Opdrachten
Dirk Klaasen is directeur van een bloemenkweekbedrijf. Zijn bedrijf Bloemop doet zaken met groothandels over de gehele wereld. In 2006 ontwikkelt Bloemop een nieuwe margriet. Hij noemt deze margriet de special margros. Bloemop registreert deze margriet in het rassenregister van de branchevereniging. De margriet wordt erg vaak verkocht. In 2017 krijgt Dirk Klaasen echter een brief van een andere kweker: Coschap. In de brief staat dat Coschap een soortgelijke margriet heeft ontwikkeld en dat Coschap in 2012 het intellectuele eigendom op deze margriet heeft verkregen (dit wordt ook wel een ‘kwekersrecht’ genoemd). Bloemop maakt volgens Coschap al jaren inbreuk op dit eigendomsrecht. Coschap vordert een hoog bedrag aan schadevergoeding en dat Bloemop de productie van de margriet onmiddellijk staakt.
Dirk Klaasen is het hier niet mee eens omdat hij weet dat de margriet van Coschap pas jaren na zijn eigen margriet is ontwikkeld. Nu hij zijn margriet direct bij de branchevereniging had aangemeld, weet iedereen in de kwekerswereld daarvan. Hij is van mening dat Coschap nooit een kwekersrecht had mogen krijgen voor deze margriet. Op grond van art. 49 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (ZPW) is namelijk geregeld dat een kwekersrecht uitsluitend wordt verleend voor plantenrassen die ‘nieuw en onderscheidbaar’ zijn. Lid 4 van die bepaling bepaalt:
‘Een ras wordt als onderscheidbaar aangemerkt indien het duidelijk te onderscheiden is van elk ander ras waarvan het bestaan op het tijdstip van indiening van de aanvraag algemeen bekend is. In ieder geval worden als algemeen bekend beschouwd rassen waarvoor in enig land een aanvraag tot verlening van kwekersrecht of tot inschrijving van dat ras in een officieel rassenregister is ingediend, vanaf de datum van de aanvraag, mits de aanvraag leidt of heeft geleid tot verlening van kwekersrecht of inschrijving in het rassenregister’.
Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad is de registratie van een plant bij de branchevereniging te beschouwen als een inschrijving in een officieel rassenregister. Coschap had derhalve nooit een kwekersrecht mogen krijgen op deze margriet. Dirk Klaasen vraagt zijn advocaat om advies in deze zaak. Zijn advocaat wijst op art. 75 lid 1 jo. art. 78 ZPW. Op grond van deze bepalingen zou de Rechtbank het kwekersrecht op vordering van Bloemop kunnen vernietigen, omdat dit recht ten tijde van de verlening niet onderscheidbaar was. Als het kwekersrecht wordt vernietigd, dan heeft Coschap geen recht op schadevergoeding. Daarbij komt dat Dirk Klaasen de productie van de margriet dan ook niet hoeft stop te zetten. Dirk Klaasen geeft zijn advocaat de opdracht om deze vordering in te stellen.
De advocaat loopt tegen een probleem op die hij niet had voorzien. Op grond van art. 77 ZPW werkt de vernietiging van het kwekersrecht vanaf het moment van de rechterlijke uitspraak. Dit zou betekenen dat de vernietiging geen terugwerkende kracht heeft. Dit heeft als gevolg dat het kwekersrecht komt te vervallen, maar dat Coschap het recht op schadevergoeding van Bloemop behoudt. Dirk Klaasen en zijn advocaat vinden dit onredelijk. Zij gaan verder op zoek en komen dan uit op het verdrag van de International Union for the Protection of New Varieties of Plants (het UPOV-verdrag). Nederland is op staatsrechtelijk correcte wijze bij dit verdrag aangesloten.
De ZPW is bedoeld ter uitvoering van het verdrag. In art. 21 van dit verdrag wordt gesteld dat staten het kwekersrecht ‘null and void’ zullen verklaren als niet voldaan is aan de eis van onderscheidbaarheid. U mag aannemen dat met ‘null and void’ wordt gedoeld op nietigheid en dat dat deze nietigheid terugwerkende kracht heeft. Dat blijkt ook uit de vastgestelde toelichting bij het UPOV-verdrag:
‘[w]hen a breeder’s right is declared null and void, it is equivalent to pronouncing that it was an invalid right and should not have been granted in the first instance (…). The decision to declare a breeder’s right null and void invalidates the right from the date of grant, although the decision of nullity by the competent authority will occur at a later date. Therefore, nullity has, in principle, retroactive effects’.
Toch zaait de toelichting bij het verdrag ook veel twijfel. Verder in het verdrag wordt opgemerkt dat:
‘[t]he retroactive effects of nullity may vary in practice. The remedies concerning the retroactive effects of nullity will depend on the relevant legislation of the [member state] concerned and may also depend on contractual arrangements. In some cases, such as in cases of fraud or willful abusive acts by the holder of the breeder’s right, reimbursement of royalties paid and/or other remedies may apply. In some other cases, reimbursement of royalties received by the holder of the breeder’s right may not be applicable’.
Hieruit blijkt dat de verdragsluitende staten elkaar ook ruimte wilden geven om in bepaalde gevallen af te kunnen wijken van de terugwerkende kracht van nietigheid.
Bloemop en Coschap eindigen uiteindelijk voor de Rechtbank. Bloemop vordert een verklaring voor recht dat het kwekersrecht nietig is met terugwerkende kracht tot de datum waarop het werd verleend. De zaak wordt behandeld door rechter Walter Magnolia. Zij stelt zich in de eerste plaats de vraag of zij art. 21 UPOV-verdrag wel mag gebruiken.
U moet rechter Magnolia advies uitbrengen over de door haar gestelde vragen. Motiveer uw antwoord.
Opdracht 1
In hoeverre heeft art. 21 UPOV-verdrag gelding in Nederland?
Opdracht 2
Zou rechter Magnolia de bepalingen van de Nederlandse ZPW in deze zaak aan art. 21 UPOV mogen toetsen als deze bepaling gelding zou hebben in Nederland?
De advocaat van Bloemop draagt aan dat bij de totstandkoming van de ZPW in 1995 al door de Eerste Kamer uitgebreid is gesproken over de terugwerkende kracht van de vernietiging van het kwekersrecht. Een senator wees toen op een rechtswetenschappelijk artikel waarin werd geconstateerd dat het wetsvoorstel voor de ZPW afwijkt van alle andere Nederlandse wetgeving over intellectuele eigendom. In de Rijksoctrooiwet wordt namelijk uitgegaan van nietigheid met terugwerkende kracht, waarbij er alleen een bijzondere regeling is voor gevallen waarin nietigheid tot onredelijke uitkomsten zou leiden. In het rechtswetenschappelijk artikel wordt ook gewezen op het EU-kwekersrecht, dat uitgaat van hetzelfde art. 21 UPOV, en waarin terugwerkende kracht ook het uitganspunt is. Volgens de advocaat van Bloemop is dat een sterke aanwijzing dat het gemis van terugwerkende kracht in de ZPW een vergissing was die in dit geval door de rechter moet worden rechtgezet.
Rechter Magnolia is het met Bloemop eens. Hoewel zij nog niet weet of zij art. 21 UPOV-verdrag wel kan toepassen, is zij in haar hoofd toch ook al bezig met de vraag wat zij precies kan doen als zij Bloemop inhoudelijk gelijk geeft.
Opdracht 3
Welke mogelijkheden heeft rechter Magnolia als zij constateert dat een wettelijk voorschrift in strijd is met een rechtstreeks werkende verdragsbepaling? Wat zou u rechter Magnolia vervolgens adviseren om in dit geval te doen? Betrek bij uw advies ook de rechtsvormende rol van de rechter en de plaats van de rechter binnen de Trias Politica.
Rechter Magnolia oordeelt in het voordeel van Coschap. Na de uitspraak komt de advocaat van Bloemop erachter dat een familielid van rechter Magnolia geregeld advies geeft aan het advocatenkantoor dat Coschap verdedigd. De advocaat van Bloemop vindt dat de onpartijdigheid van rechter Magnolia in het geding is en dat zij zich had moeten verschonen. In hoger beroep betoogt de advocaat dat Bloemop geen eerlijk proces heeft gekregen.
Opdracht 4
In hoeverre kan Bloemop zich beroepen op artikel 6 EVRM?
Opdracht 5
Kies 1 van de volgende stellingen uit en motiveer deze stelling. U mag tussen de 500 en 750 woorden gebruiken inclusief verwijzingen.
Stelling 1
Een debat over dikastocratie getuigt van een levendige democratische rechtsstaat.
Stelling 2
De toeslagen- en Pochaffaire laten zien dat artikel 68 Grondwet een holle frase is.
Stelling 3
In lijn met het Nederlandse parlementaire stelsel, zouden Nederlandse volksvertegenwoordigers de opvattingen van hun kiezers moeten volgen.
Stelling 4
Het door het bestuur van een islamitische basisschool ontslaan van een voor de school werkende receptioniste omdat ze geen islamitische hoofddoek wil dragen is onrechtmatig.
Antwoordindicatie
Opdracht 1
Deze vraag gaat om de gelding. Dit wordt ook wel interne werking van verdragsrecht genoemd. Op grond van het arrest Grenstractaat Aken is het verdragsrecht in Nederland automatisch geldend recht. Deze gelding hangt dus niet af van art. 93 en 94 Gw. Het maakt dan ook niet uit of het verdragsrecht bekendgemaakt is en of het naar haar inhoud een ieder kan verbinden.
Opdracht 2
De toetsingsbevoegdheid van de rechter hangt af van de vraag of de verdragsbepaling een ieder verbindend is in de zin van art. 93 Gw. Dit artikel noemt twee vereisten: de bekendmaking en de een ieder verbindendheid. Voorop gesteld dat het correct bekend is gemaakt, omdat dit wordt genoemd in de vraag. Ten aanzien van de inhoudelijke eis moet worden bekeken of art. 21 UPOV geschikt is om rechtstreeks te worden toegepast. Hierbij zijn de criteria die voortvloeien uit het arrest Rookverbod van belang. In de eerste plaats moet dus worden bekeken of de rechtstreekse werking expliciet is uitgesloten in het verdrag. Dit lijkt niet het geval te zijn. Vervolgens is dan de inhoud van art. 21 UPOV bepalend. Volgens het arrest Rookverbod, gaat het er dan om of de verdragsbepaling onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is om in de context waarin zij wordt ingeroepen in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht te worden toegepast. In dit geval kan het best worden geconcludeerd dat de bepaling niet voldoende nauwkeurig is. Er is niet direct duidelijk wat wordt bedoeld met ‘null and void’.
Opdracht 3
Rechter Magnolia heeft verschillende mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is om het verdragsconform te interpreteren. Dat kan als de bepaling niet een ieder verbindend is. De rechter moet dan wel de grenzen in acht nemen. Die grenzen hangen af van de vraag of de bepaling een ieder verbindend is. Conforme interpretatie aan de hand van een niet een ieder verbindende verdragsbepaling is onmogelijk als de tekst van de wet, of de bedoeling van de wetgever zich daartegen verzet. Bij wel een ieder verbindende verdragsbepalingen liggen de grenzen ruimer. Dan moet de rechter zijn institutionele grenzen in de gaten houden. Conforme interpretatie mag echter niet de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaan. De tweede mogelijkheid is om de wettelijke bepaling buiten toepassing te laten op grond van art. 94 Gw. Hiervoor is vereist dat de verdragsbepaling een ieder verbindend is.
In dit geval is conforme interpretatie is, gelet op de tekst van art. 77 ZPW lastig. De rechter zou wel art. 77 ZPW buiten toepassing kunnen laten. Dit heeft tot gevolg dat de hoofdregel dat vernietiging terugwerkende kracht heeft opnieuw zou gelden.
Voor die grenzen van de rechtsvormende taak van de rechter is het arrest Arbeidskostenforfait van belang. Dit arrest schrijft voor dat de rechter een afweging moet maken tussen het belang dat gemoeid is met het bieden van rechtsbescherming aan Bloemop, en de traditioneel terughoudende positie van de Nederlandse rechter in het staatsbestel. Uitgangspunt is dan dat de rechter rechtsbescherming verleent als aangesloten kan worden ‘bij het stelsel van de wet’. In dit geval kan aangesloten worden bij andere IE-wetten en het Unierecht.
Opdracht 4
Het recht op een eerlijk proces is niet terug te vinden in de Nederlandse Grondwet. Het recht op een eerlijk proces is wel vastgelegd in art. 6 EVRM. Om een beroep te kunnen doen op art. 6 EVRM moet sprake zijn van een strafvervolging of van een geschil over burgerlijke rechten en verplichtingen. Er is hier geen sprake van een strafvervolging. Er kan toch een beroep worden gedaan op art. 6 EVRM, omdat er wel sprake is van burgerlijke rechten en verplichtingen. Het begrip moet niet alleen worden gezien als enkel privaatrechtelijk. Van belang is of het geschil iemand in zijn vermogen kan treffen. Dit is hier het geval, omdat het deels gaat om een schadevergoeding. Zie ook het arrest Ferrazzini t. Italië.
Opdracht 5
Puntenverdeling hangt af van de volgende factoren:
- Taal, schrijfstijl, duidelijkheid
- Opbouw en structuur
- Argumentatie: dit aspect bestaat uit twee onderdelen: de inhoudelijke argumenten of inzichten die u hebt aangedragen, en de consistentie van uw betoog. Bij dit onderdeel hoort ook dat u, indien nodig, verwijst naar relevante (rechts)bronnen. Het onderdeel argumentatie telt voor max. 30 punten. Daarvan zijn er 20 voor de inhoudelijke argumenten die u aandraagt gereserveerd, en 10 voor consistentie en bronnengebruik.
Voorbeeld opbouw/structuur:
- Algemeen: ter inleiding voor uitleg van begrippen, kort de feiten voor zo ver relevant, debat hierover, achtergrond van de stelling, e.d
- Leerstuk/wet en regelgeving, jurisprudentie: op welke leerstuk heeft de stelling betrekking, uitleg en toepasselijke wet- en regelgeving, betrekken eventueel toepasselijke jurisprudentie
- Argumentatie: argumentatie voor of tegen de stelling of beide
- Conclusie = max 40 punten
-Taal, schrijfstijl, duidelijkheid + opbouw en structuur = max 10 punten
- Inhoud = 30 punten:
Argumentatie = max 10 punten
Rest = max 20 punten
Stellingen
Hieronder staat welke stelling over welke stof gaat.
Stelling 1 - Thema 6 de rechter, thema 1 staatsrecht, machtenscheiding, thema 2 democratie.
Stelling 2 - Thema 4 verantwoording, thema 1 staatsrecht, thema 2 democratie
Stelling 3 - Thema 2 concept democratie in een rechtsstaat en kiesstelsel.
Stelling 4 - Thema 7 en 8 grondrechten.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2004 | 1 |
Thanks! Roos Heeringa contributed on 21-01-2021 14:15
Wat chill dat je deze vragen met antwoorden heb gedeeld! Het lijkt er voor mij op dat je alle onderwerpen en vragen hier hebt behandeld! Heb ik dat goed?
Add new contribution