Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Abnormal Psychology van Barlow en Durand

Hoofdstuk 1 – De historische context van abnormaal gedrag

 

Het begrijpen van psychopathologie

Een psychische stoornis is een psychologische disfunctionaliteit bij een persoon die geassocieerd kan worden met een beperkt functioneren. Daarbij vertoont deze persoon gedrag dat niet als typisch wordt gezien volgens de geldende (culturele) normen. Een speciaal soort psychologische stoornis is een fobie. Een fobie wordt gekenmerkt door een constante angst voor een object of een situatie.

 

Wat is een psychische stoornis?

Een psychische stoornis, ook wel abnormaal gedrag genoemd, heeft drie kenmerken:

  • Psychische disfunctionaliteit: een defect in cognitief, emotioneel of gedragsmatig functioneren. Het is echter lastig om de grens te leggen tussen wat normaal en wat abnormaal is.

  • Verontrusting/beperking: wanneer een psychische stoornis het normaal functioneren belemmert, kan dit voor verontrusting en een beperking zorgen.

  • Atypisch of niet volgens de culturele normen: iets is atypisch als het ver afwijkt van het gemiddelde. Dit gaat niet altijd op, want het afwijken van de gemiddelde lengte is niet per se abnormaal. Iets is ook atypisch als het niet overeenkomt met de sociale normen.

Het is moeilijk om onderscheid te maken tussen normaal en abnormaal. De meest geaccepteerde definitie, of prototype, van abnormaal gedrag wordt geformuleerd in de Diagnostic and Statistical Manual (DSM-IV-TR). Deze handleiding bevat criteria en prototypes van bepaalde stoornissen. Aan de hand hiervan kan bepaald worden of gedrag normaal of abnormaal is.

 

Psychopathologie

Psychopathologie is de wetenschappelijke studie naar psychische stoornissen. In dit veld zijn psychologen, psychiaters en therapeuten werkzaam. De meeste professionals benaderen hun werk op een wetenschappelijke manier. Dit doen ze door middel van onderzoek, evaluatie van hun eigen werk en ze blijven op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het veld.

De term presenting problem wordt gebruikt om aan te geven met welke klacht(en) een persoon in eerste instantie in een ziekenhuis of een kliniek is beland. De eerste stap naar het uitvinden van het probleem is de klinische beschrijving; de unieke combinatie van gedragingen, gedachten en gevoelens die samen tot een specifieke stoornis leiden. Eerst wordt vastgesteld wat de stoornis onderscheidt van andere stoornissen. De prevalentie van een stoornis is hoe vaak een stoornis binnen een bepaalde populatie voorkomt en wordt bepaald door middel van statistieken. Het aantal nieuwe gevallen van de stoornis binnen een bepaalde periode wordt de incidentie van een stoornis genoemd.

Stoornissen verschillen sterk van elkaar wat betreft patroon, aanvang en verloop. De meeste stoornissen volgen een individueel patroon. Sommige stoornissen, zoals schizofrenie, volgen een chronisch patroon. Deze duren een lange of levenslange tijd. Andere stoornissen volgen een episodisch patroon, waarbij herstel mogelijk is binnen een paar maanden. Er bestaan ook tijd-gelimiteerde stoornissen die verbeteren zonder behandeling en binnen een korte tijd. Een ander verschil tussen stoornissen kan gevonden worden in de aanvang van de stoornis, deze kan acuut of geleidelijk zijn. Een prognose voorspelt hoe de stoornis zal verlopen.

Etiologie ook wel de ‘studie van oorsprongen’, kijkt naar de beginselen van stoornissen. Wat zijn de onderliggende oorzaken van een stoornis? Om deze vraag te beantwoorden kijkt de etiologie naar de biologische, psychologische en een sociale dimensie van de stoornis.

 

Historie van psychopathologie: het bovennatuurlijke

Lang geleden werd het bestaan van psychische stoornissen toegewezen aan bovennatuurlijke krachten. Deze stoornissen waren niet gewenst en men probeerde ze te verbannen door middel van exorcisme. Hierbij werden religieuze rituelen uitgevoerd om kwade geesten te verdrijven. Later werden psychische stoornissen gezien als iets dat kon worden genezen, bijvoorbeeld door middel van rust en een vrolijke omgeving.

Tegenwoordig wordt onder andere het lot, massa hysterie en de stand van de maan en sterren gezien als de oorzaak van psychische stoornissen.

 

Historie van psychopathologie: een biologische verklaring

Hippocrates dacht dat de oorzaak van psychische stoornissen te maken had met de hersenen, trauma’s en erfelijkheid. Hij zag het brein als het centrum van alle wijsheid, intelligentie en emoties. Psychische stoornissen zouden behandeld kunnen worden als elke andere ziekte. Ook de Romeinse arts Galen had een biologische verklaring voor psychische stoornissen. Volgens de Hippocrates-Galen benadering is het functioneren van het brein afhankelijk van vier lichaamssappen, waarbij elke vloeistof in het lichaam een aanduiding is voor bepaalde eigenschappen.

In de 19e eeuw werd het idee van een biologische verklaring voor psychische stoornissen nieuw leven ingeblazen. Dit kwam ten eerste omdat er geneesmiddelen werden uitgevonden voor onder andere syfilis. Symptomen van syfilis duidden op een psychische verstoring. Men dacht dat alle psychische stoornissen een geneesmiddel hadden. De psychiater John P. Grey was ervan overtuigd dat elke psychische stoornis een fysieke oorzaak had. Hij zorgde er daarom voor dat de omstandigheden in ziekenhuizen beter werden waardoor de kans op genezing voor patiënten met een psychische stoornis groter zou zijn.

In de 20e eeuw werd voor het eerst met elektroshocks geëxperimenteerd wat uiteindelijk leidde tot de elektroconvulsieve therapie (ECT). Ook werden er effectievere medicijnen, zoals kalmeringsmiddelen, gevonden tegen ernstige psychische stoornissen.

 

Historie van psychopathologie: de psychologische benadering

De psychosociale benadering van de oorzaak van psychopathologie richt zich niet alleen op psychologische factoren, maar ook op sociale en culturele factoren. In de 19e eeuw werd een toepassing op deze benadering, de morele therapie, belangrijk. Deze vorm van therapie was gebaseerd op het normaal behandelen van patiënten, waardoor er ruimte was voor interpersoonlijk contact. Deze vorm van therapie zorgde voor positieve resultaten.

Het toepassen van morele therapie nam echter af na de Amerikaanse Burgeroorlog. Destijds moesten zoveel mensen behandeld worden, dat immigranten vaak werden uitgesloten. Dorothea Dix pleitte voor het omgooien van het bestaande systeem zodat de condities voor de patiënten beter werden. Dit werd de mental hygiene movement genoemd. In het midden van de 19e eeuw kwam er een einde aan de morele therapie, want men dacht dat psychische stoornissen ongeneeslijk waren. Pas in de 20e eeuw ontstonden nieuwe theorieën over het genezen van stoornissen. Deze theorieën worden hieronder besproken.

 

De psychoanalytische theorie

Een van de belangrijkste ontdekkingen binnen de psychopathologie en de psychologie was het onbewuste. Breuer en Freud vonden na toepassing van hypnose dat mensen zich vaak niet bewust waren van hun emotionele problemen. Ze kwamen er achter dat het herleven en vertellen van trauma’s verlichtend kon werken, dit wordt catharsis genoemd. Breuer en Freud baseerden hun theorieën op observaties van patiënten. Aan de hand van deze observaties kwam Freud met de psychoanalytische theorie. Deze theorie gaat in op de ontwikkeling en structuur van persoonlijkheid. Dit waren de drie belangrijkste aspecten van de psychoanalytische theorie van Freud:

1 De structuur van de geest. Het id, het ego en het superego vormen samen de menselijke geest. Het id is de bron van seksuele en agressieve energie en is de basis van alle driften. Het heeft als doel plezier te maximaliseren, maar streeft hierbij blind naar genot en is niet gebonden aan de realiteit. Het ego daarentegen gehoorzaamt wel aan de realiteit en staat in dienst van het id. Het superego omvat morele waarden, idealen en verwachtingen en is net als het id niet gebonden aan de realiteit. Als het id en het superego vanwege tegengestelde belangen met elkaar in conflict komen, wordt gesproken van intrapsychische conflicten.

2 Verdedigingsmechanismen. Dit zijn onbewuste, beschermende processen die ervoor zorgen dat het ego juist kan handelen in conflictsituaties. Voorbeelden van verdedigingsmechanismen zijn ontkenning en verplaatsing. Bij ontkenning weigert iemand een realiteitsaspect als waar aan te nemen. Bij verplaatsing wordt een gevoel over een object of persoon afgereageerd op een object of persoon die er niets mee te maken heeft. Een voorbeeld van verplaatsing is dat iemand zijn werkstress afreageert op zijn partner of het slaan met deuren.

3 Psychoseksuele stadia van ontwikkeling. Volgens Freud wordt persoonlijkheidsontwikkeling gevormd door verschillende psychoseksuele stadia (achtereenvolgens oraal, anaal, fallisch, latent en genitaal). Fixatie treedt op als iemand te lang in een fase blijft zitten.

Neurosen zijn volgens Freud stoornissen die voortkomen uit het onbewuste en de angst die hieruit ontstaat.

De dochter van Sigmund Freud, Anna Freud, hield zich bezig met de invloed van verdedigingsmechanismen van het ego op ons gedrag. Dit wordt de ego psychologie genoemd. Een gerelateerd onderwerp is object relations. Dit is de studie naar de manier waarop kinderen omgaan met herinneringen, beelden en waarden van personen aan wie ze emotioneel verbonden zijn.

Op de theorieën van Freud is veel kritiek geweest. Jung vond bijvoorbeeld dat er naast de seksuele drift ook spirituele en religieuze redenen waren voor het menselijk gedrag. Dit idee wordt het collectieve onbewuste genoemd. Erikson maakte een meer uitgebreide theorie over de ontwikkeling van mensen. Freud beschreef vooral de kindertijd, maar Erikson dacht dat tussen het zevende levensjaar en de puberteit ook veel ontwikkeling plaatsvond.

Psychoanalytische psychotherapie is gebaseerd op het naar boven halen van onbewuste gedachten. Een techniek die Freud hiervoor ontwikkelde is vrije associatie, waarbij de patiënt alles moet zeggen wat bij hem of haar opkomt. Een andere techniek is de droomanalyse. Het idee hierachter is dat dromen onbewuste conflicten weergeven. De patiënt en de therapeut interacteren veel tijdens een therapiesessie. Als een patiënt verbonden raakt met de therapeut, heet dit transference. Tegenwoordig wordt psychoanalyse nog steeds toegepast, maar wordt er gebruik gemaakt van verschillende aanpakken. Daarom wordt het nu ook wel psychodynamische psychotherapie genoemd. Deze vorm van therapie heeft zeven kenmerken: focus op de emoties van patiënten, ontdekken welke onderwerpen vermeden worden die de therapie in de weg kunnen staan, het ontdekken van gedragspatronen, gebeurtenissen uit het verleden, de therapeutische relatie en het ontdekken van de wensen van de patiënt. Psychodynamische psychotherapie duurt korter en is meer gericht op het verlichten van vervelende gevoelens dan de klassieke psychoanalyse.

 

De Humanistische theorie

Jung en Adler waren aanhangers van de humanistische psychologie. De humanistische psychologie had een positieve kijk op het menselijk bestaan. Een belangrijk begrip hierbij is zelf-actualisatie. Zelf-actualisatie is de menselijke behoefte om te groeien tot het uiterste van het individuele kunnen. Maslow speelde hier ook een rol in. Hij stelde de hiërarchie van behoeften op, met zelf-actualisatie als hoogste doel.

Carl Rogers was een invloedrijk humanist. Hij ontwikkelde de person-centered therapy, waarbij een persoon tijdens de therapie alle ruimte van de therapeut krijgt om zich te ontwikkelen. Unconditional positive regard, onvoorwaardelijke positieve aandacht (wat de patient ook doet of zegt, je blijft hem positief stimuleren), is hierbij belangrijk, dit zorgt er namelijk voor dat de persoon zich constant geaccepteerd voelt.

 

Het Behaviorisme

Het behavioristische model wordt ook wel het cognitief-behavioristisch of sociale leermodel genoemd. Dit model is een meer wetenschappelijke benadering van psychologische aspecten van psychopathologie. Een bekend voorbeeld van het behaviorisme is Pavlov en zijn studie naar klassieke conditionering, waarbij een neutrale stimulus wordt gekoppeld aan een stimulus die een reactie veroorzaakt, totdat het de reactie zelf uitlokt. Wanneer de geconditioneerde stimulus niet langer wordt gekoppeld aan de geconditioneerde respons kan extinctie optreden, waarbij de associatie kleiner wordt. In de psychologie was het in die tijd echter nog lastig om onbewuste processen te meten. Daarom werd er in die tijd veel gebruik gemaakt van introspectie, waarbij personen rapporteerden wat ze voelden en dachten.

Watson wordt gezien als de grondlegger van het behaviorisme. Hij vond dat introspectie onzin was, en dat processen op een wetenschappelijke manier onderzocht moesten worden. Zijn meest bekende experiment is met Little Albert, die klassiek geconditioneerd werd tot hij bang werd voor bepaalde dieren. Mary Cover Jones ontdekte bij een tweejarig kind dat iemand op dezelfde manier ‘terug-geconditioneerd’ kon worden, zodat het kind niet meer bang was. Dit was het begin van de behavioristische therapie. De techniek die hiervoor gebruikt wordt is systematic desensitization genoemd. Hierbij wordt een patiënt geleidelijk aan in contact gebracht met datgene wat hem bang maakt, zodat hij er uiteindelijk niet meer bang voor is.

Skinner deed onderzoek naar operante conditionering. Hierbij spelen de termen reinforcement en punishment een belangrijke rol. Skinner stelde dat het gedrag van mensen gevormd wordt door wat in sociale omstandigheden werd goedgekeurd of bestraft. Skinner deed zijn onderzoek vooral met dieren en probeerde gedrag te veranderen door middel van shaping. Hierbij werd het dier telkens beloond (reinforcement) voor goed gedrag zodat het dier dit gedrag zou blijven vertonen.

Het behavioristische model heeft veel inzicht gegeven in de psychopathologie. Het model is echter beperkt en geeft geen inzicht in het verloop van psychopathologie op de lange termijn.

Tegenwoordig wordt er naar het geheel van factoren gekeken bij het verklaren van psychische stoornissen. De interactie tussen psychologische, biologische en sociale invloeden is hierbij belangrijk.

Bron

  • Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
742