Boeksamenvatting bij Research Methods for the Behavioral Sciences - Stangor - 5e druk
- 5978 keer gelezen
Kenmerk(en) van kritisch denken is/zijn:
Onderzoek is…
Kwantitatieve data … en kwalitatieve data …
Basic social research is gericht op vorderingen van fundamentele kennis, maar mist vaak…
Wat betekent het als Pearson's r = 0?
Welk onderzoeksdesign wordt gebruik om uitspraken te doen over causale relaties?
Welke bewering(en) is/zijn juist?
I. Wetenschappelijk onderzoek kan stellingen met betrekking tot waarden bewijzen.
II. Wetenschappelijk onderzoek kan stelling met betrekking tot waarden ontkrachten.
Onder kwantitatieve data vallen…
Noem vier kenmerken van de wetenschappelijke methode.
Wat is hindsight bias?
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.
A. Is bewijs in de vorm van nummers; is bewijs in de vorm van visuele beelden, woorden of geluiden.
A. Een praktische korte termijntoepassing.
B. Er is geen verband tussen variabele x en y.
C. Experimenteel onderzoek.
D. Beide beweringen zijn onjuist.
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn mogelijk.
Empirisch, objectief, transparant, en repliceerbaar.
De neiging te denken dat je iets had kunnen voorspellen, terwijl je dat op basis van de aanwezige informatie niet had kunnen doen.
Een “literature review” is…
Een “grounded theory” (gegronde theorie) houdt in dat …
Welke bewering(en) is/zijn juist?
I. Een goede theorie is falsifieerbaar.
II. Bij het ontwikkelen van een hypothese spelen intuïtie, observatie, en eerder gedaan onderzoek een rol.
Plaats de volgende begrippen in de juiste volgorde:
Plaats de delen van een wetenschappelijk artikel in de juiste volgorde. De gebruikte woorden zijn:
Zet de zes stappen voor het opstellen van een “literature review” in de goede volgorde.
Wat wordt bedoeld met een afhankelijke en een onafhankelijke variabele?
Hanna is onderzoeker voor bedrijf A in de provincie Groningen. Ze test diverse deodoranten om te onderzoeken of ze mensen lekkerder laten ruiken. Ze scheidt de deelnemers van haar onderzoek in drie groepen en laat ze allemaal dezelfde broek en trui dragen. De eerste groep spuit 0.5 liter deodorant A op, de tweede groep spuit 0.5 liter deodorant B op en de derde groep draagt geen deodorant. Elke deelnemer wordt vervolgens naar een kamer gebracht en twee onafhankelijke onderzoekers beoordelen hoe lekker ze ruiken ze zijn op een schaal van 1 tot 10.
Wat is de afhankelijke, onafhankelijke en controle variabele?
Vul de volgende zin aan: Een hypothese vormt de basis voor ... en ... onderzoek, maar niet voor ... onderzoek.
Er wordt onderzoek gedaan naar het effect van gewelddadige films op de agressie van kinderen. Wat is in dit onderzoek de afhankelijke variabele? En wat is de onafhankelijke variabele?
B. Onderzoek naar eerder gedane bevindingen over dit onderwerp.
C. Ideeën en thema’s verkregen zijn door data-observatie.
C. Beide beweringen zijn juist.
Een onafhankelijke variabele wordt ook wel een voorspellende variabele genoemd. Een afhankelijke variabele wordt gezien als de uitkomst variabele.
Een hypothese vormt de basis voor correlationeel en experimenteel onderzoek, maar niet voor beschrijvend onderzoek.
Een “literature review” is…
Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist?
I. Onderzoeksfraude en plagiaat zijn twee vormen van scientific misconduct.
II. Iets dat ethisch is, hoeft niet per se legaal te zijn.
De term “informed consent” slaat op…
Anonimiteit in onderzoek houdt in dat …
Vertrouwelijkheid in onderzoek houdt in dat …
Wat is de functie van een IRB (Institutional review board)?
Af en toe kan het voorkomen dat je als onderzoeker een subsidie krijgt van een sponsor die bepaalde resultaten wil hebben. Hij koopt jou dan als het ware om, om tot deze resultaten te komen. Hoe moet je handelen?
Wat wordt bedoeld met debriefing?
Wat houdt het begrip “principle of voluntary consent” in?
Waar of niet waar: Anonimiteit en vertrouwelijkheid moeten altijd samengaan om aan de ethische richtlijnen van onderzoek te voldoen.
Noem de vier basisprincipes van ethisch onderzoek.
D. Beide stellingen zijn juist.
D. Een overeenkomst waarin participanten laten weten, dat zij willen deelnemen aan en bevestigen te weten wat het onderzoek inhoudt.
C. Gegevens van de participant niet terug te leiden zijn naar de participant als individu.
B. Bepaalde informatie die in vertrouwen is verteld aan de onderzoeker niet wordt doorgespeeld.
A. De impact van onderzoeksprocedures op participanten in de gaten houden.
B. Niet luisteren naar deze sponsor, legitiem onderzoek kent geen restricties.
Dit proces vindt plaats wanneer een onderzoek afgerond is en kan helpen bij het verlichten van mogelijke schade veroorzaakt door het onderzoek. Dit proces beschrijft het werkelijke doel van het onderzoek.
Participanten moeten expliciet en vrijwillig toestemmen met hun deelname.
Niet waar.
De vier basisprincipes zijn:
Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist?
I. Onderzoeksfraude en plagiaat zijn twee vormen van scientific misconduct.
II. Iets dat ethisch is, hoeft niet per se legaal te zijn.
Na het conceptualiseren van het onderwerp vindt operationalisatie plaats. Wat houdt de term “operationaliseren” in?
De conceptuele hypothese is:
Welk meetniveau heeft de variabele schoolniveau, ingedeeld in vmbo, havo, vwo?
Match elk operationele variabele met een conceptuele variabele.
Conceptueel:
Operationeel:
Match de volgende drie methodes met de voorbeelden.
Methodes:
Voorbeelden:
Vul de juiste woorden in op de plaats van de XXXX. Deelnemers worden gevraagd een getal te kiezen dat overeenkomst met de mate waarin ze het eens zijn met XXXX vragen. De deelnemers kunnen zoveel of zo weinig mogelijk informatie geven als ze willen in XXXX vragen. In XXXX vragen worden deelnemers gevraagd te kiezen tussen twee of meer opties.
Gebruik de volgende woorden: negatief verwoorde, gedwongen keuzes, open, likert scale.
Wat wordt er bedoeld met reactiviteit (reactivity)?
Wat houdt het begrip conceptualisatie in?
Wat is het verschil tussen de conceptuele en empirische hypothese?
Zet de vier “levels” van meetmethoden in de goede volgorde, van laagste naar hoogste.
C. Een conceptuele definitie verbinden aan specifieke meeteenheden.
A. Een hypothese met de variabelen als abstracte concepten.
A. Ordinaal.
Voorbeeld 1: rapporteer hoe mensen zich voelen over zichzelf - Methode: zelf rapporteren
Voorbeeld 2: rapporteer het gedrag of sporen van bepaald gedrag – Methode: observaties
Voorbeeld 3: rapporteer biologische informatie over een levend wezen – Methode: psychologisch
Deelnemers worden gevraagd een getal te kiezen dat overeenkomst met de mate waarin ze het eens zijn met Likert-scale vragen. De deelnemers kunnen zoveel of zo weinig mogelijk informatie geven als ze willen in open vragen. In gedwongen keuze vragen worden deelnemers gevraagd te kiezen tussen twee of meer opties.
Er is sprake reactivity wanneer het gedrag van mensen verandert door de aanwezigheid van iemand anders.
Het begrip conceptualisatie heeft de volgende betekenis: het verfijnen van een idee door het een zeer duidelijke, expliciete definitie te geven.
De conceptuele hypothese bevat abstract omschreven variabelen; de empirische hypothese daarentegen wordt beschreven in termen van specifieke meetmethoden van variabelen.
Nominaal, ordinaal, interval, ratio.
Na het conceptualiseren van het onderwerp vindt operationalisatie plaats. Wat houdt de term “operationaliseren” in?
Jan, onderzoeker aan de universiteit van Groningen, creëerde een schaal om obsessief-compulsieve stoornis te meten bij mensen die opgenomen zijn in klinische afdelingen. Jan stuurde zijn maatstaf naar drie andere psychiatrische ziekenhuizen om te zien hoe het ging op andere locaties. In het ziekenhuis van Jan meldde zijn meting dat 10% van de patiënten symptomen vertoonde van een obsessief-compulsieve stoornis. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met het nationale gemiddelde. De andere drie ziekenhuizen rapporteerden percentages van 1%, 25% en 35%.
Met welk type betrouwbaarheid kan de maatstaf van Jan een probleem vormen?
Angela creëert een maatstaf voor hyperactiviteit bij kinderen. Ze is van mening dat voeding en lichaamsbeweging direct kunnen bijdragen aan hyperactiviteit. Haar meetinstrument bevat meer dan 30 items. Onder deze 30 items vallen de volgende: energieniveau, focusvermogen, dieet en lichaamsbeweging.
Met welk type validiteit zou Angela een probleem kunnen krijgen?
Hoe wordt de mate waarin de scores op items van hetzelfde instrument met elkaar samenhangen genoemd?
Is een wetenschappelijk onderzoek door de BBC een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Is het tijdschrift Journal of Personality and Social Psychology een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Is wetenschappelijk bewijs gevonden op Wikipedia een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Is wetenschappelijk bewijs door een Oom die ooit psychologie gestudeerd heeft een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Vul de volgende woorden in op de goede plaats: meta-analyse, review artikelen, empirische artikelen, effectgroottes.
Piet ontwerpt een onderzoek waarin hij de resultaten van ..... combineert en de omvang van alle gecombineerde resultaten berekend. Dit wordt ... genoemd. Dit soort onderzoek kan de statistische resultaten van individuele onderzoeken combineren om ... te identificeren. Dit type onderzoek maakt over het algemeen geen gebruik van ....
Vul de volgende woorden in op de goede plaats: test-retest reliability, convergent reliability, reliability, validity, face validity, content validity, criterion validity.
.... refereert naar de mate waarin een maatstaf de variabele die onderzocht wordt accuraat representeert. Dit concept bestaat uit verschillende facetten. ..... is de mate waarin een gegeven maatstaf daadwerkelijk de variabele meet die een onderzoeker wil meten. ..... evalueert in welke mate een maatstaf kijkt naar alle aspecten van een bepaalde variabele. .... geeft weer in welke mate een maatstaf gerelateerd is aan het daadwerkelijke gedrag.
Hoe wordt de betrouwbaarheid gemeten tijdens een test-hertest procedure?
B: Interrater reliability. Er kan bijvoorbeeld een verschil zijn in de manier waarop het is uitgevoerd/toegepast per locatie.
C: Face validity. Dieet, beweging en hyperactiviteit worden meegenomen in dezelfde maatstaf. Hierdoor kan het zijn dat ze niet precies meet wat ze eigenlijk wil meten.
D. Internal consistency.
Nee.
Ja.
Nee.
Nee.
Piet ontwerpt een onderzoek waarin hij de resultaten van empirische artikelen combineert en de omvang van alle gecombineerde resultaten berekend. Dit wordt meta-analyse genoemd. Dit soort onderzoek kan de statistische resultaten van individuele onderzoeken combineren om effectgroottes te identificeren. Dit type onderzoek maakt over het algemeen geen gebruik van review artikelen.
Validiteit refereert naar de mate waarin een maatstaf de variabele die onderzocht wordt accuraat representeert. Dit concept bestaat uit verschillende facetten. Face validity is de mate waarin een gegeven maatstaf daadwerkelijk de variabele meet die een onderzoeker wil meten. Content validity evalueert in welke mate een maatstaf kijkt naar alle aspecten van een bepaalde variabele. Criterion validity geeft weer in welke mate een maatstaf gerelateerd is aan het daadwerkelijke gedrag.
De test-hertest betrouwbaarheid is de mate waarin de scores op dezelfde variabele, op twee verschillende meetmomenten, met elkaar correleren.
Jan, onderzoeker aan de universiteit van Groningen, creëerde een schaal om obsessief-compulsieve stoornis te meten bij mensen die opgenomen zijn in klinische afdelingen. Jan stuurde zijn maatstaf naar drie andere psychiatrische ziekenhuizen om te zien hoe het ging op andere locaties. In het ziekenhuis van Jan meldde zijn meting dat 10% van de patiënten symptomen vertoonde van een obsessief-compulsieve stoornis. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met het nationale gemiddelde. De andere drie ziekenhuizen rapporteerden percentages van 1%, 25% en 35%.
Met welk type betrouwbaarheid kan de maatstaf van Jan een probleem vormen?
Aan het einde van een online onderzoek worden deelnemers gevraagd om hun vrienden over dit onderzoek te vertellen. Van welke sampling type is hier sprake?
De hoogleraar vraagt in zijn college aan psychologie studenten om een vragenlijst in te vullen. Van welke sampling type is hier sprake?
Studenten worden random gekozen door de het laatste cijfer van hun studentnummer. Van welke sampling type is hier sprake?
Kinderen van drie verschillende scholen worden random geselecteerd op basis van hun geboortedatum. Van welke sampling type is hier sprake?
Welk type validiteit is het meest belangrijk wanneer een onderzoeker overweegt gebruik te maken van een poll of een survey?
Kees stelt een onderzoek op om te kijken of anonimiteit invloed heeft op de politieke mening van studenten op de universiteit in Groningen. Hij kiest 156 deelnemers van de studie psychologie. Hij verdeelt de groep studenten in twee groepen. Daarna vraagt hij ieder een mening over politieke vraagstukken. Kees vertelt de studenten dat hun antwoorden anoniem blijven. In de andere groep worden de studenten gevraagd een mening te geven over hun politieke voorkeuren. Er wordt echter niet verteld of hun antwoorden anoniem gehouden worden of niet.
Wat is de sampling methode? Wat is de sample? En wat is de populatie?
De vragen 3 tot en met 6 gaan over onderstaand stam en blad diagram.
Stam | Blad |
10 20 30 40 | 1367 247 24899 007 |
Wat is het minimum?
Wat is het maximum?
Wat is het gemiddelde?
Wat is de modus?
B. Snowball sampling.
C. Convenience sampling.
D. Probability sampling.
A. Multistage sampling.
Construct validiteit.
11
47
29.3
39
Aan het einde van een online onderzoek worden deelnemers gevraagd om hun vrienden over dit onderzoek te vertellen. Van welke sampling type is hier sprake?
Veldonderzoek en historisch-vergelijkend onderzoek:
Geef aan welke van de volgende stellingen juist/onjuist is/zijn.
I. Vergelijkend onderzoek richt zich op het onderzoeken van verschillen en overeenkomsten tussen culturen; sommige onderzoeken richten op uniciteit en andere op universaliteit van een concept.
II. Bijna alle problemen van sociaal onderzoek gelden ook voor vergelijkend onderzoek, waarnaast het ook nog eens duur is en veel tijd kost.
Geef aan welke van de volgende stellingen juist/onjuist is/zijn.
I. Bij observationeel onderzoek staat de onderzoeker altijd 'achter de schermen'.
II. Archief onderzoek levert geen ethische problemen op.
Case studies gaan altijd over één participant.
De generaliseerbaarheid van case studies is vaak laag.
De ecologische validiteit van naturalistisch onderzoek is vaak laag.
De reactiviteit van participanten is vaak hoog bij naturalistisch onderzoek.
Tijdens het observeren van een groep kinderen letten alle onderzoekers op hetzelfde kind. Vijf minuten later richten alle onderzoekers zich op een ander kind. Dit is een voorbeeld van:
Noem een voordeel en nadeel van archief onderzoek.
Hoe kun je de objectiviteit van naturalistisch onderzoek verhogen?
A. Lijken op elkaar, omdat ze beide niet waardenvrij zijn en te maken hebben met uiteenlopende soorten kwalitatieve data.
C. I en II zijn juist.
D. I en II zijn onjuist.
B. Niet waar.
A. Waar.
B. Niet waar.
B. Niet waar.
B. Individu steekproeftrekking.
Door gebruik te maken van systematische observatie, waarbij van tevoren wordt gespecificeerd wat, wie, wanneer, en waar wordt geobserveerd.
Veldonderzoek en historisch-vergelijkend onderzoek:
Geef aan welk antwoord onjuist is.
Welk antwoord is onjuist?
Welk antwoord is onjuist?
Een onderzoeker wil het wiskundecijfer (Y) voorspellen uit de cijfers voor Engels (X1) en Nederlands (X2). De onderzoeker verwacht een positief verband tussen Y en X1 en X2. Hij verzamelt van 10 kinderen uit een VWO-klas de cijfers voor deze vakken en voert een regressieanalyse uit. Die levert het onderstaande resultaat op:
Model | B | Std. Error | Beta | t | p |
(Constant) | -1.926 | 2.725 | -0.707 | 0.503 | |
Engels | 1.269 | 0.436 | 0.805 | 2.907 | 0.023 |
Nederlands | -0.046 | 0.404 | -0.032 | -0.115 | 0.912 |
Zijn B1 en B2 significant als er eenzijdig getoetst wordt met alfa = 0.02?
We onderzoeken de invloed van 3 verschillende antipsychotica op mate van angst. De mate van angst wordt gemeten door middel van een vragenlijst, waarbij een hoge score duidt op veel angst. De onderzoeker vermoed dat conditie A betere resultaten oplevert dan andere condities. Daarnaast verwacht hij dat conditie B slechtere resultaten oplevert dan conditie C. Wat zijn de correcte alternatieve hypothesen bij deze vermoedens?
Wat wordt bedoeld met een nul-effect?
Welk type fout maak je wanneer je de nulhypothese verwerpt, terwijl deze wel waar is?
Wat is de power?
Vul in: wanneer je een kleine effectgrootte verwacht, dan is de power ........
Wat is het meestgebruikte significantieniveau in de gedragswetenschappen?
A. Univariate statistiek beschrijft meer dan twee variabelen.
C. Je berekent de z-score van een waarde door de standaardafwijking van de score af te trekken en de uitkomst door het gemiddelde te delen.
A. Een type I fout is de fout dat je een nulhypothese accepteert, terwijl er in werkelijkheid wel een effect is.
B. B1 wel, B2 niet.
C. Vermoeden 1: 2Ua – Ub – Uc < 0 Vermoeden 2: Ub – Uc > 0
Dit houdt in dat een onderzoeker concludeert dat er geen verschil bestaat in de afhankelijke variabele. Dit kan ontstaan doordat er een fout bestaat in het design of dat de variabelen niet aan elkaar gerelateerd zijn. Er bestaat dus geen relatie.
Type-1 fout
Het onderscheidend vermogen van de test: de kans dat een significant verschil ook als dusdanig wordt herkend.
Lager.
α = .05
Geef aan welk antwoord onjuist is.
In een multipele regressie analyse wordt de invloed van meerdere .... variabelen onderzocht.
Wat wordt bedoeld met bivariate correlationeel onderzoek?
Wat zijn de twee belangrijke componenten van bivariate correlationeel onderzoek? En wat houdt dit in?
Wat wordt gemeten door effectgrootte?
Wat wordt gemeten door de r-value?
Wat houdt statistische significantie in?
Wat wordt bedoeld met een multiple regression analysis?
Hoe worden effectgroottes weergegeven in mutiple regression analysis?
“Spuriousness” is een fenomeen dat vermeden moet worden binnen wetenschappelijk onderzoek, maar wat is dit precies? Leg dit begrip kort uit
Hoe wordt onderzoek genoemd wat doorgaans gemanipuleerd wordt? En hoe wordt de variabele genoemd die gemanipuleerd wordt?
A. Onafhankelijke.
Bivariate correlationeel onderzoek kan gebruikt worden om een associatie claim te testen. Deze test vergelijkt twee variabelen.
De resultaten van deze testen hebben twee belangrijke componenten namelijk de richting (direction) en de strength. De direction is de richting. Deze component geeft aan of de associatie positief of negatief is. De tweede component is de strength. Deze geeft aan hoe nauw de variabelen geassocieerd zijn.
De effectgrootte meet de strength van de associatie tussen twee variabelen.
De r value meet de correlatie tussen twee variabelen. Een hoger r value stelt dat er een hogere associatie bestaat tussen twee variabelen.
Statistische significantie refereert naar de conclusie die een onderzoeker maakt of de resultaten zijn ontstaan door toeval. Dit wordt gemeten door de p-value. Een hogere p value stelt dat de kans groter is dat een associatie ontstaan is door toeval.
Een multiple regression analysis heeft betrekking op meer dan twee variabelen in dezelfde analyse. Een multiple regression analysis kan de interne validiteit verbeteren door te controleren voor een potentiele derde variabele.
Effect sizes in multiple-regression analyses worden weergegeven door de beta. Dit is een gestandaardiseerde ffect size en b geeft het niet gestandaardiseerde effect size weer.
Spuriousness komt voor wanneer twee variabelen causaal verbonden lijken, maar dit in realiteit niet zijn, omdat een derde, onvoorziene factor de ware oorzaak is.
Wanneer onderzoekers een variabele in een onderzoek manipuleren, wordt dat onderzoek doorgaans een (n) experiment genoemd. De gemanipuleerde variabele wordt vaak de onafhankelijke variabele genoemd.
In een multipele regressie analyse wordt de invloed van meerdere .... variabelen onderzocht.
Voor het uitvoeren van een ANOVA zijn bepaalde voorwaarden. Wat zijn die voorwaarden?
De invloed van derde variabelen en spurieuze relaties kan met een experimenteel onderzoek beter worden gecontroleerd dan met een correlationeel onderzoek.
Wat wordt bedoeld met onafhankelijke groep designs?
Wat wordt bedoeld met within-group designs?
Welke twee typen van within group designs bestaan er?
Wat is de F-statistiek?
Wat bekent het als de waarde van F groter is dan 1?
Stel, je doet een onderzoek naar de invloed van gewelddadige films op agressiviteit. Je selecteert 100 kinderen en verdeeld deze in twee groepen (wel en niet gewelddadige films). Wat zijn dan je degrees of freedom? Geef deze zowel voor de noemer als voor de teller.
Noem twee voordelen van repeated measures (herhaalde metingen) ten opzichte van een between-participants design.
Hoe kun je een carry-over effect bij een design met herhaalde metingen verminderen?
D. De varianties in de verschillende condities mogen niet teveel verschillen en de errortermen moeten normaal verdeeld en onafhankelijk zijn.
A. Waar.
Experimenten die verschillende deelnemers in verschillende omstandigheden vergelijken, staan bekend als designs met onafhankelijke groepen. Er zijn twee categorieën te onderscheiden. De eerste is het post test only design waarbij deelnemers slechts één keer worden getest op de afhankelijke variabele na het volgen van de manipulatie. De tweede is het pre-test / posttest-design waarbij deelnemers worden getest op de afhankelijke variabele vóór en na de manipulatie. Elk van deze ontwerpen kan nuttig zijn afhankelijk van de omstandigheden.
Een within group design houdt in dat elke deelnemer van het onderzoek alle niveaus van de onafhankelijke variabele ervaart.
Repeated-measures en concurrent-measures. Bij het ontwerp met herhaalde metingen (repeated-measures) worden deelnemers blootgesteld aan verschillende niveaus van de onafhankelijke variabele en na elke blootstelling getest op de afhankelijke variabele. De tweede is het ontwerp van parallelle metingen (concurrent measures), waarbij de deelnemers gelijktijdig interageren met de verschillende niveaus van de onafhankelijke variabele.
De ratio tussengroepsvariantie / binnengroepsvariantie.
Dat er meer variantie is tussen groepen dan binnen groepen (dus dat er een verschil is tussen de groepen).
Voor de teller geldt: dfbetween = k -1 = 2 -1 = 1. Voor de noemer geldt: dfwithin = N - k = 100 - 2 = 98.
Een verhoogde statistische power, en efficiëntie (er zijn minder participanten nodig).
Door de volgorde van de condities af te wisselen voor verschillende participanten.
Voor het uitvoeren van een ANOVA zijn bepaalde voorwaarden. Wat zijn die voorwaarden?
Kijk naar onderstaande plot. Van welk(e) effect(en) is hier sprake?
Kijk naar onderstaande plot. Van welk(e) effect(en) is hier sprake?
Kijk naar onderstaande plot. Van welk(e) effect(en) is hier sprake?
Kijk naar onderstaande plot. Van welk(e) effect(en) is hier sprake?
Wat wordt bedoeld met een factorial design?
Welke drie typen factorial design bestaan er?
Wat wordt bedoeld met een interactie effect?
Welke twee typen interactie bestaan er?
Wat betekent 'crossing the factors'?
Stel, je hebt twee onafhankelijke variabelen in je onderzoek. Iedere onafhankelijke variabele heeft twee condities. Hoeveel groepen zijn er dan mogelijk in een factorieel design?
A. Een hoofdeffect voor geweld.
B. Een hoofdeffect voor geslacht.
D. Een hoofdeffect voor geweld, een hoofdeffect voor geslacht, en een interactie effect tussen geweld en geslacht.
C. Een hoofdeffect voor geweld en een hoofdeffect voor geslacht.
Een factorial design is een experiment dat alle mogelijke combinaties van meer dan één onafhankelijke variabele test.
Een interactie effect houdt in dat het effect van een onafhankelijke variabele afhangt van een andere onafhankelijke variabele.
Mixed factorial design, within-group factorial design en independent-groups factorial design.
Cross over interactie en spreidingsinteractie.
Crossing the factors betekent dat ieder level van iedere onafhankelijke variabele voorkomt met ieder level van iedere andere onafhankelijke variabele.
4.
Wat wordt bedoeld met een factorial design?
Welke stelling is juist?
I. Vreemde variabelen veroorzaken random error.
II. Verstorende (confounding) variabelen veroorzaken systematische error.
Wat wordt bedoeld met interne en externe validiteit?
Wat wordt bedoeld met statistische validiteit en construct validiteit?
Wat wordt bedoeld met een observer bias?
Wat wordt bedoeld met een observer effect?
Small N designs worden door diverse onderzoekers in twijfel getrokken. Ze vergroten echter wel een bepaalde vorm van validiteit. Welke vorm van validiteit wordt door een small N design versterkt?
Noem vier manieren om de effecten van vreemde variabelen te controleren.
Wat zijn de drie meest voorkomende bedreigingen voor de interne validiteit?
Wat is een cover story en waarom wordt dit soms gebruikt?
Vul aan: vreemde variabelen zorgen voor ...... error. Daardoor is ...... lager, wat leidt tot een verhoogd risico op een type ... fout.
C. Beide stellingen zijn juist.
Interne validiteit houdt in dat er geen alternatieve verklaringen zijn voor de relatie tussen twee variabelen. De relatie tussen twee variabelen is onvervalst. Een hoge mate van externe validiteit houdt in dat de resultaten van een onderzoek toegepast kunnen worden op de besproken populatie. De resultaten zijn generaliseerbaar.
Statistische validiteit houdt in dat de getallen en de berekeningen gerapporteerd door de onderzoeker betrouwbaar zijn. Construct validiteit houdt in dat een variabele juist geoperationaliseerd is. De variabelen zijn op de juiste manier gemeten.
Er is sprake van een osbserver bias wanneer de onderzoeker al kennis heeft over het onderzoek. De bestaande kennis van de onderzoeker kan invloed hebben op de manier waarop de onderzoeker observeert.
Er is sprake van een observer effect wanneer het gedrag van deelnemer van een onderzoek verandert door de verwachten die de onderzoeker opwekt.
Interne validiteit. Small N designs worden vaak voorzichtig gemaakt om op deze manier de alternatieve hypothese uit te sluiten.
Beperkte populatie design, voor-na design, gepaarde groepen design, en standaardisatie van condities.
Placebo effect, vraagkenmerken, onderzoeker bias.
Een cover story is een (deels) valse of misleidende bewering over wat er wordt onderzocht. Dit wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de participanten de onderzoekshypothese niet kunnen raden en zodoende de interne validiteit te waarborgen.
Vreemde variabelen zorgen voor random error. Daardoor is de power lager, wat leidt tot een verhoogd risico op een type-2 fout.
Welke stelling is juist?
I. Vreemde variabelen veroorzaken random error.
II. Verstorende (confounding) variabelen veroorzaken systematische error.
Welke stelling is juist?
I. Een direct replicatie kan nooit precies het originele onderzoek herhalen.
II. Een onderzoek is alleen repliceerbaar als het daadwerkelijk is gerepliceerd.
Welke stelling is juist?
I. Een onderzoek hoeft niet herhaald te worden wanneer de resultaten significant zijn.
II. Conceptuele replicaties zijn minder nuttig in het verzekeren van een betrouwbare bevinding dan directe replicaties.
Welke stelling is juist?
I. Een meta-analyse is altijd gebaseerd op gearchiveerd (reeds gedaan) onderzoek.
II. Een review studie is vaak minder objectief dan een meta-analyse.
Welke stelling is juist?
I. De generaliseerbaarheid van resultaten is vaak hoger bij veldexperimenten dan bij laboratoriumexperimenten.
II. Hoe goed een experiment ook is ontworpen, er zijn altijd bedreigingen voor de externe validiteit.
Vul de onderstaande woorden in op de plek van de XXXX.
Piet, docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, vraagt zich af wat de relatie is tussen de temperatuur in een collegezaal en gevoelens die erbij horen. Hij vraagt zich af of het verminderen van de temperatuur in de zaal met 1* een effect zou hebben op gevoelens van de studenten die zich bevinden in de collegezaal. Om vast te stellen dat de verschillende niveaus van de onafhankelijke variabele voldoende verschillen, kiest hij ervoor om een XXXX uit te voeren door de studenten aan het einde van het college te vragen de waargenomen temperatuur in de ruimte op te schrijven. Hij constateert dat de deelnemers allemaal melden dat de ruimte 'comfortabel' is. Hij vraagt zich af of 1* eenvoudigweg niet groot genoeg is om opgemerkt te worden. Om zijn onderzoek voort te zetten, voert hij een XXXX uit door een klein aantal studenten te kiezen en te meten in hoeveel graden de kamertemperatuur moet worden gewijzigd voordat het merkbaar minder comfortabel is. Deze twee technieken helpen om de XXXX validiteit van de onafhankelijke variabele te bepalen. Beide technieken worden vaak gebruikt om de strength van het onderzoek te verbeteren.
Gebruik de volgende woorden: pilot study, construct, external, internal, manipulatiecontrole
Waarom is het belangrijk om een onderzoek te herhalen?
Op welke vier manieren kan een onderzoeker een eerdere studie herhalen?
Noem drie redenen waarom een meta-analyse (relatief) objectief is.
Wat houdt generalisatie in bij wetenschappelijk onderzoek?
Wat is ecologische validiteit?
C. Beide stellingen zijn juist.
D. Beide stellingen zijn onjuist.
C. Beide stellingen zijn juist.
C. Beide stellingen zijn juist.
Piet, docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, vraagt zich af wat de relatie is tussen de temperatuur in een collegezaal en gevoelens die erbij horen. Hij vraagt zich af of het verminderen van de temperatuur in de zaal met 1* een effect zou hebben op gevoelens van de studenten die zich bevinden in de collegezaal. Om vast te stellen dat de verschillende niveaus van de onafhankelijke variabele voldoende verschillen, kiest hij ervoor om een manipulatiecheck uit te voeren door de studenten aan het einde van het college te vragen de waargenomen temperatuur in de ruimte op te schrijven. Hij constateert dat de deelnemers allemaal melden dat de ruimte 'comfortabel' is. Hij vraagt zich af of 1* eenvoudigweg niet groot genoeg is om opgemerkt te worden. Om zijn onderzoek voort te zetten, voert hij een pilot study uit door een klein aantal studenten te kiezen en te meten in hoeveel graden de kamertemperatuur moet worden gewijzigd voordat het merkbaar minder comfortabel is. Deze twee technieken helpen om de construct validiteit van de onafhankelijke variabele te bepalen. Beide technieken worden vaak gebruikt om de strength van het onderzoek te verbeteren.
Het herhalen van een onderzoek zorgt ervoor dat het belang van het betreffende onderzoek binnen dat onderzoeksgebied vergroot wordt.
De vier manieren waarop een onderzoek herhaald kan worden zijn:
Een meta-analyse is relatief objectief, omdat:
De mate waarin verbanden tussen conceptuele verbanden kunnen worden aangetoond in een grote verscheidenheid van mensen, omgevingen, en (gemanipuleerde en/of gemeten) variabelen.
De mate waarin het onderzoek is uitgevoerd in situaties die lijken op alledaagse levenservaringen van de participanten.
Welke stelling is juist?
I. Een direct replicatie kan nooit precies het originele onderzoek herhalen.
II. Een onderzoek is alleen repliceerbaar als het daadwerkelijk is gerepliceerd.
Wat wordt bedoeld met een selectie effect?
Wat wordt bedoeld met een testing threat?
Wat wordt bedoeld met een regression threat?
Wat wordt bedoeld met een muturation threat?
Wat is het verschil tussen een experiment en een quasi-experiment?
Wat wordt bedoeld met een single N design?
Wat is het verschil tussen een small N design en een large N design?
Wat houdt het begrip een stable baseline design in? En een multiple baseline design?
Wat wordt bedoeld met een reversal design?
Wat betekent regressie naar het gemiddelde?
Een selectie effect kan ontstaan wanneer een onderzoeker per ongeluk een voorwaarde creëert met een fundamenteel ander type deelnemer dan een andere voorwaarde. Een onderzoeker kan dit tegen gaan door willekeurig deelnemers aan elk niveau toe te wijzen. Dit wordt ook wel random assignment genoemd. Selectie effecten resulteren uit het feit dat één groep in een experiment systematisch verschilt van een andere groep, wat de interne validiteit in gevaar brengt.
Een testing threat houdt in dat de toekomstige prestaties van de deelnemer veranderd worden vanwege interactie met een meetwaarde.
Een regression threat houdt in dat extreme scores kunnen terug gaan naar de gemiddelde scores. Onderzoekers moeten de scores van de deelnemers op verschillende tijdstippen in het experiment vergelijken. Daarnaast is het belangrijk de scores ook te vergelijken met de gemiddelde scores.
Dit houdt in dat het gedrag van deelnemers over een bepaalde periode spontaan kan veranderen. Dit wordt ook ‘spontaneous remission’ genoemd. Dit probleem kan voorkomen worden door een vergelijkingsgroep te gebruiken.
Een experiment manipuleert een onafhankelijke variabele om de verandering in een afhankelijke variabele te zien. Een quasi experiment gebruikt over het algemeen dezelfde structuur, maar met een onafhankelijke variabele die niet echt door de onderzoeker kan worden gemanipuleerd. Een quasi experiment kan door zowel within group designs als between group designs worden uitgevoerd.
Onderzoekers bestuderen enkele vraagstukken erg uitgebreid om op deze manier zoveel mogelijk data te verzamelen uit deze vraagstukken.
In small N design wordt elk individu als een apart experiment gebruikt. In dit geval worden een paar deelnemers gebruikt. In een large N design worden zoveel mogelijk deelnemers verzameld. De onderzoekers kijken naar de gegevens van de steekproef als geheel. Small N en large N designs zijn vooral nuttig wanneer er wordt gekeken naar unieke individuen die representatief zijn voor belangrijke vraagstukken.
Een stable baseline design houdt de deelnemers van een onderzoek gedurende een lange periode nauwlettend in de gaten voordat een behandeling begint. De deelnemers worden langere periode geobserveerd om te weten welk type gedrag typerend is. Een (meervoudig) baselinematig ontwerp registreert meer dan één type gedrag gedurende verschillende tijdsduren voordat behandelingen worden toegepast op elk specifiek gedrag.
Een reversal design introduceert een behandeling en verwijdert het vervolgens om te zien of het gedrag zonder de behandeling zal terugkeren.
Regressie naar het gemiddelde is de tendens van scores richting het gemiddelde op de tweede meting. Wanneer er een (sterke) correlatie is tussen de eerste en tweede meting, dan komt het vaak voor dat de score op de tweede meting meer richting het gemiddelde gaat, hoe extreem de score op de eerste meting ook was.
Wat wordt bedoeld met een selectie effect?
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2631 |
Add new contribution