Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 22 december 2011


Casus 1: Hockeywedstrijd

Bert is rechterspits van Heren 1 van hockeyclub AMS. Hij koopt een nieuw model scheenbeschermers, de ´Master II´, bij sportwinkel Want B.V. (hierna: “Want”). De scheenbeschermers zijn afkomstig van de Indiase fabrikant Master Sports Inc. (hierna: “Master Inc.”). Dit nieuwe model scheenbeschermers heeft Want, die ook de importeur is van Master Inc. in Nederland, net die dag voor het eerst ontvangen. Bij de eerstvolgende wedstrijd speelt Bert met zijn nieuwe scheenbeschermers. Henk, een medespeler, slaat de bal op een hoogte van 20 cm boven de grond naar Bert. De scheidsrechter fluit af, omdat de bal in strijd met de hockeyspelregels te hoog is geslagen. Dat gebeurt wel vaker in een hockeywedstrijd en het is geen abnormale overtreding van de spelregels. Het lukt Bert niet om de bal met zijn stick te stoppen, waardoor de bal op de scheenbeschermer van zijn rechterbeen terecht komt. Er klinkt een luide knal gevolgd door een gil van Bert. Later blijkt dat de bal de scheenbeschermer heeft gebroken, en dat een stuk kunststof in het been van Bert is gedrongen en zijn bot heeft gebroken. Technisch onderzoek wijst uit dat als gevolg van een onjuist ontwerp de voorplaat van de ´Master II´ scheenbeschermers gemakkelijk kan scheuren en breken. Bert derft inkomsten als gevolg van het voorval. Bert vraagt zich af welke partij(en) aansprakelijk zou(den) kunnen zijn voor deze schade en vraagt u om advies.

Vraag 1

Geef gemotiveerd aan of Henk aansprakelijk is voor de schade van Bert. (5 punten)

Vraag 2

Geef gemotiveerd aan of Want en/of Master Inc. risicoaansprakelijk zijn voor de inkomstenderving van Bert. Laat het contractenrecht bij uw antwoord buiten beschouwing. Laat een regel wit na elke besproken partij. (5 punten)

Behalve dat Bert inkomsten derft, lijdt Bert nog meer schade als gevolg van het voorval. Eén hockeykous is kapot en van de scheenbeschermers is er één kapot en de ander is ondeugdelijk. De schade wordt vastgesteld. Deze bedraagt voor de hockeykous 25 euro en voor de scheenbeschermers 100 euro. Bert besluit Want aansprakelijk te stellen voor deze schade. De advocaat van Want stelt dat zijn cliënte, als zij al risicoaansprakelijk zou zijn, in ieder geval niet de schade ten aanzien van de hockeykous en de scheenbeschermers behoeft te vergoeden. Laat het contractenrecht bij uw antwoord buiten beschouwing.

Vraag 3

Is deze stelling van de advocaat van Want volgens u juist? (2 punten)

Stel dat Master Inc. zich verweert tegen aansprakelijkheid door te stellen zij de ‘Master II’ pas in 2013 op de markt wilde brengen en dat het testen van de scheenbeschermers nog in volle gang was. Master Inv. bewijst dat na een inbraak in het Master Inc. testcentrum een aantal prototypes van de scheenbeschermers, met testnummer A 005, is gestolen. Deze scheenbeschermers zijn illegaal aan Want verkocht. Het nummer A 005 staat aan de binnenkant van de scheenbeschermers van Bert.

Vraag 4

Heeft dit verweer van Master Inc. kans op succes? (2 punten)

Antwoorden bij casus 1

Antwoord bij vraag 1

Bert kan Henk mogelijk aanspreken tot vergoeding van de schade op grond van een onrechtmatige daad, art. 6:162 BW. Bert heeft letselschade en zaakschade.

  • Uit de casus valt niet af te leiden dat Henk opzettelijk heeft gehandeld. Aangezien Henk niet opzettelijk heeft gehandeld, moet voor de vraag of er sprake is van onrechtmatig handelen van Henk getoetst worden of Henk gehandeld heeft in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. (art. 6:162 lid 2 BW). Het is ook voldoende als meteen wordt getoetst aan strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid nu de toets aan inbreuk (wegens ontbreken opzet) niet aan de orde is. De categorie ‘rechtsinbreuk’ wordt beperkt opgevat: bij vernieling of beschadiging zaken, letsel of overlijden en hinder is, behoudens opzet, altijd ook een zorgvuldigheidtoets nodig. Eventueel is een ander antwoord waarin getoetst wordt aan de inbreuk op basis van één van de theorieën in SBR ook goed, mits goed gemotiveerd. Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht blijft buiten beschouwing, de casus geeft hier geen aanknopingspunten voor.
  • Er is sprake van schade opgelopen tijdens een sport- of spel situatie.
  • De volgende beoordelingscriteria spelen hierbij een rol, zie arrest HR Natrappen:
    • Een gedraging in het kader van een sportsituatie is minder snel onrechtmatig dan dezelfde gedraging buiten sportverband.
    • De enkele overtreding van een spelregel maakt het gedrag nog niet onrechtmatig. Wel is de overtreding van een spelregel een factor die meeweegt bij de beoordeling van de onrechtmatigheid.
  • Toepassing criteria op casus: Henk heeft een spelregel overtreden. Dit maakt zijn gedrag nog niet onrechtmatig. Als er sprake is van een grove overtreding van de spelregels kan dat wel tot onrechtmatigheid leiden. Uit de casus valt op te maken dat er geen sprake is van een grove schending van de spelregels door Henk. Er wordt vermeld dat de door hem gemaakte overtreding wel vaker voorkomt en geen “abnormale” overtreding is. De deelnemers aan een sport als hockey hebben tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten. Beargumenteerd kan worden dat Henk daarom niet gehandeld heeft in strijd met de zorgvuldigheidsnorm en jegens Bert geen onrechtmatige daad heeft gepleegd.
  • Conclusie: Hein is niet aansprakelijk voor de schade jegens Bas op grond van art. 6:162 BW. (Behandeling van de andere vereisten van artikel 6:162 BW is niet meer nodig.)

Totaal 5 punten

Antwoord bij vraag 2

  • Voor de vraag of Bert Want en Master Inc. kan aanspreken, dient te worden getoetst aan art. 6:185 lid 1 BW (risico)aansprakelijkheid o.g.v. productenaansprakelijkheid; product: de scheenbeschermer, (deze is roerend), zie art. 6:187 lid 1 BW.
  • producent: zowel de Indiase producent Master Inc., als Want als importeur van het product in de EER wordt beschouwd als producent.
    • Master Inc.: art. 6: 185 jo art. 6:187 lid 2
    • Want: art. 6:185 jo 6:187 lid 3 BW

NB: Nu zowel Want als Master Inc. op grond van art. 6:185 lid 1 BW aansprakelijk is voor de schade van Bert, kan Bert zowel Want als Master Inc. voor het geheel van zijn schade aanspreken (art. 6:189 BW).

  • gebrekkig product: een product is gebrekkig indien het niet de veiligheid biedt die men daarvan mag verwachten, zie artikel 6:186 lid 1 BW. Toepassing op de casus: Van een scheenbeschermer mag worden verwacht dat deze niet breekt zodra er een bal op komt bij een hockeywedstrijd. (Bovendien is in de casus gegeven dat er sprake is van een ontwerpfout.) Er is dus sprake van een gebrekkig product.
  • schade van Bert: inkomensderving. Deze schade komt voor vergoeding in aanmerking op grond van art. 6:190 lid 1 onder a BW. Er is sprake van schade – hij kan niet werken - door lichamelijk letsel. SBR nr 144

NB: causaal verband: tussen het gebrek en de schade moet er causaal verband zijn, (aan te tonen door de benadeelde Bert) op grond van artikel 6:188 BW. Als de scheenbeschermer niet gebrekkig geweest zou zijn, zou het bot van bert niet zijn gebroken en zou de inkomensschade van Bert niet zijn ontstaan.

  • conclusie: Uit het voorgaande volgt dat zowel Want als Master Inc. aansprakelijk zijn jegens Bert op grond van artikel 6:185 lid 1 BW e.v. (productenaansprakelijkheid) voor de inkomstenderving van Bert.

Totaal 5 punten

Antwoord bij vraag 3

Ja, deze stelling is juist.

  • De schade m.b.t. de kapotte hockeykous komt op grond van artikel 6:190 lid 1 onder b BW niet voor vergoeding in aanmerking. (Het gaat weliswaar om schade die is toegebracht aan een andere zaak die gewoonlijk voor gebruik in de privésfeer is bestemd en ook door Bert in de privésfeer is gebruikt, maar) de schade komt niet uit boven de franchise van 500 euro (schade m.b.t. de hockeykous is € 25).
  • de schade m.b.t. de scheenbeschermers komen niet voor vergoeding in aanmerking. Op grond van artikel 6:190 lid 1 onder b BW komt alleen schade toegebracht door het product aan een andere zaak voor vergoeding in aanmerking, niet de schade aan het gebrekkige product (de scheenbeschermers) zelf.

Totaal 2 punten

Antwoord bij vraag 4

Ja, dit verweer heeft kans van slagen.

  • De producent is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een gebrek in zijn product, tenzij hij het product niet in het verkeer heeft gebracht, art. 6:185 lid 1 sub a BW.
  • De producent moet aantonen dat hij het product niet in het verkeer heeft gebracht, bijvoorbeeld doordat er sprake is van diefstal. Uit de casus valt af te leiden dat Master Inc. kan bewijzen dat een aantal prototypes van de scheenbeschermers met testnummer A 005 uit het testcentrum zijn gestolen. (Via illegale verkoop aan Want is een paar bij Bert terecht gekomen. Het nummer aan de binnenkant van de scheenbeschermers van Bert komt overeen met het testnummer.) (SBR nr.137)

Totaal 2 punten

Casus 2: Café De Valk B.V.

In Café De Valk B.V. (‘De Valk’) ontstaat op woensdagavond een ruzie. De ruzie wordt veroorzaakt door vaste klant Arno die, als hij dronken is, wel vaker boos wordt op andere gasten in De Valk. Arno is boos op Joost, een toevallige bezoeker, die per ongeluk op ‘zijn’ barkruk is gaan zitten. Hij scheldt Joost luidkeels uit. Barman Berend, al jaren werknemer bij De Valk, is het geruzie meer dan beu en slaat Arno met zijn vuist in zijn gezicht, waarna Arno ophoudt met schelden en op de grond valt. Berend was door zijn baas enkele maanden eerder naar de cursus “Omgaan met ongeregeldheden in de horeca” gestuurd, waar hij duidelijk te horen heeft gekregen dat een barman geen geweld mag gebruiken tegen klanten. Arno stelt De Valk aansprakelijk voor zijn door de vuistslag geleden schade. De advocaat van De Valk stelt echter dat haar cliënte niet aansprakelijk is, omdat:

  • het bedrijf geen schuld heeft aan de gebeurtenis, omdat De Valk door middel van het laten volgen van de cursus zorgvuldig is geweest jegens zijn personeel en jegens derden en voldoende instructies heeft gegeven aan Berend hoe hij met ongeregeldheden moet omgaan;
  • de schade niet in een normale werksituatie is ontstaan, De Valk heeft immers geen opdracht gegeven tot het slaan van Arno;
  • Berend Joost met opzet heeft geslagen, zodat om die reden De Valk van aansprakelijkheid is ontheven.

Vraag 5

Bespreek achtereenvolgens elk van de verweren van de advocaat van De Valk. Betrek in uw antwoord de relevante wetsartikelen, jurisprudentie en vereisten. (4 punten)

Antwoord bij Casus 2

Antwoord bij vraag 5

  • Café De Valk B.V. is aansprakelijk op grond van 6:170 lid 1 BW (aansprakelijkheid voor ondergeschikten). Berend is als werknemer ondergeschikte van Café De Valk. Berend heeft een fout (6:162 BW) begaan door Arno te slaan. U dient de casus te plaatsen in 6:170 lid 1.
  • Wat betreft het feit dat Berend op cursus is gestuurd: dit is niet relevant voor de vaststelling van aansprakelijkheid, omdat artikel 6:170 lid 1 BW risico-aansprakelijkheid betreft voor ondergeschikten. Ook heeft het geen betekenis voor het vereiste van zeggenschap, aangezien dit vereiste “theoretische zeggenschap” betreft. U dient het verweer succesvol te weerleggen, hiervoor behoeven niet beide argumenten te worden gebruikt.
  • Wat betreft het verweer dat de schade niet is ontstaan in een normale werksituatie: dit is onjuist. Het incident speelt zich af tijdens werktijd op de gebruikelijke plaats van de werkzaamheden. Uit de rechtspraak blijkt dat in dit soort gevallen is voldaan aan de vereisten van kansvergroting en zeggenschap, waardoor er sprake is van functioneel verband. Zie onder meer HR Partycentrum.
  • Wat betreft het verweer dat Berend met opzet heeft geslagen: ook dit is niet relevant voor de aansprakelijkheid van de Café De Valk. Dit is slechts van belang bij de draagplicht (art. 6:170 lid 3 – niet verplicht te noemen).

Totaal 4 punten

Casus 3: Café De Dollar B.V.

Zelfstandig ondernemer Ludo bezorgt dranken bij café ‘De Dollar’ B.V. Als hij de dranken naar de kelder brengt, laat hij het kelderluik open staan. Hij zet wel een stoel voor het luik om cafébezoekers te waarschuwen. John, die nodig naar de WC moet, schuift de stoel opzij en valt in het luik. Hij breekt daarbij zijn linkerbeen.

Vraag 6

Is Ludo tegenover John geheel of gedeeltelijk aansprakelijk voor diens schade? Los deze casus op aan de hand van het Draft Common Frame of Reference (p. 523 Jurisprudentiebundel 2011/2012. U kunt desgewenst naar Nederlandse rechtspraak verwijzen. (4 punten)

Antwoord bij Casus 3

Antwoord bij vraag 6

  • Van toepassing op deze casus is DCFR art. VI-I.101. Dit artikel geeft de ''Basic norm''. Er is iemand die schade toebrengt (Louis) en iemand die schade lijdt (John) en deze laatste heeft recht op schadevergoeding als de schade etc.
  • Legally relevant damage, zie art. VI-1.201 voor de omschrijving. In dit geval is lid 1 sub (a) jo 2:201 (personal injury), John loopt letsel op.
  • Accountability, zie art. VI-3:101-102, de gedraging moet toerekenbaar zijn, ofwel door opzet ofwel door onachtzaamheid. In dit geval is er sprake van onachtzaamheid 'Negligence', de juiste zorgvuldigheid ontbreekt, de 'Standard of care', zie art. VI-3:102 sub (b) omdat het kelderluik open werd gelaten zonder te waken voor gevaar.
  • Deze casus lijkt sterk op HR Kelderluik. Hier kan de norm van het Kelderluikarrest worden toegepast. Ieder antwoord dat in een begrijpelijke motivering naar dit arrest verwijst is goed, ook als men bij toepassing van HR Kelderluik oordeelt dat het niet onzorgvuldig is / dat men het niet kan beoordelen, omdat HR Kelderluik niet geldt voor het DCFR / omdat er te weinig feiten zijn om de norm uit het arrest te kunnen toepassen. Het ligt echter voor de hand te oordelen dat Louis aansprakelijk is voor de schade van Johan.Vergoeding van schade is geregeld in VI-6-101 ev.
  • Eigen schuld van Johan kan de schadevergoedingsplicht van Louis verminderen, zie art. VI-5-102.

Totaal 4 punten

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

This content is also used in .....

Aansprakelijkheidsrecht

Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 19 januari 2011

Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 19 januari 2011


Casus 1: Verkeersongevallen

Sanne (4 jaar) en haar moeder zijn betrokken bij een verkeersongeval, zij zijn aangereden door X. Vast staat dat X jegens Sanne en haar moeder aansprakelijk is op grond van art. 185 WVW. Uit onderzoek blijkt dat Sanne en haar moeder door het rode stoplicht liepen en dat X veel te hard reed. Sanne loopt lichte verwondingen op. De moeder van Sanne overlijdt ten gevolge van de aanrijding.

Vraag 1

X meent dat hij voor hoogstens 50% van de letselschade van Sanne aansprakelijk is. Is dit juist? (max 2 punten)

Vraag 2

Heeft Sanne recht op vergoeding van bovengenoemde schade? Zo ja, hoe wordt de hoogte van de schadevergoeding berekend en met welke omstandigheden wordt hierbij juist wel en/of juist geen rekening gehouden? (max 4 punten)

Vraag 3

De Principles of European Tort Law bevatten de volgende bepaling:

Art. 3:103. Alternative causes

(1) In case of multiple activities, where each of them alone would have been sufficient to cause the damage, but it remains uncertain which one in fact caused it, each activity is regarded as a cause to the extent corresponding to the likelihood that it may have caused the victim’s damage.

(2) If, in case of multiple victims, it remains uncertain whether a particular victim’s damage has been caused by an activity, while it is likely that it did not cause the damage of all victims, the activity is regarded as a cause of the damage suffered by all victims in proportion to the likelihood that it may have caused the damage of a particular victim.”

a) Met welk wetsartikel in het BW is deze bepaling het beste te vergelijken?

b) Noem voor elk van de twee leden van art. 3:103 PETL een belangrijk verschil met het Nederlandse recht. Betrek daarbij naast de onder a) te noemen bepaling ook relevante rechtspraak van de Hoge Raad. (max 4 punten)

Antwoorden bij casus 1

Vraag 1

  • Nee, bij de vaststelling van de omvang van de schadevergoeding kan Sanne een beroep doen op de 100%-regel die, behoudens opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid, recht geeft op volledige schadevergoeding. Deze regel geldt namelijk voor kinderen onder de veertien en Sanne is vier jaar oud. (1 punt).
  • In deze casus is geen sprake van opzet of daaraan grenzende roekeloosheid van Sanne. (Zij is immers veel te jong om opzettelijk te handelen.) (1 punt).

Max 2 punten

De moeder van Sanne is overleden ten gevolge van het verkeersongeval waarvoor X aansprakelijk is. Voor Sanne (4 jaar.....read more

Access: 
Public
Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 22 december 2011

Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 22 december 2011


Casus 1: Hockeywedstrijd

Bert is rechterspits van Heren 1 van hockeyclub AMS. Hij koopt een nieuw model scheenbeschermers, de ´Master II´, bij sportwinkel Want B.V. (hierna: “Want”). De scheenbeschermers zijn afkomstig van de Indiase fabrikant Master Sports Inc. (hierna: “Master Inc.”). Dit nieuwe model scheenbeschermers heeft Want, die ook de importeur is van Master Inc. in Nederland, net die dag voor het eerst ontvangen. Bij de eerstvolgende wedstrijd speelt Bert met zijn nieuwe scheenbeschermers. Henk, een medespeler, slaat de bal op een hoogte van 20 cm boven de grond naar Bert. De scheidsrechter fluit af, omdat de bal in strijd met de hockeyspelregels te hoog is geslagen. Dat gebeurt wel vaker in een hockeywedstrijd en het is geen abnormale overtreding van de spelregels. Het lukt Bert niet om de bal met zijn stick te stoppen, waardoor de bal op de scheenbeschermer van zijn rechterbeen terecht komt. Er klinkt een luide knal gevolgd door een gil van Bert. Later blijkt dat de bal de scheenbeschermer heeft gebroken, en dat een stuk kunststof in het been van Bert is gedrongen en zijn bot heeft gebroken. Technisch onderzoek wijst uit dat als gevolg van een onjuist ontwerp de voorplaat van de ´Master II´ scheenbeschermers gemakkelijk kan scheuren en breken. Bert derft inkomsten als gevolg van het voorval. Bert vraagt zich af welke partij(en) aansprakelijk zou(den) kunnen zijn voor deze schade en vraagt u om advies.

Vraag 1

Geef gemotiveerd aan of Henk aansprakelijk is voor de schade van Bert. (5 punten)

Vraag 2

Geef gemotiveerd aan of Want en/of Master Inc. risicoaansprakelijk zijn voor de inkomstenderving van Bert. Laat het contractenrecht bij uw antwoord buiten beschouwing. Laat een regel wit na elke besproken partij. (5 punten)

Behalve dat Bert inkomsten derft, lijdt Bert nog meer schade als gevolg van het voorval. Eén hockeykous is kapot en van de scheenbeschermers is er één kapot en de ander is ondeugdelijk. De schade wordt vastgesteld. Deze bedraagt voor de hockeykous 25 euro en voor de scheenbeschermers 100 euro. Bert besluit Want aansprakelijk te stellen voor deze schade. De advocaat van Want stelt dat zijn cliënte, als zij al risicoaansprakelijk zou zijn, in ieder geval niet de schade ten aanzien van de hockeykous en de scheenbeschermers behoeft te vergoeden. Laat het contractenrecht bij uw antwoord buiten beschouwing.

Vraag 3

Is deze stelling van de advocaat van Want volgens u juist? (2 punten)

Stel dat Master Inc. zich verweert tegen aansprakelijkheid door te stellen zij de ‘Master II’ pas in 2013 op de markt wilde brengen en dat het testen van de scheenbeschermers nog in volle gang was. Master Inv. bewijst dat na een inbraak in het Master.....read more

Access: 
Public
Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 18 januari 2012

Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 18 januari 2012


Meerkeuzevragen

1. Arnie verhuurt zijn goed onderhouden loods aan Bert. Bert gebruikt de loods als opslag voor zijn pakketdienst. In november waait het een aantal dagen erg hard. Het door Bert aan de gevel bevestigde uithangbord ‘Berts pakketdienst’ beweegt hevig mee met de wind. Op de derde dag van de storm schiet het uithangbord los door een harde windstoot. Het uithangbord belandt op het aangrenzende terrein - dat toebehoort aan Koen - op het dak van de caravan van Koen. Hierdoor ontstaat forse schade aan de caravan. Wie is/zijn aansprakelijk voor deze schade?

A. Alleen Arnie, omdat hij de bezitter is van de loods, Bert is slechts huurder.

B. Alleen Bert, omdat hij de loods bedrijfsmatig gebruikt, Arnie is daardoor niet aansprakelijk.

C. Alleen Bert, tenzij hij het gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan niet kende, in dat geval is Arnie aansprakelijk.
 

2. Noodweerexces is:

A. Een rechtvaardigingsgrond.

B. Een schulduitsluitingsgrond.

C. Niet relevant bij de vaststelling van civielrechtelijke aansprakelijkheid.
 

3. In het arrest HR 23 februari 2007, LJN AZ6219, De Groot – Io Vivat (Zeilongeval) hield de Hoge Raad het oordeel van het gerechtshof in stand. Het gerechtshof had De Groots vordering afgewezen:

A. omdat Io Vivat niet eindverantwoordelijk was voor de veiligheid van het zeilweekend en dus niet onrechtmatig had gehandeld.

B. omdat de door De Groot gestelde normschending van Io Vivat een norm betrof die niet strekte tot bescherming van De Groot.

C. wegens een zodanige mate van eigen schuld bij De Groot dat de normschending van Io Vivat in vergelijking daarmee verwaarloosbaar was.
 

4. Harold is zwakbegaafd, hij heeft een IQ van rond de 75. Hij is gehuwd met Ineke. Op een dag gooit hun zoon Zacharias (12 jaar) in een boze bui opzettelijk een steen door de ruit van de bibliotheek. Aansprakelijk voor de ruitschade is/zijn:

A. Alleen Ineke.

B. Alleen Harold en Ineke.

C. Zacharias, Harold en Ineke.
 

5. Tuinman Gerard, in dienst van de gemeente Aalsmeer, maait al vele jaren het gras van het openbaar groen. Op een dag vergist hij zich en maait iets te ver door waardoor hij de planten in de border van Zuilendam beschadigt. Wie is/zijn jegens Zuilendam aansprakelijk voor diens schade?

A. Alleen tuinman Gerard, omdat de gemeente Aalsmeer hem geen opdracht had gegeven voor het maaien van de border van Zuilendam.

B. Alleen de gemeente Aalsmeer, omdat de gemeente als werkgever van Gerard aansprakelijk is voor de schade van Zuilendam.

C. Zowel tuinman Gerard als de gemeente Aalsmeer.
 

6. Aannemersbedrijf Bou & Broers B.V. plaatst.....read more

Access: 
Public
Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 16 december 2013

Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 16 december 2013


Meerkeuzevragen

1. Risicoaansprakelijkheid zonder enig schuldverweer:

A. is voor de potentiële dader geen prikkel tot zorgvuldig gedrag.

B. is voor het potentiële slachtoffer geen prikkel tot zorgvuldig gedrag.

C. is voor zowel de potentiële dader als het potentiële slachtoffer geen prikkel tot zorgvuldig gedrag. 

2. Een 'first party' verzekering:

A. is een aansprakelijkheidsverzekering van de dader.

B. is een aansprakelijkheidsverzekering van het slachtoffer.

C. is een schadeverzekering van het slachtoffer.

3. Het modernde recht van de onrechtmatige daad deelt met het strafrecht:

A. de genoegdoeningsfunctie en de preventiefunctie.

B. alleen de preventiefunctie.

C. de preventiefunctie en de compensatiefunctie.

4. Het Romeinse recht:

A. kende aan algemene regeling van de onrechtmatige daad in de Digesten.

B. kende een algemene regeling van de onrechtmatige daad in de Lex Aquilia.

C. kende geen algemene regeling van de onrechtmatige daad.

5. Een verschil tussen de regeling van het causaal verband in het Nederlandse recht en in de tekst van het DCFR is:

A. dat de DCFR geen condicio sine qua non-verband vereisen.

B. dat de DCFR de predispositie van het slachtoffer buiten beschouwing laten.

C. dat de DCFR geen toerekening naar redelijkheid kent.

6. Het Nederlandse begrip 'onrechtmatigheid' van art. 6:162 BW zit in het DCFR hoofdzakelijk:

A. verscholen in het begrip 'accountability'.

B. verscholen in het begrip 'legally relevant damage'.

C. verscholen in het begrip 'negligence'.

7. Onder de DCFR geldt voor de houder van een motorrijtuig:

A. dezelfde aansprakelijkheid als onder het Nederlandse recht.

B. een lichtere aansprakelijkheid dan onder het Nederlandse recht.

C. een strengere aansprakelijkheid dan onder het Nederlandse recht.

8. In het aansprakelijkheidsrecht moet de normatieve verhouding tussen de individuele schadeveroorzaker en de individuele gedupeerde centraal staan. Deze stelling past het beste bij de opvatting van:

A. Cane.

B. Weinrib.

C. de rechseconoom Posner.

9. A. heeft met havenmeester B afgesproken dat deze A's zeilboot zal vastleggen met een nylonkabel van ten minste 12 mm dik. B. legt de boot echter vast met een kabel van 8 mm dik. Tijdens een hevige storm slaat A's boot los en zinkt. Ook andere in de nabijheid afgemeerde vergelijkbare zeilboten die waren vastgelegd met kabels van een dikte van 12 tot 16 mm dikte zijn door de storm losgeslagen en gezonken. Wat kan A van B met succes als schadevergoeding vorderen?

A. Niets, want hier is sprake van een rechtvaardigingsgrond.

B. Niets nu het vereiste causaal verband ontbreekt.

C. Zijn gehele geleden schade, want B heeft onrechtmatig gehandeld.

10. Automobilist A maakt een verkeersfout. Ten gevolge hiervan rijdt B met zijn auto tegen een boom. B blijft ongedeerd, maar zijn auto is 'total loss'. Het wrak is nog maar € 200,- waar. B krijgt van zijn tante € 3.000,- geschonken als bijdrage in de aankoop van.....read more

Access: 
Public
Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 15 december 2014

Tentamen Aansprakelijkheidsrecht UvA 15 december 2014


Meerkeuzevragen

Vraag 1

Anders dan een schuldaansprakelijkheid, heeft een risicoaansprakelijkheid in beginsel:

1. geen invloed op het activiteitenniveau.

2. geen invloed op het gedrag van het slachtoffer.

3. invloed op het activiteitenniveau.

Vraag 2

Het Coase-theorema houdt in verband met het aansprakelijkheidsrecht in:

1. dat onder de juiste marktomstandigheden een risicoaansprakelijkheid tot efficiëntere oplossingen leidt dan een schuldaansprakelijkheid.

2. dat partijen onder de juiste marktomstandigheden tot een efficiënte oplossing van aansprakelijkheidsvragen kunnen komen als de initiële verdeling van rechten optimaal is.

3. dat partijen onder de juiste marktomstandigheden zelf een efficiënte oplossing voor aansprakelijkheidsvragen zullen bereiken, ongeacht de oorspronkelijke verdeling van rechten.

Vraag 3

Welk van de vereisten van de Nederlandse onrechtmatige daad is in het DCFR niet duidelijk terug te vinden?

1. Onrechtmatigheid.

2. Relativiteit.

3. Toerekenbaarheid.

Vraag 4

Onder het DCFR zijn kinderen jonger dan 7 jaar die objectief onrechtmatig handelen:

1. alleen zelf aansprakelijk als dat billijk is.

2. alleen zelf niet aansprakelijk als dat billijk is.

3. nooit zelf aansprakelijk.

Vraag 5

Het kernbegrip in de bepalingen van het DCFR over aansprakelijkheidsrecht is:

1. causation.

2. legally relevant damage.

3. negligence.

Vraag 6

In de geschiedenis heeft tussen strafrecht en aansprakelijkheidsrecht:

1. in het begin geen duidelijk onderscheid bestaan.

2. nooit een duidelijk onderscheid bestaan.

3. vanaf het begin een duidelijk onderscheid bestaan.

Vraag 7

Het talio-beginsel houdt in:

1. Geen straf zonder schuld.

2. Oog om oog, tand om tand.

3. Wie breekt, betaalt.

Vraag 8

In art. 6:196c BW is de aansprakelijkheid geregeld in verband met het verrichten van bepaalde diensten van de informatiemaatschappij. Welke van de volgende handelingen wordt niet bestreken door deze bepaling:

1. Het aanbieden van informatie afkomstig van een ander via een hyperlink.

2. Het doorgeven van van een ander afkomstige informatie.

3. Het op verzoek opslaan van van een ander afkomstige informatie.

Vraag 9

Schwitters beschrijft in zijn artikel (Aansprekend Aansprakelijkheidsrecht) de opvattingen van Kortmann. Hij volgt Kortmann in:

1. zijn pleidooi voor een op corrigerende rechtvaardigheid gefundeerd aansprakelijkheidsrecht.

2. zijn zorg over een commercialisering van het aansprakelijkheidsrecht.

3. zijn zorg over het ontstaan van een claimcultuur.

Vraag 10

Schwitters beweert in zijn artikel (Aansprekend Aansprakelijkheidsrecht) met name dat:

1. het aansprakelijkheidsrecht gefundeerd moet worden op corrigerende rechtvaardigheid.

2. het in het aansprakelijkheidsrecht in de eerste plaats gaat om een normatieve kwestie tussen schadeveroorzaker en slachtoffer.

3. het aansprakelijkheidsrecht instrumenteel moet worden gemaakt aan de maximalisering van welvaart.

Vraag 11

Jannie lijdt schade waarvoor een ander aansprakelijk is. Zij loopt daardoor een gescheurde enkelband op en ze heeft een aantal dagen flinke pijn. Wat is juist ten aanzien van de medische kosten, onder ander de huur van de krukken en fysiotherapie?.....read more

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
926