Europees recht werkgroepuitwerkingen week 4

Discussievragen

1. Wanneer is een marktafbakening noodzakelijk binnen het Europese mededingingsrecht? Gebruik in uw antwoord het arresten United Brands en Cartes bancaires en leg een verband met zowel het kartelverbod als het verbod van machtsmisbruik.

United brands (art. 101 VWEU): In United brands gingen het om een marktafbakening van bananen. Hierbij werd eerst gekeken naar de relevante productmarkt (werd o.a. gekeken naar substitueerbaarheid van het product) en vervolgens werd gekeken naar de geografische markt (hierbij werd gekeken naar bijvoorbeeld invoerregelingen/uiteenlopende mededingingssituaties

Cartes Bancaires (102 VWEU): In dit arrest wordt het begrip ‘strekking’ uitgelegd. In Ro. 51 staat dat bepaalde kartelafspraken beschouwd kunnen worden als afspraken die een zodanig groot risico op negatieve beïnvloeding van inzonderheid de prijs, de hoeveelheid en de kwaliteit van de producten en diensten inhouden, dat het overbodig kan worden geacht voor de toepassing van art. 102 VWEU om aan te tonen dat zij concrete effecten hebben op de markt.

Wanneer moet je een markt afbakenen? Om onder artikel 101 VWEU te vallen. Geldt dit artikel ook voor verticale overeenkomsten? Ja, zie het arrest Consten en Grundig. Mededinging is altijd op een markt, om te kijken of deze wordt beperkt moet je de markt af bakenen. Hoe zit het met strekkingsbeperkingen? Je hoeft niet te kijken of de mededinging wordt beperkt dus ook niet de markt af te bakenen.

Bijv. je hebt geconstateerd dat er een horizontale prijsafspraak is gemaakt, hoe kom je daarachter? Hoe weet je dat het horizontaal is? Je moet dan kijken of bedrijven gelijkwaardig zijn, daarvoor moet je de markt afbakenen. Strekkingsbeperkingen zijn aardig schadelijk voor de mededinging, dat hoef je niet te onderzoeken. Hoe je weet of iets een strekkingsbeperking is heeft het Hof jurisprudentie over. Zie het arrest Cartes Bancaires.

Artikel 102 VWEU : altijd marktafbakening, anders weet je niet of diegene een machtspositie heeft.  Artikel 106 VWEU wordt vaak in samenhang met artikel 102 VWEU gelezen.

Bij artikel 107 VWEU zal je ook vaak de markt afbakenen.

2. Baken de relevante markten af waarop de volgende producten concurreren:

1. Een Junami-appel:

Relevante productmarkt: De prijs van een Junami-appel varieert door het jaar heen. Wanneer de Junami-appel 5-10% duurder wordt zullen mensen bijvoorbeeld overstappen op fuji appels. Er is dus geen sprake van een zelfstandige Junami-appels markt. Als het prijsverschil 1 en 2 euro zit er wel concurrentie in. SSNIP test doe je altijd van één product. Je gaat eerst uit van dat ene product, als mensen overstappen naar een andere appel dan is de Jumani appel geen zelfstandige markt.

Relevante geografische markt: er is altijd een markt van toepassing, je kijkt naar het gebied waarbinnen verschillende aanbieders van één product met elkaar concurreren. Twee factoren zijn de prijs van het product en de prijs van transportkosten. Als een supermarkt de prijs omhoog gooit, is het logisch dat een andere supermarkt dat niet gaat doen. Dat geldt ook voor de geografische markt. Je moet je voornamelijk focussen op de vraagzijde.

2. Een iPhone XS 5.8”

Relevante productmarkt: Verschillende typen Iphones zijn concurrenten van elkaar. Iphone heeft waarschijnlijk echt een eigen markt. Mensen zijn zo fan Iphone dat ze altijd een Iphone zullen kopen. Weten dat er verschillen zijn tussen de productmarkt en de geografische markt. Vraagzijde goed kunnen toepassen. Samsung s9 zit niet in dezelfde markt als de Iphone. Er zijn niet veel mensen die als de Iphone duurder wordt, dat ze dan naar een Samsung overstappen. Maar als de Samsung duurder wordt, zullen mensen wel overstappen naar een andere Iphone.

Relevante geografische markt:

3. Een fles huiswijn van de Albert Heijn:

Relevante productmarkt:

  1. Relevante productmarkt:

4. De Google-zoekmachine:  

Relevante productmarkt:

 

4. Leg uit in uw eigen woorden welke vormen van coördinatie allemaal onder artikel 101 VWEU vallen en wat het verschil tussen deze vormen van coördinatie is, en hoe relevant het is een onderscheid te maken tussen deze vormen.

  • Overeenkomst: hierbij hoeft alleen sprake te zijn van een wilsovereenstemming
  • Besluiten van ondernemingsverenigingen: om te voorkomen dat ondernemingen eenvoudig onder dit artikel uit kunnen komen. Het feit dat deze als zelfstandige inbreuk op artikel 101 VWEU worden genoemd, zorgt ervoor dat eventuele overtredingen aan de vereniging kunnen worden toegerekend en eventuele boetes aan de vereniging kunnen worden opgelegd.
  • Onderling afgestemde feitelijke gedraging: voorkomen dat partijen onder art. 101 VWEU uit kunnen komen door het vernietigen van bewijs, zodat een wilsovereenstemming niet te bewijzen valt.
  • Dit is belangrijk om te weten. Het belangrijkste zit in het verschil in bewijslast. Dit moet je gewoon weten.  

5. Een grote voetbalclub van een niet nader te noemen lidstaat van de EU heeft dringend behoefte aan een nieuw stadion, maar kan de noodzakelijke investeringen hiervoor niet zelf dragen. De lidstaat overweegt de volgende maatregelen. Leg uit of hier sprake is van Staatssteun:

Artikel 107 VWEU bestaat uit een verbod van de volgende elementen:

- Steunmaatregel van de staten met staatsmiddelen bekostigd;

- Die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen;

- Door de begunstiging van bepaalde ondernemingen (selectiviteitscriterium)

- Voor zover daardoor het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig wordt

beïnvloed (grensoverschrijdend aspect)

 

    1. Gemeente en provincie bouwen het stadion op eigen kosten als multifunctioneel gebouw, waarbij iedere commerciële partij tegen normale commerciële voorwaardengebruik kan maken van het gehele gebouw.

Hier wordt tegen normale, marktconforme voorwaarden geïnfesteerd. Dit levert geen staatssteun op.  

    1. De voetbalclub leent het geld voor de bouw bij de gemeente, waarbij wordt afgesproken dat de voetbalclub deze lening terugbetaalt tegen een gereduceerd rentetarief.

Hier is sprake van staatsteun. De gemeente mag een lening uitgeven, maar dit moet wel tegen en marktconform tarief. Er is hier sprake van een gereduceerd tarief, dus is er sprake van staatssteun. Het sleutelwoord is hier gereduceerd. Is het marktconform of niet.

    1. De gemeente zal garant staan voor de lening die de voetbalclub nodig heeft om de bouw te financieren.

Dit levert alleen staatsteun op als de rente over de lening niet marktconform is. Op zichzelf betekent nog niet dat er staatsteun is.

    1. De staat verlaagt de huidige belasting die wordt geheven op transfersoms voor vertrekkende spelers, die van toepassing is op alle professionele sportclubs, voor alle voetbalclubs met 70%, zodat ook de betreffende voetbalclub meer middelen ter beschikking heeft.

Het gaat hier om selectiviteit. Hoe bepaal je dat? Kijken naar het doel, Adria-Wien arrest. Het doel is dat alle voetbalclubs lagere transferbelasting betalen. Die vrijstelling is onderdeel van een grotere regel.  Als een maatregel selectief is, dan is het zo dat bijna in alle gevallen de mededinging wordt vervalst. Arrest Hanzestadt Lubeck: vliegvelden concurreren in principe met elkaar, vliegveld Lubeck kreeg verlaging van de kosten. Toch was de maatregel niet selectief. Je moet kijken naar het systeem. Systeem is transfersoms voor alle sportclubs. Vervolgens wordt die verlaagd voor één type professionele sportclub, en dat zal waarschijnlijk wel selectief zijn. Is er een gerechtvaardigde reden dat deze club wordt bevoordeeld ten opzichte van de ander?

 

Casus

Steeds meer consumenten – vooral hoogopgeleide, jonge gezinnen en overige millennials – zijn geïnteresseerd in biologische en diervriendelijke voeding. Tegelijkertijd hebben veel mensen uit met name deze groep steeds minder tijd en/of zin om uitgebreid te koken, laat staan het bedenken van de gerechten, en het doen van boodschappen. Een aantal ondernemende boeren ziet hierin een gat in de markt. Zij besluiten een gezamenlijke onderneming op te zetten, genaamd Ecovers, die biologische maaltijdenpakketten samenstelt. Consumenten kunnen iedere week een nieuw maaltijdenpakket bestellen met 100% biologische producten voor drie volledige gerechten voor 2 of 4 personen, inclusief recepten. Een maaltijdenpakket voor 2 personen kost 50 euro inclusief verzendkosten, een pakket voor 4 personen kost 85 euro. De pakketten kunnen online worden besteld en worden vervolgens rechtstreeks bij consumenten thuisbezorgd.

Al snel ontdekken de grootstedelijke hipsters de vele voordelen van de biologische maaltijdenpakketten en Ecovers groeit als kool. De recepten van de wekelijks maaltijdpakketten staan gratis vermeld op de website van Ecovers. Consumenten kunnen er dus ook voor kiezen de biologische ingrediënten van de recepten los te kopen in de supermarkt, in welk geval ze ongeveer 15% goedkoper uit zijn dan de aanschaf van het maaltijdenpakket zelf. In Nederland is één andere, soortgelijke onderneming actief, Hoivers genaamd. Hoivers produceert eveneens maaltijdenpakketten die echter niet (geheel) biologisch zijn. Als gevolg daarvan zijn de pakketten van Hoivers goedkoper dan die van Ecovers (42 euro voor een 2-personenpakket en 75 euro voor een 4- personenpakket, beide met drie maaltijden).

Om hun distributiesysteem te diversificeren besluit Ecovers ook contracten te sluiten met een aantal lokale boerderij- en reformwinkels en één landelijke supermarktketen met een geschat marktaandeel van 35%. De lokale boerderij- en reformwinkels zijn vooral gelegen in de kleinere dorpen en dorpse buitenwijken, terwijl de supermarktketen vooral filialen heeft in stadskernen. Zo kunnen consumenten de wekelijkse maaltijdenpakketten ook kopen in de deelnemende winkels, en is Ecovers zichtbaar in zowel de grote steden als de kleine(re) steden en dorpen. In het leveringscontract met de supermarktketen is afgesproken dat de Ecovers-maaltijdenpakketten niet via andere supermarktketens zullen worden verkocht. Dit heeft de betreffende supermarktketen bij Ecovers bedongen om zich te kunnen onderscheiden van haar concurrenten. In ruil daarvoor belooft de supermarktketen om geen andere maaltijdpakketten te verkopen in haar supermarkt. Hoivers heeft een soortgelijke overeenkomst gesloten met een andere supermarktketen, die 30% marktaandeel heeft.

Een supermarktketen uit een naburige lidstaat heeft onlangs enkele filialen in Nederland geopend en wil dolgraag de Ecovers-maaltijdpakketten inkopen omdat deze een waardevolle aanvulling zouden zijn op het productaanbod. Ecovers voelt er echter niets voor om haar distributiestrategie te wijzigen en geeft de buitenlandse supermarktketen bovendien te kennen dat, ten eerste, levering aan deze supermarktketen in strijd is met haar andere contractuele verplichtingen, en ten tweede, zij er los daarvan niets voor voelt om aan deze supermarktketen te leveren.

Zijn de gedragingen van Ecovers in overeenstemming met het mededingingsrecht? Maak hierbij onderscheid tussen 1. de overeenkomst tussen Ecovers en de landelijke supermarktketen; en 3. de weigering van Ecovers om in zee te gaan met de buitenlandse supermarktketen.

Vraag 1: Wat is de marktafbakening?

Ecovers is 100% biologisch en Hoivers is niet 100% biologisch.

Ecovers heeft een contract met een supermarkt. (Landelijke keten en ook met kleinere reformwinkels). S1

Hoivers heeft ook een contract met een andere supermarktketen. S2

Supermarkt keten uit andere lidstaat wil ook een contract. S3

Ecovers verkoopt ook direct aan de consument. Heeft een verticale overeenkomst met S1

S1 heeft 35% en S2 heeft 30%.

Concurreert Ecovers met de verkoop van losse biologische producten?

Is het substitueerbaar van een pakket met losse producten? 5 en 10 % stijging van de maaltijdpakketen met de losse producten. Je moet kwantitatief en kwalitatief vergelijken. Er is een verschil van 15% tussen prijs van maaltijdpakketen en losse producten. Waarschijnlijk stappen mensen niet over. Ecovers is daarom een andere type product dan losse biologische producten.

Concurreert Ecovers met Hoivers? Het kan zijn dat Ecovers voor een bepaalde groep mensen een aparte markt is, omdat het 100% biologisch is. Stel dat prijzen van Ecovers 10% stijgen, zullen ze waarschijnlijk niet overstappen naar Hoivers omdat Ecovers sowieso al duurder is. Andersom zou het wel zo kunnen zijn, als Hoivers duurder zou worden. Ecovers zit dus in dezelfde markt als Hoivers, maar Hoivers niet in dezelfde markt als Ecovers. Je had moeten zeggen dat het niet helemaal dezelfde producten zijn, qua gebruiksgemak zijn ze hetzelfde, maar er is een redelijk groot prijsverschil. Bovendien weten we dat veel millennials geïnteresseerd zijn in biologische producten, dus voor hen is Ecovers sowieso de enige optie. Alle informatie uit de casus lijkt erop dat het een verschillende markt is. Je moet de markt afbakenen, verschil kunnen maken tussen productmarkt en geografische markt.

Artikel 101 VWEU en 102? Is het misbruik van een machtspositie? Als het een eenzijdige handeling is dan kan het alleen onder artikel 102 VWEU.

Artikel 101 lid 1 VWEU  bevat vier elementen.

Is het een onderneming? Zie het arrest Hofner en Elser. Er moet sprake zijn van economische activiteiten. Daar is hier sprake van.

Overeenkomst? Kan ook mondeling zijn, iedere vorm van wilsovereenstemming tussen partijen.

Strekt deze overeenkomst toe dat de mededinging wordt beperkt? Het is een exclusiviteitsovereenkomst. (Arrest Delitimis).

  • exclusiviteitsovereenkomst
  • exclusieve distributie

Beiden zijn hier aanwezig. Ecovers verkoopt aan 1 supermarktketen. De supermarktketen verkoopt ook geen andere maaltijdpakketen.

Dit heeft niet tot doel om de mededinging te beperken (volgens het Hof). Iedere overeenkomst is in principe een beperking van de mededinging. Onderscheid maken tussen overeenkomsten die mensen legitiem sluiten en overeenkomsten die verder geen enkel voordeel heeft, heeft dan wel een mededingingsbeperking.

Welke voordelen zijn er? Je kijkt eerst naar de gehele markt en daarna naar de individuele overeenkomst. Zou er een marktafschermingseffect kunnen zijn? Met de overeenkomst van Ecovers en S1 worden alle verkopers van verspakketten gehinderd. En dat geldt ook voor S2. Is er marktafschermingseffect voor potentiele toetreders? 65 % van de verkooppunten zijn uitgesloten, bij 35 % kun je nog terecht. Dat zou genoeg kunnen zijn. Waarschijnlijk is dit dus geen mark afschermende overeenkomst.

2. Wat zijn de voordelen en nadelen exclusieve distributie? Er zal meer concurrentie plaatsvinden met S1 en S2. Interbrandconcurrentie tussen supermarkten. Normaal is zo’n exclusieve distributieovereenkomst meestal geen probleem, omdat er in dit geval nog door andere factoren nog voldoende wordt geconcurreerd. Dus eigenlijk geen mededingingsbeperking. Als je wel tot die conclusie komt kan je kijken of er een rechtvaardiging is.

Vraag 2: Dit wordt geschaard onder misbruik van machtspositie en is een leveringsweigering. Het is dus artikel 102 VWEU, want het is geen overeenkomst. Is het feit dat zij niet leveren aan S3 misbruik? Zie arrest Magille. Daar staat in welke criteria het Hof stelt bij misbruik van een machtspositie bij levering.

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Europees recht werkgroepuitwerkingen jaar 2018/2019

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 1

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 1

Discussievragen

Vraag 1

Wat is de relatie tussen de arresten Dassonville en Tabaksreclamerichtlijn?

Vraag 2

Bespreek de ontwikkeling in de rechtspraak inzake het vrij verkeer van goederen in het licht van de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie. Welke ontwikkeling in de rechtspraak kunt u ontwaren? Ga in ieder geval in op de arresten Dassonville, Cassis de Dijon, Keck en Mithouard en Italiaanse aanhangwagens, en Mickelsson en Roos, en de relevante verdragsartikelen.

Vraag 3

In het verlengde van (2), wat is het nut geweest van Keck en Mithouard en houdt deze redenering stand in het licht van de daaropvolgende rechtspraak?

Vraag 4

Bestudeer artikel 114 VWEU. Vormt dit artikel naar uw oordeel een (vrijwel) onbegrensde harmonisatiebevoegdheid voor de Europese Unie? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 5

Welk probleem probeert Cassis de Dijon op te lossen? Creëert deze oplossing een juiste balans tussen de belangen van lidstaten en EU en tussen economische en niet-economische belangen?

Vraag 6

In het verlengde van (5), hoe worden de leerstukken uit Cassis de Dijon beheersbaar gehouden door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)?

Casus

Casus Het bedrijf ‘’New Pharmacy’’ is een online apotheek gevestigd in Neerlandië, een lidstaat van de Europese Unie, en verkoopt zowel medicijnen op recept als vrij verkrijgbare medicijnen aan consumenten. New Pharmacy voldoet aan alle door de Neerlandische overheid gestelde vergunningseisen voor apotheken. Bestellingen gaan volledig online en het bedrijf heeft behalve het hoofdkantoor geen fysieke vestigingen. Voor medicijnen op recept moeten klanten in het bestelformulier aangeven welke klachten zij hebben, waarna één van de huisartsen in dienst bij New Pharmacy de bestelling controleert en dient goed te keuren. New Pharmacy verkoopt zowel binnen als buiten Neerlandië. Door het ontbreken van fysieke locaties en de lage overheadkosten kan New Pharmacy medicijnen goedkoper aanbieden dan haar concurrenten. Dit is tegen het zere been van de vereniging van apothekers in Bretagnië, een andere lidstaat van de EU. De omzet van Germaanse apothekers is in de afgelopen jaren sterk gedaald doordat steeds meer Bretagniërs hun medicijnen online bestellen uit Neerlandië. Bretagnië heeft traditiegetrouw strenge medicijnenwetgeving die tot doel heeft de gezondheid van patiënten en consumenten in het algemeen te beschermen. Zo mogen medicijnen alleen worden verkocht aan consumenten door ondernemingen met een apothekersvergunning. Voor een dergelijke vergunning moet de aanvrager voldoen aan diverse eisen. Zo mogen zowel medicijnen op recept als de meeste medicijnen zonder recept alleen worden verkocht in fysieke winkels, moet er te allen tijde ten minste één medewerker met een afgeronde farmaciestudie aanwezig te zijn in de winkel, en mogen medicijnen op recept bovendien alleen worden verkocht

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 2

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 2

Losse aantekeningen

Gebhard: ro.7.30 Cassis rechtvaardiging geldt voor alle vrijheden.

Het moet aan de verschillende criteria voldoen:

  • Dwingende reden van algemeen belang
  • Er mag op dat terrein nog geen harmonisatie zijn
  • Maatregel mag niet direct discrimineren
  • Maatregel moet evenredig zijn

In Gebhard vergeet het Hof dat er geen harmonisatie mag zijn en de evenredigheidstoets splitst die dat in tweeën. Je kan het beste uitgaan van Cassis en Deense Flessen.

Werking betekent rechtstreekse werking, betekent dat je EU rechten inroept. Je hebt daarin twee situaties: geschil tegen de overheid en geschil tegen een burger.

Discussievragen

1. In hoeverre kunnen de fundamentele vrijheden van de interne markt worden ingeroepen tegenover particulieren?

Wanneer kan je überhaupt iets inroepen? Als je rechtstreeks werking hebt. Het moet dan voldoende duidelijk geformuleerd en onvoorwaardelijk zijn. Als een bepaling rechten en plichten toekent en die duidelijk zijn omschreven dan heeft dat rechtstreekse werking, die kan je dus afdwingen van de overheid.

Walrave en Koch: gaat over werknemers en diensten. Hof: het verbod op discriminatie van nationaliteit geldt niet alleen voor het optreden van openbaar gezag, maar strekt zich ook uit tot bepalingen van andere aard, strekkende tot collectieve regeling van arbeid in loondienst en dienstverrichtingen.

Viking line: is een actie. Je kan het niet inroepen tegen één persoon, alleen maar op collectieve wijze. Semipublieke partijen.

Werknemers zijn mensen, daar heb je de notie van dat je gediscrimineerd wordt. Arrest Antonnissen. Art 50 is algemeen geformuleerd en is niet alleen bedoeld voor lidstaten. Discriminatie geldt niet alleen voor collectieve overeenkomsten, maar ook voor privaatrechtelijke overeenkomsten.

Hoe zit het dan met goederen en kapitaal? Goederen: het moet tussen twee lidstaten zijn. Artikelen 34 en 63 VWEU verwijzen naar lidstaten, de andere artikelen niet. Dat is een indicatie dat er voor goederen en kapitaal geen horizontale rechtstreekse werking is. Arrest Schmidtberger.

2. Wat is het verschil tussen de discriminatie-benadering en de belemmeringen-benadering in de context van artikel 49 en artikel 56 VWEU?

Je mag soms discrimineren, mits dat nodig is voor de openbare orde. Discriminatie en niet-discriminatoire belemmeringen vallen onder beperkingen. Zie de arresten Centros en Bosman. Ook niet discriminatoire maatregelen kunnen verboden zijn. Indirecte discriminatie heeft hetzelfde effect als feitelijke discriminatie. Directe discriminatie betekent dat je dat alleen kan rechtvaardigen op grond van een verdragsbepaling. Maatregel moet evenredig zijn, noodzakelijkheid van de maatregel moet hetzelfde doel bereiken. In het arrest  Binsbergen is er sprake van indirecte discriminatie.  Nederland moest aantonen dat het noodzakelijk is. Discriminatie is soms nodig voor een niet economisch doel. Soms ook nodig voor de volksgezondheid, maar meestal is dat niet zo.

3. Het arrest Cowan is een voorbeeld van EU-burgerschap avant la lettre. Leg uit.

In het arrest Cowan is bepaald dat het recht van vrij dienstenverkeer, ook van toepassing is op dienstontvangers die zich verplaatsen. Een Britse toerist werd

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 3

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 3

Discussievragen

1. De ontwikkeling van de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie kan, zeker in relatie tot het burgerschap, een “stap-voor-stap” benadering worden genoemd. Kunt u, met behulp van de zaken die deze week behandeld zijn, uitleggen wat onze collega hiermee bedoeld?

Art 19 VWEU. Niemand weet echt wat dat betekent, het stelt het Hof in staat om uit te leggen wat het recht is. Je zegt dan eigenlijk dat het recht meer is dan de verdragen, er zijn daarom ook meer beginselen dan het Unierecht. Zij hebben daarom wel een positie om te zeggen wat het recht is en dat dat verder gaat dan wat lidstaten in de verdragen hebben opgenomen. Ze willen ook niet geconfronteerd worden met hun eigen uitspraak in latere rechtspraak. Voorbeelden:

Zhu en Chen: is eigenlijk ook al een extra stapje op de rechtspraak, want er is geen grensoverschrijdend effect. Grensoverschrijdend element is dat ze er wel heeft gewoond, maar de nationaliteit heeft van een ander land.

Arresten Zhu en Chen en Zambrano gaan allebei over afgeleide verblijfsrechten. Verschil is hoe het Hof stelt dat er sprake is van de reikwijdte.

Arrest Rottmann: gaat het Hof over  iemand dat staatloos wordt? Is dat niet gewoon internationaal publiekrecht? Dus moeten ze ervoor zorgen dat deze zaak onder de reikwijdte van het Hof valt, dat doen ze door te zeggen dat hij ook het Unieburgerschap verliest.

Zambrano: kinderen verliezen niet hun nationaliteit. In Zambrano en Rottman verliezen ze beiden de rechten die de Unie hen geeft, als ze hun nationaliteit kwijtraken. Je wordt juridisch gedwongen en Zambrano is het feitelijk verliezen van je Unieburgerschap.

Wat is de extra stap in McCartney? Zij wil met het gezin op één plek blijven. Ro. 42 Zambrano. Tenzij een recht op gezinsleven het belangrijkste onderdeel is van de status van Unieburgerschap ontleende rechten, mag een lidstaat dat niet wegnemen. Niet alleen vrijheid van reizen en diensten, maar ook recht van gezinsleven. Hof zegt dat gaan we niet doen. Als ze dat wel zouden doen is de soevereiniteit voorbij. Dit is een interpretatie van Ro. 42 van Zambrano, een restrictieve interpretatie.

Art 6 VEU en 51 HV fundamentele rechten zijn van toepassing als de werking plaatsvindt in Unierecht. Valt de situatie van McCartney binnen het Unierecht? Recht van gezinsleven alleen van toepassing als het onder Unierecht valt. Dit is een cirkelredenering. McCartney doet ook een beroep op Zhu en Chen arrest.

2. Zoals de heer Lindeboom ook in zijn hoorcolleges heeft belicht, is Burgerschap een soort overgang tussen de harde kern economische aard van de Europese Unie, en het begin van een meer sociaal idee van de Europese Unie. Omdat dit politiek precair is, trekt zowel het Hof als Richtlijn 2004/38 een lijn, die de sociale belangen van de Lidstaten en de belangen van de EU afbakent. Kunt u die schetsen?

Sociaal betekent solidariteit hebben. Dat is politiek gevoelig. Art 24 lid

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 4

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 4

Discussievragen

1. Wanneer is een marktafbakening noodzakelijk binnen het Europese mededingingsrecht? Gebruik in uw antwoord het arresten United Brands en Cartes bancaires en leg een verband met zowel het kartelverbod als het verbod van machtsmisbruik.

United brands (art. 101 VWEU): In United brands gingen het om een marktafbakening van bananen. Hierbij werd eerst gekeken naar de relevante productmarkt (werd o.a. gekeken naar substitueerbaarheid van het product) en vervolgens werd gekeken naar de geografische markt (hierbij werd gekeken naar bijvoorbeeld invoerregelingen/uiteenlopende mededingingssituaties

Cartes Bancaires (102 VWEU): In dit arrest wordt het begrip ‘strekking’ uitgelegd. In Ro. 51 staat dat bepaalde kartelafspraken beschouwd kunnen worden als afspraken die een zodanig groot risico op negatieve beïnvloeding van inzonderheid de prijs, de hoeveelheid en de kwaliteit van de producten en diensten inhouden, dat het overbodig kan worden geacht voor de toepassing van art. 102 VWEU om aan te tonen dat zij concrete effecten hebben op de markt.

Wanneer moet je een markt afbakenen? Om onder artikel 101 VWEU te vallen. Geldt dit artikel ook voor verticale overeenkomsten? Ja, zie het arrest Consten en Grundig. Mededinging is altijd op een markt, om te kijken of deze wordt beperkt moet je de markt af bakenen. Hoe zit het met strekkingsbeperkingen? Je hoeft niet te kijken of de mededinging wordt beperkt dus ook niet de markt af te bakenen.

Bijv. je hebt geconstateerd dat er een horizontale prijsafspraak is gemaakt, hoe kom je daarachter? Hoe weet je dat het horizontaal is? Je moet dan kijken of bedrijven gelijkwaardig zijn, daarvoor moet je de markt afbakenen. Strekkingsbeperkingen zijn aardig schadelijk voor de mededinging, dat hoef je niet te onderzoeken. Hoe je weet of iets een strekkingsbeperking is heeft het Hof jurisprudentie over. Zie het arrest Cartes Bancaires.

Artikel 102 VWEU : altijd marktafbakening, anders weet je niet of diegene een machtspositie heeft.  Artikel 106 VWEU wordt vaak in samenhang met artikel 102 VWEU gelezen.

Bij artikel 107 VWEU zal je ook vaak de markt afbakenen.

2. Baken de relevante markten af waarop de volgende producten concurreren:

1. Een Junami-appel:

Relevante productmarkt: De prijs van een Junami-appel varieert door het jaar heen. Wanneer de Junami-appel 5-10% duurder wordt zullen mensen bijvoorbeeld overstappen op fuji appels. Er is dus geen sprake van een zelfstandige Junami-appels markt. Als het prijsverschil 1 en 2 euro zit er wel concurrentie in. SSNIP test doe je altijd van één product. Je gaat eerst uit van dat ene product, als mensen overstappen naar een andere appel dan is de Jumani appel geen zelfstandige markt.

Relevante geografische markt: er is altijd een markt van toepassing, je kijkt naar het gebied waarbinnen verschillende aanbieders van één product met elkaar concurreren. Twee factoren zijn de prijs van het product en de prijs van transportkosten. Als een supermarkt de prijs omhoog gooit, is

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 5

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 5

Losse aantekeningen

Je roept het vrije verkeer van goederen in niet tegen een partij, maar tegen een wet die ongeldig verklaard moet worden. Het Hof zegt dat er dan geen rechtstreekse horizontale werking is, omdat er niet direct verplichtingen uit artikel 34 VWEU worden genoemd.

Je mag een richtlijn niet inroepen tegenover een andere particulier. Je kan wel een richtlijn inroepen tegen de staat, ook als dat ertoe leidt dat er negatieve gevolgen zijn voor een andere particulier (Arrest Wells). Hof verzint in de jaren 50 al beginselen die niet op papier staan. Beginselen waar vrijwel iedereen over eens is dat die er zijn. Bijvoorbeeld in het arrest Mangold. Soms staan die beginselen ook in het Verdrag, bijvoorbeeld in het Handvest. Je kan algemene beginselen inroepen als ze duidelijk en onvoorwaardelijk . Art 27 Handvest is niet voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk. Non-discriminatie is dat wel. Je kan je beroepen op een algemeen beginsel zover je de criteria van rechtstreekse werking in acht neemt. Art 27 Handvest geeft een conditionering en je kan je dan op de uitwerking beroepen. Dit artikel zelf is niet onvoorwaardelijk.

Discussievragen

1) De termen evenredigheid, subsidiariteit en bevoegdheidstoedeling hebben een eigen Europees rechtelijke uitlegging. Kunt u deze uitleggen, maar belangrijker, wat is hun functie?

Evenredigheid: volgens artikel 5 lid 4 VEU gaat het optreden van de Unie niet verder dan dat wat voor het bereiken van de doelstelling noodzakelijk is. Dat betekent dat regelgevend optreden slechts plaatsvindt als dat nodig is, zodat er een impliciete voorkeur voor niet-regelgevend optreden is. De keuze tussen richtlijn (lidstaten kunnen nog zelf dingen invullen) of verordening ( dwingende bepaling voor alle lidstaten, zij moeten precies alles zo doen). Het liefst moet er dus een richtlijn worden gekozen. Het is altijd van toepassing als ze de bevoegdheid hebben. Er zijn drie elementen. Geschiktheid en noodzakelijkheid en stricto- sensu. Stricto – sensu is een soort belangenafweging. Je kijkt dan naar de voordelen en de nadelen van de maatregel. Het is belangrijk om dit te onderscheiden van noodzakelijkheid! Als het Hof het heeft over evenredigheid in het vrije verkeer dan hebben ze het vaak alleen over geschiktheid en noodzakelijkheid,  omdat dat vaak al voldoende is. Als je een vraag krijgt over de interne markt op het tentamen, dan moet je verwijzen naar de rechtspraak en met name naar het arrest Deense Flessen als het over de geschiktheid en noodzakelijkheid gaat. Bij de beoordeling van de Uniewetgeving of het evenredig is het belangrijk dat je alle drie elementen gebruikt. Hoe toetst het Hof de evenredigheid van de maatregel? Stel je voor je hebt een maatregel en die wordt aangevochten en dan moet het Hof daarover nadelen. Het is een politieke afweging en de rechter zal marginaal toetsen. Arrest Van Duyn . De striktheid van de toetsing hangt altijd af van type maatregel. De intensiteit is altijd belangrijk van welk gebied de maatregel betreft.

Subsidiariteit: volgens artikel 5 lid 3VEU kan de Unie alleen

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 6

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 6

Discussievragen

1) U heeft aan het einde van deze week een redelijk overzicht van alle manieren waarop Europees recht kan doorwerken in het nationale recht. Kunt u een overzicht maken van de verschillende methoden, en aangeven in welke situaties ze kunnen worden gebruikt?

Maak dit voor jezelf gebruik de volgende drie dingen:

  • Rechtstreekse werking
  • Richtlijnconforme interpretatie
  • Staatsaansprakelijkheid

2) Het Hof hamert er op dat het nuttig effect van Europees recht enkel verzekerd kan worden als er een mogelijkheid is tot non-contractuele aansprakelijkheid voor lidstaten. Wat is de gedachte hierachter, en vindt u dit voldoende bescherming voor de Unieburger?

De gedachte hierachter is dat als lidstaten aansprakelijkheid kunnen worden gesteld als zij een verkeerde implementatie hebben gedaan, dit een prikkel vormt om de implementatie wel goed te doen omdat ze anders schadevergoeding moeten betalen aan degene die zich op deze verkeerde geïmplementeerde regel beroept. Dit is het beginsel dat in Francovich wordt genoemd en wordt verder uitgewerkt in het arrest Brasserie du Pecheur. Er moet dan aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • Het moet gaat om een voldoende gekwalificeerde schending, waarbij als beslissend criterium worden gehanteerd de kennelijke en ernstige miskenning, door een lidstaat van de grenzen waarbinnen diens discretionaire bevoegdheid dient te blijven.
  • van een bepaling die rechten geeft aan rechtspersonen(vaak natuurlijke personen)
  • welke tot schade leidt
  • waarbij er een causaal verband is tussen geschonden norm en schande

Naar mijn mening biedt dit altijd heel veel bescherming aan de burger, omdat er ook sprake kan zijn dat een lidstaat de wetgeving verkeerd heeft geïnterpreteerd zonder dat dit toe te rekenen is aan een lidstaat. Er is dan geen rechtstreekse werking en een burger kan er geen beroep op doen en kan geen schadevergoeding vorderen. Dit is bijvoorbeeld te zien in het arrest British Telecom. Waarom is dit begrip toegevoegd? Omdat rechtstreekse werking niet altijd geldt. Staatsaansprakelijkheid is niet ontstaan als een prikkel voor de lidstaat om de implementatie goed te doen.  Francovich is ontstaan omdat er geen ander redmiddel was. Er was in Britisch Telecom geen voldoende gekwalificeerde schending, dit is geen criterium voor rechtstreekse werking of richtlijn conforme interpretatie. Het andere nadeel van aansprakelijkheid is dat geld niet alles oplost, je kan een vergoeding krijgen maar dat lost niet altijd alles op. Dit is niet het laatste redmiddel, het is niet zo dat je pas staatsaansprakelijkheid kan inroepen als je rechtstreekse werking en richtlijnconforme interpretatie hebt gehad. En je kan ook verschillende dingen tegelijk doen. Voorbeeld: lidstaat heeft richtlijn niet op tijd omgezet en je hebt schade geleden. Dit is rechtstreekse werking en staatsaansprakelijkheid. Denk eraan op het tentamen, dat dit beiden van pas kan zijn!

3) Een heet hangijzer in academische discussies is al jaren het begrip ‘procedurele autonomie’. Er zijn academici die zeggen dat dit begrip het laatste onaangetaste domein is van de lidstaten. Andere academici vinden deze stelling onzin.

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 7

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 7

Europees recht werkgroep week 7

Voor het tentamen:

  • Je mag de geüpdatete artikelen van het Verdrag in je reader erbij zetten.
  • Je moet ook arresten kunnen noemen op het tentamen die duidelijk voorbij zijn gekomen op de hoorcolleges en die niet behoren tot de verplichte jurisprudentie. Een voorbeeld is het arrest Viking Line.
  • Voor het toetsen van de Cassis rechtvaardiging moet je eerst de theorie uitleggen van de Cassis rechtvaardiging en dan zeggen dat je die aan de hand van de criteria die genoemd zijn in Deense Flessen gaat toetsen.  

Casus 1: Het Systeem van Rechtsbescherming

Er is al jarenlang een felle discussie aan de gang over het gebruik van zogenaamde Neonicotinoïden in de landbouw.1 Deze stof wordt gebruikt in de gewasbescherming om bepaalde insectenplagen in te dammen. Echter, er zijn verschillende onderzoeken geweest waarin het effect van deze stoffen op de bijenpopulatie inzichtelijk wordt gemaakt. Uit een groot aantal van deze onderzoeken lijkt duidelijk te worden dat de bijensterfte, die op enig moment de voedselzekerheid van de EU kan bedreigen, deels voortkomt uit het gebruik van deze stoffen. Het lukt de Raad niet om tot een eenduidig antwoord te komen voor de oplossing van dit probleem. Neonicotinoïden zijn erg goed in het bestrijden van ongedierte, en hebben door de lage doseringen die nodig zijn weinig tot geen effecten op de menselijke consument. De landbouw sector en de chemische industrie in veel lidstaten verzet zich hevig tegen een verbod. Hierdoor is er verdeeldheid in de Raad, terwijl het Europees Parlement al heeft aangegeven een voorstander te zijn voor een algeheel verbod van Neonicotinoïden. Uiteindelijk bepaalt de Commissie dat het beste is als er het volgende pad wordt gevolgd: Per Verordening van 1 januari 2017 is het vanaf 1 januari 2019 niet meer toegestaan om Neonicotinoïden te gebruiken in de Europese Unie. Echter, het is tot 2022 mogelijk voor individuele lidstaten om hier een uitzondering op te maken voor specifieke landbouw-sectoren. Hiervoor dienen zij een beargumenteerd verzoek te doen bij de Commissie, welke vervolgens een afweging zal maken of de uitzondering wordt toegestaan of niet. Er wordt dan gekeken naar de noodzakelijkheid van het gebruik (is het land bijzonder vatbaar voor insectenplagen etc.) en de effecten van het gebruik op zaken als de bodemgesteldheid en de waterkwaliteit. In de 1 In deze casus wordt de discussie die over deze middelen plaats heeft gevonden sterk versimpeld weergegeven. Natuurlijk wordt u aangemoedigd om wat in te lezen over de Europese dimensie van dit vraagstuk, maar maak enkel gebruik van de voorstelling van zaken zoals deze in de casus is weergegeven. tussenliggende periode zal er meer onderzoek worden gedaan over de effecten van dit middel, waarna de Commissie hoopt dat er een meer eenduidige oplossing te vinden is. Nederland vraagt in de loop van 2018 een uitzondering aan voor in feite de gehele Nederlandse groente en fruitteelt. De Nederlandse overheid stelt in haar verzoek dat Nederland bij uitstek het voorbeeld

.....read more
Access: 
Public
Follow the author: iwanabosman
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Aanvullingen

Vraag 1: Cartes bancaires gaat over art. 101 VWEU en United brands over art. 102 VWEU. De markt moet in het kader van art. 101 VWEU worden afgebakend als er een gevolgenanalyse moet worden gedaan, zie Cartes bancaires. De markt moet altijd in het kader van art. 102 VWEU worden afgebakend, om te kunnen zien of er sprake is van een machtspositie, zie united brands.

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Countries and regions:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1817 1 1