College 2 - Psychopathologie

College 2

PROBLEEM

“Hoe onderscheid je degenen die psychiatrische behandeling echt nodig hebben van hen die zonder kunnen?”

Gewoon geen milde problematiek meer behandelen?

Nee! Milde problematiek kán bij niks doen ernstige vormen aannemen

Stepped diagnosis

Milde/matige problemen:

5 stappen, Overdiagnostiek voorkomen. zonder onderbehandeling te riskeren

Stap 1: Verzamel baseline data

(bij crisis, ernstige of terugkerende problematiek -> direct naar stap 6)

Stap 2: Normaliseren.

  • Actief termen als ADHD, ODD, CD, ASS vermijden
  •  Problemen normaliseren maar wel serieus nemen
  •  Adviezen geven

Stap 3: Watchful waiting

  • wekelijks bellen
  •  nieuwe afspraak over 1-3 maand(en)
  •  geen actieve behandeling
  •  kijken wat de tijd kan doen

Stap 4: Minimale interventie (bijv.

bibliotherapie, internettherapie)

  • Eigen krachten kind / gezin

      maximaal aanboren

Stap 5: Kortdurende behandeling (bijv. Groepsoudercursus, ondersteuning leerkracht)

Als problemen na deze vijf stappen blijven en samengaan met disfunctioneren ->

Stap 6: Verwijzen naar specialistische GGz voor                 

              psychiatrische diagnostiek en behandeling

 

 

Stepped care & stepped diagnosis

     CON

  • Niet geschikt voor ernstige gevallen (15-30%)
  • Soms uitstel van meest geschikte behandeling
  • DBC’s

    PRO

  • Minder psychiatrische diagnoses
  • Geen risico onderbehandeling
  • Kostenbesparend
  • Doet meer recht aan multicausale aard
  • Kan psychiatrische diagnoses redden
  • Geeft factor TIJD een kans

Basis GGz voorheen niet vergoed zonder DSM-diagnose. Groepsoudercursus Druk  en Dwars groot succes in gemeenten waar gedegen hulp zonder kindgebonden diagnose vergoedw wordt.

  • Mbt factor tijd: mensen zoeken hulp op moment dat de problematiek op z’n ergst is. Kan zo zijn dat door erkennen, steun en even afwachten problematiek door de tijd al afneemt.

Relative age effect ADHD

(review Whitely et al.)

AUTISMESPECTRUMSTOORNIS

NYT: “Why is no longer being autistic more of an optimal outcome than being an autistic person who lives independently, has friends and a job and is a contributing member of society?” (als je gewoon goed mee draait in de maatschappij is het geen probleem. Dan voldoe je niet aan de punten en kan je dus geen autisme hebben)

  • Beeld
  • Prevalentie
  • Comorbide stoornissen
  • Differentiaaldiagnose (wat kan het ook zijn?)
  • Achtergrond
  • Behandeling

 

 

 

Verschillende vormen onder ASS:

  • Autistische stoornis
  • Syndroom van Rett
  • Desintegrative stoornis van de kinderleeftijd
  • Stoornis van Asperger
  • PDD-NOS

 

ASS DSM-IV: Rett syndroom

  • http://www.youtube.com/watch?v=rQvTgV7f2JM
  • Normale ontwikkeling tot 5 maanden na de geboorte
  • Handenwrijvend is een kenmerk
  • Afname schedelgroei tussen 5-30 maanden
  • Verlies van verworven functies (motoriek, taal)
  • Ademhalingsstoornissen
  • Stereotype handbewegingen
  • Voornamelijk meisjes
  • Ongeveer 250 meisjes in Nederland
  • Functioneren op verstandelijk gehandicapt niveau
  •   oorzaak sinds 1999 bekend:  afwijkend gen MECP2
  •  => daarom uit de DSM als op zichzelf staande stoornis

 

ASS DSM-IV: Desintegratieve stoornis (laat autisme)

  • Normale ontwikkeling tot 2 jaar na de geboorte
  • Verlies van verworven vaardigheden voor het 10e jaar
  • Stereotype handbewegingen
  • Beperkingen sociale interacties & communicatie
  • Geen duidelijke oorzaak
  • Functioneren op verstandelijk gehandicapt niveau

 

 

 

ASS DSM IV: Autistische stoornis (klassiek autisme)

  • Problemen in de sociale omgang
  • Problemen in de taal (!)
  • Beperkt repertoire van gedragingen
  • Begin voor het 3e jaar

 

Stoornis van Asperger

  • Goede ontwikkeling van de taal
  • Gemiddeld of bovengemiddeld intelligent
  • Wel: sociale problemen
  • Wel: beperkte patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten (egosyntoon! <-> OCD)

 

PDD-NOS

Pervasive Developmental Disorder – Not Otherwise Specified:

1 criterium sociale problemen +

1 criterium taalproblemen of 1 criterium stereotiep gedrag

  • Restcategorie
  • Moeilijk te onderscheiden van “normaal”
  • Vaak samen met ADHD (vroeger MBD = ADHD + PDD-NOS)

 

Autisme Spectrum Stoornissen in DSM-5

  • Problemen met sociale communicatie (3 van de 3 criteria)

              - tekort in sociaal-emotionele wederkerigheid

              - tekort aan nonverbale communicatie

              - tekort in ontwikkelen, onderhouden en begrijpen sociale relaties

  •  Beperkt, repetitief gedrag (2 van de 4 criteria)

              - stereotype repetitief bewegen, praten of spelen (fladderen, echolalie)

              - niet tegen veranderingen kunnen, rituelen

              - beperkte intensieve interesses

              - sensorische over- of ondergevoeligheid

  •  symptomen vroeg aanwezig maar soms pas later manifest
  •  klinisch significante beperkingen in sociaal en schools functioneren
  •  om diagnose autisme en verstandelijke beperking samen te stellen moet het sociale communiceren beneden het ontwikkelingsniveau zijn

Problemen in de communicatie verdwenen!! Waar men in de DSM-IV de GAF-score hanteert, wordt de ernst van de beperkingen in de DSM-5 ondergebracht in drie categorieën: ‘Vereist ondersteuning’, ‘Vereist substantiële ondersteuning’ en ‘Vereist zeer substantiële ondersteuning’. Hierbij is de mate waarin het functioneren wordt belemmerd op de verschillende levensgebieden leidend. Overigens vermeldt de DSM-5 nadrukkelijk dat deze indeling niet gebruikt mag worden als maat voor zorgtoewijzing.

  1. Samenhang met genetische aandoening (Rett syndroom, Klinefelter syndroom)
  2. Ernst van de problematiek (tabel 6.2 blz 172)
  3. Wel of niet taalstoornis en ernst daarvan
  4. Bijkomende stoornissen

 

  • Naar spectrum
  • Criterium ‘taalproblemen’ verwijderd
  • Aantal benodigde criteria voor diagnose verhoogd

Meta-analyse Kulage ea.(2019):

Ongeveer 20% minder classificaties met DSM-5, minderheid daarvan past in het nieuwe vakje Sociale Communicatiestoornis

 

ASS: Comorbiditeit

  • Verstandelijke beperking
  • Houterige motoriek
  • Grensoverschrijdend gedrag
  • Taalachterstand (circa 50%)
  • Taalrariteiten
      • Echolalie
      • Pronoun reversal
      • Prosodie (klemtoon en intonatie)
      • Professortaaltje (formalistisch taalgebruik)
      • Concretisch (alles letterlijk nemen)

 

Verstandelijke beperking; wel contact maken met anderen

Taalstoornis; wel nonverbaal contact maken, wel symbolisch spel

Doofheid; wel contact maken door gebaren en oogcontact

Reactieve hechtigsstoornis; vreselijke achtergrond, soms inhaalslag

Schizofrenie; bij hoogfunctionerend autisme lastige keus welke DSM-categorie

                                                                            (“verschil moeilijk te zien”)

Desintegratieve stoornis van de kinderleeftijd; achteruitgang

Rett-syndroom; achteruitgang

Theorieën oorzaak autisme

  • tot midden jaren 60: ijskastmoeder (Bruno Bettelheim)

-> autistisch gedrag zou veroorzaakt worden door kille moeder

-> achterhaald (oorzaak versus gevolg!) de moeder zijn juist responsief, hun kinderen hebben behoefte aan dit soort contact.

  •  extreme male brain theory (Simon Baron-Cohen)

->mannelijk brein meer gericht op systematiseren dan op invoelen emoties

-> autisme = een doorgeschoten mannelijk brein

-> achterhaald: VK okt 2018. Mannen en vrouwen zijn meer hetzelfde dan verschillend

  • Growth dysregulation hypothesis

-> hersenen vormen teveel neuronale connecties (te weinig gesnoeid in de connecties)

-> ondersteuning: als kind grotere hoofdomtrek en meer volume hersenen

ASS: Genen en vroege risico’s

  • Aanname hoge mate van erfelijkheid, maar geen specifieke genen
  •  Beperkingen gezins-, tweeling- en adoptiestudies
  •  Oude ouders (m.n. oude vader)
  •  Perinatale factoren: complicaties, pesticiden, medicatie (zeer kleine effecten)
  •  vaccinaties (Andrew Wakefield, 1998): samenvatting

ASS: Hersenen

  • Groter hoofd, groter hersenvolume, dikkere hersenschors (trekt later bij) -> growth dysregulation hypothesis
  • Amygdala (Limbisch Systeem): groter en

minder actief bij sociale (computer)taakjes

  • Gyrus Fusiformis (Spoelvormig Winding): minder actief bij kijken naar gezichten
  •  Nucleus Caudatus (BG) vergroot -> stereotype gedrag

ASS: Sociale Cognitie

Het vermogen om gevoelens, gedachten en intenties van anderen waar te nemen en te interpreteren (mentalizing)

  • Gebrek aan joint attention (samen naar iets kijken)
  • Minder symbolisch spel (doen alsof spel)
  • Gebrekkige theory of mind (false believe task)

 

ASS: Behandelingen

  • ABA Lovaas (= ABI) Cochrane (2018): weinig evidentie effectiviteit
  • Pivotal response Training

-> oefenen joint attention mbv ouders in natuurlijke situatie: alleen kleine studies

  •  TEACCH voorspelbaarheid, plaatjes en symbolen:
  • Meta-analyse 2013 limited support
  • Medicatie: antipsychotica (con: gewichtstoename, slaperigheid, borstvorming), stimulantia

 

 

 

 

 

Access: 
Public
This content is related to:
Psychopathologie - College aantekeningen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

This content is also used in .....

Psychopathologie - College aantekeningen

College 1 - Psychopathologie

College 1 - Psychopathologie

College 1

Wat is psychopathologie?

Abnormaliteit definiëren op basis van:

  • Statistische afwijking
  • Mate van impairment
  • Psychologische distress / ongelukkigheid
  • Culturele afwijkingen
  • Rigiditeit / inflexibiliteit

Con: Zeldzaam gedrag hoeft geen probleem te zijn / Context blijft buiten beschouwing

Abnormaliteit definiëren op basis van:

  • Mate van impairment
  • Interferentie met schools en sociaal functioneren

Con: Geen objectieve criteria / Niet altijd zichtbaar

Abnormaliteit definiëren op basis van:

  • Psychologische distress
  • Somber, geagiteerd, piekeren, paniek,

      frustratie, boosheid, etc

Con: Kinderen kunnen distress niet altijd verwoorden / Gedragsproblemen gaan niet altijd samen met ervaren distress

Abnormaliteit definiëren op basis van:

  • Culturele deviantie
  • Maatschappelijke normen en waarden overtreden

Con: Deze normen variëren per cultuur

Abnormaliteit definiëren op basis van:

  • Rigiditeit
  • Terugkerende inflexibele gedachten en gedragingen in bijna alle situaties

Con: Rigiditeit en inflexibiliteit zijn vage en moeilijk te operationaliseren termen / Al te flexibel is ook niet gezond, eigen identiteit gaat verloren

 

 

 

DSM

Voordelen:

  • Communicatie over categorieën mogelijk
  • Onderzoek naar oorzakelijke factoren van omschreven stoornissen mogelijk
  • Onderzoek naar effecten van verschillende behandelmethoden mogelijk

Nadelen:

  • Onduidelijk onderscheid tussen verschillende    categorieën: veel comorbiditeit
  •  Onduidelijk onderscheid normaal vs gestoord
  •  Niet iedereen past in een hokje
  •  Niet onafhankelijk -> verstrengeling tussen kennis en macht

-> 70% van de taakgroep van de DSM-5 heeft banden met de farmaceutische industrie

  • Reïficatie: filosofie  & psychiatrie

Reïficatie

  • Realisme / essentialisme: DSM classificaties komen overeen met een in de natuur bestaande ordening

-> we hebben de stoornissen ontdekt

  • Nominalisme: DSM classificaties zijn mensenwerk en dus arbitrair en kunstmatig

-> we hebben de stoornissen gemaakt

  • Pragmatisme: ‘Waar is wat werkt’

-> we hebben de stoornissen gemaakt op basis van wat we zien

In de psychiatrie: Kunstmatige door mensen bedachte DSM categorieën worden gezien als door de natuur gegeven ziektebeelden

Gevolgen van Reïficatie in de psychiatrie

  • Overwaardering DSM-classificaties; ik ben zo druk omdat ik ADHD heb

Schijnverklaring (neeeeeee, je bent druk en dat heet ADHD)

DBC, PGB, rugzakje

  • Neiging tot cirkelredeneringen

Kinderen met ASS hebben meer sociale problemen

  • Namen van categorieën aanzien voor oorzaken van ongewenste emoties/gedragingen

Misvattingen adhv ADHD

Misvatting 1: ADHD veroorzaakt hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen. Naming versus Explaining. Hij is druk en ongeconcentreerd en dat noemen we ADHD

 

Misvatting 2: Mensen met ADHD hebben afwijkende hersenen (kleinere hersendelen, minder dopamine)

Concreet betekent dit dat als je een hersenscan van een kind

.....read more
Access: 
Public
College 2 - Psychopathologie

College 2 - Psychopathologie

College 2

PROBLEEM

“Hoe onderscheid je degenen die psychiatrische behandeling echt nodig hebben van hen die zonder kunnen?”

Gewoon geen milde problematiek meer behandelen?

Nee! Milde problematiek kán bij niks doen ernstige vormen aannemen

Stepped diagnosis

Milde/matige problemen:

5 stappen, Overdiagnostiek voorkomen. zonder onderbehandeling te riskeren

Stap 1: Verzamel baseline data

(bij crisis, ernstige of terugkerende problematiek -> direct naar stap 6)

Stap 2: Normaliseren.

  • Actief termen als ADHD, ODD, CD, ASS vermijden
  •  Problemen normaliseren maar wel serieus nemen
  •  Adviezen geven

Stap 3: Watchful waiting

  • wekelijks bellen
  •  nieuwe afspraak over 1-3 maand(en)
  •  geen actieve behandeling
  •  kijken wat de tijd kan doen

Stap 4: Minimale interventie (bijv.

bibliotherapie, internettherapie)

  • Eigen krachten kind / gezin

      maximaal aanboren

Stap 5: Kortdurende behandeling (bijv. Groepsoudercursus, ondersteuning leerkracht)

Als problemen na deze vijf stappen blijven en samengaan met disfunctioneren ->

Stap 6: Verwijzen naar specialistische GGz voor                 

              psychiatrische diagnostiek en behandeling

 

 

Stepped care & stepped diagnosis

     CON

  • Niet geschikt voor ernstige gevallen (15-30%)
  • Soms uitstel van meest geschikte behandeling
  • DBC’s

    PRO

  • Minder psychiatrische diagnoses
  • Geen risico onderbehandeling
  • Kostenbesparend
  • Doet meer recht aan multicausale aard
  • Kan psychiatrische diagnoses redden
  • Geeft factor TIJD een kans

Basis GGz voorheen niet vergoed zonder DSM-diagnose. Groepsoudercursus Druk  en Dwars groot succes in gemeenten waar gedegen hulp zonder kindgebonden diagnose vergoedw wordt.

  • Mbt factor tijd: mensen zoeken hulp op moment dat de problematiek op z’n ergst is. Kan zo zijn dat door erkennen, steun en even afwachten problematiek door de tijd al afneemt.

Relative age effect ADHD

(review Whitely et al.)

AUTISMESPECTRUMSTOORNIS

NYT: “Why is no longer being autistic more of an optimal outcome than being an autistic person who lives independently, has friends and a job and is a contributing member of society?” (als je gewoon goed mee draait in de maatschappij is het geen probleem. Dan voldoe je niet aan de punten en kan je dus geen autisme hebben)

  • Beeld
  • Prevalentie
  • Comorbide stoornissen
  • Differentiaaldiagnose (wat kan het ook zijn?)
  • Achtergrond
  • Behandeling

 

 

 

Verschillende vormen onder ASS:

  • Autistische stoornis
  • Syndroom van Rett
  • Desintegrative stoornis van de kinderleeftijd
  • Stoornis van Asperger
  • PDD-NOS

 

ASS DSM-IV: Rett syndroom

  • http://www.youtube.com/watch?v=rQvTgV7f2JM
  • Normale ontwikkeling tot 5 maanden na de geboorte
  • Handenwrijvend is een kenmerk
  • Afname schedelgroei tussen 5-30 maanden
  • Verlies van verworven functies (motoriek, taal)
  • Ademhalingsstoornissen
  • Stereotype handbewegingen
  • Voornamelijk meisjes
  • Ongeveer 250 meisjes in
.....read more
Access: 
Public
College 3 - Psychopathologie

College 3 - Psychopathologie

College 3

 

Angststoornissen

  • Alarmfunctie: gevaarlijk situaties onderkennen en vermijden
  •  volwassenen: vechten, vluchten, freezing
  •  kinderen: volwassenen waarschuwen (gillen, huilen) of aanklampen
  • Jonge kinderen: gedrag
  •  oudere kinderen: gedachten
  • Fear: gedragsmatig & fysiologisch
  • Worry: cognitief

  • intens, chronisch & belemmeringen in het functioneren
  • pas vanaf 1980 (DSM-III): daarvoor werd angst bij kinderen als normaal beschouwd
  • Lifetime prevalentie (heb je het ooit gehad) 15-20% / puntprevalentie (heb je het nu) 5%
  •  hoge mate van comorbiditeit (vaak depressive)
  • Heterotypische continuïteit (70%): de kans dat je op oudere leeftijd een stoornis hebt, als je vroeger ook een stoornis hebt gehad. Dus wel een andere
  • Homotypische continuitiet (25%): de kans dat je op oudere leeftijd nog steeds dezelfde stoornis hebt als op jonge leeftijd.

 

Angststoornissen in DSM-5

Separatieangststoornis; kinderen die bang zijn gescheiden te zijn van ouders

  • excessieve angst gescheiden te worden van thuis / hechtingsfiguren
  • Bang dat de ouders iets overkomt
  • Bang voor scheiding door kidnapping
  •  Schoolweigering -> maar let op de functie van dit gedrag!!
  •  diagnose zelden gesteld voor het 6e jaar
  •  jonge kinderen: ‘clinging’ gedrag
  •  oudere kinderen: nachtmerries, piekeren, schoolweigering
  • Scheidingsangst vrij normaal tot een jaar of 3, tussen 3 en 5 neemt het meestal af. Enige scheidingsangst bij schoolkinderen is normaal, 70% heeft het weleens. Diagnose al na 4 weken angst of vermijding, 3 a 4% voldoet aan criteria
  • temperamenttype: gedragsinhibitie (= extreem teruggetrokken reageren in nieuwe situaties)
  • Onveilige hechting ( NIET ZELFDE ALS  hechtingsstoornis!)
  • Angst en onzekerheid bij ouders: overbetrokken, overbeschermend
  • Soms gevolg van traumatische gebeurtenis
  • (Cognitieve) gedragstherapie kind; afscheidsmoment voor bereiden
  •  Ouders leren omgaan met de angst van hun kind
  •  Ouders leren omgaan met de eigen angst
  •  Selective Serotonin Reuptake Inhibitors (SSRI’s) medicijnen dat er meer melatonine vrij komt in het brein

-> maar, veiligheid en werkzaamheid van deze medicatie bij kinderen staan ter discussie

 

Specifieke fobie

  • aanhoudende overdreven angst voor een bepaald object of een bepaalde situatie (bv. Spin)
  • … die het normale functioneren in belangrijke mate verstoort
  •  gedurende minstens 6 maanden
  •  paniek bij confrontatie
  •  (pogingen tot) vermijding

 

 

 

Twee factoren theorie

Verwerven specifieke angsten:

  • Klassieke conditionering (gebeten worden door hond)
  • Observatieleren (gezien worden dat iemand gebeten wordt)
  • Informatie-overdracht (gelezen worden dat iemand gebeten wordt)

In stand houden specifieke angsten:

  • Operante conditionering: negatieve reinforcement (je ontwijkt het object en daardoor beloon je jezelf door een slecht gevoel weg te nemen, je krijgt geen positieve herinnering hiermee)

(Cognitieve) gedragstherapie

Graduele exposure: angsttrap

  1. Naar plaatjes van bruggen kijken
  2. Voor een kleine brug gaan staan
  3. Drie stappen op een kleine brug
  4. Rennen over een kleine brug
  5. Drie
.....read more
Access: 
Public
Follow the author: LavaVanDrooge
More contributions of WorldSupporter author: LavaVanDrooge:
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1236