dat zij:

“op of omstreeks 3 september 2010 te Glanerbrug, gemeente Enschede aan de Provinciale hoofdweg nr. 351 (zijnde een arbeidsplaats in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet), als werkgever niet heeft voldaan aan haar verplichting tot naleving van het voorschrift van artikel 3.16 Arbeidsomstandighedenbesluit, aangezien toen daar bij het verrichten van herstelwerkzaamheden aan het dak van dat gebouw door één of meer werknemers van verdachte, waarbij gevaar bestond van een hoogte (van ongeveer 10 meter) te vallen, niet, terwijl dit mogelijk was, het gevaar was tegengegaan door het aanbrengen van doelmatige hekwerken of leuningen, immers waren nabij de dakrand van dat dak een of meer leuningconstructies aangebracht welke onvoldoende waren geballast, als gevolg waarvan een gedeelte van die leuningconstructie van dat dak is gevallen, terwijl daardoor ernstige schade aan de gezondheid van een of meer werknemers te verwachten was en zij, Hamerhap BV, hiervan op de hoogte was.”

Art. 1 sub 4 jo art. 2 lid 3 WED jo art. 32 lid 1 en 2 Arbeidsomstandighedenwet jo art. 3.16

Arbeidsomstandighedenbesluit.

Hierbij is voor u het volgende van belang:

Artikel 32 Arbeidsomstandighedenwet:

1. Het is de werkgever verboden handelingen te verrichten of na te laten in strijd met deze wet of de daarop berustende bepalingen indien daardoor, naar hij weet of redelijkerwijs moet weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van een of meer werknemers ontstaat of te verwachten is.

2. Het niet naleven van het eerste lid is een misdrijf in de zin van artikel 2, derde lid, van de Wet op de economische delicten.

Het Arbeidsomstandighedenbesluit is een op de Arbeidsomstandighedenwet berustende regeling in de zin van artikel 32 Arbeidsomstandighedenwet. Dit besluit omvat o.m. de volgende bepaling:

Artikel 3.16 Arbeidsomstandighedenbesluit (delen)

1.Bij het verrichten van arbeid waarbij valgevaar bestaat is zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer aangebracht of is het gevaar tegengegaan door het aanbrengen van doelmatige hekwerken, leuningen of andere dergelijke voorzieningen.

2.Er is in elk geval sprake van valgevaar bij aanwezigheid van risicoverhogende omstandigheden, openingen in vloeren, of als het gevaar bestaat om 2,5 meter of meer te vallen.

(…)

4. Indien de in het eerste lid genoemde voorzieningen niet of slechts ten dele kunnen worden aangebracht of indien het aanbrengen of wegnemen daarvan grotere gevaren meebrengt dan de arbeid ter beveiliging waarvan zij zouden moeten dienen, zijn ter voorkoming van het gevaar voldoende sterke en voldoende grote vangnetten op doelmatige plaatsen en wijze aangebracht of worden doelmatige veiligheidsgordels met vanglijnen van voldoende sterkte gebruikt dan wel worden andere technische middelen toegepast, die ten minste een zelfde mate van beveiliging van de in het eerste lid bedoelde arbeid geven. Daarbij hebben maatregelen gericht op collectieve bescherming de voorrang boven maatregelen gericht op individuele bescherming.

Ingevolge artikel 9.9c Arbeidsomstandighedenbesluit is het enkele handelen of nalaten in strijd met artikel 3.16 lid 1 en/of lid 4 een overtreding.

Ter terechtzitting van de economische politierechter komt het volgende vast te staan. Uit het rapport van de Inspectiedienst en overige ambtsedige processen-verbaal blijkt dat de gang van zaken in de tenlastelegging correct is omschreven, en dat het voorschrift van artikel 3.16 Arbeidsomstandighedenbesluit inderdaad niet is nageleefd, nu er minder ballastblokken zijn gebruikt dan voorgeschreven.

De vraag is echter wie daarvoor verantwoordelijk is. Hamerhap BV heeft als werkgever de zaken zo geregeld dat de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken is overgedragen aan een voorman die op de werkplek aanwezig is. Deze voorman is een ervaren werknemer die sinds ongeveer een jaar de functie van voorman heeft. De voorman heeft geen speciale opleiding gekregen toen hij zijn functie aanvaardde. Hamerhap BV bestaat reeds 10 jaar. Tegen haar is niet eerder proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet.

Vraag 7

Kan Hamerhap BV als dader van het tenlastegelegde feit worden beschouwd? (15 punten)

Antwoordindicatie

Vraag 1a

In casu moet worden vastgesteld dat er:

  1. Sprake is van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld;

  2. Dat er sprake is van een voorbereidingsmiddel;

  3. Dat opzettelijk bestemd is tot het begaan van dat misdrijf; en

  4. Welke opzettelijk verworven, vervaardigt, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd of voorhanden is (voorbereidingshandeling).

Van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, is in casu sprake aangezien opzettelijke brandstichting strafbaar is gesteld in Boek 2 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 157 sub 1 Sr een strafmaximum kent van twaalf jaren.

Wat betreft het voorbereidingsmiddel dient te worden vastgesteld dat de gebruikte middelen vallen onder één van de limitatief opgesomde middelen van artikel 46 lid 1 Sr. Voorts moet worden vastgesteld dat deze voorwerpen in het bezit van de verdachte zijn gekomen door middel van één van de limitatief opgesomde voorbereidingshandelingen van artikel 46 lid 1 Sr. Deze beide eisen vormen i.c. geen probleem.

De fles, de lap stof, de benzine/kerosine en de motorolie kunnen zonder meer worden beschouwd als voorwerpen en/of stoffen in de zin van artikel 46 lid 1 Sr. Ook kan worden vastgesteld dat Mario deze heeft verworven en/of voorhanden heeft. Vervolgens is de vraag of de voorwerpen ook bestemd zijn tot het begaan van het misdrijf brandstichting.

Deze vraag dient te worden beoordeeld aan de hand van de uiterlijke verschijningsvorm van de voorwerpen, waarbij niet geabstraheerd mag worden van het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van die voorwerpen voor ogen had (vgl. HR 20 februari 2007, RvdW 2007, 241 (Samir A.)). Naar uiterlijke verschijningsvorm wekken de voorwerpen bezien in het licht van de intentie van Mario en Jos – die hun voornemen tot het stichten van een brand kenbaar hebben gemaakt aan de politie – voldoende de indruk een misdadige bestemming te hebben, in het bijzonder het stichten van brand. De voorwerpen gezamenlijk zijn geschikt en ook bedoeld tot het veroorzaken van brand (zie bijvoorbeeld ook het arrest Samir A., waarin (ondeugdelijke) ingrediënten voor een bom zijn aangemerkt als voorbereidingsmiddel (kennelijk) bestemd tot het begaan van een misdrijf).

Tot slot dient te worden vastgesteld dat sprake is van zowel opzet op de voorbereidingshandeling als opzet op de criminele bestemming van deze voorwerpen. I.c. vormt het bewijzen van beide opzetvereisten geen enkel probleem. Mario heeft immers samen met Jos opzettelijk de benodigde ingrediënten voor de molotovcocktail verworven en daarnaast hebben zij deze voorwerpen voorhanden met het oogmerk het misdrijf brandstichting te plegen.

Mario heeft immers tegenover de politie bekend het plan te hebben opgevat om brand te stichten in het restaurant. Er kan i.c. worden gesproken van de opzetgradatie oogmerk nu Mario en Jos primair het doel hadden de voorwerpen aan te schaffen om daarmee brand te stichten in restaurant ‘Het Boze Schaap’.

Nu aan alle voorwaarden voor een strafbare voorbereiding is voldaan, kan worden geconcludeerd dat Mario zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbare voorbereiding van brandstichting (waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten was).

Vraag 1b

Het begrip ‘kennelijk bestemd’ gaf tot 2007 aanleiding tot veel discussie. Het ging bij deze discussie vooral om de vraag of bij de betekenis van de kennelijke bestemming van voorbereidingsmiddelen ook de intentie van de voorbereider mocht worden betrokken of dat de bestemming (enkel) uit de voorbereidingsmiddelen zelf moest kunnen blijken.

Volgens de Hoge Raad kon de intentie in ieder geval tot op zekere hoogte bij de beoordeling van de kennelijke bestemming worden betrokken. In het arrest Samir A., gewezen voordat de wetswijziging had plaatsgevonden, stelde de Hoge Raad strafbare voorbereiding vast aan de hand van de uiterlijke verschijningsvorm van de voorwerpen en het (bekende) misdadige doel van de verdachte. In 2007 is vervolgens het begrip ‘kennelijk’ door de wetgever geschrapt om duidelijk te maken dat de subjectieve bestemming, het opzet van de dader, toereikend kan zijn voor strafbaarheid (vgl. De Hullu, p. 396).

Dit heeft tot gevolg voor de reikwijdte van artikel 46 lid 1 Sr dat de intentie waarmee de verdachte bepaalde voorbereidingshandelingen begaat ten aanzien van bepaalde voorbereidingsmiddelen doorslaggevend is of kan zijn bij het vaststellen van een strafbare voorbereiding. Waar het begrip ‘kennelijk’ nog de nadruk leek te leggen op de objectieve bepaalbaarheid van de bestemming van de voorwerpen, brengt deze factor sinds de wetswijziging geen beperking in de reikwijdte van de voorbereiding meer aan. Hoewel de intentie ook voor de wetswijziging volgens de Hoge Raad al een rol speelde bij de beoordeling van een strafbare voorbereiding (zie het arrest Samir A.), werd hierbij nog wel de uiterlijke verschijningsvorm van de voorwerpen betrokken. Het schrappen van het begrip ‘kennelijk’ geeft de mogelijkheid de reikwijdte van de voorbereiding op te rekken en de misdadige bestemming van de voorbereidingsmiddelen vast te stellen aan de hand van alleen de intentie van de verdachte.

Indien is beredeneerd dat de wetgever het woord ‘kennelijk’ heeft geschrapt om de jurisprudentie (in het bijzonder Samir A.) te codificeren is het volledige puntenaantal toegekend, mits juist en volledig beargumenteerd.

Vraag 2

Artikel 46a Sr stelt strafbaar het pogen een ander te bewegen tot een misdrijf, indien daarbij gebruik is gemaakt van de in artikel 47 lid 1 sub 2 Sr genoemde uitlokkingsmiddelen. In casu heeft Tessa Jos en Mario gevraagd om, tegen betaling van € 500,- p.p., het restaurant Het Boze Schaap in de as te leggen.

Op het oog een klassiek geval van een mislukte uitlokking, nu het niet tot een daadwerkelijke brandstichting komt: Eén van de situaties die onder het bereik van deze bepaling kunnen worden geschaard. (vgl. De Hullu, p. 388).

Voor strafbaarheid van Tessa ex artikel 46a Sr zal in de eerste plaats sprake moeten zijn van een poging een ander te bewegen tot een misdrijf. In casu betreft het artikel 157 Sr, opgenomen in Boek 2 van het Wetboek van Strafrecht. Aan deze eis is dan ook voldaan. Voorts zal moeten worden beoordeeld of, bij het pogen te bewegen tot, gebruik is gemaakt van een der in artikel 47 lid 1 sub 2 Sr genoemde middelen.

Laatstgenoemde bepaling spreekt van giften of beloften, hetgeen maakt dat de door Tessa in het vooruitzicht gestelde beloning van € 500,- onder het bereik van artikel 46 Sr kan worden gebracht. Ten derde lijkt de tekst van artikel 46a Sr te veronderstellen dat er een causaal verband bestaat tussen in artikel 47 lid 1 sub 2 Sr vermelde middelen en het bewogen zijn van de uitvoerder. Hoewel de casus daarover niet expliciet iets vermeldt, lijkt dit causaal verband te kunnen worden bewezen.

Een andere lezing van artikel 46a Sr zou overigens kunnen inhouden dat slechts wordt vereist dat de uitlokker gebruik maakt van bedoelde middelen. Een redenering in deze lijn is niet perse onjuist, maar dient goed gemotiveerd te zijn.

Pogen te bewegen impliceert opzet, dat gericht moet zijn op het laten begaan van een misdrijf door een ander. Daarvan is, gelet op de feiten in de casus, onverkort sprake. Tessa stelt Jos en Mario immers €500,- in het vooruitzicht en daarmee is het benodigde opzet te bewijzen. Ook andere feiten en omstandigheden kunnen bijdragen aan het bewijs van het opzet. De casus geeft geen enkele aanleiding het bewijs van het opzet op te hangen aan voorwaardelijk opzet.

In de laatste plaats dient het bestanddeel poging te worden bewezen. Er is geen eenduidigheid over de betekenis van het begrip poging in artikel 46a Sr. In de wetsgeschiedenis en de dogmatiek heeft dit bestanddeel dezelfde betekenis als in artikel 45 Sr. De Hullu (p. 392) lijkt er in die lijn op te wijzen dat de aanwending van een middel kan worden beschouwd als een begin van uitvoering van dit strafbare feit. In casus is daarvan duidelijk sprake. Een betoog dat deze lijn volgt en waarin ook het voornemen op een juiste wijze is besproken, is in beginsel juist. Daar staat tegenover dat, in De Hullu, p. 388, noot 91 wordt verwezen naar een bron waarin wordt gesteld dat de eis van een begin van uitvoering niet geldt bij artikel 46a Sr. Een logische en consistente redenering die uitgaat van deze visie op het leerstuk zal ook in beginsel juist kunnen zijn. In beide gevallen zal evenwel de conclusie zijn dat sprake is van een poging een ander te bewegen en, gelet op de overige materieelrechtelijke voorwaarden, van vermoedelijke strafbaarheid van Tessa op grond van artikel 46a Sr.

Het is op zichzelf niet onlogisch strafbaarheid van Tessa te vermoeden op grond van het uitlokken van een voorbereidingshandeling ex artikel 46 Sr jo artikel 47 lid 1 sub 2 Sr (door Mario). Dat neemt echter niet weg dat daarmee nog geen antwoord is gegeven op de hier aan de orde zijnde vraag naar de strafbaarheid van Tessa wegens de mislukte uitlokking van de brandstichting ex artikel 157 Sr.

Vraag 3

Op grond van artikel 313 Sv kan de officier van justitie de rechtbank verzoeken de tenlastelegging te wijzigingen. De rechtbank kan de vordering toewijzen, voor zover de tenlastelegging na wijziging geen ander feit in de zin van artikel 68 Sr inhoudt (artikel 313 lid 2 Sv). Op grond van de rechtspraak van de Hoge Raad in HR 2 november 1999, NJ 2000, 174 (Tjoelker)) dient bij toepassing van de maatstaf van hetzelfde feit ex artikel 68 Sr te worden onderzocht:

a. of er verwantschap bestaat tussen de verschillende delictomschrijvingen waarop de oorspronkelijke tenlastelegging en de wijziging daarvan zijn toegesneden en
b. de in de tenlastelegging en de voorgestelde wijziging verweten gedraging zijn begaan onder omstandigheden, waaruit blijkt van een zodanig verband met betrekking tot de gelijktijdigheid van de gedraging en de wezenlijke samenhang in het handelen en in de schuld van de dader, dat de strekking van artikel 68 Sr meebrengt dat er in de zin van die bepaling slechts sprake is van één en hetzelfde (dus niet een ander) feit. Van belang is dat in dit arrest een wijziging van de tenlastelegging werd goedgekeurd die eruit bestond dat de oorspronkelijk tenlastegelegde openlijke geweldpleging de dood ten gevolge hebbend (artikel 141 lid 2 sub 3 Sr) na de wijziging werd voorafgegaan door primair doodslag (artikel 287 Sr) en subsidiair (zware) mishandeling de dood ten gevolge hebbend (artikel 302 lid 2 Sr).

Met betrekking tot de vraag of er verwantschap bestaat tussen de verschillende delictomschrijvingen waarop de oorspronkelijke tenlastelegging en de wijziging daarvan zijn toegesneden, kan worden gesteld dat, hoewel zij bijvoorbeeld een afwijkende Schutznorm hebben en zijn opgenomen in verschillende Titels van het Wetboek van Strafrecht, er (mede gelet op de wijziging zoals goedgekeurd in HR 2 november 1999, NJ 2000, 174 (Tjoelker)) geen sprake is van een wezenlijk uiteenlopen van beide delictsomschrijvingen. Zo is in beide gevallen de lichamelijke integriteit (of de inbreuk er op) een onderdeel van de strafbaarstelling.

E.e.a. leidt tot de conclusie dat de vordering tot wijziging van de tenlastelegging zal worden toegewezen.

Een overtuigend betoog gericht op een andersluidende conclusie zal overigens eveneens met punten zijn gewaardeerd. Met betrekking tot de gelijktijdigheid van de gedraging en de wezenlijke samenhang in het handelen en in de schuld van de verdachte kan worden gesteld dat het in hoofdlijnen ziet op hetzelfde feitencomplex.

Enige reserve zou in acht kunnen worden genomen ten aanzien van de samenhang in het schuldverwijt. Immers, de bestaande tenlastelegging is gestoeld op een op de brandstichting gerichte wil, waarbij het gevaar voor het leven een in deze strafbepaling geobjectiveerd bestanddeel vormt. Dat schuldverwijt ligt anders waar het de tenlastelegging op de grondslag van artikel 45 lid 1 jo artikel 287 Sr betreft. In deze bepaling richt de strafbare wil zich op het veroorzaken van de dood van een ander.

Een overtuigend betoog gericht op een hierop voortbouwende conclusie zal eveneens met punten zijn gewaardeerd. Dat neemt echter niet weg dat zeer waarschijnlijk van een samenhang in handelen en schuld kan worden gesproken. Gelet op het bovenstaande zal de vordering tot wijziging tenlastelegging ex artikel 312 Sv naar alle waarschijnlijkheid door de rechter worden toegewezen.

Vraag 4

Opzettelijke brandstichting is een door het gevolg gekwalificeerd delict, waarbij het levensgevaar geobjectiveerd bestanddeel is. Dit betekent dat het is ‘onttrokken aan het schuldverband’ en er dus geen opzet of schuld bewezen hoeft te worden ten aanzien van dat bestanddeel. De vraag of Bilal al dan niet opzet had op het veroorzaken van levensgevaar van een ander, is in dit verband derhalve irrelevant.

Het betoog gestoeld op de overweging dat het verweer geen kans van slagen heeft, omdat wel degelijk kan worden bewezen dat Bilal (voorwaardelijk) opzet had op het levensgevaar, gaat voorbij aan de vraag. Daarin is immers expliciet gesteld dat de rechtbank van mening is dat er géén sprake was van opzet. Voor deze redenering worden dan ook geen punten gegeven.

Vraag 5

Het verweer betreft een schulduitsluitingsgrondverweer, namelijk een beroep op psychische overmacht (artikel 40 Sr). De raadsman geeft aan dat Bilal geen brand wilde stichten, maar dit toch heeft gedaan omdat zijn tante hem ertoe aanzette. Bilal kon hiertegen geen weerstand bieden omdat er voor hem veel op het spel stond en omdat hij een meegaand karakter heeft. De raadsman geeft dus aan dat Bilal heeft gehandeld onder een van buiten komende druk waaraan hij redelijkerwijs geen weerstand kon of behoefde te bieden.

Wil psychische overmacht aannemelijk zijn geworden dan moet aan de ene kant sprake zijn geweest van een van buiten komende druk, die de verdachte tot het bewezen verklaarde handelen moet hebben gebracht.

Nemen we psychische overmacht aan, dan hoefde de verdachte tegen die druk geen weerstand te bieden, omdat die druk dermate zwaar op het gemoed van verdachte drukte dat die weerstand ook voor de gemiddelde mens niet te bieden was en dus niet geboden hoefde te worden. Een beoordeling van een beroep op psychische overmacht kent met andere woorden een feitelijke en een normatieve component: was er sprake van druk en kon hij daaraan weerstand bieden en zo nee, mocht van de gemiddelde burger worden verwacht dat hij weerstand bood? Bij het beantwoorden van die laatste vraag kunnen de algemene regulerende beginselen in de weg staan aan een geslaagd beroep op overmacht. Hoewel van de verdachte geen optimaal handelen wordt gevergd – het betreft immers een schulduitsluitingsgrond – moeten de proportionaliteit en subsidiariteit wel worden betrokken in de beoordeling van het handelen. Tevens zal, wanneer de casus daartoe aanleiding biedt, acht moeten worden geslagen op de culpa in causa (eigen schuld) en, onder omstandigheden, de Garantenstellung. Indien op deze laatste vraag het antwoord eveneens ontkennend luidt, kan in beginsel een geslaagd beroep op psychische overmacht volgen. Uit de jurisprudentie blijkt dat een beroep op psychische overmacht niet snel wordt gehonoreerd. Het moet gaan om buitengewoon prangende omstandigheden voor de verdachte.

In casu bestaat de van buiten komende druk uit de opdracht van tante Tessa om Het Boze Schaap in brand te steken, in combinatie met het dreigement te korten op het salaris indien Bilal geen gehoor geeft aan de opdracht. Bilal is afhankelijk van zijn tante omdat zijn zwangere vrouw leeft van het geld dat hij bij haar verdient.

Echter, uit de casus blijkt niet dat Bilal geen ander werk kon vinden in Nederland, of dat zijn vrouw uitsluitend afhankelijk was van Bilal (zijn salaris is immers blijkens de casus niet haar enige inkomstenbron). Naarmate de noodsituatie ten tijde van de delictsgedraging minder acuut is, wordt het beroep op psychische overmacht minder kansrijk De Hullu p. 291). Er is dus wel sprake van enige druk van buitenaf, maar deze lijkt niet ‘zeer prangend’ of ‘exceptioneel’ zoals vereist in de jurisprudentie over psychische overmacht. Kon de verdachte aan deze druk weerstand bieden? Dit vraagt een feitelijke beoordeling, waarbij de persoonlijkheid van de dader in kwestie een bescheiden rol kan spelen.

Over Bilal is uit psychologisch onderzoek bekend dat hij meegaand is van karakter en moeilijk ‘afstand kan nemen in kritieke situaties’. Uit de casus blijkt echter ook dat hij zich terdege bewust is van de risico’s die door zijn handelen in het leven worden geroepen. In eerste instantie weigert hij dan ook brand te stichten, totdat zijn tante dreigt met het korten van het salaris. Betekent dit nu dat hij onder gegeven omstandigheden niet anders kon handelen?

Dat gaat te ver: Bilal had kunnen weigeren en ander werk kunnen zoeken. Behoorde de verdachte bovendien weerstand te bieden? Hier speelt een meer normatieve beoordeling een rol. Hierboven is al vastgesteld dat verdachte niet heeft gehandeld binnen de grenzen van de subsidiariteit (hij kon immers anders handelen), evenmin is zijn handelen proportioneel.

De proportionaliteitstoets impliceert hier het afwegen van de gevolgen van het handelen van Bilal – levensgevaar – en de eventuele gevolgen van het niet-handelen – verminderde inkomsten voor Bilal en zijn gezin. Bilal weet dat er mogelijk mensen om het leven zullen komen bij de brandstichting, terwijl de omstandigheden van Bilals zwangere vrouw niet dermate prangend lijken te zijn dat gevaar voor haar leven dreigt. De brandstichting is dermate disproportioneel ten opzichte van de gederfde inkomsten dat de proportionaliteit hier aan het aannemen van een schulduitsluitingsgrond in de weg staat. Culpa in causa en de Garantenstellung spelen in deze casus geen rol van betekenis.

Gelet op het voorgaande heeft het beroep op psychische overmacht geen kans van slagen. De omstandigheden waarin Bilal verkeerde waren niet zodanig dat zijn handelen verontschuldigbaar is (ook niet gezien zijn persoonlijkheid), mede aangezien het handelen niet proportioneel en niet subsidiair was. Een vergelijking met de door De Hullu besproken casus over de ‘battered woman’ (p. 290), waar de omstandigheden vele malen prangender waren maar waarin de Hoge Raad toch geen psychische overmacht aannemelijk achtte, maakt dit ook al duidelijk.

Interpretatie van het verweer van de advocaat als een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand is niet juist. Uit het verweer van de advocaat blijkt niet dat Bilal heeft gepoogd een gerechtvaardigde keuze te maken tussen de rechtsplichten, er wordt geen nadruk gelegd op de afweging die hij zou hebben gemaakt. De advocaat benadrukt nu juist dat Bilal geen vrije keuze kon maken. Bovendien blijkt niet dat het in brand steken van het café kan worden gezien als een rechtsplicht.

Het betoog dat sprake is van ontoerekenbaarheid ex artikel 39 Sr is evenmin passend. De raadsman benadrukt dat Bilal de brand heeft gesticht omdat zijn tante hem ertoe zou hebben aangezet. Bilal kon daartegen geen weerstand bieden gezien zijn persoonlijkheid en omdat er teveel op het spel stond. Het psychologisch rapport bevat duidelijk geen aanwijzingen dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, noch van een ziekelijke stoornis. Een ‘meegaand karakter’ of ‘onvermogen afstand te nemen in kritieke situaties’ kunnen geen redenen zijn tot ontoerekenbaarheid. Evenmin stelt de raadsman dat het karakter van Bilal de oorzaak was van het handelen. Dat was immers de, van buiten komende, druk van tante.

Vraag 6

Opzet houdt in willens en wetens handelen en komt aan de orde bij de bewijsvraag (de eerste vraag van artikel 350 Sv). Daarbij geldt dat opzet een juridisch begrip is, niet een puur psychologisch begrip (De Hullu p. 223). Een schulduitsluitingsgrond ontneemt de verwijtbaarheid aan het handelen en raakt daarmee aan de vraag of de verdachte al dan niet strafbaar is (de derde vraag van artikel 350 Sv). Veelal zal opzettelijk handelen gepaard gaan met verwijtbaar handelen. Dit hoeft echter niet het geval te zijn. Er kunnen immers omstandigheden zijn waarin iemand weliswaar opzettelijk handelt, maar hem niettemin geen verwijt van zijn handelen kan worden gemaakt: de schulduitsluitingsgronden. De wil is in een dergelijk geval wel degelijk aanwezig, maar zij is als gevolg van de schulduitsluitingsgrond op gebrekkige wijze tot stand gekomen. Dit tast het bewijs van opzet in de regel echter niet aan. Dit is volgens de Hoge Raad slechts anders in geval van de schulduitsluitingsgrond ontoerekenbaarheid en wel in die mate dat er sprake is van een ernstige geestelijke stoornis bij de verdachte waardoor deze ‘van elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan verstoken was’. Dit wordt slechts bij hoge uitzondering aangenomen (vgl. De Hullu p. 340).

In de regel staat het aannemen van een schulduitsluitingsgrond dan ook niet in de weg aan het bewijs van opzet.

N.B. Een puur formeelrechtelijke benadering van de vraag aan de hand van de volgorde van het beslissingsmodel heeft niet tot toekenning van het volle aantal punten geleid. Daarmee wordt de vraag immers slechts gedeeltelijk beantwoord. De (materieelrechtelijke) vraag is of een beroep op een schulduitsluitingsgrond al dan niet aan het bewijs van het opzet kan raken. Om deze vraag correct te beantwoorden dient (ook) op de inhoud van beide begrippen te worden ingegaan, temeer daar anders de door de Hoge Raad aangebrachte nuance geen juiste plaats kan krijgen.

Vraag 7

In HR 21 oktober 2003, NJ 2006, 328 (Zijpe, ook bekend als het Drijfmest-arrest) heeft de Hoge Raad bepaald dat een rechtspersoon als dader van een strafbaar feit kan worden aangemerkt indien de gedraging hem redelijkerwijs valt toe te rekenen.

Of dit het geval is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij mede betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de vraag of de gedraging al dan niet heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon kan sprake zijn indien zich een of meer van de volgende omstandigheden voordoen.

1) Het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon. Dit is i.c. het geval; het zijn de voorman en de onder hem werkende bouwvakkers – alle in dienst van en/of werkzaam voor Hamerhap B.V. – die hebben nagelaten voldoende ballastblokken te gebruiken.

2) De gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon, waarbij moet worden geabstraheerd van het strafbare karakter van de gedraging. Ook dit is i.c. het geval: het (al dan niet) aanbrengen van een deugdelijke dakrandbeveiliging behoort tot de normale werkzaamheden van een bouwbedrijf.

3) De gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf. Dit is i.c. nog maar de vraag; enerzijds kan worden betoogd dat het de rechtspersoon tijd en geld heeft gescheeld; anderzijds wordt deze efficiencywinst tenietgedaan door de ontstane schade. 4) Vermocht de rechtspersoon erover beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en werd zodanig of vergelijkbaar gedrag blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht deze te worden aanvaard (IJzerdraadcriteria)?

Hierbij kan ingevolge het Zijpe-arrest onder bedoeld aanvaarden mede worden begrepen het niet betrachten van voldoende zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging. Zowel van beschikken als aanvaarden is i.c. sprake. Aangenomen mag worden dat Hamerhap BV op de hoogte was van de nalatigheid nu enige weken eerder de Inspectiedienst deze nalatigheid al had geconstateerd en een dringende aanbeveling had gedaan alsnog voldoende ballastblokken aan te brengen. Met deze aanbeveling heeft Hamerhap BV – hoewel zij daartoe gezien haar zeggenschap over haar werknemers de mogelijkheid had – niets gedaan, hetgeen kan worden uitgelegd als bedoeld aanvaarden. Wanneer voornoemde omstandigheden worden samengenomen, kan worden gesproken van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon, hetgeen het redelijk maakt de gedraging i.c. toe te rekenen aan Hamerhap B.V. Deze rechtspersoon kan derhalve als dader worden aangemerkt.

N.B. In deze vraag ging het enkel om het daderschap van Hamerhap, welke vraag als gezegd aan de hand van het Zijpe-arrest dient te worden beantwoord. De schuld van Hamerhap aan het tenlastegelegde feit is een volgende vraag, die hier niet beantwoord hoefde te worden. Vanzelfsprekend is het leerstuk van feitelijk leidinggeven hier in zijn geheel niet aan de orde.

Check more related content in this bundle:

Materieel Strafrecht - UL - B2 - Oefenbundel

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019


Vragen

Kennisvraag: Voorbereiding, poging, vrijwillige terugtreed

Vraag 1a

In het kader van het leerstuk voorbereidingshandelingen (art 46 Sr) is onder andere vereist dat de "voorbereidingsmiddelen zijn bestemd tot het begaan van het misdrijf. Geef aan hoe hieraan door de Hoge Raad nader invulling is gegeven. (5 punten)

Vraag 1b

Waarom koos de wetgever voor het opnemen van de vrijwillige terugtred in de wet? (5 punten)

Kennisvraag: Culpa in causa bij noodweer

Vraag 2a

Leg uit wat in het kader van noodweer(exces) onder 'culpa in causa' moet worden verstaan en geef aan onder welke omstandigheden een beroep op noodweer(exces) volgens de Hoge Raad niet zal kunnen slagen vanwege die 'culpa in causa'. (10 punten)

Vraag 2b

In de casus die ten grondslag ligt aan het overzichtarrest over noodweer(exces) ging het om een verdachte die handelde in verdovende middelen en zich ongewapend naar de flatswoning van het latere slachtofferbegaf om een drugsdeal te innen. Eenmaal in de flat werd hij aangevallen, mishandeld en bedreigd met een mes. Nadat hij zelf het mes in handen wist te krijgen heeft hij het slachtoffer met zestien messteken gedood. Het Openbaar Ministerie stelde zich ter zitting op het standpunt dat verdachtes beroep op noodweer(exces) diende te worden verworpen, om de reden dat de verdachte zich - kort gezegd - als dealer in verdovende middelen in het drugscircuit heeft begeven. Beoordeel dit standpunt van het Openbaar Ministerie vanuit het perspectief zoals gehanteerd in het voorgeschreven artikel van Rozemond en Ter Haar. (15 punten)

Casusvraag: Medeplegen

Jonas is naast student geschiedenis fervent verzamelaar van historische objecten. Geregeld loopt hij met een metaaldetector door weilanden om oude voorwerpen te zoeken en gaat hij met andere hobbyisten op pad om schatten te vinden. Na een hoorcollege raken Jonas en medestudente Bibi aan de praat. Bibi wordt door de verhalen van Jonas geënthousiasmeerd en ze besluit eens mee te gaan op schattenjacht.

Op 14 mei 2019, na zonsondergang, lopen Jonas en Bibi over de begraafplaats achter de kerk in Voorhout, niet ver van het geboortehuis van botanicus, arts en wetenschapper, Herman Boerhaave. Geïntrigeerd door wat hij heeft betekend voor de wetenschap en de Leidse Universiteit rond het jaar 1700, besluiten Jonas en Bibi op zoek te gaan naar voorwerpen die kunnen worden gelinkt aan het leven van Boerhaave. Bibi ziet op één van de graven de tekst staan ‘Hier rust H. Daelder-Boerhaave’ en ze roept Jonas bij zich. Jonas is ervan overtuigd dat dit het graf moet zijn van de moeder van Herman Boerhaave. De opwinding krijgt de overhand en Jonas deelt het plan met Bibi om te gaan graven: een voorwerp dat is meegegaan in het graf zou een mooie aanwinst zijn voor zijn verzameling. Bibi zegt tegen Jonas dat hij doorslaat en vraagt zich hardop af of ze dit wel moeten doen.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2019

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2019

Vragen

Kennisvraag: Voorbedachte rade

Vraag 1a

Wat moet voor een bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachte rade' komen vast te staan, hoe kan de rechter dit vaststellen (welke afwegingen dient hij te maken) en waarom moeten aan de bewezenverklaring daarvan volgens de Hoge Raad “bepaaldelijk eisen worden gesteld”? (7 punten)

Vraag 1b

Waarom oordeelde de Hoge Raad in 'Voorbedachte rade II' dat het oordeel van het Hof dat de verdachte wel degelijk met voorbedachte rade heeft gehandeld, ontoereikend gemotiveerd was? (3 punten)

Kennisvraag: Europanisering materieel strafrecht

In het artikel ‘Harmonising legal interests. Legal interests under criminal law in a multilevel legal order’ stellen Cleiren & Ten Voorde onder meer het volgende:

“The aims and legal interests that form the basis of the European regulations are not identical to the original aims and legal interests of the national penal codes. Where the European rules in the field of criminal law are concerned, the legal interests served – just like the regulatory leads to new crimes – do not correspond one to one with the national penal codes.”

Vraag 2a

Illustreer deze stelling aan de hand van art. 197 Sr. (4 punten)

Vraag 2b

Het rechtsbelang dat het EU-recht inzake mensenhandel beoogt te beschermen is niet af te leiden uit de preambule van EU-Richtlijn 2011/36, maar wel uit eerdereEuropese regelgeving waarin wordt overwogen dat “mensenhandel een schending van de mensenrechten is en een aantasting van de waardigheid en integriteit van de mens” (Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijdingvan mensenhandel). Beoordeel mede aan de hand van deze overweging of de conclusie van Cleiren & Ten Voorde ook gerechtvaardigd is ten aanzien van art. 273f Sr. (6 punten)

Casusvraag: Samenloop

Rutger is door het gerechtshof wegens "de meerdaadse samenloop van medeplegen van een poging tot doodslag en openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen” veroordeeld tot twintig maanden gevangenisstraf. Hij en twee vrienden hebben het slachtoffer, een destijds 80-jarige man, onder meer meermalen met kracht tegen het hoofd geslagen en geschopt, terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag. Een naarhet oordeel van het Hof zeer lafhartige daad, mede in het licht van het gegeven dat hetslachtoffer er slechts op uit was enkele jongens aan te spreken op het herhaaldelijk belletje trekken bij zijn woning. Het slachtoffer heeft ten gevolge van het forse geweld dat tegen hem is uitgeoefend zwaar lichamelijk letsel opgelopen, dat gemakkelijk tot de dood had kunnen leiden. De raadsvrouw van Rutger ziet mogelijkheden voor een succesvol cassatieberoep bij de Hoge Raad. Na overleg met Rutger dient zij één cassatiemiddel in, inhoudende dat het hof ten onrechte de regels van eendaadse samenloop niet heeft toegepast.

Vraag 3a

Heeft het middel van de raadsvrouw van Rutger kans van slagen? Licht uw antwoord toe aan de hand van het toepasselijke voorgeschreven arrest. (10 punten)

Vraag 3b

Noem twee redenen waarom het thema ‘samenloop’ voor de feitenrechter van belang kan zijn. (N.B. Indien u meer dan twee redenen noemt, worden slechts deeerste twee redenen nagekeken.) (10 punten)

Casusvraag: Boom te Exloo

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018


Vragen

Casus: Geldnood

De broers Bas en Chris zitten in geldnood. Zij besluiten om samen rijke mensen te overvallen om zo snel en zonder al te veel moeite ged te verdienen. Het idee is om in een nabijgelegen bos, dat midden in een zeer rijke gemeente ligt en voor hen bekend terrein is, hun potentiële slachtoffer uit te kiezen.

Op 1 augustus 2017 rijden Bas en Chris samen in Bas zijn auto naar dit bos. Chris heeft gezorgd voor hardloopkleding voor hen allebei, zodat zij zich onopvallend kunnen begeven in het bos. Bas heeft in zijn auto een doorgeladen vuurwapen liggen. Bas heeft jarenlang in het leger gezeten en is een geoefend schutter. De broers hebben afgesproken om bij de overval te dreigen met geweld door middel van het meegebrachte pistool en indien nodig zal Bas daadwerkelijk geweld gebruiken om zo eventueel verzet te breken. Over het gebruik van dodelijk geweld is niet gesproken. Na een uur rustig te hebben rondgelopen in het bos spotten Bas en Chris hun potentiële slachtoffer die, naar later blijkt, Dennis heet. Dennis stapt uit een dure auto, die hij heeft geparkeerd op het parkeerterrein. Hij loopt in dure kleding en heeft een duur horloge om zijn pols. Hij wil zijn twee honden gaan uitlaten in het bos. Hij is het perfecte slachtoffer voor Bas en Chris. Na dDennis een half uur lang in de gaten te hebben gehouden, ziet Chris met zijn verrekijker Dennis teruglopen naar zijn auto op het parkeerterrein. Bas bevindt zich op dat moment in de greppel naast het parkeerterrein.

Chris waarschuwt Bas door een knikje te geven dat hij eraan komt. Bas pakt zijn wapen dat hij daarvoor in de greppel reeds schietklaar heeft gemaakt. Chris ziet dat Bas in de richting van Dennis loopt en zijn wapen op hem richt. Tot Chris zijn verbazing schiet Bas uit het niets drie keer op Dennis. De eerste kogel raakt Dennis in zijn been, de overige twee kogels in zijn middenrif. Dennis bevindt zich op dat moment op vijf meter afstand van Bas. Bas en Chris lopen direct na het schieten dnaar Dennis toe en vragen hem om zijn pincode die Dennis - zijnde in hevige shock -  direct afgeeft. Net nadat Dennis de volledige code heeft kunnen vertellen, overlijdt hj ten gevolge van het opgelopen letsel. Bas en Chris verplaatsen Dennis naar de greppel en bedekken hem hierna met takken.De honden van Dennis zijn weggerend en niet meer gesignaleerd. Vervolgens pakken Bas en Chris de portemonnee en het horloge van Dennis en rijden met hun eigen auto weg, richting de stad.

In de stad gaan zij naar een pinautomaat en zien zij dat er €25.000 op de rekening van Dennis staat. zij pinnen €500 om direct wat leuks mee te doen en spreken af de rest van het geld later te pinnen en eerlijk te verdelen. Om

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018


Vragen

Dodenrit

Vanwege relatieproblemen en een hoge werkdruk gaat de 30-jarige Willen al enige tijd onder de nodige stress gebukt. Als hij op een woensdagavond na zonsondergang in zijn auto (een witte Porsche) stapt om van zijn werk naar huis te rijden, besluit hij om eerst nog even te gaan tanken. Onlangs is hij door een van zijn collega’s erop gewezen dat een van zijn achterlichten niet naar behoren functioneert, maar hij is in alle drukte er nog niet aan toegekomen om het lampje te vervangen. Bij het tankstation aangekomen voorziet hij zijn auto weer van de nodige brandstof, en schaft bovendien een nieuw lampje aan. Hij neemt zich voor om bij thuiskomst meteen het lampje te vervangen. Vanaf het tankstation moet hij door middel van een korte invoegstrook weer terug de weg op met zijn auto. Op het moment dat hij op de oprit van het tankstation rijdt en de parallelle provinciale voorrangsweg nadert op welke een maximum snelheid van 80km/uur geldt, remt hij af tot bijna stilstand en kijkt hij over zijn linkerschouder om te zien of er verkeer nadert. Willem heeft vrij zicht over de gehele weg. Hij moet voorrang verlenen aan naderend verkeer op de provinciale weg. Omdat hij geen verkeer waarneemt, rijdt hij zonder zijn knipperlicht te gebruiken de voorrangsweg op. Hij ziet niet dat er een goed zichtbare motorrijder met 100 km/uur aan komt rijden. Nadat Willem ongeveer twintig meter heeft gereden op de provinciale weg, en een snelheid van 40 km/uur heeft, hoort hij plots een hard remgeluid en ziet hij in zijn achteruitkijkspiegel dat de motorrijder een slingerbeweging maakt en tegen de linker achterzijde van zijn auto aanrijdt. Als gevolg van die botsing glijdt de motorrijder de weghelft voor het tegenovergesteld verkeer op. Op dat moment had de motorrijder slechts lichte verwondingen. Vervolgens komt de motorrijder echter keihard in botsing met een tegemoetkomende Volkswagen, die zich aan de maximumsnelheid houdt. De motorrijder raakt door die botsing met de Volkswagen zwaargewond. Willem rijdt na het zien van de aanrijding meteen met hoge snelheid weg. De bestuurder van de Volkswagen belt direct een ambulance. In de tussentijd ontstaat op beide weghelften een file. Op de ene weghelft vanwege het ongeval, en op de andere weghelft ontstaat een zogeheten ‘kijkersfile’ (een file die is ontstaan doordat weggebruikers stoppen om te kijken bij het ongeluk). Terwijl de motorrijder zwaar bloedend op de weg ligt komt de ambulance terecht in de kijkersfile. Een aantal kostbare minuten later dan gepland komt de ambulance aan bij de motorrijder. De motorrijder blijkt intussen te zijn overleden aan zijn verwondingen.

Intussen wordt de politie gealarmeerd waarbij een signalement en het kenteken van de auto van Willem wordt doorgegeven. Enkele minuten later rijdt Willem op de snelweg. In zijn achteruitkijkspiegel ziet hij al vrij snel een tweetal politiewagens rijden. De politie geeft een stopteken.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017


Vragen

Casus De Kroeg

In buurtkroeg Het Bierpul is het vaak gezellig en druk. Daan en Kacper behoren tot de vaste stamgasten. Sinds kort is ook Marlon geregeld in de kroeg te vinden. Hij voert daar vaak het hoogste woord en strooit met geld door de vele rondjes die hij geeft. Daan en Kacper storen zich mateloos aan het gedrag van Marlon. Het is een andere stamgast, Marijke, opgevallen dat Daan en Kacper telkens zeer geïrriteerd kijken wanneer Marlon weer eens het hoogste woord voert. Op een avond vertelt zij tegen hen dat er bij Marlon wel wat te halen valt, ook in de schuur, die altijd vrij toegankelijk zou zijn. Ze zegt erbij dat Daan en Kacper maar moeten bezien wat ze met die informatie doen. Kacper stelt voor om Marlon te overvallen. Daan vindt dat wat ver gaan, al is hij aangetrokken door het vooruitzicht zijn schulden te kunnen aflossen. Als Daan zijn twijfels uit, kijkt Kacper hem minachtend aan en antwoordt hij dat hij altijd al wel gedacht heeft dat Daan laf is en hij zelf ook wel ‘een lesje’ zou kunnen gebruiken.

Een week later besluiten Daan en Kacper een kijkje te nemen bij het huis van Marlon. Ze constateren dat de schuurdeur niet op slot zit en gaan naar binnen. Ze vinden niets van waarde. Kennelijk ligt het geld in de woning. Wel zien ze enkele rollen tape op de plank liggen. Kacper kijkt Daan veelbetekenend aan.

Als Daan dan opnieuw zijn twijfels uit en begint te protesteren noemt Kacper hem een aansteller en voegt er aan toe: ‘Zal ik jou ook eens laten voelen wat ik allemaal met die tape kan?’ Dan horen ze Marlon thuiskomen. Deze ziet dat zijn schuurdeur open staat en hij loopt naar binnen. Zodra Marlon de schuur in komt, pakt Kacper hem stevig vast en houdt hem in bedwang. Ondertussen wijst deze Daan op de tape en zegt dat hij die tape ‘misschien niet zal gebruiken wanneer Marlon zonder tegenstribbelen zijn portemonnee en huissleutels geeft.’ Marlon weigert en begint te schreeuwen, waarna Kacper hem tegen de grond werkt en tape over zijn mond plakt. Vervolgens gaat Kacper op hem zitten teneinde hem in bedwang te houden. Marlon weet zich los te worstelen en over en weer vallen klappen.

Daartoe aangespoord door Kacper houdt Daan Marlon vervolgens vast. Kacper pakt de portemonnee en huissleutels van Marlon en maakt aanstalten naar de woning te gaan. Voordat hij vertrekt zegt hij tegen Daan dat hij ‘dit karweitje straks zal afmaken’, waarbij hij naar Marlon wijst. Hij voegt er nog aan toe: ‘Waag het eens hem los te laten.’ Als Kacper na een paar minuten terug komt in de schuur ziet hij dat Marlon zich bijna uit de greep van Daan heeft los geworsteld. Wanneer Kacper

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017


Vragen

Casus: Pech

Aris is een fervent dronevlieger. 1 Hij heeft thuis meerdere drones staan, en maakt vanuit zijn huis in Gorinchem (Zuid-Holland) regelmatig een vlucht met deze onbemande luchtvaartuigen. Hij is actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers. Een aantal van zijn drones is voorzien van een HD-camera, waarmee hij wekelijks prachtige beelden schiet van het Zuid-Hollandse landschap. Zijn Youtube-kanaal, waarop hij deze beelden plaatst, trekt wekelijks duizenden kijkers. Op het vliegen met drones is de Regeling modelvliegen van toepassing. In deze Regeling is onder meer het volgende bepaald:

  • Vluchten mogen alleen bij daglicht worden uitgevoerd.

  • Vluchten zijn alleen toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond.

  • Vluchten zijn niet toegestaan boven bebouwing, wegen en mensen.

  • Vliegen is verboden in no fly zones zoals rondom vliegvelden. In een straal van 3 km rondom vliegvelden is vliegen in elk geval verboden.

  • Modelluchtvaartuigen (zoals drones) dienen in elk geval voorrang te verlenen aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen, vrije ballonnen en luchtschepen.

Aris, als actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers, kent deze Regeling goed.

Op vijf kilometer van zijn woonplaats Gorinchem bevindt zich het Lingebos, een klein natuurgebied van ongeveer één vierkante kilometer, waar twee riviertjes doorheen kronkelen. Dit Lingebos levert prachtige beelden op zodra het van bovenaf wordt gefilmd met een drone. Het Lingebos bevindt zich op hemelsbreed 200 meter afstand van Gorcumse Airport. Gorcumse Airport had tot voor kort de status van militair vliegveld, waarvan alleen militaire toestellen gebruik mochten maken. Het had weliswaar die status, maar sinds 2007 werd er door geen enkel militair toestel gebruik gemaakt van het vliegveld. Een maand geleden vond er een belangrijke verandering plaats op Gorcumse Airport: het is omgedoopt tot burgerluchthaven, waardoor sindsdien ook burgers en commerciële luchtvaartbedrijven intensief gebruik maken van het vliegveld.

Aris weet dat het Lingebos zich in de buurt van Gorcumse Airport bevindt, en weet ook dat het eigenlijk sinds 2007 buiten gebruik is, hoewel het de officiële status van ‘vliegveld’ in die tijd niet heeft verloren. Hij weet echter niet dat Gorcumse Airport een maand geleden is opengesteld voor burgerluchtvaart.

Op vrijdag 21 april 2017 rond het middaguur maakt Aris een vlucht met een drone (voorzien van een camera) boven het Lingebos. Tegen de weersvoorspelling in breekt zelfs de zon even door de wolken; het levert een prachtig gezicht op van het Lingebos. Om het gebied in één shot met de drone te kunnen filmen brengt hij de drone naar een hoogte van 150 meter.

Felix vliegt vlakbij het Lingebos in zijn Cessna-vliegtuig. Felix is de enige persoon in dit kleine eenmotorige vliegtuigje. Hij is erg blij dat hij sinds kort zijn Cessna in de hangar kan zetten op Gorcumse Airport, vlakbij zijn woonplaats.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017


Vragen

IJscowagen als geldnetwagen

De zelfstandig automonteur Hugo, woonachtig in Leiden, heeft het financieel moeilijk omdat hij nauwelijks klussen binnenhaalt. Dit betekent wel dat hij meer tijd overhoudt om zijn dagboek bij te houden. Al enkele maanden schrijft hij hierin elke dag uitvoerig op wat hij allemaal doet en wat er in hem omgaat. Twee maanden geleden had hij eindelijk weer eens een klus. Het betrof een onderhoudsbeurt aan een geldnetwagen. Deze klus heeft hem op het ingenieuze idee gebracht om een geldnetwagen na te bouwen en daarmee bij de bank in Leiden geld ‘op te halen’. Ook dit ingenieuze idee tekent hij op in zijn dagboek. Na enkele weken de bank te hebben geobserveerd, heeft hij opgemerkt dat de geldnetwagen elke vrijdagavond (koopavond) om precies 21:00 uur de parkeerplaats van de bank oprijdt en dicht langs de muur waar het doorgeefluik zich bevindt, enkele seconden stil staat en weer vertrekt.

Na enig zoekwerk op marktplaats stuit Hugo op een ijscowagen met o.a. de volgende omschrijving; op versleten banden en versleten remblokken na een uitstekende ijscowagen. Vanwege de ingebouwde keukenapparatuur is het toegestane maximale gewicht van 3500 kilogram bereikt. Hugo koopt de ijscowagen en besluit hem tot geldnetwagen om te bouwen. Bij Sander - een oud ijzerboer, tevens een oude bekende van Hugo – bestelt Hugo een lading metalen platen (gewicht 500 kilogram). Hugo last al deze metalen platen op de ijscowagen. Nadat Hugo hiermee klaar is, geeft hij de ijscowagen een spuitbeurt. Het resultaat is dat de ijscowagen er van buiten als een geldnetwagen uitziet.

Op vrijdag 30 december 2016 besluit Hugo tot actie over te gaan. Er kan volgens Hugo niets fout gaan, omdat de weergoden hem gunstig zijn gezind; het regent namelijk al de hele dag heel hard waardoor weinig volk op de been is. Hij trekt een uniform aan dat niet te onderscheiden is van een echt uniform van het geldnetbedrijf. Verder bevestigt hij een pasje op zijn overhemd. Dit door Hugo gemaakte pasje is met het blote oog niet te onderscheiden van een echt medewerkerspasje van het geldnetbedrijf. Om enigszins onherkenbaar te zijn zet hij een nepsnor op en rijdt hij de omgebouwde ijscowagen, die van valse kentekenplaten is voorzien, richting de bank. Om 20:55 uur rijdt Hugo de parkeerplaats op en wordt (zoals gewoonlijk) direct opgemerkt door de bankmedewerker die alvast naar de kluis loopt waar het doorgeefluik zich bevindt. Hugo manoeuvreert de ijscowagen zodanig dat de schuifdeur aan de linkerzijde van de ijscowagen zich pal voor het doorgeefluik bevindt. Wanneer hij de schuifdeur opent, merkt de bankmedewerker dat de nepsnor van Hugo los zit en onmiddellijk trekt de bankmedewerker de geldkoffer terug en sluit het doorgeefluik. Hugo weet dat er iets mis is en rijdt weg.

Om zo min mogelijk op te vallen houdt hij zich

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

 


Vragen

Casus: DNA-spray Drama

Aditya Wibowo en Kevin Kanslos zijn al jarenlang bevriend. Met elkaar gingen ze naar de basisschool, samen gingen ze naar voetbal, ze zaten in dezelfde klassen op de middelbare school, en samen gingen ze ook het verkeerde pad op. Het begon met kleine vergrijpen, waarvoor zij via bureau HALT allerlei kleine taakstraffen moesten uitvoeren. Nu zijn ze 25, en ze beraden zich, vanwege uitzichtloze geldnood, op een overval van een pompstation langs de A7 ter hoogte van De Marne (Fryslan). Bij dit pompstation is een winkel gevestigd, waar je (naast het afrekenen van de getankte brandstof) nog wat andere zaken kunt aanschaffen. Op de avond van 17 november 2015 kienen ze met z’n tweeën bij Kevin thuis het plan volledig uit: ze bespreken de route naar het tankstation, kopen twee identieke sjaals, twee identieke donkere zonnebrillen, een grote sporttas en twee niet van echt te onderscheiden nepwapens die ze kunnen gebruiken om het personeel mee te bedreigen. Bij het bespreken van het plan stuiten ze op één probleem: beiden hebben geen rijbewijs en ook geen auto, en dat is waar Lieuwe Hofstee in beeld komt. Lieuwe is de voormalig buurjongen van Aditya, en beschikt over zowel een auto als een rijbewijs. Ze nodigen hem uit bij Kevin, en vragen hem “of hij gemakkelijk en snel geld wil verdienen als chauffeur”. Lieuwe heeft daar wel oren naar, en Aditya en Kevin doen hun plan uit de doeken. Lieuwe sputtert tegen vanwege het mogelijk gebruik van geweld, maar stemt in met de overval, vanwege het prettige vooruitzicht van een flinke buit. Ze spreken af dat Lieuwe niet hoeft te dreigen met geweld, en dat Aditya en Kevin met de twee nepwapens naar binnen zullen gaan. Lieuwe zal bij de auto wachten, en uit angst om herkend te worden via de mogelijke beveiligingscamera’s schaft hij een donkere zonnebril en een sjaal aan, precies dezelfde als Aditya en Kevin. Ze spreken af dat Aditya en Kevin beiden 40% van de buit krijgen, en Lieuwe de resterende 20%.

Volgens afspraak ontmoeten ze elkaar de dag erop om 17:00 uur bij Kevin thuis, spreken het plan nog een keer door, en vertrekken per auto naar het pompstation terwijl de avond valt. Lieuwe zit achter het stuur, en parkeert de auto rond 18:00 bij één van de pompen. Alle drie hebben ze hun donkere zonnebril al op; en alle drie binden de sjaals om hun gezicht. De sjaals bedekken hun mond en het onderste gedeelte van hun neus. Op deze wijze wandelen Aditya en Kevin in rustig tempo de winkel van de benzinepomp binnen. De twee nepwapens hebben ze in de binnenzak van hun jas. Aditya heeft de lege sporttas in zijn hand. Lieuwe blijft bij de auto staan, ter hoogte van één van de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016


Vragen

Casus Overwerkte Spoed brengt zelden Goed

Op de afdeling spoedeisende hulp van het Medisch Centrum Jerusche (MCJ) heerst sinds het vertrek van de teamleider een gespannen sfeer. Chirurg Yankel Janssen is de afgelopen vier maanden aangesteld als waarnemend teamleider. Yankel is weliswaar een uitstekende arts, maar is niet erg geliefd onder de staf van de afdeling vanwege zijn te autoritaire stijl van leidinggeven. Yankel heeft ook nog een baan buiten het MCJ bij een privékliniek waardoor hij niet veel tijd heeft voor klachten van zijn collega’s, nog los van het feit dat hij slecht reageert op kritiek. Eigenlijk is Yankel het meest overwerkt van iedereen op de afdeling.

Op 10 januari 2015, om 17:30 uur meldt de 43 jarige Shimon Cohen zich op de afdeling spoedeisende hulp, met klachten over ernstige buikpijn. Shimon is een goede bekende bij de afdeling omdat hij zich relatief vaak meldt met allerlei kwalen, die veelal niet ernstig zijn. Bij de ontvangstbalie wordt aantekening gemaakt van buikklachten en wordt hij gevraagd plaats te nemen in de wachtruimte. Tien minuten later wordt hij door de verpleegkundige Ruchel Feingold opgevangen. Ruchel heeft buitengewoon veel ervaring en staat op de afdeling bekend als ‘arts-plaatsvervanger’, wegens haar feilloze beoordelingen van klachten. Na een gesprek met Shimon besluit Ruchel dat zij uit de mogelijke aantekeningen die zij kan geven – ‘geen spoed’, ‘spoed’, ‘meer spoed’ – voor ‘meer spoed’ zal kiezen.

Ruchel denkt namelijk dat er sprake zou kunnen zijn van een darmperforatie, in welk geval zij dringend handelen noodzakelijk acht. In overeenstemming met het afdelingsprotocol betekent de waardering ‘meer spoed’ dat Shimon niet door een arts-assistent zal worden onderzocht, maar direct door Yankel.

Als de melding Yankel bereikt staat hij, na een lange dag met veel patiënten, net op het punt om te vertrekken naar de privékliniek, waar hij is ingeroosterd voor een operatie. Yankel raakt zeer geïrriteerd door de melding en roept Ruchel bij hem. Eerst vraagt hij haar waarom zij heeft gekozen voor de aantekening ‘meer spoed’. Als zij uitlegt dat zij denkt aan een darmperforatie en dat daarom naar haar oordeel onmiddellijk een CT-scan dient te worden verricht, slaat de irritatie van Yankel om in woede. Hij beschuldigt haar ervan dat zij hem probeert te frustreren. Tijdens een heftige woordenwisseling blijft Ruchel erop staan dat de situatie wel ernstig zou kunnen zijn, maar zij kan Yankel niet overtuigen. Yankel stuurt Shimon naar huis, met de opdracht de volgende dag terug te komen als hij zich niet beter voelt.

De volgende dag verschijnt Shimon weer rond 17:30 uur en meldt dat zijn buikpijn veel erger is geworden. Yankel heeft weer dienst en laat een CT-scan uitvoeren. Uit de scan blijken indicaties voor een darmperforatie. Yankel is evenwel nog steeds zeer geïrriteerd en overtuigt zichzelf ervan dat Shimon niets mankeert.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016


Vragen

Casus: Sores in het feestelijk Zuiden

Op 13 februari 2015 is het feest in Tilburg. Het is carnaval en in de stad is het overal gezellig druk. Naarmate de avond vordert en de consumptie van alcohol bij veel feestvierders het niveau aanneemt dat voor de gezondheid en de gezelligheid niet zonder meer bevorderlijk is, ontstaan her en der opstootjes tussen dronken feestvierders. Zo ook in café Moshe's Mazzel. Om een uur of elf ’s avonds bevinden Feivel en enkele vrienden zich in dat café. Feivel besluit dat het tijd wordt voor een volgend biertje en begeeft zich naar de bar. Hoewel Feivel redelijk beschonken is, weet hij de bar zonder al te veel moeite te bereiken. Aan de bar staat Zelig. Deze heeft net met veel moeite een glas rode wijn besteld en gekregen en is door het lange wachten in een niet al te best humeur. Als Feivel vlakbij de bar is, stoot hij als gevolg van de drukte en omdat hij toch niet helemaal vast ter been is, tegen Zelig aan. Die laat daardoor zijn wijnglas vallen. Zelig ontdekt meteen wie de schuldige is. Hij is erg kwaad en pakt van de bar een halfvol glas met water en wil het water in de richting van het gezicht van Feivel gooien. Het glas is nat en glipt uit Zeligs handen. Het glas raakt de wenkbrauw van Feivel boven zijn rechteroog. Het breekt op het moment dat het tegen de wenkbrauw van Feivel aankomt. Meteen vloeit er bloed uit de snee die door het glas ontstaat. Feivel valt op de grond. Het bloed dat uit de snee vloeit komt in het oog van Feivel terecht. Die denkt even dat zijn oog is geraakt en hij daardoor blind of in ieder geval slecht ziend is geworden. Hij is in paniek en blijft op de grond liggen. Zelig is na de eerste klap hevig geschrokken en gooit direct het glas weg. Hij ontfermt zich over Feivel en belt 112. De politie arriveert korte tijd later. Zelig wordt door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Daar legt hij een verklaring af.

Verklaring van Zelig:

Ik was die avond met mijn vrouw maar we kregen ruzie. De zoveelste. En dat tijdens carnaval, de leukste dagen van het jaar. Ik had er dus goed de pest in. Vervolgens duurde het voor mijn gevoel een eeuwigheid voordat ik een wijntje kon bestellen. Ik had het nog niet in mijn handen om de eerste slok te nemen of er loopt iemand tegen mij aan. Het glas was vochtig, het was voor het inschenken van de wijn kennelijk gewassen, en viel daardoor uit mijn handen. Ik zat onder de rode wijn. De man keek mij met een dronken grijns aan. Ik weet niet of hij iets tegen

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015


Vragen

Casus: Panne met Paardenkrachten

Op 2 april 2015 heeft op de Sumatralaan in Schin op Geul (provincie Limburg) rond 23.00 uur een aanrijding plaatsgevonden tussen een Audi A5, met Peter van Alpen als bestuurder, en een rode Jaguar, bestuurd door Daan Spanenburg. Als gevolg van die aanrijding heeft Peter van Alpen zwaar lichamelijk letsel aan zijn voorhoofd en borst opgelopen.

De politie heeft onderzoek ingesteld naar de toedracht van de aanrijding en het volgende geconstateerd.

Uit het proces-verbaal Verkeersongevallenanalyse d.d. 28 april 2015 blijkt het volgende:

De politie heeft op de plaats van het ongeluk sporen op het asfalt en aan de auto’s van het slachtoffer (Van Alpen) en de verdachte (Spanenburg) aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn door het onderzoeksteam onderzocht. In de berm, gelegen naast de rijbaan, en op de rijbaan werden glassplinters aangetroffen. Direct achter de glassplinters werden op het asfalt krassporen en een rubberspoor aangetroffen. De auto van het slachtoffer is op de door die auto veroorzaakte afgetekende kras- en bandensporen geplaatst, om op die manier de plaats op de weg van het voertuig tijdens het moment waarop de aanrijding plaatsvond te bepalen. Daaruit werd geconstateerd dat het voertuig van Van Alpen zich tijdens de aanrijding voor driekwart in de berm en een kwart op de rijbaan heeft bevonden. Tevens werd op het wegdek een remspoor aangetroffen, gericht op de plaats van de aanrijding. Gezien de botspositie en de plaats op de weg van de auto van Spanenburg, hierna genoemd de verdachte, kan het niet anders zijn dan dat het rubberspoor afkomstig was van het linkervoorwiel van het voertuig van de verdachte. Op het moment van de botsing reed de de verdachte dus op de voor hem verkeerde weghelft. Ten tijde van het ongeval was het donker. De straatlantaarns stonden aan. Het asfalt was nat door overvloedige regenval. Hierna is aan de hand van de aangetroffen sporen de snelheid berekend, waarmee de verdachte bij benadering moet hebben gereden. De snelheid betrof bij het aanvangen van het remmen minimaal 64 kilometer per uur en maximaal 77 kilometer per uur. De maximumsnelheid op de Sumatralaan op de plaats van het ongeval bedraagt 60 kilometer per uur.

In het proces-verbaal van bevindingen van de politie d.d. 2 april 2015 staat onder meer het volgende:

Na de aanrijding bestond het vermoeden dat de de verdachte alcohol had genuttigd. Bij de de verdachte is een ademtest afgenomen. Daarna is een bloedproef uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het promillage van het bloed van de verdachte ten tijde van het onderzoek boven de wettelijke grens van 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed gelegen was. Het alcoholgehalte bedroeg namelijk 0,68 milligram alcohol per milliliter bloed.

Verklaring van de verdachte Daan Spanenburg bij de politie d.d. 3 april 2015, voor zover relevant:

Ik reed op 2 april 2015

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015


Vragen

Casus: Creatieve Kunstvernietiging

Op 12 mei 2015 om 1.00 uur besluit Edvard Hals dat het tijd is zijn kroeg - kroeg De Waterlelies aan de Monetlaan 14 te Dordrecht - te sluiten. De enige die op dat moment nog aan de bar zit, is Vincent van Rijn, één van de stamgasten van De Waterlelies die geregeld blijft om Edvard te helpen met het afsluiten van de kroeg. Terwijl Edvard achter de bar glazen een het spoelen is, stormen twee mannen met bivakmutsen de kroeg binnen. Ze roepen: "Geld, geld, geef me nu al je geld". Eén van de mannen heeft een pistool in zijn hand, de andere een mes. De man met het pistool loopt op Vincent af en zet het pistool tegen diens hoofd. Vincent verweert zich en raakt in een gevecht met de gewapende overvaller. Er vallen een paar stevige vuiststoten. De overvaller met het mes loopt dreigend naar Edvard toe.

Over wat er daarna is gebeurd, verklaart Edvard in zijn aangifte het volgende:

"Ik heb toen van onder de bar een busje traangas gepakt, dat ik daar al een tijd bewaar voor lastige situaties. Tot deze geëscaleerde nacht heb ik het gelukkig nog nooit hoeven gebruiken. Daar heb ik toen mee gespoten. Ik heb eerst in richting de man met het mes gespoten en toen naar de man met het neppistool - dat was trouwens overduidelijk van plastic. Toen renden ze wel jankend de kroeg uit. Helaas hebben ze wel het geld van Vincent en de hele omzet van die avond uit de kassa te pakken gekregen."

Het dossier inzake de overval op Kroeg de Waterlelies bevat ook een getuigenverklaring van getuige Munch. Hij verklaart als volgt:

"In de nacht van 11 op 12 mei 2015 omstreeks een uur of half 1 stond ik voor mijn deur, ik had net de hond uitgelaten, schuin tegenover de ingang van Kroeg de Waterlelies. Uit de richting van de Rembrandtstraat zag ik twee mensen aan komen lopen. Ze stopten valk bij me in de buurt onder een lantaarnpaal. Ze droegen beiden een bivakmuts. Ik zag vanaf de Hoogvliet een derde man op een racefiets aan komen rijden. Hij stond kort stil bij de twee andere mannen onder de lantaarnpaal om wat tegen hen te zeggen. Daarna reed hij er weer vandoor. Ik hoorde de twee mannen onder de lantaarnpaal overleggen. Een van de twee, die een op een pistool gelijkend voorwerp in zijn hand leek te hebben zei dat hij het wilde doen. Hij nam duidelijk het roer in handen. Ik ben toen mijn huis ingelopen om mijn telefoon te pakken en 112 te bellen. Toen ik ongeveer een halve minuut later terugkwam, zag ik de man op de fiets voor de kroeg rondjes rijden."

Door het optreden van kroegbaas Hals worden

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015


Vragen

Casus: pianoles

De 57-jarige Bernhard Rubinstein geeft al 5 jaar elke twee weken pianoles aan de 28-jarige volstrekt amuzikale Johan Pach in Den Haag. Bernhard probeert Johan stap voor stap de kunst van het pianospelen bij te brengen.

Na 5 jaar kan Johan echter nog geen ritme houden, en ook van de overige vaardigheden die een beginnend pianist zou moeten bezitten, is geen schijn van aanwezigheid. De tweewekelijkse pianolessen die ongeveer anderhalf uur in beslag nemen is Bernhard dan ook na een tijdje goed zat. Het stoort Bernhard ontzettend dat hij ondanks zijn uitstekende lessen geen enkele voortgang in het pianospelen bij Johan, onder anderen omdat Johan zelf heel tevreden lijkt te zijn met de kwaliteit van muzikale vaardigheden en de les elke twee weken als een groot pianist die net een staande ovatie van zijn publiek heeft gekregen de les uitloopt.

Op Prinsjesdag besluit de ‘virtuoos’ Johan met zijn pianospel geld te verdienen om zijn studieschuld af te betalen. Hij zet hij zijn keyboard op straat, en legt de kist waar zijn keyboard in zat op straat waar mensen hun geld in kunnen gooien als ze betoverd zijn door de meesterlijke kwaliteit van Johans pianospel.

Op de ochtend van Prinsjesdag loopt Bernhard een rondje door de binnenstad van Den Haag om de gouden koets voorbij te zien komen. Zodra hij zijn leerling Johan ziet slaat het schaamrood hem op de kaken. Tot overmaat van ramp begint Johan ook nog eens luidkeels atonaal te zingen bij zijn verschrikkelijke pianoconcert. Alle opgekropte woede van de afgelopen 5 jaar komt ineens naar boven bij Bernhard. Hij pakt de keyboardkoffer, gooit het weinige geld dat er in zat eruit, klapt hem dicht en deelt er één harde klap mee uit op het hoofd van Johan. Johan stort meteen neer, en overlijdt korte tijd daarna ten gevolge van het zware hersenletsel dat hij heeft opgelopen bij de klap met de koffer. Net als de meeste keyboardkoffers weegt deze (zonder keyboard) 3,5 kg en heeft een hard houten beschermlaag aan de buitenkant.

Als Bernhard diezelfde dag op het politiebureau in de verhoorkamer zit, in het bijzijn van zijn raadsman, hoort hij dat Johan is overleden. Hij schrikt zich duidelijk een ongeluk, en verklaart onder meer het volgende:

"Ik kon er niet meer naar luisteren. Al mijn woede kwam toen samen, en in die woede wilde ik hem een stevige klap geven. Ik wilde eigenlijk met name voorkomen dat hij nog verder zou spelen en meer mooie muziek zou verpesten, verder maakte het me allemaal niks uit. Ik wil u wel graag op het hart drukken dat mijn intentie nooit was om hem te laten overlijden, ik vind het verschrikkelijk dat hij het leven gelaten heeft. Ik ben mij ervan bewust dat je met een gemiddelde keyboardkoffer een

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1


Vragen

Casus: De ballonvaart

Op zaterdag 2 september 2014 is Maaike Vaart jarig. Van haar man (Mitchell) heeft ze een ballonvaart cadeau gekregen. De ballonvaart moest plaatsvinden in de buurt van de Zuid-Hollandse plaats Boskoop. Niet alleen Maaike behoorde tot de passagiers, ook Mitchell en hun beide kinderen (Charley en Jack) waren van de partij. De ballonvaart is geregeld bij het bedrijf Zuid-Hollandse Ballonvaart BV, dat wordt gerund door Menno Moors en Theo De Hemel.

Menno Moors is eigenaar van een ballon en in het bezit van alle benodigde vergunningen om ballon te mogen varen. Onderdeel van de cursus voorafgaand aan het mogen varen met een ballon is kennismaking met de geldende regelgeving, waaronder de Regeling vluchtuitvoering ballonnen. Deze regeling vereist onder meer dat een ballonvaarder een minimaal aantal vluchten moet hebben gevaren, alvorens passagiers aan boord te mogen nemen. Bij gebreke daarvan kan de vergunning worden ingetrokken, maar dat gebeurt in de regel zelden. Door het matige zomerweer had Menno nog niet genoeg vaartervaring opgedaan.

Theo De Hemel helpt onder andere bij het startklaar maken van de ballon. Over het gebrek aan vaartervaring werd tussen Menno en Theo niet gesproken. Het was bij beide bekend. Er werd van uitgegaan dat die onervarenheid vanzelf zou verdwijnen. Veel varen was het devies. 2 september 2014 was een uitgelezen vaartdag. De gemeente Alphen aan den Rijn (waar Boskoop onder valt) had Menno vrij snel een vergunning die dag te mogen varen gegeven. De gemeente controleert een aanvraag vrijwel altijd oppervlakkig en zo ook deze keer. Met de toestemming op zak, belt Menno Mitchell Vaart en deelt hem mede dat de ballonvaart aan het begin van de avond zou plaatsvinden. Mitchell en zijn gezin spoedden zich naar de plaats van vertrek. Tijdens het gereed maken van de ballon ontdekt Theo dat het startgewicht niet klopte. Tevens merkt Theo dat Menno een passagier te veel meeneemt. Theo maakt Menno hierop attent. Menno weigert aan de grond te blijven, terwijl hij daartoe wel verplicht is op grond van het vlieghandboek. ‘Kijk eens hoe mooi weer het is. Eindelijk. Laat me lekker varen. Ik maak me niet druk over het gewicht’, aldus Menno. Het argument van Theo dat hij verplicht is het startgewicht te bepalen op grond van het vlieghandboek weet Menno evenmin te overtuigen. ‘Het zal wel loslopen’, aldus opnieuw Menno. Ook het overschrijden van het maximaal aantal mee te voeren passagiers wuift Menno weg: ‘Eentje meer of minder zal niet uitmaken.’

Theo laat na er verder op in te gaan en de ballon wordt voor vertrek gereed gemaakt. Vlak voor de afvaart mogen Maaike, Mitchell en de kinderen instappen. Daarna stijgt de ballon op. Zo´n vijftig minuten na vertrek zet Menno de landing in. Recht voor hem ligt een veld dat goed als landingszone dienst kan doen.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2


Vragen

Casus ‘De Koelcel’

Natuurslager Mees is een klein bedrijf dat gevestigd is in Boskoop, in de gemeente Alphen aan den Rijn.

Mees is als natuurslager gespecialiseerd in het biologisch slachten en is ook aangesloten bij de verenigingen EetGezond en VERS. Moos Mees is de oudste van de zesde generatie van de familie Mees, en is de eigenaar van Mees . Verder zijn er twee werknemers voor de schappen en het magazijn, genaamd Jacob De Hond en Jenny Helstra. Daarnaast is er nog een administratief medewerkster, Fanny van Troost.

Voor het opslaan van vlees beschikt het bedrijf onder meer over een omvangrijke koelcel, waar het vlees in een zeer koude omgeving wordt opgeslagen. Jacob en Jenny lopen geregeld met dozen vol vleesvlees de koelcel in en uit. De schuifdeur van de koelcel heeft een veiligheidsknop, die ervoor moet zorgen dat de deur ook van binnenuit te openen is. De knop is echter al geruime tijd defect, en Jenny heeft al meermalen tegen Moos Mees gezegd dat hij de knop moet laten repareren. Moos schuift dat echter steeds voor zich uit.

De laatste keer dat Jenny in het bijzijn van Moos en Jacob de defecte knop ter sprake bracht, en zei dat het toch wel heel gevaarlijk was om opgesloten te raken, was Moos' reactie: “Het bedrijf kan zich een dure reparatie helemaal niet veroorloven. Het geld groeit me niet op de rug! Jullie moeten maar gewoon opletten dat er niemand in de koelcel zit als je de deur achter je dicht doet. Als jullie nu eindelijk eens wat harder zouden werken zouden we wat meer verdienen, en dan kan ik misschien wel naar dit soort luxeproblemen kijken. Bovendien, als je niet wat sneller opschiet kun je je biezen pakken. Voor jou tien anderen! En dat geldt ook voor jou, Jacob.” Jacob is het met Moos eens dat Jenny niet zo moeilijk moet doen. Als Moos buiten gehoorsafstand is, zegt hij tegen Jenny: “Wat een onzin kun jij uitkramen zeg. Als je de koelcel in gaat, moet je gewoon snel weer wegwezen en opletten dat iemand anders de deur niet dicht doet. Daarnaast moet je eens wat meer opschieten met dat vlees. Je hoort toch wat Moos zegt: gewoon eens een keertje hard doorwerken voor de verandering.”

Op vrijdagmiddag 29 augustus 2014 is Jacob bezig om dozen vol vleesvlees de koelcel in te tillen. Terwijl hij steeds teruggaat om een nieuwe doos te pakken laat hij de schuifdeur van de koelcel openstaan. Als hij even weg is komt Fanny het magazijn binnen en gaat de koelcel in, omdat ze wil tellen hoeveel dozen met vlees er staan opgeslagen. Voor de boekhouding van het bedrijf is het nodig om precies te weten hoeveel vlees er aan het eind van het boekjaar in voorraad is. Fanny

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3


Vragen

Casus ‘Het Boze Schaap’

In Glanerbrug, een klein Overijssels dorpje in de buurt van Enschede, bevindt zich al jaren een goedlopend Italiaans restaurant, ‘Toscana’ geheten. Het is het enige restaurant van het dorp, totdat zich eind 2013 in de buurt van ‘Toscana’ nog een restaurant vestigt: ‘Het Boze Schaap’.

Dit restaurant is gevestigd in een vrijstaand pand, net buiten de bebouwde kom, aan een drukke provinciale weg. Het beschikt over ruim voldoende parkeergelegenheid en een schitterend interieur. Al snel blijkt de aantrekkingskracht van dit restaurant op de dorpelingen groot. Tessa, de eigenaresse van het Italiaanse restaurant, ziet met lede ogen aan hoe haar klandizie steeds verder afneemt. Tegelijkertijd komt haar ter ore dat de eigenaar van het nieuwe restaurant, Dennis, allerlei lasterpraatjes over haar en haar producten verspreidt.

De afnemende klandizie bezorgt Tessa flinke hoofdbrekens. Als de terugloop zich doorzet, zal het immers niet lang duren voordat zij haar met zoveel liefde en doorzettingsvermogen opgebouwde restaurant zal moeten opdoeken. Ook persoonlijk klikt het niet tussen de beide restauranteigenaren. Langzaamaan groeit bij Tessa dan ook de overtuiging dat deze concurrent moet worden uitgeschakeld. Goedschiks of kwaadschiks. Als blijkt dat aanpassingen in het menu, speciale (prijs-)acties en evenementen niets uithalen en haar het water tot na aan de lippen staat, besluit ze over te gaan tot drastischer maatregelen.

Zou Het Boze Schaap het overleven als het een aantal weken of maanden dicht zou moeten?, zo vraagt zij zich af. Met deze gedachte in het achterhoofd benadert Tessa Jos en Edward. Beide heren zijn lokaal bekende drugsgebruikers en om die reden zitten zij eigenlijk altijd in geldnood. Ze wil, zo zegt ze tegen Jos en Edward, dat zij ‘Het Boze Schaap’ in de as leggen. De wijze waarop maakt haar niet zo veel uit, als er maar geen sporen worden achtergelaten. Als beloning zullen zij ieder € 500,- ontvangen. Jos en Edward beloven het karweitje naar behoren uit te voeren.

Jos stelt Edward voor om een molotovcocktail te maken en die bij het restaurant naar binnen te gooien. Uit zijn krakersverleden weet hij nog wel hoe een molotovcocktail moet worden gemaakt.

Het is vrij eenvoudig, zo zegt hij desgevraagd. Je hebt een fles nodig en als lont een lap stof. De fles moet worden gevuld met een mengsel van benzine of kerosine met (motor)olie. De olie, zo zegt hij, heb je nodig omdat het mengsel daardoor beter blijft plakken en het zo de werking van de brandbom verhoogt. Het is niet moeilijk voor Jos en Mario om de ingrediënten voor een molotovcocktail bij elkaar te krijgen. Met alle benodigdheden in de kofferbak van de auto die ze van Tessa mochten lenen, besluit Mario op een middag polshoogte te nemen bij Het Boze Schaap. Verschillende keren passeert hij op de provinciale weg het restaurant om de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4


Vragen

Casus ‘Hello Kitty’

Omdat Quirine, de dochter van Harry, helemaal weg is van Hello Kitty, besluiten Harry en zijn vrouw op een dag Quirine mee te nemen naar de tijdelijke Hello Kitty tentoonstelling in het SieboldHuis in Leiden. Het is voor het eerst in jaren dat Harry in een museum komt en terwijl Quirine zich samen met haar moeder vergaapt aan de Hello Kitty prullaria, loopt Harry langs de prachtige vaste collectie aan Japanse kunst. Nu is Harry geen groot kunstliefhebber, wel heeft hij een goed oog voor buitenkansjes. Al slenterend langs de vitrines met Japanse etsen valt hem al snel op dat de beveiliging van deze vitrines niet optimaal is. Veel meer dan een eenvoudig cilinderslot per vitrine en een camera in de hoek van elke zaal kan Harry zo snel niet vinden. Nieuwsgierig als hij is begint Harry zo onopvallend mogelijk de beveiliging van het pand als geheel onder de loep te nemen. Al snel constateert hij dat de achterkant van het pand aan een binnenplaatsje grenst, welk binnenplaatsje op zijn beurt grenst aan de achtertuinen van verschillende woningen naast en achter het SieboldHuis. Dit biedt naar het oordeel van Harry de nodige perspectieven. Wanneer vervolgens ook nog eens blijkt dat het raam van de herentoiletten op het binnenplaatsje uitkomt, is het enthousiasme van Harry niet meer te temperen.

Thuisgekomen belt hij zijn broer Bertus om hem zijn bevindingen te vertellen. Hoewel Harry en Bertus al een tijdje op het rechte pad zijn, begint er ook bij Bertus iets te kriebelen wanneer hij het verhaal van zijn broer hoort. De broers hebben een rijk crimineel verleden van vooral woninginbraken, maar de laatste jaren, sinds ze zogezegd ‘aan de vrouw zijn’, doen ze het wat rustiger aan. Toch besluiten Harry en Bertus dat het tijd is voor een laatste kunstje. Ze besluiten binnenkort met zijn tweeën in te breken in het SieboldHuis om vervolgens zoveel mogelijk etsen, landkaarten en andere waardevolle spullen mee te nemen. Hierbij zullen zij gebruik maken van het binnenplaatsje en het raampje van de herentoiletten. Via de poort naast cocktailbar Flamengo moet het een koud kunstje zijn om via een paar tuinen naar het binnenplaatsje van het SieboldHuis te klimmen.

Zo gezegd zo gedaan. Op de dag van de inbraak gaat Bertus, vergezeld van zijn dochter Treesje, naar het SieboldHuis. Terwijl ditmaal Treesje zich vergaapt aan de Hello Kitty prullaria brengt Bertus een bezoekje aan het herentoilet en zet daar het toiletraampje op een kiertje. Diezelfde middag belt Harry zijn oude vriend Cas – die tevens taxichauffeur is – met de vraag of hij Harry en Bertus die nacht om ongeveer één uur bij cocktailbar Flamengo wil afzetten en ze ongeveer een half uurtje later weer naar huis wil rijden. Harry vertelt dat zij die avond na

.....read more
Access: 
Public

Materieel Strafrecht - UL - B2 - Oefenbundel

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019


Vragen

Kennisvraag: Voorbereiding, poging, vrijwillige terugtreed

Vraag 1a

In het kader van het leerstuk voorbereidingshandelingen (art 46 Sr) is onder andere vereist dat de "voorbereidingsmiddelen zijn bestemd tot het begaan van het misdrijf. Geef aan hoe hieraan door de Hoge Raad nader invulling is gegeven. (5 punten)

Vraag 1b

Waarom koos de wetgever voor het opnemen van de vrijwillige terugtred in de wet? (5 punten)

Kennisvraag: Culpa in causa bij noodweer

Vraag 2a

Leg uit wat in het kader van noodweer(exces) onder 'culpa in causa' moet worden verstaan en geef aan onder welke omstandigheden een beroep op noodweer(exces) volgens de Hoge Raad niet zal kunnen slagen vanwege die 'culpa in causa'. (10 punten)

Vraag 2b

In de casus die ten grondslag ligt aan het overzichtarrest over noodweer(exces) ging het om een verdachte die handelde in verdovende middelen en zich ongewapend naar de flatswoning van het latere slachtofferbegaf om een drugsdeal te innen. Eenmaal in de flat werd hij aangevallen, mishandeld en bedreigd met een mes. Nadat hij zelf het mes in handen wist te krijgen heeft hij het slachtoffer met zestien messteken gedood. Het Openbaar Ministerie stelde zich ter zitting op het standpunt dat verdachtes beroep op noodweer(exces) diende te worden verworpen, om de reden dat de verdachte zich - kort gezegd - als dealer in verdovende middelen in het drugscircuit heeft begeven. Beoordeel dit standpunt van het Openbaar Ministerie vanuit het perspectief zoals gehanteerd in het voorgeschreven artikel van Rozemond en Ter Haar. (15 punten)

Casusvraag: Medeplegen

Jonas is naast student geschiedenis fervent verzamelaar van historische objecten. Geregeld loopt hij met een metaaldetector door weilanden om oude voorwerpen te zoeken en gaat hij met andere hobbyisten op pad om schatten te vinden. Na een hoorcollege raken Jonas en medestudente Bibi aan de praat. Bibi wordt door de verhalen van Jonas geënthousiasmeerd en ze besluit eens mee te gaan op schattenjacht.

Op 14 mei 2019, na zonsondergang, lopen Jonas en Bibi over de begraafplaats achter de kerk in Voorhout, niet ver van het geboortehuis van botanicus, arts en wetenschapper, Herman Boerhaave. Geïntrigeerd door wat hij heeft betekend voor de wetenschap en de Leidse Universiteit rond het jaar 1700, besluiten Jonas en Bibi op zoek te gaan naar voorwerpen die kunnen worden gelinkt aan het leven van Boerhaave. Bibi ziet op één van de graven de tekst staan ‘Hier rust H. Daelder-Boerhaave’ en ze roept Jonas bij zich. Jonas is ervan overtuigd dat dit het graf moet zijn van de moeder van Herman Boerhaave. De opwinding krijgt de overhand en Jonas deelt het plan met Bibi om te gaan graven: een voorwerp dat is meegegaan in het graf zou een mooie aanwinst zijn voor zijn verzameling. Bibi zegt tegen Jonas dat hij doorslaat en vraagt zich hardop af of ze dit wel moeten doen.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018


Vragen

Casus: Geldnood

De broers Bas en Chris zitten in geldnood. Zij besluiten om samen rijke mensen te overvallen om zo snel en zonder al te veel moeite ged te verdienen. Het idee is om in een nabijgelegen bos, dat midden in een zeer rijke gemeente ligt en voor hen bekend terrein is, hun potentiële slachtoffer uit te kiezen.

Op 1 augustus 2017 rijden Bas en Chris samen in Bas zijn auto naar dit bos. Chris heeft gezorgd voor hardloopkleding voor hen allebei, zodat zij zich onopvallend kunnen begeven in het bos. Bas heeft in zijn auto een doorgeladen vuurwapen liggen. Bas heeft jarenlang in het leger gezeten en is een geoefend schutter. De broers hebben afgesproken om bij de overval te dreigen met geweld door middel van het meegebrachte pistool en indien nodig zal Bas daadwerkelijk geweld gebruiken om zo eventueel verzet te breken. Over het gebruik van dodelijk geweld is niet gesproken. Na een uur rustig te hebben rondgelopen in het bos spotten Bas en Chris hun potentiële slachtoffer die, naar later blijkt, Dennis heet. Dennis stapt uit een dure auto, die hij heeft geparkeerd op het parkeerterrein. Hij loopt in dure kleding en heeft een duur horloge om zijn pols. Hij wil zijn twee honden gaan uitlaten in het bos. Hij is het perfecte slachtoffer voor Bas en Chris. Na dDennis een half uur lang in de gaten te hebben gehouden, ziet Chris met zijn verrekijker Dennis teruglopen naar zijn auto op het parkeerterrein. Bas bevindt zich op dat moment in de greppel naast het parkeerterrein.

Chris waarschuwt Bas door een knikje te geven dat hij eraan komt. Bas pakt zijn wapen dat hij daarvoor in de greppel reeds schietklaar heeft gemaakt. Chris ziet dat Bas in de richting van Dennis loopt en zijn wapen op hem richt. Tot Chris zijn verbazing schiet Bas uit het niets drie keer op Dennis. De eerste kogel raakt Dennis in zijn been, de overige twee kogels in zijn middenrif. Dennis bevindt zich op dat moment op vijf meter afstand van Bas. Bas en Chris lopen direct na het schieten dnaar Dennis toe en vragen hem om zijn pincode die Dennis - zijnde in hevige shock -  direct afgeeft. Net nadat Dennis de volledige code heeft kunnen vertellen, overlijdt hj ten gevolge van het opgelopen letsel. Bas en Chris verplaatsen Dennis naar de greppel en bedekken hem hierna met takken.De honden van Dennis zijn weggerend en niet meer gesignaleerd. Vervolgens pakken Bas en Chris de portemonnee en het horloge van Dennis en rijden met hun eigen auto weg, richting de stad.

In de stad gaan zij naar een pinautomaat en zien zij dat er €25.000 op de rekening van Dennis staat. zij pinnen €500 om direct wat leuks mee te doen en spreken af de rest van het geld later te pinnen en eerlijk te verdelen. Om

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018


Vragen

Dodenrit

Vanwege relatieproblemen en een hoge werkdruk gaat de 30-jarige Willen al enige tijd onder de nodige stress gebukt. Als hij op een woensdagavond na zonsondergang in zijn auto (een witte Porsche) stapt om van zijn werk naar huis te rijden, besluit hij om eerst nog even te gaan tanken. Onlangs is hij door een van zijn collega’s erop gewezen dat een van zijn achterlichten niet naar behoren functioneert, maar hij is in alle drukte er nog niet aan toegekomen om het lampje te vervangen. Bij het tankstation aangekomen voorziet hij zijn auto weer van de nodige brandstof, en schaft bovendien een nieuw lampje aan. Hij neemt zich voor om bij thuiskomst meteen het lampje te vervangen. Vanaf het tankstation moet hij door middel van een korte invoegstrook weer terug de weg op met zijn auto. Op het moment dat hij op de oprit van het tankstation rijdt en de parallelle provinciale voorrangsweg nadert op welke een maximum snelheid van 80km/uur geldt, remt hij af tot bijna stilstand en kijkt hij over zijn linkerschouder om te zien of er verkeer nadert. Willem heeft vrij zicht over de gehele weg. Hij moet voorrang verlenen aan naderend verkeer op de provinciale weg. Omdat hij geen verkeer waarneemt, rijdt hij zonder zijn knipperlicht te gebruiken de voorrangsweg op. Hij ziet niet dat er een goed zichtbare motorrijder met 100 km/uur aan komt rijden. Nadat Willem ongeveer twintig meter heeft gereden op de provinciale weg, en een snelheid van 40 km/uur heeft, hoort hij plots een hard remgeluid en ziet hij in zijn achteruitkijkspiegel dat de motorrijder een slingerbeweging maakt en tegen de linker achterzijde van zijn auto aanrijdt. Als gevolg van die botsing glijdt de motorrijder de weghelft voor het tegenovergesteld verkeer op. Op dat moment had de motorrijder slechts lichte verwondingen. Vervolgens komt de motorrijder echter keihard in botsing met een tegemoetkomende Volkswagen, die zich aan de maximumsnelheid houdt. De motorrijder raakt door die botsing met de Volkswagen zwaargewond. Willem rijdt na het zien van de aanrijding meteen met hoge snelheid weg. De bestuurder van de Volkswagen belt direct een ambulance. In de tussentijd ontstaat op beide weghelften een file. Op de ene weghelft vanwege het ongeval, en op de andere weghelft ontstaat een zogeheten ‘kijkersfile’ (een file die is ontstaan doordat weggebruikers stoppen om te kijken bij het ongeluk). Terwijl de motorrijder zwaar bloedend op de weg ligt komt de ambulance terecht in de kijkersfile. Een aantal kostbare minuten later dan gepland komt de ambulance aan bij de motorrijder. De motorrijder blijkt intussen te zijn overleden aan zijn verwondingen.

Intussen wordt de politie gealarmeerd waarbij een signalement en het kenteken van de auto van Willem wordt doorgegeven. Enkele minuten later rijdt Willem op de snelweg. In zijn achteruitkijkspiegel ziet hij al vrij snel een tweetal politiewagens rijden. De politie geeft een stopteken.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017


Vragen

Casus De Kroeg

In buurtkroeg Het Bierpul is het vaak gezellig en druk. Daan en Kacper behoren tot de vaste stamgasten. Sinds kort is ook Marlon geregeld in de kroeg te vinden. Hij voert daar vaak het hoogste woord en strooit met geld door de vele rondjes die hij geeft. Daan en Kacper storen zich mateloos aan het gedrag van Marlon. Het is een andere stamgast, Marijke, opgevallen dat Daan en Kacper telkens zeer geïrriteerd kijken wanneer Marlon weer eens het hoogste woord voert. Op een avond vertelt zij tegen hen dat er bij Marlon wel wat te halen valt, ook in de schuur, die altijd vrij toegankelijk zou zijn. Ze zegt erbij dat Daan en Kacper maar moeten bezien wat ze met die informatie doen. Kacper stelt voor om Marlon te overvallen. Daan vindt dat wat ver gaan, al is hij aangetrokken door het vooruitzicht zijn schulden te kunnen aflossen. Als Daan zijn twijfels uit, kijkt Kacper hem minachtend aan en antwoordt hij dat hij altijd al wel gedacht heeft dat Daan laf is en hij zelf ook wel ‘een lesje’ zou kunnen gebruiken.

Een week later besluiten Daan en Kacper een kijkje te nemen bij het huis van Marlon. Ze constateren dat de schuurdeur niet op slot zit en gaan naar binnen. Ze vinden niets van waarde. Kennelijk ligt het geld in de woning. Wel zien ze enkele rollen tape op de plank liggen. Kacper kijkt Daan veelbetekenend aan.

Als Daan dan opnieuw zijn twijfels uit en begint te protesteren noemt Kacper hem een aansteller en voegt er aan toe: ‘Zal ik jou ook eens laten voelen wat ik allemaal met die tape kan?’ Dan horen ze Marlon thuiskomen. Deze ziet dat zijn schuurdeur open staat en hij loopt naar binnen. Zodra Marlon de schuur in komt, pakt Kacper hem stevig vast en houdt hem in bedwang. Ondertussen wijst deze Daan op de tape en zegt dat hij die tape ‘misschien niet zal gebruiken wanneer Marlon zonder tegenstribbelen zijn portemonnee en huissleutels geeft.’ Marlon weigert en begint te schreeuwen, waarna Kacper hem tegen de grond werkt en tape over zijn mond plakt. Vervolgens gaat Kacper op hem zitten teneinde hem in bedwang te houden. Marlon weet zich los te worstelen en over en weer vallen klappen.

Daartoe aangespoord door Kacper houdt Daan Marlon vervolgens vast. Kacper pakt de portemonnee en huissleutels van Marlon en maakt aanstalten naar de woning te gaan. Voordat hij vertrekt zegt hij tegen Daan dat hij ‘dit karweitje straks zal afmaken’, waarbij hij naar Marlon wijst. Hij voegt er nog aan toe: ‘Waag het eens hem los te laten.’ Als Kacper na een paar minuten terug komt in de schuur ziet hij dat Marlon zich bijna uit de greep van Daan heeft los geworsteld. Wanneer Kacper

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017


Vragen

Casus: Pech

Aris is een fervent dronevlieger. 1 Hij heeft thuis meerdere drones staan, en maakt vanuit zijn huis in Gorinchem (Zuid-Holland) regelmatig een vlucht met deze onbemande luchtvaartuigen. Hij is actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers. Een aantal van zijn drones is voorzien van een HD-camera, waarmee hij wekelijks prachtige beelden schiet van het Zuid-Hollandse landschap. Zijn Youtube-kanaal, waarop hij deze beelden plaatst, trekt wekelijks duizenden kijkers. Op het vliegen met drones is de Regeling modelvliegen van toepassing. In deze Regeling is onder meer het volgende bepaald:

  • Vluchten mogen alleen bij daglicht worden uitgevoerd.

  • Vluchten zijn alleen toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond.

  • Vluchten zijn niet toegestaan boven bebouwing, wegen en mensen.

  • Vliegen is verboden in no fly zones zoals rondom vliegvelden. In een straal van 3 km rondom vliegvelden is vliegen in elk geval verboden.

  • Modelluchtvaartuigen (zoals drones) dienen in elk geval voorrang te verlenen aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen, vrije ballonnen en luchtschepen.

Aris, als actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers, kent deze Regeling goed.

Op vijf kilometer van zijn woonplaats Gorinchem bevindt zich het Lingebos, een klein natuurgebied van ongeveer één vierkante kilometer, waar twee riviertjes doorheen kronkelen. Dit Lingebos levert prachtige beelden op zodra het van bovenaf wordt gefilmd met een drone. Het Lingebos bevindt zich op hemelsbreed 200 meter afstand van Gorcumse Airport. Gorcumse Airport had tot voor kort de status van militair vliegveld, waarvan alleen militaire toestellen gebruik mochten maken. Het had weliswaar die status, maar sinds 2007 werd er door geen enkel militair toestel gebruik gemaakt van het vliegveld. Een maand geleden vond er een belangrijke verandering plaats op Gorcumse Airport: het is omgedoopt tot burgerluchthaven, waardoor sindsdien ook burgers en commerciële luchtvaartbedrijven intensief gebruik maken van het vliegveld.

Aris weet dat het Lingebos zich in de buurt van Gorcumse Airport bevindt, en weet ook dat het eigenlijk sinds 2007 buiten gebruik is, hoewel het de officiële status van ‘vliegveld’ in die tijd niet heeft verloren. Hij weet echter niet dat Gorcumse Airport een maand geleden is opengesteld voor burgerluchtvaart.

Op vrijdag 21 april 2017 rond het middaguur maakt Aris een vlucht met een drone (voorzien van een camera) boven het Lingebos. Tegen de weersvoorspelling in breekt zelfs de zon even door de wolken; het levert een prachtig gezicht op van het Lingebos. Om het gebied in één shot met de drone te kunnen filmen brengt hij de drone naar een hoogte van 150 meter.

Felix vliegt vlakbij het Lingebos in zijn Cessna-vliegtuig. Felix is de enige persoon in dit kleine eenmotorige vliegtuigje. Hij is erg blij dat hij sinds kort zijn Cessna in de hangar kan zetten op Gorcumse Airport, vlakbij zijn woonplaats.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017


Vragen

IJscowagen als geldnetwagen

De zelfstandig automonteur Hugo, woonachtig in Leiden, heeft het financieel moeilijk omdat hij nauwelijks klussen binnenhaalt. Dit betekent wel dat hij meer tijd overhoudt om zijn dagboek bij te houden. Al enkele maanden schrijft hij hierin elke dag uitvoerig op wat hij allemaal doet en wat er in hem omgaat. Twee maanden geleden had hij eindelijk weer eens een klus. Het betrof een onderhoudsbeurt aan een geldnetwagen. Deze klus heeft hem op het ingenieuze idee gebracht om een geldnetwagen na te bouwen en daarmee bij de bank in Leiden geld ‘op te halen’. Ook dit ingenieuze idee tekent hij op in zijn dagboek. Na enkele weken de bank te hebben geobserveerd, heeft hij opgemerkt dat de geldnetwagen elke vrijdagavond (koopavond) om precies 21:00 uur de parkeerplaats van de bank oprijdt en dicht langs de muur waar het doorgeefluik zich bevindt, enkele seconden stil staat en weer vertrekt.

Na enig zoekwerk op marktplaats stuit Hugo op een ijscowagen met o.a. de volgende omschrijving; op versleten banden en versleten remblokken na een uitstekende ijscowagen. Vanwege de ingebouwde keukenapparatuur is het toegestane maximale gewicht van 3500 kilogram bereikt. Hugo koopt de ijscowagen en besluit hem tot geldnetwagen om te bouwen. Bij Sander - een oud ijzerboer, tevens een oude bekende van Hugo – bestelt Hugo een lading metalen platen (gewicht 500 kilogram). Hugo last al deze metalen platen op de ijscowagen. Nadat Hugo hiermee klaar is, geeft hij de ijscowagen een spuitbeurt. Het resultaat is dat de ijscowagen er van buiten als een geldnetwagen uitziet.

Op vrijdag 30 december 2016 besluit Hugo tot actie over te gaan. Er kan volgens Hugo niets fout gaan, omdat de weergoden hem gunstig zijn gezind; het regent namelijk al de hele dag heel hard waardoor weinig volk op de been is. Hij trekt een uniform aan dat niet te onderscheiden is van een echt uniform van het geldnetbedrijf. Verder bevestigt hij een pasje op zijn overhemd. Dit door Hugo gemaakte pasje is met het blote oog niet te onderscheiden van een echt medewerkerspasje van het geldnetbedrijf. Om enigszins onherkenbaar te zijn zet hij een nepsnor op en rijdt hij de omgebouwde ijscowagen, die van valse kentekenplaten is voorzien, richting de bank. Om 20:55 uur rijdt Hugo de parkeerplaats op en wordt (zoals gewoonlijk) direct opgemerkt door de bankmedewerker die alvast naar de kluis loopt waar het doorgeefluik zich bevindt. Hugo manoeuvreert de ijscowagen zodanig dat de schuifdeur aan de linkerzijde van de ijscowagen zich pal voor het doorgeefluik bevindt. Wanneer hij de schuifdeur opent, merkt de bankmedewerker dat de nepsnor van Hugo los zit en onmiddellijk trekt de bankmedewerker de geldkoffer terug en sluit het doorgeefluik. Hugo weet dat er iets mis is en rijdt weg.

Om zo min mogelijk op te vallen houdt hij zich

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

 


Vragen

Casus: DNA-spray Drama

Aditya Wibowo en Kevin Kanslos zijn al jarenlang bevriend. Met elkaar gingen ze naar de basisschool, samen gingen ze naar voetbal, ze zaten in dezelfde klassen op de middelbare school, en samen gingen ze ook het verkeerde pad op. Het begon met kleine vergrijpen, waarvoor zij via bureau HALT allerlei kleine taakstraffen moesten uitvoeren. Nu zijn ze 25, en ze beraden zich, vanwege uitzichtloze geldnood, op een overval van een pompstation langs de A7 ter hoogte van De Marne (Fryslan). Bij dit pompstation is een winkel gevestigd, waar je (naast het afrekenen van de getankte brandstof) nog wat andere zaken kunt aanschaffen. Op de avond van 17 november 2015 kienen ze met z’n tweeën bij Kevin thuis het plan volledig uit: ze bespreken de route naar het tankstation, kopen twee identieke sjaals, twee identieke donkere zonnebrillen, een grote sporttas en twee niet van echt te onderscheiden nepwapens die ze kunnen gebruiken om het personeel mee te bedreigen. Bij het bespreken van het plan stuiten ze op één probleem: beiden hebben geen rijbewijs en ook geen auto, en dat is waar Lieuwe Hofstee in beeld komt. Lieuwe is de voormalig buurjongen van Aditya, en beschikt over zowel een auto als een rijbewijs. Ze nodigen hem uit bij Kevin, en vragen hem “of hij gemakkelijk en snel geld wil verdienen als chauffeur”. Lieuwe heeft daar wel oren naar, en Aditya en Kevin doen hun plan uit de doeken. Lieuwe sputtert tegen vanwege het mogelijk gebruik van geweld, maar stemt in met de overval, vanwege het prettige vooruitzicht van een flinke buit. Ze spreken af dat Lieuwe niet hoeft te dreigen met geweld, en dat Aditya en Kevin met de twee nepwapens naar binnen zullen gaan. Lieuwe zal bij de auto wachten, en uit angst om herkend te worden via de mogelijke beveiligingscamera’s schaft hij een donkere zonnebril en een sjaal aan, precies dezelfde als Aditya en Kevin. Ze spreken af dat Aditya en Kevin beiden 40% van de buit krijgen, en Lieuwe de resterende 20%.

Volgens afspraak ontmoeten ze elkaar de dag erop om 17:00 uur bij Kevin thuis, spreken het plan nog een keer door, en vertrekken per auto naar het pompstation terwijl de avond valt. Lieuwe zit achter het stuur, en parkeert de auto rond 18:00 bij één van de pompen. Alle drie hebben ze hun donkere zonnebril al op; en alle drie binden de sjaals om hun gezicht. De sjaals bedekken hun mond en het onderste gedeelte van hun neus. Op deze wijze wandelen Aditya en Kevin in rustig tempo de winkel van de benzinepomp binnen. De twee nepwapens hebben ze in de binnenzak van hun jas. Aditya heeft de lege sporttas in zijn hand. Lieuwe blijft bij de auto staan, ter hoogte van één van de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016


Vragen

Casus Overwerkte Spoed brengt zelden Goed

Op de afdeling spoedeisende hulp van het Medisch Centrum Jerusche (MCJ) heerst sinds het vertrek van de teamleider een gespannen sfeer. Chirurg Yankel Janssen is de afgelopen vier maanden aangesteld als waarnemend teamleider. Yankel is weliswaar een uitstekende arts, maar is niet erg geliefd onder de staf van de afdeling vanwege zijn te autoritaire stijl van leidinggeven. Yankel heeft ook nog een baan buiten het MCJ bij een privékliniek waardoor hij niet veel tijd heeft voor klachten van zijn collega’s, nog los van het feit dat hij slecht reageert op kritiek. Eigenlijk is Yankel het meest overwerkt van iedereen op de afdeling.

Op 10 januari 2015, om 17:30 uur meldt de 43 jarige Shimon Cohen zich op de afdeling spoedeisende hulp, met klachten over ernstige buikpijn. Shimon is een goede bekende bij de afdeling omdat hij zich relatief vaak meldt met allerlei kwalen, die veelal niet ernstig zijn. Bij de ontvangstbalie wordt aantekening gemaakt van buikklachten en wordt hij gevraagd plaats te nemen in de wachtruimte. Tien minuten later wordt hij door de verpleegkundige Ruchel Feingold opgevangen. Ruchel heeft buitengewoon veel ervaring en staat op de afdeling bekend als ‘arts-plaatsvervanger’, wegens haar feilloze beoordelingen van klachten. Na een gesprek met Shimon besluit Ruchel dat zij uit de mogelijke aantekeningen die zij kan geven – ‘geen spoed’, ‘spoed’, ‘meer spoed’ – voor ‘meer spoed’ zal kiezen.

Ruchel denkt namelijk dat er sprake zou kunnen zijn van een darmperforatie, in welk geval zij dringend handelen noodzakelijk acht. In overeenstemming met het afdelingsprotocol betekent de waardering ‘meer spoed’ dat Shimon niet door een arts-assistent zal worden onderzocht, maar direct door Yankel.

Als de melding Yankel bereikt staat hij, na een lange dag met veel patiënten, net op het punt om te vertrekken naar de privékliniek, waar hij is ingeroosterd voor een operatie. Yankel raakt zeer geïrriteerd door de melding en roept Ruchel bij hem. Eerst vraagt hij haar waarom zij heeft gekozen voor de aantekening ‘meer spoed’. Als zij uitlegt dat zij denkt aan een darmperforatie en dat daarom naar haar oordeel onmiddellijk een CT-scan dient te worden verricht, slaat de irritatie van Yankel om in woede. Hij beschuldigt haar ervan dat zij hem probeert te frustreren. Tijdens een heftige woordenwisseling blijft Ruchel erop staan dat de situatie wel ernstig zou kunnen zijn, maar zij kan Yankel niet overtuigen. Yankel stuurt Shimon naar huis, met de opdracht de volgende dag terug te komen als hij zich niet beter voelt.

De volgende dag verschijnt Shimon weer rond 17:30 uur en meldt dat zijn buikpijn veel erger is geworden. Yankel heeft weer dienst en laat een CT-scan uitvoeren. Uit de scan blijken indicaties voor een darmperforatie. Yankel is evenwel nog steeds zeer geïrriteerd en overtuigt zichzelf ervan dat Shimon niets mankeert.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016


Vragen

Casus: Sores in het feestelijk Zuiden

Op 13 februari 2015 is het feest in Tilburg. Het is carnaval en in de stad is het overal gezellig druk. Naarmate de avond vordert en de consumptie van alcohol bij veel feestvierders het niveau aanneemt dat voor de gezondheid en de gezelligheid niet zonder meer bevorderlijk is, ontstaan her en der opstootjes tussen dronken feestvierders. Zo ook in café Moshe's Mazzel. Om een uur of elf ’s avonds bevinden Feivel en enkele vrienden zich in dat café. Feivel besluit dat het tijd wordt voor een volgend biertje en begeeft zich naar de bar. Hoewel Feivel redelijk beschonken is, weet hij de bar zonder al te veel moeite te bereiken. Aan de bar staat Zelig. Deze heeft net met veel moeite een glas rode wijn besteld en gekregen en is door het lange wachten in een niet al te best humeur. Als Feivel vlakbij de bar is, stoot hij als gevolg van de drukte en omdat hij toch niet helemaal vast ter been is, tegen Zelig aan. Die laat daardoor zijn wijnglas vallen. Zelig ontdekt meteen wie de schuldige is. Hij is erg kwaad en pakt van de bar een halfvol glas met water en wil het water in de richting van het gezicht van Feivel gooien. Het glas is nat en glipt uit Zeligs handen. Het glas raakt de wenkbrauw van Feivel boven zijn rechteroog. Het breekt op het moment dat het tegen de wenkbrauw van Feivel aankomt. Meteen vloeit er bloed uit de snee die door het glas ontstaat. Feivel valt op de grond. Het bloed dat uit de snee vloeit komt in het oog van Feivel terecht. Die denkt even dat zijn oog is geraakt en hij daardoor blind of in ieder geval slecht ziend is geworden. Hij is in paniek en blijft op de grond liggen. Zelig is na de eerste klap hevig geschrokken en gooit direct het glas weg. Hij ontfermt zich over Feivel en belt 112. De politie arriveert korte tijd later. Zelig wordt door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Daar legt hij een verklaring af.

Verklaring van Zelig:

Ik was die avond met mijn vrouw maar we kregen ruzie. De zoveelste. En dat tijdens carnaval, de leukste dagen van het jaar. Ik had er dus goed de pest in. Vervolgens duurde het voor mijn gevoel een eeuwigheid voordat ik een wijntje kon bestellen. Ik had het nog niet in mijn handen om de eerste slok te nemen of er loopt iemand tegen mij aan. Het glas was vochtig, het was voor het inschenken van de wijn kennelijk gewassen, en viel daardoor uit mijn handen. Ik zat onder de rode wijn. De man keek mij met een dronken grijns aan. Ik weet niet of hij iets tegen

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015


Vragen

Casus: Panne met Paardenkrachten

Op 2 april 2015 heeft op de Sumatralaan in Schin op Geul (provincie Limburg) rond 23.00 uur een aanrijding plaatsgevonden tussen een Audi A5, met Peter van Alpen als bestuurder, en een rode Jaguar, bestuurd door Daan Spanenburg. Als gevolg van die aanrijding heeft Peter van Alpen zwaar lichamelijk letsel aan zijn voorhoofd en borst opgelopen.

De politie heeft onderzoek ingesteld naar de toedracht van de aanrijding en het volgende geconstateerd.

Uit het proces-verbaal Verkeersongevallenanalyse d.d. 28 april 2015 blijkt het volgende:

De politie heeft op de plaats van het ongeluk sporen op het asfalt en aan de auto’s van het slachtoffer (Van Alpen) en de verdachte (Spanenburg) aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn door het onderzoeksteam onderzocht. In de berm, gelegen naast de rijbaan, en op de rijbaan werden glassplinters aangetroffen. Direct achter de glassplinters werden op het asfalt krassporen en een rubberspoor aangetroffen. De auto van het slachtoffer is op de door die auto veroorzaakte afgetekende kras- en bandensporen geplaatst, om op die manier de plaats op de weg van het voertuig tijdens het moment waarop de aanrijding plaatsvond te bepalen. Daaruit werd geconstateerd dat het voertuig van Van Alpen zich tijdens de aanrijding voor driekwart in de berm en een kwart op de rijbaan heeft bevonden. Tevens werd op het wegdek een remspoor aangetroffen, gericht op de plaats van de aanrijding. Gezien de botspositie en de plaats op de weg van de auto van Spanenburg, hierna genoemd de verdachte, kan het niet anders zijn dan dat het rubberspoor afkomstig was van het linkervoorwiel van het voertuig van de verdachte. Op het moment van de botsing reed de de verdachte dus op de voor hem verkeerde weghelft. Ten tijde van het ongeval was het donker. De straatlantaarns stonden aan. Het asfalt was nat door overvloedige regenval. Hierna is aan de hand van de aangetroffen sporen de snelheid berekend, waarmee de verdachte bij benadering moet hebben gereden. De snelheid betrof bij het aanvangen van het remmen minimaal 64 kilometer per uur en maximaal 77 kilometer per uur. De maximumsnelheid op de Sumatralaan op de plaats van het ongeval bedraagt 60 kilometer per uur.

In het proces-verbaal van bevindingen van de politie d.d. 2 april 2015 staat onder meer het volgende:

Na de aanrijding bestond het vermoeden dat de de verdachte alcohol had genuttigd. Bij de de verdachte is een ademtest afgenomen. Daarna is een bloedproef uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het promillage van het bloed van de verdachte ten tijde van het onderzoek boven de wettelijke grens van 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed gelegen was. Het alcoholgehalte bedroeg namelijk 0,68 milligram alcohol per milliliter bloed.

Verklaring van de verdachte Daan Spanenburg bij de politie d.d. 3 april 2015, voor zover relevant:

Ik reed op 2 april 2015

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015


Vragen

Casus: Creatieve Kunstvernietiging

Op 12 mei 2015 om 1.00 uur besluit Edvard Hals dat het tijd is zijn kroeg - kroeg De Waterlelies aan de Monetlaan 14 te Dordrecht - te sluiten. De enige die op dat moment nog aan de bar zit, is Vincent van Rijn, één van de stamgasten van De Waterlelies die geregeld blijft om Edvard te helpen met het afsluiten van de kroeg. Terwijl Edvard achter de bar glazen een het spoelen is, stormen twee mannen met bivakmutsen de kroeg binnen. Ze roepen: "Geld, geld, geef me nu al je geld". Eén van de mannen heeft een pistool in zijn hand, de andere een mes. De man met het pistool loopt op Vincent af en zet het pistool tegen diens hoofd. Vincent verweert zich en raakt in een gevecht met de gewapende overvaller. Er vallen een paar stevige vuiststoten. De overvaller met het mes loopt dreigend naar Edvard toe.

Over wat er daarna is gebeurd, verklaart Edvard in zijn aangifte het volgende:

"Ik heb toen van onder de bar een busje traangas gepakt, dat ik daar al een tijd bewaar voor lastige situaties. Tot deze geëscaleerde nacht heb ik het gelukkig nog nooit hoeven gebruiken. Daar heb ik toen mee gespoten. Ik heb eerst in richting de man met het mes gespoten en toen naar de man met het neppistool - dat was trouwens overduidelijk van plastic. Toen renden ze wel jankend de kroeg uit. Helaas hebben ze wel het geld van Vincent en de hele omzet van die avond uit de kassa te pakken gekregen."

Het dossier inzake de overval op Kroeg de Waterlelies bevat ook een getuigenverklaring van getuige Munch. Hij verklaart als volgt:

"In de nacht van 11 op 12 mei 2015 omstreeks een uur of half 1 stond ik voor mijn deur, ik had net de hond uitgelaten, schuin tegenover de ingang van Kroeg de Waterlelies. Uit de richting van de Rembrandtstraat zag ik twee mensen aan komen lopen. Ze stopten valk bij me in de buurt onder een lantaarnpaal. Ze droegen beiden een bivakmuts. Ik zag vanaf de Hoogvliet een derde man op een racefiets aan komen rijden. Hij stond kort stil bij de twee andere mannen onder de lantaarnpaal om wat tegen hen te zeggen. Daarna reed hij er weer vandoor. Ik hoorde de twee mannen onder de lantaarnpaal overleggen. Een van de twee, die een op een pistool gelijkend voorwerp in zijn hand leek te hebben zei dat hij het wilde doen. Hij nam duidelijk het roer in handen. Ik ben toen mijn huis ingelopen om mijn telefoon te pakken en 112 te bellen. Toen ik ongeveer een halve minuut later terugkwam, zag ik de man op de fiets voor de kroeg rondjes rijden."

Door het optreden van kroegbaas Hals worden

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015


Vragen

Casus: pianoles

De 57-jarige Bernhard Rubinstein geeft al 5 jaar elke twee weken pianoles aan de 28-jarige volstrekt amuzikale Johan Pach in Den Haag. Bernhard probeert Johan stap voor stap de kunst van het pianospelen bij te brengen.

Na 5 jaar kan Johan echter nog geen ritme houden, en ook van de overige vaardigheden die een beginnend pianist zou moeten bezitten, is geen schijn van aanwezigheid. De tweewekelijkse pianolessen die ongeveer anderhalf uur in beslag nemen is Bernhard dan ook na een tijdje goed zat. Het stoort Bernhard ontzettend dat hij ondanks zijn uitstekende lessen geen enkele voortgang in het pianospelen bij Johan, onder anderen omdat Johan zelf heel tevreden lijkt te zijn met de kwaliteit van muzikale vaardigheden en de les elke twee weken als een groot pianist die net een staande ovatie van zijn publiek heeft gekregen de les uitloopt.

Op Prinsjesdag besluit de ‘virtuoos’ Johan met zijn pianospel geld te verdienen om zijn studieschuld af te betalen. Hij zet hij zijn keyboard op straat, en legt de kist waar zijn keyboard in zat op straat waar mensen hun geld in kunnen gooien als ze betoverd zijn door de meesterlijke kwaliteit van Johans pianospel.

Op de ochtend van Prinsjesdag loopt Bernhard een rondje door de binnenstad van Den Haag om de gouden koets voorbij te zien komen. Zodra hij zijn leerling Johan ziet slaat het schaamrood hem op de kaken. Tot overmaat van ramp begint Johan ook nog eens luidkeels atonaal te zingen bij zijn verschrikkelijke pianoconcert. Alle opgekropte woede van de afgelopen 5 jaar komt ineens naar boven bij Bernhard. Hij pakt de keyboardkoffer, gooit het weinige geld dat er in zat eruit, klapt hem dicht en deelt er één harde klap mee uit op het hoofd van Johan. Johan stort meteen neer, en overlijdt korte tijd daarna ten gevolge van het zware hersenletsel dat hij heeft opgelopen bij de klap met de koffer. Net als de meeste keyboardkoffers weegt deze (zonder keyboard) 3,5 kg en heeft een hard houten beschermlaag aan de buitenkant.

Als Bernhard diezelfde dag op het politiebureau in de verhoorkamer zit, in het bijzijn van zijn raadsman, hoort hij dat Johan is overleden. Hij schrikt zich duidelijk een ongeluk, en verklaart onder meer het volgende:

"Ik kon er niet meer naar luisteren. Al mijn woede kwam toen samen, en in die woede wilde ik hem een stevige klap geven. Ik wilde eigenlijk met name voorkomen dat hij nog verder zou spelen en meer mooie muziek zou verpesten, verder maakte het me allemaal niks uit. Ik wil u wel graag op het hart drukken dat mijn intentie nooit was om hem te laten overlijden, ik vind het verschrikkelijk dat hij het leven gelaten heeft. Ik ben mij ervan bewust dat je met een gemiddelde keyboardkoffer een

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1


Vragen

Casus: De ballonvaart

Op zaterdag 2 september 2014 is Maaike Vaart jarig. Van haar man (Mitchell) heeft ze een ballonvaart cadeau gekregen. De ballonvaart moest plaatsvinden in de buurt van de Zuid-Hollandse plaats Boskoop. Niet alleen Maaike behoorde tot de passagiers, ook Mitchell en hun beide kinderen (Charley en Jack) waren van de partij. De ballonvaart is geregeld bij het bedrijf Zuid-Hollandse Ballonvaart BV, dat wordt gerund door Menno Moors en Theo De Hemel.

Menno Moors is eigenaar van een ballon en in het bezit van alle benodigde vergunningen om ballon te mogen varen. Onderdeel van de cursus voorafgaand aan het mogen varen met een ballon is kennismaking met de geldende regelgeving, waaronder de Regeling vluchtuitvoering ballonnen. Deze regeling vereist onder meer dat een ballonvaarder een minimaal aantal vluchten moet hebben gevaren, alvorens passagiers aan boord te mogen nemen. Bij gebreke daarvan kan de vergunning worden ingetrokken, maar dat gebeurt in de regel zelden. Door het matige zomerweer had Menno nog niet genoeg vaartervaring opgedaan.

Theo De Hemel helpt onder andere bij het startklaar maken van de ballon. Over het gebrek aan vaartervaring werd tussen Menno en Theo niet gesproken. Het was bij beide bekend. Er werd van uitgegaan dat die onervarenheid vanzelf zou verdwijnen. Veel varen was het devies. 2 september 2014 was een uitgelezen vaartdag. De gemeente Alphen aan den Rijn (waar Boskoop onder valt) had Menno vrij snel een vergunning die dag te mogen varen gegeven. De gemeente controleert een aanvraag vrijwel altijd oppervlakkig en zo ook deze keer. Met de toestemming op zak, belt Menno Mitchell Vaart en deelt hem mede dat de ballonvaart aan het begin van de avond zou plaatsvinden. Mitchell en zijn gezin spoedden zich naar de plaats van vertrek. Tijdens het gereed maken van de ballon ontdekt Theo dat het startgewicht niet klopte. Tevens merkt Theo dat Menno een passagier te veel meeneemt. Theo maakt Menno hierop attent. Menno weigert aan de grond te blijven, terwijl hij daartoe wel verplicht is op grond van het vlieghandboek. ‘Kijk eens hoe mooi weer het is. Eindelijk. Laat me lekker varen. Ik maak me niet druk over het gewicht’, aldus Menno. Het argument van Theo dat hij verplicht is het startgewicht te bepalen op grond van het vlieghandboek weet Menno evenmin te overtuigen. ‘Het zal wel loslopen’, aldus opnieuw Menno. Ook het overschrijden van het maximaal aantal mee te voeren passagiers wuift Menno weg: ‘Eentje meer of minder zal niet uitmaken.’

Theo laat na er verder op in te gaan en de ballon wordt voor vertrek gereed gemaakt. Vlak voor de afvaart mogen Maaike, Mitchell en de kinderen instappen. Daarna stijgt de ballon op. Zo´n vijftig minuten na vertrek zet Menno de landing in. Recht voor hem ligt een veld dat goed als landingszone dienst kan doen.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2


Vragen

Casus ‘De Koelcel’

Natuurslager Mees is een klein bedrijf dat gevestigd is in Boskoop, in de gemeente Alphen aan den Rijn.

Mees is als natuurslager gespecialiseerd in het biologisch slachten en is ook aangesloten bij de verenigingen EetGezond en VERS. Moos Mees is de oudste van de zesde generatie van de familie Mees, en is de eigenaar van Mees . Verder zijn er twee werknemers voor de schappen en het magazijn, genaamd Jacob De Hond en Jenny Helstra. Daarnaast is er nog een administratief medewerkster, Fanny van Troost.

Voor het opslaan van vlees beschikt het bedrijf onder meer over een omvangrijke koelcel, waar het vlees in een zeer koude omgeving wordt opgeslagen. Jacob en Jenny lopen geregeld met dozen vol vleesvlees de koelcel in en uit. De schuifdeur van de koelcel heeft een veiligheidsknop, die ervoor moet zorgen dat de deur ook van binnenuit te openen is. De knop is echter al geruime tijd defect, en Jenny heeft al meermalen tegen Moos Mees gezegd dat hij de knop moet laten repareren. Moos schuift dat echter steeds voor zich uit.

De laatste keer dat Jenny in het bijzijn van Moos en Jacob de defecte knop ter sprake bracht, en zei dat het toch wel heel gevaarlijk was om opgesloten te raken, was Moos' reactie: “Het bedrijf kan zich een dure reparatie helemaal niet veroorloven. Het geld groeit me niet op de rug! Jullie moeten maar gewoon opletten dat er niemand in de koelcel zit als je de deur achter je dicht doet. Als jullie nu eindelijk eens wat harder zouden werken zouden we wat meer verdienen, en dan kan ik misschien wel naar dit soort luxeproblemen kijken. Bovendien, als je niet wat sneller opschiet kun je je biezen pakken. Voor jou tien anderen! En dat geldt ook voor jou, Jacob.” Jacob is het met Moos eens dat Jenny niet zo moeilijk moet doen. Als Moos buiten gehoorsafstand is, zegt hij tegen Jenny: “Wat een onzin kun jij uitkramen zeg. Als je de koelcel in gaat, moet je gewoon snel weer wegwezen en opletten dat iemand anders de deur niet dicht doet. Daarnaast moet je eens wat meer opschieten met dat vlees. Je hoort toch wat Moos zegt: gewoon eens een keertje hard doorwerken voor de verandering.”

Op vrijdagmiddag 29 augustus 2014 is Jacob bezig om dozen vol vleesvlees de koelcel in te tillen. Terwijl hij steeds teruggaat om een nieuwe doos te pakken laat hij de schuifdeur van de koelcel openstaan. Als hij even weg is komt Fanny het magazijn binnen en gaat de koelcel in, omdat ze wil tellen hoeveel dozen met vlees er staan opgeslagen. Voor de boekhouding van het bedrijf is het nodig om precies te weten hoeveel vlees er aan het eind van het boekjaar in voorraad is. Fanny

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3


Vragen

Casus ‘Het Boze Schaap’

In Glanerbrug, een klein Overijssels dorpje in de buurt van Enschede, bevindt zich al jaren een goedlopend Italiaans restaurant, ‘Toscana’ geheten. Het is het enige restaurant van het dorp, totdat zich eind 2013 in de buurt van ‘Toscana’ nog een restaurant vestigt: ‘Het Boze Schaap’.

Dit restaurant is gevestigd in een vrijstaand pand, net buiten de bebouwde kom, aan een drukke provinciale weg. Het beschikt over ruim voldoende parkeergelegenheid en een schitterend interieur. Al snel blijkt de aantrekkingskracht van dit restaurant op de dorpelingen groot. Tessa, de eigenaresse van het Italiaanse restaurant, ziet met lede ogen aan hoe haar klandizie steeds verder afneemt. Tegelijkertijd komt haar ter ore dat de eigenaar van het nieuwe restaurant, Dennis, allerlei lasterpraatjes over haar en haar producten verspreidt.

De afnemende klandizie bezorgt Tessa flinke hoofdbrekens. Als de terugloop zich doorzet, zal het immers niet lang duren voordat zij haar met zoveel liefde en doorzettingsvermogen opgebouwde restaurant zal moeten opdoeken. Ook persoonlijk klikt het niet tussen de beide restauranteigenaren. Langzaamaan groeit bij Tessa dan ook de overtuiging dat deze concurrent moet worden uitgeschakeld. Goedschiks of kwaadschiks. Als blijkt dat aanpassingen in het menu, speciale (prijs-)acties en evenementen niets uithalen en haar het water tot na aan de lippen staat, besluit ze over te gaan tot drastischer maatregelen.

Zou Het Boze Schaap het overleven als het een aantal weken of maanden dicht zou moeten?, zo vraagt zij zich af. Met deze gedachte in het achterhoofd benadert Tessa Jos en Edward. Beide heren zijn lokaal bekende drugsgebruikers en om die reden zitten zij eigenlijk altijd in geldnood. Ze wil, zo zegt ze tegen Jos en Edward, dat zij ‘Het Boze Schaap’ in de as leggen. De wijze waarop maakt haar niet zo veel uit, als er maar geen sporen worden achtergelaten. Als beloning zullen zij ieder € 500,- ontvangen. Jos en Edward beloven het karweitje naar behoren uit te voeren.

Jos stelt Edward voor om een molotovcocktail te maken en die bij het restaurant naar binnen te gooien. Uit zijn krakersverleden weet hij nog wel hoe een molotovcocktail moet worden gemaakt.

Het is vrij eenvoudig, zo zegt hij desgevraagd. Je hebt een fles nodig en als lont een lap stof. De fles moet worden gevuld met een mengsel van benzine of kerosine met (motor)olie. De olie, zo zegt hij, heb je nodig omdat het mengsel daardoor beter blijft plakken en het zo de werking van de brandbom verhoogt. Het is niet moeilijk voor Jos en Mario om de ingrediënten voor een molotovcocktail bij elkaar te krijgen. Met alle benodigdheden in de kofferbak van de auto die ze van Tessa mochten lenen, besluit Mario op een middag polshoogte te nemen bij Het Boze Schaap. Verschillende keren passeert hij op de provinciale weg het restaurant om de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4


Vragen

Casus ‘Hello Kitty’

Omdat Quirine, de dochter van Harry, helemaal weg is van Hello Kitty, besluiten Harry en zijn vrouw op een dag Quirine mee te nemen naar de tijdelijke Hello Kitty tentoonstelling in het SieboldHuis in Leiden. Het is voor het eerst in jaren dat Harry in een museum komt en terwijl Quirine zich samen met haar moeder vergaapt aan de Hello Kitty prullaria, loopt Harry langs de prachtige vaste collectie aan Japanse kunst. Nu is Harry geen groot kunstliefhebber, wel heeft hij een goed oog voor buitenkansjes. Al slenterend langs de vitrines met Japanse etsen valt hem al snel op dat de beveiliging van deze vitrines niet optimaal is. Veel meer dan een eenvoudig cilinderslot per vitrine en een camera in de hoek van elke zaal kan Harry zo snel niet vinden. Nieuwsgierig als hij is begint Harry zo onopvallend mogelijk de beveiliging van het pand als geheel onder de loep te nemen. Al snel constateert hij dat de achterkant van het pand aan een binnenplaatsje grenst, welk binnenplaatsje op zijn beurt grenst aan de achtertuinen van verschillende woningen naast en achter het SieboldHuis. Dit biedt naar het oordeel van Harry de nodige perspectieven. Wanneer vervolgens ook nog eens blijkt dat het raam van de herentoiletten op het binnenplaatsje uitkomt, is het enthousiasme van Harry niet meer te temperen.

Thuisgekomen belt hij zijn broer Bertus om hem zijn bevindingen te vertellen. Hoewel Harry en Bertus al een tijdje op het rechte pad zijn, begint er ook bij Bertus iets te kriebelen wanneer hij het verhaal van zijn broer hoort. De broers hebben een rijk crimineel verleden van vooral woninginbraken, maar de laatste jaren, sinds ze zogezegd ‘aan de vrouw zijn’, doen ze het wat rustiger aan. Toch besluiten Harry en Bertus dat het tijd is voor een laatste kunstje. Ze besluiten binnenkort met zijn tweeën in te breken in het SieboldHuis om vervolgens zoveel mogelijk etsen, landkaarten en andere waardevolle spullen mee te nemen. Hierbij zullen zij gebruik maken van het binnenplaatsje en het raampje van de herentoiletten. Via de poort naast cocktailbar Flamengo moet het een koud kunstje zijn om via een paar tuinen naar het binnenplaatsje van het SieboldHuis te klimmen.

Zo gezegd zo gedaan. Op de dag van de inbraak gaat Bertus, vergezeld van zijn dochter Treesje, naar het SieboldHuis. Terwijl ditmaal Treesje zich vergaapt aan de Hello Kitty prullaria brengt Bertus een bezoekje aan het herentoilet en zet daar het toiletraampje op een kiertje. Diezelfde middag belt Harry zijn oude vriend Cas – die tevens taxichauffeur is – met de vraag of hij Harry en Bertus die nacht om ongeveer één uur bij cocktailbar Flamengo wil afzetten en ze ongeveer een half uurtje later weer naar huis wil rijden. Harry vertelt dat zij die avond na

.....read more
Access: 
Public

Materieel Strafrecht - UL - B2 - Oefenbundel

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019


Vragen

Kennisvraag: Voorbereiding, poging, vrijwillige terugtreed

Vraag 1a

In het kader van het leerstuk voorbereidingshandelingen (art 46 Sr) is onder andere vereist dat de "voorbereidingsmiddelen zijn bestemd tot het begaan van het misdrijf. Geef aan hoe hieraan door de Hoge Raad nader invulling is gegeven. (5 punten)

Vraag 1b

Waarom koos de wetgever voor het opnemen van de vrijwillige terugtred in de wet? (5 punten)

Kennisvraag: Culpa in causa bij noodweer

Vraag 2a

Leg uit wat in het kader van noodweer(exces) onder 'culpa in causa' moet worden verstaan en geef aan onder welke omstandigheden een beroep op noodweer(exces) volgens de Hoge Raad niet zal kunnen slagen vanwege die 'culpa in causa'. (10 punten)

Vraag 2b

In de casus die ten grondslag ligt aan het overzichtarrest over noodweer(exces) ging het om een verdachte die handelde in verdovende middelen en zich ongewapend naar de flatswoning van het latere slachtofferbegaf om een drugsdeal te innen. Eenmaal in de flat werd hij aangevallen, mishandeld en bedreigd met een mes. Nadat hij zelf het mes in handen wist te krijgen heeft hij het slachtoffer met zestien messteken gedood. Het Openbaar Ministerie stelde zich ter zitting op het standpunt dat verdachtes beroep op noodweer(exces) diende te worden verworpen, om de reden dat de verdachte zich - kort gezegd - als dealer in verdovende middelen in het drugscircuit heeft begeven. Beoordeel dit standpunt van het Openbaar Ministerie vanuit het perspectief zoals gehanteerd in het voorgeschreven artikel van Rozemond en Ter Haar. (15 punten)

Casusvraag: Medeplegen

Jonas is naast student geschiedenis fervent verzamelaar van historische objecten. Geregeld loopt hij met een metaaldetector door weilanden om oude voorwerpen te zoeken en gaat hij met andere hobbyisten op pad om schatten te vinden. Na een hoorcollege raken Jonas en medestudente Bibi aan de praat. Bibi wordt door de verhalen van Jonas geënthousiasmeerd en ze besluit eens mee te gaan op schattenjacht.

Op 14 mei 2019, na zonsondergang, lopen Jonas en Bibi over de begraafplaats achter de kerk in Voorhout, niet ver van het geboortehuis van botanicus, arts en wetenschapper, Herman Boerhaave. Geïntrigeerd door wat hij heeft betekend voor de wetenschap en de Leidse Universiteit rond het jaar 1700, besluiten Jonas en Bibi op zoek te gaan naar voorwerpen die kunnen worden gelinkt aan het leven van Boerhaave. Bibi ziet op één van de graven de tekst staan ‘Hier rust H. Daelder-Boerhaave’ en ze roept Jonas bij zich. Jonas is ervan overtuigd dat dit het graf moet zijn van de moeder van Herman Boerhaave. De opwinding krijgt de overhand en Jonas deelt het plan met Bibi om te gaan graven: een voorwerp dat is meegegaan in het graf zou een mooie aanwinst zijn voor zijn verzameling. Bibi zegt tegen Jonas dat hij doorslaat en vraagt zich hardop af of ze dit wel moeten doen.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2019

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2019

Vragen

Kennisvraag: Voorbedachte rade

Vraag 1a

Wat moet voor een bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachte rade' komen vast te staan, hoe kan de rechter dit vaststellen (welke afwegingen dient hij te maken) en waarom moeten aan de bewezenverklaring daarvan volgens de Hoge Raad “bepaaldelijk eisen worden gesteld”? (7 punten)

Vraag 1b

Waarom oordeelde de Hoge Raad in 'Voorbedachte rade II' dat het oordeel van het Hof dat de verdachte wel degelijk met voorbedachte rade heeft gehandeld, ontoereikend gemotiveerd was? (3 punten)

Kennisvraag: Europanisering materieel strafrecht

In het artikel ‘Harmonising legal interests. Legal interests under criminal law in a multilevel legal order’ stellen Cleiren & Ten Voorde onder meer het volgende:

“The aims and legal interests that form the basis of the European regulations are not identical to the original aims and legal interests of the national penal codes. Where the European rules in the field of criminal law are concerned, the legal interests served – just like the regulatory leads to new crimes – do not correspond one to one with the national penal codes.”

Vraag 2a

Illustreer deze stelling aan de hand van art. 197 Sr. (4 punten)

Vraag 2b

Het rechtsbelang dat het EU-recht inzake mensenhandel beoogt te beschermen is niet af te leiden uit de preambule van EU-Richtlijn 2011/36, maar wel uit eerdereEuropese regelgeving waarin wordt overwogen dat “mensenhandel een schending van de mensenrechten is en een aantasting van de waardigheid en integriteit van de mens” (Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijdingvan mensenhandel). Beoordeel mede aan de hand van deze overweging of de conclusie van Cleiren & Ten Voorde ook gerechtvaardigd is ten aanzien van art. 273f Sr. (6 punten)

Casusvraag: Samenloop

Rutger is door het gerechtshof wegens "de meerdaadse samenloop van medeplegen van een poging tot doodslag en openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen” veroordeeld tot twintig maanden gevangenisstraf. Hij en twee vrienden hebben het slachtoffer, een destijds 80-jarige man, onder meer meermalen met kracht tegen het hoofd geslagen en geschopt, terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag. Een naarhet oordeel van het Hof zeer lafhartige daad, mede in het licht van het gegeven dat hetslachtoffer er slechts op uit was enkele jongens aan te spreken op het herhaaldelijk belletje trekken bij zijn woning. Het slachtoffer heeft ten gevolge van het forse geweld dat tegen hem is uitgeoefend zwaar lichamelijk letsel opgelopen, dat gemakkelijk tot de dood had kunnen leiden. De raadsvrouw van Rutger ziet mogelijkheden voor een succesvol cassatieberoep bij de Hoge Raad. Na overleg met Rutger dient zij één cassatiemiddel in, inhoudende dat het hof ten onrechte de regels van eendaadse samenloop niet heeft toegepast.

Vraag 3a

Heeft het middel van de raadsvrouw van Rutger kans van slagen? Licht uw antwoord toe aan de hand van het toepasselijke voorgeschreven arrest. (10 punten)

Vraag 3b

Noem twee redenen waarom het thema ‘samenloop’ voor de feitenrechter van belang kan zijn. (N.B. Indien u meer dan twee redenen noemt, worden slechts deeerste twee redenen nagekeken.) (10 punten)

Casusvraag: Boom te Exloo

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018


Vragen

Casus: Geldnood

De broers Bas en Chris zitten in geldnood. Zij besluiten om samen rijke mensen te overvallen om zo snel en zonder al te veel moeite ged te verdienen. Het idee is om in een nabijgelegen bos, dat midden in een zeer rijke gemeente ligt en voor hen bekend terrein is, hun potentiële slachtoffer uit te kiezen.

Op 1 augustus 2017 rijden Bas en Chris samen in Bas zijn auto naar dit bos. Chris heeft gezorgd voor hardloopkleding voor hen allebei, zodat zij zich onopvallend kunnen begeven in het bos. Bas heeft in zijn auto een doorgeladen vuurwapen liggen. Bas heeft jarenlang in het leger gezeten en is een geoefend schutter. De broers hebben afgesproken om bij de overval te dreigen met geweld door middel van het meegebrachte pistool en indien nodig zal Bas daadwerkelijk geweld gebruiken om zo eventueel verzet te breken. Over het gebruik van dodelijk geweld is niet gesproken. Na een uur rustig te hebben rondgelopen in het bos spotten Bas en Chris hun potentiële slachtoffer die, naar later blijkt, Dennis heet. Dennis stapt uit een dure auto, die hij heeft geparkeerd op het parkeerterrein. Hij loopt in dure kleding en heeft een duur horloge om zijn pols. Hij wil zijn twee honden gaan uitlaten in het bos. Hij is het perfecte slachtoffer voor Bas en Chris. Na dDennis een half uur lang in de gaten te hebben gehouden, ziet Chris met zijn verrekijker Dennis teruglopen naar zijn auto op het parkeerterrein. Bas bevindt zich op dat moment in de greppel naast het parkeerterrein.

Chris waarschuwt Bas door een knikje te geven dat hij eraan komt. Bas pakt zijn wapen dat hij daarvoor in de greppel reeds schietklaar heeft gemaakt. Chris ziet dat Bas in de richting van Dennis loopt en zijn wapen op hem richt. Tot Chris zijn verbazing schiet Bas uit het niets drie keer op Dennis. De eerste kogel raakt Dennis in zijn been, de overige twee kogels in zijn middenrif. Dennis bevindt zich op dat moment op vijf meter afstand van Bas. Bas en Chris lopen direct na het schieten dnaar Dennis toe en vragen hem om zijn pincode die Dennis - zijnde in hevige shock -  direct afgeeft. Net nadat Dennis de volledige code heeft kunnen vertellen, overlijdt hj ten gevolge van het opgelopen letsel. Bas en Chris verplaatsen Dennis naar de greppel en bedekken hem hierna met takken.De honden van Dennis zijn weggerend en niet meer gesignaleerd. Vervolgens pakken Bas en Chris de portemonnee en het horloge van Dennis en rijden met hun eigen auto weg, richting de stad.

In de stad gaan zij naar een pinautomaat en zien zij dat er €25.000 op de rekening van Dennis staat. zij pinnen €500 om direct wat leuks mee te doen en spreken af de rest van het geld later te pinnen en eerlijk te verdelen. Om

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018


Vragen

Dodenrit

Vanwege relatieproblemen en een hoge werkdruk gaat de 30-jarige Willen al enige tijd onder de nodige stress gebukt. Als hij op een woensdagavond na zonsondergang in zijn auto (een witte Porsche) stapt om van zijn werk naar huis te rijden, besluit hij om eerst nog even te gaan tanken. Onlangs is hij door een van zijn collega’s erop gewezen dat een van zijn achterlichten niet naar behoren functioneert, maar hij is in alle drukte er nog niet aan toegekomen om het lampje te vervangen. Bij het tankstation aangekomen voorziet hij zijn auto weer van de nodige brandstof, en schaft bovendien een nieuw lampje aan. Hij neemt zich voor om bij thuiskomst meteen het lampje te vervangen. Vanaf het tankstation moet hij door middel van een korte invoegstrook weer terug de weg op met zijn auto. Op het moment dat hij op de oprit van het tankstation rijdt en de parallelle provinciale voorrangsweg nadert op welke een maximum snelheid van 80km/uur geldt, remt hij af tot bijna stilstand en kijkt hij over zijn linkerschouder om te zien of er verkeer nadert. Willem heeft vrij zicht over de gehele weg. Hij moet voorrang verlenen aan naderend verkeer op de provinciale weg. Omdat hij geen verkeer waarneemt, rijdt hij zonder zijn knipperlicht te gebruiken de voorrangsweg op. Hij ziet niet dat er een goed zichtbare motorrijder met 100 km/uur aan komt rijden. Nadat Willem ongeveer twintig meter heeft gereden op de provinciale weg, en een snelheid van 40 km/uur heeft, hoort hij plots een hard remgeluid en ziet hij in zijn achteruitkijkspiegel dat de motorrijder een slingerbeweging maakt en tegen de linker achterzijde van zijn auto aanrijdt. Als gevolg van die botsing glijdt de motorrijder de weghelft voor het tegenovergesteld verkeer op. Op dat moment had de motorrijder slechts lichte verwondingen. Vervolgens komt de motorrijder echter keihard in botsing met een tegemoetkomende Volkswagen, die zich aan de maximumsnelheid houdt. De motorrijder raakt door die botsing met de Volkswagen zwaargewond. Willem rijdt na het zien van de aanrijding meteen met hoge snelheid weg. De bestuurder van de Volkswagen belt direct een ambulance. In de tussentijd ontstaat op beide weghelften een file. Op de ene weghelft vanwege het ongeval, en op de andere weghelft ontstaat een zogeheten ‘kijkersfile’ (een file die is ontstaan doordat weggebruikers stoppen om te kijken bij het ongeluk). Terwijl de motorrijder zwaar bloedend op de weg ligt komt de ambulance terecht in de kijkersfile. Een aantal kostbare minuten later dan gepland komt de ambulance aan bij de motorrijder. De motorrijder blijkt intussen te zijn overleden aan zijn verwondingen.

Intussen wordt de politie gealarmeerd waarbij een signalement en het kenteken van de auto van Willem wordt doorgegeven. Enkele minuten later rijdt Willem op de snelweg. In zijn achteruitkijkspiegel ziet hij al vrij snel een tweetal politiewagens rijden. De politie geeft een stopteken.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017


Vragen

Casus De Kroeg

In buurtkroeg Het Bierpul is het vaak gezellig en druk. Daan en Kacper behoren tot de vaste stamgasten. Sinds kort is ook Marlon geregeld in de kroeg te vinden. Hij voert daar vaak het hoogste woord en strooit met geld door de vele rondjes die hij geeft. Daan en Kacper storen zich mateloos aan het gedrag van Marlon. Het is een andere stamgast, Marijke, opgevallen dat Daan en Kacper telkens zeer geïrriteerd kijken wanneer Marlon weer eens het hoogste woord voert. Op een avond vertelt zij tegen hen dat er bij Marlon wel wat te halen valt, ook in de schuur, die altijd vrij toegankelijk zou zijn. Ze zegt erbij dat Daan en Kacper maar moeten bezien wat ze met die informatie doen. Kacper stelt voor om Marlon te overvallen. Daan vindt dat wat ver gaan, al is hij aangetrokken door het vooruitzicht zijn schulden te kunnen aflossen. Als Daan zijn twijfels uit, kijkt Kacper hem minachtend aan en antwoordt hij dat hij altijd al wel gedacht heeft dat Daan laf is en hij zelf ook wel ‘een lesje’ zou kunnen gebruiken.

Een week later besluiten Daan en Kacper een kijkje te nemen bij het huis van Marlon. Ze constateren dat de schuurdeur niet op slot zit en gaan naar binnen. Ze vinden niets van waarde. Kennelijk ligt het geld in de woning. Wel zien ze enkele rollen tape op de plank liggen. Kacper kijkt Daan veelbetekenend aan.

Als Daan dan opnieuw zijn twijfels uit en begint te protesteren noemt Kacper hem een aansteller en voegt er aan toe: ‘Zal ik jou ook eens laten voelen wat ik allemaal met die tape kan?’ Dan horen ze Marlon thuiskomen. Deze ziet dat zijn schuurdeur open staat en hij loopt naar binnen. Zodra Marlon de schuur in komt, pakt Kacper hem stevig vast en houdt hem in bedwang. Ondertussen wijst deze Daan op de tape en zegt dat hij die tape ‘misschien niet zal gebruiken wanneer Marlon zonder tegenstribbelen zijn portemonnee en huissleutels geeft.’ Marlon weigert en begint te schreeuwen, waarna Kacper hem tegen de grond werkt en tape over zijn mond plakt. Vervolgens gaat Kacper op hem zitten teneinde hem in bedwang te houden. Marlon weet zich los te worstelen en over en weer vallen klappen.

Daartoe aangespoord door Kacper houdt Daan Marlon vervolgens vast. Kacper pakt de portemonnee en huissleutels van Marlon en maakt aanstalten naar de woning te gaan. Voordat hij vertrekt zegt hij tegen Daan dat hij ‘dit karweitje straks zal afmaken’, waarbij hij naar Marlon wijst. Hij voegt er nog aan toe: ‘Waag het eens hem los te laten.’ Als Kacper na een paar minuten terug komt in de schuur ziet hij dat Marlon zich bijna uit de greep van Daan heeft los geworsteld. Wanneer Kacper

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017


Vragen

Casus: Pech

Aris is een fervent dronevlieger. 1 Hij heeft thuis meerdere drones staan, en maakt vanuit zijn huis in Gorinchem (Zuid-Holland) regelmatig een vlucht met deze onbemande luchtvaartuigen. Hij is actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers. Een aantal van zijn drones is voorzien van een HD-camera, waarmee hij wekelijks prachtige beelden schiet van het Zuid-Hollandse landschap. Zijn Youtube-kanaal, waarop hij deze beelden plaatst, trekt wekelijks duizenden kijkers. Op het vliegen met drones is de Regeling modelvliegen van toepassing. In deze Regeling is onder meer het volgende bepaald:

  • Vluchten mogen alleen bij daglicht worden uitgevoerd.

  • Vluchten zijn alleen toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond.

  • Vluchten zijn niet toegestaan boven bebouwing, wegen en mensen.

  • Vliegen is verboden in no fly zones zoals rondom vliegvelden. In een straal van 3 km rondom vliegvelden is vliegen in elk geval verboden.

  • Modelluchtvaartuigen (zoals drones) dienen in elk geval voorrang te verlenen aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen, vrije ballonnen en luchtschepen.

Aris, als actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers, kent deze Regeling goed.

Op vijf kilometer van zijn woonplaats Gorinchem bevindt zich het Lingebos, een klein natuurgebied van ongeveer één vierkante kilometer, waar twee riviertjes doorheen kronkelen. Dit Lingebos levert prachtige beelden op zodra het van bovenaf wordt gefilmd met een drone. Het Lingebos bevindt zich op hemelsbreed 200 meter afstand van Gorcumse Airport. Gorcumse Airport had tot voor kort de status van militair vliegveld, waarvan alleen militaire toestellen gebruik mochten maken. Het had weliswaar die status, maar sinds 2007 werd er door geen enkel militair toestel gebruik gemaakt van het vliegveld. Een maand geleden vond er een belangrijke verandering plaats op Gorcumse Airport: het is omgedoopt tot burgerluchthaven, waardoor sindsdien ook burgers en commerciële luchtvaartbedrijven intensief gebruik maken van het vliegveld.

Aris weet dat het Lingebos zich in de buurt van Gorcumse Airport bevindt, en weet ook dat het eigenlijk sinds 2007 buiten gebruik is, hoewel het de officiële status van ‘vliegveld’ in die tijd niet heeft verloren. Hij weet echter niet dat Gorcumse Airport een maand geleden is opengesteld voor burgerluchtvaart.

Op vrijdag 21 april 2017 rond het middaguur maakt Aris een vlucht met een drone (voorzien van een camera) boven het Lingebos. Tegen de weersvoorspelling in breekt zelfs de zon even door de wolken; het levert een prachtig gezicht op van het Lingebos. Om het gebied in één shot met de drone te kunnen filmen brengt hij de drone naar een hoogte van 150 meter.

Felix vliegt vlakbij het Lingebos in zijn Cessna-vliegtuig. Felix is de enige persoon in dit kleine eenmotorige vliegtuigje. Hij is erg blij dat hij sinds kort zijn Cessna in de hangar kan zetten op Gorcumse Airport, vlakbij zijn woonplaats.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017


Vragen

IJscowagen als geldnetwagen

De zelfstandig automonteur Hugo, woonachtig in Leiden, heeft het financieel moeilijk omdat hij nauwelijks klussen binnenhaalt. Dit betekent wel dat hij meer tijd overhoudt om zijn dagboek bij te houden. Al enkele maanden schrijft hij hierin elke dag uitvoerig op wat hij allemaal doet en wat er in hem omgaat. Twee maanden geleden had hij eindelijk weer eens een klus. Het betrof een onderhoudsbeurt aan een geldnetwagen. Deze klus heeft hem op het ingenieuze idee gebracht om een geldnetwagen na te bouwen en daarmee bij de bank in Leiden geld ‘op te halen’. Ook dit ingenieuze idee tekent hij op in zijn dagboek. Na enkele weken de bank te hebben geobserveerd, heeft hij opgemerkt dat de geldnetwagen elke vrijdagavond (koopavond) om precies 21:00 uur de parkeerplaats van de bank oprijdt en dicht langs de muur waar het doorgeefluik zich bevindt, enkele seconden stil staat en weer vertrekt.

Na enig zoekwerk op marktplaats stuit Hugo op een ijscowagen met o.a. de volgende omschrijving; op versleten banden en versleten remblokken na een uitstekende ijscowagen. Vanwege de ingebouwde keukenapparatuur is het toegestane maximale gewicht van 3500 kilogram bereikt. Hugo koopt de ijscowagen en besluit hem tot geldnetwagen om te bouwen. Bij Sander - een oud ijzerboer, tevens een oude bekende van Hugo – bestelt Hugo een lading metalen platen (gewicht 500 kilogram). Hugo last al deze metalen platen op de ijscowagen. Nadat Hugo hiermee klaar is, geeft hij de ijscowagen een spuitbeurt. Het resultaat is dat de ijscowagen er van buiten als een geldnetwagen uitziet.

Op vrijdag 30 december 2016 besluit Hugo tot actie over te gaan. Er kan volgens Hugo niets fout gaan, omdat de weergoden hem gunstig zijn gezind; het regent namelijk al de hele dag heel hard waardoor weinig volk op de been is. Hij trekt een uniform aan dat niet te onderscheiden is van een echt uniform van het geldnetbedrijf. Verder bevestigt hij een pasje op zijn overhemd. Dit door Hugo gemaakte pasje is met het blote oog niet te onderscheiden van een echt medewerkerspasje van het geldnetbedrijf. Om enigszins onherkenbaar te zijn zet hij een nepsnor op en rijdt hij de omgebouwde ijscowagen, die van valse kentekenplaten is voorzien, richting de bank. Om 20:55 uur rijdt Hugo de parkeerplaats op en wordt (zoals gewoonlijk) direct opgemerkt door de bankmedewerker die alvast naar de kluis loopt waar het doorgeefluik zich bevindt. Hugo manoeuvreert de ijscowagen zodanig dat de schuifdeur aan de linkerzijde van de ijscowagen zich pal voor het doorgeefluik bevindt. Wanneer hij de schuifdeur opent, merkt de bankmedewerker dat de nepsnor van Hugo los zit en onmiddellijk trekt de bankmedewerker de geldkoffer terug en sluit het doorgeefluik. Hugo weet dat er iets mis is en rijdt weg.

Om zo min mogelijk op te vallen houdt hij zich

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

 


Vragen

Casus: DNA-spray Drama

Aditya Wibowo en Kevin Kanslos zijn al jarenlang bevriend. Met elkaar gingen ze naar de basisschool, samen gingen ze naar voetbal, ze zaten in dezelfde klassen op de middelbare school, en samen gingen ze ook het verkeerde pad op. Het begon met kleine vergrijpen, waarvoor zij via bureau HALT allerlei kleine taakstraffen moesten uitvoeren. Nu zijn ze 25, en ze beraden zich, vanwege uitzichtloze geldnood, op een overval van een pompstation langs de A7 ter hoogte van De Marne (Fryslan). Bij dit pompstation is een winkel gevestigd, waar je (naast het afrekenen van de getankte brandstof) nog wat andere zaken kunt aanschaffen. Op de avond van 17 november 2015 kienen ze met z’n tweeën bij Kevin thuis het plan volledig uit: ze bespreken de route naar het tankstation, kopen twee identieke sjaals, twee identieke donkere zonnebrillen, een grote sporttas en twee niet van echt te onderscheiden nepwapens die ze kunnen gebruiken om het personeel mee te bedreigen. Bij het bespreken van het plan stuiten ze op één probleem: beiden hebben geen rijbewijs en ook geen auto, en dat is waar Lieuwe Hofstee in beeld komt. Lieuwe is de voormalig buurjongen van Aditya, en beschikt over zowel een auto als een rijbewijs. Ze nodigen hem uit bij Kevin, en vragen hem “of hij gemakkelijk en snel geld wil verdienen als chauffeur”. Lieuwe heeft daar wel oren naar, en Aditya en Kevin doen hun plan uit de doeken. Lieuwe sputtert tegen vanwege het mogelijk gebruik van geweld, maar stemt in met de overval, vanwege het prettige vooruitzicht van een flinke buit. Ze spreken af dat Lieuwe niet hoeft te dreigen met geweld, en dat Aditya en Kevin met de twee nepwapens naar binnen zullen gaan. Lieuwe zal bij de auto wachten, en uit angst om herkend te worden via de mogelijke beveiligingscamera’s schaft hij een donkere zonnebril en een sjaal aan, precies dezelfde als Aditya en Kevin. Ze spreken af dat Aditya en Kevin beiden 40% van de buit krijgen, en Lieuwe de resterende 20%.

Volgens afspraak ontmoeten ze elkaar de dag erop om 17:00 uur bij Kevin thuis, spreken het plan nog een keer door, en vertrekken per auto naar het pompstation terwijl de avond valt. Lieuwe zit achter het stuur, en parkeert de auto rond 18:00 bij één van de pompen. Alle drie hebben ze hun donkere zonnebril al op; en alle drie binden de sjaals om hun gezicht. De sjaals bedekken hun mond en het onderste gedeelte van hun neus. Op deze wijze wandelen Aditya en Kevin in rustig tempo de winkel van de benzinepomp binnen. De twee nepwapens hebben ze in de binnenzak van hun jas. Aditya heeft de lege sporttas in zijn hand. Lieuwe blijft bij de auto staan, ter hoogte van één van de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016


Vragen

Casus Overwerkte Spoed brengt zelden Goed

Op de afdeling spoedeisende hulp van het Medisch Centrum Jerusche (MCJ) heerst sinds het vertrek van de teamleider een gespannen sfeer. Chirurg Yankel Janssen is de afgelopen vier maanden aangesteld als waarnemend teamleider. Yankel is weliswaar een uitstekende arts, maar is niet erg geliefd onder de staf van de afdeling vanwege zijn te autoritaire stijl van leidinggeven. Yankel heeft ook nog een baan buiten het MCJ bij een privékliniek waardoor hij niet veel tijd heeft voor klachten van zijn collega’s, nog los van het feit dat hij slecht reageert op kritiek. Eigenlijk is Yankel het meest overwerkt van iedereen op de afdeling.

Op 10 januari 2015, om 17:30 uur meldt de 43 jarige Shimon Cohen zich op de afdeling spoedeisende hulp, met klachten over ernstige buikpijn. Shimon is een goede bekende bij de afdeling omdat hij zich relatief vaak meldt met allerlei kwalen, die veelal niet ernstig zijn. Bij de ontvangstbalie wordt aantekening gemaakt van buikklachten en wordt hij gevraagd plaats te nemen in de wachtruimte. Tien minuten later wordt hij door de verpleegkundige Ruchel Feingold opgevangen. Ruchel heeft buitengewoon veel ervaring en staat op de afdeling bekend als ‘arts-plaatsvervanger’, wegens haar feilloze beoordelingen van klachten. Na een gesprek met Shimon besluit Ruchel dat zij uit de mogelijke aantekeningen die zij kan geven – ‘geen spoed’, ‘spoed’, ‘meer spoed’ – voor ‘meer spoed’ zal kiezen.

Ruchel denkt namelijk dat er sprake zou kunnen zijn van een darmperforatie, in welk geval zij dringend handelen noodzakelijk acht. In overeenstemming met het afdelingsprotocol betekent de waardering ‘meer spoed’ dat Shimon niet door een arts-assistent zal worden onderzocht, maar direct door Yankel.

Als de melding Yankel bereikt staat hij, na een lange dag met veel patiënten, net op het punt om te vertrekken naar de privékliniek, waar hij is ingeroosterd voor een operatie. Yankel raakt zeer geïrriteerd door de melding en roept Ruchel bij hem. Eerst vraagt hij haar waarom zij heeft gekozen voor de aantekening ‘meer spoed’. Als zij uitlegt dat zij denkt aan een darmperforatie en dat daarom naar haar oordeel onmiddellijk een CT-scan dient te worden verricht, slaat de irritatie van Yankel om in woede. Hij beschuldigt haar ervan dat zij hem probeert te frustreren. Tijdens een heftige woordenwisseling blijft Ruchel erop staan dat de situatie wel ernstig zou kunnen zijn, maar zij kan Yankel niet overtuigen. Yankel stuurt Shimon naar huis, met de opdracht de volgende dag terug te komen als hij zich niet beter voelt.

De volgende dag verschijnt Shimon weer rond 17:30 uur en meldt dat zijn buikpijn veel erger is geworden. Yankel heeft weer dienst en laat een CT-scan uitvoeren. Uit de scan blijken indicaties voor een darmperforatie. Yankel is evenwel nog steeds zeer geïrriteerd en overtuigt zichzelf ervan dat Shimon niets mankeert.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016


Vragen

Casus: Sores in het feestelijk Zuiden

Op 13 februari 2015 is het feest in Tilburg. Het is carnaval en in de stad is het overal gezellig druk. Naarmate de avond vordert en de consumptie van alcohol bij veel feestvierders het niveau aanneemt dat voor de gezondheid en de gezelligheid niet zonder meer bevorderlijk is, ontstaan her en der opstootjes tussen dronken feestvierders. Zo ook in café Moshe's Mazzel. Om een uur of elf ’s avonds bevinden Feivel en enkele vrienden zich in dat café. Feivel besluit dat het tijd wordt voor een volgend biertje en begeeft zich naar de bar. Hoewel Feivel redelijk beschonken is, weet hij de bar zonder al te veel moeite te bereiken. Aan de bar staat Zelig. Deze heeft net met veel moeite een glas rode wijn besteld en gekregen en is door het lange wachten in een niet al te best humeur. Als Feivel vlakbij de bar is, stoot hij als gevolg van de drukte en omdat hij toch niet helemaal vast ter been is, tegen Zelig aan. Die laat daardoor zijn wijnglas vallen. Zelig ontdekt meteen wie de schuldige is. Hij is erg kwaad en pakt van de bar een halfvol glas met water en wil het water in de richting van het gezicht van Feivel gooien. Het glas is nat en glipt uit Zeligs handen. Het glas raakt de wenkbrauw van Feivel boven zijn rechteroog. Het breekt op het moment dat het tegen de wenkbrauw van Feivel aankomt. Meteen vloeit er bloed uit de snee die door het glas ontstaat. Feivel valt op de grond. Het bloed dat uit de snee vloeit komt in het oog van Feivel terecht. Die denkt even dat zijn oog is geraakt en hij daardoor blind of in ieder geval slecht ziend is geworden. Hij is in paniek en blijft op de grond liggen. Zelig is na de eerste klap hevig geschrokken en gooit direct het glas weg. Hij ontfermt zich over Feivel en belt 112. De politie arriveert korte tijd later. Zelig wordt door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Daar legt hij een verklaring af.

Verklaring van Zelig:

Ik was die avond met mijn vrouw maar we kregen ruzie. De zoveelste. En dat tijdens carnaval, de leukste dagen van het jaar. Ik had er dus goed de pest in. Vervolgens duurde het voor mijn gevoel een eeuwigheid voordat ik een wijntje kon bestellen. Ik had het nog niet in mijn handen om de eerste slok te nemen of er loopt iemand tegen mij aan. Het glas was vochtig, het was voor het inschenken van de wijn kennelijk gewassen, en viel daardoor uit mijn handen. Ik zat onder de rode wijn. De man keek mij met een dronken grijns aan. Ik weet niet of hij iets tegen

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015


Vragen

Casus: Panne met Paardenkrachten

Op 2 april 2015 heeft op de Sumatralaan in Schin op Geul (provincie Limburg) rond 23.00 uur een aanrijding plaatsgevonden tussen een Audi A5, met Peter van Alpen als bestuurder, en een rode Jaguar, bestuurd door Daan Spanenburg. Als gevolg van die aanrijding heeft Peter van Alpen zwaar lichamelijk letsel aan zijn voorhoofd en borst opgelopen.

De politie heeft onderzoek ingesteld naar de toedracht van de aanrijding en het volgende geconstateerd.

Uit het proces-verbaal Verkeersongevallenanalyse d.d. 28 april 2015 blijkt het volgende:

De politie heeft op de plaats van het ongeluk sporen op het asfalt en aan de auto’s van het slachtoffer (Van Alpen) en de verdachte (Spanenburg) aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn door het onderzoeksteam onderzocht. In de berm, gelegen naast de rijbaan, en op de rijbaan werden glassplinters aangetroffen. Direct achter de glassplinters werden op het asfalt krassporen en een rubberspoor aangetroffen. De auto van het slachtoffer is op de door die auto veroorzaakte afgetekende kras- en bandensporen geplaatst, om op die manier de plaats op de weg van het voertuig tijdens het moment waarop de aanrijding plaatsvond te bepalen. Daaruit werd geconstateerd dat het voertuig van Van Alpen zich tijdens de aanrijding voor driekwart in de berm en een kwart op de rijbaan heeft bevonden. Tevens werd op het wegdek een remspoor aangetroffen, gericht op de plaats van de aanrijding. Gezien de botspositie en de plaats op de weg van de auto van Spanenburg, hierna genoemd de verdachte, kan het niet anders zijn dan dat het rubberspoor afkomstig was van het linkervoorwiel van het voertuig van de verdachte. Op het moment van de botsing reed de de verdachte dus op de voor hem verkeerde weghelft. Ten tijde van het ongeval was het donker. De straatlantaarns stonden aan. Het asfalt was nat door overvloedige regenval. Hierna is aan de hand van de aangetroffen sporen de snelheid berekend, waarmee de verdachte bij benadering moet hebben gereden. De snelheid betrof bij het aanvangen van het remmen minimaal 64 kilometer per uur en maximaal 77 kilometer per uur. De maximumsnelheid op de Sumatralaan op de plaats van het ongeval bedraagt 60 kilometer per uur.

In het proces-verbaal van bevindingen van de politie d.d. 2 april 2015 staat onder meer het volgende:

Na de aanrijding bestond het vermoeden dat de de verdachte alcohol had genuttigd. Bij de de verdachte is een ademtest afgenomen. Daarna is een bloedproef uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het promillage van het bloed van de verdachte ten tijde van het onderzoek boven de wettelijke grens van 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed gelegen was. Het alcoholgehalte bedroeg namelijk 0,68 milligram alcohol per milliliter bloed.

Verklaring van de verdachte Daan Spanenburg bij de politie d.d. 3 april 2015, voor zover relevant:

Ik reed op 2 april 2015

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015


Vragen

Casus: Creatieve Kunstvernietiging

Op 12 mei 2015 om 1.00 uur besluit Edvard Hals dat het tijd is zijn kroeg - kroeg De Waterlelies aan de Monetlaan 14 te Dordrecht - te sluiten. De enige die op dat moment nog aan de bar zit, is Vincent van Rijn, één van de stamgasten van De Waterlelies die geregeld blijft om Edvard te helpen met het afsluiten van de kroeg. Terwijl Edvard achter de bar glazen een het spoelen is, stormen twee mannen met bivakmutsen de kroeg binnen. Ze roepen: "Geld, geld, geef me nu al je geld". Eén van de mannen heeft een pistool in zijn hand, de andere een mes. De man met het pistool loopt op Vincent af en zet het pistool tegen diens hoofd. Vincent verweert zich en raakt in een gevecht met de gewapende overvaller. Er vallen een paar stevige vuiststoten. De overvaller met het mes loopt dreigend naar Edvard toe.

Over wat er daarna is gebeurd, verklaart Edvard in zijn aangifte het volgende:

"Ik heb toen van onder de bar een busje traangas gepakt, dat ik daar al een tijd bewaar voor lastige situaties. Tot deze geëscaleerde nacht heb ik het gelukkig nog nooit hoeven gebruiken. Daar heb ik toen mee gespoten. Ik heb eerst in richting de man met het mes gespoten en toen naar de man met het neppistool - dat was trouwens overduidelijk van plastic. Toen renden ze wel jankend de kroeg uit. Helaas hebben ze wel het geld van Vincent en de hele omzet van die avond uit de kassa te pakken gekregen."

Het dossier inzake de overval op Kroeg de Waterlelies bevat ook een getuigenverklaring van getuige Munch. Hij verklaart als volgt:

"In de nacht van 11 op 12 mei 2015 omstreeks een uur of half 1 stond ik voor mijn deur, ik had net de hond uitgelaten, schuin tegenover de ingang van Kroeg de Waterlelies. Uit de richting van de Rembrandtstraat zag ik twee mensen aan komen lopen. Ze stopten valk bij me in de buurt onder een lantaarnpaal. Ze droegen beiden een bivakmuts. Ik zag vanaf de Hoogvliet een derde man op een racefiets aan komen rijden. Hij stond kort stil bij de twee andere mannen onder de lantaarnpaal om wat tegen hen te zeggen. Daarna reed hij er weer vandoor. Ik hoorde de twee mannen onder de lantaarnpaal overleggen. Een van de twee, die een op een pistool gelijkend voorwerp in zijn hand leek te hebben zei dat hij het wilde doen. Hij nam duidelijk het roer in handen. Ik ben toen mijn huis ingelopen om mijn telefoon te pakken en 112 te bellen. Toen ik ongeveer een halve minuut later terugkwam, zag ik de man op de fiets voor de kroeg rondjes rijden."

Door het optreden van kroegbaas Hals worden

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015


Vragen

Casus: pianoles

De 57-jarige Bernhard Rubinstein geeft al 5 jaar elke twee weken pianoles aan de 28-jarige volstrekt amuzikale Johan Pach in Den Haag. Bernhard probeert Johan stap voor stap de kunst van het pianospelen bij te brengen.

Na 5 jaar kan Johan echter nog geen ritme houden, en ook van de overige vaardigheden die een beginnend pianist zou moeten bezitten, is geen schijn van aanwezigheid. De tweewekelijkse pianolessen die ongeveer anderhalf uur in beslag nemen is Bernhard dan ook na een tijdje goed zat. Het stoort Bernhard ontzettend dat hij ondanks zijn uitstekende lessen geen enkele voortgang in het pianospelen bij Johan, onder anderen omdat Johan zelf heel tevreden lijkt te zijn met de kwaliteit van muzikale vaardigheden en de les elke twee weken als een groot pianist die net een staande ovatie van zijn publiek heeft gekregen de les uitloopt.

Op Prinsjesdag besluit de ‘virtuoos’ Johan met zijn pianospel geld te verdienen om zijn studieschuld af te betalen. Hij zet hij zijn keyboard op straat, en legt de kist waar zijn keyboard in zat op straat waar mensen hun geld in kunnen gooien als ze betoverd zijn door de meesterlijke kwaliteit van Johans pianospel.

Op de ochtend van Prinsjesdag loopt Bernhard een rondje door de binnenstad van Den Haag om de gouden koets voorbij te zien komen. Zodra hij zijn leerling Johan ziet slaat het schaamrood hem op de kaken. Tot overmaat van ramp begint Johan ook nog eens luidkeels atonaal te zingen bij zijn verschrikkelijke pianoconcert. Alle opgekropte woede van de afgelopen 5 jaar komt ineens naar boven bij Bernhard. Hij pakt de keyboardkoffer, gooit het weinige geld dat er in zat eruit, klapt hem dicht en deelt er één harde klap mee uit op het hoofd van Johan. Johan stort meteen neer, en overlijdt korte tijd daarna ten gevolge van het zware hersenletsel dat hij heeft opgelopen bij de klap met de koffer. Net als de meeste keyboardkoffers weegt deze (zonder keyboard) 3,5 kg en heeft een hard houten beschermlaag aan de buitenkant.

Als Bernhard diezelfde dag op het politiebureau in de verhoorkamer zit, in het bijzijn van zijn raadsman, hoort hij dat Johan is overleden. Hij schrikt zich duidelijk een ongeluk, en verklaart onder meer het volgende:

"Ik kon er niet meer naar luisteren. Al mijn woede kwam toen samen, en in die woede wilde ik hem een stevige klap geven. Ik wilde eigenlijk met name voorkomen dat hij nog verder zou spelen en meer mooie muziek zou verpesten, verder maakte het me allemaal niks uit. Ik wil u wel graag op het hart drukken dat mijn intentie nooit was om hem te laten overlijden, ik vind het verschrikkelijk dat hij het leven gelaten heeft. Ik ben mij ervan bewust dat je met een gemiddelde keyboardkoffer een

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1


Vragen

Casus: De ballonvaart

Op zaterdag 2 september 2014 is Maaike Vaart jarig. Van haar man (Mitchell) heeft ze een ballonvaart cadeau gekregen. De ballonvaart moest plaatsvinden in de buurt van de Zuid-Hollandse plaats Boskoop. Niet alleen Maaike behoorde tot de passagiers, ook Mitchell en hun beide kinderen (Charley en Jack) waren van de partij. De ballonvaart is geregeld bij het bedrijf Zuid-Hollandse Ballonvaart BV, dat wordt gerund door Menno Moors en Theo De Hemel.

Menno Moors is eigenaar van een ballon en in het bezit van alle benodigde vergunningen om ballon te mogen varen. Onderdeel van de cursus voorafgaand aan het mogen varen met een ballon is kennismaking met de geldende regelgeving, waaronder de Regeling vluchtuitvoering ballonnen. Deze regeling vereist onder meer dat een ballonvaarder een minimaal aantal vluchten moet hebben gevaren, alvorens passagiers aan boord te mogen nemen. Bij gebreke daarvan kan de vergunning worden ingetrokken, maar dat gebeurt in de regel zelden. Door het matige zomerweer had Menno nog niet genoeg vaartervaring opgedaan.

Theo De Hemel helpt onder andere bij het startklaar maken van de ballon. Over het gebrek aan vaartervaring werd tussen Menno en Theo niet gesproken. Het was bij beide bekend. Er werd van uitgegaan dat die onervarenheid vanzelf zou verdwijnen. Veel varen was het devies. 2 september 2014 was een uitgelezen vaartdag. De gemeente Alphen aan den Rijn (waar Boskoop onder valt) had Menno vrij snel een vergunning die dag te mogen varen gegeven. De gemeente controleert een aanvraag vrijwel altijd oppervlakkig en zo ook deze keer. Met de toestemming op zak, belt Menno Mitchell Vaart en deelt hem mede dat de ballonvaart aan het begin van de avond zou plaatsvinden. Mitchell en zijn gezin spoedden zich naar de plaats van vertrek. Tijdens het gereed maken van de ballon ontdekt Theo dat het startgewicht niet klopte. Tevens merkt Theo dat Menno een passagier te veel meeneemt. Theo maakt Menno hierop attent. Menno weigert aan de grond te blijven, terwijl hij daartoe wel verplicht is op grond van het vlieghandboek. ‘Kijk eens hoe mooi weer het is. Eindelijk. Laat me lekker varen. Ik maak me niet druk over het gewicht’, aldus Menno. Het argument van Theo dat hij verplicht is het startgewicht te bepalen op grond van het vlieghandboek weet Menno evenmin te overtuigen. ‘Het zal wel loslopen’, aldus opnieuw Menno. Ook het overschrijden van het maximaal aantal mee te voeren passagiers wuift Menno weg: ‘Eentje meer of minder zal niet uitmaken.’

Theo laat na er verder op in te gaan en de ballon wordt voor vertrek gereed gemaakt. Vlak voor de afvaart mogen Maaike, Mitchell en de kinderen instappen. Daarna stijgt de ballon op. Zo´n vijftig minuten na vertrek zet Menno de landing in. Recht voor hem ligt een veld dat goed als landingszone dienst kan doen.

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2


Vragen

Casus ‘De Koelcel’

Natuurslager Mees is een klein bedrijf dat gevestigd is in Boskoop, in de gemeente Alphen aan den Rijn.

Mees is als natuurslager gespecialiseerd in het biologisch slachten en is ook aangesloten bij de verenigingen EetGezond en VERS. Moos Mees is de oudste van de zesde generatie van de familie Mees, en is de eigenaar van Mees . Verder zijn er twee werknemers voor de schappen en het magazijn, genaamd Jacob De Hond en Jenny Helstra. Daarnaast is er nog een administratief medewerkster, Fanny van Troost.

Voor het opslaan van vlees beschikt het bedrijf onder meer over een omvangrijke koelcel, waar het vlees in een zeer koude omgeving wordt opgeslagen. Jacob en Jenny lopen geregeld met dozen vol vleesvlees de koelcel in en uit. De schuifdeur van de koelcel heeft een veiligheidsknop, die ervoor moet zorgen dat de deur ook van binnenuit te openen is. De knop is echter al geruime tijd defect, en Jenny heeft al meermalen tegen Moos Mees gezegd dat hij de knop moet laten repareren. Moos schuift dat echter steeds voor zich uit.

De laatste keer dat Jenny in het bijzijn van Moos en Jacob de defecte knop ter sprake bracht, en zei dat het toch wel heel gevaarlijk was om opgesloten te raken, was Moos' reactie: “Het bedrijf kan zich een dure reparatie helemaal niet veroorloven. Het geld groeit me niet op de rug! Jullie moeten maar gewoon opletten dat er niemand in de koelcel zit als je de deur achter je dicht doet. Als jullie nu eindelijk eens wat harder zouden werken zouden we wat meer verdienen, en dan kan ik misschien wel naar dit soort luxeproblemen kijken. Bovendien, als je niet wat sneller opschiet kun je je biezen pakken. Voor jou tien anderen! En dat geldt ook voor jou, Jacob.” Jacob is het met Moos eens dat Jenny niet zo moeilijk moet doen. Als Moos buiten gehoorsafstand is, zegt hij tegen Jenny: “Wat een onzin kun jij uitkramen zeg. Als je de koelcel in gaat, moet je gewoon snel weer wegwezen en opletten dat iemand anders de deur niet dicht doet. Daarnaast moet je eens wat meer opschieten met dat vlees. Je hoort toch wat Moos zegt: gewoon eens een keertje hard doorwerken voor de verandering.”

Op vrijdagmiddag 29 augustus 2014 is Jacob bezig om dozen vol vleesvlees de koelcel in te tillen. Terwijl hij steeds teruggaat om een nieuwe doos te pakken laat hij de schuifdeur van de koelcel openstaan. Als hij even weg is komt Fanny het magazijn binnen en gaat de koelcel in, omdat ze wil tellen hoeveel dozen met vlees er staan opgeslagen. Voor de boekhouding van het bedrijf is het nodig om precies te weten hoeveel vlees er aan het eind van het boekjaar in voorraad is. Fanny

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3


Vragen

Casus ‘Het Boze Schaap’

In Glanerbrug, een klein Overijssels dorpje in de buurt van Enschede, bevindt zich al jaren een goedlopend Italiaans restaurant, ‘Toscana’ geheten. Het is het enige restaurant van het dorp, totdat zich eind 2013 in de buurt van ‘Toscana’ nog een restaurant vestigt: ‘Het Boze Schaap’.

Dit restaurant is gevestigd in een vrijstaand pand, net buiten de bebouwde kom, aan een drukke provinciale weg. Het beschikt over ruim voldoende parkeergelegenheid en een schitterend interieur. Al snel blijkt de aantrekkingskracht van dit restaurant op de dorpelingen groot. Tessa, de eigenaresse van het Italiaanse restaurant, ziet met lede ogen aan hoe haar klandizie steeds verder afneemt. Tegelijkertijd komt haar ter ore dat de eigenaar van het nieuwe restaurant, Dennis, allerlei lasterpraatjes over haar en haar producten verspreidt.

De afnemende klandizie bezorgt Tessa flinke hoofdbrekens. Als de terugloop zich doorzet, zal het immers niet lang duren voordat zij haar met zoveel liefde en doorzettingsvermogen opgebouwde restaurant zal moeten opdoeken. Ook persoonlijk klikt het niet tussen de beide restauranteigenaren. Langzaamaan groeit bij Tessa dan ook de overtuiging dat deze concurrent moet worden uitgeschakeld. Goedschiks of kwaadschiks. Als blijkt dat aanpassingen in het menu, speciale (prijs-)acties en evenementen niets uithalen en haar het water tot na aan de lippen staat, besluit ze over te gaan tot drastischer maatregelen.

Zou Het Boze Schaap het overleven als het een aantal weken of maanden dicht zou moeten?, zo vraagt zij zich af. Met deze gedachte in het achterhoofd benadert Tessa Jos en Edward. Beide heren zijn lokaal bekende drugsgebruikers en om die reden zitten zij eigenlijk altijd in geldnood. Ze wil, zo zegt ze tegen Jos en Edward, dat zij ‘Het Boze Schaap’ in de as leggen. De wijze waarop maakt haar niet zo veel uit, als er maar geen sporen worden achtergelaten. Als beloning zullen zij ieder € 500,- ontvangen. Jos en Edward beloven het karweitje naar behoren uit te voeren.

Jos stelt Edward voor om een molotovcocktail te maken en die bij het restaurant naar binnen te gooien. Uit zijn krakersverleden weet hij nog wel hoe een molotovcocktail moet worden gemaakt.

Het is vrij eenvoudig, zo zegt hij desgevraagd. Je hebt een fles nodig en als lont een lap stof. De fles moet worden gevuld met een mengsel van benzine of kerosine met (motor)olie. De olie, zo zegt hij, heb je nodig omdat het mengsel daardoor beter blijft plakken en het zo de werking van de brandbom verhoogt. Het is niet moeilijk voor Jos en Mario om de ingrediënten voor een molotovcocktail bij elkaar te krijgen. Met alle benodigdheden in de kofferbak van de auto die ze van Tessa mochten lenen, besluit Mario op een middag polshoogte te nemen bij Het Boze Schaap. Verschillende keren passeert hij op de provinciale weg het restaurant om de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4


Vragen

Casus ‘Hello Kitty’

Omdat Quirine, de dochter van Harry, helemaal weg is van Hello Kitty, besluiten Harry en zijn vrouw op een dag Quirine mee te nemen naar de tijdelijke Hello Kitty tentoonstelling in het SieboldHuis in Leiden. Het is voor het eerst in jaren dat Harry in een museum komt en terwijl Quirine zich samen met haar moeder vergaapt aan de Hello Kitty prullaria, loopt Harry langs de prachtige vaste collectie aan Japanse kunst. Nu is Harry geen groot kunstliefhebber, wel heeft hij een goed oog voor buitenkansjes. Al slenterend langs de vitrines met Japanse etsen valt hem al snel op dat de beveiliging van deze vitrines niet optimaal is. Veel meer dan een eenvoudig cilinderslot per vitrine en een camera in de hoek van elke zaal kan Harry zo snel niet vinden. Nieuwsgierig als hij is begint Harry zo onopvallend mogelijk de beveiliging van het pand als geheel onder de loep te nemen. Al snel constateert hij dat de achterkant van het pand aan een binnenplaatsje grenst, welk binnenplaatsje op zijn beurt grenst aan de achtertuinen van verschillende woningen naast en achter het SieboldHuis. Dit biedt naar het oordeel van Harry de nodige perspectieven. Wanneer vervolgens ook nog eens blijkt dat het raam van de herentoiletten op het binnenplaatsje uitkomt, is het enthousiasme van Harry niet meer te temperen.

Thuisgekomen belt hij zijn broer Bertus om hem zijn bevindingen te vertellen. Hoewel Harry en Bertus al een tijdje op het rechte pad zijn, begint er ook bij Bertus iets te kriebelen wanneer hij het verhaal van zijn broer hoort. De broers hebben een rijk crimineel verleden van vooral woninginbraken, maar de laatste jaren, sinds ze zogezegd ‘aan de vrouw zijn’, doen ze het wat rustiger aan. Toch besluiten Harry en Bertus dat het tijd is voor een laatste kunstje. Ze besluiten binnenkort met zijn tweeën in te breken in het SieboldHuis om vervolgens zoveel mogelijk etsen, landkaarten en andere waardevolle spullen mee te nemen. Hierbij zullen zij gebruik maken van het binnenplaatsje en het raampje van de herentoiletten. Via de poort naast cocktailbar Flamengo moet het een koud kunstje zijn om via een paar tuinen naar het binnenplaatsje van het SieboldHuis te klimmen.

Zo gezegd zo gedaan. Op de dag van de inbraak gaat Bertus, vergezeld van zijn dochter Treesje, naar het SieboldHuis. Terwijl ditmaal Treesje zich vergaapt aan de Hello Kitty prullaria brengt Bertus een bezoekje aan het herentoilet en zet daar het toiletraampje op een kiertje. Diezelfde middag belt Harry zijn oude vriend Cas – die tevens taxichauffeur is – met de vraag of hij Harry en Bertus die nacht om ongeveer één uur bij cocktailbar Flamengo wil afzetten en ze ongeveer een half uurtje later weer naar huis wil rijden. Harry vertelt dat zij die avond na

.....read more
Access: 
Public
Check page access:
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2017
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.