Samenvatting Hoofdzaken van het bestuursrecht - Michiels
- 3004 keer gelezen
BulletPoint samenvatting bij de 7e druk van Michiels Hoofdzaken van het bestuursrecht
In het bestuursrecht is geregeld hoe het bestuur is georganiseerd, welke bevoegdheden het bestuur heeft, aan welke rechtsnormen of regels het bestuur zich moet houden, hoe het bestuur zorgt dat burgers zich ook aan rechtsnormen of regels houden en wat burgers kunnen doen tegen handelingen van het bestuur.
De centrale onderwerpen die voor alle rechtsgebieden binnen het bestuursrecht relevant zijn, zijn in de Awb geregeld.
Door de ontwikkelingen in de laatste decennia is het bestuursrecht uitgegroeid tot een volwaardig rechtsgebied naast het privaat- en strafrecht. Er is echter geen strikte scheiding tussen deze rechtsgebieden.
Het Nederlandse bestuursrecht en dat van andere lidstaten beïnvloeden ook de uitspraken van het Hof van Justitie, omdat het Hof zich laat leiden door gemeenschappelijke elementen in het recht van lidstaten.
Het bestuursrecht is goed geschikt om een juridische denkwijze aan te leren. Enerzijds is het bestuursrecht systematisch, anderzijds biedt het veel ruimte voor afweging van belangen en interpretatie van regelgeving
Doordat Nederland een rechtsstaat is, moet worden voldaan aan wetmatigheid van bestuur, rechterlijke controle, spreiding van machten en eerbiediging van grondrechten.
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat de overheid alleen iets mag gebieden of verbieden voor zover de wet dat toestaat en dat de overheid zich bij het uitoefenen van haar bevoegdheden moet houden aan de wet.
Het specialiteitsbeginsel houdt in de overheid bij het uitoefenen van bevoegdheden slechts die belangen mag behartigen waarvoor de bevoegdheid is vastgesteld.
Regels komen op verschillende overheidsniveaus tot stand. Dit leidt tot de volgende hiërarchische verdeling:
Verdragen en secundair verdragsrecht
Statuut
Grondwet
Wetten in formele zin
Koninklijke Besluiten die regels bevatten (AMvB's)
Ministeriële regelingen (verordeningen)
Provinciale verordeningen
Gemeentelijke verordeningen en waterschapsverordeningen
Beleidsregels
Voorschriften of verplichtingen die zijn verbonden aan beschikkingen
Wanneer burgers in een bepaalde situatie te maken hebben met meerdere wetten op hetzelfde niveau is sprake van horizontale gelede normstelling.
Het doel van de Wet dwangsom is dat bestuursorganen sneller op aanvragen beslissen.
De Awb is bedoeld om meer eenheid in de bestuursrechtelijke wetgeving te brengen, om de bestuursrechtelijke wetgeving te vereenvoudigen en te systematiseren, om veel voorkomende onderwerpen in een algemene regeling te plaatsen en om ontwikkelingen in de rechtspraak vast te leggen.
Wanneer een bijzondere wet in strijd is met een algemene, gaat de bijzondere wet voor.
Eén van de belangrijkste begrippen in het bestuursrecht is het besluit. Bij besluiten gaat het om schriftelijke beslissingen van bestuursorganen, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) hebben burgers het recht op informatie. Bestuursorganen zijn verplicht informatie te verstrekken, zowel op verzoek als uit eigen beweging.
De overheid is onderverdeeld in verschillende bestuursniveaus en op al die niveaus zijn er weer openbare lichamen. Tot deze openbare lichamen behoren bestuursorganen.
Naast openbare lichamen met een algemene bestuurstaak, zoals het Rijk, provincies en gemeentes, zijn er ook openbare lichamen met een beperkte bestuurstaak, zoals waterschappen.
Het openbaar lichaam heeft rechtspersoonlijkheid, terwijl het bestuursorgaan slechts bestuursrechtelijke bevoegdheden heeft.
Organen van publiekrechtelijke rechtspersonen worden A-organen genoemd. B-organen zijn slechts bestuursorgaan voor zover zij publiekrechtelijke bevoegdheden uitoefenen die gewone burgers niet kunnen verrichten.
Een ambt is synoniem voor bestuursorgaan. Een ambtsdrager is degene die het ambt feitelijk uitoefent.
De belangrijkste bevoegdheid van bestuursorganen is het nemen van besluiten: schriftelijke beslissingen van bestuursorganen, inhoudende publiekrechtelijke rechtshandelingen (art. 1:3 lid 1 Awb).
Besluiten voor individuele of concrete gevallen noemt men ook wel beschikkingen. ). In de praktijk ziet men deze vaak als vergunning, ontheffing, toekenning van een uitkering of verlening van een subsidie.
Bij gebonden beschikkingen geeft de wet precies aan wat het bestuursorgaan moet doen. Bij vrije beschikkingen is er sprake van beslissingsvrijheid en geeft de wet niet precies aan hoe het bestuursorgaan van een bevoegdheid gebruik moet maken.
Bij vrije beschikkingen toetst de rechter marginaal (terughoudend), terwijl hij bij gebonden beschikkingen juist vol toetst.
De intrekking of wijziging van een beschikking is zelf ook een beschikking.
Het verschil tussen een besluit van algemene strekking en een algemeen verbindend voorschrift is dat een b.a.s. een concreet object of bepaalde periode betreft en dat tegen een b.a.s. in beginsel wel beroep mogelijk is.
Het plan onderscheidt zich van algemene regels doordat de diverse onderdelen van een plan niet gelijk zijn maar wel op elkaar afgestemd dienen te worden.
Bij attributie verkrijgt een bestuursorgaan een nog niet bestaande bevoegdheid. Daarom noemt men dit ook wel originaire bevoegdheidstoekenning.
Bij delegatie gaat het om de overdracht van een reeds bestaande bevoegdheid aan een ander bestuursorgaan. Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan.
Bij mandaat gaat het om het uitoefenen van een bevoegdheid in naam van een bestuursorgaan. De bevoegdheid wordt dus niet overgedragen en de verantwoordelijkheid blijft dus bij de mandaatgever.
Binnen het openbaar lichaam gemeente zijn er de volgende bestuursorganen: gemeenteraad, het college van B en W en de burgemeester. Hun belangrijkste bevoegdheden zijn vastgelegd in de Gemeentewet.
Provincies vertonen qua organisatie veel gelijkenis met gemeentes. De bestuursorganen en hun bevoegdheden zijn te vinden in de Provinciewet: provinciale staten, het college van gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning.
De bestuursorganen en organisatie van waterschappen zijn te vinden in de Waterschapswet. Elke waterschap heeft een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
Zelfstandige bestuursorganen zijn organen die een bestuurstaak verrichten en die wel tot het openbaar lichaam het Rijk behoren, maar niet in een hiërarchische relatie tot een minister staan.
Bij negatief toezicht wordt de werking van een reeds genomen besluit onthouden of ontnomen. Bij positief toezicht geeft een orgaan aan een ander orgaan de opdracht of aanwijzing om een besluit te nemen of een besluit een bepaalde inhoud te geven.
De meeste normen waar bestuursorganen zich aan moeten houden staan in de Awb. Naast die geschreven normen, bestaan er ook ongeschreven normen. Deze normen hebben zich in de loop der jaren ontwikkeld tot algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Naast de beginselen van behoorlijk bestuur bestaan er ook fatsoensnormen, die niet juridisch niet afdwingbaar zijn. Het is dus belangrijk hier onderscheid tussen te maken.
Bij beleidsvrijheid en beoordelingsvrijheid toetst de rechter terughoudend of marginaal. Bij beoordelingsruimte daarentegen heeft het bestuursorgaan minder vrijheid en heeft de rechter dus meer vrijheid om volledig te toetsen.
Om van een belanghebbende te kunnen spreken moet het belang objectief, persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel zijn.
Een belangrijke norm bij de voorbereiding van besluiten is dat besluiten moeten worden genomen binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde beslistermijn. Daarnaast dient er een zorgvuldige voorbereiding te zijn waarbij alle benodigde kennis dient te worden vergaard.
Een belangrijk gevolg van het volgen van deze uniforme openbare voorbereidings-procedure is dat na het nemen van het besluit geen bezwaar meer mogelijk is. Enkel beroep staat dan nog open.
Een belangrijke norm voor de inhoud van besluiten is het beginsel van belangenafweging. Dit beginsel houdt in dat alle rechtstreeks bij een besluit betrokken belangen moeten worden meegewogen.
Uit het verbod van misbruik van bevoegdheid volgt dat een bestuursorgaan een bevoegdheid niet mag gebruiken voor andere doelen dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Dit noemt men ook wel het verbod van détournement de pouvoir.
Het beginsel van formele rechtszekerheid houdt in dat besluiten duidelijk moeten zijn; burgers moeten weten waar ze aan toe zijn en wat hun rechten of plichten zijn die hen met het besluit worden toegekend respectievelijk opgelegd.
Wanneer handhaving langs publiekrechtelijke weg mogelijk is, de publiekrechtelijke weg meer waarborgen biedt aan burgers en wanneer de publiekrechtelijke weg tot vergelijkbare resultaten leidt als de privaatrechtelijke weg, is er sprake van doorkruising en mag de privaatrechtelijke weg niet gebruikt worden.
Bestuursrechtelijke handhaving is geregeld in hoofdstuk 5 Awb. De meest voorkomende vormen van handhaving zijn bestuursdwang, dwangsom, de bestuurlijke boete en de intrekking van besluiten.
Handhaving bestaat meestal uit drie fases. In de eerste fase wordt toezicht uitgeoefend, in de tweede fase wordt een sanctiebesluit genomen en in de derde fase wordt het besluit ten uitvoer gelegd.
Burgers kunnen bestuursorganen in concrete situaties verzoeken om te handhaven. Daarnaast kunnen ze tegen de overtreder ook een vordering op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) instellen.
Wanneer bestuursorganen handhavend optreden moeten zij rekening houden met een zorgvuldige voorbereiding, een gelijke behandeling van gelijke gevallen, een goede belangenafweging en het vertrouwensbeginsel.
Handhavingstoezicht moet men onderscheiden van bestuurlijk toezicht. Bij bestuurlijk toezicht gaat het om toezicht op besluiten van andere bestuursorganen, terwijl het bij handhavingstoezicht gaat om het nagaan of bestuursrechtelijke voorschriften worden nageleefd door burgers.
Bij last onder bestuursdwang moet de overtreder de reden van de overtreding ongedaan maken, anders doet het bevoegd orgaan dit op kosten van de overtreder.
Bij last onder dwangsom moet de overtreder de overtreding ongedaan maken, op straffe van een geldboete.
Het kan voorkomen dat ten aanzien van dezelfde overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk wordt gehandhaafd. Dat is toegestaan, mits de sancties een verschillend doel dienen.
Bestuursorganen hebben een beginselplicht tot handhaven. Tegelijk zijn ze verplicht belangen af te wegen en te voorkomen dat bepaalde belangen onevenredig worden benadeeld. Dat kan leiden tot gedogen.
In het bestuursrecht zijn er drie vormen van rechtsbescherming: bezwaar, beroep en administratief beroep.
Het instellen van bezwaar of beroep is slechts mogelijk voor belanghebbenden. Dat is degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (art. 1:2 Awb).
Het uitgangspunt is echter dan men voor het beroep bij de rechter eerst bezwaar of administratief beroep moet instellen. Wanneer de uniforme openbare voorbereidingsprocedure wordt gevolgd kan met direct beroep aantekenen.
In de bezwaarprocedure wordt het besluit volledig heroverwogen. Het bestuursorgaan toetst dus zowel op rechtmatigheidsaspecten als op beleidsaspecten.
In beroep mag men slechts die onderdelen van een besluit aanvechten die men ook in de bestuurlijke voorprocedure heeft aangevochten. Dit noemen we de onderdelentrechter.
Als de belanghebbende het na het beroep nog steeds niet eens is, dan kan hij in hoger beroep (art. 39 Wet op de Raad van State). Tijdens het hoger beroep kunnen geen nieuwe gronden of argumenten meer worden aangevoerd.
Wanneer de uitvoering van een besluit onomkeerbare gevolgen heeft kan men, om schorsende werking van het besluit te verkrijgen, een voorlopige voorziening aanvragen. Noodzakelijk is dan wel dat men reeds partij is in een bezwaar- of beroepsprocedure.
Burgers kunnen in beroep gaan tegen door EU-instellingen genomen beschikkingen die hen rechtstreeks en individueel raken. Daarnaast kunnen burgers naar het EHRM stappen. Voorwaarde hiervoor is wel dat ze eerst alle nationale rechtsmiddelen hebben gebruikt.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2185 |
Add new contribution