Europees recht werkgroepuitwerkingen week 1

Discussievragen

Vraag 1

Wat is de relatie tussen de arresten Dassonville en Tabaksreclamerichtlijn?

Vraag 2

Bespreek de ontwikkeling in de rechtspraak inzake het vrij verkeer van goederen in het licht van de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie. Welke ontwikkeling in de rechtspraak kunt u ontwaren? Ga in ieder geval in op de arresten Dassonville, Cassis de Dijon, Keck en Mithouard en Italiaanse aanhangwagens, en Mickelsson en Roos, en de relevante verdragsartikelen.

Vraag 3

In het verlengde van (2), wat is het nut geweest van Keck en Mithouard en houdt deze redenering stand in het licht van de daaropvolgende rechtspraak?

Vraag 4

Bestudeer artikel 114 VWEU. Vormt dit artikel naar uw oordeel een (vrijwel) onbegrensde harmonisatiebevoegdheid voor de Europese Unie? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 5

Welk probleem probeert Cassis de Dijon op te lossen? Creëert deze oplossing een juiste balans tussen de belangen van lidstaten en EU en tussen economische en niet-economische belangen?

Vraag 6

In het verlengde van (5), hoe worden de leerstukken uit Cassis de Dijon beheersbaar gehouden door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)?

Casus

Casus Het bedrijf ‘’New Pharmacy’’ is een online apotheek gevestigd in Neerlandië, een lidstaat van de Europese Unie, en verkoopt zowel medicijnen op recept als vrij verkrijgbare medicijnen aan consumenten. New Pharmacy voldoet aan alle door de Neerlandische overheid gestelde vergunningseisen voor apotheken. Bestellingen gaan volledig online en het bedrijf heeft behalve het hoofdkantoor geen fysieke vestigingen. Voor medicijnen op recept moeten klanten in het bestelformulier aangeven welke klachten zij hebben, waarna één van de huisartsen in dienst bij New Pharmacy de bestelling controleert en dient goed te keuren. New Pharmacy verkoopt zowel binnen als buiten Neerlandië. Door het ontbreken van fysieke locaties en de lage overheadkosten kan New Pharmacy medicijnen goedkoper aanbieden dan haar concurrenten. Dit is tegen het zere been van de vereniging van apothekers in Bretagnië, een andere lidstaat van de EU. De omzet van Germaanse apothekers is in de afgelopen jaren sterk gedaald doordat steeds meer Bretagniërs hun medicijnen online bestellen uit Neerlandië. Bretagnië heeft traditiegetrouw strenge medicijnenwetgeving die tot doel heeft de gezondheid van patiënten en consumenten in het algemeen te beschermen. Zo mogen medicijnen alleen worden verkocht aan consumenten door ondernemingen met een apothekersvergunning. Voor een dergelijke vergunning moet de aanvrager voldoen aan diverse eisen. Zo mogen zowel medicijnen op recept als de meeste medicijnen zonder recept alleen worden verkocht in fysieke winkels, moet er te allen tijde ten minste één medewerker met een afgeronde farmaciestudie aanwezig te zijn in de winkel, en mogen medicijnen op recept bovendien alleen worden verkocht door medewerkers met een afgeronde farmaciestudie. Hiermee beoogt de Bretaanse wetgeving een degelijke voorlichting aan de consument te garanderen. Daarnaast zijn de prijzen van medicijnen op recept – zowel de prijzen tussen distributeurs en apothekers als die tussen apothekers en consumenten – in Bretaanse wet- en regelgeving vastgelegd. Deze prijzen worden eenmaal per twee jaar door de overheid vastgesteld in overleg met de diverse belanghebbenden. Hiermee beoogt Bretagnië te voorkomen dat distributeurs en apothekers niet de gezondheid van de patiënt, maar het maken van winst als primair doel stellen. De Bretaanse vereniging van apothekers doet een handhavingsverzoek aan de Bretaanse overheid om de verkoop van medicijnen (met en zonder recept) door New Pharmacy aan Germaanse consumenten te verbieden. Het bevoegde bestuursorgaan van de Bretaanse overheid geeft gehoor aan dit verzoek en verbiedt per direct alle activiteiten van New Pharmacy binnen Bretagnië, inclusief het leveren aan alle consumenten met een Bretaans adres. Is het verbod van New Pharmacy door de Bretaanse overheid in overeenstemming met het vrij verkeer van goederen? Bespreek zowel voor- als tegenargumenten. Geef indien noodzakelijk aan welke aanvullende informatie u verder nodig hebt voordat u een definitieve conclusie kunt trekken.

Casusvragen

Wat is hier het verbod? Om medicijnen  te verkopen aan Bretaanse consumenten. Twee regels: een vergunningsstelsel voor het hebben van een apotheek en een stelsel voor het vastleggen van de prijs. Aan de eerste voorwaarde voldoet New Pharmacy zeker niet, en waarschijnlijk dus ook de tweede regel omdat ze medicijnen goedkoper aanbieden. Mag dat?

Vraag 1

Is er harmonisatie?

Vraag 2

Kijken of het EU-recht van toepassing is?

Vraag 3

Vrij verkeer van goederen?

Vraag 4

Is er sprake van een invoerbeperking/ handelsbelemmering?

Vraag 5

Rechtvaardiging?

Antwoordindicatie discussievragen

Vraag 1

In het arrest Dassonville wordt bepaald wat onder het begrip maatregel van gelijke werking wordt verstaan van artikel 34 VWEU. Een maatregel van gelijke werking is iedere handeling der Lid-Staten die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren. Daaronder vallen in ieder geval de maatregelen die alleen van toepassing zijn op ingevoerde producten, maar ook maatregelen die geen formeel onderscheid maken, maar toch een belemmering van de import tot gevolg zouden kunnen hebben.  Er zijn dan redelijke maatregelen toegestaan ter bescherming van gerechtvaardigde belangen, zolang een Unieregeling ontbreekt en de maatregel objectief gerechtvaardigd is.

Bij de Tabaksreclamerichtlijn gaat het over de inhoudelijke waarborgen van het attributiebeginsel. Toen het Europees Parlement en de Raad deze richtlijn afkondigden, was het onduidelijk of het werkingsverdrag wel een rechtsgrondslag bevatte voor deze richtlijn. De inhoud van de richtlijn leek immers meer gericht te zijn op de bescherming van de volksgezondheid dat op het daadwerkelijk instellen of verbeteren van de werking van de interne markt voor tabaksreclame.

Vraag 2

In het arrest Dassonville wordt bepaald wat onder het begrip maatregel van gelijke werking wordt verstaan van artikel 34 VWEU. Een maatregel van gelijke werking is iedere handeling der Lid-Staten die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren. Dit begrip kan als heel breed worden gezien. Maar die brede interpretatie heeft gevolgen voor de bevoegdheidsverdeling, omdat heel veel regels van lidstaten onder dat begrip vallen. Desalniettemin mogen de lidstaten wel redelijke maatregelen maken om onredelijke mededinging te voorkomen. Er wordt veel weggenomen van bevoegdheid voor de lidstaten, maar het Hof geeft wel iets terug. Je mag in ieder geval wel redelijke maatregelen nemen, maar het is lastig om te bepalen wat redelijk is. In ieder geval mag de handel mag er niet door worden belemmerd, 36 VWEU (rechtvaardigingsgronden) en er mogen geen verkapte discriminatiegronden zijn.

In het Cassis de Dijon komt het Hof terug op de overweging uit Dassonville over redelijke en eisen en creëerde de zogenoemde Cassis-rechtvaardiging. Belemmeringen van het intracommunautaire verkeer als gevolg van dispariteiten van de nationale wettelijke regelingen op de verhandeling der betrokken producten worden aanvaard voor zover dringende behoeften, onder meer verband houdend met de doeltreffendheid der fiscale controles, de bescherming van de volksgezondheid, de eerlijkheid der handelstransacties en de bescherming van consumenten, ze noodzakelijk maken. Uitgangspunt is de wederzijdse erkenning van de normen van de lidstaten. Producten die voldoen aan de regels van één lidstaat en daar legaal in de handel zijn gebracht, moeten dus ook in de handel kunnen worden gebracht in de andere lidstaten.  Eén van de twee toevoegingen zijn dat er meer rechtvaardigingsgronden beschikbaar worden gesteld. Zie de eerdere uitleg daarvan in Ro. 6 van Dassonville. Daar staat een verdere uitleg van redelijke maatregelen. Het Hof verandert niks aan de maatregel van de gelijke werking, maar ze voegen iets toe. Er is namelijk een dubbele last: je moet voldoen aan de regels in je nationale wetgeving, maar ook aan de andere wetgeving van de andere lidstaat. Dit is de wederzijdse erkenning. Zo niet: maatregel van gelijke werking. Het beperkt opnieuw de bevoegdheid van de lidstaten om opnieuw regels te stellen voor hun producten. Lidstaten krijgen meer ruimte en vrijheid, maar het is niet hun bevoegdheid om te bepalen welke dwingende reden je gaat beschermen.

In Italiaanse aanhangwagens en Mickelsson en Roos onderzoekt het Hof of een gebruiksregeling een aanzienlijke invloed kan hebben op het consumentengedrag, dat dan weer een negatieve uitwerking kan hebben voor de toegang van dit product tot de markt van deze lidstaat. Hiervan is sprake als indien het gebruik aanzienlijk wordt beperkt of indien deze producten niet langer kunnen worden gebruikt op de kenmerkende en inherente wijze. De consequentie van deze aandacht voor de marktoegang is dus dat ook consumenten en handelaren in zaken zonder kennelijk grensoverschrijdend element een beroep kunnen doen op artikel 34 VWEU. Het probleem is hier dat je wel een product mag kopen, maar niet mag gebruiken. We hebben nu de verschillende categorieën maatregelen:

  • Maatregelen die voldoen aan de maatregel van gelijke werking
  • Verkoopmodaliteiten (Dit zijn geen maatregelen van gelijke werking, tenzij ze niet voldoen aan de mitsen van Keck)
  • Maatregelen die discrimineren (dat zijn altijd maatregelen van gelijke werking)
  • Iedere andere maatregel die de rechtstoegang belemmert

Mickelsson en Roos: in Ro. 24 een opsomming van de rechtspraak. Discriminerende maatregelen, producteisen en markttoetredingstoets. (Belemmering van markttoetreding). Een nationale regeling kan in beginsel als evenredig worden beschouwd op voorwaarde dat de bevoegde nationale autoriteiten verplicht zijn dergelijke uitvoeringsmaatregelen te nemen en vervolgens dat die autoriteiten de hun op dit punt verleende bevoegdheid daadwerkelijk hebben uitgeoefend en de gebieden hebben aangewezen die aan de voorwaarden van de nationale verordening voldoen en ten slotte dat dergelijke maatregelen zijn vastgesteld binnen een redelijke termijn na de inwerkingtreding van die verordening. 

In Keck en Mithouard creëerde het Hof de zogenoemde Keck-uitzondering voor nationale regelingen inzake verkoopmodaliteiten. Deze uitzondering geldt voor nationale bepalingen die bepaalde verkoopmodaliteiten aan banden leggen of verbieden, mits die bepalingen van toepassing zijn op alle marktdeelnemers die op het nationale grondgebied activiteiten ontplooien, en mits zij zowel rechtens als feitelijk dezelfde invloed hebben op de verhandeling van nationale producten en op die van ingevoerde producten. In Keck is de verkoopmodaliteit een verbod op het verkopen van goederen onder de inkoopprijs. Als je te maken hebt met een verkoopmodaliteit (de manier waarop een product verkocht wordt) en als het aan de twee voorwaarden voldoet van Ro 16, dan is het geen maatregel van gelijke werking. Het voordeel daarvan is dat het niet gerechtvaardigd hoeft te worden. De maatregel moet evenredig zijn. De lidstaat moet aantonen dat de maatregel geschikt en gerechtvaardigd is, de lidstaat heeft nu met Keck niet de bewijslast. Degene die de maatregel aanvalt heeft de bewijslast om aan te tonen dat de twee mitsen van Keck niet toepasbaar zijn.

Vraag 3

Het nut is geweest om te kijken of er sprake is van een toetredingsbelemmering. Over het algemeen resulteren regels betreffende verkoopmodaliteiten niet in een dubbele last en hebben zij daarmee slechts een indirecte invloed op de handel tussen de lidstaten. Om te verzekeren dat er inderdaad geen dubbele last ontstaat als gevolg van de verkoopmodaliteit, stelt het Hof een markttoetredingstoets. Maar de Keck-exceptie is wel minder revolutionair dan gedacht, immers in Van Tiggele liet het hof blijken dat het niet onwelwillend stond ten opzichte van prijsregulering door lidstaten, zolang daardoor de markttoetreding maar niet wordt belemmerd.

Vraag 4

Artikel 114 VWEU bevat een algemene harmonisatiegrondslag voor de interne markt. Het artikel bevat een procedure die eerst doorlopen moet worden voordat de strengere maatregel kan worden toegepast. Het staat dus geenszins in de weg aan totale harmonisatie. Op grond van artikel 114 lid 6 VWEU kan de commissie de betrokken nationale bepalingen afwijzen. Dat betekent dus dat de commissie in principe alle nationale bepalingen kan afwijzen en een totale harmonisatie kan opleggen.

Vraag 5

Het probleem met hoe het zit met producten die op de markt zijn gebracht in lidstaten die in het geheel geen regels kennen voor alcoholpercentages. Ten eerste bestaat de mogelijkheid om tot een gezamenlijke norm te komen door middel van het afkondigen van harmonisatiemaatregelen. Ten tweede hebben lidstaten nog steeds de mogelijkheid om dwingende vereisten te beschermen door middel van hun nationale regels.

Vraag 6

Door in het arrest Deense Flessen te bepalen dat de Cassis-rechtvaardiging uit vier voorwaarden bestaat:

1. De regeling van de Europese Unie (harmonisatie) ontbreekt.

2. De nationale regeling moet zonder onderscheid van toepassing zijn.

3. De nationale regeling is gerechtvaardigd door dwingende eisen van Unierecht.

4. De nationale regeling moet evenredig zijn aan het doel; lidstaten moeten het middel kiezen dat het vrije handelsverkeer het minst belemmert.

Antwoordindicatie casusvragen

Vraag 1

Blijkt niet uit de casus.

Vraag 2

Als er geen harmonisatie plaats heeft gevonden, is het Verdrag toepasbaar. Voor vrijheden in het verdrag moet er sprake zijn van een grensoverschrijdend effect. De dingen die onder de vrijheden vallen moeten de grens overgaan, in dit geval zijn dat goederen. Harmonisatie en grensoverschrijdend gedrag vallen onder het beoordelingskader. Het Verdrag is toepasbaar als er een grensoverschrijdend element is. Art 34 VWEU is het beoordelingskader.

Vraag 3

Ja, er worden medicijnen verkocht van lidstaat A naar lidstaat B.

Vraag 4

Ja, er zijn wel eisen, maar die worden niet gesteld aan het product. Dus het is geen situatie als in Cassis. Marktoetredingstoets is een restcategorie, dus eerst kijken of het onder één van de andere categorieën valt. Je moet goed uitleggen waarom het gaat over Keck. Het gaat over verkoopmodaliteiten, onder welke voorwaarden producten worden verkocht. In dit geval gaat het over een regel over wie de medicijnen mag verkopen. Je moet nu kijken naar de mitsen van Keck.

  • Mits 1 Alle marktdeelnemers die op het nationale grondgebied activiteiten ontplooien. Ja, de activiteit is verkoop aan de consument, New Pharmacy is daarmee bezig.
  • Mits 2 Rechtens dezelfde invloed op nationale producten. Je hebt hier producten die verkocht worden uit Neerlandië en Bretagnië. De regel geldt voor iedereen. Heeft die ook feitelijk dezelfde invloed? Het punt van Keck is bij verkoopmodaliteiten kijk je niet meer of er sprake is van een belemmering. Je kijkt namelijk of er directe discriminatie is. Het is geen eerlijke vergelijking als je de apotheek uit Neerlandië vergelijkt met de andere bestaande Bretaanse  apothekers. New Pharmacy is niet meer actief, want als ze actief willen worden moeten ze een nieuw pand kopen. Dus je moet ze vergelijken met de Bretaan die ook een apotheek wil beginnen, en niet de Bretanen die al een apotheek hebben!

Dus er zijn twee groepen: potentiele apothekers in Bretagnië en potentiele apothekers in Neerlandië of een bestaande apotheek uit Bretagnië en een bestaande apotheek uit Neerlandië. Voor de New Pharmacy kunnen ze alleen online verkopen. Apothekers uit Neerlandië kunnen daarom nooit concurreren met de apothekers uit Bretagnië, omdat je niet vanuit Bretagnië een medicijn gaat kopen uit Neerlandië. Vaste prijzen systeem is niet zo makkelijk te beantwoorden of dat een verkoopmodaliteit is (je moet Scotch Whiskey Association goed lezen). Als dit komt op het tentamen mag je het behandelen onder Keck of onder een andere maatregel, maar je moet het wel goed uitleggen! In beide gevallen zal je concluderen dat het een belemmering is. Is er feitelijk dezelfde invloed? Waarom is een vaste prijs nadeliger voor het buitenland dan in het binnenland? Omdat een consument het liever dichtbij haalt dan van een internationaal bedrijf.

Vraag 5

Maatregelen van gelijke werking kunnen gerechtvaardigd worden op grond van artikel 36 VWEU en dwingende reden van algemeen belang.Volksgezondheid wordt gerechtvaardigd op grond van artikel 36 VWEU en consumentenbescherming is een dwingende reden van algemeen belang. Daarna moet je kijken naar de evenredigheid, noodzakelijkheid en geschiktheid. Argumentatie op het gebied van evenredigheid, moet je doen op basis van het arrest Scotch Whiskey Association. 

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Europees recht werkgroepuitwerkingen jaar 2018/2019

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 1

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 1

Discussievragen

Vraag 1

Wat is de relatie tussen de arresten Dassonville en Tabaksreclamerichtlijn?

Vraag 2

Bespreek de ontwikkeling in de rechtspraak inzake het vrij verkeer van goederen in het licht van de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie. Welke ontwikkeling in de rechtspraak kunt u ontwaren? Ga in ieder geval in op de arresten Dassonville, Cassis de Dijon, Keck en Mithouard en Italiaanse aanhangwagens, en Mickelsson en Roos, en de relevante verdragsartikelen.

Vraag 3

In het verlengde van (2), wat is het nut geweest van Keck en Mithouard en houdt deze redenering stand in het licht van de daaropvolgende rechtspraak?

Vraag 4

Bestudeer artikel 114 VWEU. Vormt dit artikel naar uw oordeel een (vrijwel) onbegrensde harmonisatiebevoegdheid voor de Europese Unie? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 5

Welk probleem probeert Cassis de Dijon op te lossen? Creëert deze oplossing een juiste balans tussen de belangen van lidstaten en EU en tussen economische en niet-economische belangen?

Vraag 6

In het verlengde van (5), hoe worden de leerstukken uit Cassis de Dijon beheersbaar gehouden door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)?

Casus

Casus Het bedrijf ‘’New Pharmacy’’ is een online apotheek gevestigd in Neerlandië, een lidstaat van de Europese Unie, en verkoopt zowel medicijnen op recept als vrij verkrijgbare medicijnen aan consumenten. New Pharmacy voldoet aan alle door de Neerlandische overheid gestelde vergunningseisen voor apotheken. Bestellingen gaan volledig online en het bedrijf heeft behalve het hoofdkantoor geen fysieke vestigingen. Voor medicijnen op recept moeten klanten in het bestelformulier aangeven welke klachten zij hebben, waarna één van de huisartsen in dienst bij New Pharmacy de bestelling controleert en dient goed te keuren. New Pharmacy verkoopt zowel binnen als buiten Neerlandië. Door het ontbreken van fysieke locaties en de lage overheadkosten kan New Pharmacy medicijnen goedkoper aanbieden dan haar concurrenten. Dit is tegen het zere been van de vereniging van apothekers in Bretagnië, een andere lidstaat van de EU. De omzet van Germaanse apothekers is in de afgelopen jaren sterk gedaald doordat steeds meer Bretagniërs hun medicijnen online bestellen uit Neerlandië. Bretagnië heeft traditiegetrouw strenge medicijnenwetgeving die tot doel heeft de gezondheid van patiënten en consumenten in het algemeen te beschermen. Zo mogen medicijnen alleen worden verkocht aan consumenten door ondernemingen met een apothekersvergunning. Voor een dergelijke vergunning moet de aanvrager voldoen aan diverse eisen. Zo mogen zowel medicijnen op recept als de meeste medicijnen zonder recept alleen worden verkocht in fysieke winkels, moet er te allen tijde ten minste één medewerker met een afgeronde farmaciestudie aanwezig te zijn in de winkel, en mogen medicijnen op recept bovendien alleen worden verkocht

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 2

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 2

Losse aantekeningen

Gebhard: ro.7.30 Cassis rechtvaardiging geldt voor alle vrijheden.

Het moet aan de verschillende criteria voldoen:

  • Dwingende reden van algemeen belang
  • Er mag op dat terrein nog geen harmonisatie zijn
  • Maatregel mag niet direct discrimineren
  • Maatregel moet evenredig zijn

In Gebhard vergeet het Hof dat er geen harmonisatie mag zijn en de evenredigheidstoets splitst die dat in tweeën. Je kan het beste uitgaan van Cassis en Deense Flessen.

Werking betekent rechtstreekse werking, betekent dat je EU rechten inroept. Je hebt daarin twee situaties: geschil tegen de overheid en geschil tegen een burger.

Discussievragen

1. In hoeverre kunnen de fundamentele vrijheden van de interne markt worden ingeroepen tegenover particulieren?

Wanneer kan je überhaupt iets inroepen? Als je rechtstreeks werking hebt. Het moet dan voldoende duidelijk geformuleerd en onvoorwaardelijk zijn. Als een bepaling rechten en plichten toekent en die duidelijk zijn omschreven dan heeft dat rechtstreekse werking, die kan je dus afdwingen van de overheid.

Walrave en Koch: gaat over werknemers en diensten. Hof: het verbod op discriminatie van nationaliteit geldt niet alleen voor het optreden van openbaar gezag, maar strekt zich ook uit tot bepalingen van andere aard, strekkende tot collectieve regeling van arbeid in loondienst en dienstverrichtingen.

Viking line: is een actie. Je kan het niet inroepen tegen één persoon, alleen maar op collectieve wijze. Semipublieke partijen.

Werknemers zijn mensen, daar heb je de notie van dat je gediscrimineerd wordt. Arrest Antonnissen. Art 50 is algemeen geformuleerd en is niet alleen bedoeld voor lidstaten. Discriminatie geldt niet alleen voor collectieve overeenkomsten, maar ook voor privaatrechtelijke overeenkomsten.

Hoe zit het dan met goederen en kapitaal? Goederen: het moet tussen twee lidstaten zijn. Artikelen 34 en 63 VWEU verwijzen naar lidstaten, de andere artikelen niet. Dat is een indicatie dat er voor goederen en kapitaal geen horizontale rechtstreekse werking is. Arrest Schmidtberger.

2. Wat is het verschil tussen de discriminatie-benadering en de belemmeringen-benadering in de context van artikel 49 en artikel 56 VWEU?

Je mag soms discrimineren, mits dat nodig is voor de openbare orde. Discriminatie en niet-discriminatoire belemmeringen vallen onder beperkingen. Zie de arresten Centros en Bosman. Ook niet discriminatoire maatregelen kunnen verboden zijn. Indirecte discriminatie heeft hetzelfde effect als feitelijke discriminatie. Directe discriminatie betekent dat je dat alleen kan rechtvaardigen op grond van een verdragsbepaling. Maatregel moet evenredig zijn, noodzakelijkheid van de maatregel moet hetzelfde doel bereiken. In het arrest  Binsbergen is er sprake van indirecte discriminatie.  Nederland moest aantonen dat het noodzakelijk is. Discriminatie is soms nodig voor een niet economisch doel. Soms ook nodig voor de volksgezondheid, maar meestal is dat niet zo.

3. Het arrest Cowan is een voorbeeld van EU-burgerschap avant la lettre. Leg uit.

In het arrest Cowan is bepaald dat het recht van vrij dienstenverkeer, ook van toepassing is op dienstontvangers die zich verplaatsen. Een Britse toerist werd

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 3

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 3

Discussievragen

1. De ontwikkeling van de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie kan, zeker in relatie tot het burgerschap, een “stap-voor-stap” benadering worden genoemd. Kunt u, met behulp van de zaken die deze week behandeld zijn, uitleggen wat onze collega hiermee bedoeld?

Art 19 VWEU. Niemand weet echt wat dat betekent, het stelt het Hof in staat om uit te leggen wat het recht is. Je zegt dan eigenlijk dat het recht meer is dan de verdragen, er zijn daarom ook meer beginselen dan het Unierecht. Zij hebben daarom wel een positie om te zeggen wat het recht is en dat dat verder gaat dan wat lidstaten in de verdragen hebben opgenomen. Ze willen ook niet geconfronteerd worden met hun eigen uitspraak in latere rechtspraak. Voorbeelden:

Zhu en Chen: is eigenlijk ook al een extra stapje op de rechtspraak, want er is geen grensoverschrijdend effect. Grensoverschrijdend element is dat ze er wel heeft gewoond, maar de nationaliteit heeft van een ander land.

Arresten Zhu en Chen en Zambrano gaan allebei over afgeleide verblijfsrechten. Verschil is hoe het Hof stelt dat er sprake is van de reikwijdte.

Arrest Rottmann: gaat het Hof over  iemand dat staatloos wordt? Is dat niet gewoon internationaal publiekrecht? Dus moeten ze ervoor zorgen dat deze zaak onder de reikwijdte van het Hof valt, dat doen ze door te zeggen dat hij ook het Unieburgerschap verliest.

Zambrano: kinderen verliezen niet hun nationaliteit. In Zambrano en Rottman verliezen ze beiden de rechten die de Unie hen geeft, als ze hun nationaliteit kwijtraken. Je wordt juridisch gedwongen en Zambrano is het feitelijk verliezen van je Unieburgerschap.

Wat is de extra stap in McCartney? Zij wil met het gezin op één plek blijven. Ro. 42 Zambrano. Tenzij een recht op gezinsleven het belangrijkste onderdeel is van de status van Unieburgerschap ontleende rechten, mag een lidstaat dat niet wegnemen. Niet alleen vrijheid van reizen en diensten, maar ook recht van gezinsleven. Hof zegt dat gaan we niet doen. Als ze dat wel zouden doen is de soevereiniteit voorbij. Dit is een interpretatie van Ro. 42 van Zambrano, een restrictieve interpretatie.

Art 6 VEU en 51 HV fundamentele rechten zijn van toepassing als de werking plaatsvindt in Unierecht. Valt de situatie van McCartney binnen het Unierecht? Recht van gezinsleven alleen van toepassing als het onder Unierecht valt. Dit is een cirkelredenering. McCartney doet ook een beroep op Zhu en Chen arrest.

2. Zoals de heer Lindeboom ook in zijn hoorcolleges heeft belicht, is Burgerschap een soort overgang tussen de harde kern economische aard van de Europese Unie, en het begin van een meer sociaal idee van de Europese Unie. Omdat dit politiek precair is, trekt zowel het Hof als Richtlijn 2004/38 een lijn, die de sociale belangen van de Lidstaten en de belangen van de EU afbakent. Kunt u die schetsen?

Sociaal betekent solidariteit hebben. Dat is politiek gevoelig. Art 24 lid

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 4

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 4

Discussievragen

1. Wanneer is een marktafbakening noodzakelijk binnen het Europese mededingingsrecht? Gebruik in uw antwoord het arresten United Brands en Cartes bancaires en leg een verband met zowel het kartelverbod als het verbod van machtsmisbruik.

United brands (art. 101 VWEU): In United brands gingen het om een marktafbakening van bananen. Hierbij werd eerst gekeken naar de relevante productmarkt (werd o.a. gekeken naar substitueerbaarheid van het product) en vervolgens werd gekeken naar de geografische markt (hierbij werd gekeken naar bijvoorbeeld invoerregelingen/uiteenlopende mededingingssituaties

Cartes Bancaires (102 VWEU): In dit arrest wordt het begrip ‘strekking’ uitgelegd. In Ro. 51 staat dat bepaalde kartelafspraken beschouwd kunnen worden als afspraken die een zodanig groot risico op negatieve beïnvloeding van inzonderheid de prijs, de hoeveelheid en de kwaliteit van de producten en diensten inhouden, dat het overbodig kan worden geacht voor de toepassing van art. 102 VWEU om aan te tonen dat zij concrete effecten hebben op de markt.

Wanneer moet je een markt afbakenen? Om onder artikel 101 VWEU te vallen. Geldt dit artikel ook voor verticale overeenkomsten? Ja, zie het arrest Consten en Grundig. Mededinging is altijd op een markt, om te kijken of deze wordt beperkt moet je de markt af bakenen. Hoe zit het met strekkingsbeperkingen? Je hoeft niet te kijken of de mededinging wordt beperkt dus ook niet de markt af te bakenen.

Bijv. je hebt geconstateerd dat er een horizontale prijsafspraak is gemaakt, hoe kom je daarachter? Hoe weet je dat het horizontaal is? Je moet dan kijken of bedrijven gelijkwaardig zijn, daarvoor moet je de markt afbakenen. Strekkingsbeperkingen zijn aardig schadelijk voor de mededinging, dat hoef je niet te onderzoeken. Hoe je weet of iets een strekkingsbeperking is heeft het Hof jurisprudentie over. Zie het arrest Cartes Bancaires.

Artikel 102 VWEU : altijd marktafbakening, anders weet je niet of diegene een machtspositie heeft.  Artikel 106 VWEU wordt vaak in samenhang met artikel 102 VWEU gelezen.

Bij artikel 107 VWEU zal je ook vaak de markt afbakenen.

2. Baken de relevante markten af waarop de volgende producten concurreren:

1. Een Junami-appel:

Relevante productmarkt: De prijs van een Junami-appel varieert door het jaar heen. Wanneer de Junami-appel 5-10% duurder wordt zullen mensen bijvoorbeeld overstappen op fuji appels. Er is dus geen sprake van een zelfstandige Junami-appels markt. Als het prijsverschil 1 en 2 euro zit er wel concurrentie in. SSNIP test doe je altijd van één product. Je gaat eerst uit van dat ene product, als mensen overstappen naar een andere appel dan is de Jumani appel geen zelfstandige markt.

Relevante geografische markt: er is altijd een markt van toepassing, je kijkt naar het gebied waarbinnen verschillende aanbieders van één product met elkaar concurreren. Twee factoren zijn de prijs van het product en de prijs van transportkosten. Als een supermarkt de prijs omhoog gooit, is

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 5

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 5

Losse aantekeningen

Je roept het vrije verkeer van goederen in niet tegen een partij, maar tegen een wet die ongeldig verklaard moet worden. Het Hof zegt dat er dan geen rechtstreekse horizontale werking is, omdat er niet direct verplichtingen uit artikel 34 VWEU worden genoemd.

Je mag een richtlijn niet inroepen tegenover een andere particulier. Je kan wel een richtlijn inroepen tegen de staat, ook als dat ertoe leidt dat er negatieve gevolgen zijn voor een andere particulier (Arrest Wells). Hof verzint in de jaren 50 al beginselen die niet op papier staan. Beginselen waar vrijwel iedereen over eens is dat die er zijn. Bijvoorbeeld in het arrest Mangold. Soms staan die beginselen ook in het Verdrag, bijvoorbeeld in het Handvest. Je kan algemene beginselen inroepen als ze duidelijk en onvoorwaardelijk . Art 27 Handvest is niet voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk. Non-discriminatie is dat wel. Je kan je beroepen op een algemeen beginsel zover je de criteria van rechtstreekse werking in acht neemt. Art 27 Handvest geeft een conditionering en je kan je dan op de uitwerking beroepen. Dit artikel zelf is niet onvoorwaardelijk.

Discussievragen

1) De termen evenredigheid, subsidiariteit en bevoegdheidstoedeling hebben een eigen Europees rechtelijke uitlegging. Kunt u deze uitleggen, maar belangrijker, wat is hun functie?

Evenredigheid: volgens artikel 5 lid 4 VEU gaat het optreden van de Unie niet verder dan dat wat voor het bereiken van de doelstelling noodzakelijk is. Dat betekent dat regelgevend optreden slechts plaatsvindt als dat nodig is, zodat er een impliciete voorkeur voor niet-regelgevend optreden is. De keuze tussen richtlijn (lidstaten kunnen nog zelf dingen invullen) of verordening ( dwingende bepaling voor alle lidstaten, zij moeten precies alles zo doen). Het liefst moet er dus een richtlijn worden gekozen. Het is altijd van toepassing als ze de bevoegdheid hebben. Er zijn drie elementen. Geschiktheid en noodzakelijkheid en stricto- sensu. Stricto – sensu is een soort belangenafweging. Je kijkt dan naar de voordelen en de nadelen van de maatregel. Het is belangrijk om dit te onderscheiden van noodzakelijkheid! Als het Hof het heeft over evenredigheid in het vrije verkeer dan hebben ze het vaak alleen over geschiktheid en noodzakelijkheid,  omdat dat vaak al voldoende is. Als je een vraag krijgt over de interne markt op het tentamen, dan moet je verwijzen naar de rechtspraak en met name naar het arrest Deense Flessen als het over de geschiktheid en noodzakelijkheid gaat. Bij de beoordeling van de Uniewetgeving of het evenredig is het belangrijk dat je alle drie elementen gebruikt. Hoe toetst het Hof de evenredigheid van de maatregel? Stel je voor je hebt een maatregel en die wordt aangevochten en dan moet het Hof daarover nadelen. Het is een politieke afweging en de rechter zal marginaal toetsen. Arrest Van Duyn . De striktheid van de toetsing hangt altijd af van type maatregel. De intensiteit is altijd belangrijk van welk gebied de maatregel betreft.

Subsidiariteit: volgens artikel 5 lid 3VEU kan de Unie alleen

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 6

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 6

Discussievragen

1) U heeft aan het einde van deze week een redelijk overzicht van alle manieren waarop Europees recht kan doorwerken in het nationale recht. Kunt u een overzicht maken van de verschillende methoden, en aangeven in welke situaties ze kunnen worden gebruikt?

Maak dit voor jezelf gebruik de volgende drie dingen:

  • Rechtstreekse werking
  • Richtlijnconforme interpretatie
  • Staatsaansprakelijkheid

2) Het Hof hamert er op dat het nuttig effect van Europees recht enkel verzekerd kan worden als er een mogelijkheid is tot non-contractuele aansprakelijkheid voor lidstaten. Wat is de gedachte hierachter, en vindt u dit voldoende bescherming voor de Unieburger?

De gedachte hierachter is dat als lidstaten aansprakelijkheid kunnen worden gesteld als zij een verkeerde implementatie hebben gedaan, dit een prikkel vormt om de implementatie wel goed te doen omdat ze anders schadevergoeding moeten betalen aan degene die zich op deze verkeerde geïmplementeerde regel beroept. Dit is het beginsel dat in Francovich wordt genoemd en wordt verder uitgewerkt in het arrest Brasserie du Pecheur. Er moet dan aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • Het moet gaat om een voldoende gekwalificeerde schending, waarbij als beslissend criterium worden gehanteerd de kennelijke en ernstige miskenning, door een lidstaat van de grenzen waarbinnen diens discretionaire bevoegdheid dient te blijven.
  • van een bepaling die rechten geeft aan rechtspersonen(vaak natuurlijke personen)
  • welke tot schade leidt
  • waarbij er een causaal verband is tussen geschonden norm en schande

Naar mijn mening biedt dit altijd heel veel bescherming aan de burger, omdat er ook sprake kan zijn dat een lidstaat de wetgeving verkeerd heeft geïnterpreteerd zonder dat dit toe te rekenen is aan een lidstaat. Er is dan geen rechtstreekse werking en een burger kan er geen beroep op doen en kan geen schadevergoeding vorderen. Dit is bijvoorbeeld te zien in het arrest British Telecom. Waarom is dit begrip toegevoegd? Omdat rechtstreekse werking niet altijd geldt. Staatsaansprakelijkheid is niet ontstaan als een prikkel voor de lidstaat om de implementatie goed te doen.  Francovich is ontstaan omdat er geen ander redmiddel was. Er was in Britisch Telecom geen voldoende gekwalificeerde schending, dit is geen criterium voor rechtstreekse werking of richtlijn conforme interpretatie. Het andere nadeel van aansprakelijkheid is dat geld niet alles oplost, je kan een vergoeding krijgen maar dat lost niet altijd alles op. Dit is niet het laatste redmiddel, het is niet zo dat je pas staatsaansprakelijkheid kan inroepen als je rechtstreekse werking en richtlijnconforme interpretatie hebt gehad. En je kan ook verschillende dingen tegelijk doen. Voorbeeld: lidstaat heeft richtlijn niet op tijd omgezet en je hebt schade geleden. Dit is rechtstreekse werking en staatsaansprakelijkheid. Denk eraan op het tentamen, dat dit beiden van pas kan zijn!

3) Een heet hangijzer in academische discussies is al jaren het begrip ‘procedurele autonomie’. Er zijn academici die zeggen dat dit begrip het laatste onaangetaste domein is van de lidstaten. Andere academici vinden deze stelling onzin.

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 7

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 7

Europees recht werkgroep week 7

Voor het tentamen:

  • Je mag de geüpdatete artikelen van het Verdrag in je reader erbij zetten.
  • Je moet ook arresten kunnen noemen op het tentamen die duidelijk voorbij zijn gekomen op de hoorcolleges en die niet behoren tot de verplichte jurisprudentie. Een voorbeeld is het arrest Viking Line.
  • Voor het toetsen van de Cassis rechtvaardiging moet je eerst de theorie uitleggen van de Cassis rechtvaardiging en dan zeggen dat je die aan de hand van de criteria die genoemd zijn in Deense Flessen gaat toetsen.  

Casus 1: Het Systeem van Rechtsbescherming

Er is al jarenlang een felle discussie aan de gang over het gebruik van zogenaamde Neonicotinoïden in de landbouw.1 Deze stof wordt gebruikt in de gewasbescherming om bepaalde insectenplagen in te dammen. Echter, er zijn verschillende onderzoeken geweest waarin het effect van deze stoffen op de bijenpopulatie inzichtelijk wordt gemaakt. Uit een groot aantal van deze onderzoeken lijkt duidelijk te worden dat de bijensterfte, die op enig moment de voedselzekerheid van de EU kan bedreigen, deels voortkomt uit het gebruik van deze stoffen. Het lukt de Raad niet om tot een eenduidig antwoord te komen voor de oplossing van dit probleem. Neonicotinoïden zijn erg goed in het bestrijden van ongedierte, en hebben door de lage doseringen die nodig zijn weinig tot geen effecten op de menselijke consument. De landbouw sector en de chemische industrie in veel lidstaten verzet zich hevig tegen een verbod. Hierdoor is er verdeeldheid in de Raad, terwijl het Europees Parlement al heeft aangegeven een voorstander te zijn voor een algeheel verbod van Neonicotinoïden. Uiteindelijk bepaalt de Commissie dat het beste is als er het volgende pad wordt gevolgd: Per Verordening van 1 januari 2017 is het vanaf 1 januari 2019 niet meer toegestaan om Neonicotinoïden te gebruiken in de Europese Unie. Echter, het is tot 2022 mogelijk voor individuele lidstaten om hier een uitzondering op te maken voor specifieke landbouw-sectoren. Hiervoor dienen zij een beargumenteerd verzoek te doen bij de Commissie, welke vervolgens een afweging zal maken of de uitzondering wordt toegestaan of niet. Er wordt dan gekeken naar de noodzakelijkheid van het gebruik (is het land bijzonder vatbaar voor insectenplagen etc.) en de effecten van het gebruik op zaken als de bodemgesteldheid en de waterkwaliteit. In de 1 In deze casus wordt de discussie die over deze middelen plaats heeft gevonden sterk versimpeld weergegeven. Natuurlijk wordt u aangemoedigd om wat in te lezen over de Europese dimensie van dit vraagstuk, maar maak enkel gebruik van de voorstelling van zaken zoals deze in de casus is weergegeven. tussenliggende periode zal er meer onderzoek worden gedaan over de effecten van dit middel, waarna de Commissie hoopt dat er een meer eenduidige oplossing te vinden is. Nederland vraagt in de loop van 2018 een uitzondering aan voor in feite de gehele Nederlandse groente en fruitteelt. De Nederlandse overheid stelt in haar verzoek dat Nederland bij uitstek het voorbeeld

.....read more
Access: 
Public
Follow the author: iwanabosman
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Aanvullingen

Vraag 1: De relatie tussen beide arresten is dat Dassonville over negatieve integratie gaat en Tabaksreclamerichtlijn over positieve integratie. Daarnaast is Dassonville gewezen tegen de lidstaten en Tabaksreclamerichtlijn tegen de organen van de unie zelf. 

Vraag 2: Het zegt over de bevoegdheidsverdeling dat de bevoegdheid van de lidstaten is gegroeid, doordat het steeds meer duidelijk wordt welke uitzonderingen voor mgw's er voor hen zijn. Er wordt teruggekomen op de ruime uitleg uit Dassonville. 

Vraag 3: Het nut van Keck is ook dat het de bevoegdheidsverdeling weer iets meer in balans heeft gebracht. Echter is het aantal zaken bij het Hof alleen maar gegroeid. 

Vraag 4: Art. 114 VWEU is een brede bevoegdheid, maar er zijn eisen aangesteld. De EU mag dan wel op grond van lid 3 uitgaan van een hoog beschermingsniveau van bepaalde zaken zoals volksgezondheid, maar de harmonisatie mag niet met name om dus bijvoorbeeld volksgezondheid gaan, want dat zou in strijd zijn met art. 168 VWEU waarin staat dat de EU dat niet mag harmoniseren. 

Vraag 5: Cassis de Dijon biedt een rechtvaardiging voor nieuwe beschermingsdoelstellingen, omdat art. 36 VWEU limitatief is en zeer strikt wordt opgevat (zie ook Humanplasma). Ook tracht het probleem van de brede uitleg van maatregel van gelijke werking van Dassonville op te lossen. Het arrest noemt een aantal niet-economische gronden in par. 8. Dit brengt het wat meer in balans. 

Vraag 6: Door uit te gaan van enerzijds wederzijde herkenning tussen lidstaten (Cassis), en anderzijds lidstaten de kans te geven zich te kunnen beroepen op uitzonderingsgronden. Zie Deense Flessen. 

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Countries and regions:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3635 1 1