Werkgroep week 7 goederenrecht

Werkgroepopdrachten

Opdracht 1

Vraag 1a

Wat betekent zuivering door executoriale verkoop? 

Vraag 1b

Leg uit waarom de beschikkingsonbevoegdheid van failliete hypotheekgever niet in de weg staat aan de executieverkoop. 

Vraag 1c

Noem drie kenmerken van zekerheidsrechten, die zekerheid geven met betrekking tot terugbetaling van de vordering waarvoor het gevestigd is. 

Vraag 1d

Is het mogelijk een retentierecht uit te oefenen ten aanzien van een onroerende zaak, en zo ja, op welke wijze? 

Vraag 1e

Wat is de voorrang van de vijf schuldeisers respectievelijk met (i) een bijzonder voorrecht, (ii) een pandrecht, (iii) een bijzonder voorrecht en (iv) algemeen voorrecht en (v) zonder voorrang? 

Vraag 1f

Wat is een voorbeeld van een schuldeiser met een vordering die voorrang heeft boven de vordering van een schuldeiser met een ouder hypotheekrecht? 

Opdracht 2

Annelie heeft een kookwinkel. Op 1 oktober 2015 heeft zij een pandrecht gevestigd op haar bestaande en toekomstige voorraad en inventaris ten behoeve van de AB Bank. In november 2019 bestelt zij vier dure pannensets van BK. BK levert deze op 16 november 2019 onder voorbehoud van een pandrecht op alle vier de sets voor de gehele vordering die BK op Annelie heeft. De pannensets worden echter niet verkocht en Annelie is zowel ten opzichte van de AB Bank als ten opzichte van BK in verzuim. 

Vraag 2a

Hoe en wanneer komt het pandrecht van AB Bank tot stand? 

Vraag 2b

Hoe en wanneer komt het pandrecht van BK tot stand? 

Vraag 2c

Welk pandrecht is eerste in rang en wie kan overgaan tot executie van de pannensets?

Vraag 2d

Zou AB Bank tot executie over kunnen gaan indien BK geen pandrecht had voorbehouden, maar de sets had geleverd onder eigendomsvoorbehoud? 

Opdracht 3

Pieter is meubelmaker en heeft een bedrijfspand in Nieuwegein, waar hij eind 2017 een hypotheek ten gunste van de Brabantbank op vestigt. Het hypotheekrecht strekt tot zekerheid voor alle bestaande en toekomstige vorderingen van Brabantbank op Pieter. Op het moment van de vestiging van het hypotheekrecht heeft hij nog geen lening afgesloten bij de Brabantbank. 

In september 2018 gaat hij het bedrijfspand verbouwen en sluit hij een verbouwingskrediet af bij de Brabantbank. 

Vraag 3a

Op welke datum is het hypotheekrecht van de Brabantbank tot stand gekomen? Hoe verhoudt dit zich tot het afhankelijke karakter van het hypotheekrecht? 

Vraag 3b

Stel dat Pieter in verzuim is met de terugbetaling van de lening. Kan Brabantbank zich verhalen op het bedrijfspand? 

Pieter koopt zijn hout altijd van HoutWest. HoutWest levert het hout onder eigendomsvoorbehoud. Op 12 februari 2019 gaat HoutWest failliet. Twee weken daarvoor had HoutWest nog twee pallets hout geleverd aan Pieter. Op 15 februari 2019 betaalt Pieter de koopprijs aan de curator van HoutWest. 

Vraag 3c

Is Pieter op 15 februari 2019 eigenaar geworden van de twee pallets hout? 

Op 5 maart 2019 heeft Pieter acht tafels verkocht en geleverd aan de KoffieSalon. In afwachting van de verhuizing van de KoffieSalon naar een andere locatie, blijven de tafels zolang in de werkplaats van Pieter opgeslagen. Op 8 maart 2019 moet Pieter tot meerdere zekerheid van de terugbetaling van zijn schulden ook al zijn bestaande en toekomstige voorraden aan de Brabantbank verpanden. De Ontvanger laat 9 maart 2019 beslag leggen op de acht tafels van de KoffieSalon en op drie voltooide kasten die zich in Pieters werkplaats bevinden. 

Vraag 3d

Geef aan wie en in welke rangorde zich kunnen verhalen op de acht tafels en de kasten die zich bevinden in de werkplaats van Pieter. Bespreek de rechten van KoffieSalon in deze situatie. 

Pieter blijkt naast een schuld bij de Brabantbank ook een schuld te hebben bij de Ontvanger en bij aannemer Bartjens. Op 10 maart 2019 gaat Pieter failliet. De Brabantbank wil zich gaan verhalen o.a. op het bedrijfspand, maar treft Bartjens tegenover zich. Bartjens heeft de gevel voor dat bedrag gerenoveerd, zoals blijkt uit het grote boord dat naast de voordeur van het bedrijfspand hangt. Hij stelt het pand niet ‘vrij’ te geven vooraleer zijn vordering à 30.000 euro is voldaan. Ook dat is op het bord te lezen, nu er banners over het bord zijn aangebracht waarop staat dat Bartjens hier het retentierecht uitoefent. 

Vraag 3e

Dient de Brabantbank bij de uitoefening van haar hypotheekrecht rekening te houden met de positie van Bartjens? 

Opdracht 4

Anton vestigt op een hem toebehorend schilderij een stil pandrecht ten behoeve van Bernard. Vervolgens verkoopt en levert Anton het schilderij aan Cris. 

Vraag 4a

Kan Bernard een beroep doen op zijn pandrecht ten opzichte van Cris? 

Vraag 4b

Verandert het antwoord op vraag a indien er sprake was van een levering c.p. tussen A en C? 

Vraag 4c

Wat gebeurt met het pandrecht als niet het schilderij maar de vordering waarvoor het pandrecht is gevestigd, door Bernard wordt overgedragen aan Danique? 

Opdracht 5

Bij de parate executie van verpande en verhypothekeerde goederen geldt als uitgangspunt dat de executoriale verkoop in het openbaar dient plaats te vinden (art. 3:248 en 3:268 BW). Slechts met de toestemming van de voorzieningenrechter kan de pandhouder of de hypotheekhouder het verpande dan wel verhypothekeerde goed onderhands verkopen in het kader van een parate executie. (Bij een pandrecht kan de pandhouder met de pandgever na diens verzuim ook een afwijkende wijze van verkoop overeenkomen.) Bij de parate executie van registergoederen is in 2014 de wet gewijzigd, waardoor een executieveiling ook via het internet kan plaatsvinden. Art. 3:264 BW (huurbeding) en art. 3:267 BW (ontruimingsbeding) zijn voorts gewijzigd en art. 3:267a BW (bezichtiging) is toegevoegd. Het doel van deze wetswijziging is, kort gezegd, geweest om executieveilingen voor een breder (met name particulier) publiek toegankelijk te maken. Zie hierover nader I. Visser, ‘Het wetsvoorstel Executieveilingen (33 484)’, WPNR 2013/6970. 

Vraag 5a

Welk rechtseconomisch argument ligt ten grondslag aan de regels van art. 3:248 en 3:268 BW dat parate executie in beginsel in het openbaar (dus, door middel van een executieveiling) dient plaats te vinden? Anders gezegd: welk doel hebben deze bepalingen? 

Vraag 5b

Waardoor werd dit beoogde doel niet bereikt in de praktijk met executieveilingen? 

Vraag 5c

Verwacht u dat de wetswijzigingen het gesignaleerde probleem zullen verhelpen? 

 

Antwoordindicatie

Opdracht 1

Vraag 1a

Zuivering is opgenomen in art. 3:273. Dit betekent dat na de executoriale verkoop de op het verkochte goed rustende hypotheken tenietgaan. Daarnaast vervallen de ingeschreven beslagen en de beperkte rechten die niet tegen de verkoper ingeroepen kunnen worden.

Vraag 1b

De hypotheekgever heeft een hypotheek gevestigd op een aan hem toebehorend goed. De hypotheekhouder kan in geval van verzuim op ieder moment tot parate executie overgaan ex. art. 3:368. De beschikkingsonbevoegdheid van de failliete hypotheekgever doet hier niets aan af, omdat er ten tijde van zijn beschikkingsbevoegdheid reeds een beperkt hypotheekrecht is gevestigd. 

Vraag 1c

Zekerheidsrechten zijn beperkte rechten, afhankelijke rechten en verstrekken een voorrangspositie bij verhaal. 

Vraag 1d

Het retentierecht is geschikt voor zaken ex. art. 3:2. Dit betekent dat het retentierecht ook kan worden uitgeoefend ten aanzien van een onroerende zaak. Er zal dan wel duidelijk moeten worden aangegeven dat het retentierecht wordt uitgeoefend, zie ook het arrest Fleuren/Rabobank. Dit kan bijvoorbeeld door hekken met een bordje te plaatsen om een onroerende zaak.

Vraag 1e

Een pandrecht / een bijzonder voorrecht + een bijzonder voorrecht / een algemeen voorrecht / zonder voorrang (concurrente schuldeiser).

Vraag 1f

Dit kan het geval zijn bij het retentierecht, maar ook met het bijzondere voorrecht art. 3:284 lid 3.

Opdracht 2

Vraag 2a

Is er sprake van een gevestigd pandrecht? Voorop gesteld dat er is voldaan aan het vereiste van overdraagbaarheid ex. art. 3:83. Op grond van art. 3:98 jo. 3:84 lid 1 moet aan de volgende vereisten voldaan zijn: beschikkingsbevoegdheid, geldige titel en een vestigingshandeling. Eerst ten aanzien van de bestaande voorraad en inventaris van Annelie. Annelie is beschikkingsbevoegd, omdat zij eigenaar is van de voorraad en inventaris. De geldige titel is een vestigingsovereenkomst van pandrecht. Tot slot is er sprake van een vestigingshandeling op grond van art. 3:237. Hiervoor is een authentieke of geregistreerde onderhandse akte vereist. Dit betekent dat er op 1 oktober 2015 sprake is van een pandrecht op de bestaande voorraad en inventaris. Ten tweede ten aanzien van de toekomstige voorraad en inventaris. Annelie is nog niet beschikkingsbevoegd, omdat zij nog geen eigenaar is. Er is sprake van een geldige titel, namelijk vestigingsovereenkomst van pandrecht. Tot slot is er een geldige levering op grond van art. 3:97 jo. 3:237. Dit betekent dat het pandrecht op de toekomstige voorraad en inventaris pas tot stand komt als Annelie beschikkingsbevoegd is geworden.

Vraag 2b

Om te bekijken wanneer en hoe het pandrecht van BK tot stand komt, moet worden gekeken naar de vereisten die volgen uit art. 3:98 jo 3:84 lid 1. Bk verkoopt 4 pannensets aan Annelie. De geldige titel wordt gevormd door de koopovereenkomst onder voorbehoud van het pandrecht. BK is beschikkingsbevoegd, omdat BK eigenaar is van de pannensets. Uit art. 3:81 lid 1 volgt dat het recht kan worden overgedragen onder voorbehoud van een beperkt recht. De levering voor de pannen geschiedt via art. 3:90 jo. 3:114. Ten aanzien van het pandrecht wordt deze stil gevestigd ex. art. 3:237 lid 1. Hiervoor is een authentieke of geregistreerde akte vereist. Dit betekent dat de vestiging van het pandrecht geschiedt op het moment van levering op 16 januari. 

Vraag 2c

Het pandrecht van de BK bank is de eerste in de rang. De pannensets zijn namelijk door BK overgedragen aan Annelie onder voorbehoud van het pandrecht. Annelie verkreeg dus het eigendomsrecht direct bezwaard met een pandrecht. Zij is beschikkingsbevoegd ten aanzien van de pannensets bezwaard onder het pandrecht, waardoor het pandrecht van de AB bank later in rang is geworden. Iedere pandhouder beschikt het recht van parate executie. Op grond van art. 3:248 lid 3 kan een lager gerangschikte pandhouder het verpande goed slechts verkopen met handhaving van de hoger gerangschikte pandrechten.

Vraag 2d

De AB bank had ook tot executie over kunnen gaan indien BK had geleverd onder eigendomsvoorbehoud. Op het voorwaardelijk eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde kan namelijk een pandrecht worden gevestigd. Zie hiervoor het arrest Rabobank/Reuser. Een pandhouder kan op grond van art. 3:248 overgaan op executie.

Opdracht 3

Vraag 3a

Vestiging van het hypotheekrecht geschiedt via art. 3:98 jo. 3:84 lid 1. Pieter is beschikkingsbevoegd, omdat hij eigenaar is. Hij kan zijn goed bezwaren. De geldige titel is in dit geval hypotheekovereenkomst die verplicht tot het vestigen van een hypotheek. De vestigingshandeling geschiedt op grond van art. 3:260. Hiervoor is een tussen partijen opgemaakte notariele akte en inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers vereist. Dit betekent dat er eind 2017 een geldig hypotheekrecht is gevestigd, omdat het recht toen was ingeschreven in de openbare registers. Het hypotheekrecht is een afhankelijk recht, omdat het afhankelijk is van de vordering waarvoor het wordt gevestigd ex. art. 3:227.

Vraag 3b

Als hypotheekhouder komt de Brabanktbank het recht van parate executie toe art. 3:268. Dit betekent dat zij over kunnen gaan tot verkoop van het pand en zich kunnen verhalen op de opbrengst. Het vereiste hiervoor is dat Pieter in verzuim moet zijn en dat is gegeven in de vraag. De Brabantbank kan zich dus verhalen op het bedrijfspand.

Vraag 3c

Heeft er op 15 januari een geldige eigendomsoverdracht plaatsgevonden ex. art. 3:84 lid 1? HoutWest was beschikkingsbevoegd om het hout te verkopen. De geldige titel is een koopovereenkomst onder eigendomsvoorbehoud art. 3:92. De levering geschiedt via art. 3:91. Dit betekent dat Pieter eigenaar onder opschortende voorwaarde was geworden. Door betaling van het resterende bedrag aan de curator, is de koopsom volledig betaald, en wordt hij automatisch volledig eigenaar.

Vraag 3d

De schuldeisers kunnen zich niet verhalen op de acht tafels. Deze zijn op 5 maart al overgedragen aan de KoffieSalon. Wat betreft de voltooide kasten gaat de fiscus boven het stille pandrecht (dit is een uitzondering).

Vraag 3e

Indien is voldaan aan de vereisten van art. 3:290 om het retentierecht in te roepen, kan dit recht ook werken tegen anderen met een ouder recht ex. art. 3:291 lid 2. Art. 3:292 bepaalt dat de retentor de vordering kan verhalen met voorrang boven allen tegen wie het retentierecht kan worden ingeroepen. In dit geval kan het retentierecht van Bartjens worden ingeroepen tegen de Brabantbank met een ouder recht, omdat in casu de retentor geen reden had om aan de bevoegdheid van de schuldenaar te twijfelen.

Opdracht 4

Vraag 4a

Anton kan zijn schilderij alleen bezwaard met het pandrecht verkopen. Cris koopt dus in principe een schilderij met een pandrecht (zaaksgevolg). Als Cris niet wist dat er op het schilderij een pandrecht was gevestigd, kan hij zich wellicht beroepen op art. 3:86 lid 2. Als Cris geen derdenbescherming ontleent, dan kan Bernard zich op het stille pandrecht beroepen tegenover Cris.

Vraag 4b

Een cp-levering geschiedt via art. 3:90 jo. 3:115 sub a. Er moet dan nog steeds worden bekeken of Cris zich kan beroepen op derdenbescherming ex. art. 3:86 lid 2. Indien hij daar een geslaagd beroep op kan doen, geldt in dit geval art. 3:90 lid 2. Dit artikel bepaalt dat indien de zaak na de levering in handen van de vervreemder blijft, de levering tegenover een derde die een ouder recht op de zaak heeft, eerst vanaf het tijdstip dat de zaak in handen van de verkrijger is gekomen, tenzij de ouder gerechtigde met vervreemding heeft ingestemd. In dit geval zou Bernard de oud gerechtigde blijven, waardoor hij een beroep kan doen op zijn stille pandrecht.

Vraag 4c

Het pandrecht is afhankelijk (art. 3:7 jo. 3:82) van de vordering. Dit volgt ook uit art. 3:227. Als de vordering wordt overgedragen, dan gaat het pandrecht ook mee over.

Opdracht 5

Vraag 5a

De openbare executie zorgt ervoor dat er hogere biedingen gedaan kunnen worden en iedereen toezicht op de executie heeft. 

Vraag 5b

Als weinig mensen bieden, dan gaat de prijs niet snel omhoog. Dit heeft als gevolg dat de opbrengst laag is.

Vraag 5c

De constatering van het probleem is een stap in de goede richting. Het zal ervan af hangen of er ook daadwerkelijk meer biedingen gedaan zullen worden. De nieuwe regeling maakt dit wel aannemelijker.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
WorldSupporter and development goals:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: mandycassa@hotmail.com
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1776