Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10201 keer gelezen
De uitlegging van de artikel 85 en 86 EG-Verdrag en met betrekking tot bepaalde uniforme bankcondities die de Italiaanse Associatie van Banken oplegt aan haar leden bij het sluiten van contracten inzake de opening van een rekening-courantkrediet en de algemene borgtocht.
Artikel 85 en 86 EG-Verdrag.
Het gaat hier om twee gevoegde zaken. Hierbij ging het om een verzoek tot terugbetaling van eerder verleende kredieten. Aan verzoekers werd verzocht enkele bedragen terug te betalen. Zij kwamen hier tegen op in het hoofdgeding. De verzoekers, hoofdelijke debiteuren, hadden zich borg gesteld voor niet-betaalde orderbriefjes op grond van de algemene borgtocht. De verzoekers eisen dat de verzoeken tot terugbetaling ongeldig worden verklaard. De artikelen 85 en 86 zijn volgens verzoekers onverenigbaar met de uniforme bankcondities (NBU). Deze condities vormen een mededingingsregeling en meer in het bijzonder een besluit van de ondernemersvereniging in de zin van artikel 85 lid 1 EG-Verdrag.
Er is een beslissing van het Hof nodig om te bepalen op welke bedragen de verzoekers recht hebben. Om deze reden zijn door de verwijzingsrechter de volgende vier prejudiciële vragen gesteld.
De commissie besluit om slechts 3 van de 26 gesloten overeenkomsten te onderzoeken. Het merendeel van die overeenkomsten leek de handel tussen staten niet te beïnvloeden. De activiteiten die de banken uitoefenen vinden namelijk enkel plaats op Italiaans grondgebied. De deelname van niet-Italiaanse ondernemingen is beperkt. Artikel 85 EG-Verdrag was volgens de Commissie niet van toepassing op de genoemde overeenkomsten. De Commissie heeft enkel de bevoegdheid over overeenkomsten met betrekking tot voorwaarden inzake rekening-courant met de opening van krediet in buitenlandse valuta, en op voorwaarden met betrekking tot de inning of acceptatie van wissels, documenten of kredietbrieven. Volgens de Italiaanse bank beïnvloeden de genoemde voorwaarden de mededinging ongunstig. De Italiaanse Banken Alliantie werd aangemoedigd om de genoemde overeenkomsten te wijzigen en deze wijzigingen aan haar leden mee te delen. Bovendien vormen de NBU slechts een aanwijzing en kan ieder lid er de wijzigingen in aanbrengen die nodig zijn. Naar aanleiding hiervan werden de wijzigingen aangebracht. Deze hebben geen terugwerkende kracht.
Het is uitsluitend aan de nationale rechter om te oordelen over de noodzaak van een prejudiciële beslissing en over de relevantie van de vragen die hij aan het Hof voorlegt. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan kan het verzoek niet-ontvankelijk worden verklaard. Het Hof stelt dat wel aan de voorwaarden is voldaan en dat dus de vragen moeten worden beantwoord.
De eerste vraag luidt of de NBU als strekking hebben om de mededinging te beperken in de zin van artikel 85 lid 1 EG- Verdrag. De regeling heeft tot gevolg dat er nauwelijks verschillen zijn tussen de tarieven en dat de positie van de hoofddebiteur en de borg is verzwakt ten opzichte van iedere andere debiteur en/of borg. De tarieven kunnen bovendien eenzijdig worden gewijzigd. Het enige wat de klant kan doen is het contract opzeggen. Echter, omdat de tarieven overal vrijwel gelijk zijn is de klant afhankelijk van de kredietverstrekker. De verweerder betwist dit. Volgens de Italiaanse regering vallen alleen bepaalde overeenkomsten onder de bevoegdheid van de Commissie. Deze overeenkomsten zijn in casu niet aan de orde. De Commissie meent dat mogelijk de mededinging wordt beperkt, maar dat deze bedingen niet onverenigbaar zijn met artikel 85 EG-Verdrag. De handel tussen lidstaten wordt namelijk niet ongunstig beïnvloedt.
De vraag of een overeenkomst moet worden verboden wegens vervalste mededinging moet worden beantwoord aan de hand van het feitelijk kader waarin deze mededinging zich zonder de overeenkomst zou afspelen. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de potentiële gevolgen. In casu is er geen verstoring van de mededinging. Het rentetarief kan namelijk worden gewijzigd op basis van objectieve criteria, zoals wijzigingen op de geldmarkt. De regel omtrent mededinging heeft dus geen merkbare beperkende invloed op de mededinging.
Het antwoord op de vraag luidt dat uniforme condities er niet toe strekken de mededinging te beperken.
De derde vraag luidt of NBU’s met betrekking tot borgtocht tot doel hebben de mededinging te beperken. Volgens verzoekers is de borg verplicht om alle bedragen te betalen. Volgens de Commissie hebben de diensten voor banken uit andere lidstaten geen beslissende betekenis om de Italiaanse financiële markt te betreden. De regels betreffende borgtocht moeten door alle cliënten verplicht worden toegepast. Daardoor wordt de contractuele vrijheid van de banken beperkt.
Allereerst moet worden beoordeeld wat de gevolgen zijn voor de handel tussen lidstaten. Dit is afhankelijk van meerdere, onafhankelijke, factoren. De keuzevrijheid van cliënten kan worden beperkt als zij een overeenkomst van borgtocht wensen af te sluiten. De Commissie heeft bepaald dat de overeenkomsten slechts geringe invloed hebben op het handelsverkeer tussen lidstaten. De deelname van niet-Italiaanse dochters is namelijk beperkt. Het Hof oordeelt dat de aarzeling van cliënten om een contract af te sluiten een merkbare invloed heeft op de tussenstaatse handel.
Het antwoord op de derde vraag luidt dat de NBU de tussenstaatse handel niet ongunstig kunnen beïnvloeden in de zin van artikel 85 lid 1 EG-Verdrag.
De tweede en de vierde vraag gaan over de vraag of de toepassing van de NBU misbruik vormt van de collectieve machtspositie van de banken in de zin van artikel 86 EG-Verdrag. Ook gaat het hierbij om de vraag welke gevolgen deze schending van artikel 85 en 86 EG-Verdrag heeft voor bedingen in contracten met klanten.
De Commissie stelt dat het feit dat vrijwel alle Italiaanse banken zich bij de Italiaanse banken associatie hebben aangesloten niet direct betekent dat sprake is van een machtspositie. Zelfs als sprake is van een machtspositie dan vindt de Commissie niet dat er sprake zou zijn van misbruik van die positie. In casu kan de gedraging van banken geen misbruik opleveren. Wijzigingen van het rentetarief zijn namelijk afhankelijk van objectieve factoren. De toepassing van de NBU kan in casu de tussenstaatse handel niet negatief beïnvloeden.
Het antwoord op de tweede en de vierde vraag luidt dat de toepassing van de NBU geen misbruik van de machtspositie van banken oplevert. Op de gevolgen voor overeenkomstige clausules van contracten behoeft niet te worden ingegaan.
Uniforme bankcondities (NBU) betreffende de opening van rekening-courantkrediet strekken er niet toe de mededinging te beperken op grond van artikel 85 lid 1 EG-Verdrag. Uniforme bankcondities betreffende borgtocht kunnen tezamen bezien de handel tussen lidstaten niet ongunstig beïnvloeden op grond van artikel 85 lid 1 EG-Verdrag. De toepassing van de NBU vormt geen misbruik van een machtspositie in de zin van artikel 86 EG-Verdrag.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
561 |
Add new contribution