| |
Discipline | Een tak van de wetenschap en een werkterrein en heeft een object, dat waar de discipline om draait |
Empirische wetenschap | Wetenschap naar het natuurwetenschappelijk model. Deze is gericht op theorievorming ter verklaring van problemen of tenminste op het beschrijven van factoren die de opvoeding of onderwijs doen stagneren. |
Handelingsgerichte wetenschap | Wetenschap die naast empirische kennis het belang van kunde benadrukt. Er is kennis nodig van factoren die de opvoeding of het onderwijs belemmeren, maar er moeten ook vaardigheden ontwikkeld worden om bepaalde typen van problemen aan te pakken. |
Scientist-practitioner | Iemand die handelt naar de meest recente en betrouwbare wetenschappelijke kennis en naar erkende kennis vanuit de praktijk (door bijvoorbeeld het forum). |
Maatschappijkritische stroming | Aanhangers zijn voor integratie en het recht om anders te zijn |
Klassieke benadering | Het opvallende en afwijkende kind staat centraal |
Moderne benadering | Problematische opvoedingssituatie als onderscheidend kenmerk |
Descriptieve orthopedagogiek | Gaat om kennis en verklaringen |
Prescriptieve/normatieve orthopedagogiek | Gaat om optimaliseren van hulpverleningsprocessen |
Een technisch-instrumentele opvatting | Binnen door de aanleg bepaalde grenzen kan een opvoeder van alles aan een kind leren, mits daarbij effectieve methoden worden toegepast. De wetenschap levert de kennis maar houdt zich niet bezig met de toepassing daarvan |
Dialogisch opvoedingsbegrip | “Mens worden” is een opgave die mede door de uitnodiging van de opvoeders tot vervulling komt. In deze positie zijn normen en waarden leidend in theorievorming. |
De drie k’s | (Van Strien) kennis-, kunde- en keuzefactoren. Het gaat in de orthopedagogiek niet alleen om verklaringen, maar ook om bruikbaarheid in de praktijk. Daarbij is de orthopedagogiek een handelingsgerichte wetenschap waarbinnen keuzes gemaakt moeten worden. |
Theorie | Niet alleen de definiëring van concepten en het leggen van verbanden, maar ook een betekenisvolle samenhang waarbinnen het object onderzocht kan worden in een denkstructuur en systeem van uitgangspunten |
Probleem specifieke theorieën | Dit zijn theorieën over een specifiek probleem. Deze theorieën kunnen binnen een bepaald werkveld functioneren. Sommige gaan over het individuele geval, andere hebben betrekking op een verzameling of groep van soortgelijke gevallen. |
Algemene orthopedagogische theorieën | Het zijn nogal omvattende stelsels die een gemeenschappelijke basis zouden moeten bieden waarbinnen meer specifieke problemen binnen een theoretisch kader kunnen worden geplaatst |
Theoretische orthopedagogiek | De discussies op metaniveau gaat over de kwaliteit en geldigheid van theorieën en over de bruikbaarheid van methoderegels. |
| |
Caritatieve zorg | Zorg uit naastenliefde. Voorbeelden zijn gasthuizen en hospitalen. |
Vereniging van Onderwijzers en Artsen | Vereniging die zich inzet voor het bieden van aangepast onderwijs |
Kostschooltype inrichting | Gericht op speciaal onderwijs |
Ziekenhuistype inrichting | Gericht op verpleging |
Tweesporenbeleid | Enerzijds wordt gewerkt aan integratie van kinderen met een beperking in het regulier onderwijs, anderzijds worden voorzieningen in het speciaal onderwijs verbeterd |
Weer Samen Naar School | Herstructurering van het speciaal onderwijs, waarbij het doel is zoveel mogelijk leerlingen binnen het regulier onderwijs te houden en dat scholen samenwerkingsverbanden hanteren. |
Cluster 1 | Leerlingen met visuele beperkingen, al dan niet met een meervoudige beperking |
Cluster 2 | Leerlingen met auditieve beperkingen, spraak/taalmoeilijkheden en stoornissen in het autistisch spectrum met een nadruk op communicatie |
Cluster 3 | Leerlingen die zeer moeilijk lerend zijn, lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen hebben of meervoudig gehandicapt zijn, met epilepsie en leerlingen die langdurig ziek zijn |
Cluster 4 | Zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen zonder lichamelijke beperking en scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten |
| |
Eerste lijn | Eerste vorm van hulpverlening, zoals een hulpverlener of huisarts |
Tweede lijn | Tweede vorm van hulpverlening, gespecialiseerde hulpverleners, zoals psychotherapeuten |
Derde lijn | Derde vorm van hulpverlening, de zeer gespecialiseerde hulpverlening zoals de jeugdpsychiatrie. |
Intentioneel handelen | Er is een vorm van reflectie aanwezig bij het handelen |
Functioneel handelen | Er is geen reflectie aanwezig, maar we doen het gewoon. |
Het verhaal | Beeldspraak voor het complex van zingevingen waarin mensen hun belevenissen plaatsen. |
Collectieve verhalen | Verhalen die algemeen gelden, bijvoorbeeld een cultuur. |
Persoonlijke verhalen | Het verhaal van een individu. |
Protoprofessionalisering | De leek leert de taal van de hulpverlener kennen en gaat die spreken. |
Palliatieve coping | Omgaan met (vervelende) keuzes door te ontsnappen in bijvoorbeeld feesten of alcohol. |
Empowerment | Het vergroten van de handelingsbekwaamheid van mensen in de professionele hulpverlening. |
| |
Klinische cyclus | Bestaat uit de diagnostische cyclus en de behandelingscyclus; de indicatiestelling is een schakelpunt. De cyclus ziet er als volgt uit: (Aanmelding) à Klachtanalyse à Probleemanalyse à Verklaringsanalyse à Indicatieanalyse à (Advies) à Verkennende behandelingsanalyse à Voorspellen van reacties à Toetsende behandeling à Evaluatie t.o.v. het globale doel à (Follow-up) |
| |
Idiografische theorie | Een op maat gesneden individu gebonden theorie voor een specifieke probleemsituatie. |
Risicofactor | Niet noodzakelijk de oorzaak van het ontstaan van een stoornis, maar risico is een kansuitspraak: niet iedereen bij wie sprake is van een risicofactor ontwikkelt ook de stoornis en niet iedereen die de stoornis krijgt, zal uit de specifieke risicogroep afkomstig zijn. |
Protectieve factoren | Zijn factoren die samengaan met een verminderde kans op het vertonen van een stoornis, gegeven de aanwezigheid van een onderkend risico: geen protectie zonder risico. |
Classificatie | Het onderbrengen van een probleem in één of meerdere rubrieken van een classificatiesysteem op basis van beschrijvende kenmerken. Het is belangrijk dat orthopedagogen overeenstemming hebben over wat onder welke classificatie valt. |
DSM IV | De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) kan gebruikt worden als registratiesysteem en classificatiesysteem ten behoeve van diagnostiek en behandeling. |
CBCL | De Child Behavior Checklist (CBCL) is een vragenlijst voor de beschrijving van gedrag van kinderen en jeugdigen. |
| |
SMART | Doelen in de hulpverlening moeten als volgt geformuleerd worden: Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realistisch, Tijdgebonden. |
Sociaal-ecologische modellen | beschrijvende modellen die een groot aantal variabelen in de analyse van problemen betrekken, met nadruk op contextuele factoren. Bronfenbrenner was zeer belangrijk voor de opkomst van deze modellen. |
Protocol | Een samenhangend geheel van gestandaardiseerde richtlijnen voor de aanpak van een welomschreven stoornis bij een welomschreven groep cliënten. |
Algemeen werkzame factoren | Factoren die ongeacht de doelgroep of het interventie programma bevorderend zijn. |
Specifiek werkzame factoren | Factoren die betrekking hebben op de werksoort en de specifieke doelgroep. |
| |
Nomologisch theorieniveau | Sommige theorieën beschrijven één of meer empirisch gefundeerde en gerepliceerde algemene wetmatigheden en zijn daarmee te karakteriseren als nomologisch (het Griekse nomos betekent: wet, wetmatigheid). |
Probleemgericht theorieniveau | Richtlijnen kunnen ook worden ontleend aan een theorie op probleemgericht theorieniveau over soortgelijke groepen of problemen. |
Idiografisch theorieniveau | Wanneer een theorie gericht is op en ontleend aan de uniciteit van het individu, dan is er sprake van een idiografisch theorieniveau. |
WHO | World Health Organisation |
Het gevaar van vermeende soortgelijkheid | Doet zich voor bij classificatiesystemen en dergelijke; problemen kunnen aan de oppervlakte op elkaar lijken, maar een verschillende ontstaansgrond hebben en een andere aanpak vereisen. |
Handicap | Een beperking is pas een handicap als er onvoldoende compensatiemogelijkheden zijn en de omgeving de persoon als uitzondering ziet; hierdoor wordt maatschappelijk functioneren bemoeilijkt. |
Opvoedingsimpasse | De betrokkenen ervaren de totale opvoedingssituatie als perspectiefloos, wat gepaard gaat met onzekerheid en pijnlijke gevoelens. |
Informantenprobleem | Verschillende mensen kunnen dezelfde situatie anders ervaren en beoordelen (subjectieve beleving), wat een probleem vormt in onderzoek. |
Geesteswetenschappelijke stroming | Hermeneutisch, gebruikmakend van de interpretatie van ‘het verhaal’ en de totale opvoedingssituatie. |
Empirisch-analytische stroming | Gebaseerd op de empirische cyclus, met een voorkeur voor objectieve methoden en kwantificeerbare, meetbare variabelen. |
Evidence based diagnostiek | Diagnostiek met hoge instrumentele en procedurele kwaliteit van keuze en beslissingsproces; leidt tot transparante en controleerbare diagnostiek. |
Evidence based interventies | Interventies die gebaseerd zijn op gecontroleerd experimenteel onderzoek. |
Practice based evidence | Effectieve hulpverlening die vanuit de praktijk tot ontwikkeling komt. |
| |
Forum van orthopedagogen | Een denkbeeldige discussieplaats waar collega-hulpverleners en –onderzoekers, maar soms ook buitenstaanders, op elkaar reageren. Er is een forum binnen het eigen taalgebied en een internationaal forum. Het forum van de orthopedagogiek is een communicatieplek voor beroepsgenoten. Binnen de orthopedagogiek wordt kennis beheerd en bediscussieerd in tijdschriften, via scholing en tijdens congressen. Ook de praktijk is onderdeel van het forum, zij zijn degene die de wetenschappelijke kennis toepassen en kunnen vaststellen in hoeverre praktijkparadigma’s waardevol zijn. |
College van Toezicht | Hier kan een klacht ingediend worden als iemand van mening is dat een lid van de NVO zich niet aan de beroepscode houdt. Dit college beoordeelt de klacht en kan eventueel disciplinaire maatregelen nemen. |
College van Beroep | Als men het niet eens is met de uitspraak, kan deze worden voorgelegd aan het College van Beroep. |
Add new contribution