Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 2102 keer gelezen
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, in het bijzonder: erfpachtrecht, pand en hypotheek.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfpacht inhoudt. Dit is het recht op andermans onroerde zaak. Dit recht is vervreemdbaar en bezwaarbaar.
Hiernaast is het belangrijk te weten wat het onderscheid is tussen de vestiging van pand en hypotheek.
Indien men verzwijgt dat er al een ander zekerheidsrecht is gevestigd op een zaak, heet dit stellionaat.
- Wat is het verschil in vestiging bij pand en hypotheek?
Pand wordt gevestigd middels bezitsverschaffing, terwijl hypotheek zonder bezitsverschaffing plaatsvindt.
Je gedragen als belangenbehartiger van iemand anders, is de definitie van zaakwaarneming. Op redelijke grond laat je jezelf in op andermans belangen. Als je als zaakwaarnemer kosten maakt, dan kun je die kosten van de belanghebber vorderen. De actio negotiorum contraria (de actie uit zaakwaarneming). De belanghebbende kan daar als reactie een directe zaakwaarneming actie vorderen op de zaakwaarnemer (actio negotiorum directa).
Het met opzet prijsgeven van een goed, is soms niet voldoende om niet van zaakwaarneming te kunnen spreken. Er moet sprake zijn van een redelijke grond, indien men geen zaakwaarneming mag aannemen. Als je een hond ernstig hebt mishandeld en vervolgens op straat gooit, dan kun je niet zeggen dat je de kosten van de verzorging niet op jouw te verhalen zijn, omdat je de hond had prijsgegeven. (Rechtbank Groningen).
Naar Romeinen was de ongerechtvaardigde verrijking aanleiding tot de ontwikkeling van de verschillende condictiones. Een condictio is een manier hoe je procedeert. Enkele vormen van condictio (ongerechtvaardigde verrijking):
Ten eerste hadden zij de condictio indebiti (onverschuldigde betaling): dit is bijzonder, want in het Romeins Recht is onverschuldigde betaling dus een onderdeel van de ongerechtvaardigde verrijking, terwijl in het Nederlands Recht zij als aparte rechtmatige zaken worden bekeken. Je dacht dat je een bepaalde schuld had, die heb je ook betaald maar achteraf gezien blijkt dat je helemaal niet hoefde te betalen. De Romeinen eiste de vergissing, enkel als je je vergiste dan betaalde je onverschuldigd. In het Nederlands recht is dit anders, ook bewuste onverschuldigde betaling is onverschuldigd (dus naar Nederlands Recht is het niet vereist dat je je vergist). In het Romeins Recht vond men dat als je bewust onverschuldigd betaalde, dat er een schenking (donatio) plaatsvond en dus betaalde je dan niet onverschuldigd.
In bepaalde gevallen was de geldigheid van de titel niet vereist in de eigendomsoverdracht. Dat gold bijv. bij een stipulatio. Als de stipulatio niet geldig was, maar er toch werd geleverd dan ging de eigendom gewoon over. Dit gold tevens bij een damnatielegaat, de geldigheid van het legaat is niet vereist voor eigendomsoverdracht. En daarnaast gold dit ook bij de mancipatio, de overeenkomst tussen partijen gesloten was niet vereist geldig te zijn om de eigendom over te dragen. Deze abstracte rechtshandelingen vervulden in het Romeins Recht de functie van het bij ons bekende revindicatie.
Voorbeeld:
A damnatielegaat en levert schilderij aan C. Damnatielegaat is niet geldig. Maar doordat het legaat niet boeit voor de eigendomsoverdracht, is C toch eigenaar geworden. A kan niet revindicatie instellen zoals in het Nederlands recht, want hij is geen eigenaar meer, die is wel degelijk overgedragen. Dan heb je de ongerechtvaardigde verrijking, de onverschuldigde betaling, nodig om het schilderij van C terug te krijgen. Zo vervult het de rol van de naar Nederlands Recht revindicatie.
Ten tweede de innominaatscontracten (bijv. ruil, do ut des). Zo'n innominaatcontract kwam pas tot stand als je de prestatie had verricht. Indien maar één iemand de prestatie had verricht, waren er twee mogelijkheden. De nakomingactie (actio praescriptis verbis) of de eigen prestatie terugvragen omdat uw verrijkt bent (condictio causa data causa non secuta).
Ten derde de condictio ob turpem causam vanwege een onzedelijke oorzaak. Denk hierbij aan een afperser, die met geld wordt verrijkt door zijn afpersing gedrag. Dit geld kun je terugvragen als je durft door de condictio ob turpem causam. Maar als u zelf ook onzedelijk gedraagt, dan kunt u niet door uw verrichte prestatie terugvorderen op grond van ongerechtvaardigde verrijking. (dit volgt uit adagia, nemo turpitudinem suam allegans auditur: iemand die zich op zijn eigen schandelijkheid beroept kan je geen geldige actie instellen). Voorbeeld: als je iemand een ringt geeft op voorwaarde dat diegene een ander verwondt, dan kun je niet die ring terugvragen als diegene weigert om de ander te verwonden (D.12,5,8).
De condictio die behoort tot de diefstal. Een verrijkingsactie van een bestolen eigenaar. Bij diefstal is er natuurlijk geen sprake van verrijking. Je kan toch gewoon revindicatie instellen. Maar soms heb je wel behoefte aan de verrijkingsactie, bijv. als een fles port wordt gestolen en opgedronken, kun je wel de fles revindiceren maar dat is niet bevredigend. Dan is de condictio furtiva wenselijk voor de bestolen eigenaar, die krijgt dan één keer de waarde van de gestolen zaak. Het gekke is dat naar Romeins Recht de bestolen eigenaar ook een condictio furtiva kon instellen, ook al kon hij ook revindiceren! De condictio furtiva werd dus als waardig alternatief voor de revindicatie (rei vindicatio) gezien door de Romeinen. Dit is gek, want technisch gezien is een dief niet verrijkt omdat je altijd kan revindiceren, volgens Gaius was dit slechts te verklaren als haat voor de dief.
Kun je revindicatie en condictio furtiva naast elkaar instellen, cumulatief? Dit kan naar Romeins Recht niet. Omdat beide acties erop gericht zijn om uw mijn schade te laten vergoeden, en als u een schadevergoedingsactie instelt, dan kunt u die schade die u heeft geleden en vergoed gekregen, niet nogmaals tegen mij instellen. U heeft dus twee opties, u kan het niet allebei (cumulatief) doen.
De Praetor die de condictios mogelijk maakte, zei dat er gevallen overbleven die niet onder de bovengenoemde vier passen. Dit is de algemene restbak van de gevallen van ongerechtvaardigde verrijking en hij noemde dat de condictiones sine causa.
Voorbeeld:
Als een stomerij kleren is kwijtgeraakt, dan betalen zij die waarde van de kleren aan A. A vindt zijn kleren later echter voor zijn deur in een plastic tasje. De stomerij kan dan de kosten terugvorderen, omdat A nu ongerechtvaardigd is verrijkt, via de condictiones sine causa.
De Romeinen kenden verschillende feiten complexen die verschillende onrechtmatige daden oplevereden. Zij kenden dus niet maar één onrechtmatige daad, zij kenden er meerdere. Er waren dus verschillende onrechtmatige daden met verschillende acties.
De belangrijkste onrechtmatige daad was de diefstal (Furtum). De Romeinse definitie is de bedrieglijke ontvreemding van een zaak met de bedoeling om voordeel te halen. In het Nederlands Recht staat het genoteerd in art.310 Sr. Beide definities zijn goed te vergelijken. Als je ten onrechte denkt dat een zaak is prijsgegeven en je neemt die zaak mee, maar later blijkt dat de zaak helemaal niet is prijsgegeven, pleeg je dan diefstal? Zowel in het Romeins (tekst Paulus) als in het Nederlands Recht (Hoge Raad 1980) zegt men van niet. Het oogmerk van de wederrechtelijke toe- eigening (NL) / andermans zaak voordeel behalen (Romeins) ontbreekt. Als je wel wilde stelen, maar de zaak is prijsgegeven dan kan men ook niet spreken van diefstal want het moet wel gaan om een zaak van een ander. (Ulpianus / HR).
In het Romeins Recht kon je diefstal van je eigen zaak plegen. Als je bijv. eerst je ring in vuistpand geeft en vervolgens die ring terugneemt zonder het vuistpand te betalen. Naar het Nederlands Recht kan dit niet, wij hebben als vereiste dat het gestolen object echt aan een ander toebehoort (art.348 Sr.).
Diefstal geeft aanleiding tot een straffende actie, de actio furti. Daarmee vraag je een boete aan de dief als bestolene. Deze boete bedraagt twee of vier maal de waarde van de zaak. Vier maal bij heterdaad. De boete gaat dus naar de bestolene. Dit is merkwaardig, want bij ons doet de overheid/politie het, maar de Romeinen kenden dit niet, de boete kwam toe aan de bestolene. Dat kwam doordat een groot deel van ons strafrecht door Romeinen gewoon werd geregeld in het privaatrecht en er waren nog lang niet zoveel overheidsinstanties.
Je kunt poenaal optreden, dat is de actio furti, de bestraffende sanctie. De dief krijgt een boete en die komt aan uw toe. Dat heeft niks te maken met de eigendom van de bestolene. De bestraffende actie laat onbelet dat uw schade heeft. De schade kunt u op twee andere manieren verhalen ofwel door de revindicatie (rei vindicatio) of door de verrijkingsactie uit diefstal (condictio furtiva). Dit zijn rei persecutoire middelen. Kortom, je kan eerst bestraffend optreden (poenaal) en dan vervolgens ook nog je schade verhalen met persecutoire middelen.
Aan de boetes zaten natuurlijk veel mankementen, aangezien dieven vaak niet zoveel geld hebben.
De actio furti is een noxale actie. Richt zich tegen de eigenaar van de dader (=noxaal). Dit leidt tot twee interessante rechtsgevolgen.
Als eerste ontstaan er dan per definitie een facultatieve verbintenis. Als jouw slaaf steelt, dan vraagt de bestolene twee keer de waarde van de door hem gestolen zaak als boete. De eigenaar van de slaaf heeft echter de mogelijkheid om de stelende slaaf in eigendom over te dragen aan de bestolene (noxae deditio). Facultatief: één prestatie maar de mogelijkheid om iets anders te doen. Hier is het een facultatieve verbintenis die uit de wet voortvloeide. (Let op: anders dan alternatieve verbintenis daar zijn er twee mogelijke prestaties).
De noxale aansprakelijkheid volgt het hoofd (noxa caput sequitur). De aansprakelijkheid zit in de slaaf. Hij volgt de slaaf. De verzwegen noxale aansprakelijkheid bij een koopovereenkomst is een verborgen gebreken. Degene die de slaaf heeft gekregen terwijl die noxale aansprakelijkheid bezat kon dan de overeenkomst vernietigen of de actie tot prijsvermindering instellen.
De actio furti is poenaal, dat wil zeggen gericht op het straffen van de dader. Hierdoor gaat de actio niet over op de erfgenamen van de dief. De aansprakelijkheid gaat dus niet over op uw erfgenaam, tenzij u sterft voordat het tot een procesovereenkomst komt. U procedeert dan niet meer met de actio furti, maar een voorwaardelijke actie uit een vonnis en die gaat gewoon door. Het sluiten van een procesovereenkomst is dus van groot belang, want als u dat heeft afgesloten dan gaat het wel gewoon door op erfgenamen, ook al gaat u zelf dood.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In deze bundel worden collegeaantekeningen uit het verleden met recentere updates in de vorm van sheetnotes gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2210 |
Add new contribution