Psychology and behavorial sciences - Theme
- 34727 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Welke filosofie kan worden gezien als tegengesteld (“opposite”) aan het empirisme (“Empiricism”)?
In zijn dualistische filosofie ging Descartes er van uit dat gedrag dat mensen en dieren gemeenschappelijk hebben (zoals het zich kunnen bewegen) veroorzaakt moet zijn door … en niet door …
De ideeën van Thomas Hobbes droegen bij aan het ontwikkelen van een filosofie die bekend staat als het empirisme. Bij het empirisme staat de volgende gedachte centraal:
Gray behandelt een aantal grondslagen voor de wetenschappelijke psychologie. Welke van onderstaande grondslagen hoort daarbij? Het idee dat …
Descartes stelde een versie van het dualisme voor waarin een belangrijke stap naar psychologie als wetenschap werd gezet. Deze versie is echter niet geschikt om als grondslag te dienen voor de huidige psychologie, omdat...
Volgens het materialisme kun je bewustzijn…
Menselijk gedrag kan binnen de psychologie vanuit verschillende perspectieven worden bestudeerd. Een psychologe die in haar onderzoek naar seksuele jaloezie de nadruk legt op de rol van onze overtuigingen (“beliefs”) en interpretaties heeft blijkbaar gekozen voor een ….
Wat zijn de drie fundamentele ideeën in de psychologie?
Kies de drie juiste antwoorden. De biologie onderzoekt gedrag op de volgende niveaus:
Het neurale niveau.
Het cognitieve niveau.
Het culturele niveau.
Het evolutionaire niveau.
Het genetische niveau.
Het ontwikkelingsniveau.
Het sociale niveau.
Hoort het begrip 'association by contiguity' bij de empiristen of de nativisten? Leg uit.
D. Het nativisme.
C. Het lichaam; de ziel (“soul”).
B. Alle menselijke kennis komt uiteindelijk voort uit zintuiglijke waarneming (‘sensory experience’).
A. Gedachten en gevoelens te herleiden zijn tot hersenprocessen.
C. Volgens deze versie het denken niet wetenschappelijk onderzocht kan worden.
A. Bestuderen, omdat dat wordt veroorzaakt door neuronen.
C. Cognitief-psychologische benadering.
Gedrag heeft uiteindelijk een fysieke oorzaak, die wetenschappelijk valt te onderzoeken.
Het neurale niveau, het evolutionaire niveau en het genetische niveau.
Dit begrip hoort bij de denkwijze van de empiristen, die stellen dat alles wat mensen leren voortkomt uit de informatie die we van onze zintuigen krijgen, uit de ervaringen die we opdoen (de nativisten denken dat er bepaalde kennis is waarmee men geboren wordt, en die dus niet hoeft te worden aangeleerd). Het begrip 'association by contiguity' houdt in dat we associaties leren als gebeurtenissen vlak na elkaar plaatsvinden. Dit leren we dus dankzij onze zintuiglijke ervaringen (en is niet aangeboren).
Op een basisschool worden kinderen getest op hun sociale vaardigheid en worden vragen gesteld over hun vrijetijdsbesteding. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen die veel naar soaps kijken sociaal vaardiger zijn dan kinderen die dat minder doen. De onderzoekers doen de aanbeveling om kinderen meer naar soaps te laten kijken om hun sociale vaardigheden te stimuleren. Deze aanbeveling is …. omdat het hier gaat om ….. onderzoek.
‘Scepticisme’ betekent in de wetenschap:
Het gedrag van Clever Hans, een paard dat leek te kunnen rekenen, bleek voor een groot deel te kunnen worden toegeschreven aan …
Welke van onderstaande beweringen is waar?
Met een correlationele studie kun je geen …
In een onderzoek naar rijvaardigheid gebruikt een onderzoeker twee condities. In de alcoholconditie krijgen proefpersonen voordat hun rijvaardigheid zal worden gemeten een alcoholische versnapering, in de non-alcohol conditie krijgen ze een glas frisdrank. Proefpersonen mogen zelf kiezen in welke conditie zij worden ingedeeld. Wat kun je van deze opzet zeggen? Er is hier sprake van …
Een onderzoeker traint een groep deelnemers aan een experiment in het hanteren van een bepaalde oplossingsstrategie, een andere groep deelnemers krijgt geen training. Beide groepen moeten daarna in 30 minuten 15 problemen oplossen. De onderzoeker registreert het aantal correct opgeloste problemen. Wat is in bovenstaand experiment de afhankelijke variabele?
Onlangs in het nieuws: Uit onderzoek bij 645 kinderen die lid waren van een club en 679 kinderen die dat niet waren, blijkt dat het lidmaatschap van een club positieve effecten heeft op kinderen. Kinderen die lid zijn van een club presteren beter op school, ze gebruiken minder drugs en alcohol en ze sluiten minder vaak aan bij ‘gangs’ dan kinderen die geen lid zijn van een club. De positieve effecten zijn te danken aan het feit dat de kinderen een sterker zelfbeeld en daardoor een groter zelfvertrouwen krijgen als ze betrokken zijn bij een club. De clubs waarover het onderzoek gaat, zijn de zogenaamde ‘Boys and Girls Clubs’. Deze instellingen zijn het beste te vergelijken met jongerencentra in Nederland. De toegang tot deze clubs is gratis.
Op basis van bovenstaande informatie kun je concluderen dat …
Een conceptueel model om bestaande feiten te verklaren noemen we een:
In een dubbelblind onderzoek:
Met welke term beschrijven we de systematische invloed van een andere variabele dan het te meten construct in cognitieve tests?
Stel: een bedrijf meet de persoonlijkheid van werknemers met een test die meet hoe snel mensen een stuk tekst over kunnen typen. De test wordt altijd onder dezelfde omstandigheden uitgevoerd en levert ook steeds dezelfde resultaten bij herhaalde afname. Een psycholoog die de test onderzoekt komt echter tot de conclusie dat het een slechte test is. De test meet niet wat de test zou moeten meten, namelijk persoonlijkheid. Wat is er mis volgens de psycholoog?
Als men van een test zegt dat hij bias vertoont, dan betekent dit dat deze test …
Bij psychologie wordt descriptieve en inferentiële statistiek gebruikt. Wat is het verschil tussen deze soorten?
Wat is statistische significantie? Welke drie zaken zijn vooral belangrijk als je een significante test wil maken?
Welke lessen kan de psychologie trekken uit het geval van het paard Slimme Hans?
D. Niet gerechtvaardigd; correlationeel
B. Het zoeken naar alternatieve verklaringen en bewijzen die een theorie kunnen weerleggen, zelfs als het om je eigen theorie gaat.
C. Proefleider verwachtingen (observer-expectancy effects).
B. Feiten ondersteunen hypothesen, hypothesen worden afgeleid uit theorieën.
A. Causale hypotheses toetsen.
A. Bias en dat maakt de resultaten eigenlijk onbruikbaar.
A. Het aantal correct opgeloste problemen.
B. Onterecht wordt geconcludeerd dat lidmaatschap van een club positieve effecten heeft op kinderen.
B. Theorie
C. Weten zowel de onderzoeker als de deelnemer niets van het doel van het onderzoek.
B. Bias
B. De test is niet valide.
A. Bepaalde groepen systematisch benadeelt of bevoordeelt.
Descriptieve statistiek wordt gebruikt om grote hoeveelheden data samen te vatten, met inferentiële statistiek wordt bekeken in hoeverre men ervan uit kan gaan dat de resultaten van een onderzoek niet voortgekomen zijn uit toeval.
Wiskundig betekent statistische significantie dat de p kleiner is dan 0.05. Bij een experiment betekent dit dat de kans dat de gevonden resultaten veroorzaakt zijn door toeval, kleiner is dan 0.05. Dit is heel belangrijk voor onderzoekers. Om de statistische significantie te waarborgen, kunnen zij letten op de volgende zaken:
Wanneer de genetische invloed op een bepaald kenmerk is toe te schrijven aan het gecombineerde effect van een groot aantal genen, dan noemen we die eigenschap ...
Duidelijke altruïstische handelingen waarbij niet-familieleden net zo vaak geholpen worden als familieleden kunnen het best verklaard worden door …
Volgens de evolutietheorie is de uitspraak ‘wormen zijn even ver geëvolueerd als mensen’…
Welke uitspraak over de relatieve invloed van genen en omgeving op iemands gedrag is waar?
Analogieën tussen gedrag van verschillende soorten geven waardevolle aanwijzingen voor het …
Wat wordt bedoeld met mitose?
Wat is het functionalisme?
Natuurlijke selectie kan plaatsvinden door de grote variabiliteit in genen die levende wezens hebben. Door welke twee oorzaken ontstaat deze variabiliteit?
Wat is het verschil tussen nabije en proximale verklaringen van gedrag?
Wat houdt de kin selection theory in?
Beschrijf de twee belangrijkste misverstanden die vaak naar voren komen in opvattingen over de aard of implicaties van biologische evolutie.
D. Polygeen
B. De ‘reciprocity’ theorie
A. Waar
A. Er kan niet worden gezegd of de invloed van de genen of van de omgeving het grootst is.
C. Begrijpen van de evolutionaire functie van bepaald gedrag.
A. Celdeling waarbij nieuwe cellen worden geproduceerd anders dan ei- of spermacellen.
D. Het functionalisme is een richting binnen de psychologie met als uitgangspunt dat men de functies van het eigen gedrag systematisch bestudeert.
Nabije verklaringen kijken naar de betekenis van gedrag voor reproductie of overleven. Proximale verklaringen probeert gedrag uit te leggen aan de hand van oorzaken in de directe omgeving. Een voorbeeld uit het boek heeft het over een zingende vogel die een vrouwtje probeert te verleiden. Een nabije verklaring hiervoor zou zijn dat het mannetje zich wil voortplanten. Een proximale verklaring zou kunnen zijn dat de zon schijnt, de geslachtshormonen bij het mannetje hierdoor geactiveerd worden en het mannetje daardoor gaat zingen.
Kin selection theory houdt in dat coöperatief gedrag naar bloedverwanten wordt veroorzaakt omdat een individu wil dat zijn genen overleven, en een bloedverwant lijkt qua genen het meest op het individu. Eigenlijk is altruïsme dus een vorm van overlevingsdrang (want wat uiteindelijk natuurlijk overleeft, zijn de genen van het individu, en niet hijzelf).
Iemand die laat weten dat hij boodschappen heeft gedaan en zegt: 'Koop melk winkel”. Deze persoon heeft waarschijnlijk …
Terwijl je bijna lag te slapen hoorde je opeens gekras op je raam. Op dat moment begon je hart sneller te bonken. Welk gedeelte van je zenuwstelsel is verantwoordelijk voor deze reactie?
Neurotransmitters …
Actiepotentialen van een specifiek neuron …
Welke beschrijving past bij het fenomeen long term potentiation?
De hersenstam regelt zaken als …
Onderzoek heeft uitgewezen dat de … groter is bij Londense taxichauffeurs (die de plattegrond van Londen uit hun hoofd moeten kennen) dan bij vergelijkbare mensen van een controlegroep die geen taxichauffeur zijn.
Een presynaptisch neuron is …
Welke neuronen dragen informatie van het centrale zenuwstelsel naar de spieren?
Het autonome zenuwstelsel heeft twee onderdelen: het sympathische en het parasympathische. Hierbij is het sympathische zenuwstelsel verantwoordelijk voor _____en het parasympathische zenuwstelsel voor _____.
Het autonome zenuwstelsel kent een sympathische en parasympathische divisie, waarbij…
Welk gebied in de hersenen wordt geassocieerd met motorische afasie?
Beschrijf wat een actiepotentiaal is en wat er tijdens een actiepotentiaal gebeurt.
Benoem de belangrijkste onderdelen van (de meeste) neuronen.
Wat is het rustpotentiaal?
Je wilt weten op welke precieze plek in het brein activiteit plaatsvindt. Welke methode kun je hier het beste voor gebruiken, en waarom?
Welk hersenonderdeel kan worden vergeleken met een doorgeefstation?
Wat is het verschil tussen Broca's aphasia en Werknicke's aphasia?
D. Een stoornis in het gebied van Broca ('Broca's aphasia').
B. Het sympathische gedeelte van het autonome zenuwstelsel.
C. Dragen de zenuwimpuls vanuit de eindknopen ('terminal buttons') via de synaptische spleet ('synaptic cleft') over op de dendriet van een andere zenuwcel.
B. Zijn allemaal even sterk.
A. Als een postsynaptisch neuron vuurt vlak nadat een presynaptisch neuron heeft gevuurd, dan wordt de verbinding tussen de twee neuronen versterkt.
B. Hartslag en ademhaling.
C. Hippocampus
B. Een neuron van waaruit de boodschap komt.
B. Motorneuronen
D. Een toename in lichaamsactiviteit; het herstel van de lichaamsactiviteit naar normaal.
B. De sympathische divisie het lichaam in paraatheid brengt om op stress te reageren.
A. Het gebied van Broca
Een actiepotentiaal is een stroom van veranderingen in de elektrische spanning langs het membraan die snel van het eind van het axon naar het andere gaat. De sodiumkanalen in het membraan gaan open tijdens een actiepotentiaal. Door de hogere concentratie van sodium buiten de cel en door de elektrische kracht van de positieve buitenkant wordt sodium de cel binnen geduwd. Hierdoor ontstaat er een gelijke elektrische spanning binnen en buiten het membraan, dit heet de depolarisatie-fase. Zodra dit gebeurt sluiten de sodiumkanalen zich, maar blijven de potassiumkanalen open. Door de hogere concentratie van potassium in de cel en door de elektrische kracht van de tijdelijk positieve binnenkant wordt de potassium naar buiten, de cel uit, geduwd.
Een neuron heeft in de meeste gevallen een cellichaam, wat het grootse oppervlak beslaat. Het lichaam bestaat uit een celkern en een aantal andere structuren. Verder hebben neuronen vaak dendrieten, draden die informatie van andere cellen ontvangen. Axonen zijn andere draden aan een neuron, die juist informatie aan andere cellen sturen. Dit doen ze via de axon terminal.
Het rustpotentiaal houdt in dat het neuron een elektrisch negatieve lading heeft (van -70 mV). Het rustpotentiaal wordt in stand gehouden door de kalium-natrium pomp en door krachten die te maken hebben met concentratie en lading. Natrium komt de cel in, en dat zorgt er uiteindelijk voor dat een rustpotentiaal verandert in een actiepotentiaal.
Voor deze meting kun je het beste functional magnetic resonance imaging (fMRI) gebruiken. Door middel van het meten van elektrische velden kan de activiteit van alle delen van het hele brein bekeken worden, niet alleen de activiteit recht onder de schedel, zoals bij een EEG. Een EEG meting is wel handiger als je precies wilt weten wanneer een bepaalde activiteit plaatsvindt, in plaats van waar.
Het gaat hier om de thalamus, een klein gebiedje dat verschillende onderdelen van de hersenen met elkaar verbindt. Zo geeft het informatie door van de sensorische paden aan de sensorische gebieden van de cerebrale cortex.
Het zijn allebei vormen van spraakgebrek. Bij Broca's aphasia wordt er gebruik gemaakt van een telegraafachtige vorm van praten. Men gebruikt alleen de essentiële woorden, maar kan geen normale zinnen maken. Bijvoorbeeld 'winkel gegaan brood halen'. Wernicke’s aphasia kan als tegengesteld worden gezien. Men kan hierbij niet op de juiste woorden en termen komen, maar de spraak blijft wel vloeiend. Dit eindigt in een betekenisloze stroom woorden.
Wanneer wij ons concentreren op een stimulus of een probleem proberen op te lossen vertoont ons EEG een patroon dat “beta-waves” wordt genoemd. Dit patroon wordt gekenmerkt door … en is waarschijnlijk het gevolg van …
Welke uitspraak over de amygdala is niet juist?
Bij lachtherapie gaat men er vanuit dat je gelukkiger wordt door te lachen. Volgens Ekmans gezichtsterugkoppelingstheorie (facial feedback theory) geldt hierbij dat …
Onderzoek bij apen laat zien dat verschillen in de hersenen tussen mannetjes en vrouwtjes die geassocieerd worden met seksueel gedrag, bepaald worden door de aanwezigheid of afwezigheid van … rond de …
Emotie en expressie zijn nauw verbonden met elkaar. Toch kan iemand een pokerface aannemen ondanks dat deze persoon zeer heftige emoties ervaart. Dit kan doordat …
Uit onderzoek naar de psychobiologische achtergrond van gedrag blijkt dat seksueel gedrag bij de vrouw waarschijnlijk vooral wordt bepaald door …
Bij lachtherapie moet je doen alsof je lacht, ook al heb je daar helemaal geen zin in. De claim is dat je er toch vrolijker van wordt. Kan dat kloppen?
Wat wordt bedoeld met de theorie van onderhoud en protectie van slaap?
Voorafgaand aan het conditioneren zal er dopamine vrijkomen bij het ontvangen van voedsel, zodat een relatie wordt gelegd tussen het voedsel en wat eraan voorafging. Na het voltooien van de conditionering zal er dopamine vrijkomen als reactie op de bel, zodat er een relatie wordt gelegd tussen het klinken van de bel en de omstandigheden waarin de bel klinkt.
Je herkent een voorwerp sneller als het een onderdeel is van een betekenisvolle scène, dan wanneer het een onderdeel is van verzameling ongerelateerde voorwerpen. Deze observatie vormt bewijs voor …
Motivatie kan een functie zijn van drive (interne motivatie) en van externe stimuli. Welke bevinding is niet in overeenstemming met het idee dat motivatie vooral een functie van drive is?
Het deel van de hersenen dat instaat voor het reguleren van honger, dorst, seks en temperatuur is
Benoem de vijf soorten driften.
Wat is een cruciaal hersengebied wat betreft beloningen en hoe is dat bewezen?
Hans woont in Amsterdam en is drugsverslaafd. Een therapeut stuurt hem een tijd naar een afkickkliniek in Oostenrijk. Hans geneest wonderbaarlijk snel en wordt terug naar Amsterdam gestuurd. Waarom is de kans groot dat het snel weer fout zal gaan met Hans?
Waar refereert de term androgeen aan?
Waarom is de amygdala in het menselijk brein belangrijk?
A. Snelle, onregelmatige golven; het niet-gesynchroniseerd vuren van neuronen.
C. De amygdala reageert alleen op bewust waargenomen stimuli.
A. Lachen het voelen van geluk mede veroorzaakt.
C. Testosteron; geboorte
B. Het enige tijd duurt om een gezichtsexpressie te vormen. Daardoor ontstaat er ruimte voor andere signalen en/of sturing.
A. Mannelijke geslachtshormonen (testosteron).
A. Ja, doordat de gezichtsspieren een terugkoppeling hebben naar het brein.
A. De functie van slaap is om energie te behouden op momenten dat wakker zijn van weinig waarde en mogelijk gevaarlijk is.
D. Alternatieven a en b zijn beide onjuist.
C. de kracht van ‘top-down’ verwerking.
C. Mensen eten meer als hun voedsel er appetijtelijk uitziet.
B. de hypothalamus.
Reproductieve drift, educatieve drift, regulatieve drift, sociale drift en veiligheidsdrift.
De nucleus accumbens (een onderdeel van de medial forebrain bundle) is een essentieel gebiedje wat betreft beloningen. Dit werd bewezen door middel van ratjes, waarbij elektroden op de nucleus accumbens werden geplaatst. Het gebiedje werd elektrisch gestimuleerd als de ratjes op een soort knopje zouden drukken. Het bleek dat de dieren steeds vaker de knop gingen indrukken, om het uiteindelijk urenlang achter elkaar te doen, zodat het fijne gevoel (het beloningsgevoel) zou worden vrijgegeven door de NA.
Een belangrijke reden voor het verslavende aspect van drugs is dat er bij gebruik veel dopamine wordt afgegeven in dat gedeelte van de nucleus accumbens dat verantwoordelijk is voor aan beloning gerelateerd leren. Dat betekent dat bij drugsgebruik associaties worden geleerd tussen alle cues die zich bevinden in de omgeving en het gevoel dat de drugs brengen (de beloning). Een verslaafde kan hierdoor bij het zien van zijn dagelijkse omgeving behoefte krijgen aan drugs. Hans zal in Oostenrijk niet veel cues vinden die hem in Nederland aan drugs deden denken (waardoor hij het ook ging gebruiken), daarom geneest hij snel. Terug in Nederland, doet alles hem opeens weer denken aan drugs en het gevoel dat daarmee gepaard gaat. Een terugval is dan zeer waarschijnlijk.
De term androgeen is een verzamelnaam voor een categorie hormonen die worden geproduceerd in mannelijke dieren. Een voorbeeld hiervan is testosteron.
De amygdala is de belangrijkste bron van onbewuste emotionele respons. Bij gevaar zorgt het voor de juiste angst of woede respons. Uit onderzoek blijkt dat dit soort respons bij schade aan de amygdala grotendeels wegvalt. De amygdala is overigens ook betrokken bij positieve emoties.
Volunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden


There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourism & Sports
Main study fields NL:
Add new contribution