TentamenTests bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden - 2


Vragen

Vraag 1

De effectmaat Hedges' g is een effectmaat gebaseerd op...

  1. de correlatie in de steekproef
  2. het gestandaardiseerde verschil tussen twee groepsgemiddelden
  3. de proportie verklaarde populatievariantie
  4. de associatiesterkte in de populatie

Vraag 2

In een onderzoek wordt bij 10 personen een dichotome variabele X en een intervalvariabele Y gemeten. De resultaten staan in de onderstaande tabel.

Persoon12345678910
X0000011111
Y2315263745
Wat is de waarde van de hier van toepassing zijnde correlatiecoëfficiënt, die de samenhang aangeefttussen beide variabelen?
  1. 0
  2. 0.42
  3. 0.65
  4. 0.81

Vraag 3

Op basis van verzamelde gegevens wil men iemands inkomen voorspellen uit het aantal jaren dat deze onderwijs heeft gevolgd. Welke bewering is juist?

  1. Het inkomen is de responsevariabele; de waarden van deze variabele worden genoteerd op de horizontale as van het spreidingsdiagram
  2. Het inkomen is de responsevariabele; de waarden van deze variabele worden genoteerd op de verticale as van het spreidingsdiagram
  3. Het aantal jaren opleiding is de responsevariabele; de waarden van deze variabele worden genoteerd op de horizontale as van het spreidingsdiagram

Vraag 4

Welke uitspraak over de correlatiecoëfficiënt r is juist?

  1. Het is een robuuste maat voor samenhang, want r is gevoelig voor uitbijters
  2. Het is een robuuste maat voor samenhang, want r is niet gevoelig voor uitbijters
  3. Het is geen robuuste maat voor samenhang, want r is gevoelig voor uitbijters
  4. Het is geen robuuste maat voor samenhang, want r is niet gevoelig voor uitbijters

Vraag 5

Het aantal jaren opleiding is de responsevariabele; de waarden van deze variabele worden genoteerdop de verticale as van het spreidingsdiagramEen significantietest is in het algemeen een functie van effectgrootte en aantal proefpersonen. Welkevan de onderstaande formules geeft deze relatie correct weer als het gaat over een 2 x 2 kruistabel?

  1. \[X{^2} = Φ{^2} *N\]
  2. \[X= Φ * N\]
  3. \[Φ{^2} = X{^2} * N\]
  4. \[Φ = X * N\]

Vraag 6

Voor twee variabelen X en Y is berekend:

\[X̄ = 3.4\]

\[ȳ = 2.6\]

\[s \frac {2}{x} = 1.81\]

\[s \frac {2}{Y} = 2.13\]

\[s_{XY}  = 1.43\]

Wat is de regressievergelijking (in ruwe scores) voor de voorspelling van Y uit X?

  1. \[Ŷ = 0.79X – 0.09\]
  2. \[Ŷ = 0.73X\]
  3. \[Ŷ = 0.61X + 0.23\]
  4. \[Ŷ = 0.73X – 0.09\]

Vraag 7

Voor een regressielijn geldt...

  1. dat de som van de kleinste afwijkingen van punten ten opzichte van de regressielijn het kleinst is.
  2. dat de som van de afwijkingen van punten ten opzichte van de regressielijn in horizontale richting het kleinst is.
  3. dat de som van de gekwadrateerde afwijkingen van punten ten opzichte van de regressielijn in verticale richting het kleinst is.
  4. dat de som van de gekwadrateerde afwijkingen van punten ten opzichte van de regressielijn in horizontale richting het kleinst is.

Vraag 8

Een onderzoeker heeft voor een groep personen de scores vastgesteld met betrekking tot de kwantitatieve variabelen X en Y. Hier is X de verklarende variabele en Y de responsevariabele. Na berekening blijkt dat regressiecoëfficiënt b1 = -2.

  1. Als X met twee eenheden toeneemt, dan neemt de voorspelde waarde van Y met twee eenheden af
  2. Als X met twee eenheden toeneemt, dan neemt de voorspelde waarde van Y met vier eenheden af
  3. Als Y met twee eenheden toeneemt, dan neemt de voorspelde waarde van Y met vier eenheden af
  4. De onderzoeker heeft een rekenfout gemaakt, want b kan nooit kleiner zijn dan -1

Vraag 9

Een onderzoeker heeft bij een groep personen hun lengte (in cm) en hun gewicht (in kg) gemeten. Na berekening blijkt r = 0.80 en b1 = 0.34. Om zijn bevindingen in een Engels tijdschrift te plaatsen, bepaalt hij nieuwe lengtescores met inch als meeteenheid (1 inch = 2.54 cm).Wat kun je zeggen over de nieuwe r en b1

  1. Na deze bewerking is r nog steeds gelijk aan 0.80 en b1 nog gelijk aan 0.34
  2. Na deze bewerking zijn zowel r en  b1 groter geworden
  3. Na deze bewerking is r nog steeds gelijk 0.80, maar is  b1 groter geworden
  4. Hoe groot r en  b1 nu zijn blijkt pas na een nieuwe berekening

Vraag 10

Een onderzoekster analyseert het verband tussen opleiding van de respondent en de opleiding van zijn of haar vader. In de onderstaande SPSS tabel ontbreekt de kolom met de p-waarden van de significantietoetsen voor de twee regressiecoefficienten. Probeer met behulp van de overige informatie in de tabel de juiste conclusie te trekken.

  1. b0 wijkt tweezijdig getoetst op 5% significant van 0 af, maar b1 niet
  2. b0 wijkt tweezijdig getoetst op 5% niet significant van 0 af, maar b1 wel
  3. b0 noch b1 wijken tweezijdig getoetst op 5% significant van 0 af
  4. b0 en b1 wijken tweezijdig getoetst op 5% significant van 0 af

Coefficients (a)

ModelUnstandardized CoefficientsStandardized Coefficientst95% Confidence interval for B
BStd. ErrorBetaLower BoundUpper Bound
(Constant)9.926.219 45.2609.49510.356
Highest Year School Completed, Father.322.0190.46317.050.285.359

(a) Dependent Variable: Highest Year of School Completed

Vraag 11

De ANOVA-tabel voor een enkelvoudige regressie-analyse is (gedeeltelijk) hieronder gegeven.

SourceDFSSMSF
Model Error 12.43  
Total1123.43  

Maak de tabel af. Kan H0 verworpen worden met alfa = 0.05?

  1. Nee, P > 0.05
  2. Ja, 0.025 < P </= 0.5
  3. Ja, 0.01 < P </= 0.025
  4. Ja, P </= 0.01

Vraag 12

 YX1X2
Y-.7.6
X1 --.4
X2  -

Wat is juist met betrekking tot de multipele correlatiecoëfficiënt R voor de voorspelling van Y uit X1 en X2?

  1. \[R=r_{x1y} + r_{x2y}\]
  2. \[R^2=r^2_{x1y} + r^2_{x2y}\]
  3. \[R= r^2_{x1y} + r^2_{x2y}\]
  4. A,B en C zijn onjuist

Vraag 13

We vinden in een onderzoek bij 20 personen de volgende regressievergelijking: ŷ = 1.3 – 2.4x1 + 0.9x2

Gegeven is verder SEb1 = 1.631 en we toetsen b1. Het resultaat is:

  1. t = 1.4715; H0 kan worden verworpen met alfa = 0.05
  2. t = 1.4715;  H0 kan niet worden verworpen met alfa = 0.05
  3. t = -1.4715;  H0 kan worden verworpen met alfa = 0.05
  4. t = -1.4715;  H0 kan niet worden verworpen met alfa = 0.05

Vraag 14

Anne voert een meervoudige regressie-analyse uit om haar onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Wanneer ze de plot bekijkt waarbij de voorspelde waarden op de X-as staan en de gestandaardiseerde residuen op de Y-as, ziet ze dat er sprake is van homoscedasticiteit. Wat houdt dit in?

  1. De residuen zijn gelijk verspreid voor elke voorspelde waarde
  2. De residuen zijn niet gelijk verspreid voor elke voorspelde waarde, er is bijvoorbeeld een soort driehoek te zien
  3. Er is een (horizontale) lineaire relatie te zien tussen de voorspelde waarden en de residuen
  4. Er zijn geen gestandaardiseerde residuen groter dan een absolute waarde van 3

Vraag 15

Bezie onderstaande stellingen over het bekijken van multicollineariteit tussen predictoren in een meervoudige regressie-analyse:

Stelling I: Wanneer de Tolerance een erg kleine waarde heeft (bijvoorbeeld onder de 0.1) hoeft de onderzoeker zich geen zorgen te maken over onstabiele regressiegewichten

Stelling II: Bij het berekenen van de Tolerance van een predictor wordt gekeken hoeveel variantie van een predictor voorspeld kan worden door de andere predictoren

Wat is juist?

  1. Beide stellingen zijn juist
  2. Alleen stelling I is juist
  3. Alleen stelling II is juist
  4. Beide stellingen zijn onjuist

Vraag 16

Een psychologe heeft de volgende regressievergelijking gevonden in onderzoek met 42 personen die gemiddeld 32 scoorden op de X-variabele: ŷ = 0.61X + 0.23

Tevens vond de psychologe de volgende resultaten in het onderzoek:sx = 3, sy = 1.2 en se = 2

Met behulp van deze regressievergelijking voorspelt de psychologe een score op de Y-variabele voor een cliënt van haar die een X-waarde heeft van 25. Wat is de 99% voorspellingsinterval voor deze individuele observatie?

  1. [7.8, 23.1]
  2. [9.7, 21.3]
  3. [11.1, 19.8]
  4. [13.3, 17.6]

Antwoordindicatie

Vraag 1

Antwoord B. Hedges’ g is voor de steekproef en is gebaseerd op het gestandaardiseerde verschil tussen twee groepsgemiddelden.

Vraag 2

Antwoord C.

Hier geldt:

\[r_{pb} =\frac {s_{xy}}{s_x s_y}\]

\[s_{xy} = \frac {\sum {(x-x̅)^*(y-ȳ)}}{n-1}\]

\[x̅ = 0.5\]

\[ȳ = 3.8\]

\[s_{xy} = \frac {6}{9}\]

\[r_{pb} = \frac {0.66}{0.53^*1.93} = 0.65\]

xyx-x gemy-y gem
02-0.5-1.8
03-0.5-0.8
01-0.5-2.8
05-0.51.2
02-0.5-1.8
160.52.2
130.5-0.8
170.53.2
140.50.2
150.51.2

 

 

 

 

 

 

 

Vraag 3

Antwoord B. Een responsevariabele is hetgeen dat we willen voorspellen. Deze heeft een respons naar aanleidingvan de verklarende variabele. We willen iemand inkomen voorspellen. Deze waarden worden genoteerd op de y-as, oftewel de verticale as.

Vraag 4

Antwoord C. Robuust wil zeggen dat iets niet gevoelig is voor uitbijters. r is wel gevoelig voor uitbijters.

Vraag 5

Antwoord A.

Vraag 6

Antwoord A.

De regressievergelijking is altijd:

\[Ŷ = b_{1} * x + b_0\]

\[b_1 = \frac {s_{xy}}{s^2_x}\]

\[b_{1} = \frac {1.43}{1.81} = 0.79\]

\[b_{0} = ȳ - b_{1} * x̅\]

\[b_{0} = 2.6-0.79*3.4 = -0.09\]

Vraag 7

Antwoord C.

Voor de regressielijn geldt het kleinste kwadratencriterium. Dit houdt in dat de som van de gekwadrateerde afwijkingen van punten ten opzichte van de regressielijn zo klein mogelijk zijn.

Vraag 8

Antwoord B.

X is de verklarende variabel en Y is de responsevariabel.

In de formule:

\[Ŷ = b_{1} * x + b_0\]

Als b1 gelijk is aan -2 dan zou bij een toename van 2 van x er een vermindering van y met -4 (2x -2) zijn. Stel b0 = 0 dan: -4 = -2*2 +0.

Vraag 9

Antwoord C.

De correlatie kan nooit verschillen door een transformatie. R blijft dus gelijk; b1 daarentegen is wel groter geworden, want de helling verloopt stijler (er is dus een grotere slope).

Vraag 10

Antwoord D.

Hiervoor hoeven we eigenlijk alleen maar naar het betrouwbaarheidsinterval te kijken. Als we met 95% zekerheid kunnen zeggen dat b0 tussen de 9,495 en 10,356 ligt, dan kunnen we ook met 95% zekerheid zeggen dat b0 niet gelijk is aan iets wat buiten dit interval ligt. Bij de nul-hypothese ga je van 0 uit en dat ligt bij beide intervallen erbuiten. Ze wijken dus beide significant af.

Vraag 11

Antwoord D.

SourceDfSSMSF
ModelDFM = \[p\]SSM =\[\sum (ŷ_{i}-ȳ){^2}\]MSM=\[\frac {SSM}{DFM}\] F=\[\frac {MSM}{MSE}\]
ErrorDFE=\[n-p-1\]SSM =\[\sum (y_{i} - ŷ){^2}\]   MSE=\[\frac {SSE}{DFE}\]     
TotalDFT=\[n-1\]SSM =\[\sum (y_{i} - ȳ){^2}\] MST=\[\frac {SST}{DFT}\] 

Om dit model af te maken moeten we eerst kijken naar de SSerror. Deze is gelijk aan de SStotaal - de SSmodel. Verder is er sprake van een enkelvoudige regressie en dus 1 predictor. DFM = p =1DFtotaal = n-1 = 11. Dus n = 12. DFE = n-p-1 = 12 - 1 - 1 = 10. Dit telt ook bij elkaar op tot 11. Voor de F-waarde kan heb je ook de MSM en de MSE nodig. MSM = SSmodel/DFM. MSE = SSerror/DFE. Vervolgens kun je voor de F-waarde MSM delen door de MSE. Zoek deze op in de tabel met numerator = DFM en denominator = DFE. We komen uit op een p-waarde van <0.01. We verwerpen dus de nul-hypothese.

Vraag 12

Antwoord D.

Alle drie de stellingen zijn onjuist.

Vraag 13

Antwoord D.

We zien dat b1 een negatief getal is. Dit is omdat we zien dat hoe groter b1 wordt, hoe kleiner onze verwachte waarde voor y. Het gaat dus om de t-waarde van -1,4715. Deze kun je opzoeken in de tabel en die kan niet worden verworpen met een alpha van 0,05.

Vraag 14

Antwoord A.

Homoscedasticiteit is een voorwaarde voor generalisering naar de populatie. Het houdt in dat de residuen gelijk verpreid zijn over elke voorspelde waarde. (zie week 4)

Vraag 15

Antwoord C.

Voor de Tolerance willen wij juist een grote waarde. Hij moet zeker groter zijn 0,1 (vuistregel). Stelling I is dus onjuist. Voor het berekenen van de Tolerance wordt er gekeken naar de hoeveelheidvariantie van een predictor dat door andere predictoren voorspeld kan worden. Stelling II is juist.

Vraag 16

Antwoord B.

De juiste formule hiervoor is:

\[ŷ \pm t * SE_{ŷ}\]

\[ŷ = 0.61x + 0.23\]

x is bij deze client gelijk aan 25. Dus:

\[ŷ = 0.61 * 25 + 0.23\]

\[ŷ = 15.48\]

t* is een waarde die in de tabel geschat moet worden. Hij wordt geschat met n-2 = 40 df. In de t-tabel vinden wij een alpha van 0,01 hier een waarde van 2,704.

\[SE_{ŷ} = s_{e} * \sqrt 1 + \frac {1}{n} + (\frac {(x * - x̅)^{2}}{(n-1) * {s^2_x}}\]

X* is de waarde van x die we willen weten. Dit is 25. In het verhaaltje zien we ook dat x gemiddeld gelijk is aan 32. Als we alles invullen zien we:

\[SE_{ŷ} = 2 * \sqrt 1 + \frac {1}{42} + (\frac {(25 - 32)^{2}}{(42-1) * {3^2}}\]

\[SE_{ŷ} = 2 * \sqrt 1 + \frac {1}{42} + \frac {49}{369}\]

\[SE_{ŷ} = 2 * \sqrt 1 + 0.0238 +0.1328\]

\[SE_{ŷ} = 2.1509\]

Invullen:

\[ŷ \pm t * SE_{ŷ}\]

\[15.48 - 2.704 * 2.1509 = 9.7\]

\[15.48 + 2.704 * 2.1509 = 21.3\]

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Oefenmateriaal Experimenteel en Correlationeel Onderzoek - UL - Psychologie, jaar 1

Voorbeeldtentamen bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden

Voorbeeldtentamen bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden


Meerkeuzevragen:

Vraag 1

Stelling 1: Als er gekeken wordt naar een correlatie zijn er twee random variabelen bij betrokken.

Stelling 2: Bij regressie voorspellen we Y op basis van X.

  1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
  2. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
  3. Beide stellingen zijn juist.
  4. Beide stellingen zijn onjuist.

Vraag 2

In een onderzoek naar het verband tussen extraversie en zelfvertrouwen doen 6 mensen mee. De scores op beide variabelen nemen waarden aan tussen 1 en 10.

 

1

2

3

4

5

6

Extraversie (X)

6

2

7

9

10

5

Zelfvertrouwen (Y)

5

4

9

6

7

4

Wat is de covariantie?

  1. 2,5.
  2. 3,5.
  3. 4,5.
  4. 5,5.

Vraag 3

De correlatie tussen X (opleidingsniveau) en Y (inkomen) is 0,65. Daarnaast is bekend dat sx = 1,00 en sy = 1,50. Wat is de regressievergelijking?

  1. = 2,050X + 0,835.
  2. = 1,950X + 0,675.
  3. = 2,035X + 0,755.
  4. = 2,075X + 0,975.

Vraag 4

We vinden een correlatie van r = 0,67 in een onderzoek met 20 participanten. Wat is de correlatiecoëfficiënt van de populatie?

  1. 0,60.
  2. 0,61.
  3. 0,63.
.....read more
Access: 
JoHo members
TentamenTests bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden - 1

TentamenTests bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden - 1


Vragen

Vraag 1

Het idee bestaat dat vrouwen minder drinken dan mannen. Er zijn 10 mannen en 10 vrouwen onderzocht en er is gemeten of ze meer dan 2 glazen alcohol per dag drinken (veel; (Y = 1)) of minder (weinig; (Y=0)). Dit zijn de resultaten

 Vrouwen (X = 0)Mannen (X = 1)Totaal
Weinig (Y = 0)639
Veel (Y=1)4711
Totaal101020

Hoe groot is phi en hoe groot is chi-kwadraat voor deze situatie?

  1. -0.30 en 6
  2. -0.30 en 1.8
  3. 0.30 en 6
  4. 0.30 en 1.8

Vraag 2

Een verkeerspsycholoog heeft de volgende relatie tussen snelheid (X in km/h) en het aantal ongelukken in een jaar (Y) van motorrijders gevonden:

\[ŷ = 1.0 + 0.05x\]

Je weet dat meneer Jansen gewoonlijk rijdt met een snelheid van 160 km per uur. Hoeveel ongelukken zal hij krijgen per jaar?

  1. 80
  2. 81
  3. 9
  4. 8

Vraag 3

 In een groot onderzoek is een correlatie van 0.354 gevonden tussen kennis van de Nederlandse taal (X) en salaris (Y). Daarnaast weten we dat:

Rekenkundig gemiddelde = steekproef gemiddelde = 3

Sx = 2

Sy = de wortel van 2

Wat is de regressievergelijking als we Y uit X willen voorspellen?

  1. ŷ = 2.25 + 0.25X
  2. ŷ = 3.75 + 0.25X
  3. ŷ = 1.50 + 0.50X
  4. ŷ = 4.50 + 0.50X

Vraag 4

Een onderzoeker wil het wiskundecijfer (Y) voorspellen uit de cijfers voor Engels (X1) en Nederlands (X2). De onderzoeker verwacht een positief verband tussen Y en X1 en X2. Hij verzamelt van 10 kinderen uit een VWO-klas de cijfers voor deze vakken en voert een regressie-analyse uit. Die levert het onderstaande resultaat op:

ModelBStd. ErrorBetatSignificantie
(Constant)-1.9262.725 -0.7070.503
Engels1.2690.4360.8052.9070.023
Nederlands-0.0460.404-0.032-0.1150.912

Piet scoort voor Engels en Nederlands beide een 6, wat is het voorspelde cijfer voor wiskunde van Piet?

  1. 5.064
  2. 5.412
  3. 9.264
  4. 9.864

Vraag 5

Een onderzoeker wil het wiskundecijfer (Y) voorspellen uit de cijfers voor Engels (X1) en Nederlands (X2). De onderzoeker verwacht een positief verband tussen Y en X1 en X2. Hij verzamelt van 10 kinderen uit een VWO-klas de cijfers voor deze vakken en voert een regressie-analyse uit. Die levert het onderstaande resultaat op:

ModelSSDFMSFSig.
Regression22.370211.1855.7440.033
Residual13.63071.947  
Total36.0009  
.....read more
Access: 
Public
TentamenTests bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden - 2

TentamenTests bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden - 2


Vragen

Vraag 1

De effectmaat Hedges' g is een effectmaat gebaseerd op...

  1. de correlatie in de steekproef
  2. het gestandaardiseerde verschil tussen twee groepsgemiddelden
  3. de proportie verklaarde populatievariantie
  4. de associatiesterkte in de populatie

Vraag 2

In een onderzoek wordt bij 10 personen een dichotome variabele X en een intervalvariabele Y gemeten. De resultaten staan in de onderstaande tabel.

Persoon12345678910
X0000011111
Y2315263745
Wat is de waarde van de hier van toepassing zijnde correlatiecoëfficiënt, die de samenhang aangeefttussen beide variabelen?
  1. 0
  2. 0.42
  3. 0.65
  4. 0.81

Vraag 3

Op basis van verzamelde gegevens wil men iemands inkomen voorspellen uit het aantal jaren dat deze onderwijs heeft gevolgd. Welke bewering is juist?

  1. Het inkomen is de responsevariabele; de waarden van deze variabele worden genoteerd op de horizontale as van het spreidingsdiagram
  2. Het inkomen is de responsevariabele; de waarden van deze variabele worden genoteerd op de verticale as van het spreidingsdiagram
  3. Het aantal jaren opleiding is de responsevariabele; de waarden van deze variabele worden genoteerd op de horizontale as van het spreidingsdiagram

Vraag 4

Welke uitspraak over de correlatiecoëfficiënt r is juist?

  1. Het is een robuuste maat voor samenhang, want r is gevoelig voor uitbijters
  2. Het is een robuuste maat voor samenhang, want r is niet gevoelig voor uitbijters
  3. Het is geen robuuste maat voor samenhang, want r is gevoelig voor uitbijters
  4. Het is geen robuuste maat voor samenhang, want r is niet gevoelig voor uitbijters

Vraag 5

Het aantal jaren opleiding is de responsevariabele; de waarden van deze variabele worden genoteerdop de verticale as van het spreidingsdiagramEen significantietest is in het algemeen een functie van effectgrootte en aantal proefpersonen. Welkevan de onderstaande formules geeft deze relatie correct weer als het gaat over een 2 x 2 kruistabel?

  1. \[X{^2} = Φ{^2} *N\]
  2. \[X= Φ * N\]
  3. \[Φ{^2} = X{^2} * N\]
  4. \[Φ = X * N\]

Vraag 6

Voor twee variabelen X en Y is berekend:

\[X̄ = 3.4\]

\[ȳ = 2.6\]

\[s \frac {2}{x} = 1.81\]

\[s \frac {2}{Y} = 2.13\]

\[s_{XY}  = 1.43\]

Wat is de regressievergelijking (in ruwe scores) voor de voorspelling van Y uit X?

  1. \[Ŷ = 0.79X – 0.09\]
  2. \[Ŷ = 0.73X\]
  3. \[Ŷ = 0.61X + 0.23\]
  4. \[Ŷ = 0.73X – 0.09\]

Vraag 7

Voor een regressielijn geldt...

  1. dat de som van de kleinste afwijkingen van punten ten opzichte van de regressielijn het kleinst is.
  2. dat de som van de afwijkingen van punten ten
.....read more
Access: 
Public
Experimenteel en Correlationeel Onderzoek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Click & Go to related summaries or chapters

Studiegids met oefen- en voorbeeldtentamens voor Experimenteel en Correlationeel Onderzoek (ECO) aan de Universiteit Leiden

Oefen- en voorbeeldtentamens bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden

Inhoudsopgave

Nederlands:

  • Voorbeeldtentamen bij ECO
  • TentamenTests met 10+ vragen bij ECO - 1
  • TentamenTests met 15+ vragen bij ECO - 2
  • TentamenTickets bij ECO
  • TentamenTests bij de 8e druk van Statistical Methods for Psychology van Howell
  • TentamenTests bij de 6e druk van Introduction to Behavioral Research Methods van Leary

Engels:

  • Study guide with practice exams for Experimental and Correlational Research at the Leiden University
Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Vacatures bij JoHo

Ben jij secuur, zelfstandig en op zoek naar een bijbaan die flexibel naast je studie past?

Kom dan JoHo ondersteunen bij de administratie van de internationale verzekeringen en activiteiten

Interesse? Meld je dan hier aan

Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Institutions and organizations
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2259