Aantekeningen Professionele Gespreksvoering 23 UU
E-module 1 Professionele gespreksvoering 23 UU
E-module week 1
- Analytische of beschouwende (uil, vb Sherlock Holmes): geduldig en gefocussed op de taak. Gericht op analytische processen, zijn persistent en systematische probleemoplossers. Ze zijn erg efficiënt en accuraat, maar hierdoor ook overcautios.
- Vriendelijke(duif, vb Edith Bunker): geduldig en gefocust op mensen. plaats andermans gevoelens voor zijn eigen. Wil iedereen comfortabel laten voelen, maken langzaam beslissingen.
- Expressive (roadrunnere/eend, vb Robin Williams): snel en gefocused op mensen. hoge energie, energiek, creatief maar maakt soms fouten
- Directieve (adelaar, vb Donald Trump): snel en gefocust op de taak. Snelle besling nemen en ongeduldig
- de kwaliteit van haar eigen gespreksvoering;
- haar beoordeling van de gespreksvaardigheid van haar cliënten en
- haar kunde om de kwaliteit van gespreksvoering van haar cliënten te verbeteren.
- Gerichte training: doelbewuste training met behulp van het talent dat we allemaal bezitten, namelijk ons vermogen om ons aan te passen aan toenemende complexiteit.
- Aangeboren talent: meer traditionele visie, is niet ondersteund door onderzoek
- Veel uren maken: meer klassieke visie “ervarinsperspectief”, ervaring leidt eerder tot automatisch gedrag dan tot betere prestaties
- Anders Ericsson: consequent beter presteren in een bepaald domein dan anderen in hetzelfde domein
- Specifiek doel: telkens 1 cijfers meer willen onthouden
- Intense focus: de sessies duurde 1 uur met geen afleidingen
- Directe feedback: juist of fout na iedere poging
- Frequente discomfort: waren de hele tijd op de grens wat de participant wel of niet kon
E-module 2 Professionele gespreksvoering 23 UU
Week 2
- Transactioneel: continue wederzijdse beïnvloeding van beide gesprekspartners
- Doelgericht: gebeurd doelbewust met dus een betekenis
- Multidimensioneel: vind op meerdere dimensies tegelijkertijd plaats
- Onomkeerbaar: woorden zijn niet terug te nemen wanneer uitgesproken
- Onvermijdelijk: als je bewust bent van elkaar in een sociale situatie
- Proces: bestaat uit verschillende elementen
- Selectieve perceptie: automatische selectie van informatie van afkomstige zender
- Subjectieve perfectie: filtering van informatie op basis van ervaringen
- Vergissingen: Onbedoelde of ongeplande reacties
- Vergeten reacties: Bvb verse spinazie ipv diepvries spinazie
- Externe ruis: geluiden waardoor je iets niet goed verstaat
- Interne ruis: stemming/ gedachten waardoor je iets niet goed verstaat
- Incongruente informatie: ja knikken maar nee zeggen
- Doel: wat je (on)bewust wilt bereiken
- Perceptie: wat je waarneemt
- Respons: je reactie
- Feedback: effect van je eigen en andermans communicatie
- Mediërende: interne factoren
- Persoons-context: persoons en stiuatiefactoren
- Niet-selectief luisteren, gebruik van stiltes
- Luisteren naar de inhoud, gebruik van parafrase
- Luisteren naar gevoel, gevoelsreflectie
- Luisteren naar essentie, samenvatting op inhouden en beleving
- Discriminerend luisteren: Een onderscheid kunnen maken, bijvoorbeeld of je partner het wel of niet met je eens is.
- Begrijpend luisteren De boodschap van de ander echt proberen te begrijpen door na te gaan wat de centrale thema's, feiten en ideeën zijn. Dit doe je bijvoorbeeld tijdens het kijken naar een documentaire of het luisteren naar een lezing.
- Evaluatief luisteren Nagaan of de argumenten kloppen in het geval dat iemand je probeert te overtuigen. Dit wordt ook wel kritisch luisteren genoemd.
- Waarderend luisteren: Ontspanning, rust en/of plezier vinden, bijvoorbeeld door te luisteren naar muziek, vogels of een voorstelling.
- Empathisch luisteren: Zich verplaatsen in het perspectief van de ander. Dit wordt ook wel therapeutisch of reflectief luisteren genoemd. De vier voorgaande manieren van luisteren zijn intrinsiek. Empathisch luisteren is extrinsiek, omdat het de ander centraal zet.
- Dialogisch luisteren Tot iets gezamenlijks komen, zien wat je met elkaar deelt, bijvoorbeeld tijdens onderhandelingen. Deze vorm van luisteren is tweerichtingsverkeer en kan alleen plaatsvinden als beide partijen meedoen en durven inzien dat het eigen standpunt niet per definitie
E-module 3 Professionele gespreksvoering 23 UU
week 3
- Doelgerichte vragen: De mate waarin je vragen betrekking hebben op het doel/onderwerp van je onderzoek. Hierop dien je hoog te scoren. Een valkuil is dat dit kan leiden tot sturende vragen
- Doorvragen: De mate waarin je op gepaste momenten doorvraagt om een (voor je onderzoek bruikbaar) antwoord te krijgen op je vraag. Hierop dien je hoog te scoren.
- Sturende vragen:De mate waarin je geen ruimte geeft om eigen antwoorden te geven, maar juist antwoorden in de mond legt. Hierop dien je laag te scoren.
- Foutieve vraagformulering: De mate waarin je vragen onduidelijk zijn geformuleerd, bijvoorbeeld doordat je twee vragen in één stelde. Hierop dien je laag te scoren.
- Vragen stellen: kan verbaal, met stemgebruik (paraverbaal) en non-verbaal (gebaren, gezichtuidrukkingen)
- concretiseren: kan middels verschillende soorten vragen. Heeft een aanmoedigende functie (stimulatie meer gedetailleerde informatie te geven) en verhelderende functie (stimulatie meer te specificeren/concretiseren)
Vormen doorvragen | Doel | Voorbeeld |
Verhelderingsvraag | Duidelijkere informatie krijgen | Wat versta je precies onder tentamenstress? |
Verantwoordingsvraag | Uitleg/verklaring krijgen | Wat is de reden dat je juist nu bij mij komt? |
Relevantievraag | Belang checken | Is het belangrijk voor je om dit nu te bespreken? |
Voorbeeldvraag | Concretere informatie krijgen | Kun je een voorbeeld geven van een moment waarop je last had van tentamenstress? |
Uitweidingsvraag | Méér informatie krijgen | Waar heb je nog meer last van? |
Herformuleringsvraag | Antwoord op de vraag krijgen | Wat kan ik daarin voor je betekenen? |
Accuraatheidsvraag | Juistheid antwoord checken | Denk je dat echt? Weet je dat zeker? |
Consensusvraag | Besluit nemen | Zullen we dit onderwerp, jouw tentamenstress, nader gaan bespreken? |
'Clearinghouse'-vraag | Niet gedeelde, belangrijke informatie boven tafel krijgen | Is er nog iets dat je belangrijk vindt om te vertellen? Dit type vraag stel je vooral aan einde van een gesprek. |
Een vragende stijl is gepast wanneer: | Een responsieve stijl is gepast wanneer: |
De ander accepteert dat jij de rol van ondervrager hebt. | De ander het meeste voordeel heeft te halen. |
E-module 4 Professionele gespreksvoering 23 UU
Week 4
- Openen:
- Afsluiten:
- Terugkoppelen naar (begin) doelen:
- Hardop denken:
- Situatie verduidelijken:
- Cliënt op het gemak stellen
- Zichzelf voorstellen
- Managen van verwachtingen, dat wil zeggen duidelijkheid verschaffen over het gespreksverloop (onderwerpen, duur, werkwijze)
- Bespreken vertrouwelijkheid bijvoorbeeld als het gaat om rapportage.
- Voorlichtende functie: de cliënt voorlichten over wat die kan verwachten (werkwijze en visie hierop van de psycholoog).
- Verhelderende functie: de verwachtingen van de cliënt helder krijgen, ingaan op vragen en onduidelijkheden wegnemen.
- Structurerende functie: de gespreksfasen en -doelen verhelderen.
- Sturende functie: het bewaken van (ethische) gesprekskaders.
- Contracterende functie: afspraken over de duur, frequentie en kosten van behandeling en de beslissing om een behandeltraject aan te gaan.
- Relationele functie: de basis leggen voor een vertrouwelijke samenwerking
- Perceptueel (meeting): betreft de eerste indruk, denk aan inrichting en verzorging
- Sociaal (greeting): betreft de sociale setting, zoals beleefdheden en deint voor de opbouw van een goede werkrelatie
- Motivationeel (seating): aandacht krijgen om de interactie te starten
- Cognitief (treating): gericht op het verduidelijken van het doel en onderwerp
- De informatie bij het aangaan en voortzetten van de professionele relatie wordt bij voorkeur schriftelijk gegeven, waar nodig mondeling toegelicht en in het dossier vastgelegd. De informatie bevat voor zover van toepassing:
- het doel van de professionele relatie, de werkwijze, de evaluatie, de context waarin die plaatsvindt en de plaats van de cliënt en de psycholoog hierin;
- de methoden van onderzoek of behandeling die in aanmerking komen en wat daarvan wel en niet te verwachten is en eventuele neveneffecten of alternatieven;
- de financiële en andere voorwaarden waaronder psychologen hun opdracht aanvaarden, voor zover deze informatie voor betrokkenen van belang is voor het verlenen van hun toestemming en medewerking aan de uitvoering van de opdracht;
- de personen met wie de psycholoog in de professionele relatie samenwerkt, al dan niet in multidisciplinair verband;
- de soort gegevens die over de cliënt worden verzameld, de wijze waarop en hoe lang deze worden bewaard;
- de geheimhoudingsplicht, wijze van eventuele gegevensverstrekking en aan wie wordt gerapporteerd;
- de regels in de beroepscode met betrekking tot inzage en afschrift, correctie en blokkering van de rapportage;
- de gebondenheid van de psycholoog aan de beroepscode en klacht- en tuchtrecht.
- Sturende functie: het bewaken van de gesprekskaders.
- Structurerende functie: het op hoofdpunten
Add new contribution