Artikelsamenvatting bij Effectiveness of an online interpretation training as a pre-treatment for cognitive behavioral therapy for obsessive-compulsive disorder youth: A randomized controlled trial van Wolters et al. - Chapter
In dit artikel wordt cognitieve gedragstherapie (CGT) besproken. CGT wordt aanbevolen als eerste lijn behandeling voor obsessief-compulsieve stoornis (OCS) bij kinderen. Hoewel CGT een effectieve behandeling is voor OCS, profiteren niet alle kinderen ervan voldoende. CGT is namelijk niet voor alle patiënten effectief. Voorts zijn er meestal lange wachtlijsten voor behandeling, wat kan leiden tot verergering van symptomen en verminderde motivatie voor behandeling.
Wat is CBM-I?
Cognitive Bias Modification of interpretation (CBM-I) – training is een onlinetraining zonder tussenkomst van een therapeut, als aanvulling op CGT. CBM-I heeft de potentie om deze problemen voor een deel aan te pakken. Zo kan CBM-I al worden aangeboden tijdens de wachttijd voor CGT, en kunnen CBM-I en CGT elkaar wederzijds versterken. CBM-I is een relatief nieuwe interventie gericht op het wijzigen van onaangepaste interpretaties van ambigue situaties. In de training worden functionele oplossingen voor onduidelijke situaties getraind door herhaalde proeven, wat kan leiden tot meer functionele overtuigingen en minder symptomatologie. De voordelen van CBM-I zijn groot. Zo gaat het om een online-interventie met 24/7 toegang, dat thuis al tijdens de wachtlijstperiode voor CGT toegankelijk is. Het kan ook betrekking hebben op andere barrières die verband houden met CGT, zoals problemen met betrekking tot het plannen van behandelsessies, reisproblemen, kosten en schaamte. Gezien het feit dat CBM-I-training en CGT verschillende benaderingen hebben op targeting cognitieve processen, kunnen ze complementair zijn. Zo is het cognitieve deel van CGT gebaseerd op een rationele benadering met expliciet uitdagende gedachten, en is de benadering in CBM-I gericht op direct adaptieve interpretaties. Ook is CBM-I een relatief goedkope interventie aangezien er geen therapeut tijd nodig is. De meeste CBM-I-onderzoeken naar OCS waren gericht op niet-klinische, volwassen populaties die trainingsparadigma's van één sessie gebruikten. Resultaten suggereren dat CBM-I-training succesvol was in het aanpassen van disfunctionele obsessief-compulsieve (OC)-gerelateerde overtuigingen, maar over het algemeen geen effecten had op OC-symptomen. Dit kan worden verklaard met het feit dat alleen trainingsparadigma's van één sessie werden gebruikt. Meta-analyses op CBM hebben namelijk aangegeven dat meer trainingssessies worden geassocieerd met grotere effecten. De auteurs hebben onderzoek gedaan mede op basis van een gecontroleerde CBM-I-studie in een klinische steekproef van jongeren met OCS. Patiënten in de CBM-I-trainingsgroep rapporteerden minder OC-symptomen na de training dan patiënten in de placeboconditie. In lijn hiermee rapporteerden clinici minder obsessieve symptomen in de actieve trainingsconditie ten opzichte van de placeboconditie.
In de huidige studie hebben de auteurs hierop voortgebouwd. Ze hebben twee aanpassingen gemaakt aan de CBM-I-opleiding. Ten eerste hebben ze het verband tussen de inhoud van de trainingsscenario's en de OC-symptomen van een deelnemer verbeterd. Meestal worden namelijk eenzelfde set van trainingsscenario's toegepast op alle deelnemers. Gezien de grote verscheidenheid aan OC-symptomen bij individuen en de relevantie van domeinspecificiteit, is het belangrijk om de behandeling af te stemmen op de individuele behoeften. Ze ontwikkelden unieke sets van trainingsscenario's voor verschillende OCS-subtypes die overeenkomen met de scenario's naar huidige symptomen. Op deze manier hebben de auteurs de hoeveelheid irrelevante trainingsscenario's verwijderd, met als bijkomend voordeel dat de duur van de trainingssessie aanzienlijk was verminderd. Ook hebben ze gedragsmatige actietendensen toegevoegd naast cognities in de trainingsscenario's. De verbreding van de reikwijdte van de training met gedragsaspecten, was gebaseerd op volgende argumenten:
1. De eerder gebruikte cognitieve benadering is veeleisend voor jongeren;
2. Niet alle patiënten met OCS rapporteren obsessies; en
3. Nieuwe inzichten benadrukken de rol van een gedragsmatige benadering (blootstelling) ten einde disfunctionele overtuigingen te veranderen.
De auteurs boden de vernieuwde CBM-I-training aan voor kinderen en jongeren met OCS tijdens de (natuurlijke) wachtlijst voor CGT om te onderzoeken of CBM-I-training een effectieve interventie is tijdens de wachtlijstperiode, en om te onderzoeken of de uitbreiding van CGT met CBM-I het behandeleffect kan verbeteren. De hypothesen waren dat:
- Tijdens de wachtlijstperiode CBM-I-training resulteert in een sterkere vermindering van OC-symptomen in vergelijking met de wachtlijst-conditie, en
- Tijdens CGT-behandeling, het traject van verandering in OC-symptomen zouden verschillen tussen condities, met als resultaat dat CBM-I + CGT een snellere afname van OC-symptomen betreft in vergelijking met wachtlijst + CGT.
Hoe dit onderzoek precies is uitgevoerd en wat de bevindingen hiervan zijn, kan men uitvoerig lezen in het desbetreffende artikel. De conclusie is dat de resultaten inderdaad de hypothese bevestigen dat CBM-I resulteerde in een sterkere vermindering van OC-symptomen vergeleken met de wachtlijst. Ook geven de resultaten aan dat patiënten uit de CBM-I-training minder OCS ervaarden gedurende de gehele duur van de CGT (16 weken) vergeleken met patiënten op de wachtlijst. Voorts wijst CBM-I + CGT op een beter psychisch welzijn.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution