Nadat ik via Utrecht Cares Nederlandse les aan Marokkaanse en Turkse vrouwen heb gegeven in het buurthuis van Hooggraven, wordt mijn aandacht plots getrokken door een affiche op het raam: Jouw angst is mijn angst!
Er wordt een dialoogavond georganiseerd om de zorg en angst die zowel heerst onder autochtone Nederlanders als Nederlanders met islamitische afkomst het hoofd te bieden. Het blijkt namelijk dat er enige angst lijkt te zijn ontstaan naar aanleiding van de terreuraanslagen die worden gepleegd ‘uit naam van de islam’, zoals Charlie Hebdo, maar ook ontstaat angst doordat Nederlandse meisjes en jongens vertrekken naar Syrië.
Hooggraven is een wijk waar ruim 30% van de bewoners een islamitische achtergrond heeft. Een erg diverse buurt dus. Hoogtijd vonden de Buurtvaders van Hooggraven, Stichting Buurtjongeren Hooggraven, Moskee Essalaam en de ouderen Werkgroep om een dialoogavond te organiseren over wat er de laatste tijd gebeurd rondom de Islam, Isis en wat voor effect dit heeft op de wijk Hooggraven in Utrecht. Het doel van de avond was om elkaar beter te leren begrijpen en mogelijke misverstanden uit de weg te ruimen. Mensen van allerlei nationaliteiten, leeftijden en godsdiensten kwamen die avond bij elkaar.
Wanneer de avond vordert onder het genot van Turkse thee en koekjes, blijkt dat eigenlijk niemand zich bang voelt in de wijk. “Je kent elkaar goed en hebt niets te vrezen”. Maar de angst voor terreur is wel degelijk aanwezig, want “Het zou je toch maar kunnen gebeuren? Er hoeft maar één gek rond te lopen”. Dit wordt bevestigd door een moslima die vertelt dat óók zij bang is voor de toekomst van haar kinderen. De Imam legt uit: “Elke zin in de Koran begint met de frase In naam van Allah de barmhartige de genadevolle. Hoe kun je dan ooit uit naam van de Islam deze aanslagen plegen? Wij keuren alle vormen van geweld af! De mensen die ongelovigen of andere moslims doden uit naam van de islam, misbruiken de islam”. Toch opmerkelijk dat de grootste slachtoffers van IS, de moslims zijn! En er vaak voor de moslims in ons land gevreesd wordt.
Het is daarom belangrijk dat we in contact komen met elkaar om te beseffen dat we allemaal vrezen voor de opkomst van de IS. Dit doet me denken aan het spreekwoord: De vijand van mijn vijand is mijn vriend. Beide zijn we bang voor dezelfde vijand, alleen moet men met elkaar in contact komen en elkaar leren te begrijpen om dit te beseffen. Alleen dan kunnen we tot elkaar komen en op die manier de angst wegnemen.
Ook een belangrijk punt wat naar voren kwam, was dat we ons niet zo makkelijk de angst moeten laten aanpraten door anderen en voornamelijk door de media. Ook de Imam vertelt dat hij geen goede ervaringen heeft met de media. Nieuws is pas nieuws als het de aandacht van lezers trekt. De vraag die voorop staat is: Is het interessant genoeg. Het heeft dus niets met objectiviteit te maken.
En daar speelt de media een grote rol in legt de Imam uit. Na de moord op Theo van Gogh nodigt hij een nieuwszender uit om bij hem in de Moskee langs te komen. Hij legt een uur uit dat wat Mohammed B heeft gedaan niet overeenstemt met de islamitsiche overtuiging. Door de nieuwszender wordt de volgende vraag gesteld: “Vele moslims vinden dat de uitspraken van Theo van Gogh veel te ver gaan, bent u het hier mee eens?” De Imam antwoord: “Ik vind inderdaad dat de uitspraken van Theo van Gogh te ver gaan, maar dat is absoluut geen reden om iemand te vermoorden!” Helaas is alleen het eerste gedeelte die avond in de uitzending beland.
Er is ook positief nieuws, maar dat wordt vaak niet opgepikt. Zo is er 2 maanden geleden een 4-daagse conferentie geweest door Stichting Waqf, die conferenties organiseert in aanwezigheid van prominente geleerden om islamitische kwesties te belichten en aanbevelingen te doen hoe de moslimgemeenschap een actieve en positieve houding kan nemen in de Nederlandse samenleving. (meer informatie: https://www.facebook.com/iccawaqf/posts/334788149880723). Maar daar is de media niet aanwezig. Dit wordt ook door een woordvoerder van de kerk benadrukt. Ik las een paar jaar terug een nieuwsbericht dat er Marokkaanse jongeren overlast bezorgden in Hoog Catherijne. De buurtvaders ondernamen actie en al snel was het probleem verholpen. Toen hij de krant benaderde om dit nieuws te melden, vond de krant het niet interessant genoeg om het te schrijven. Op deze manier wordt de etnische splitsing in stand gehouden, door de eenzijdige berichtgeving.
Ook politieke verhalen zijn vaak subjectief geladen. In 2014 kwam er een spraakmakend onderzoek van Motivaction aan het licht, waaruit onder andere bleek dat 90% van de Turkse jongeren vindt dat strijders die het opnemen tegen Assad ‘helden’ zijn en dat de helft het een goede zaak vindt als Nederlandse moslims naar Syrië vertrekken. Daarnaast bleek ook nog dat 80% van de Turkse Nederlanders het niet ‘verkeerd’ vond dat er door groeperingen uit naam van de jihad geweld werd gebruikt tegen anderen of niet-gelovigen. Niet veel later werd het onderzoek in twijfel getrokken want het bleek een vertekend beeld te geven van de werkelijkheid. Opmerkelijk is dat rond diezelfde tijd Staring, Geelhoed, Aslanoğlu, Hiah & Kox (2014) ook een onderzoek publiceerden, waaruit bleek dat de Turkse jongeren zich juist in positieve zin ontwikkelen en dat vormen van radicalisering veelal niet in relatie staan tot bereidheid van geweld. Het gaat er dus slechts om wat er door de politiek en media wordt benadrukt en de voorkeur heeft.
Zo wordt er onder andere in Staring, De Wit & Nummerdor (2015) genoemd dat er proportioneel veel aandacht is voor risico’s van radicalisering. De geschetste incidenten met (teruggekeerde) Syriëgangers in Nederland en andere Europese landen kunnen weliswaar ernstig zijn, maar het aantal blijft tot op heden gering. Op de constatering dat er in 2013 dertien dodelijke slachtoffers ten gevolge van terrorisme in Europa zijn gevallen, reageert een ambtenaar uit Delft met: ‘Er vallen meer doden door fijnstof (…) Dat zeg ik niet om de problemen te bagatelliseren, maar wel om ze in perspectief te plaatsen.’
Wanneer de dialoogavond vordert komt naar voren dat men niet bang blijkt te zijn voor geweld of aanslagen, maar juist voor de polarisatie/tweedeling van de samenleving. Om dit tegen te gaan moet iedereen in dialoog gaan, moslims en niet-moslims, autochtonen en allochtonen en zich niet angst laten aanpraten door politiek, media of wie dan ook. Alleen op die manier kan je angst te lijf gaan en polarisatie stoppen.
Nummerdor, H., Staring, R. & de Wit, J., (2015). De Nederlandse aanpak van radicalisering en de paspoortmaatregel. Enkele criminologische en juridische kanttekeningen bij de aanpak van vermeende Syriëgangers. Het Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten.(in druk)
Staring, R., Geelhoed, F., Aslanoğlu, G., Hiah, J. & Kox, M. (2014).Maatschappelijke posities van Turkse Nederlanders: Ontwikkelingen en risico’s op criminaliteit en radicalisering. Den Haag: WODC.
Add new contribution