Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Welk van de onderstaande opties beschrijft de stappen uit de empirische cyclus in de juiste volgorde?
Welk van de onderstaande opties is een voorbeeld van toegepast (applied) onderzoek?
Veel complottheorieën hebben met elkaar gemeen dat ze omgaan met observaties die tégen de theorie ingaan, door de theorie zodanig uit te breiden dat ook díe observaties erbinnen vallen. Bijvoorbeeld: toen mensen die geloven dat de aarde plat is geconfronteerd werden met foto’s van de (ronde) aarde die vanuit de ruimte genomen waren, verzonnen ze snel een uitbreiding voor hun theorie dat zulke ruimtefoto’s gemanipuleerd waren door de overheid. Zulke uitbreidingen kunnen toegevoegd blijven worden om zo observaties die tegen de theorie in lijken te gaan toch in de theorie op te nemen. Wat worden deze complottheorieën nu doordat men verklaringen en informatie blijft toevoegen?
In welk geval zou een onderzoeker mogen concluderen dat een theorie bewezen is?
Wat is de voornaamste reden dat we artikelen in een wetenschappelijk tijdschrift een betere bron van informatie vinden dan artikelen in populair-wetenschappelijke tijdschriften?
Welk van deze banen heb je waarschijnlijk eerder de skills van een producent van onderzoek dan een consument van onderzoek voor nodig?
Een echte empiricus die...?
Een statement of meerdere statements die beschrijven hoe variabelen aan elkaar gerelateerd zijn noemen we ook wel een...?
Waarom is publicatie een belangrijk onderdeel van onderzoek doen?
D. Observatie - theorie - voorspelling - toetsing - evaluatie.
B. Een onderwijspsycholoog die een manier zoekt om wiskundevaardigheid in achtjarigen te verhogen.
D. Onfalsificeerbaar en onspaarzaam (unparsimonious).
D. Het is niet mogelijk om een theorie te bewijzen.
C. Artikelen in wetenschappelijke tijdschriften moeten eerst de kritiek doorstaan van collega’s in het veld voordat ze gepubliceerd worden.
C. Fysicus.
A. Baseert conclusies op directe observaties.
D. Theorie.
B. Omdat als een onderzoek gepubliceerd wordt, andere wetenschappers het kunnen verifiëren of uitdagen, waardoor wetenschap zichzelf als het ware corrigeert.
James wordt gevraagd wat de beste manier is om te studeren voor een tentamen. Hij antwoordt dat de beste manier van studeren het maken van flash cards is. Hij kan zich alle keren dat hij flash cards heeft gebruikt en een goed tentamencijfer heeft gehaald nog goed herinneren. Hij vergeet hier alleen alle keren in acht te nemen dat hij wel een goed tentamencijfer haalde, maar geen gebruik maakte van flash cards. En andersom, de keren dat hij de flash cards gebruikte, maar het tentamen niet goed ging. Hoe noemen we deze foutieve redenering?
Angela leest een studie in een wetenschappelijk tijdschrift waarin een verband wordt gevonden tussen het gebruik van mobiele telefoons en migraines. Ze vindt de studie niet valide omdat zij haar telefoon erg veel gebruikt en nooit last van migraines heeft. Wat vergeet Angela hier?
Als Ben ervan overtuigd is dat ondanks dat andere mensen denkfouten hij dit nooit zou doen, wat ligt hier dan aan ten grondslag?
Anna wil al het beschikbare bewijs over een bepaald onderwerp samenvatten. Ze zoekt daarvoor alle relevante wetenschappelijke publicaties op, haalt de effectgrootte (effect size) uit elk artikel, en berekent daarmee het totale effect. Wat is de juiste term voor Anna’s studie?
Sara trekt de conclusie dat haar 'white noise machine' ervoor gezorgd heeft dat ze goed geslapen heeft. Deze conclusie is gebaseerd op persoonlijke ervaring, welke mogelijk confounds heeft. Wat betekent een confound in deze context?
Wat betekent het dat onderzoeksresultaten probabilistisch zijn?
Mark is ervan overtuigd dat zelfdoding de meest voorkomende doodsoorzaak is van tieners. Dit komt omdat recentelijk twee mensen op zijn school gestorven zijn aan zelfdoding. Zelfdoding is echter niet de meest voorkomende doodsoorzaak bij tieners. Wat is hier gebeurd?
Wanneer moet je je conclusies baseren op advies van experts?
Wat is de meest betrouwbare bron om de details van een psychologisch onderzoek in te lezen?
Welke twee vragen stel je jezelf bij het lezen van wetenschappelijke artikelen?
C. Present/present bias.
D. Wetenschap is probabilistisch (probabilistic).
A. Bias blind spot.
A. Een meta-analyse (meta-analysis).
A. Een ander ding is mogelijk gebeurd waardoor Sara in slaap is gevallen.
B. Dat onderzoeksresultaten een deel van de mogelijke gevallen verklaren maar niet alles.
B. Mark wordt beïnvloed door de availability heuristic; hij werd beïnvloed door de gevallen die het makkelijkst in hem opkwamen.
A. Wanneer een expert advies baseert op onderzoek waarin systematisch en objectief verschillende condities vergeleken worden.
A. Wetenschappelijk tijdschrift.
A. Wat is het argument? Wat is het bewijs dat dit argument ondersteunt?
Als een spreidingsdiagram een puntenwolk laat zien die loopt van linksonder naar rechtsboven hoe noem je dit dan?
Als onderzoekers een fenomeen willen onderzoeken wat plaatsvindt over de hele wereld heen, waarom is het dan belangrijk om ook daadwerkelijk personen van over de hele wereld in de steekproef voor het onderzoek te hebben?
Welke van de onderstaande variabelen worden gemanipuleerd in plaats van gemeten? (Meer dan één goed antwoord is mogelijk).
Welke van de volgende claims is een associatie claim?
Welke van de volgende claims is een frequentie claim?
Welke van de volgende claism is een causale claim?
Als je je afvraagt hoe goed een onderzoeker 'gevoeligheid voor smaken' gemeten heeft, welke validiteit stel je dan een vraag over?
Welke validiteit bevraag je als je kijkt naar hoe onderzoekers aan hun steekproef kwamen voor een onderzoek?
We wegen meestal belangen af als we kijken naar welke validiteit we belangrijk vinden voor een onderzoek en we kunnen ze niet alle vier garanderen. Welke trade-off wordt het vaakst gemaakt, die tussen...?
C. Een positieve correlatie.
A. Om de externe validiteit te verhogen.
C. Hoeveel paracetamol een onderzoeker een persoon geeft, in 325 of 500 mg. E. Welke beloning een onderzoeker gebruikt bij honden, verbaal of het geven van eten.
C. Workaholism is gelinkt aan psychiatrische stoornissen.
B. Tachtig procent van de vrouwen zijn ontevreden over hun lichaam.
A. Diep ademhalen helpt bij afname van bloeddruk en het verminderen van angst en depressie.
A. Constructvaliditeit.
C. Externe validiteit.
A. Interne en externe validiteit.
Een onderzoeker observeert ineen supermarkt welke groente en fruit volwassen mannen en vrouwen het vaakst kopen. Wat kun je zeggen over de noodzaak van geïnformeerde toestemming (informed consent) bij deze studie?
Niet alle mensen die lijden aan een obsessief compulsieve stoornis (OCD) kunnen geholpen worden met cognitieve gedragstherapie of medicatie. Voor zulke ernstige gevallen is een mogelijk alternatief een bepaald type hersenoperatie. Als onderzoekers ervoor kiezen om een experiment uit te voeren waarbij ze proefpersonen willekeurig toewijzen (randomly assigned) aan een operatie of een controlegroep, welk probleem doet zich dan voor?
Welke van de volgende antwoorden is geen onderdeel van het Belmont Report?
Om een steekproef uit één laag van de bevolking te mogen gebruiken moet onderzoekers bewijzen dat het probleem wat ze bestuderen ook alleen in die laag voorkomt. Welk principe van het Belmont Report is dit?
Hoe herstelt een onderzoeker de relatie met de participant nadat hij gebruikgemaakt heeft van bedrog?
Als je een idee van iemand anders presenteert als jouw eigen idee, hoe heet dit dan?
Welke is niet één van de drie R'en?
A. Informed consent is hier niet nodig, aangezien de proefpersonen geen schade ondervinden en ze er redelijkerwijs vanuit kunnen gaan dat ze door anderen geobserveerd kunnen worden in een supermarkt.
C. Een echt experiment uitvoeren zal meer ethische uitdagingen met zich meebrengen, aangezien je patiënten niet zomaar een behandeling kunt ontzeggen waar ze mogelijk baat bij zouden hebben.
D. Verantwoordelijkheid.
D. Rechtvaardigheid.
B. Door een debriefing nadat de participant heeft deelgenomen.
A. Plagiaat.
D. Restoration.
Onderzoekers schatten een Cronbach’s alpha van .82 voor een vragenlijst over algemeen welzijn, wat duidt op een hoge interne betrouwbaarheid (internal reliability). Wat betekent dit voor de algemene construct validiteit van deze vragenlijst?
Dezelfde onderzoekers als die in bovenstaande vraag komen tot de conclusie dat algemeen welzijn een construct is dat bestaat uit verschillende facetten: fysiek welzijn en sociaal welzijn. Welk van de onderstaande opties zou ondersteuning bieden voor de content validity van de vragenlijst?
Een bepaalde vragenlijst over religiositeit is gevalideerd in een eerder onderzoek. In die studie werd de vragenlijst ingevuld door een groep mensen waarvan de onderzoekers al wisten dat ze regelmatig naar de kerk gingen en door een groep mensen waarvan bekend was dat ze bij de Internationale Atheïsten Alliantie aangesloten waren. Waarom zouden de onderzoekers juist deze mensen in het onderzoek meegenomen hebben?
Als een onderzoeker observationeel onderzoek doet, wat is dan de beste manier om de betrouwbaarheid van de observaties vast te stellen?
B. De hoge interne betrouwbaarheid ondersteunt constructvaliditeit gedeeltelijk, omdat een hoge betrouwbaarheid noodzakelijk is voor een hoge validiteit.
B. De vragenlijst bevat verschillende categorieën van items die gericht zijn op de verschillende facetten van algemeen welzijn.
D. Om het bekende-groepen paradigma (known-groups paradigm) te kunnen gebruiken.
C. De onderzoeker moet haar observaties vergelijken met die van een andere observator. - Het antwoord is hier dus niet A: het gebruikmaken van een codeboek, dit kan namelijk de betrouwbaarheid verbeteren, maar de vraag gaat specifiek over het vaststellen van de betrouwbaarheid. Antwoord B gaat over het verhogen van de validiteit door observer bias en observer effects te voorkomen en optie D beschrijft een vorm van criterion validiteit.
Het valt Dr. Jawanda op dat reclames voor ontbijtgranen vaak gericht zijn op kinderen. Ze wil daarom weten in hoeverre kinderen invloed hebben op welke ontbijtgranen de ouders besluiten te kopen. Ze heeft geen specifieke verwachtingen, maar wil simpelweg meer te weten komen over het beslissingsproces bij het kiezen van ontbijtgranen. Ze gaat daarom naar een grote supermarkt om in het gangpad van de ontbijtgranen ouders en kinderen te bestuderen. Hoe noemen we dit type onderzoek?
Wat is de meest aannemelijke reden dat Dr. Jawanda ervoor gekozen heeft om de data op deze manier te verzamelen in plaats van via zelfrapportage (self-report)?
Dr. Jawanda gaat zonder verwachtingen het onderzoek in en observeert een tijdje in de supermarkt. Op een gegeven moment vreest ze dat bepaalde ouders en kinderen door zullen hebben dat ze geobserveerd worden. Waar moet ze zich zorgen over maken als dit het geval is?
De volgende vraag wordt gesteld op een survey "heb je je telefoon in de afgelopen twee jaar gekocht en heb je de meest recente update gedownload?" Wat is het probleem met deze vraag?
Als mensen doen aan acquiescence dan...?
Welke van de volgende dingen zorgt ervoor dat er een goede interrater betrouwbaarheid is?
Hoe zorgen we voor minder observator bias?
C. Observationeel onderzoek.
C. Ouders zijn zich er misschien niet van bewust in welke mate hun kinderen hun beslissing beïnvloeden om een bepaald type ontbijtgranen te kopen.
D. Reactiviteit (reactivity). - Opties A, B en C zijn alleen een probleem als de persoon de onderzoeker bepaalde verwachtingen heeft.
C. Het is een double-barreled vraag.
D. Zijn ze het eens met elk item ongeacht de vraag.
A. Een codeboek.
C. Zorgen dat een observator de hypotheses van de studie niet weet.
Prof. Zimmerman is statistiekdocent. Het valt hem op dat veel van zijn leerlingen nerveus zijn voor het vak. Hij is bang dat ze daardoor lagere cijfers halen en wil daarom een interventie testen die het zelfvertrouwen van de studenten een boost zou moeten geven, waardoor dus ook de cijfers van de studenten omhoog zouden moeten gaan. De populatie waarin Prof. Zimmermann geïnteresseerd is omvat alle psychologiestudenten aan zijn universiteit die het vak Inleiding Statistiek gaan volgen dit jaar. Hij weet dat ongeveer 20% van zijn populatie bestaat uit tweedejaars studenten die het vak nog een keer volgen. Om dit terug te laten komen in zijn steekproef (sample) selecteert hij willekeurig (random) studenten totdat zijn steekproef bestaat uit 100 psychologiestudenten waarvan 80% eerstejaars is en 20% tweedejaars. Wat voor soort steekproeftrekking (sampling technique) wordt hier beschreven?
Een onderzoeker is geïnteresseerd in de volgende populatie: "hondeneigenaren van New York". Welk van de volgende steekproeven kunnen we generaliseren naar deze populatie?
Welk van de volgende steekproeven is waarschijnlijk generaliseerbaar naar de populatie waarin een onderzoeker geïnteresseerd is?
Sommige onderzoekers vinden het belangrijk dat hun steekproef extern valide is. Welk van de volgende onderzoeksvragen heeft een extern valide steekproef nodig?
Welke van de volgende termen heeft niet dezelfde betekenis als de anderen?
Wat is 'oversampling'?
Wat is een 'population of interest'?
C. Stratified random sampling.
A. 25 hondeneigenaren uit New York, random geselecteerd uit een database.
C. Een stratified-random steekproef van honderdtwintig mensen.
A. Wat is de proportie depressieve tieners in Nederland?
D. Biased steekproef.
D. Met opzet meer mensen in één of meer subgroepen van je steekproef stoppen.
A. De populatie waarin een onderzoeker geïnteresseerd is.
In een grootschalige studie werd aan 250 mensen van over de hele wereld een set vragenlijsten gegeven om te meten in hoeverre ze religieus zijn en hoe hoog hun algemene welzijn is. Waarom wordt dit als een correlationele studie gezien?
Maak de volgende zin af. Omdat bivariate associatieclaims niet voldoen aan het criterium van temporal precedence (tijdsvolgorde) en interne validiteit, kunnen ze geen ____ ____ .
Welk van de onderstaande uitspraken is waar over de relatie tussen effectgrootte (effect size) en statistische significantie?
Welke correlatie is de grootste ondersteuning voor de claim: "depressie is gerelateerd aan gezondheidsproblemen"?
Welk van de volgende assocaties kunnen we beter op een staafdiagram weergeven dan op een spreidingsdiagram?
Een studie vindt dat mensen die houden van pittig eten vaker risico's nemen. Welke vraag gaat over de constructvaliditeit van deze studie?
Daan denkt dat er een verband is tussen het halen van hoge cijfers en naar een privéschool gaan. Hij weet dat er temporele precedentie is omdat je eerst je school kiest en dan je cijfers haalt. Hij weet ook dat er covariantie is: er is een verband tussen je cijfer en de school die je kiest. Welk van de volgende vragen kan Daan gebruiken voor het derde criterium, interne validiteit?
Welk van de volgende zinnen beschrijft een moderator tussen het nemen van risico en houden van pittig eten?
D. Omdat alle variabelen in de studie gemeten zijn.
D. Causale inferenties maken.
A. Grotere effectgroottes verhogen de kans op een statistisch significant resultaat.
B. R = .45
C. Het verschil in gemiddeld cijfer op een privéschool of een openbare school.
D. Hoe goed is elke variabele gemeten?
D. Is er een andere reden dat de variabelen aan elkaar gerelateerd zijn?
A. Er is een positieve relatie tussen pittig eten en het nemen van risico voor mannen, maar niet voor vrouwen.
De volgende bivariate correlationele claim wordt gemaakt: "Social media gebruik is verbonden met het halen van lagere cijfers op de universiteit". Welke twee variabelen zijn er?
Een onderzoeker doet longitudinaal onderzoek naar het gebruik van social media en de link met cijfers. Ze meet deze variabelen allebei in het eerste jaar van de universiteit en daarna in het tweede jaar van de universiteit. Welk van de volgende voorbeelden geeft een autocorrelatie weer?
Als je het voorbeeld uit vraag 2 gebruikt, welk patroon van cross-lag correlaties laat dan zien dat social media gebruik leidt tot lagere cijfers en niet andersom?
Wat betekent het als een onderzoeker 'controleert voor' de invloed van een bepaalde variabele?
Welke van de volgende statements geeft een voorbeeld van een mediator relatie weer?
Een studie rapporteert dat van de mensen met dementie, mensen die twee talen spreken de diagnose drie tot vier jaar later kregen dan zij die maar één taal spreken. Wat zijn de variabelen in deze bivariate associatie?
Een journalist schrijft een artikel over het voorbeeld uit vraag 6. Hij rapporteert dat deze relatie blijft bestaan, zelfs als onderzoekers controleren voor opleidingsniveau. Wat betekent dit?
Onderzoekers verwachten dat de reden dat mensen die tweetalig zijn later pas dementie krijgen omdat ze sterkere connecties maken in hun brein. Deze connecties zorgen er dan voor dat dementie pas later ontstaat. Wat beschrijft deze statement?
A. Sociaal media gebruik en cijfer.
A. De correlatie tussen gebruik van social media in jaar 1 en jaar 2.
B. Cijfers in jaar 1 laten een zwakke correlatie zien met social media gebruik in jaar 2, maar social media gebruik in jaar 1 laat een sterke correlatie zien met cijfers in jaar 2.
D. De onderzoeker houdt de variabele constant.
C. Social media gebruik en cijfers zijn gecorreleerd omdat social media gebruik leidt tot het besteden van minder tijd aan studeren, wat leidt tot lagere cijfers.
B. Tweetalig zijn of niet, en leeftijd waarop de dementie diagnose gegeven werd.
C. De relatie tussen tweetaligheid en dementie is niet toe te schrijven aan opleidingsniveau. Dit is een mogelijke derde variabele.
A. Mediator.
De onderstaande vijf vragen zijn gebaseerd op het volgende verhaal: Max doet een experiment waar hij participanten vraagt handen te schudden met een 'onderzoeker' welke gespeeld wordt door zijn vriendin. Daarna beoordelen de participanten hoe vriendelijk ze haar vonden. De onderzoeker was altijd dezelfde persoon en begroette alle participanten op dezelfde manier. De participanten werden random toegewezen aan een groep waar de hand van de onderzoeker koud of juist warm was. De onderzoeker werd als vriendelijker ervaren als haar handen warm waren.
Waarom wordt in dit experiment voldaan aan temporele precedentie?
Wat is hier de controle variabele?
Wat voor design is dit experiment?
Max heeft de participanten random bij condities ingedeeld, waarom?
Welke vraag gaat over de constructvaliditeit van het experiment?
Als er een dubbelblind placebo-gecontroleerde studie gedaan wordt met willekeurige toewijzing, welk probleem wordt er dan NIET opgelost?
Hoe heet het experimentele design waarbij er sprake is van één groep, een pretest en een posttest?
B. Omdat de participanten eerst de hand van de onderzoeker schudden voordat ze beoordeelden hoe vriendelijk ze was.
D. De standaard begroeting voor elke participant.
A. Posttest-only.
B. Om selectie effecten te vermijden.
D. Hoe goed geeft de beoordeling van vriendelijkheid weer wat participanten echt dachten van de onderzoeker?
C. Measurement error/meetfout.
A. One-group pretest posttest design.
Wat is het verschil tussen een confound en obscuring factor?
Als een deel van de participanten geen follow-up vragenlijst van je onderzoek invult, wanneer is dit dan een probleem voor de interne validiteit?
Hoe heet het als systematisch een bepaalde groep van je onderzoek uitvalt?
Wat is het verschil tussen een testing threat en een instrumentation threat?
Als een studie veel participanten heeft en er is maar een klein beetje niet-systematische variatie, dan is er sprake van...?
B. Confounds zijn een probleem als je wel een effect vindt, obscuring factors zijn een probleem als je geen effect vindt.
D. Als alleen proefpersonen uit een bepaalde 'subgroep', bijvoorbeeld alleen vrouwen, uitvallen.
A. Attrition.
C. Een testing threat gaat over de afname van vragenlijsten, een instrumentation threat over de de gebruikte materialen of vragenlijsten.
D. Power and precision.
Wat is een factor?
Wat is een interactie-effect?
Wat is een factorial design?
Wat is een hoofdeffect?
Hoe zie je een interactie-effect in een grafiek?
D. Een niveau van een onafhankelijke variabele.
D. Als het effect van één onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele afhangt van een andere onafhankelijke variabele.
A. Een design waarbij het effect van twee of meer onafhankelijke variabelen getest wordt.
C. Het effect van één onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele.
A. Als de lijnen kruisen.
Hoe heet een quasi-experiment waarin participanten niet random zijn toegedeeld aan groepen, maar er wel één treatmentgroep en één controlegroep is?
Waarom doen we quasi-experimenten?
Als we mensen één keer vier weken voor een operatie, en één keer vier weken na een operatie meten, hoe heet dit dan?
Wat is een single-N design?
Wat is een stable-baseline design?
A. Nonequivalent control group design.
D. Om gebruik te kunnen maken van mogelijkheden in de echte wereld om fenomenen en gebeurtenissen te bestuderen.
C. Interrupted time-series design.
B. Wanneer je bij één persoon een fenomeen meet.
C. Een studie waar eerst gedrag een tijd geobserveerd wordt en dan pas een interventie toepast.
Als je een onderzoek herhaalt en je vindt dezelfde resultaten, wat is de studie dan?
Wanneer een onderzoeker een studie herhaalt met dezelfde abstracte variabele maar met verschillende operationalisaties, hoe heet dit dan?
Als een onderzoeker een studie herhaalt, maar ze voegen nog een extra variabele toe waar ze in geïnteresseerd zijn, dan noemen we dit een...?
Wat is de generalisatie-modus?
Een student mailt onderzoekers van een studie of ze ongepubliceerd werk hebben liggen over het onderwerp. Wat probeert ze hiermee op te lossen?
A. Repliceerbaar.
C. Conceptuele replicatie.
C. Replicatie-plus-extentie.
B. Het onderzoeken of je resultaten generaliseren naar andere situaties.
A. Het file-drawer probleem.
Nederlands:
Engels:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution