Werkgroep week 2 goederenrecht

Opdrachten

Opdracht 1

Fatima vindt op een afgelegen parkeerplaats een jong katje en neemt dit mee naar huis.

Vraag 1a

Is Fatima eigenaar geworden van het katje?

Vraag 1b

Luidt het antwoord op vraag a anders indien Fatima niet een katje vond, maar een doosje met (oude) munten?

Opdracht 2

Welke van de navolgende kwalificaties - rechthebbende; eigenaar; bezitter (al of niet te goeder trouw); houder – is /zijn van toepassing op:

Vraag 2a

een huurder van een fiets;

Vraag 2b

een erfpachter van een stuk grond;

Vraag 2c

een bruiklener van een boek, die niet van zins is het boek ooit terug te geven;

Vraag 2d

Een dief van een autoradio; en

Vraag 2e

een schuldeiser met een geldvordering uit hoofde van geldlening.

Opdracht 3

Vraag 3a

Wat is het verschil tussen eigenlijke en oneigenlijke vermenging?

Vraag 3b

Wat is het verschil tussen de verkrijgende en de bevrijdende verjaring?

Opdracht 4

Niels Bijl heeft een fietsenwinkel waarin hij hippe fietsen verkoopt. In september 2017 betrekt hij een tiental fietsen zonder zadel van de Fietsenfabriek, die standaard onder eigendomsvoorbehoud levert. De zadels en houten kratten (dienend als houten fietskrat vóór op de fiets) betrekt hij van een sympathieke start up “Saddle U” genaamd, die volledig duurzaam gefabriceerde fietsbenodigdheden produceert. Deze zadels en houten kratten worden onder eigendomsvoorbehoud geleverd aan Niels, zij het dat Saddle U zich de eigendom voorbehoudt. Niels monteert alle zadels en een aantal houten kratten op de fietsen en zet de fietsen te koop in zijn winkel. Hij heeft de facturen van beide leveranciers nog niet betaald.

Vraag 4a

Bespreek gemotiveerd wie eigenaar en bezitter en houder van de fietsen is. Geef aan of de eigendom ook de zadels omvat.

Vraag 4b

Wie is volgens u eigenaar van de houten kratten die op de fietsen zijn gemonteerd?

Vraag 4c

Wie is volgens u eigenaar van de houten kratten die (nog) niet op de fietsen zijn gemonteerd?

Stel nu dat in het magazijn van Niels in totaal twintig identieke houten kratten bevinden, tien daarvan behoren tot de nog onbetaalde september leverantie, de overige kratten zijn eerder geleverd en reeds betaald door Niels.

Vraag 4d

Op welke problemen stuit Saddle U als zij de onbetaalde kratten zou willen revindiceren?

Vraag 4e

Wat is precies het verschil met de situatie sub d indien de onbetaald gebleven leverancier geen kratten maar kilo’s schroeven zou hebben geleverd die zich hadden vermengd met een restant aan Niels toebehorende identieke soort schroeven?

Opdracht 5

Ernst heeft een aantal boeken geleend van Michael. Op een dag krijgen zij hevige ruzie en Ernst roept naar Michael dat hij zijn boek mooi niet meer terugkrijgt.

Vraag 5a

Bespreek de rechtspositie van Ernst voor de ruzie en na de ruzie.

Vraag 5b

Is het mogelijk voor Ernst om eigenaar te worden van het boek?

Opdracht 6

Sinds Nienke en Kees in 1998 hun nieuwbouwwoning betrokken, gebruiken zij een gemeentelijke strookje groen direct grenzend aan hun achtertuin. Zo hebben zij bij de aanleg van hun eigen tuin in 1998 in de gemeentelijke groenstrook een fraaie beukenhaag geplant, op het gemeentelijke strookje groen, om inkijk vanuit het achterliggende plantsoen te minimaliseren en daarmee tevens hun erfgrens af te bakenen.

Inmiddels is het 2019 en de gemeente is wakker geschrokken door recente jurisprudentie van de Hoge Raad. Na een rondgang door het dorp ontdekt de gemeente onder andere de erfafscheiding van Nieke en Kees, om te concluderen die dat over de erfgrens heen staat. Zij vraagt aan Nienke en Kees de haag te verwijderen, althans haar eigendom te erkennen. Nienke en Kees stellen zich echter op het standpunt inmiddels zelf eigenaar te zijn geworden van de groenstrook door verjaring en weigeren de haag te verwijderen. De gemeente stapt naar de rechter en vordert de verwijdering van de haag en een verklaring voor recht dat de strook grond met beukenhaag toebehoort aan de gemeente. De gemeente stelt zich op het standpunt dat zij onmogelijk van de inbezitneming kennis had kunnen nemen, nu de beukenhaag in de gemeentelijke groenstrook is gepland, en daarom de verkrijgende verjaring niet is begonnen te lopen.

Vraag 6a

Zal de revindicatie van de gemeente slagen? Onderbouw uw antwoord.

Vraag 6b

Ziet u (ook) een andere route voor de gemeente om de strook grond terug te krijgen?

Stel nu dat Nienke en Kees in 1998 geprobeerd zouden hebben de strook van de gemeente te kopen. En stel voorts dat de gemeente hier niets van wilde weten en zelfs Nienke en Kees gesommeerd zou hebben de beukenhaag te verwijderen, maar dat daarna niets meer door de gemeente is ondernomen.

Vraag 6c

Hoe zou in dat geval uw antwoord op vraag b luiden?

Opdracht 7

Op grond van art. 3:105 BW kan een dief van een roerende zaak of een occupant van een onroerende zaak na twintig jaar de eigenaar van de zaak worden. In de parlementaire geschiedenis (T.M., Boek 3 BW, p. 416) is over deze bepaling het volgende opgemerkt:

“Evenals in het Franse recht is dus in het ontwerp gebroken met de thans bestaande anomalie, dat de werkelijke rechthebbende de zaak niet kan opvorderen en anderzijds de bezitter in zijn bezit beschermd wordt, maar met niet meer dan bezitsacties. Het recht dient zich op den duur bij de feiten aan te sluiten, vooral wanneer dit recht de nodige rechtsvorderingen om wijzigingen te brengen in de feitelijke verhouding aan de rechthebbende onthoudt. Gevallen waarin een rechthebbende niettegenstaande zijn revindicatie verjaard was, nog iets aan zijn recht had, zijn in de rechtspraak voorgekomen.”

Vraag 7a

Welk argument van de wetgever ligt (kennelijk) ten grondslag aan de regeling van de verkrijgende verjaring?

Vraag 7b

Welk moreel argument kan tegen verkrijging na extinctieve verjaring aangevoerd worden ?

Vraag 7c

Bekijk nog eens HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:309 (Gemeente Heusden/Verweerders) en uw antwoord op casusvragen 3b en 3c hierboven. Kunt u de door de Hoge Raad gegeven oplossing in verband brengen met de morele argumenten tegen de zogenoemde extinctieve verjaring ex art. 3:105 BW?

 

Antwoordindicatie

Opdracht 1

Vraag 1a

Een kat is geen res nullius art. 5:4. Het katje behoort namelijk hoogstwaarschijnlijk tot iemand toe. Op grond van art. 5:19 verliest de eigenaar van tamme dieren het eigendom indien het dier uit zijn macht is en is verwilderd. De casus geeft geen aanleiding dat het katje is verwilderd doordat het enkel op een afgelegen parkeerplaats staat. Fatima kan het katje voor haarzelf gaan houden, en wordt dan onmiddellijk bezitter. Zij wordt geen eigenaar, omdat er geen eigendomsoverdracht ex. art. 3:84 lid 1 plaats vindt. Zij kan eigenaar van het katje worden door verkrijgende verjaring. In geval zij te goeder trouw is, wordt zij na een onafgebroken bezit na verloop van 3 jaar eigenaar ex. art. 3:99 BW. Als zij te kwader trouw is, dan wordt zij na verloop van 20 jaar eigenaar van het katje ex. art. 3:105 BW. Indien het katje verwilderd is ex. art. 5:19, dan wordt Fatima eigenaar op grond van art. 5:4 en heeft zij het katje gekregen door inbezitneming art. 3:113. 

Vraag 1b

Als je een doosje munten op een afgelegen parkeerplaats valt, is het aannemelijk dat deze zijn achtergelaten en niet langer aan iemand toebehoren op grond van art. 5:4 wordt iemand dan eigenaar en onmiddellijk bezitter. Als het doosje met munten wel aan iemand toebehoort, zal er sprake zijn van vinderschap.

Opdracht 2

Vraag 2a

De huurder van een fiets is onmiddellijk houder ex. art. 3:107 lid 4 jo. lid 2.

Vraag 2b

De erfpachter is dan onmiddellijk houder ex. art. 3:107 lid 4 jo lid 2. 

Vraag 2c

Deze persoon is dan onmiddellijk houder ex. art. 3:107 lid 4 jo. lid 2. Omdat er sprake is van een overeenkomst, wordt deze persoon geen bezitter doordat hij zich later bedenkt het boek niet meer terug te geven ex. art. 3:111 BW.

Vraag 2d

Een dief wordt onmiddellijk bezitter (te kwader trouw) ex. art. 3:107 lid 1 jo lid 2Hij steelt de radio namelijk met de intentie het voor zichzelf te houden. Na verloop van 20 jaar kan de dief ook eigenaar worden ex. art. 3:105 BW.

Vraag 2e

Rechthebbende en onmiddellijk bezitter ex. art. 3:107 lid 1 jo. lid 2.

Opdracht 3

Vraag 3a

In geval van eigenlijke vermenging is er sprake van vermenging van vloeistoffen die niet meer te onderscheiden zijn. In geval van oneigenlijke vermenging gaat het om bijvoorbeeld flessen wijn, golfballen of erwten. Deze worden bij elkaar gegooid, maar de zijn nog los van elkaar. 

Vraag 3b

Verkrijgende verjaring staat in art. 3:99 BW. Dit is het geval indien de bezitter te goeder trouw is. Wanneer de bezitter dat niet is, moet worden gekeken naar bevrijdende verjaring in art. 3:105 BW. Tevens zit er verschil in het verplichte onafgebroken bij art. 3:99 en de verjaringstermijn.

Opdracht 4

Vraag 4a

Alle goederen worden onder eigendomsvoorbehoud geleverd. De fietsen zijn dus nog eigendom van de Fietsenfabriek totdat Niels de Fietsenfabriek heeft betaald. Niels is onmiddellijk houder van de fietsen art. 3:107 lid 4. De zadels worden door het monteren bestanddeel van de fiets. Op grond van de verkeersopvatting is een fiets namelijk niet compleet zonder zadel (arrest Depex/Curatoren). Dit geldt niet voor de kratten die tevens zonder beschadiging van de fietsen kunnen worden verwijderd. Uit art. 5:14 blijkt dat de eigenaar van de hoofdzaak ook eigenaar wordt van de bestanddelen. Dit betekent dat de Fietsenfabriek eigenaar is van de fietsen inclusief zadels. De fiets is in casu duidelijk de hoofdzaak ex. art. 5:14 lid 3, omdat de waarde van de fiets aanmerkelijk hoger is dan enkel een zadel. 

Niels is dus onmiddellijk houder van de fietsen met zadel ex. art. 3:107 lid 4. Het is namelijk geleverd onder eigendomsvoorbehoud. De Fietsenfabriek is middellijk bezitter (art. 3:107 lid 3) en eigenaar (art. 5:1) van de fietsen met zadel. 

Vraag 4b

De houten kratten worden op grond van natrekking geen onderdeel van de fiets art. 3:4 jo art. 5:3 BW. Kratten behoren volgens de verkeersopvatting niet tot een standaard fiets (Depex/Curatoren) en de kratten zijn tevens makkelijk zonder beschadiging te verwijderen (art. 3:4 lid 2). Dit betekent dat Niels onmiddellijk houder is ex. art. 3:107 lid 4 en Saddle U is middellijk bezitter (art. 3:107 lid 3) en eigenaar (art. 5:1). De Fietsenfabriek neemt geen goederenrechtelijke positie in ten aanzien van de houten kratten.

Vraag 4c

De houten kratten die nog niet zijn gemonteerd zijn eigendom van Saddle U, omdat de kratten zijn geleverd onder eigendomsvoorbehoud. De levering ex. art. 3:84 lid 1 geschiedt via art. 3:90 jo art. 3:91. De titel is een koopovereenkomst art. 3:92 en Saddle U was eigenaar dus ook beschikkingsbevoegd. Dit betekent dat Niels voorwaardelijk eigenaar is geworden. Pas als hij heeft betaald aan Saddle U wordt hij volledig eigenaar. 

Vraag 4d

Er is sprake van oneigenlijke vermenging. Er is niet duidelijk welke kratten al wel zijn betaald en welke nog niet. Het gaat om identieke zaken die wel te onderscheiden zijn, maar niet meer individualiseerbaar zijn (arrest Teixeira de Mattos). Hierdoor is het voor Saddle U onmogelijk om aan te wijzen welke kratten nog van hen zijn. Dit heeft als gevolg dat revindicatie zal mislukken voor Saddle U. Ex. art. 3:109 jo art. 3:119 lid 1 wordt Niels vermoed het goed voor zichzelf te houden ook rechthebbende te zijn.  De bewijslast ligt nu bij Saddle U.

Vraag 4e

In dit geval zou er sprake zijn van eigenlijke vermenging, doordat het gaat om vermenging van soortzaken art. 5:15. In art. 5:15 wordt bepaald dat art. 5:14 van toepassing is. Indien geen de partijen even veel schroeven hebben ingebracht dan is er sprake van mede-eigendom op grond van art. 5:15 jo art. 5:14 lid 2. Indien de eigenaren een verschillend aantal hebbe ingebracht, zal er sprake van mede-eigendom ieder voor een aandeel evenredig aan de waarde van de zaak.

Opdracht 5

Vraag 5a

Voor de ruzie: Micheal leent boeken uit aan Ernst. Dit betekent dat Micheal middellijk bezitter art. 3:107 lid 3 BW en eigenaar art. 5:2 BW is. Ersnt is onmiddellijk houder art. 3:107 lid 4 BW.

Na de ruzie: Ernst geeft aan dat hij de boeken niet meer wil teruggeven. De rechtspositie blijkt echter onveranderd ten opzichte van voor de ruzie. Op grond van art. 3:111 ‘interversie van houderschap’ kan de rechtspositie niet zomaar worden veranderd. Ernst zal een beroep doen op tegenspraak van diens recht, maar hiervoor is een mededeling nodig tegenover degene die het bezit heeft. De bezitter moet weten dat hij dan moet gaan revindiceren. Dit betekent dat er geen sprake is van de uitzonderingen vermeldt in art. 3:111, waardoor de rechtspositie hetzelfde blijft. 

Vraag 5b

Ernst was houder en kan hierdoor geen eigenaar worden. (Voor bevrijdende verjaring is bezit vereist en dat is hier het geval.) Als Ernst en Micheal het zouden bijleggen, zou Ernst eigenaar kunnen worden door een koopovereenkomst. Ersnt zou ook na verloop van 20 jaar ex. art. 3:105 eigenaar kunnen worden indien hij slaagt in de tegenspraak art. 3:111.

Opdracht 6

Vraag 6a

De gemeente doet voor revindicatie een beroep op art. 5:2. Je kan enkel revindiceren als je bezitter bent. Uit de casus blijkt dat Nienke en Kees door middel van inbezitneming bezitter van het stuk grond zijn geworden art. 3:113 lid 1 en de gemeente het bezit heeft verloren art. 3:117. Deze casus komt overeen met het arrest Gemeente Heusden/Verweerders. Ingevolge art. 3:314 lid 2 BW vangt de verjaringstermijn van een rechtsvordering die strekt tot beëindiging van het bezit van een niet-rechthebbende aan op de dag nadat de niet-rechthebbende bezitter is geworden. Ex. art. 3:107 jo 3:108 volgt dat of iemand bezitter is moet worden beantwoord naar verkeersopvatting. Uit art. 3:113 lid 2 volgt dat op zichzelf staande machtsuitoefeningen ontoereikend zijn. Vervolgens moet er ook sprake zijn van openbaar en niet-dubbelzinnig bezit. In casu is aan deze vereisten voldaan. Het plaatsen van een beukenhaag getuigt van machtsuitoefening. De uitoefening is tevens openbaar, omdat naar buiten toe kenbaar is. Tot slot is het bezit ook niet-dubbelzinnig, doordat zij naar eenieder en ook naar de Gemeente toe zich gedragen als eigenaar. Dit betekent dat er sprake is van bezit. Art. 3:306 bepaalt dat een rechtsvordering door verloop van 20 jaar verloopt. Art. 3:314 lid 2 bepaalt dat de aanvang van de verjaringstermijn begint met de aanvang van de dag volgende op die waarop een niet-rechthebbende is geworden. Nienke en Kees hebben het bezit sinds 1998, wat betekent dat de verjaringstermijn is verlopen in 2019. Dit betekent dat Nienke en Kees nu niet enkel onmiddellijk bezitter zijn, maar ook eigenaar ex. art. 5:1. De gemeente kan nu niet meer geslaagd revindiceren, omdat de gemeente geen eigenaar is.

Vraag 6b

Een andere route voor de gemeente om de strook grond te krijgen is via een beroep op onrechtmatige daad art. 6:162. Dit wordt ook vermeld in het arrest Gemeente Heusden/Verweerders. Een persoon die een zaak in bezit neemt en houdt, wetende dat een ander daarvan eigenaar is, handelt tegenover die eigenaar immers onrechtmatig. Op grond van art. 6:103 kan de bezitter worden veroordeeld bij wijze van schadevergoeding de wederrechtelijk in bezit genomen zaak aan de benadeelde in eigendom over te dragen.

Vraag 6c

In dit geval zou geen sprake zijn van niet-dubbelzinnig bezit. De eigenaar kan dan niet afleiden dat de bezitter pretendeert eigenaar te zijn. Nienke en Kees zullen dan niet als bezitter worden gezien waardoor zij ook het eigendom niet kunnen verkrijgen door middel van bevrijdende verjaring.

Opdracht 7

Vraag 7a

De rechtszekerheid. Zo zal de rechtspositie weer aansluiten of de feitelijke werkelijkheid. 

Vraag 7b

Het morele bezwaar is dat misdaden niet mogen lonen. Door middel van extinctieve verjaring wordt iemand te kwader trouw na verloop van 20 jaar beloond met het eigendom van het bezit. Op deze manier lijkt misdaad toch wat op te leveren.

Vraag 7c

De oplossing is een beroep doen op onrechtmatige daad art. 6:162. Hierdoor heeft de grondeigenaar toch nog een mogelijkheid om zijn oorspronkelijke eigendom terug te krijgen. 5 jaar na het moment dat de benadeelde bekend is mijn zijn eigendomsverlies kan nog een beroep op onrechtmatige daad worden ingesteld.

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Werkgroepopdrachten en antwoorden goederenrecht

Werkgroep week 1 goederenrecht

Werkgroep week 1 goederenrecht

Werkgroepopdrachten 

Opdracht 1

vraag 1a

Is het eigendomsrecht een vermogensrecht?

Vraga 1b

Art. 5:20 lid 1 bepaalt: “de eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt:...”
Noem drie wetsartikelen waarin een uitzondering gemaakt wordt op de regel van verticale natrekking zoals neergelegd in art. 5:20 lid 1 BW.

Vraag 1c

Welke beperkte rechten kent het BW en waarom staan sommige beperkte rechten in Boek 3 en andere in Boek 5?

Vraag 1d

In hoeverre speelt de verkeersopvatting een rol bij natrekking aan de grond? Wat vindt u van het gebruik van zo een vaag criterium voor natrekking?

Vraag 1e

Wat houdt het beginsel van numerus clausus in? Hoe werkt een systeem zonder numerus clausus?

Opdracht 2

Barbara wil om verschillende redenen haar Utrechtse woning overdragen aan haar enige dochter Claire. Omdat Claire in het buitenland werkzaam is en Barbara voorlopig zelf in het huis wil blijven wonen, wordt het huis aan Claire overgedragen onder voorbehoud van het recht van vruchtgebruik.

Vraag 2a 

Op welke wijze dient deze overdracht onder voorbehoud van vruchtgebruik ten behoeve van Barbara te geschieden? Bespreek alle wettelijke vereisten.

Om het aankoopbedrag van de bloot eigendom te financieren heeft Claire een lening afgesloten bij Friesland Bank en een hypotheek gevestigd op de bloot eigendom van het huis ten behoeve van Friesland Bank.

Vraag 2b

Bespreek gemotiveerd de goederrechtelijke positie van Barbara, Claire en Friesland Bank.

N.b. u kunt bij de beantwoording van deze vraag de derdenbescherming buiten beschouwing laten.

Vraag 2c

Stel nu dat Claire niet een hypotheek vestigt op het huis, maar besluit de woning over te dragen aan Jasper, haar buitenechtelijke zoon. Bespreek gemotiveerd wat er gebeurt met het vruchtgebruik als Claire het huis overdraagt aan Jasper.

Op een gegeven moment schaft Barbara zonnepanelen aan die zij laat installeren op het dak. Barbara en Claire spreken af dat de zonnepanelen eigendom van Barbara blijven.

Vraag 2d

Vallen de zonnepanelen onder het hypotheekrecht van de Friesland Bank? Motiveer uw antwoord.

Opdracht 3

Julio krijgt eind 2018 de mogelijkheid een stuk grond te kopen in de duinen in Noordwijk. Hij wil hier een strandtent beginnen. Bij de koop wordt Julio door de gemeente gewezen op het ter plaatse geldende bestemmingsplan, dat niet toestaat dat er in de maanden november tot en met februari bebouwing op het stuk grond mag zijn. Het strandpaviljoen dient derhalve in de wintermaanden afgebroken c.q. verwijderd te worden.

Na levering van het stuk grond bestelt Julio een strandpaviljoen bij Sunny BV. Het paviljoen bestaat uit prefab elementen die relatief eenvoudig te monteren en demonteren zijn. Sunny BV levert het paviljoen onder eigendomsvoorbehoud. In april 2019 bouwt Julio het strandpaviljoen voor het eerst op.

Omdat Julio in augustus 2019 het paviljoen nog steeds niet betaald heeft, stelt Sunny BV een vordering tot revindicatie in op grond van het gemaakte eigendomsvoorbehoud.

Vraag

.....read more
Access: 
Public
Werkgroep week 2 goederenrecht

Werkgroep week 2 goederenrecht

Opdrachten

Opdracht 1

Fatima vindt op een afgelegen parkeerplaats een jong katje en neemt dit mee naar huis.

Vraag 1a

Is Fatima eigenaar geworden van het katje?

Vraag 1b

Luidt het antwoord op vraag a anders indien Fatima niet een katje vond, maar een doosje met (oude) munten?

Opdracht 2

Welke van de navolgende kwalificaties - rechthebbende; eigenaar; bezitter (al of niet te goeder trouw); houder – is /zijn van toepassing op:

Vraag 2a

een huurder van een fiets;

Vraag 2b

een erfpachter van een stuk grond;

Vraag 2c

een bruiklener van een boek, die niet van zins is het boek ooit terug te geven;

Vraag 2d

Een dief van een autoradio; en

Vraag 2e

een schuldeiser met een geldvordering uit hoofde van geldlening.

Opdracht 3

Vraag 3a

Wat is het verschil tussen eigenlijke en oneigenlijke vermenging?

Vraag 3b

Wat is het verschil tussen de verkrijgende en de bevrijdende verjaring?

Opdracht 4

Niels Bijl heeft een fietsenwinkel waarin hij hippe fietsen verkoopt. In september 2017 betrekt hij een tiental fietsen zonder zadel van de Fietsenfabriek, die standaard onder eigendomsvoorbehoud levert. De zadels en houten kratten (dienend als houten fietskrat vóór op de fiets) betrekt hij van een sympathieke start up “Saddle U” genaamd, die volledig duurzaam gefabriceerde fietsbenodigdheden produceert. Deze zadels en houten kratten worden onder eigendomsvoorbehoud geleverd aan Niels, zij het dat Saddle U zich de eigendom voorbehoudt. Niels monteert alle zadels en een aantal houten kratten op de fietsen en zet de fietsen te koop in zijn winkel. Hij heeft de facturen van beide leveranciers nog niet betaald.

Vraag 4a

Bespreek gemotiveerd wie eigenaar en bezitter en houder van de fietsen is. Geef aan of de eigendom ook de zadels omvat.

Vraag 4b

Wie is volgens u eigenaar van de houten kratten die op de fietsen zijn gemonteerd?

Vraag 4c

Wie is volgens u eigenaar van de houten kratten die (nog) niet op de fietsen zijn gemonteerd?

Stel nu dat in het magazijn van Niels in totaal twintig identieke houten kratten bevinden, tien daarvan behoren tot de nog onbetaalde september leverantie, de overige kratten zijn eerder geleverd en reeds betaald door Niels.

Vraag 4d

Op welke problemen stuit Saddle U als zij de onbetaalde kratten zou willen revindiceren?

Vraag 4e

Wat is precies het verschil met de situatie sub d indien de onbetaald gebleven leverancier geen kratten maar kilo’s schroeven zou hebben geleverd die zich hadden vermengd met een restant aan Niels toebehorende identieke soort schroeven?

Opdracht 5

Ernst heeft een aantal boeken geleend van Michael. Op een dag krijgen zij hevige ruzie en Ernst roept naar Michael dat hij zijn boek mooi niet meer terugkrijgt.

Vraag 5a

Bespreek de rechtspositie van Ernst voor de ruzie en na de ruzie.

Vraag 5b

Is het mogelijk voor Ernst om eigenaar te worden van het boek?

Opdracht 6

Sinds Nienke en Kees in

.....read more
Access: 
Public
Werkgroep week 3 goederenrecht

Werkgroep week 3 goederenrecht

Werkgroepopdrachten 

Opdracht 1

Vraag 1a

Wat houdt het fiduciaverbod in? Geef een voorbeeld. 

Vraag 1b

Op welke wijzen kunnen vorderingen worden geleverd? 

Vraag 1c

Wie dient een akte van cessie te ondertekenen en wie dient een notariële akte van levering van een registergoed te ondertekenen? 

Vraag 1d

Waarin verschilt een levering bij voorbaat van een roerende zaak enerzijds met de overdracht onder opschortende voorwaarde van een roerende zaak (zoals bij het eigendomsvoorbehoud) anderzijds? 

Vraag 1e

Bedenk een situatie waarin de vervreemder rechthebbende is maar niet beschikkingsbevoegd. 

Opdracht 2

Gebroeders Max BV leveren houten meubels aan bedrijven en particulieren. De twee oprichters zijn heel goed in het ontwerpen en maken van originele houten kantoorinrichting. Zo goed zelfs dat sommige ontwerpen al op papier aan de klant verkocht en geleverd worden voordat het ontwerp in de workshop gerealiseerd is.
Zo heeft ook transportonderneming Unter voor zijn algemeen directeur de Executive Line 2019 op 13 april 2019 gekocht en geleverd gekregen, terwijl de Executive Line 2019 pas die zomer in productie genomen gaat worden. Op 2 september 2019 is de productie voltooid en staan de meubels klaar om bij het hoofdkantoor van Unter afgeleverd te worden.
Op 3 september komt Lars Boxer, van LA Box Lawyers, langs in de workshop van de gebroeders Max en toont interesse in de stoere Executive Line in de kleur en uitvoering die daar staat. De meubels worden daar en dan een tweede keer verkocht en geleverd, dit keer aan Lars Boxer. Over de bezorging wordt later contact opgenomen aangezien, Boxer pas per oktober beschikking over kantoorruimte krijgt. 

Vraag 2a

Op welke wijze vindt de levering van de Executive Line 2019 aan Unter plaats? 

Vraag 2b

Op welke wijze vindt de levering van de Executive Line 2019 aan Boxer plaats? 

Vraag 2c

Wie is eigenaar van de meubels geworden, geef aan op welk moment de eigendom is overgegaan en motiveer uitgebreid. Neem eventuele derdenbescherming mee in uw uitwerking. 

De broers hebben, gelet op de onstuimige groei die hun onderneming doormaakt, extra personeel aangenomen en ook een tweede freesmachine aangeschaft. Ze hebben daarbij de volgende constructie gebruikt. Zij hebben de freesmachine overgedragen aan de Leasemaatschappij, waarbij cp levering heeft plaatsgevonden en vervolgens heeft Leasemaatschappij het aankoopbedrag betaald aan de leverancier. Volgens het leasecontract betalen de broers 20 maanden lang 1.000 euro aan de Leasemaatschappij, om na 20 maanden de freesmachine voor een klein bedrag (200 Euro administratiekosten) te mogen overnemen van de Leasemaatschappij. De broers hebben bedongen van de Leasemaatschappij dat bij een voortijdige beëindiging van het leasecontract, bijvoorbeeld door wanprestatie, de “overwaarde” van de freesmachine, moet worden teruggestort op de rekening van Gebroeders Max BV. 

Vraag 2d

Is de freesmachine op geldige wijze overgedragen aan Leasmaatschappij? 

Opdracht 3

Beeldend kunstenaar Felix van Veen heeft zojuist de laatste hand gelegd aan een bronzen borstbeeld van W.L.P.A. Molengraaff, in opdracht

.....read more
Access: 
Public
Werkgroep week 4 goederenrecht

Werkgroep week 4 goederenrecht

Opdrachten

Opdracht 1

Vraag 1a

Mag een minderjarige als gevolmachtigde optreden? 

Vraag 1b

Welk mechanisme kent de regeling van lastgeving in eigen naam voor het geval dat de lasthebber die in eigen naam en voor rekening van lastgever een overeenkomst is aangegaan failliet wordt verklaard? 

Vraag 1c

Op welke goederen heeft art. 3:110 BW betrekking? 

Vraag 1d

Wie is partij bij de notariële levering van een registergoed indien het registergoed wordt geleverd door een gevolmachtigde? Wat geldt indien de curator in faillissement het registergoed levert? 

Vraag 1e

Heeft vernietiging, ontbinding en/of het recht van reclame terugwerkende kracht? 

Vraag 1f

Heeft vernietiging, ontbinding en/of het recht van reclame goederenrechtelijke werking? 

Opdracht 2

Caro koopt bij Garagehouder Boris een gerestaureerd Volkswagenbusje T1 de luxe uit 1964 voor 75.000,- Euro. De levering en betaling zullen aan het eind van de week plaatsvinden. Voor die tijd weet Boris echter een betere deal af te sluiten met Berend, die op bereid is 80.000,- Euro voor de populaire old-timer te betalen. Op dinsdag wordt de bus, die nog rijklaar gemaakt moet worden en zolang in de garage blijft staan, aan Berend geleverd. Berend spreekt met Boris af dat hij het busje op zaterdag zal afhalen. 

Wanneer Caro op vrijdag het busje op wil halen bij Boris moet Boris Caro teleurstellen. Hij kan de bus niet aan haar meegeven, aangezien de bus reeds rechtsgeldig op dinsdag aan Berend geleverd is. Caro gelooft haar oren niet, zij ziet de old-timer toch duidelijk in de showroom staan! Zij stelt zich op het standpunt dat zij als eerste en enige rechtsgeldig de eigendom van het busje heeft verkregen. 

Vraag 2a

Wie is eigenaar van het busje? 

Vraag 2b

Hoe luidt het antwoord op vraag a indien het busje niet eerst aan Caro zou zijn verkocht, maar eerst zou zijn verpand aan de Leenbank en vervolgens zou zijn verkocht en c.p. geleverd aan Berend? 

Stel nu dat de aanvangssituatie (een dubbele verkoop van hetzelfde busje aan Caro respectievelijk Berend), goed wordt afgehandeld door Boris. Caro wordt namelijk in de gelegenheid gesteld voor een aanzienlijk lager bedrag een vergelijkbare Volswagenbus T1 de luxe te kopen van Boris. Zo gezegd, zo gedaan en deze bus wordt feitelijk aan Caro geleverd. Het is misschien een net iets minder mooie old-timer, maar voor 60.000 Euro is Caro tevreden met haar nieuwe aanschaf. 

Althans, Caro is tevreden tot het moment waarop Reaal zich bij haar meldt en stelt het busje te willen revindiceren. De bus blijkt een jaar geleden gestolen te zijn van de heer Jansen die hem tegen diefstal had verzekerd bij Reaal. De documentatie van Reaal is goed en het wordt Caro langzamerhand duidelijk dat Boris haar een van diefstal afkomstige bus heeft overgedragen. Caro vraagt zich een aantal dingen af. 

Vraag 2c

Hoe kan Reaal de eigendom van de bus hebben verkregen, nadat deze van

.....read more
Access: 
Public
Werkgroep week 6 goederenrecht

Werkgroep week 6 goederenrecht

Opdrachten

Opdracht 1

Vraag 1a

Kan een vordering worden overgedragen wanneer is afgesproken dat overdracht verboden is? 

Vraag 1b

Is het mogelijk om een niet-opeisbare vordering over te dragen? 

Vraag 1c

Is het mogelijk om een vordering tot levering van kolen te verrekenen met een vordering tot betaling van de koopsom? 

Vraag 1d

Biedt art. 3:94 lid 3 tweede zin BW bij een stille cessie meer of minder bescherming aan de schuldenaar van de gecedeerde vordering dan art. 6:34 BW bij een openbare cessie? 

Opdracht 2

Tandarts Sibelius heeft een bloeiende tandartspraktijk en weinig tijd om zich met de incasso van zijn facturen bezig te houden. Hij heeft daarom in oktober 2018 de inning van al zijn rekeningen in handen gegeven van Casmed BV, een gespecialiseerd medisch incassobureau. Om haar werk goed te kunnen doen heeft Casmed alle vorderingen van Sibelius, de huidige zowel als de toekomstige, openbaar aan zich laten cederen.
Sibelius heeft een prachtige antieke tandartsstoel in zijn (monumentale) hal staan. Deze stoel is door grootvader aan Sibelius cadeau gedaan bij de feestelijke opening van zijn praktijk. Grootvader heeft bedongen dat Sibelius de stoel nooit mag overdragen dan aan leden van de familie Sibelius. 

Sibelius komt na de zomer 2019 krap bij kas te zitten en draagt de antieke tandartsstoel over aan de Vereniging voor Tandartsen. Voorts cedeert Sibelius al zijn huidige en toekomstige vorderingen voor de tweede maal, maar dit keer stil aan Beun BV, een kleine financieringsmaatschappij. 

Het mag allemaal niet baten en de tandarts wordt op 17 oktober 2019 failliet verklaard. De curator is nog maar net uit de collegebanken en vraagt u om hulp. Zij heeft de volgende vragen voor u: 

Vraag 2a

Is de antieke tandartsstoel rechtsgeldig overgedragen aan de Vereniging voor Tandartsen? 

Vraag 2b

Heeft de tweede overdracht van vorderingen aan Beun rechtsgeldig plaats kunnen vinden? 

Voorts heeft de curator drie specifieke vorderingen waarvan ze de cessie wil aanvechten tegenover Casmed. In de eerste plaats de vordering op Fopstra, die toen hij patiënt werd vijf jaar geleden, bij Sibelius heeft bedongen dat hij alleen aan Sibelius zal betalen. Bij de vorige vorderingen is dat altijd gebeurd. 

Vraag 2c

Op grond van welke argumenten kan de curator de overdracht aan Casmed bestrijden? Werk zowel de goederenrechtelijke als de verbintenisrechtelijke kant uit. 

Vraag 2d

Kan Casmed een beroep op derdenbescherming doen, en zo ja, onder welke voorwaarden? 

In de tweede plaats is er de vordering op Aysen, studente te Utrecht, een nieuwe patiënte in de praktijk van Sibelius, die op 16 oktober in de avond met spoed een wortelkanaalbehandeling heeft ondergaan. Zij heeft die avond geen rekening meegekregen. 

Vraag 2e

Is de vordering op Aysen rechtsgeldig overgedragen aan Casmed? 

Tot slot de vordering op Stein, uit hoofde van huur van het tuinhuis, voor de maanden september, oktober en november 2019. De huur is maandelijks opeisbaar

.....read more
Access: 
Public
Werkgroep week 8 goederenrecht

Werkgroep week 8 goederenrecht

Werkgroepopdrachten

Opdracht 1

Vraag 1a

Wat is het verschil tussen absolute en relatief toekomstige vorderingen? 

Vraag 1b

Wanneer komt bij inning van een verpande vordering door de pandhouder het pandrecht waarmee de vordering bezwaard was, op het geïnde te rusten? 

Vraag 1c

Wat is het verschil tussen een erfdienstbaarheid, kwalitatieve verplichting, buurweg en een kettingbeding? 

Opdracht 2

Birk Investment BV is opgericht in 2016 met eigen kapitaal. Omdat het financieel wat zwaardere tijden zijn, wendt Birk Investment BV zich in februari 2018 tot de ABC Bank voor een lening. Tot zekerheid van terugbetaling van de lening wordt op 25 februari 2018 een stil pandrecht gevestigd op alle bestaande en toekomstige vorderingen van Birk Investment BV. Bij het aangaan van de financieringsovereenkomst heeft ABC tevens een volmacht gevraagd en gekregen om vorderingen van Birk aan zichzelf te verpanden. De ABC Bank stuurt iedere maandag een verzamelpandakte ter registratie aan de Belastingdienst. Helaas gaat Birk Investment BV op 2 november 2019 failliet. Op maandag 30 oktober is de laatste akte door de bank geregistreerd bij de Belastingdienst. 

Op 15 november 2019 heeft Birk Investment BV nog de volgende vorderingen openstaan: 

1 - Een vordering op A uit hoofde van een aannemingsovereenkomst d.d. 15 december 2017, waarop in de algemene voorwaarden art. 3:83 lid 2 BW van toepassing is verklaard; 

2- Een vordering van € 2.000 op huurder X, aan wie Birk sinds 2016 een pand verhuurt. X dient de huur aan het begin van iedere maand over te maken en heeft de huur over november 2019 nog niet betaald. 

3- Een vordering van 6.000 op D aan wie Birk op de dag van faillissement nog een aantal computers heeft verkocht en geleverd. 

Vraag 2a

Geef aan op welke vorderingen de ABC bank een pandrecht heeft verkregen en wanneer dit pandrecht ontstaan is. 

Vraag 2b

Is het mogelijk voor de ABC bank om in faillissement de vorderingen te innen? 

Opdracht 3

Dirk heeft een woonboot aan de Vechtdijk. Hij huurt de ligplek van de gemeente. Dirk zou graag gebruik maken van de groenstrook aan de oever, waar hij zijn loopplank naar de boot heeft. Om die reden neemt hij contact op met de gemeente om een recht van erfdienstbaarheid te vestigen. 

Is het mogelijk een recht van erfdienstbaarheid te vestigen? 

Opdracht 4

Achter de woningen van Bert en Arnoud ligt een tennisbaan. De tennisbaan is in eigendom van Arnoud. Bert mag op de tennisbaan spelen. Arnoud moet voor zijn werk naar het buitenland. Hij wil zijn woning en de tennisbaan verkopen. Bert wil graag op de tennisbaan kunnen blijven spelen. Arnoud vindt dat goed. 

Vraag 4a

Welk verschillende soorten rechten kan Arnoud aan Bert verlenen zodat Arnoud op de tennisbaan kan blijven spelen, ook al is Arnoud iet daarvan niet meer de eigenaar? Welk recht heeft de voorkeur? 

Bert overweegt om in de buurt een

.....read more
Access: 
Public
Werkgroep week 7 goederenrecht

Werkgroep week 7 goederenrecht

Werkgroepopdrachten

Opdracht 1

Vraag 1a

Wat betekent zuivering door executoriale verkoop? 

Vraag 1b

Leg uit waarom de beschikkingsonbevoegdheid van failliete hypotheekgever niet in de weg staat aan de executieverkoop. 

Vraag 1c

Noem drie kenmerken van zekerheidsrechten, die zekerheid geven met betrekking tot terugbetaling van de vordering waarvoor het gevestigd is. 

Vraag 1d

Is het mogelijk een retentierecht uit te oefenen ten aanzien van een onroerende zaak, en zo ja, op welke wijze? 

Vraag 1e

Wat is de voorrang van de vijf schuldeisers respectievelijk met (i) een bijzonder voorrecht, (ii) een pandrecht, (iii) een bijzonder voorrecht en (iv) algemeen voorrecht en (v) zonder voorrang? 

Vraag 1f

Wat is een voorbeeld van een schuldeiser met een vordering die voorrang heeft boven de vordering van een schuldeiser met een ouder hypotheekrecht? 

Opdracht 2

Annelie heeft een kookwinkel. Op 1 oktober 2015 heeft zij een pandrecht gevestigd op haar bestaande en toekomstige voorraad en inventaris ten behoeve van de AB Bank. In november 2019 bestelt zij vier dure pannensets van BK. BK levert deze op 16 november 2019 onder voorbehoud van een pandrecht op alle vier de sets voor de gehele vordering die BK op Annelie heeft. De pannensets worden echter niet verkocht en Annelie is zowel ten opzichte van de AB Bank als ten opzichte van BK in verzuim. 

Vraag 2a

Hoe en wanneer komt het pandrecht van AB Bank tot stand? 

Vraag 2b

Hoe en wanneer komt het pandrecht van BK tot stand? 

Vraag 2c

Welk pandrecht is eerste in rang en wie kan overgaan tot executie van de pannensets?

Vraag 2d

Zou AB Bank tot executie over kunnen gaan indien BK geen pandrecht had voorbehouden, maar de sets had geleverd onder eigendomsvoorbehoud? 

Opdracht 3

Pieter is meubelmaker en heeft een bedrijfspand in Nieuwegein, waar hij eind 2017 een hypotheek ten gunste van de Brabantbank op vestigt. Het hypotheekrecht strekt tot zekerheid voor alle bestaande en toekomstige vorderingen van Brabantbank op Pieter. Op het moment van de vestiging van het hypotheekrecht heeft hij nog geen lening afgesloten bij de Brabantbank. 

In september 2018 gaat hij het bedrijfspand verbouwen en sluit hij een verbouwingskrediet af bij de Brabantbank. 

Vraag 3a

Op welke datum is het hypotheekrecht van de Brabantbank tot stand gekomen? Hoe verhoudt dit zich tot het afhankelijke karakter van het hypotheekrecht? 

Vraag 3b

Stel dat Pieter in verzuim is met de terugbetaling van de lening. Kan Brabantbank zich verhalen op het bedrijfspand? 

Pieter koopt zijn hout altijd van HoutWest. HoutWest levert het hout onder eigendomsvoorbehoud. Op 12 februari 2019 gaat HoutWest failliet. Twee weken daarvoor had HoutWest nog twee pallets hout geleverd aan Pieter. Op 15 februari 2019 betaalt Pieter de koopprijs aan de curator van HoutWest. 

Vraag 3c

Is Pieter op 15 februari 2019 eigenaar geworden van de twee pallets hout? 

Op 5 maart 2019 heeft Pieter acht tafels verkocht en geleverd

.....read more
Access: 
Public
Werkgroep week 9 goederenrecht

Werkgroep week 9 goederenrecht

Opdrachten

Opdracht 1

Vraag 1a

Sanne en Maaike zijn zusjes en de enige erfgenamen van hun vader Willem. Als Willem overlijdt, erven zij samen (onder meer) een huis. Maaike wil in het huis gaan wonen. Hoe en onder welke titel kan zij eigenaar worden van het gehele huis? 

Vraag 1b

Kan iemand worden gedwongen om deelgenoot te blijven in een gemeenschap? 

Vraag 1c

Wat is het verschil tussen levering krachtens verdeling en levering krachtens overdracht? 

Vraag 1d

Is het mogelijk om privévermogen te hebben indien men getrouwd is zonder vooraf huwelijkse voorwaarden op te stellen?

Opdracht 2

De vermogende weduwnaar Walter overlijdt zonder bij uiterste wilsbeschikking over zijn nalatenschap te hebben beschikt. Zijn beide dochters Arianne en Petra en zijn zoon Karel zijn erfgenamen. Karel heeft wel dezelfde ambities als zijn vader, maar niet diens talenten. Karel zit dan ook permanent in geldnood. Eén van zijn schuldeisers is Karin. Karin weet dat tot de nalatenschap van Walter een waterwoning behoort. Zij schat in dat de waarde van de gehele waterwoning bijna haar vordering op Karel dekt. De nalatenschap is nog niet verdeeld. In de herfst na het overlijden van Walter ontdekt Karel dat de afvoerpijpen van de dakgoten van de waterwoning verstopt zijn, waardoor bij regen het water naar binnen loopt. Hij kan niet goed vinden met zijn zussen. 

Vraag 2a

Is Karel bevoegd om een loodgieter opdracht te geven tot het ontstoppen van de dakgoten? Is Karel ook bevoegd om de waterwoning te verkopen? 

Vraag 2b

Bespreek de mogelijkheden voor Karin om de waterwoning of het aandeel van Karel in de waterwoning uit te winnen. 

Karel wil zo snel mogelijk zijn aandeel in de nalatenschap van Walter omzetten in contant geld. Zijn zussen hebben echter geen haast met de verdeling van de nalatenschap. 

Vraag 2c

Bespreek twee manieren waarop Karel zijn erfgenaamschap kan omzetten in geld. Werk de vereisten uit. 

Karel heeft een doosje met sieraden ontdekt en heeft dat thuis verstopt om het zo aan de verdeling van de nalatenschap te onttrekken. Nadat de nalatenschap is verdeeld, ontdekken zijn zussen alsnog het doosje met sieraden. 

Vraag 2d

Aan wie komen de sieraden toe? 

Opdracht 3

Ellen Oud heeft een relatie gekregen met Pieter Boersema en na verloop van tijd willen zowel Ellen als Pieter proberen of samenwonen hun bevalt. Pieter trekt bij Ellen in en neemt, behalve zijn kleren, ook een grote ijskast mee en zijn hond. Om de rechten en plichten zo goed mogelijk te verdelen, verkoopt en levert Ellen de helft van de woning aan Pieter. Om de aankoop te financieren moet Pieter een lening afsluiten en een hypotheekrecht vestigen op zijn aandeel van de woning. Ellen stemt hiermee in. 

Vraag 3a

Hoe gaat de overdracht van het aandeel in de woning aan Pieter in zijn werk? 

Vraag 3b

Kan Pieter een hypotheek op zijn aandeel in de

.....read more
Access: 
Public
Follow the author: mandycassa@hotmail.com
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
WorldSupporter and development goals:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1420