Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9119 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze zaak speelt zich af in de rechtbank van ’s-Hertogenbosch. De officier van justitie is hier de klagende partij en de rechter-commissaris de andere procespartij.
De rechter-commissaris had in een zaak van oktober 1994 de inverzekeringstelling van een verdachte onrechtmatig beoordeeld en daarom had hij onmiddellijke invrijheidstelling geboden. In tegenstelling tot wat de rechter-commissaris zegt, is de officier van mening dat de inverzekeringstelling nog wel noodzakelijk is in het belang van het onderzoek. Volgens de officier valt onder het onderzoek namelijk niet alleen de waarheidsvinding, maar ook het verdere onderzoek naar de gronden die pleiten voor voorlopige hechtenis. De inverzekeringstelling eindigt dus niet automatisch als in de gestelde termijn (3 dagen en 15 uur) de waarheidsvinding geschied is. Wat wordt onder het belang van het onderzoek verstaan?
De rechter benadrukt in deze zaak allereerst dat hij slechts de bevoegdheid heeft tot toetsing van de rechtmatigheid. Vervolgens gaat hij de punten van art 59a Sv langs die de rechter moet toetsen bij de rechtmatigheidtoets van een inverzekeringstelling. De eerste vraag (redelijk vermoeden van schuld) en de tweede vraag (strafbaar feit dat voorlopige hechtenis toestaat) staan buiten discussie. Echter de derde vraag vormt het punt van discussie: het belang van het onderzoek. De vraag is dus wat onder het belang van het onderzoek wordt verstaan (art 132 Sv).
Volgens de rechter is het belang van het onderzoek breder dan slechts de opsporing (zoals de officier bepleitte). Daarnaast stelt de rechter dat de verdachte en de advocaat ook niet gepleit hebben tot invrijheidstelling, en daarnaast hebben zij ook niet de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling aangevochten. Volgens de rechter was de inverzekeringstelling van meet af aan niet onrechtmatigheid en is zij dit nog steeds niet. Aangezien ‘het belang van het onderzoek’ breder geïnterpreteerd moet worden, mocht de rechter-commissaris de inverzekeringstelling niet onrechtmatig beoordelen.
De beschikking van de rechter-commissaris wordt in het vonnis vernietigd én de inverzekeringstelling wordt als niet onrechtmatig beschouwd.
Schets de gang van zaken wat betreft de toepassing van dwangmiddelen in deze zaak.
Wat is volgens de Hoge Raad de betekenis van het begrip ‘belang van het onderzoek’ in art. 57 lid 1 Sv?
Ten eerste vond de aanhouding op heterdaad plaats. Daarna werd de verdachte voorgeleid aan de hulpofficier. Hierna werd de verdachte in verzekering gesteld (art. 57 lid 1 Sv). Hierop volgde de dagvaarding voor de politierechter binnen de termijn van art. 59a Sv, hier was sprake van supersnelrecht. De politierechter oordeelde vervolgens dat de inverzekeringstelling rechtmatig was en beveelt gevangenhouding (art. 65 lid 1 Sv). De rechter had echter gevangenneming moeten bevelen (art. 65 lid 2 Sv) in plaats van gevangenhouding, want de verdachte was nog niet in bewaring genomen. Zie r.o. 3.1 en 3.2.
Dit antwoord is te vinden in r.o. 4.3: het belang van het onderzoek richt zich niet alleen op het onderzoek naar een strafbaar feit, maar ook naar de wenselijkheid tot vordering van voorlopige hechtenis.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1100 |
Add new contribution