College: Strafrecht, bronnen en definities


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Er is een recent voorbeeld toegevoegd: Vindicatlid Wouter B schuldig aan zware mishandeling, ter vervanging van een oud voorbeeld. 

  • Het arrest 'Onbeschermde sex door HIV drager' wordt besproken. Dit arrest is van belang voor voorwaardelijk opzet: er dient sprake te zijn van een daadwerkelijk groot risico, er wordt gekeken naar de ernst van het gevolg en de bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans.

  • Het legaliteitsbeginsel wordt uitgebreider uitgelegd. De stappen van artikel 16 GW en artikel 1 Sr worden volledig langs gegaan.

  • Er worden voorbeelden gegeven van hoe de structuur van een strafbepaling in elkaar zit: bestanddelen, elementen e.d.

  • Er wordt tijdens het college diep ingegaan op de belangrijkste elementen van de algemene bepalingen boek 1 Strafrecht.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Sinds 2016 is er sprake van een onbeperkt spreekrecht voor het slachtoffer; op het moment van het hoorcollege in 2016/2017 werd nog gezegd dat dit een wetsvoorstel was. Inmiddels is dit wetsvoorstel aangenomen en is de wet in werking getreden.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Artikel 91 Sr is een belangrijke schakelbepaling! 

  • Ken het onderscheid tussen objectieve en subjectieve bestanddelen.

Collegeaantekeningen 16/17

Veelgemaakte fouten toets afgelopen week

De vraag of een bepaling uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voor de burger directe werking heeft, wordt vastgesteld door de rechter. Dit is juist, de rechter bepaalt dit. Bij internationaal recht is dit anders, daar vloeit het voort uit een ongeschreven regel.

Regels van EU-recht hebben voorrang boven nationale regelgeving op grond van artikel 94 GW. Dit is onjuist, dit is op grond van het Europese recht zelf.

Verordeningen en richtlijnen van de Europese unie zijn evenals de uitspraken van het hof van Justitie vormen van secundair recht. Dit is juist.

De bepalingen van vrij verkeer zoals die in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorkomen, zijn een uitwerking van het beginsel van non-discriminatie, at inhoudt dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld en ongelijk gevallen ongelijk. Dit is onjuist.

De rechtstreekse toepasselijkheid van verordeningen van de EU brengt mee dat verdere implementatie van deze verordeningen in het nationale recht verboden is. Dit is juist ( denk aan het Costa//Enel arrest).

De Europese Raad oefent geen wetgevingstaak uit en komt viermaal per jaar bijeen. Onjuist, De commissie komt met een initiatief, legt dit aan het parlement voor en de Europese Raad moet dit als laatste goedkeuren, dus de Europese Raad voert wel een wetgevingstaak uit.

De bevoegdheid van de rechter om een met Unierecht onverenigbare wet buiten toepassing te laten, vloeit voor uit het Unierecht zelf. Onjuist, dit vloeit voort uit het Europese recht.

Strafrecht

Bekende strafzaken van de laatste jaren zijn: de zaak van Lucia de B. hier is ook een film over uitgekomen. Een andere zaak is de balpenmoord, waarbij een zoon zijn moeder heeft vermoord door een balpen door haar pupil te steken. Haar pupil sloot zich daarna weer, waardoor er niks te zien was van de moord. De zaak van Badr Hari, Mohammed B, de juwelierszaak Deurne, waarbij de man uit zelfverdediging de twee daders heeft doodgeschoten, echter gebeurde dit vanachter een dichte deur, dat een merkwaardige zaak was.

Tekst & Commentaar zijn twee boeken wat ook wel de bijbel genoemd wordt voor rechters. Hier staat alle jurisprudentie van het strafrecht in.

Een andere zaak die veel stof deed opwaaien, was de president van het hof van justitie die aangifte deed tegen de minister van financiën. De president had toen het idee dat de ambtenaren geïnstrueerd werden om te zwijgen over merkwaardige zaken op het ministerie van financiën (art. 162 Sv en art. 285a Sr).

Waar we vandaag en morgen mee bezig gaan is het materiële strafrecht. Het materiële strafrecht staat in het wetboek van strafrecht (sr), het formele strafrecht staat in het wetboek van strafvordering (sv). In het wetboek van strafrecht staan de geboden en de verboden: wat mag wel en wat mag niet? In het wetboek van strafvordering staat als er een strafbaar feit is gepleegd, hoe deze strafzaak dan moet verlopen. Hier staat bijvoorbeeld in, wat er in de dagvaarding moet staan.

Het strafrecht is aan verandering onderhevig. Aanvankelijk was het vooral een zaak tussen twee burgers. Tegenwoordig wordt de zaak overgedragen aan een aparte instantie: het Openbaar Ministerie. Het OM heeft het vervolgingsmonopolie, alleen hij kan een strafvervolging starten. In Nederland kennen we het opportuniteitsbeginsel: het OM is niet verplicht om te vervolgen, wanneer het niet opportuun is.

Wanneer je op straat in elkaar geslagen bent en je doet aangifte, vervolgens beslist het OM niet over te gaan tot vervolging. Het slachtoffer kan zich dan wenden tot het hof (klachtprocedure art. 12 Sv). Hier kan hij dan vragen of hof, het OM wil verplichten toch wel te vervolgen. Een voorbeeld hiervan is de zaak van Wilders. Dit is een burgerinitiatief, waarop het Hof besliste dat het OM Wilders toch wel moest vervolgen.

Het slachtoffer had tot voor kort geen enkele positie in het strafrecht. Vanaf 2005 heeft het slachtoffer spreekrecht gekregen, vanaf 2012 mag ook de familie en nabestaanden hun spreekrecht opeisen. Als het aan de regering ligt, wordt de positie van de burger nog verder versterkt. Er ligt nu een wetsvoorstel in de Tweede Kamer dat het slachtoffer adviesrecht heeft. De slachtoffer mag dan in de rechtszaak vertellen wat hem gebeurd is en vervolgens een advies geven aan de rechter.

Dit adviesrecht is discutabel, omdat het strafproces dan minder objectief is. Een verdachte kan dan ook nooit meer verdacht worden genoemd, totdat hij schuldig bevonden wordt. Want het slachtoffer zal dan zeggen: hij heeft het gedaan. Deze ontwikkeling is dus ingewikkeld. Er komt nog eens bij dat er dan ook ondervraging van het slachtoffer mogelijk moet worden, waarvoor nog een nieuw wetsvoorstel moet worden gemaakt.

Bronnen van het strafrecht

Er zijn veel meer bronnen dan alleen het wetboek van strafrecht, maar het wetboek van strafrecht is wel één van de belangrijkste. Er zijn drie verschillende boeken: in boek 1 staat het algemene, in boek 2 de misdrijven en in boek 3 de overtredingen.

Misdrijven zijn de zwaardere delicten, waarop ook hogere straffen liggen. Er staat altijd een maximumstraf op en niet een minimumstraf. Ook hier heeft de politiek wel eens commentaar op, die willen de minimumstraf invoeren. Tot nu toe is het in Nederland zo dat de rechter daar vrij in is. Voorbeelden van misdrijven zijn:

  • Een aanslag op de vrijheid van de staat. Voorbeelden zijn een aanslag op de koning of spionage;

  • Een aanslag op de openbare orde. Voorbeelden zijn aanzetten tot haat of huisvredebreuk;

  • Zeden. Een voorbeeld is het verlaten van een hulpbehoevende;

  • Belediging;

  • Een aanslag op leven;

  • Mishandeling;

  • Veroorzaken van dood of lichamelijk stelsel.

Doleuze delicten

Doleuze delicten zijn delicten die willens en wetens gepleegd worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de vorm van opzettelijkheid. Aspecten waarin onderscheid gemaakt wordt zijn: oogmerk (wanneer er sprake is van zuivere opzet), noodzakelijkheidsbewustzijn (denk aan het Bremerhaven-arrest) en het mogelijkheid bewustzijn ( het weten en de aanmerkelijke kans aanvaarden, dit wordt ook wel kans opzet of voorwaardelijke opzet genoemd).

Een voorbeeld van voorwaardelijke opzet is de Enkhuizer doodslag. Hierbij is iemand die op de vlucht is voor een verkeerscontrole een fietser doodrijd.

Culpoze delicten

Hierbij is sprake van onzorgvuldigheid, nalatigheid en roekeloosheid. Je had dan anders moeten handelen. Er is sprake van vermijdbaarheid. Hij kon anders handelen, je kan dus spreken van verwijtbaarheid. Bij strafzaken moet je altijd proberen uit te zoeken of het een osvo, onbewuste schuld, bewuste schuld of kans opzet is.

Hoe lastig het is om het verschil tussen bewuste schuld en onbewuste schuld wordt duidelijk uit het Porche arrest ( HR 1996). Een jongen heeft te veel gedronken, rijdt 130 km op een provinciale weg, is twee keer door rood gereden. Uiteindelijk is er sprake van een frontale botsing, hij overleeft het zelf wel, maar er overlijden vijf mensen door zijn toedoen. Is er dan sprake van doodslag of dood door schuld? Er is hier sprake van een vorm van opzet, hij heeft de aanmerkelijke kans aanvaard. Uiteindelijk zegt het Hof dat er geen sprake is van opzet, omdat hij een paar keer zijn inhaalmanoeuvres heeft afgebroken. Daaruit blijkt dat hij niet van plan was een botsing te begaan.

Overtredingen

In boek 3 staan de minder ernstige delicten. Voorbeelden van overtredingen:

  • Veiligheid personen en goederen. Bijvoorbeeld straatschenderij en opdringen;

  • Openbare orde. Bijvoorbeeld naaktrecreatie en burengerucht;

  • Burgerliljke staat. Bijvoorbeeld geen aangifte kind;

  • Hulpbehoevende;

  • Zeden: openbare dronkenschap.

Algemene bepalingen

In boek 1 van het strafrecht staan de algemene bepalingen. Hierin wordt bijvoorbeeld de poging tot een delict beschreven. Overtredingen vallen niet onder de pogingen. Het algemene deel valt alleen onder de misdrijven. Er zijn ook feiten die buiten het wetboek van strafrecht vallen.

De wegenverkeerswet is een voorbeeld van een bijzondere wet die buiten het wetboek van strafrecht valt. Een andere wet is de Wet wapens en munitie, de opiumwet. Ook in verordeningen staan allerlei strafbare feiten, zoals het flyer-of bedelverbod.

Een andere bron van strafrecht is de rechtsspraak. Bijvoorbeeld het EHRM. Uit het EHRM volgt de onschuldpresumptie, de garanties van de vrijheidsberoving, de onafhankelijke rechter en het legaliteitsbeginsel.

Voorwaardelijke opzet vloeit voort uit de jurisprudentie van de Hoge Raad. Namelijk het arrest van de Hoornse taart. Een man stuurde een vergiftigde taart aan een man waar hij ruzie mee had. Ook de vrouw van deze man nam van de taart en overleed. Hierbij was sprake van moord, omdat de man die de taart opstuurde de kans had geaccepteerd dat ook iemand anders van de taart zou eten.

Legaliteitsbeginsel (art 16 GW en art. 1 Sr): geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Er geldt dus een formeel wettelijke bepaling, verbod van de terugwerkende kracht, verbod van analogie en bepaaldheidsgebod (de burgers moeten precies weten waar ze aan toe zijn).

De formeel wettelijke bepaling moet geschreven zijn en terug te voeren op de formele wet. Je kunt dus niet vervolgd worden op een onbeschreven strafbepaling.

Het verbod van terugwerkende kracht: een strafbepaling is voorafgaand aan het gepleegde feit. Één uitzondering hierop is art. 7 lid 2 EVRM. Het vervolgen van misdrijven tegen de mensheid, mag wel met terugwerkende kracht gedaan worden.

Het verbod op analogie: hierbij past het arrest van diefstal van elektriciteit. Een tandarts boorde een gaatje in het metertje van elektriciteit. Hij werd vervolgd vanwege diefstal van elektriciteit. Elektriciteit werd gekwalificeerd als een goed. Dit was noodzakelijk voor dit arrest. Later werd beoordeeld dat deze uitspraak eigenlijk over de grenzen van het verbod van analogie gaat.

Wanneer is een gedraging strafbaar?

  • Er moet sprake zijn van een menselijke gedraging: doen of/en niet-doen;

  • Die menselijke gedraging moet vallen binnen de delictsomschrijving van de wet;

  • Wederrechtelijkheid;

  • Schuld.

De verdachte moet zelf komen met de afwezigheid van de elementen. Hij kan daarvoor strafuitsluitingsgronden aanleveren.

Structuur van een strafbaar feit

Bestanddelen vormen samen de delictsomschrijving, vervolgens wordt de kwalificatie gevormd, als laatste wordt de sanctie beschreven.

Voorbeeld van diefstal

Bestanddelen: enig goed wegnemen, dat aan een ander toebehoort, geheel of gedeeltelijk, oogmerk om zicht dit toe te eigenen en wederrechtelijk.

Kwalificatie: schuldig aan diefstal

Sanctie: gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

De geldboete categorieën staan in artikel 23 van het wetboek van strafrecht.

Bestanddelen zijn op te delen in objectieve bestanddelen en subjectieve bestanddelen. Subjectieve bestanddelen hebben te maken met de geestesgesteldheid van de dader. Objectieve bestanddelen is bijvoorbeeld iemand anders van het leven te beroven, dit is feitelijk vast te stellen.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Algemene Rechtswetenschap 2 - Recht - RUG - B1 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen

College: Introductie & Arbeidsrecht

College: Introductie & Arbeidsrecht


 

Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Het onderwerp arbeidsrecht wordt in 2017/2018 in deel 2 van de hoorcolleges behandeld, in plaats van in deel 1. Het vak begint in 2017/2018 met ondernemingsrecht, gevolgd door het arbeidsrecht.

  • Het voorbeeld dat in de aantekeningen uit 2016/2017 genoemd wordt over de actuele stakingen van de politie is niet meer van toepassing.

  • De termijnen voor opzegging à artikel 7:672 BW worden in 2017/2018 uitgebreid behandeld.

  • Het onderwerp 'op staande voet ontslagen (artikel 7:677 BW) wordt besproken in 2017/2018.

  • Aanneming van werk is artikel 7:750 BW, in plaats van artikel 7A:1639 BW (de arresten “boefje” en “gouden kooi” worden in dit verband genoemd).

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • De transitievergoeding is verhoogd tot een maximum van €77.000 (eerst was dit €75.000) of één jaarsalaris + eventueel additionele billijke vergoeding.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • De ketenbepaling van artikel 7:682 BW is zeer belangrijk. Kijk hier naar voor het tentamen.

  • Arceer in je wettenbundel de benoeming van de duur van de proeftijd en de termijnen die in art. 7:652 BW genoemd worden.

  • Arceer artikel 7:610 BW, 7:616 BW, 7:617 BW in je wettenbundel. Deze artikelen gaan over het vermoeden van een arbeidsovereenkomst.

  • Het is belangrijk dat je de punten en voorwaarden van de arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW) uit kunt leggen.

  • Ken de mogelijkheden die kunnen leiden tot het einde van de arbeidsovereenkomst (artikelen; ontbinding kantonrechter; opzegging met en zonder toestemming; wederzijds goedvinden).

  • De verplichtingen van de werkgever en werknemer dien je voor het tentamen te kennen: gebruik hiervoor de artikelen 7:611 BW, 7:611a BW en 7:658 BW. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

ARW 2 bevat 700 pagina’s leerstof, terwijl ARW 1 350 pagina’s bevatte. Dit is goed om te beseffen. Je kunt hierdoor uitrekenen hoeveel pagina’s je per dag of per week zou moeten doornemen om goed voorbereid de tentamenweek in te gaan.

Arbeidsrecht

Het merendeel van de bevolking werkt op basis van een arbeidsovereenkomst. Ambtenaren hebben een ander soort arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld de politie), dit is de laatste tijd erg actueel. Doordat de politie valt onder de ambtenaren hadden zij geen recht om te staken. De afgelopen tijd hebben ze erg veel actie gevoerd tegen hun cao. Waarschijnlijk gaat deze cao ook veranderen en zullen er uiteindelijk geen ambtenaren meer bestaan, zoals deze nu bestaan.

Bij het arbeidsrecht zijn subsidiariteit en proportionaliteit erg belangrijk. Later in het college komen we hier op terug.

Een arbeidsovereenkomst is een benoemde overeenkomst (art. 7:10 BW). Hierin staan de normale totstandkomingeisen. Een

.....read more
Access: 
Public
College: Internationaal

College: Internationaal


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De behandelde onderwerpen zijn in 2017/2018 wat week 2 betreft hetzelfde, maar ze worden in een iets andere volgorde behandeld.

  • Het internationaal conflictenrecht wordt in 2017/2018 als nieuw onderwerp behandeld.

  • Het stappenplan 'hoe komt een Verdrag tot stand' is ten opzichte van 2016/2017 uitgebreid.

  • De conformeringsplicht wordt behandeld.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Tijdens het college wordt er een casus gegeven. De docent stelt hier toepasselijke vragen over, om erachter te komen welk recht van toepassing is. Deze casus (en andere) helpen je te oefenen met de manier van denken die bij dit vak van je gevraagd wordt.

  • Belangrijk om te weten is waar de term “volkenrecht” voor staat in het internationaal recht! Dit staat voor verkeer tussen:

    • Staten onderling;

    • Staten en volkenrechtelijke organisaties;

    • Direct tot individuele personen.

  • Ken de twee termen voor doorwerking van verdragen in het nationale recht: dualisme en monisme.

Collegeaantekeningen 16/17

Internationaal recht

Daarbij hebben we te maken met verschillende landen. John Lennon heeft daar ooit al het nummer: “Imagine all the people” over geschreven. Dit geeft een goed beeld van hoe landen met elkaar om (horen te) gaan.

Internationaal recht is grensoverschrijdend verkeer. Er is een verschil tussen internationaal publiekrecht en internationaal privaatrecht.

Bij internationaal privaatrecht is een voorbeeld van een casus wanneer Sinterklaas een cadeau meeneemt naar Nederland en het cadeau is niet naar wens en moet weer terug naar Spanje. Speelt dan het Spaanse of het Nederlandse garantierecht een rol?

Een ander voorbeeld is het kopen van Chinees speelgoed, dit is gekocht vanuit Spanje in Zürich. Is hier dan Chinees recht, Spaans recht of Fries/Zwitsers recht (Zürich ligt in Friesland en Zwitserland) op van toepassing? Daarnaast is het betaald via BNP Paribas. Dit zijn voorbeelden van casussen. De oplossingen doen er nu nog even niet toe.

Art. 10 Wet Algemene Bepalingen: de vorm van alle handelingen wordt beoordeeld naar de wetten van het land of de plaats alwaar die handelingen zijn verricht.

Dus wanneer een Nederlander een chalet koopt in Zwitserland. Dan geldt het Zwitsers recht.

Eind jaren 60 en jaren 70, zijn hier veel vluchtelingen gekomen vanuit de Vietnamoorlog. In Vietnam waren toen veel massamoorden. Elk land dat ongeremd macht kan uitoefenen verlaagt zich tot dergelijke acties. Ook Nederland heeft massamoorden gepleegd in Indonesië (misschien wel meer, maar dit is de enige die bekend is geworden). De Vietnamezen die hier kwamen hadden natuurlijk baat bij het internationale recht zodat de landen gestraft konden worden die massamoorden pleegden.

Wanneer in Nederland een Vietnamees

.....read more
Access: 
Public
College: Verhouding nationaal - internationaal

College: Verhouding nationaal - internationaal


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De behandelde onderwerpen zijn in 2017/2018 wat week 2 betreft hetzelfde, maar ze worden in een iets andere volgorde behandeld.

  • Het internationaal conflictenrecht wordt in 2017/2018 als nieuw onderwerp behandeld.

  • Het stappenplan 'hoe komt een Verdrag tot stand' is ten opzichte van 2016/2017 uitgebreid.

  • De conformeringsplicht wordt behandeld.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Tijdens het college wordt er een casus gegeven. De docent stelt hier toepasselijke vragen over, om erachter te komen welk recht van toepassing is. Deze casus (en andere) helpen je te oefenen met de manier van denken die bij dit vak van je gevraagd wordt.

  • Belangrijk om te weten is waar de term “volkenrecht” voor staat in het internationaal recht! Dit staat voor verkeer tussen:

    • Staten onderling;

    • Staten en volkenrechtelijke organisaties;

    • Direct tot individuele personen.

  • Ken de twee termen voor doorwerking van verdragen in het nationale recht: dualisme en monisme.

Collegeaantekeningen 16/17

Inleiding

De verhouding tussen internationaal en nationaal recht, is het moeilijkste element van ons recht.

Stel je voor dat de zeespiegel internationaal recht is, het land achter de dijk is het nationaal recht. Dit geeft aan dat het internationaal boven het nationaal recht staat. Anders gezegd geldt het recht van de grotere gemeenschap boven het recht van de kleinere gemeenschap.

Volgens het Weens verdragsrecht moet een staat het internationale recht te goeder trouw naleven. Dit is allemaal nog extern.

Nu gaan we naar het interne, dus hoe gaat het water door de dijk heen naar binnen toe. Daarbij zijn twee implementatiesystemen. De ene wordt transformatiestelsel genoemd. Het transformatiestelsel zet alle internationale verplichtingen om in nationale recht, althans wanneer het om verdragen gaat.

Nederland heeft het incorporatiestelsel. Oftewel: het water komt over de dijk en overspoelt het hele land. Het internationale recht is een hogere norm binnen ons land. Het internationale recht wordt niet vertaald in nationaal recht, dus we hebben in Nederland ook geen keuze wat er binnen komt. Dit geldt voor verdragen en voor gewoontes.

Het incorporatiestelsel van Nederland staat niet in art. 93 en art. 94 GW zoals ze ons bij staatsrecht vertellen. In art.93 en art. 94 GW wordt alleen een bevoegdheid gegeven aan de rechter. In art. 93 GW staat dat er een bekendmakingseis is en dat de rechter alleen ieder verbindend verdragsrecht toe mag passen. Deze bekendmaking gebeurt in het tractatenblad. Dus niet in het staatsblad. Tractaat is een ander woord voor verdrag.

In art.94 GW staat de toetsingsplicht en bevoegdheid van de rechter en de consequenties die hieraan worden

.....read more
Access: 
Public
College: Europa, grondleggers en bronnen van EU recht

College: Europa, grondleggers en bronnen van EU recht


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Dit college besteedt meer aandacht aan de instellingen van de EU en de artikelen waar deze instellingen mee moeten werken.

  • De geschiedenis van de EU wordt in chronologische volgorde uitgebreid behandeld.

  • Het Europees Burgerinitatief is een onderwerp dat in 2017/2018 voor het eerst besproken wordt.

  • Ook het doel van de EU en hoe de verschillende doelstellingen behaald worden zijn belangrijk.

  • Het convergentiecriteria is geschrapt, dit onderwerp wordt in 2017/2018 niet behandeld tijdens het hoorcollege.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • De Europese Rekenkamer wordt nu gezien als de belangrijkste instelling van de EU.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Artikel 9 VEU is belangrijk! Weet waar dit artikel over gaat en welke arresten hierbij horen.

Collegeaantekeningen 16/17

Toets van afgelopen week

Ons land is pas volkenrechtelijk gebonden aan een verdrag als dit conform artikel 93 grondwet is bekendgemaakt in het Tractatenblad. Dit is onjuist de volkenrechtelijke binding vind pas plaats wanneer het goedgekeurd is door de Staten-Generaal, door bekrachtiging of ratificatie. Bekendmaking heeft dus niets te maken met volkenrechtelijke binding

Een verdrag moet uitsluitend ter uitdrukkelijke goedkeuring aan de Staten-Generaal worden voorgelegd in het geval dat het verdrag afwijkt van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaakt. Dit is onjuist, wanneer er geen sprake is van afwijking met de Grondwet dan mag het ook door een stilzwijgende goedkeuring. Maar afwijking met de Grondwet is niet de enige reden dat het mag met uitdrukkelijke goedkeuring.

In een transformatiesysteem kunnen de binnen de nationale rechtsorde reeds uitgevoerde verdragsverplichtingen ongedaan worden gemaakt door middel van latere nationale wetgeving. Dit is juist, een latere wetgeving gaat voor een eerdere wet. Dan neem je een nationale wet aan die in strijd is met een internationale wet. Er is dan sprake van een volkenrechtelijk probleem.

Alle verdragen dienen aan de Staten-Generaal ter goedkeuring te worden voorgelegd. Onjuist, hier zijn een paar uitzondering op. Dit staat in rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen. Bijvoorbeeld wanneer een verdrag verlengd moet worden of er een hele kleine financiële verplichting is.

Het Europese Hof voor de Rechten van de mens is formeel geen orgaan van de Raad van Europa. Juist, De Raad van Europa is een organisatie waarin samengewerkt wordt op basis van intergouvernementele besluitvorming. Het EHRM heeft een supranationaal trekje, maar is wel een orgaan van de Raad van Europa.

Het EHRM kan een individueel verzoekschrift over schending van het recht op vrijheid van onderwijs ex artikel 23 lid 2 Grondwet niet in behandeling nemen. Juist, eerst moeten alle rechtsordes in eigen land uitgeput zijn.

De werking van

.....read more
Access: 
Public
College: Europa, instellingen

College: Europa, instellingen


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Dit college besteedt meer aandacht aan de instellingen van de EU en de artikelen waar deze instellingen mee moeten werken.

  • De geschiedenis van de EU wordt in chronologische volgorde uitgebreid behandeld.

  • Het Europees Burgerinitatief is een onderwerp dat in 2017/2018 voor het eerst besproken wordt.

  • Ook het doel van de EU en hoe de verschillende doelstellingen behaald worden zijn belangrijk.

  • Het convergentiecriteria is geschrapt, dit onderwerp wordt in 2017/2018 niet behandeld tijdens het hoorcollege.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • De Europese Rekenkamer wordt nu gezien als de belangrijkste instelling van de EU.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Artikel 9 VEU is belangrijk! Weet waar dit artikel over gaat en welke arresten hierbij horen.

Collegeaantekeningen 16/17

Prejudiciële vragen

Prejudiciële rechter: een nationale rechter vraagt hoe hij een bepaling in het unierecht uit moet voeren. Sinds een paar jaar kan een lagere rechter ook aan het hof prejudiciële vraag stellen. Hierdoor kunnen lagere rechters niet het recht allemaal verschillend uitleggen. De lagere rechter is bevoegd, maar niet verplicht prejudiciële vragen te stellen. De hoogste rechter móet en is dus verplicht prejudiciële vragen te stellen wanneer er over een bepaald onderwerp nog nooit een uitspraak is gedaan.

Het Hof van Justitie

Het Hof van Justitie bouwt aan Europa. Ze willen welvaart brengen. De belangrijkste interpretatiemethode die het Hof van Justitie gebruikt, is de teleologische interpretatiemethode. Ze zullen altijd kijken naar het doel van Europa.

Het Hof van Justitie werd overbevraagd, waardoor er twee gerechten bij gekomen zijn. Het gerecht in eerste aanleg en het ambtenarengerecht. Het Hof van Justitie is ook bestuursrechter.

EEG

Vóór de Europese Unie waren er drie verdragen. De EGKS, EEG en de EGA. De EEG is verreweg het belangrijkst voor het ontstaan van de Europese Unie, daar gaan we nu op verder.

De doelen van de EEG waren:

  • het bevorderen van evenwichtige economische activiteit;

  • een hoog niveau creëren voor werkgelegenheid;

  • een gelijke behandeling voor man en vrouw;

  • goede kwaliteit van milieu;

  • levensstandaard omhoog brengen;

  • Wereldwijd een groot concurrentievermogen ontwikkelen.

De ambities van de EEG waren onder andere een supranationaal beleid. De EEG is begonnen met het ontwikkelen van de landbouw, vervoer en mededinging. Het ontwikkelen van de landbouw moest hongersnoden voorkomen, het verbeteren van het vervoer moest zorgen voor gelijke kansen voor iedereen en mededinging moest zorgen voor eerlijke concurrentie.

Om eerlijke concurrentie te creëren werden tarifaire belemmeringen opgeschort. Tarifaire belemmeringen zijn douane tarieven. Binnen de EEG werden de tarieven opgeschort, buiten

.....read more
Access: 
Public
College: Strafrecht, bronnen en definities

College: Strafrecht, bronnen en definities


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Er is een recent voorbeeld toegevoegd: Vindicatlid Wouter B schuldig aan zware mishandeling, ter vervanging van een oud voorbeeld. 

  • Het arrest 'Onbeschermde sex door HIV drager' wordt besproken. Dit arrest is van belang voor voorwaardelijk opzet: er dient sprake te zijn van een daadwerkelijk groot risico, er wordt gekeken naar de ernst van het gevolg en de bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans.

  • Het legaliteitsbeginsel wordt uitgebreider uitgelegd. De stappen van artikel 16 GW en artikel 1 Sr worden volledig langs gegaan.

  • Er worden voorbeelden gegeven van hoe de structuur van een strafbepaling in elkaar zit: bestanddelen, elementen e.d.

  • Er wordt tijdens het college diep ingegaan op de belangrijkste elementen van de algemene bepalingen boek 1 Strafrecht.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Sinds 2016 is er sprake van een onbeperkt spreekrecht voor het slachtoffer; op het moment van het hoorcollege in 2016/2017 werd nog gezegd dat dit een wetsvoorstel was. Inmiddels is dit wetsvoorstel aangenomen en is de wet in werking getreden.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Artikel 91 Sr is een belangrijke schakelbepaling! 

  • Ken het onderscheid tussen objectieve en subjectieve bestanddelen.

Collegeaantekeningen 16/17

Veelgemaakte fouten toets afgelopen week

De vraag of een bepaling uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voor de burger directe werking heeft, wordt vastgesteld door de rechter. Dit is juist, de rechter bepaalt dit. Bij internationaal recht is dit anders, daar vloeit het voort uit een ongeschreven regel.

Regels van EU-recht hebben voorrang boven nationale regelgeving op grond van artikel 94 GW. Dit is onjuist, dit is op grond van het Europese recht zelf.

Verordeningen en richtlijnen van de Europese unie zijn evenals de uitspraken van het hof van Justitie vormen van secundair recht. Dit is juist.

De bepalingen van vrij verkeer zoals die in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorkomen, zijn een uitwerking van het beginsel van non-discriminatie, at inhoudt dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld en ongelijk gevallen ongelijk. Dit is onjuist.

De rechtstreekse toepasselijkheid van verordeningen van de EU brengt mee dat verdere implementatie van deze verordeningen in het nationale recht verboden is. Dit is juist ( denk aan het Costa//Enel arrest).

De Europese Raad oefent geen wetgevingstaak uit en komt viermaal per jaar bijeen. Onjuist, De commissie komt met een initiatief, legt dit aan het parlement voor en de Europese Raad moet dit als laatste goedkeuren, dus de Europese Raad voert wel een wetgevingstaak uit.

De bevoegdheid van de rechter om een met Unierecht onverenigbare wet

.....read more
Access: 
Public
College: Strafrecht, rechtvaardiging en uitsluiting

College: Strafrecht, rechtvaardiging en uitsluiting


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Er is een recent voorbeeld toegevoegd: Vindicatlid Wouter B schuldig aan zware mishandeling, ter vervanging van een oud voorbeeld. 

  • Het arrest 'Onbeschermde sex door HIV drager' wordt besproken. Dit arrest is van belang voor voorwaardelijk opzet: er dient sprake te zijn van een daadwerkelijk groot risico, er wordt gekeken naar de ernst van het gevolg en de bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans.

  • Het legaliteitsbeginsel wordt uitgebreider uitgelegd. De stappen van artikel 16 GW en artikel 1 Sr worden volledig langs gegaan.

  • Er worden voorbeelden gegeven van hoe de structuur van een strafbepaling in elkaar zit: bestanddelen, elementen e.d.

  • Er wordt tijdens het college diep ingegaan op de belangrijkste elementen van de algemene bepalingen boek 1 Strafrecht.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Sinds 2016 is er sprake van een onbeperkt spreekrecht voor het slachtoffer; op het moment van het hoorcollege in 2016/2017 werd nog gezegd dat dit een wetsvoorstel was. Inmiddels is dit wetsvoorstel aangenomen en is de wet in werking getreden.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Artikel 91 Sr is een belangrijke schakelbepaling! 

  • Ken het onderscheid tussen objectieve en subjectieve bestanddelen.

Collegeaantekeningen 16/17

We gaan vandaag verder met het college over strafrecht.

Er zijn strafbare feiten die strafbaar gesteld worden, zoals bijvoorbeeld diefstal. Strafbare feiten zijn formeel omschreven. Ook zijn er strafbare gevolgen, deze zijn materieel omschreven. Het veroorzaken van een strafbaar gevolg is bijvoorbeeld doodslag of dood door schuld. Bij een strafbaar gevolg is de causaliteit van belang. Hier zijn verschillende theorieën op gemaakt.

  • Conditio sine qua non: bijvoorbeeld wanneer er geen hulp gezocht is voor een gewonde baby, dan was de baby niet dood gegaan;

  • Redelijke voorzienbaarheid: wanneer een kind niet uit huis geplaatst wordt en daarna vermoord door haar moeder, is de gezinsvoogd dan dood door schuld toe te rekenen;

Bij beide theorieën is van belang of er sprake is van toerekening naar redelijkheid.

Bestanddelen spelen een grote rol bij het strafbare feit. Bestanddelen moeten worden bewezen, de elementen worden voorondersteld. Soms maken de elementen deel uit van de bestanddelen. De elementen zijn wederrechtelijkheid en schuld. Wanneer wederrechtelijkheid een bestanddeel is, moet de officier van justitie deze wel bewijzen. Wederrechtelijkheid is bijvoorbeeld een bestanddeel bij diefstal of vernieling. Bij dood door schuld, is schuld een bestanddeel en moet dit dus bewezen worden.

In art. 287 Sr wordt de stel- en bewijsplicht behandeld. Er heeft een zaak plaatsgevonden in Groningen, waar een TBS’er een weekend vrijuit mocht. Deze misdroeg zich in de stad en

.....read more
Access: 
Public
College: Strafprocesrecht

College: Strafprocesrecht


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De behandelde onderwerpen zijn in 2017/2018 hetzelfde gebleven, maar de volgorde van behandeling is nu chronologisch.

  • Belangrijke artikelen die behandeld worden: Art. 167 Sv,  Art. 12 Sv, Art. 6 lid 1 EVRM en Art. 79 RO.

  • De actoren van het strafproces worden besproken:

    • Verdachte (art. 27 e.v. en art. 486 Sv e.v.)

    • Raadsman (art. 37e.v. , 28a Sv en art. 6 EVRM jo. 18 GW)

    • OvJ (art. 9 Sv) 

    • De zittende magistratuur (art. 268 Sv, 368 Sv, 382 Sv, 495 Sv)

    • Het slachtoffer (art. 51 e.v. Sv) 

  • Het voorbereidend onderzoek en opsporingsonderzoek (art. 140 e.v. Sv, artikel 132a Sv) worden in 2017/2018 uitgebreid behandeld, evenals de dwangmiddelen en bijzondere opsporingsbevoegdheden (art. 94 e.v., art. 126g e.v. Sv).

  • Ook de de dagvaarding wordt behandeld: art 258 Sv, art. 588 e.v. Sv, art. 261 Sv, art. 6 EVRM.

  • Strafbeschikking wordt ook besproken: art. 257a e.v. Sv.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Belangrijke wijziging in geval van Ophouden voor onderzoek: de duur is 9 uur in plaats van 6 uur. Artikel 61 Sv is vervallen!  

Collegeaantekeningen 16/17

Strafprocesrecht bestaat uit 5 fases:

  • Opsporing;

  • Vervolging;

  • Berechting;

  • Strafoplegging;

  • Tenuitvoerlegging vonnissen.

Bronnen van strafprocesrecht:

  • Wetboek van strafrecht (art. 27 verdachte);

  • Verdragen (artikelen 5,6 en 8 EVRM);

  • Grondwet (artikelen 10,11,12 en 15);

  • Bijzondere wet (wet RO, politiewet);

  • Ongeschreven recht (jurisprudentie, beleidsstukken).

In het strafprocesrecht kunnen we ook nog onderscheid maken tussen de fase vóór de rechter en de zitting en de fase dat de terechtzitting plaatsvindt. Dit is de gematigd inquisitoir en gematigd accusatoir fase.

De politie is heeft een belangrijke taak binnen het strafprocesrecht. De politie handhaaft de openbare orde, dit is de openbare-orderechtelijke handhaving. Daarnaast doet de politie aan opsporing, dit is de strafrechtelijke handhaving.

De officier van justitie is onderdeel van het Openbaar Ministerie. De officier van justitie vertegenwoordigd het Openbaar Ministerie in de rechtbank. Bij de hoven wordt de officier van justitie advocaat-generaal genoemd. Bij de rechtbank wordt hij gewoon officier van justitie genoemd. Het Openbaar Ministerie valt onder de Minister van Justitie.

De politie doet het voorbereidend onderzoek. Veel opsporingsonderzoeken ontstaan door een aangifte. Er doet bijvoorbeeld iemand aangifte van mishandeling, smaad of intimidatie. Vorig jaar deed het Genootschap Federatief Joods Nederland aangifte wegens het verkopen van Mein Kampf. Het verkopen van dit boek is een aanzet tot haat en discriminatie (art. 137e Sr). Het OM besliste

.....read more
Access: 
Public
College: Oefenen met strafprocesrecht

College: Oefenen met strafprocesrecht


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De behandelde onderwerpen zijn in 2017/2018 hetzelfde gebleven, maar de volgorde van behandeling is nu chronologisch.

  • Belangrijke artikelen die behandeld worden: Art. 167 Sv,  Art. 12 Sv, Art. 6 lid 1 EVRM en Art. 79 RO.

  • De actoren van het strafproces worden besproken:

    • Verdachte (art. 27 e.v. en art. 486 Sv e.v.)

    • Raadsman (art. 37e.v. , 28a Sv en art. 6 EVRM jo. 18 GW)

    • OvJ (art. 9 Sv) 

    • De zittende magistratuur (art. 268 Sv, 368 Sv, 382 Sv, 495 Sv)

    • Het slachtoffer (art. 51 e.v. Sv) 

  • Het voorbereidend onderzoek en opsporingsonderzoek (art. 140 e.v. Sv, artikel 132a Sv) worden in 2017/2018 uitgebreid behandeld, evenals de dwangmiddelen en bijzondere opsporingsbevoegdheden (art. 94 e.v., art. 126g e.v. Sv).

  • Ook de de dagvaarding wordt behandeld: art 258 Sv, art. 588 e.v. Sv, art. 261 Sv, art. 6 EVRM.

  • Strafbeschikking wordt ook besproken: art. 257a e.v. Sv.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Belangrijke wijziging in geval van Ophouden voor onderzoek: de duur is 9 uur in plaats van 6 uur. Artikel 61 Sv is vervallen!  

Collegeaantekeningen 16/17

Toets strafrecht van vorige week belangrijkste fouten:

Bij een veroordeling zal de strafrechter steeds een straf of een maatregel opleggen, of een combinatie van beide: onjuist, schuldig verklaren zonder strafoplegging is ook een optie.

Handelen in strijd met artikel 3b lid 1 jo. Artikel 10 lid 1 sub 1 Opiumwet moet worden gekwalificeerd als een overtreding. Juist, achterin de opiumwet staat een verzamelbepaling van strafsancties en wat een overtreding en misdrijf is.

De voorbereiding van het overtreden van artikel 131 Sr levert een strafbaar feit op. Art. 131 is een misdrijf, maar kent geen acht jaar gevangenis straf dus klopt niet.

Ons strafrecht kent voor alle hoofdstraffen een minimum, dit is onjuist. Dit kennen wij niet in Nederland.

Van het nulla poena-beginsel mag niet worden afgeweken. Dit is het verbod op terugwerkende kracht. In art. 7 lid 2 van het EVRM, staat de uitzondering, dan mag er wel van worden afgeweken.

Strafprocesrecht

Oorzaken van de fouten die rechters maken in het strafproces: rechters worden niet geschoold in empirisch onderzoek en menen dat ze een magisch oog hebben, hierdoor menen ze zelf te kunnen beoordelen of iemand de waarheid spreekt. Rechters zijn eigenwijze mensen.

Welke uitspraak kan een rechter doen:

Wanneer de dagvaarding nietig is: vrijspraak

Wanneer de rechter onbevoegd is: ontslag van alle rechtsvervolging wegens niet strafbaarheid van het feit

Officier van justitie niet ontvankelijk: ontslag van alle rechtsvervolging wegens niet strafbaarheid dader.

Schorsing vervolging:

.....read more
Access: 
Public
College: Bestuursrecht, normen en organen

College: Bestuursrecht, normen en organen


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De behandelde onderwerpen zijn in 2017/2018 hetzelfde gebleven, maar de volgorde van behandeling is nu chronologisch.

  • De onderwerpen 'legaliteitsbeginsel' (art. 1:2 lid 2 Awb) en 'specialiteitsbeginsel' (art. 3:4 lid 1 Awb) worden dit jaar behandeld.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Er wordt in het hoorcollege de nadruk gelegd op de term Bestuursorgaan; dit is te vinden in artikel 1:1 Awb. In lid 2 van dit artikel zijn uitzonderingen op de bestuursorganen te vinden. Er werd benadrukt dat deze uitzonderingen belangrijk zijn om te kennen voor het tentamen.

  • De term belanghebbende moet je voor het tentamen kunnen toepassen! Weet wanneer iemand dit is:

    • Eigen persoonlijk belang

    • Objectief

    • Actueel

    • Art. 1:2 Awb: degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken; eigen en persoonlijk belang. 

Collegeaantekeningen 16/17

Bestuursrecht

In het bestuursrecht vindt je het recht voor het bestuur, van het bestuur en tegen het bestuur. een voorbeeld ter inleiding: Gedeputeerde Staten staan boeren toe op wilde zwijnen te jagen, mits zij zich laten registreren als jachthouder. De Rechtbank Den Haag keurde dit goed, ook al waren natuurbeschermingsorganisaties in protest gegaan. Het gaat in dit voorbeeld echt om het besturen van het land.

Montesquieu zei altijd dat je een onderscheid moest maken tussen wetgeven, rechtspraak en besturen.

Het bestuursrecht is geregeld in het Awb. Hier staat het materiële en formele recht in. Dit is bij privaatrecht, staatsrecht en strafrecht anders. Daar staat het materiële en formele recht beide in aparte wetten.

Opzet college

  • Wat is publiekrechtelijk besturen: nemen van besluiten;

  • Wie besturen: bestuursorganen;

  • Hoe komen bestuursorganen aan hun bevoegdheden;

  • Wat normeert gedrag bestuursorganen;

  • Wat zijn bestuursorganen;

  • Welke bestuursorganen onderscheiden we;

  • Wat is privaatrechtelijk besturen;

  • Wat is besturen door feitelijk handelen;

  • Welke soorten besluiten kennen we;

  • Hoe kan een bestuursorgaan naleving besluiten afdwingen;

  • Wat is toezicht en wat een toezichthouder;

  • Welke sancties zijn er: herstel en strafsancties.

Besturen

De essentie van besturen is eenzijdig ingrijpen in rechten en vrijheden van burgers. Voorbeelden hiervan zijn belastingaanslagen, weigeren vergunning buitenconcert, sluiting café of huis, onvoldoende voor een tentamen enz. Het bestuur grijpt in overeenkomstig de wet, de basis hiervoor is het legaliteitsbeginsel. Het mag niet zo zijn dat het bestuur zich allerlei bevoegdheden toedicht, die niet in de wet staan. Er moet een wettelijke basis zijn voor belastend optreden, maar ook voor begunstigd optreden.

Bestuursorganen

Bij privaatrecht heb je geleerd, dat natuurlijke personen en

.....read more
Access: 
Public
College: Bestuursrecht, besluitvorming en veiliger verkeer

College: Bestuursrecht, besluitvorming en veiliger verkeer


Sheetnotes 2017/2018

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De behandelde onderwerpen zijn in 2017/2018 hetzelfde gebleven, maar de volgorde van behandeling is nu chronologisch.

  • De onderwerpen 'legaliteitsbeginsel' (art. 1:2 lid 2 Awb) en 'specialiteitsbeginsel' (art. 3:4 lid 1 Awb) worden dit jaar behandeld.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Er wordt in het hoorcollege de nadruk gelegd op de term Bestuursorgaan; dit is te vinden in artikel 1:1 Awb. In lid 2 van dit artikel zijn uitzonderingen op de bestuursorganen te vinden. Er werd benadrukt dat deze uitzonderingen belangrijk zijn om te kennen voor het tentamen.

  • De term belanghebbende moet je voor het tentamen kunnen toepassen! Weet wanneer iemand dit is:

    • Eigen persoonlijk belang

    • Objectief

    • Actueel

    • Art. 1:2 Awb: degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken; eigen en persoonlijk belang. 

Collegeaantekeningen 16/17

Moeilijke vraag toets afgelopen week

Het aannemen van een rechtvaardigingsgrond leidt soms tot vrijspraak, dit is het geval wanneer wederrechtelijkheid een bestanddeel is!

Bestuursorganen herhaling van gister

Een a orgaan is een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld. Een b orgaan is een rechtspersoon krachtens privaatrecht ingesteld.

De Nederlandsche Bank is een rechtsorgaan, belast met overheidstaken. Het is een soort toezichthouder op particuliere banken. De Nederlandsche Bank is een b-orgaan.

De APK-keurder is maar voor een heel klein stukje bestuursorgaan. Ook dit is een B-orgaan.

Een A-orgaan is altijd Awb plichtig. Een B-orgaan is alleen bij uitoefening bestuursbevoegdheid Awb plichtig. Dus de APK-keurder is alleen Awb plichtig wanneer hij APK’s doet.

Publiekrechtelijk handelen: besluit

We kennen vier besluiten:

  • Algemeen verbindend voorschrift (avv): hierin wordt bepaald hoe een bestuursorgaan om moet gaan met een aan haar toegekende bevoegdheid;

  • Beleidsregels (art. 1:3 lid 4 Awb). De beleidsregel lijkt op een algemeen verbindend voorschrift. Een beleidsregel wordt ook wel een ‘kan’ regel genoemd. “de minister kan iets doen, is hier niet toe verplicht;

  • Bestuurlijke maatregel

  • Beschikking: is een besluit in een individueel geval (art. 1:3 lid 2 Awb). Dit staat recht tegenover het algemeen verbindend voorschrift.

Besluit

Kenmerken van een besluit zijn:

  • Schriftelijke beslissing, dit is een op schrift gestelde bedoeling;

  • Publiekrechtelijk van aard;

  • Door een bestuursorgaan;

  • Rechtshandeling: een beoogd rechtsgevolg.

Het is belangrijk het verschil tussen publiek en privaat rechtelijk besturen. Publiekrechtelijk besturen is door middel van een wetgevende bevoegdheid, privaatrechtelijk besturen is vaak door middel van het eigendomsrecht. Een voorbeeld van privaatrechtelijk handelen is het aanpakken van de riolering. De riolering is eigendom van de gemeente, dus de gemeente kan ook beslissen

.....read more
Access: 
Public
College: Bestuursprocesrecht

College: Bestuursprocesrecht


Sheetnotes 2017/2018

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Geen recente ontwikkelingen (artikelen van de grondwet al zeer oud en zal niet gauw sprake zijn van een wijziging) 

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Zorg ervoor dat je bij de grondrechten begrijpt welke reikwijdte een artikel heeft en welke beperkingen hieraan worden gegeven. Kunnen de beperkingen bijvoorbeeld slechts bij wet in formele zin worden gesteld of ook door lagere organen worden gesteld? 

  • Lees de grondrechten uit de GW en begrijp welke positieve verplichtingen hieruit kunnen voortvloeien 

  • Besteed met name aandacht aan artikel 7 GW.

Collegeaantekeningen 16/17

Bestuursprocesrecht houdt in: hoe kan de burger beschermd worden tegen overheidshandelen.

Er wordt hier onderscheid gemaakt tussen vier besluiten. Wat betreft de bestuursgang naar de rechter, is het besluit de sleutel tot de bestuursrechter.

Daarnaast kan ook voor het feitelijk handelen van ambtenaren (art. 8:2 Awb), toegang gegeven worden naar de bestuursrechter.

Vier soorten besluiten:

  • Algemeen verbindende voorschriften. Deze zijn afkomstig door organen, die deze bevoegdheid hebben gekregen vanuit de Grondwet;

  • Een beschikking. Deze staat tegenover een algemeen verbindend voorschrift. Een beschikking geldt namelijk in een individueel geval;

  • Beleidsregel. Beleidsregels worden opgesteld om willekeur te voorkomen. Hierin kondigt het bestuursorgaan aan, hoe het met algemeen verbindende voorschriften om zal gaan;

  • Bestuurlijke maatregel, deze zit tussen de algemeen verbindende voorschriften en een beschikking in.

Je kunt niet tegen alle besluiten bij de bestuursrechter in beroep (art. 8:3 Awb e.v.). Wanneer je bezwaar hebt tegen een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel, kun je niet naar de bestuursrechter. De civiele rechter is altijd bevoegd, tenzij er een andere rechtsgang mogelijk is.

Wanneer het gaat over publiekrechtelijk rechtshandelen van de overheid gaat, ga je naar de bestuursrechter bij een beschikking of een bestuurlijke maatregel. Dan ga je naar de civiele rechter bij een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel.

Wanneer het gaat over privaatrechtelijk rechtshandelen van de overheid (bijvoorbeeld feitelijk handelen: onrechtmatig en rechtmatig), dan ga je naar de civiele rechter.

De civiele rechter is lastiger en vaak ook duurder. De overheid wil dit graag zo houden, omdat er anders veel meer mensen naar de civiele rechter zouden gaan.

Op het tentamen er opletten of de vraag gaat over publiekrechtelijk of privaatrechtelijk handelen. Op die manier kun je voor jezelf dan een stappenplan doorlopen, om zo uiteindelijk uit te komen bij de juiste rechter.

Er zijn niet veel voorbeelden van een procedure tegen een algemeen verbindend voorschrift. Twee voorbeelden zijn de strijd tegen het Besluit Uitvoering Rookvrije werkplek en het harmonisatiearrest.

Ook

.....read more
Access: 
Public
College: Bestuursprocesrecht, fasen en uitspraakmogelijkheden

College: Bestuursprocesrecht, fasen en uitspraakmogelijkheden


Sheetnotes 2017/2018

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Geen recente ontwikkelingen (artikelen van de grondwet al zeer oud en zal niet gauw sprake zijn van een wijziging) 

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Zorg ervoor dat je bij de grondrechten begrijpt welke reikwijdte een artikel heeft en welke beperkingen hieraan worden gegeven. Kunnen de beperkingen bijvoorbeeld slechts bij wet in formele zin worden gesteld of ook door lagere organen worden gesteld? 

  • Lees de grondrechten uit de GW en begrijp welke positieve verplichtingen hieruit kunnen voortvloeien 

  • Besteed met name aandacht aan artikel 7 GW.

Collegeaantekeningen 16/17

Je bent belanghebbende in de zin van art. 1:2 Awb wanneer er sprake is van:

  • Een eigen belang;

  • Persoonlijk belang;

  • Actueel belang;

  • Objectief bepaalbaar belang;

  • Rechtstreeks.

Bestuursprocesrecht

Wanneer een beschikking jouw treft, kun je niet meteen naar de rechtbank. Je moet dan eerst bezwaar of beroep indienen bij het bestuursorgaan. Beroep is dat je niet bij hetzelfde bestuursorgaan bezwaar indient, maar bij een ander bestuursorgaan.

Wanneer je een onvoldoende haalt op je tentamen, kun je hiertegen in bezwaar. De student is dan vanzelfsprekend belanghebbende. Is de vader van de student ook belanghebbende in dit geval? Nee, er is geen sprake van een eigen belang. Dus daar stuit het al op af, waarschijnlijk stuit het ook al af op het persoonlijk belang. Maar in ieder geval stuit het af op het rechtstreekse belang.

De hoofdregel is, dat je altijd terechtkomt bij de rechtbank. Over het algemeen word je daar bij ARW niet mee lastig gevallen.

De vraag is dan nog waar de absolute en relatieve competentie op uit komt. Stel dat iemand in Zwolle woont, hij wil een terras beginnen in Groningen. De burgemeester in Groningen staat dit niet toe. De café-eigenaar wil in beroep gaan tegen deze beschikking van de burgemeester van Groningen. Bij welke rechtbank kan hij dan terecht? Hiervoor bestaat art. 8:7 Awb. De burgemeester maakt deel uit van de rechtspersoon Gemeente, dus zal het plaatsvinden voor de rechtbank Noord-Nederland. De plaats van de rechtspersoon is dus van belang, omdat het hier gaat om een lager orgaan. Zou het hier gaan om een hoger orgaan, dan gaat het om de woonplaats van de bezwaarmaker. Dat zou dan de rechtbank Zwolle zijn.

Na de beslissing van de rechtbank, is hoger beroep mogelijk. Er zijn vier hogere beroepsinstanties. Vroeger waren dit veel meer, maar dit is inmiddels opgeschoond. We hebben nog wel steeds te maken met verschillende hoogste bestuursrechters.

Je kunt bij de Centrale Raad van Beroep

.....read more
Access: 
Public
Algemene rechtswetenschappen 2 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

Algemene rechtswetenschappen 2 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Algemene Rechtswetenschap 2 voor de opleiding Rechten Bachelor aan de Rijksuniversiteit Groningen

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Algemene Rechtswetenschap 2 ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1407
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.