Bulletpoints samenvatting bij de 8e druk van Information Systems Today van Valacich en Scheider

Hoofdstuk 1: Op welke manier kan de de digitale wereld van tegenwoordig gemanaged worden?

  • Open innovatie houdt in dat het innovatieproces wordt opengesteld voor externe entiteiten, waaronder de academische wereld, individuele innovators, onderzoekslaboratoria, andere bedrijven en leveranciers.
  • De belangrijkste componenten van de informatiesystemen (IS) zijn computers. Dit kunnen bijvoorbeeld laptops, camera’s of smartphones. zijn. Informatiesystemen worden door veel organisaties gebruikt om aankopen te registreren, de supply chain te optimaliseren en voor diverse andere taken. Vanwege de toegenomen wereldwijde concurrentie moeten bedrijven een manier vinden om dingen sneller, beter en tegen lagere kosten te doen. Dit kan worden bereikt door informatiesystemen te gebruiken. Via deze systemen wordt toetreding tot nieuwe markten gemakkelijker.
  • Globalisering is de integratie van economieën over de hele wereld. Globalisering leidt tot verschillende veranderingen, namelijk: economische veranderingen, technologische veranderingen en culturele veranderingen.
  • De mondiale samenleving ontwikkelt zich op verschillende manieren. Er zijn demografische veranderingen. Dit houdt in dat mensen bijvoorbeeld steeds ouder worden. Daarnaast trekken steeds meer mensen van het platteland naar de steden. Deze verschuiving van platteland naar stad wordt verstedelijking genoemd. Tevens bestaan er verschuivingen in de economische macht. Dit komt doordat de economische verschillen tussen mensen steeds groter worden, maar ook omdat er schaarste aan hulpbronnen bestaat. Zo is er in de toekomst bijvoorbeeld schaarste aan olie en gas. Hierdoor wordt duurzame ontwikkeling (‘sustainable development’) steeds belangrijker. Dit leidt tot diverse technologische innovaties die ervoor zorgen dat bedrijven duurzamer worden.
  • Er zijn vijf trends te onderscheiden die de IT-toekomst vormgeven. Deze vijf zijn: mobiel, sociale media, het internet der dingen, cloud computing en big data.
  • Voor het verzamelen, distribueren en creëren van bruikbare gegevens maken informatiesystemen gebruik van informatietechnologie (IT). Informatietechnologie omvat telecommunicatienetwerken, software en hardware. Hardware is de fysieke computerapparatuur. Software is het programma dat de computer vertelt wat gedaan moet worden. Er is sprake van een telecommunicatienetwerk wanneer twee of meer computersystemen aan communicatieapparatuur gekoppeld zijn.
  • Het is belangrijk om een ​​onderscheid te maken tussen gegevens en informatie. Gegevens zijn slechts symbolen zonder betekenis. Voorbeelden hiervan zijn woorden of cijfers. Deze gegevens kunnen omgezet worden in informatie. Er is sprake van informatie wanneer deze gegevens zodanig worden getransformeerd, georganiseerd, geformatteerd of verwerkt dat de gegevens nuttig zijn. Informatie wordt gedefinieerd als een weergave van de werkelijkheid en kan daarom worden gebruikt om problemen op te lossen. Informatie kan vervolgens omgezet worden in kennis. Kennis wordt gedefinieerd als het vermogen om informatie te begrijpen. Informatie is nutteloos wanneer er geen sprake is van kennis.
  • Een informatiesysteem is een combinatie van mensen en informatietechnologie (IT) die gegevens maken, verzamelen, verwerken, opslaan en distribueren. IT omvat hardware, software en telecommunicatienetwerken. Werknemers op de afdeling informatiesystemen moeten beschikken over drie vormen van competentie. Deze drie vormen zijn: technische, business en systeem competentie.
  • Informatiesystemen kunnen worden gebruikt om de klantenservice te verbeteren, om de productiviteit of winstgevendheid te verhogen, om meer klanten te bereiken of om een ​​concurrentievoordeel te behalen. Er zijn verschillende informatiesystemen die organisaties kunnen gebruiken. Deze kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën. Een paar belangrijke categorieën zijn: TPS, management informatiesysteem, kantoorautomatiseringssysteem, beslissingsondersteunend systeem, business intelligence systeem en elektronisch handelssysteem.
  • Het begrip computerethiek wordt gedefinieerd als de morele kwesties en gedragsnormen die overeenkomen met het gebruik van informatiesystemen. Naarmate het gebruik van computers de afgelopen jaren is toegenomen, zijn er diverse ethische kwesties naar voren gekomen. Een van de belangrijkste ethische kwesties is privacy. Dit komt doordat steeds meer informatie online gedeeld wordt en digitaal wordt. Daarnaast zijn er ethische kwesties omtrent intellectueel eigendom.

Hoofdstuk 2: Op welke manier kan een onderneming concurrentievoordeel te behalen ten opzichte van zijn of haar concurrenten in een bepaalde markt?

  • Informatiesystemen kunnen van waarde zijn voor een organisatie op het gebied van de strategie van een organisatie. Een organisatie heeft veel informatie nodig voor de ondersteuning van haar bedrijfsprocessen. Een bedrijfsproces wordt als volgt gedefinieerd: de activiteiten die een organisatie uitvoert om haar gestelde doelen te bereiken. Deze activiteiten omvatten de kernactiviteiten om de ‘input’ om te zetten in ‘output’. Daarnaast bestaan er ondersteunende activiteiten die de kernactiviteiten mogelijk maken. Bedrijven kunnen verschillende soorten informatiesystemen gebruiken voor de verschillende niveaus in de organisatie. Elk niveau heeft verschillende verantwoordelijkheden en heeft daarom een ander informatiesysteem nodig.
  • Het operationele niveau van een bedrijf is het niveau waarop de dagelijkse, routinematige processen en interacties met klanten plaatsvinden om de efficiëntie te verhogen. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de transacties van een bedrijf te verwerken. Dit is een routine-element dat vastgelegd moet worden. Operationele planning wordt gebruikt om de gestructureerde dagelijkse beslissingen te organiseren. Gestructureerde beslissingen zijn beslissingen waarbij de procedures voor een bepaalde situatie vooraf vastgelegd kunnen worden. Deze beslissingen kunnen worden gestructureerd in operationele informatiesystemen zodat ze zonder (veel) tussenkomst van mensen gemaakt kunnen worden. Efficiëntie wordt bereikt door het informatiesysteem te optimaliseren en hierdoor beter inzicht te krijgen in problemen met betrekking tot prestaties.
  • Een ander niveau in het bedrijf is het managementniveau (‘managerial level’). Op dit niveau controleren en monitoren managers de activiteiten die plaats vinden op operationeel niveau. Daarnaast bieden ze informatie aan hogere niveaus binnen de organisatie. Deze managers richten zich op het vergroten van de effectiviteit door middelen in te zetten om de doelen van de organisatie te bereiken. De managers op dit niveau worden mid-level managers genoemd. De beslissingen op dit niveau zijn minder gestructureerd dan de beslissingen op operationeel niveau. Deze beslissingen worden daarom semi-gestructureerde beslissingen genoemd. Bepaalde procedures in een bepaalde situatie kunnen vooraf gespecificeerd worden. Het is echter niet mogelijk om een ​​specifieke aanbeveling voor de situatie te doen. Om de prestaties van een organisatie te beoordelen, kan men gebruik maken van de Key Performance Indicators (KPI's).
  • Het uitvoerende niveau (‘executive level’) is het niveau waarop de managers zich concentreren op strategische lange termijn problemen van de organisatie. Deze beslissingen hebben betrekking op welke producten geproduceerd moeten worden en in welke landen ze moeten worden geëxploiteerd. De president en de CEO (chief executive officer) zijn op dit niveau actief. De beslissingen die op dit niveau genomen worden zijn niet-gestructureerde beslissingen. Dit zijn niet-gestructureerde beslissingen omdat het niet mogelijk is vooraf bepaalde procedures te specificeren. Op dit niveau worden informatiesystemen gebruikt om samenvattingen van trends en voorspellingen voor de toekomst te verkrijgen. De KPI’s van bedrijven kunnen gebruikt worden de prestaties van de betreffende organisatie te beoordelen.
  • Informatiesystemen kunnen gebruikt worden om verschillende redenen. Een paar voorbeelden zijn: 1) zorgen voor automatisering: dingen kunnen sneller gedaan worden. 2) Organisatie leren: om dingen in de organisatie te verbeteren. 3) Het ondersteunen van de strategie van een organisatie: om dingen op een slimmere manier aan te pakken.
  • De strategie van een organisatie wordt het plan bedoeld om de doelstellingen en missie te behalen of om concurrentievoordeel te behalen ten opzichte van concurrenten. Senior managers zijn in staat een plan te maken van de toekomst van de organisatie: waar zien deze managers de organisatie over een bepaald aantal jaar? De visie op de toekomst kan omgezet worden in meetbare doelstellingen. Vervolgens wordt de strategie bepaald om deze gewenste doelen te bereiken. Dit proces van het bepalen van de strategie wordt strategische planning genoemd.
  • Er is sprake van een concurrentievoordeel wanneer een organisatie een voordeel heeft ten opzichte van zijn of haar concurrenten op het gebied van aantrekkingskracht van consumenten en het verdedigen tegen de kracht van de concurrent. Er is dus sprake van een concurrentievoordeel wanneer de organisatie een hogere aantrekkingskracht heeft van consumenten ten opzichte van de concurrent en zich kan verdedigen tegen de kracht van de concurrent. Er zijn verschillende manieren waarop een organisatie concurrentievoordeel kan behalen.
  • Het is erg lastig om de waarde van de informatiesystemen en de bijbehorende infrastructuur van een organisatie te bepalen. Er zijn verschillende methoden die gebruikt kunnen worden om de waarde te bepalen. Er zijn vier benaderingen, namelijk: economische waarde, architecturale waarde, operationele waarde en de regulerende en compliance waarde.
  • Een businessmodel wordt gedefinieerd als een samenvatting van de strategische beslissing van een organisatie waarin uiteengezet wordt op welke manier de organisatie zijn of haar doelstellingen wil behalen. Een organisatie geeft in dit businessmodel specifiek aan op welke manier het waarde zal creëren. Daarnaast wordt in deze samenvatting gespecificeerd wat het klant segment is, de belangrijkste middelen en kanalen.
  • Er bestaat een constante behoefte aan innoveren van informatiesystemen om ervoor te zorgen dat het concurrentievoordeel niet verloren gaat. Succesvolle innovatie is echter moeilijk. Innovatie is vaak vluchtig, riskant en keuzes zijn vaak moeilijk. Open innovatie is het proces waarbij externe belanghebbenden betrokken worden bij het innovatieproces. Dit kan zeer nuttig zijn.
  • Het innovatieproces bestaat uit: 1) het organiseren om keuzes met betrekking tot innovatie te maken. 2)  Implementatie van het innovatieproces. 3) Nadenken over investeringen in radicale innovaties.

Hoofdstuk 3: Op welke manier kan een organisatie haar infrastructuur en services beheren?

  • Bedrijven die actief zijn in de digitale wereld hebben een uitgebreide infrastructuur voor informatiesystemen nodig die hun bedrijfsstrategie ondersteunen. Het is belangrijk de infrastructuur van informatiesystemen goed te beheren om op deze manier rendement te behalen.
  • Infrastructuur wordt gedefinieerd als de technische structuren die het verlenen van diensten mogelijk maken. Een infrastructuur is op elk gebied nodig waar mensen werken of wonen. Mensen zijn zich vaak niet bewust van alle componenten van de infrastructuur doordat deze componenten voor veel mensen onzichtbaar zijn. Zo hebben mensen vaak geen idee waar hun water uit de kraan vandaan komt. Zowel mensen als bedrijven zijn afhankelijk van de infrastructuur in en rondom een bepaalde stad. Steden met een goede infrastructuur zijn beter leefbaar en trekken meer inwoners en bedrijven aan.
  • Bij het nemen van beslissingen en bedenken van de strategie vertrouwen bedrijven op de infrastructuur van informatiesystemen. Deze infrastructuur bestaat uit software, hardware, opslag, datacenters en netwerken. Organisaties zijn afhankelijk van drie mogelijkheden die worden ondersteund door informatiesystemen om hun bedrijfsprocessen mogelijk te maken. Deze drie mogelijkheden zijn opslag, transmissie van gegevens en verwerking. Vrijwel alle bedrijfsprocessen zijn afhankelijk van een infrastructuur voor informatiesystemen. De architectuur van informatiesystemen bestaat uit de technologieën, systemen en processen van de organisatie die de specifieke bedrijfsprocessen en strategie van een organisatie ondersteunen.
  • Software wordt gebruikt door bedrijven om data effectief te gebruiken. Software wordt gebruikt om processen te automatiseren om kosten te besparen of om meer inkomsten te genereren. Met software voor applicaties kunnen bedrijven bedrijfsprocessen automatiseren. Met deze software kan een bedrijf processen uitvoeren die anders niet mogelijk waren geweest. Websites zoals Bol.com zouden niet kunnen bestaan zonder een systeem voor automatische verwerking van transacties.
  • Een database wordt gedefinieerd als een verzameling verwante gegevens die zodanig zijn georganiseerd dat het doorzoeken van gegevens mogelijk is en die cruciaal zijn voor de activiteiten en het concurrentievoordeel van een bedrijf. Het is daarom belangrijk voor het succes van een bedrijf. Verschillende bedrijfsprocessen in een organisatie maken vaak gebruik van dezelfde gegevens. Als de gegevens snel toegankelijk zijn voor de applicaties, kunnen deze bedrijfsprocessen worden geoptimaliseerd.
  • Met hardware worden de computers bedoeld waarop de databases en applicaties worden uitgevoerd die nodig zijn voor het analyseren van de business en verwerkingstransacties. Een bedrijf heeft veel verschillende bedrijfsprocessen en heeft daardoor verschillende soorten computers nodig ter ondersteuning van deze processen. De computers kunnen in ‘classes’ worden verdeeld. De vijf algemene klassen zijn: supercomputer, mainframe, server, werkstation of een persoonlijke computer.
  • Systeemsoftware wordt gedefinieerd als de verzameling programma's die de basisbewerkingen van de computer hardware besturen. Het besturingssysteem is de primair gebruikte systeemsoftware. Dit systeem coördineert de interactie tussen application software, gebruikers en randapparatuur. Een voorbeeld van randapparatuur is een printer. Voorbeelden van besturingssystemen zijn OS X en Windows 10.
  • De opslag van data is erg belangrijk voor het succes van een bepaalde organisatie. Organisaties slaan gegevens op voor drie doeleinden. Deze doeleinden zijn gebaseerd op levensduur, toegangssnelheid en tijdigheid. Deze drie doelen zijn: operationeel, backup en archivering.
  • Het is belangrijk dat technologieën en computers met elkaar verbonden zijn om waardevol te kunnen zijn. Een database is bijvoorbeeld niet waardevol wanneer deze niet toegankelijk is voor de juiste mensen. Netwerk hardware en software zorgen ervoor dat computers verbinding kunnen maken. Deze netwerk hardware en software maakt verbinding met en tussen organisaties over de hele wereld.
  • Computernetwerken worden vaak ingedeeld in drie typen: PAN, LAN en WAN.
  • Het World Wide Web is erg krachtig en wordt gedefinieerd als een systeem van documenten die met elkaar zijn verbonden op het internet. Er wordt gebruik gemaakt van software applicaties (de web browser) om documenten te lokaliseren en weer te geven. Een hyperlink is een verwijzing of link naar een ander document die vaak in een document zijn opgenomen. Een dergelijk document wordt een hypertekst genoemd. Webpagina's zijn gestructureerd met de standaardmethode Hypertext Markup Language (HTML).
  • Organisaties maken gebruik van intranet. Dit bestaat uit webpagina's die zich achter de firewall van het bedrijf bevinden waardoor informatie beveiligd wordt binnen het local area network (LAN) of een uitgebreid netwerk. De informatie op de webpagina’s kan vervolgens alleen bekeken worden door gebruikers die geautoriseerd zijn.
  • Naast een intranet is er ook een extranet. Extranet zorgt ervoor dat twee bedrijven het internet kunnen gebruiken om samen zaken te kunnen doen. Allebei de bedrijven hebben dan een gedeelte op het internet dat privé is en dat gesloten is voor gewone gebruikers. Bedrijven kunnen profijt hebben van het gebruik van het extranet omdat het zorgt voor een betere communicatie.
  • Tegenwoordig zien we steeds meer dat bedrijven andere (derde) partijen inhuren om hun applicaties te bouwen. Deze bedrijven gaan ervan uit dat de derde partij een applicatie levert die ook daadwerkelijk werkt. Hierdoor is het belangrijk dat er een goede infrastructuur bestaat. De gegevens worden in de cloud verwerkt, opgeslagen en verzonden. Een utility computing model wordt gebruikt door de cloud en zorgt ervoor dat bedrijven alleen hoeven te betalen voor de computerresources wanneer ze deze echt nodig hebben. Deze bronnen bestaan uit verwerking, netwerken of gegevensopslag.

Hoofdstuk 4: Wat wordt bedoeld met het begrip e-commerce?

  • Het internet en het web zijn geschikt voor het elektronisch handelen wereldwijd. De e-commerce via het internet heeft geleid tot veel mogelijkheden op het gebied van marketing.
  • De elektrische handel (EC) wordt gedefinieerd als de uitwisseling van goederen, diensten en geld dat ondersteund wordt door communicatietechnologieën zoals voornamelijk het internet. De uitwisseling vindt plaats tussen bedrijven, tussen bedrijven en klanten en tussen klanten onderling. De online markt is tegenwoordig een belangrijk onderdeel geworden van de wereldeconomie. Het is daarom een strategische noodzaak voor bedrijven geworden om online te zijn.
  • Business-to-consumer (B2C) EC wordt gedefinieerd als de transacties tussen consumenten en bedrijven.
  • EC wordt echter ook gebruikt door organisaties om zaken te doen. Ze maken gebruik van business-to-business (B2B) EC waarbij transacties tussen de business en zakelijke partners plaatsvinden zoals tussenpersonen of leveranciers.
  • Daarnaast bestaan er transacties waar geen bedrijven bij betrokken zijn. Deze EC wordt consumer-to-consumer (C2C) EC genoemd. Een voorbeeld hiervan is eBay.
  • Een andere vorm is consumer-to-business (C2B) EC. Hier bieden consumenten aan bedrijven producten, diensten en arbeid aan.
  • De mobiele handel (m-commerce) wordt gedefinieerd als een elektronische transactie of informatie-interactie die gemaakt wordt met behulp van een draadloos, mobiel apparaat en mobiele netwerken. Deze transactie moet leiden tot de overdracht van reële waarde in ruil voor goederen, diensten of informatie. De trend rondom m-commerce is het resultaat van het toegenomen gebruik van mobiele apparaten.
  • E-government wordt gedefinieerd als het gebruik van informatiesystemen om informatie te verstrekken over openbare diensten aan organisaties, burgers en andere overheidsinstanties om interactie met de overheid mogelijk te maken.
  • E-finance is het gebruik van informatiesystemen om financiële diensten aan te bieden. Dit bestaat onder andere uit e-banking en online makelaardij (‘brokerage’). Online bankieren of het betalen van rekeningen met behulp van een elektronische factuur neemt toe. Online makelaardij heeft de afgelopen jaren een gestage groei gekend. Fintech of financiële technologie verwijst naar technologieën die activiteiten in de financiële sector ondersteunen.
  • E-tailing wordt gedefinieerd als het online verkopen van goederen en diensten. Er zijn verschillende strategieën die een bedrijf kan gebruiken voor e-tailing. Deze verschillende strategieën zijn: 1) Brick-and-mortar business strategie. 2) Click-and-mortar bedrijfsstrategie. 3) Click-only strategie. 
  • De afgelopen decennia ontstonden er nieuwe manieren van communicatie tussen bedrijven en hun klanten bij de opkomst van het internet. Het internet wordt tegenwoordig niet alleen gebruikt voor communicatie tussen bedrijven en hun klanten, maar ook voor het vergemakkelijken van transacties tussen deze twee partijen. Het gebruik van het internet zorgde voor een verlaging van deze transactie kosten voor het bedrijfsleven. Tevens heeft het internet ook gezorgd voor nieuwe business modellen en nieuwe verdienmodellen. Enkele voorbeelden van deze nieuwe modellen zijn de volgende: Mass customization, disintermediation, group buying, nieuwe inkomsten- en prijsmodellen en sociale handel.
  • Het succes van een e-commerce website wordt gemeten aan de hand van het conversiepercentage. Het conversiepercentage is het percentage bezoekers dat de gewenste actie uitvoert, zoals een aankoop doet of een abonnement afsluit.
  • De mobiele handel (‘mobile commerce’) wordt gedefinieerd als elke elektronische transactie of informatie interactie die wordt gemaakt met behulp van een draadloos mobiel apparaat en mobiele netwerken. De mobiele handel is de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid. De mobiele handel wordt voornamelijk aangedreven door het gebruik van tablets. Deze tablets worden voornamelijk gebruikt als ‘couch computers’.
  • Er bestaan enkele juridische problemen en op internet gebaseerde financiële transacties die een bedrijf moet overwegen wanneer gebruik gemaakt wordt van EC. Tegenwoordig hoeven mensen niet meer naar de bank te gaan om een financiële transactie te verrichten. Consumenten kunnen tegenwoordig een bank account zelf beheren en het is mogelijk om accounts op te slaan met behulp van online bankieren. Rekeningen kunnen consumenten betalen met behulp van elektronische betaalservices. Dit is echter ook mogelijk voor bedrijven en niet alleen voor consumenten.

Hoofdstuk 5: Op welke manier kunnen bedrijven gebruik maken van sociale media?

  • Sociale media hebben ervoor gezorgd dat er een nieuwe reeks mogelijkheden aangeboden wordt aan particulieren en bedrijven. Sociale media kunnen de samenwerking en communicatie tussen organisaties verbeteren.
  • Organisaties zijn afhankelijk van effectieve samenwerking en communicatie met partijen binnen en buiten de organisatie. Het is noodzakelijk dat er goede communicatie en samenwerking bestaat tussen de verschillende afdelingen, zakelijke partners, externe belanghebbenden en klanten. Bedrijven die wereldwijd actief zijn hebben enorme behoefte aan goede communicatie met en goede samenwerking tussen de verschillende locaties of dochterondernemingen.
  • Er bestaan verschillende manieren om met elkaar te communiceren. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen twee manieren: Synchrone communicatie. Dit is communicatie dat gebeurt op hetzelfde moment. Een voorbeeld hiervan is een telefoongesprek. Asynchrone communicatie. Dit is communicatie dat niet gecoördineerd op tijd. Een voorbeeld hiervan is communicatie via mail.
  • Groupware wordt gedefinieerd als een software waarmee mensen in een organisatie effectiever kunnen samenwerken. Groupware kan onderscheiden worden op basis van de vraag of er synchrone of asynchrone samenwerking en communicatie is en of groepen face-to-face of juist gedistribueerd samenwerken.
  • De meeste grote organisaties maken gebruik van medewerkersportals op intranet. Een intranet is een privaat netwerk van een organisatie en de leden van de organisatie hebben via hun webbrowser toegang tot het intranet. Een lid van een betreffende organisatie kan met elkaar communiceren via het intranetnetwerk. Vanwege het toegenomen gebruik van mobiele apparaten is het noodzakelijk dat het intranet toegankelijk is vanaf elk (mobiel) apparaat. Om ervoor te zorgen dat Hierdoor kunnen bedrijven hun werknemers gebruik maken van virtual private networks (VPN's).
  • Sociale media (of sociale software) zijn Web 2.0-toepassingen die kernwaarden van Web 2.0 bevatten. Een van deze kernwaarden is samenwerking. Via sociale media kunnen mensen op verschillende manieren met elkaar communiceren en samenwerken. Mensen delen tegenwoordig meer persoonlijke informatie online dan in het verleden werd gedaan.
  • Het gebruik van sociale media kan leiden tot het verbeteren van de samenwerking, communicatie en verbinding. Sociale media kunnen ervoor zorgen dat bedrijven in staat zijn zich te presenteren aan klanten. Bedrijven kunnen verschillende sociale media-instrumenten gebruiken voor communicatie met klanten. Enkele voorbeelden van instrumenten voor communicatie zijn de volgende: blogs, microblogging tools, instant messaging en virtuele werelden. 
  • Zoals gezegd kunnen sociale media ook de samenwerking versterken. Samenwerking tussen organisaties en individuen creëert voordelen voor beide partijen. Een bedrijf kan gebruik maken van verschillende coöperatieve social media toepassingen. Voorbeelden van deze toepassingen zijn de volgende: delen van media, social bookmarking, sociaal catalogiseren, taggen, geotagging, sociale bookmarking en sociale catalogisering.
  • Naast cooperation kan ook de collaboration verbeterd worden met behulp van sociale media. Telefoons en e-mail zijn een zeer nuttig hulpmiddel voor bedrijven. Leden van teams binnen een organisatie moeten met elkaar communiceren. Een bedrijf heeft technologieën nodig en is afhankelijk van deze technologieën die dit mogelijk maken. Er zijn verschillende sociale media toepassingen die bedrijven kunnen gebruiken: cloud gebaseerde samenwerkingstools, content management systemen, collectieve intelligentie en human-based computing.
  • Bedrijven kunnen verschillende tools gebruiken om te communiceren met externe stakeholders, ook wel belanghebbende genoemd. Het bedrijf kan de Enterprise 2.0 tools gebruiken, maar deze tools hebben echter ook een keerzijde. Niet alleen de technologie van een Enterprise 2.0 tool, maar ook het change management is erg belangrijk voor het succes van deze tool. De werknemers moeten zich bewust zijn van de tools. Bovendien is de bedrijfscultuur van het bedrijf van cruciaal belang voor het succes van de tools. Naast deze problemen zijn er andere organisatorische problemen die zich kunnen voordoen.
  • Als iets eenmaal op het internet staat, verdwijnt het nooit meer. Het internet vergeet dingen die geplaatst zijn op het internet niet ook al is het verwijderd. Er zijn veel organisaties die bekend zijn met public relations blunders. Bedrijven moeten in staat zijn om snel en adequaat te reageren op problemen die zich voordoen in sociale media. Bij het gebruik van social media applicaties zijn er verschillende aanknopingspunten. Voorbeelden hiervan zijn de volgende: online recenties over een product, micro blogging, sociale netwerken, slechte verhalen die viraal gaan.

Hoofdstuk 6: Op welke manier kunnen informatiesystemen gebruikt worden om business intelligence te verbeteren?

  • Hoogwaardige en tijdige informatievoorziening is erg van belang voor een effectief management van een bedrijf. Goede en tijdige voorziening van informatie kan geleverd worden door verschillende informatiesystemen.
  • Business intelligence (BI) wordt gedefinieerd als het gebruik van informatiesystemen voor het verzamelen en analyseren van gegevens en informatie om het nemen van goede zakelijke beslissingen te verbeteren. Het verwijst naar tools en technieken voor het analyseren en visualiseren van gegevens uit het verleden. De gegevens en informatie kunnen zowel intern als extern zijn. Bedrijven gebruiken business intelligence om een concurrentievoordeel te behalen of te behouden. Bedrijfsprocessen komen op verschillende organisatieniveaus voor en zijn sterk met elkaar verbonden.
  • Geavanceerde analytics verwijst naar tools en technieken die worden gebruikt om te begrijpen waarom er iets is gebeurd, toekomstige resultaten te voorspellen of verborgen patronen te ontdekken in grote datasets. Business analytics wordt gebruikt als overkoepelende term voor de concepten van geavanceerde analytics.
  • Organisaties hebben BI en geavanceerde analytics nodig om de volgende redenen: 1) organisaties hebben dit nodig om te reageren op bedreigingen en kansen. 2) Organisaties zijn tegenwoordig datagestuurd. 3) Organisaties hebben dit nodig anwege de grote hoeveelheden data.
  • Datagestuurde organisaties hebben de volgende voordelen ten opzichte van niet datagestuurde organisaties: 1) Deze organisaties zijn meetbaar productiever en winstgevender. 2) Deze organisaties kunnen beter reageren op bedreigingen en kansen. 3) Deze organisaties kunnen beter een planning maken voor de toekomst.
  • Met steeds grotere hoeveelheden data hebben organisaties BI en geavanceerde analyses nodig om zinvolle patronen en relaties te vinden in deze grote hoeveelheden data. Als een bedrijf in staat is om zijn of haar gegevens effectief te beheren dan dit leiden tot een verbetering of verhoging van de organisatorische prestaties van het betreffende bedrijf. Veel organisaties zijn echter niet in staat om de waarde van Big Data te benutten. Big data wordt gedefinieerd als data met een hoog volume, snelheid en variatie. De trends op sociaal en mobiel gebied hebben geleid tot een enorme hoeveelheid data. De grote hoeveelheid data stelt bedrijven in staat om beslissingen te nemen die gebaseerd zijn op meerdere factoren. Het beheren en opslaan van een dergelijke grote hoeveelheid data is echter een uitdaging voor de meeste bedrijven. Bedrijven verkrijgen gegevens namelijk ook nog eens in een zeer hoog tempo.
  • Nuttige gegevens kunnen verschillende vormen hebben: 1) Gestructureerde gegevens die in een spreadsheet of database kunnen worden ingepast. Een voorbeeld is transactiegegevens. 2) Semi-gestructureerde gegevens. Voorbeelden zijn sensordata en klikstromen. 3) Ongestructureerde gegevens. Voorbeelden zijn videogegevens en audiogegevens.
  • Voor de interactie met de gegevens in een database kunnen we databasemanagementsystemen (DBM's) gebruiken. DBMS is gedefinieerd als een softwareapplicatie die een consument of bedrijf in staat stelt om gegevens op te slaan, te organiseren, te creëren en op te halen uit een of meer databases. Een voorbeeld van een DBMS is Microsoft Access. Iets waar we gegevens over kunnen verzamelen, zoals mensen, wordt een entiteit genoemd. Entiteiten worden vaak tabellen genoemd waarbij elke kolom een attribuut wordt genoemd en elke rij een record.
  • Operationele systemen worden gebruikt om een bedrijf in real time te runnen en om te kunnen communiceren met klanten. Het erg van belang voor een bedrijf dat ze snel reageren op consumenten. Dit heeft invloed op het succes van een bedrijf. Het is hierdoor noodzakelijk om direct geautomatiseerde reacties te imlementeren wanneer gebruikers een verzoek indienen. Dit kan met behulp van een online transactieverwerkingssysteem (OLTP). Deze systemen zijn ontworpen om meerdere gelijktijdige transacties van klanten aan te kunnen.
  • Om informatie uit bestaande gegevens te extraheren, maken bedrijven vaak gebruik van informatie- en kennis ontdekkingstools. Bedrijven formuleren hypothesen en business intelligence tools worden bovendien gebruikt om de relatie tussen de verzamelde gegevens te testen.
  • Datamining stelt mensen in staat om verborgen voorspellende relaties te vinden in de data. Vaak worden datamining algoritmes gebruikt om patronen en trends te vinden om voorspellingsmodellen te ontwikkelen. Algoritmen zijn stapsgewijze procedures die in een computerprogramma worden gebruikt om berekeningen te maken of om andere soorten op computer gebaseerde processen uit te voeren. Het kan een tijdje duren om datamining algoritmes uit te voeren. Daarom is het belangrijk om de complexiteit van de gegevens die iemand wil analyseren te verminderen. Dit proces van het verminderen van de complexiteit wordt datareductie genoemd.
  • Kennismanagement wordt gedefinieerd als het proces om de grootste waarde uit de kennismiddelen van de organisatie te halen. De kennismiddelen zijn routines, principes, formules, methoden, onderliggende vaardigheden en meer. Ze kunnen expliciet of stilzwijgend zijn. Expliciete kennis kan worden gedocumenteerd, terwijl stilzwijgende (‘tacit’) kennis verwijst naar de processen in de geest.

Hoofdstuk 7: Op welke manier kunnen bedrijfsinformatiesystemen gebruikt worden?

  • Bedrijfs of enterprise informatiesystemen kunnen worden gebruikt voor het verbeteren van de belangrijkste bedrijfsprocessen. Deze systemen ondersteunen de integratie van verschillende bedrijfsactiviteiten.
  • In de meeste bedrijven kan men vijf verschillende functionele gebieden in een bedrijf: marketing, product en bedrijfsvoering, boekhouding en financiën, beheer van de toeleveringsketen en HR.
  • Bedrijven willen hun kernprocessen optimaliseren om concurrentievoordeel te behalen of te behouden. De waardeketen wordt gedefinieerd als de activiteiten die waarde toevoegen aan het eindproduct. De activiteiten van de waardeketen kunnen bedrijfsprocessen ondersteunen.
  • Kernactiviteiten zijn de activiteiten die in de functionele gebieden van de organisatie plaatsvinden die de input en output verwerken.
  • Er bestaan inkomende en uitgaande logistieke activiteiten: inbound en outbound. Inkomende logistieke activiteiten bestaan uit de activiteiten in verband met het ontvangen en opslaan van grondstoffen, producten en onderdelen. Outbound logistieke activiteiten bestaan uit de distributie van de eindproducten.
  • Het waardeketen framework ‘value chain framework’ kan gebruikt worden om zowel de waarde toevoegende activiteiten van manufacturing industrie als de dienstverlenende industrie te analyseren. Het verschil is dat dienstverlenende industrieën te maken hebben met producten die gebaseerd zijn op informatie in plaats van op fysieke producten.
  • Bedrijven kunnen hun interne waardeketens met elkaar verbinden. Dit leidt tot een waardesysteem. In dit systeem kan informatie uit de waardeketen van het ene bedrijf naar de waardeketen van een ander bedrijf stromen. Een waardesysteem kan bestaan uit meerdere waardeketens van een bedrijf.
  • Informatie stroomt van een bepaalde bron naar een andere bestemming. Een upstream informatiestroom verwijst naar informatie die u van een andere organisatie ontvangt. Een downstream informatiestroom bestaat uit informatie die door een bedrijf geproduceerd wordt en vervolgens naar een ander bedrijf gestuurd wordt.
  • De functionele gebieden van het bedrijf moeten in staat zijn gegevens met elkaar te delen zodat een bedrijf de kernactiviteiten effectief wil uitvoeren. Individuele afdelingen hebben vaak specifieke behoeften en hun systemen zijn niet ontworpen om met andere afdelingen te communiceren. Dit soort systemen worden standalone applicaties genoemd. Standalone applicaties die verder gaan dan het einde van hun nuttige levensduur ‘useful life’ binnen een organisatie worden een legacy-systeem genoemd.
  • Deze systemen kunnen door organisaties worden gebruikt om bedrijfsprocessen en interne en externe operaties te ondersteunen. Informatiesystemen kunnen worden gebruikt om de activiteiten van de waardeketen te ondersteunen en op deze manier een concurrentievoordeel te behalen of te behouden. Zowel extern als intern gerichte bedrijfsprocessen kunnen worden ondersteund door informatiesystemen. Intern gerichte systemen ondersteunen functionele gebieden, besluitvorming en bedrijfsprocessen binnen een organisatie.
  • Softwareprogramma's kunnen twee vormen hebben; verpakt en op maat gemaakt. Packaged, ook wel off-the-shelf software genoemd, wordt door een derde partij geschreven en wordt door veel verschillende organisaties gebruikt. Dergelijke software ondersteunt taken die gestandaardiseerd en repetitief zijn. Maatwerksoftware wordt uitsluitend ontwikkeld voor specifieke organisaties. Deze software stelt een bedrijf in staat om aan zijn specifieke behoeften te voldoen.
  • Best practices zijn industrie-based bedrijfsprocessen. Dit zijn de technieken en processen die goede resultaten hebben laten zien. Over het algemeen werken bedrijfssystemen volgens deze praktijken. Op basis van deze best practices bieden leveranciers branche specifieke versies aan. Business process management (BPM) is een proces waarin mensen kritisch heroverwegen en bedrijfsprocessen herontwerpen met als doel het verbeteren van prestatiemaatstaven. Het is een verbetering van Business Process Reengineering (BPR) die gestructureerd en systematisch is. BMP gebruikt informatiesystemen om bedrijfsprocessen te stroomlijnen.
  • Een vorm van een enterprise systeem dat vaak gebruikt wordt is de enterprise resource planning (ERP) systeem. ERP-systemen gebruiken modules die gebaseerd op een gemeenschappelijke database die de hele onderneming ondersteunen in plaats van slechts een deel ervan. Met ERP is mogelijk om  gemakkelijker toegang te krijgen tot informatie omdat het gebruik maakt van een centrale opslag. Door de centrale opslag is de informatie beschikbaar voor iedereen in de organisatie.

Hoofdstuk 8: Op welke manier is het mogelijk om de B2B-relaties te versterken?

  • Bedrijven zijn in staat hun business-to-business relaties versterken met behulp van supply chain management en het ontwikkelen en onderhouden van klantenrelaties.
  • Bedrijven zijn in staat effectiever te concurreren wanneer bedrijven sterke en geïntegreerde relaties met leveranciers ontwikkeld hebben. Dit is mogelijk omdat de geïntegreerde relaties ervoor zorgen dat er kosten bespaard worden. Daarnaast is het mogelijk om goed in te spelen op de vraag op de markt.
  • De supply chain wordt gedefinieerd als een verzameling van processen en bedrijven, die betrokken zijn bij het proces van de leveranciers van de grondstoffen, naar de leveranciers van tussenproducten, naar het eindproduct en vervolgens naar de consument.
  • Bedrijven zijn voor de productie van hun goederen of diensten afhankelijk van een aantal belangrijke leveringen. Om de levering van deze componenten veilig te stellen, zoeken bedrijven naar duurzame B2B-relaties met leveranciers. Bedrijven besteden veel tijd en geld aan het selecteren van hun leveranciers en zakenpartners.
  • Voor het internet en het web werd elektronische gegevensuitwisseling (‘electronice data interchage’ EDI) gebruikt om informatie te communiceren van en naar partijen. EDI wordt gedefinieerd als computer-to-computer communicatie die bepaalde standaarden volgt. Bovendien vindt EDI plaats zonder tussenkomst van de mens. Er bestaan diverse  telecommunicatienetwerken tussen leveranciers en zijn of haar klanten.
  • Vaak worden portals gebruikt om te communiceren met zakelijke partners. Portals zijn toegangspunten die zakelijke partners toegang geven tot beveiligde, gepatenteerde informatie. Deze informatie kan door een organisatie worden verspreid via een extranet. Twee veelvoorkomende portals zijn: leveranciersportaal en een klantenportaal.
  • Deze bedrijven gebruiken in plaats daarvan B2B marktplaatsen. Deze marktplaatsen worden onderhouden door een aparte verkopers of entiteiten en worden niet geassocieerd met een specifieke leverancier of kopers. Deze B2B marktplaatsen brengen veel verkopers en kopers bij elkaar en creëren daardoor meer efficiëntie voor bedrijven.
  • Bedrijven kunnen zeer complexe supply chain netwerken hebben. Om complexe netwerken te beheren is er expertise nodig. Dit is voornamelijk nodig wanneer er zich onverwachte gebeurtenissen voordoen. Het is belangrijk voor bedrijven om hun leveranciers te monitoren.
  • Supply chain management (SCM) systemen kunnen worden gebruikt om de coördinatie van leveranciers, distributie en de productie van producten of diensten te verbeteren. Bij het gebruik van SCM is een bedrijf in staat om de voorraadkosten te verlagen en de klantenservice te verbeteren. Dit zorgt voor een hogere omzet.
  • Supply Chain Planning wordt gedefinieerd als de ontwikkeling van verschillende resource plannen om de effectieve en efficiënte productie van diensten en goederen te ondersteunen. 
  • De uitvoering van SCP wordt supply chain execution (SCE) genoemd. SCE is het proces van het verbeteren van de samenwerking tussen alle leden van de supply chain. De vier leden zijn leveranciers, producenten, distributeurs en klanten.
  • De relaties tussen bedrijven en klanten zijn tegenwoordig complexer dan voorheen. Om een strategie te ontwikkelen voor het managen van deze relaties kunnen bedrijven gebruik maken van customer relationship management (CRM) systemen.

Hoofdstuk 9: Op welke manier wordt een informatiesysteem ontwikkeld en verworven?

  • Mensen zijn alleen bereid geld te investeren in een project wanneer ze ervan overtuigd zijn dat het een goede investering is die ook hen iets oplevert. Het proces van het identificeren, presenteren en kwantificeren van de waarde die een systeem genereert, wordt het maken van de business case genoemd.
  • Om te bewijzen dat een informatiesysteem waarde toevoegt aan de organisatie, moeten managers sterke argumenten en bewijzen aandragen. Wanneer iemand werkzaam is op het gebied van financiën, marketing, management of boekhouding, is het waarschijnlijk dat deze persoon zich sterk moet maken voor nieuwe of bestaande informatiesystemen.
  • Het zou moeten zijn dat investeringen in technologie de productiviteit van de organisatie verhogen. Er zijn echter gevallen waarin informatiesystemen hebben geleid tot minder effectieve communicatie en minder productiviteit. Deze tegenstrijdigheid staat bekend als de productiviteit paradox. Er zijn verschillende factoren die leiden tot deze productiviteit paradox van informatiesystemen: meetproblemen, verloop van tijd, herverdeling en mismanagement.
  • Bij het maken van de business case kunnen verschillende argumenten worden gebruikt. Managers gebruiken vaak drie soorten argumenten: 1) argumenten gebaseerd op geloof 2) argumenten gebaseerd op angst en 3) argumenten gebaseerd op feiten. 
  • Om de total cost of ownership (TCO) van een investering te bepalen, kan een bedrijf gebruik maken van een kosten-batenanalyse. Het doel van TCO is om de totale aanschafkosten en de kosten verbonden aan het onderhoud van het systeem te begrijpen. Er zijn twee soorten kosten: terugkerende kosten en eenmalige kosten.
  • Systeemanalyse en systeemontwerp worden gedefinieerd als het proces van bouwen, ontwerpen en onderhouden van informatiesystemen. Dit proces wordt uitgevoerd door personen die systeemanalisten worden genoemd.
  • Wanneer een bedrijf een nieuw informatiesysteem wil bouwen en implementeren, kan het kiezen tussen twee soorten software. Deze twee vormen zijn: kant en klare software versus op maat gemaakte software.
  • Er zijn verschillende tools en technieken die gebruikt kunnen worden om informatiesystemen te ontwikkelen. Deze technieken en tools evolueren tegenwoordig zeer snel. Een systeemanalist brengt veel kleine softwaremodules en technologieën samen in een uitgebreid systeem. De decompositie van een probleem maakt het makkelijker om complexe, grote problemen op te lossen. De analist heeft de primaire verantwoordelijkheid voor het systeem.
  • De levensduur van een informatiesysteem, van conceptie tot pensionering, wordt beschreven in de systeemontwikkelingscyclus (‘system development life cycle’ SDLC). Deze cyclus bestaat uit de volgende vier fasen: 1) systeemplanning en selectie, 2) systeemanalyse 3) systeemontwerp en 4) implementatie en werking van het systeem.
  • Patch management systemen worden gebruikt om de verschillende vormen van systeemonderhoud voor de gebruiker te vergemakkelijken. In veel kant-en-klare pakketten zijn deze patchmanagementsystemen opgenomen.
  • Er zijn vaak meerdere systemen die aan de eisen van de organisatie voldoen. Een organisatie kiest het ene systeem omdat het beter past dan de andere. Dit kan op basis van bepaalde criteria die gesteld worden door de organisatie.

Hoofdstuk 10: Op welke manier kan een organisatie het informatiesysteem goed beveiligen?

  • De afhankelijkheid van het bedrijf van informatiesystemen, tablets en andere mobiele apparaten om te communiceren is enorm gestegen de afgelopen jaren. De meeste bedrijven zijn erg afhankelijk van technologie. Vanwege deze enorme afhankelijkheid richten veel bedrijven en particulieren zich ook op de beveiliging van de informatiesystemen.
  • Computercriminaliteit is het gebruik van een computer om een illegale daad te plegen. Dit omvat onder meer de volgende zaken: het richten van een computer tijdens het plegen van een misdrijf, het gebruik van computers voor een misdrijf waarbij de computer niet het doelwit is en het gebruik van een computer voor het plegen van een misdrijf.
  • Hackers worden gedefinieerd als mensen die de kennis hebben om zonder toestemming toegang te krijgen tot computersystemen. Deze mensen stelen of beschadigen vaak informatie die aan anderen toebehoort.
  • Sommige hackers houden zich alleen bezig met het hacken van een systeem omdat ze gewoon nieuwsgierig zijn en niet zozeer omdat ze anderen willen schaden. Tegenwoordig definiëren we die mensen die computers hacken met de intentie om anderen schade te berokkenen als crackers of zwarte hoeden.
  • Er zijn ook mensen die een systeem of websites hacken om hun politieke of ideologische doelen te promoten. Dergelijke mensen worden hacktivisten genoemd.
  • Er zijn diverse soorten computermisdaden die door veel verschillende soorten mensen gepleegd kunnen worden. Er zijn misdrijven die te maken hebben met het stelen van informatie of het stelen van geld. Er zijn ook cyberterroristen die een destructief programma in een computersysteem plaatsen. Deze mensen dreigen het programma te activeren als ze niet krijgen wat ze willen. Vaak is hetgeen wat ze willen geld.
  • Kwaadaardige software wordt ook wel malware genoemd. Deze kwaadaardige software kan een virus of worm zijn die het computersysteem aantast. Dergelijke software kan een groot effect hebben in of op organisaties. Daarnaast kost het hen veel geld.
  • Een virus wordt gedefinieerd als een destructief programma dat leidt tot een verstoring van de normale werking van een computersysteem. Virussen kunnen zich voortplanten en slechts één computer infecteren. Het virus kan echter via geïnfecteerde bestanden naar andere computers worden verspreid.
  • Ransomware is een relatief nieuw type malware. Deze software neemt de computer in gijzeling. Dit betekent dat ransomware de controle over de computer overneemt en vergrendelt bestanden. Vaak wordt losgeld gevraagd door de criminelen.
  • Denial of service (DoS) aanvallen zijn elektronische aanvallen die de gebruikers van het systeem uitschakelen om een bepaalde dienst te gebruiken. De criminelen doen dit vaak door alle middelen van het systeem te gebruiken. Deze aanvallen worden vaak uitgevoerd door het maken van zombiecomputers. De computers op een bepaalde locatie zijn besmet met virussen en wormen.
  • Bedrijven kopen soms een softwareapplicatie en proberen de applicatie te kopiëren om deze applicatie vervolgens te distribueren naar al hun medewerkers. Dit kopiëren is illegaal en wordt softwarepiraterij genoemd. Deze praktijken zijn illegaal omdat software vaak een patent of auteursrecht heeft. Octrooien zijn vaak uitvindingen van machines en materiaal, en auteursrechten verwijzen naar creaties van de geest.
  • Een cyberoorlog wordt gedefinieerd als een georganiseerde poging van het leger van een land om de informatie- en communicatiesystemen van een ander land te verstoren of te vernietigen. Cyberoorlogen worden uitgevoerd met het doel om informatie te verkrijgen die gunstig is voor het betreffende land, terwijl het de mogelijkheden van het andere land vermindert. Cyberterrorisme daarentegen wordt gelanceerd door individuen en georganiseerde groepen.
  • Om een informatiesysteembeveiligingsstrategie effectief te laten zijn, moet deze gericht zijn op de volgende drie controles: preventieve, detectieve en corrigerende controles.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Check more of topic:
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: simonegoijaerts
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1018 1