Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10212 keer gelezen
Het gaat in deze zaak om de strekking – in ruime zin – van artikel 6:119 BW, de schadevergoeding verschuldigd wegens vertraging in de voldoening van een geldsom.
Ahold c.s. vorderen betaling van rente over door de Staat ten onrechte geheven en later terugbetaalde accijns. De Staat verweert zich met de stelling dat Ahold c.s. die accijns uiteindelijk op hun consumenten hebben afgewenteld en daardoor geen verlies hebben geleden. In cassatie gaat het om de vraag of het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is de Staat te veroordelen tot vergoeding van de gestelde renteschade naast de terugbetaling van de accijns.
Artikel 6:119 BW strekt ertoe de schadevergoeding wegens vertraging in de voldoening van een geldsom te fixeren op de wettelijke rente, zulks ter wille van de rechtszekerheid en van de hanteerbaarheid van het recht op dit punt. Aldus behoeft de schuldeiser enerzijds niet te bewijzen enige schade te hebben geleden ten gevolge van de vertraging in de voldoening van de hem toekomende geldsom, maar kan hij anderzijds ook geen hogere vergoeding vorderen indien zijn schade meer dan het fixum zou belopen. Deze strekking verzet zich ertegen dat die gefixeerde schadevergoeding met toepassing van de regel van artikel 6:100 BW wordt verminderd met het bedrag van een voordeel dat aan de schuldeiser toevalt als gevolg van de gebeurtenis die de schuldenaar tot schadevergoeding verplicht.
Schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente blijft wel onderworpen aan de algemene rechterlijke matigingsbevoegdheid van artikel 6:109 BW, dat moet worden beschouwd als een bijzondere toepassing van de regeling van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid in artikel 6:2 en 6:248 BW. Wel brengt de aard van deze schadevergoeding mee dat hier eens te meer geldt dat de rechter van zijn bevoegdheid terughoudend gebruik dient te maken.
De strekking van artikel 6:119 BW brengt ook mee dat het in die bepaling aangewezen fixum niet door matiging op de voet van artikel 6:109 BW of door de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid kan worden opzijgezet op de grond dat de rechthebbende geen schade, dan wel meer of minder schade dan overeenkomt met de wettelijke rente, heeft geleden ten gevolge van de vertraging in de voldoening van de aan hem verschuldigde geldsom. Grond voor toepassing van artikel 6:2 (of 6:109) BW kan voorts evenmin worden gevonden in de uiteindelijke afwenteling op de consument. Dat ook langs die weg al eenzelfde bedrag aan ten onrechte geheven accijns in het vermogen van Ahold c.s. is teruggekeerd, is immers een omstandigheid die de Staat in zijn hoedanigheid van schuldenaar van Ahold c.s. niet aangaat.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1224 |
Add new contribution