Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 2102 keer gelezen
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
In dit hoorcollege wordt een start gemaakt met het Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen behandeld die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 1 T/M 11 van Prota van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er is geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Belangrijk voor het tentamen is te weten wat het verschil is tussen een zakelijk- en persoonlijk recht.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat is het verschil tussen een zakelijk- en persoonlijk recht?
1. Zakelijke rechten zijn limitatief. Persoonlijkrechten komen daarentegen in oneindig veel vormen voor, dit komt door de contractsvrijheid.
2. Zakelijke rechten volgen de zaak, ongeacht onder wie deze is. Dit heeft tot gevolg dat zakelijke rechten tegenover een ieder in te roepen is. Persoonlijke recht slechts tegen een of enkele personen.
3. Zakelijk recht levert bij een faillissement een preferente positie op.
- Wat is het verschil tussen het genereren van vruchten als inkomst?
Naar Romeins recht verkrijg je de vruchten niet door bijvoorbeeld afscheiding of inbezitneming. Je moest daadwerkelijk de vrucht geplukt hebben om het eigendom te verkrijgen.
Persoon is drager van rechten en plichten, in dat vermogen zitten drie dingen: de absolute rechten, de relatieve rechten en de schulden.
In de tijd dat er nog geen verbintenissenrecht was, leefden volkeren naar hele andere uitgangspunten. Het ging er dan om dat de religieuze verplichting of bevoegdheid had om de andere persoon een zelfde portie leed mag toe brengen. Dus als iemand jouw been breekt, mag jij diegene zijn been ook breken. - wet op de weerbraak (lex talionis).
Romeinen laten het idee van wraak los door middel van de zogenoemde Wet van de Twaalf Tafelen (Lex Duodecim Tabularum). Het idee werd dat er niet een verplichting bestond tot het feitelijk wraak nemen, maar dat er geld moest worden betaald. Dus geen geweldpleging maar een zakje geld geven. Romeinen zagen het wel als geld, maar als debiteur niet wilde of kon betalen dan mocht u de debiteur in uw eigen kerker zetten. Er staat precies hoe zwaar de boeien/kettingen mogen zijn en hoeveel eten je de debiteur moet geven. Als niemand na 60 dagen het geld voor hem betaalde, mocht je hem aan de andere kant van de Tibor verkopen als slaaf. Wilde je dit niet? Dan mocht je als nog wraak nemen door de debiteur van de Tarpese rots af te gooien.
Nog meer naar een beschaafd systeem. In de Lex Poetelia Papiria verdween de mogelijkheid om de debiteur te verkopen als slaaf of van de rots af te gooien. De executie van de debiteur zelf werd hiermee beëindigd.
De Romeinen hebben het idee dat verbintenis een ketting is tussen de crediteur en de debiteur. In het begin deden ze dit letterlijk (twaalf tafelen). Uiteindelijk van dit idee afgestapt met Lex Poetelia. Maar de executie van het gehele vermogen blijft nog steeds bestaan, ondanks Lex Poetelia.
De oude zienswijze (ketting) zie je ook terug in het taalgebruik van de Romeinen. Hoe kom je van verbintenis af? Door te betalen, of terwijl: solve (betekent losmaken). Het woord obligatio, verbintenis is ook ketting.
Het Romeinse recht heeft nooit iets ontwikkeld als de cessie (vordering overdragen aan incasso bureau). Want naar Romeins recht is het helemaal niet logisch dat je verandert van crediteur. De ketting tussen crediteur en debiteur kun je niet zomaar loskoppelen.
Daarnaast heeft Romeins recht het figuur de vertegenwoordiging (juridisch gezien, komt de overeenkomst niet tot stand met een caissière bij de supermarkt maar met de achterman, bijv. Ahold BV) nooit ontwikkeld. Dit was onvoorstelbaar bij de Romeinen. Wel hadden zij de truc om de slaaf dingen laten (ver)kopen. De slaaf is eerder te vergelijken met een automaat dan een vertegenwoordiger, de slaaf is namelijk een rechtsobject in het Romeinse Recht.
Het derden beding kenden de Romeinen ook niet. Wat is het? Crediteur (A) spreekt met debiteur (B) af dat B een prestatie zal verrichten voor C. C heeft geen actie volgens Romeins recht: 'alteri stipulari nemo potest' : Niemand kan iets bedingen voor een derde, een derde (hier dus C) kan geen rechten ontlenen. Maar heeft A dan een actie als B nalaat? In beginsel nee, want A heeft geen belang dat de tuin van C wordt winter klaar gemaakt, A heeft geen schade. Dus geen mogelijkheid voor nakoming in beginsel. Maar trucje: je kan natuurlijk afspreken als B de prestatie ten behoeve van C niet verricht dan moest B een boete betalen aan A. Dan creëer je een schadepost bij A. De prijs van dit boetebeding zet je natuurlijk hoger dan de prestatie, dan stimuleer je B op de prestatie te verrichten.
De definitie is driedelig.
Subject: Een rechtsbetrekking tussen tenminste twee personen, de één (de schuldeiser) heeft ten opzichte van de ander (de schuldenaar) een recht op ..
Object: Een prestatie ..
Waartoe die ander verplicht is en in de regel óók aansprakelijk (in rechte aanspreekbaar).
De crediteur aan de ene zijde en de debiteur aan de andere zijde. Het wissel van de persoon van de crediteur (cessie) is niet mogelijk naar Romeins recht. Maar kun je de persoon van de debiteur dan wel wisselen? Naar Nederlands recht is dit mogelijk met toestemming van crediteur (6:155BW). Naar het Romeins Recht was niet uiteraard niet mogelijk. Om dezelfde reden als waarom niet kan bij crediteur, je kan namelijk niet wisselen van die ketting. Als je dit toch wil, moet je een nieuwe overeenkomst sluiten waarbij de nieuwe debiteur en oude debiteur partij zijn en de crediteur. Een overeenkomst van schuldvernieuwing ga je dan aan, de oude schuld gaat teniet en ontstaat een nieuwe schuld. In NL gaat een bestaande schuld over naar een derde. Romeins: nieuwe schuld tussen debiteur en crediteur. Gaat het om bestaande schuld, gaan alle nevenrechten geldig. Terwijl in Romeins recht een nieuwe schuld wordt gecreëerd en gaan de oude afspraken, nevenrechten niet mee want de oude schuld gaat teniet en daarbij ook de afspraken die daarbij hoorde.
De prestatie. Het kan zijn een doen, een geven of ergens voor instaan (bijv. elke week jouw was doen). Digesten tekst, 44.7,3PR (Paulus): het Romeinse recht volgt hiermee een regel die wij ook in NL volgt. Op ogenblik dat ik mijn telefoon aan jouw verkoop, bent u nog geen eigenaar. Het enige wat er uit volgt is een plicht dat je de telefoon moet leveren. Maar u wordt dus geen eigenaar als u aan de actieve zijde staat en er nog een overdracht. plaatsvinden. De verplichting, dat u een telefoon moet leveren maakt nog niet dat jij eigenaar wordt. De enkele koop is nooit voldoende om eigenaar te worden, er moet altijd een levering plaatsvinden.
De debiteur is altijd verplicht de prestatie te leveren en meestal is hij ook aansprakelijk. De schuld: prestatie leveren. Niet verwarren met de schuld in het strafrecht. De debiteur is doorgaans aansprakelijk (in rechte aansprakelijk). De crediteur kan de Staat vragen de debiteur te dwingen om na te komen. Dat doe je naar Romeins Recht door een actie in te stellen en dat doe je door naar de Praetor te gaan. Maar er is een categorie van verbintenissen waarbij wel degelijk een schuld bestaat maar geen aansprakelijkheid.
Dat zijn natuurlijke verbintenissen --? bijzonder: zijn wel met schuld maar niet met een actie verstrekt, de crediteur heeft wel recht op nakoming maar kunt niet naar de Praetor gaan. Je hebt wel vorderingsrecht maar geen rechtsvordering.
Verbintenis tussen slaven / vrijgelatenen en Romeinse burgers. Als crediteur kun je niet een slaaf tot nakoming eisen, want tegen een slaaf kun je geen proces voeren, een slaaf is een rechtsobject. Ook niet als een slaaf intussen is vrij gekomen, dergelijke verbintenissen blijven natuurlijke verbintenissen.
Verplichtingen die uit moraal en fatsoen voortvloeien. Leidden wel degelijk tussen band crediteur en debiteur mar leidt nooit tot aansprakelijkheid van debiteur.
Naar NL recht is dit hetzelfde, dankzij het arrest Goudse Bouwmeester. Als je smeergeld terugbetaalt, dan voldoe je aan verplichting uit moraal en fatsoen dit is een natuurlijke verbintenis en dus kun je dan niet beroepen op onverschuldigde betaling.
De bevrijdende verjaring. Je had dertig jaar lang de tijd om een actie in te stellen. Wachtte je langer dan dertig jaar, dan verviel de mogelijkheid om een actie bij de Praetor in te stellen. Dit betekende echter niet dat de schuld verviel. De afdwingbare verbintenis veranderde dan enkel in een niet afdwingbare verbintenis. Je verliest enkel de mogelijkheid om de debiteur aan te pakken (rechtsvordering) maar de schuld van debiteur (jouw vordering) verdwijnt niet. De schuld kun je enkel niet meer afdwingen. Naar NL is een overeenkomst uit weddenschap niet afdwingbaar (7A:1825).
Als u een debiteur in een natuurlijke verbintenis, dan bent u wel degelijk een debiteur en heeft u dus een schuld. Als u voldoet aan de schuld, kunt u zich niet beroepen op een onverschuldigde betaling (condictio indebiti). In NL recht zie je dit terug in art.7A:1828.
Als u voldoet aan natuurlijke verbintenis dan verricht u geen schenking. Als u een schenking verricht heeft dat erf technisch of belasting technisch gevolgen. Bij voldoen aan natuurlijke verbintenis is er wel degelijk een schuld die je er toe verplicht om te betalen.
De mogelijkheid om natuurlijke verbintenis tot een rechtens afdwingbare verbintenis te maken. Dit kan op twee manieren doen:
Overeenkomst tot schuldvernieuwing. Crediteur en debiteur weten allebei dat debiteur verplicht is te betalen, maar niet afdwingbaar is. Willen we dit anders dan maken wij een overeenkomst waarin wij afspreken dat men de schuld kan afdwingen, oftewel een schuldvernieuwing van de overeenkomst. De oude verdwijnt en nieuwe in de plaats.
Het geven van zekerheid (persoonlijk / zakelijk recht) Stellen een derde persoon om borg voor de schuld aan. Die borg is dan wel aansprakelijk uit de overeenkomst. Ook als de derde een borg heeft gesteld aan jouw schuld uit de natuurlijke verbintenis die niet afdwingbaar is. Het afdwingbare vloeit voort uit de borgtocht.
Je kan ook een zakelijke zekerheidsrecht vestigt. Bijvoorbeeld door jouw laptop in pand geven. Als pandhouder kan de crediteur de debiteur in rechte aanspreken op die laptop waar het pandrecht op is gevestigd. Die kan de crediteur dan verkopen voor geld. Dan heeft de crediteur ook een zekerheid.
Naar NL recht zijn er grenzen gesteld aan het door schuldvernieuwing een natuurlijke verbintenis tot een afdwingbare verbintenis maken --- arrest Ladbroke's / Amouri.
De schuld van Amouri kwam door weddenschap (dit is naar NL recht niet afdwingbaar, 7A:1825). Ladbroke's wilde de schuld uit weddenschap veranderen in schuld uit geldleen. Maar dat kon natuurlijk niet, want de schuld uit weddenschap is op grond van de wet een natuurlijke verbintenis. Daar kun je niet zomaar een afdwingbare van maken, je kan er niet tegen ingaan als de wet anders bepaalt.
In het Romeinse recht kon dit wel. Het maakt daarbij niet uit wat voor soort natuurlijke verbintenis het om gaat, je kan die gebruiken met een tegenvordering. Dus als iemand van jou nog 100 krijgt, maar jij krijgt ook nog 25 van diegene uit een natuurlijke verbintenis dan mag je dit gebruiken in de verrekening waardoor jij diegene nog 75 verschuldigd bent.
In het NL recht kan dit niet. Art.6:127 BW. Als je wil verrekenen moet je een opeisbare vordering hebben, een vordering waar een rechtsvordering aan verbonden is. Er is wel een uitzondering op, namelijk als u een natuurlijke verbintenis heeft door bevrijdende verjaring dan mag je wel verrekenen, art.6:131 lid 1 BW.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In deze bundel worden collegeaantekeningen uit het verleden met recentere updates in de vorm van sheetnotes gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1612 |
Add new contribution