Het thema van dit hoorcollege is Data Analyse, waarbij het onderscheid wordt gemaakt tussen inductief en deductief onderzoek. 


Access options

      How do you get full online access and services on JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Go to www JoHo.org, and join JoHo WorldSupporter by choosing a membership + online access
       
      2 - Return to WorldSupporter.org and create an account with the same email address
       
      3 - State your JoHo WorldSupporter Membership during the creation of your account, and you can start using the services
      • You have online access to all free + all exclusive summaries and study notes on WorldSupporter.org and JoHo.org
      • You can use all services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • You can make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (Dutch service)
      Already an account?
      • If you already have a WorldSupporter account than you can change your account status from 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' into 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access
      • Please note: here too you must have used the same email address.
      Are you having trouble logging in or are you having problems logging in?

      Toegangsopties (NL)

      Hoe krijg je volledige toegang en online services op JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Ga naar www JoHo.org, en sluit je aan bij JoHo WorldSupporter door een membership met online toegang te kiezen
      2 - Ga terug naar WorldSupporter.org, en maak een account aan met hetzelfde e-mailadres
      3 - Geef bij het account aanmaken je JoHo WorldSupporter membership aan, en je kunt je services direct gebruiken
      • Je hebt nu online toegang tot alle gratis en alle exclusieve samenvattingen en studiehulp op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • Je kunt gebruik maken van alle diensten op JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • Op JoHo.org kun je gebruik maken van de tools voor werken in het buitenland, verre reizen, vrijwilligerswerk, stages en studeren in het buitenland
      Heb je al een WorldSupporter account?
      • Wanneer je al eerder een WorldSupporter account hebt aangemaakt dan kan je, nadat je bent aangesloten bij JoHo via je 'membership + online access ook je status op WorldSupporter.org aanpassen
      • Je kunt je status aanpassen van 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' naar 'I am a JoHo WorldSupporter Member with 'full online access'.
      • Let op: ook hier moet je dan wel hetzelfde email adres gebruikt hebben
      Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?

      Join JoHo WorldSupporter!

      What can you choose from?

      JoHo WorldSupporter membership (= from €5 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use the basic features of JoHo WorldSupporter.org
      JoHo WorldSupporter membership + online access (= from €10 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use full services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • For access to the online book summaries and study notes on JoHo.org and Worldsupporter.org
      • To make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (NL service)

      Sluit je aan bij JoHo WorldSupporter!  (NL)

      Waar kan je uit kiezen?

      JoHo membership zonder extra services (donateurschap) = €5 per kalenderjaar
      • Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
      • Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
      • Voor het gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
      • Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting
      JoHo membership met extra services (abonnee services):  Online toegang Only= €10 per kalenderjaar
      • Voor volledige online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, lange reizen, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
      • Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten

      Meld je aan, wordt donateur en maak gebruik van de services

      Check page access:
      JoHo members
      Check more or recent content:

      Hoorcollege aantekeningen - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 1 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 1 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   1   -   2 4   A P R I L   2 0 2 3

      Correlationeel onderzoek

      Correlationeel onderzoek: op zoek naar de samenhang tussen twee variabelen.

      Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek gaat over het onderzoeksontwerp en hoe je dit kunt uitvoeren.

      Data verzameling (verschillende soorten)

      • Klanttevredenheid
      • (politieke) polls
      • (governmental) statistics

      Snelle groei dataverzameling door alle mogelijkheden (zoals smartphones).

      Ontstaan data

      • Data wordt gegenereerd op twee verschillende manieren:
        • incidenteel/organisch » automatisch/transactioneel
        • Doelbewust/designed
      • Designed data is ‘custom made’, terwijl organic data juist ‘kant-en-klare’ data is

      Correlationele data (designed)

      • We ontwerpen en verzamelen data om:
        • Sociale realiteit te beschrijven
        • (causale) relaties te bestuderen
        • Te generaliseren naar de doelpopulatie
      • Doelen:
        • Beschrijven
        • Oorzaak-gevolg relatie aantonen
        • Voorspellen

      Type surveys

      • Face-to-face (Computer Assisted Personalized Interview (CAPI)
      • Post
      • Telefoon (CATI)
      • Mixed-mode » meerdere vormen tegelijk

      Verschillen tussen de typen

      Afhankelijk van:

      • Betrokkenheid van interviewer
      • Interactie met respondent
      • Hoeveelheid privacy
      • Communicatie kanalen
        • Visueel
        • Auditief
      • Technologiegebruik

      Survey modes in Nederland

      • Willekeurige steekproeven zijn vaak krachtigere dan niet-willekeurig (probability-sample)
      • Onderzoek doen is keuzes maken » waarom kies je wat je kiest?
      • Er wordt veel gebruik gemaakt van de mixed-mode zodat er een hogere response-rate is

      Typen mixed-mode design

      • De ene modus voor een bepaalde deel van respondenten, een andere modus voor een ander deel van de respondenten
      • Een modus voor werving, een andere modus voor administratie
      • Een modus voor dataverzameling, een andere voor reminders/follow-ups
      • Een modus voor het hoofdgedeelte van het interview, een andere modus voor bepaalde (specifieke) vragen

      Verschillende methoden voor verschillende respondenten zorgen voor andere uitkomsten

      Cross-sectional en panel surveys

      • Panel: interviewen mensen over de tijd heen
        • De inhoud van het interview blijft meestal hetzelfde
        • Vanuit willekeurige steekproef gestart
      • Voordelen:
        • We kunnen veranderingen en causaliteit binnen een persoon beoordelen
        • We kunnen leeftijds-, periode- en cohorteffecten scheiden
      • Mogelijke nadelen:
        • Drop-outs: mensen die stoppen met deelname » kan verkeerd beeld/eindresultaat veroorzaken
        • Opeenvolgend geen reactie ontvangen (op vervolg surveys)
        • Panel conditionering

      Operationaliseringsproces

      • Construct » conceptuele definitie » operationele definitie » variabele
      • Deze stappen moeten worden uitgevoerd om het operationalisatieproces te voltooien

      Ompolen: omdraaien van schaalscore als deze niet overeenkomt met algemene uitkomst (bijv. alle vragen zijn negatief geformuleerd en één vraag positief, dan moet bij die vraag de schaalscore omgedraaid worden)

       

       

      Access: 
      Public
      Aantekeningen hoorcollege 2 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 2 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   2   -   0 1   M E I   2 0 2 3

      Betrouwbaarheid & validiteit en regressie

      Betrouwbaarheid en validiteit

      Hoe weten we dat een meetinstrument goed is? Je kunt dit controleren door:

      • Betrouwbaarheid: herhaalbaarheid. Als je het nog een keer doet, komt er dan ongeveer hetzelfde uit?
        • Consistentie van de meting
        • De meting varieert niet door kenmerken van de manier waarop je meet of van het meetinstrument
      • Validiteit: meet ik wat ik wil meten? Correctheid van de meting

      Validiteit

      Hoe kun je de validiteit controleren?

      • Indruk: (eerste) indruk van instrument
      • Inhoud: meet het alle aspecten die ik wil meten?
      • Convergent: komt het overeen met een ander instrument die hetzelfde meet?
      • Divergent: heeft het geen correlatie met een instrument dat iets anders meet?
      • Criteria: voorspelt het een uitkomst?

      Sterkte

      • De sterkte van een relatie meet je door de correlatie
      • Correlatie: een maat voor de sterkte en de richting van een lineair verband tussen twee interval-/ratiovariabelen
      • Noteer je met r
      • De waarden liggen altijd tussen -1 en +1

      Betrouwbaarheid

      • Hoe kun je betrouwbaarheid controleren?
        • Test-hertest: komt er de volgende keer (ongeveer) hetzelfde uit als de eerste keer?
        • Interbeoordelaars: komen er dezelfde uitkomsten uit de metingen als ze door verschillende beoordelaars gedaan worden?
        • Interne betrouwbaarheid: hangen alle componenten van het meetinstrument met elkaar samen?
      • Cronbach’s alfa: meet interne consistentie/betrouwbaarheid. In hoeverre correleren de items op de vragenlijst?

      Nulhypothese

      • Stap 1: formuleren van hypothese H0 en Ha
      • Stap 2: data verzamelen
      • Stap 3: p-waarde berekenen
      • Stap 4: beslissen om H0 wel of niet te verwerpen

      Van correlatie naar regressie

      • Correlatie wordt gebruikt voor:
        • Meten van de sterkte van lineaire relatie
        • Meten van de richting van de lineaire relatie
      • Regressie kun je gebruiken voor:
        • Beschrijven van vergelijking van lineaire relatie
        • Voorspellingen op basis van deze vergelijking maken

      Voorspellingen en variabelen

      • De onderzoeksvraag: kan de ene variabele voorspelt worden door de andere variabele?
      • De voorspelde variabele:
        • Wordt genoteerd met Y
        • Wordt de afhankelijke variabele genoemd
      • De variabele die wordt gebruikt om de voorspelling te doen:
        • Wordt genoteerd met X
        • Wordt de onafhankelijke variabele genoemd

      Regressielijn en -vergelijking

      • Hoe bepalen we de vergelijking van
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 3 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 3 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   3   -   4   M E I   2 0 2 3

      Regressie

      SLR = simple linear regression

      MLR = multiple linear regression

      Significantie

      • Om te testen of de lineaire relatie ook significant is, zijn er twee toetsen om uit te voeren:
        • Toets 1: toets voor de helling (hoe schuin de lijn loopt) » bepaald of de ‘helling’ significant anders is dan nul
          • Dit kun je testen door een t-toets
          • De resultaten zijn te vinden in de output
        • toets 2: toets voor de verklaarde variantie  » de toets bepaald of de proportie van bepaalde variantie significant groter is dan nul
          • Het kan worden getest door middel van een F-toets
          • Resultaten zijn te vinden in de output
      • Gebruik van alfa is een keuze. Een keuze om een nul-hypothese op basis van de ingestelde alfa wel of niet te verwerpen. Daardoor kunnen er onterecht nulhypotheses verworpen worden.

      Coëfficiënten (SLR)

      • Bij SLR is de gestandaardiseerde regressiecoëfficiënt bèta gelijk aan de correlatiecoëfficiënt r
      • Het meet de toename/afname van Y in standaarddeviaties (standaardafwijkingen) wanneer X met 1 SD toeneemt.
      • Voorbeeld 1: E+ of E- staat voor de decimaal zoveel plekken naar voren of naar achteren schuiven (dat zou een heleboel decimalen geven dus daarom wordt het zo neergezet)

      Aannames over lineaire regressiemodellen

      Validiteit: past je data bij je onderzoeksvraag? Wanneer dit niet het geval is ben je eigenlijk iets anders aan het meten

      • Er is een lineaire relatie tussen IV en DV
      • IV en DV zijn beide op interval/ratio niveau
      • De residuen zijn normaal verdeeld » dit kun je checken d.m.v. een histogram van de residuen
      • De residuen zijn gelijk verdeeld (homoscedasticiteit)
        • Dit betekent dat er overal langs de regressielijn sprake moet zijn van gelijke spreiding van de restanten/residuen.
        • Je kunt dit checken door een spreidingsdiagram van de residuen (op de y-as) en x-variabele of voorspelde waarde op de x-as
      • Er moeten geen uitschieters zijn (je moet voorzichtig zijn met wat je een uitschieter noemt) » ze zijn niet goed voor het statistisch model maar kan soms wel horen bij de populatie/doelgroep die je onderzoekt

      Homoscedasticiteit vs. heteroscedasticiteit

      • homoscedasticiteit: gelijke verdeling van residuen (geen waarneembaar patroon)
      • heteroscedasticiteit: verdeling van de residuen heeft de vorm van een vlinderdas of trechtervorm (op z'n kant) 

      Meervoudige lineaire regressie  

      • In een regressiemodel kunnen we meerdere variabelen toevoegen
      • Dit schrijf je als:

      • De regressievergelijking wordt op dezelfde manier
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 4 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 4 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   4   -   4   M E I   2 0 2 3

      Measurement & Bias

      Bias: systematische vertekeningen van metingen

      Survey

      • Problemen: Het is niet betrouwbaar (door herinneringsbias of construct validiteit (meet het wel wat het moet meten?))
      • Effect van herinneringsbias: er wordt minder gerapporteerd dan de bedoeling is

      Observaties in een lab

      • Problemen: mensen gedragen zich anders dan normaal omdat ze geobserveerd worden (Hawthorne effect) en je kan voor een bepaalde tijd meekijken (snapshot)
      • Dit geeft problemen voor de externe validiteit

      Foto’s

      • Problemen: lage constructvaliditeit en lage betrouwbaarheid
      • Het geeft veel context

      Dagboek bijhouden

      • Op papier:
        • Problemen: non-respons, moeilijk te herinneren en onderrapportage
        • Zorgt voor lage betrouwbaarheid en validiteit
      • Op smartphone:
        • Problemen: dekkingsfout (niet iedereen kan ermee overweg), wordt het systematisch bijgehouden (non-respons)?
        • Het valt misschien niet te coderen

      Problemen met meten

      • Validiteit
        • Construct validiteit
        • Externe validiteit
          • Dekking
          • Non-respons
          • Reactiviteit/Hawthorne effect
          • Herinnering » onderrapportage
      • Wat werkt hangt af van de populatie en de resources van de onderzoeker

      Meten

      • Wat wil je weten?
        • Feiten » secundaire data verzamelen, specialisten vragen
        • Gedrag » observeren/persoon vragen
        • Meningen » vraag de persoon
      • Vragenlijst wordt gebruikt om mensen zelf te vragen naar bepaalde gegevens (nuttig voor informatieverzameling over gedragingen)

      Respons proces

      • Waarom is het moeilijk om fout-vrije metingen te krijgen?
      • Proces: begrip – ontvangen/herinnering – beoordeling – reactie
      • Mensen maken in dit proces stappen heen en weer tussen de verschillende stappen, wat ervoor zorgt dat de antwoorden minder accuraat worden

      Survey problemen die zorgen voor bias

      • Recall/herinnering problemen leiden tot onder- of overschatting van de werkelijkheid
      • Bias kan ook ontstaan door andere redenen

      Survey lifecycle                                            Total survey error framework

      Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, diagram

Automatisch gegenereerde beschrijvingAfbeelding met tekst, schermopname, Lettertype

Automatisch gegenereerde beschrijving

       

       

       

       

       

      Survey lifecycle and error framework

      • Doelpopulatie en dekking
        • Doelpopulatie: de groep die we willen onderzoeken
        • Steekproefkader: de lijst die gebruikt wordt voor de uiteindelijke steekproef
        • Het kan
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 5 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 5 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   5   -   8   M E I   2 0 2 3

      Bayesiaanse statistiek en design overwegingen

      Waarom houden wetenschappers van experimenten?

      • Er is een hoge mate van controle » je kan veel zelf beïnvloeden
      • Mensen nemen vaak deel aan experimenten

      De empirische cirkel

      1. Theorie en onderzoeksvraag
      2. Onderzoeksontwerp
      3. Hypothese formulering en preregistratie
        • Nulhypothese zegt altijd ‘er is geen effect’
        • Preregistratie: onderzoeksresultaten publiceren, ongeacht de resultaten
      4. Steekproeftrekking, randomiseren en causaliteit, data verzameling en data controle
      5. Nul hypothese significantie toetsing (NHST) of Bayesiaanse hypothese evaluatie
        • Cohen’s D = effectgrootte (stel ik vind een effect, is  het dan relevant?) » .20 is een klein effect, .50 is een gemiddeld effect, .80 is een groot effect
        • P-waarde: als ik aanneem dat de nulhypothese waar is, hoe bijzonder is het dat ik deze data vind?
        • Alfa: de kans op een type 1 fout (= ten onrechte verwerpen van de nulhypothese) » als je een kleinere kans wil op een type 1 fout, moet je een grotere steekproef nemen.
        • Power: de kans op een type 2 fout (= ten onrechte de nulhypothese niet verwerpen)
      6. Rapportage
      7. Replicatie onderzoek

      De replicatie crisis

      • Studies die niet genoeg power hebben, publiceren toch hun stuk. De replicatiestudie heeft een grotere groep respondenten met een grotere power om dezelfde effect size te vinden. Dit zorgt voor heel andere onderzoeksresultaten.
      • De replicatie crisis leidt tot de vraag hoe het mogelijk is dat de resultaten van wetenschappelijk onderzoek vaak niet repliceerbaar blijken.
      • Sloppy science:
        • Op de uitdrukkelijke vraag of zij ooit onderzoekgegevens hebben vervalst of vervalst. onderzoeksgegevens, of dat zij resultaten hebben gewijzigd of aangepast om het resultaat te verbeteren, antwoordde tussen 0,3% en 4,9% van de  wetenschappers bevestigend
        • Andere twijfelachtige praktijken werden toegegeven door tot 33,7% van de respondenten. Consistent in alle studies, gaven wetenschappers vaker toe "onderzoeksresultaten te hebben gewijzigd onderzoeksresultaten" om het resultaat te verbeteren dan dat zij resultaten te hebben gerapporteerd waarvan zij "wisten dat ze niet waar waren".
        • Op de vraag of zij persoonlijk kennis hadden van een collega die onderzoeksgegevens verzon of vervalste, of die onderzoeksgegevens veranderde of onderzoeksgegevens wijzigde tussen 5,2% en 33,3% van de respondenten bevestigend.
      • Publicatie bias: het publiceren van onderzoek gebaseerd op type 1 fouten (vb: 9 onderzoeken vinden geen resultaat, 1 studie wel en die wordt wel gepubliceerd)

      Bayesiaanse hypothese evaluatie

      • Bayes factor: probeert aan te geven hoeveel ondersteuning er in de data is voor een bepaalde hypothese (vervanging van p-waarde)
      • De Bayes factor BF0a geeft de relatieve
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 6 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 6 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   6   -   1 1   M E I   2 0 2 3

      Eenweg ANOVA via NHST en Post-hoc Toetsen

      • Nulhypothese = tussen beide experimentele groepen is geen verschil te vinden, de groepen zijn gelijk
      • p-waarde = de kans op het verschil in gemiddelden zoals gevonden in de steekproef of een groter verschil, onder de aanname dat H0 waar is
      • De Eenweg ANOVA (‘one way analysis of variance’) toetst of de groepsgemiddelden van twee of meer groepen significant van elkaar verschillen. Er wordt gebruik gemaakt van één onafhankelijke variabele

      3 voorwaarden causaliteit

      • De oorzaak hangt samen met het gevolg
      • De oorzaak gaat in de tijd vooraf aan het gevolg
      • Interne validiteit, d.w.z. alternatieve verklaringen voor de gevonden samenhang zijn uitgesloten

      toelichting op data analyse

      • η2 (eta square) = het percentage van de totale variantie dat verklaard wordt door groep
      • Formule:  η2  = verklaarde variantie / totale variantie
      • In SPSS output is dit: groep sum of squares / groep sum of squres + residual sum of squares
      • η2 is een effect size maat, hoe groter η2 hoe groter de verschillen tussen de groepen m.b.t. de afhankelijke variabele

      Post-hoc Toetsen

      • Bij post-hoc toetsen wordt elk paar gemiddeldes vergeleken d.m.v. een t-toets
      • Wanneer je 3x toetst heb je 3x de kans op een type 1 fout. Wanneer je alfa bij 1x toetsen .05 is, wordt die groter als je vaker toetst
      • Beperking type 1 fout uit meerdere toetsen: methode van Benferroni
      • Voorbeeld 3x toetsen
        • Variant 1: p-waarde niet vergelijking met .05 maar met .05/3 (aantal testen)
        • Variant 2: vermenigvuldig elke p-waarde met 3 (aantal testen) en vergelijk met .05 (In JASP te vinden als pbonf)

      Eenweg ANOVA via NHST – samenvatting

      • Eenweg ANOVA uitvoeren via NHST
      • Bepalen met p-waarde of de nulhypothese verworpen kan worden of niet.
      • Indien p < α, dan verwerpen we de nulhypothese
      • Effect grootte via het percentage verklaarde variantie η2 .
      • Vervolgens met post-hoc toetsen kijken welke gemiddelden nu precies van elkaar verschillen.

      De Bayesiaanse variant

      • Informatieve hypotheses
      • Verwachtingen voor dataverzameling
      • Groter (>) en kleiner (<) tekens
      • Bij Ha : niet H0, d.w.z. er gebeurt iets maar we weten niet wat de meeste steun vind in de data, dan kijken we naar de PMP (= posterior model probabilities / kansen)
      • H1 oftewel ‘mijn theorie’ kan worden vergeleken met Hc, oftewel ‘niet mijn theorie’ met behulp van de Bayes factor

      Twee-weg designs

      • Klassikale experimentele ontwerp:
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 7 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 7 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   7   -   1 5   M E I   2 0 2 3

      Tweeweg ANOVA via NHST

      Tweeweg ANOVA: Er zijn twee factoren van invloed op de afhankelijke variabele

      Het quasi experimentele design

      • Tweeweg ANOVA met beide factoren van between type » beide factoren delen mensen in groepen in
      • Quasi-experimenteel design: toewijzing aan groepen gebeurt niet door randomisatie
        • Doel: bepalen van causaal effect van experimentele manipulatie
        • Hoe kunnen alternatieve verklaringen voor het effect worden uitgesloten? (interne validiteit)
        • Toewijzing aan groepen gebeurt niet door randomisatie (wat normaal wel gebeurd bij experimenten, maar omdat het nu een quasi experimenteel design is, niet)
      • Iedereen weet in welke conditie hij/zij is ingedeeld

      Voorbeeld

      • Situatie: Aan het begin van groep 7 kiezen de meeste meisjes voor extra huiswerk voor rekenen, terwijl de meeste jongens dat niet doen.
      • Resultaat: Aan het einde van het jaar behalen de meisjes hogere cijfers voor rekenen dan de jongens.
      • Vraag: Worden de betere prestaties van de meisjes verklaard door het extra huiswerk?
      • Probleem: Mogelijke alternatieve verklaringen kunnen niet worden uitgesloten.
      • Alternatieve verklaring: Aan het begin van het jaar konden de meisjes überhaupt al beter rekenen dan de jongens. Dat is gedurende het jaar niet veranderd.
      • Oplossing: Kijk of het effect van huiswerk zowel voor de jongens als voor de meisjes bestaat. Als dit zo is, dan kan de alternatieve verklaring worden uitgesloten. Dit doen we met behulp van een twee weg ANOVA.

      Hypotheses:

      • H01: Er is geen hoofdeffect van groep (huiswerk)
      • H02 : Er is geen hoofdeffect van sekse
      • H03 : Er is geen interactie effect tussen groep en sekse

       

      • Probleem quasi experimentele designs: mensen kunnen zichzelf indelen dus er kan een vertekening ontstaan (door bijv. oneven representatie)
      • Je kan geen causale uitspraken doen met quasi experimenten, maar doordat de kans op vertekening groot is kun je altijd gebruik maken van een tweeweg anova om meerdere factoren te kunnen meten

      De Bayesiaanse Tweeweg ANOVA

      • Belangrijke begrippen voor het tentamen: Bayesiaans updaten, posterior model kansen, Bayes factor
      • Wanneer kijk je naar Bayes factor en wanneer posterior model kans:
        • Onderzoek naar specifieke hypothese: Bayes factor
        • Meerdere hypotheses waartussen een keuze gemaakt moet worden: posterior model kans
      • Bayesiaanse tweeweg ANOVA maakt gebruik van informatieve hypotheses die de verwachtingen van onderzoekers weergeven.
      • Informatieve hypotheses worden geformuleerd vóórdat de data worden verzameld, met behulp van > en < tekens.

      Voorbeeld

      Stel de situatie is als volgt: twee hoofdeffecten zijn zichtbaar, en er is geen interactie-effect.

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 8 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 8 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   8   -   2 2   M E I   2 0 2 3

      ANOVA aannames en preregistratie

      Eerdere colleges

      • Eenweg designs:
        • Het gerandomizeerde experiment - experimentele en controle groep
        • De eenweg ANOVA - een generalisatie van het bovenstaande naar twee of meer groepen
      • Tweeweg designs:
        • Het klassieke experimentele design met een within (voor en nameting) en between (experimentele en controle groep) factor
        • Het counterbalanced design wat gelijk is aan het klassieke experimentele design met een AB en een BA groep in plaats van een experimentele en controle groep
        • Het tweeweg design met een between (controle groep en experimentele groep) en random factor (leraar, therapeut, bedrijf)
        • Het tweeweg design met twee between factoren (voor de analyse van quasi experimenten) waarbij er een factor is met controle groep en experimentele groep, en een factor die een mogelijke alternatieve verklaring bevat
      • Er zijn twee belangrijke situaties die bij het experiment onderscheiden moeten worden:
        • Er is gerandomiseerd, d.w.z. de samenstelling van de controle en de experimentele groep zijn hetzelfde. Er is geen alternatieve verklaring voor een eventueel gevonden effect, het effect moet zijn veroorzaakt door het feit dat de ene groep "controle" was en de andere "experimenteel"
        • Er is niet gerandomizeerd, d.w.z. het is een quasi experiment. Het doel is nog steeds het effect van "controle"/"experimenteel" op de afhankelijke variabele te bepalen, maar mogelijke alternatieve verklaringen moeten worden uitgesloten
      • De p-waarde is de kans op het gevonden verschil (of een groter verschil) tussen twee steekproefgemiddelden als in de populatie H0 : µc = µe waar is.
        •  Als de p-waarde kleiner is dan .05 is deze kans zo klein, dat H0 kan worden verworpen.
        • .05 is de zogenaamde Type I fout ook wel het α-niveau genoemd, d.w.z. de kans om H0 ten onrechte te verwerpen.
        • Voor power is de standaard een kans van .80, d.w.z., de kans om H0 terecht te verwerpen is .80. Door middel van een power analyse kan de steekproefgrootte nodig om een power van .80 te krijgen worden bepaald
      • De Bayes factor geeft de steun in de data voor twee hypotheses weer. Twee belangrijke vormen: BF0a = 10 betekent dat er 10x steun is voor H0 dan voor Ha; en, BFic = 10 betekent dat er 10x steun is voor de informatieve hypothese Hi(mijn theorie) dan voor het complement Hc (niet mijn theorie)
        • Posterior model kansen kunnen worden gebruikt als je twee of meer van H0, Hi, en Ha met elkaar wilt vergelijken (dus niet Hc). De posterior model kans is de steun in de data voor een hypothese.
        • Posterior model kansen
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 10 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 10 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   1 0   -   1   J U N I   2 0 2 3

      Dataverzameling

      Bij kwalitatief onderzoek wordt aan de start van het onderzoek geen hypothese gevormd.

      • Inductieve werkwijze: op basis van de verzamelde data wordt een theorie geformuleerd (correlationeel = deductief)
      • Abductieve werkwijze: op basis van de data worden verklaringen geformuleerd, die worden getoetst met nieuwe data. De dataverzameling wordt afgestemd op de vraag die er op dat moment is (=iteratief proces)

      Kwalitatieve interviews

      • Ongestructureerd » kwalitatieve interviews
      • Semigestructureerd » kwalitatieve interviews
      • Gestructureerd » surveys

      Vormen van interviews

      • Face to face
        • Gesprek met respondent in dezelfde ruimte
        • Tijdrovend, maar grote opbrengst
      • Telefonisch
        • Kleine tijdsinvestering, maar non-verbale ques zijn niet duidelijk » verlies van informatie
      • Online
        • Kleine tijdsinvestering, maar non-verbale ques zijn niet duidelijk » verlies van informatie en gebrek aan controle
      • Go-along
        • Met een respondent meegaan
        • Dynamisch, informatief op meerdere manieren maar verlies van controle doordat het lastig te managen is
      • Etnografisch

      Interview: vraag-antwoord model (Tourangeau)

      • Comprehension » begrijpen van de vraag
      • Retrieval » ophalen van informatie, wat is het antwoord op de vraag?
      • Judgement » gedachten, ideeën, meningen, ervaringen en herinneringen in het hoofd van respondent
      • Response » bovenstaande wordt geformuleerd tot een antwoord

      Het is belangrijk om vertrouwen/report op te bouwen zodat de respondenten delen wat ze willen delen, en dus genoeg antwoorden geven. MAAR het moet niet te vertrouwelijk zijn, want het blijft een ‘afstandelijke’ relatie

      Onderdelen van een interview

      • Stage 1: Aankomst en introductie » bepaalt veel over beeld die respondent van interviewer krijgt
      • Stage 2: Introductie onderzoek » bruggetje tussen algemene introductie en in onderzoek
      • Stage 3: Begin van het interview » interviewer zegt zo weinig mogelijk, beginnen met een makkelijk onderwerp wat basis legt voor de rest van het gesprek
      • Stage 4: Tijdens het interview
      • Stage 5: Einde interview » laatste algemene vragen, meer overgaan in gespreksvorm
      • Stage 6: Na het interview » belangrijk om ‘doorknob effect’ te voorkomen (belangrijke info komt boven zodra je ‘relaxed’ wordt maar dan geen tijd meer heb om de info te delen)

      Focusgroepen

      “A focus group study is a carefully planned series of discussions designed to obtain perceptions on a defined area of interest in a permissive, nonthreatening environment” (Krueger & Casey, 2009)

      • Data wordt gegenereerd door interactie » er is een gesprek tussen de leden van de focusgroep, wat wordt
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 11 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 11 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   1 1   -   5   J U N I   2 0 2 3

      Data-analyse

      Inductieve en deductieve analyse

      • Deductie: je start met een theorie, waar je vervolgens data bij verzamelt. Die data zorgen voor een bevestiging of ontkrachting van de theorie
      • Inductie: je verzamelt data, op basis van die data volgt een theorie.
      • Abductief proces: voorlopige verklaring o.b.v. theorie en/of data (inductie), die wordt geverifieerd/gefalsificeerd met nieuwe data (deductie), waarna je de voorlopige verklaring update o.b.v. deze data

      Grounded theory benadering » Grounded theory = een theorie die gefundeerd is in de data

      Data analyse

      Stappen kwalitatieve data analyse:

      • Data management en voorbereiding
      • Reviewing en data reductie
      • Coderen
      • Memos schrijven
      • Bouwen en testen modellen

      Type codes

      • Attribute codes » Markeren achterground- of demografische informatie van de respondent
      • Index codes » Beslaan grote delen data en noteren brede/generieke topic
      • Analytic codes » Beschrijven de betekenis van specifieke stukken data » deels op basis van literatuur, deels vanuit verzamelde data

      Inductieve analyse – termen

      • Grounded Theory benadering
      • Sensitizing concepts
      • A-priori codes
      • Constant comparison
      • Inductive coding process – open, axial, selective coderen

      Sensitizing concepts

      Je doet onderzoek in de literatuur en daar concepten herkent die al bestaan, die mogelijk een onderdeel van het antwoord op je onderzoeksvraag vormen

      • Lens om naar de data te kijken » niet sturen/forceren
      • Mag geen tunnelvisie opleveren
      • Helpt om bevindingen te kunnen plaatsen
      • Helpt om de puzzel op te lossen

      A priori codes

      • Sensitizing concepts:
        • Abstract
        • Breed
      • A priori codes (a priori = eerst):
        • Concreet
        • Specifiek

      Constant comparison

      • Valkuil: laatste data is bepalend
      • Oplossing: constante vergelijking
      • Uitvoering, vergelijk: zodra je een aanpassing maakt vergelijk je dit met eerder verzamelde data

      Criteria theorie/theoretisch model

      • Fitness » theorie is passend in het veld dus het sluit aan bij bestaande theorieën
      • Understanding » begrijpelijk beschreven
      • Generality » geldend in meerdere situaties
      • Control » geeft controle aan gebruiker, hij weet hoe het proces werkt

      Inductieve analyse volgens Ground Theory

      Van ruwe data naar theoretisch model door overzicht te creëren in ruwe data (open coderen), daar een structuur in creëren/bouwstenen maken (axiaal coderen), en vervolgens model te bouwen voor theorie (selectief coderen). Gedurende dit proces

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 12 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 12 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   1 2   -   8   J U N I   2 0 2 3

      ‘Goed’ onderzoek

      Rigor/trustworthiness = de kwaliteit van het onderzoek in z’n geheel

      Rigor

      • De kwaliteit van onderzoeksresulten:
        • Plausibel » credibility van de resultaten, in hoeverre is het antwoord op de onderzoeksvraag daadwerkelijk het juiste antwoord?
        • Stabiel » afhankelijk van omgeving waar je onderzoek uitvoert
        • Niet beïnvloed door de onderzoeker » objectiviteit, dus objectieve weergave van de realiteit. Confirmability, dus zoeken naar bevestiging van eigen ideeën mag niet
        • Past in een brede context » kunnen vertalen naar andere situaties (transferability)
      • Toepassing van deze kwaliteitscriteria:
        • Verzekering op het gebied van credibility door veel data te verzamelen en inbedden in literatuur
          • Prolonged engagement » meer data van dezelfde persoon te verzamelen
          • Persistent observation » gericht data verzamelen
          • (data/methoden) triangulatie
          • Member check » terug naar respondent (en hen laten checken of je hen accuraat representeert)
        • Verzekering op gebied van dependibility:
          • Audit trail » lezer indirect laten het proces laten checken door een ‘spoor’ achter te laten van memo’s en fieldnotes
          • Overlappende methoden – data triangulatie
          • Stapsgewijze replicatie – onderzoekers triangulatie
        • Conformability:
          • Audit trail
          • Reflexiviteit » reflecteren op jouw rol als onderzoeker
        • Transferability » empirisch (kunnen we onderzoeksgegevens naar andere situaties vertalen?) vs. theoretisch (in hoeverre is er een ‘fit’ tussen de data en bestaande theorieën?)
          • Thick description » goed begrijpen wat de context is waarin mensen leven, dus waarin de data verzamelt wordt. Dit geeft ons alle relevante details over het leven van de respondent, waardoor we beter weten in welke context het onderzoek toepasbaar is
          • Theoretical sampling » gedurende het onderzoek, wordt je steekproef steeds geüpdate, zodat je respondenten hebt die het meest aansluiten bij je onderzoek
      • Overkoepelende discussie
        • Begrippen:
          • Credibility » interne validiteit
          • Dependability » betrouwbaarheid
          • Confirmability » objectiviteit
          • Transferability » externe validiteit
        • Betrouwbaarheid kan op twee verschillende manieren:
          • Data-niveau » zelfde score tussen verschillende items
          • Onderzoeksniveau » overlappende resultaten op ‘uitgezoomd’ niveau
      • Rigor in praktijk: checklist
        • Bevat punten die nodig zijn voor ‘goed’ onderzoek
        • Expliciete en gewogen beoordeling
        • Gevaren:
          • ‘OK’ stempel (dus ‘even’ aanpassinkje maken en dan afvinken)
          • Procedureel afdoende is niet per definitie relevant
          • Elementen forceren op onderzoek
          • Niet
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Aantekeningen hoorcollege 13 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Aantekeningen hoorcollege 13 - Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek - Universiteit Utrecht (2022/2023)

      Image

      H C   1 3   -   1 2   J U N I   2 0 2 3

      Mixed methods & filosofie

      Kwantitatief onderzoek

      • Krachten:
        • Prima voor theorie testen
        • Precieze resultaten
        • Relatief snel uitvoerbaar
        • Handig om grote groepen te bestuderen
        • Waarde vanuit beleidsmakers
      • Zwaktes:
        • Veel (verborgen) subjectieve keuzes
        • Beperkt beeld
        • Niet vanuit perspectief betrokken
        • Niet goed direct toepasbaar (lage ecologische validiteit doordat veel onderzoek in een lab wordt uitgevoerd)

      Kwalitatief onderzoek

      • Krachten:
        • Participanten bepalen beeld
        • Ingebed in sociale context
        • Holistische benadering » volledige context/complexiteit van de mens willen begrijpen
      • Zwaktes:
        • Lage generaliseerbaarheid
        • Lage waarde vanuit beleidsmakers
        • Tijdrovend
        • Gevoelig voor biases van onderzoeker

      Mixed methods

      • Heeft meerwaarde over simpel design (dus enkel kwalitatief of enkel kwantitatief)
      • Meerwaarde:
        • Over één onderzoeksvraag:
          • Beide methoden trianguleren » zelfde onderzoeksvraag op beide manieren onderzoeken
          • Beide methoden complementeren » ze vullen elkaar aan, dus kwantitatief beantwoord een deel van de onderzoeksvraag en kwalitatief beantwoord een deel van de onderzoeksvraag
        • Ondergeschikte functie: Informeren en ontwikkelen » kwalitatief onderzoek opzetten om informatie te verzamelen voor kwantitatief onderzoek (of andersom)
        • In een bestaand veld: nieuwe ingangen/onderwerpen vinden door het initiëren van nieuwe type onderzoek of door het onderwerp uit te breiden door de inzet van andere onderzoeksmethode
      • Integratie:
        • Complementeren
        • Triangulatie
        • Verklaring (onderzoek van ene methode is verklaring voor resultaten van andere onderzoeksmethode)
        • Steekproeftrekken
        • Ontwikkelen meetinstrument
        • Illustratie (de ene onderzoeksmethode is niet een ‘extraatje’, niet alleen om het andere onderzoek extra te illustreren)
        • Inzoomen (enhancement)
        • Verscheidendheid aan perspectieven
      • Notatie:
        • Met + geef je aan dat iets gelijktijdig wordt uitgevoerd
        • Met een pijl geef je aan dat ze achtereenvolgend moeten worden uitgevoerd (sequentieel) » resultaten van het ene onderzoek zijn nodig voor het andere onderzoek
        • Als je nadruk op bepaalt type onderzoek wil leggen doe je dit met hoofdletters
        • Kwantitatief wordt aangegeven met ‘QUAN’, kwalitatief met ‘QUAL’
      • Soorten mixed method onderzoek:
        • Convergent parallel design: QUAL + QUAN » ze onderzoeken beiden aspecten van dezelfde onderzoeksvraag
        • Explanatory sequential design: QUAN » QUAL » kwantitatief biedt verklaring voor kwalitatieve resultaten
        • Exploratory sequential design: QUAL » QUAN » kwalitatief
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Work for WorldSupporter

      Image

      JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

      Working for JoHo as a student in Leyden

      Parttime werken voor JoHo

      Check more of this topic?
      How to use more summaries?


      Online access to all summaries, study notes en practice exams

      Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

      There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

      1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
      2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
      3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
      4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
      5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

      Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

      Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

      Field of study

      Access level of this page
      • Public
      • WorldSupporters only
      • JoHo members
      • Private
      Statistics
      867
      Comments, Compliments & Kudos:

      Add new contribution

      CAPTCHA
      This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
      Image CAPTCHA
      Enter the characters shown in the image.