Werkgroepopdrachten Burgerlijk recht 2 2018/2019 - RUG
- 4058 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Diana Stoppels exploiteert een Bed & Breakfast in haar riante boerderij in Noord-Groningen. Tegen een zeer scherpe prijs biedt zij comfortabele kamers en een uitstekend ontbijt aan. Als ze in de krant leest dat veel buitenlandse werknemers in de Eemshaven genoodzaakt zijn te overnachten in minder geriefelijke accommodaties, besluit ze vertaalbureau Woordenschat opdracht te geven om een wervenede brochure voor haar B&B te vertalen in het Pools. Na ontvangst van deze vertaling betaalt ze de factuur. Omdat de brochure een hoop nieuwe klanten oplevert, besluit ze ook vertalingen te laten maken in het Duits en Frans. Ook de facturen die ze daarvoor ontvangt, betaalt ze direct. Na enige tijd besluit ze ook een vertaling in het Hongaars te laten maken. Van haar Hongaarse gasten verneemt ze echter dat de brochure talloze storende taalfouten bevat, die zelfs op de lachspieren werken van de Hongaren. Zij doet direct haar beklag bij het vertaalbureau en maant het bureau schriftelijk aan om de vertaling te verbeteren.
Mag Diana Stoppels de factuur voor de Hongaarse vertaling uitstellen totdat ze een acceptabele tekst van de Hongaarse vertaling ontvangen heeft? Zo nee waarom niet? Zo ja op grond van welk wetsartikel?
Stel dat Diana Stoppels de factuur voor de Hongaarse betaling al voldaan had voorat zij wist dat er iets mis was met de vertaling. Kan zij dan de betaling van een Portugese vertaling, waartoe zij later opdracht had gegeven, opschorten totdat ze een goede Hongaarse vertaling heeft ontvangen? Ga er bij uw antwoord van uit dat de Portugese vertaling wel in orde is..
Stel dat het vertaalbureau geen gehoor geeft aan schriftelijke aanmaningen om een goede Hongaarse vertaling te leveren. Kan Diana Stoppels dan bewerkstelligen dat zij niets meer verschuldigd is aan het Vertaalbureau?
Copta BV bestelt 6000 kilo tomaten klasse I (de beste kwaliteit) bij leverancier Dijkstra. Afgesproken wordt dat de tomaten op 10 oktober 2018 zullen worden geleverd bij Copta. Dijkstra verhandelt in tomaten van klasse I, II en III. Per ongeluk levert Dijkstra op 10 oktober tomaten van klasse II. Copta BV wil de tomaten accepteren tegen een betaling die lager is dan de overeengekomen prijs. De lagere prijs die Copta voorstelt past bij de klasse, maar desondanks gaat Dijkstra niet akkoord. Hij wil liever alsnog de overeengekomen klasse leveren tegen de overeengekomen prijs. Kan Copta toch haar zin doordrijven? Besteed aandacht aan de mogelijkheden en verweren die beide partijen in een dergelijke situatie hebben.
Een technicus ontwerpt een compacte installatie, waarmee gemakkelijk melk en yoghurt kan worden gemaakt. Hij monteert hem in een bestelbus die hij ‘yocar’ noemt. Vervolgens verkoopt hij op 1 september 2010 de ‘yocar’ aan boer Vaarzen die hem wil gebruiken om zijn melkoverschot op zijn eigen erf om te zetten in yoghurt. Afgesproken wordt dat boer Vaarzen uiterlijk op 1 oktober 2010 de koopprijs zal betalen.
Stel dat de Yocar ondeugdelijk werkt en dat boer vaarzen daarom weigert op 1 oktober de koopprijs te betalen. De technicus vordert nakoming bij de rechter. Boer Vaarzen voert daar het verweer, dat hij niet tot betaling verplicht is, omdat de Yocar niet deugt. Zal dit verweer opgaan?
Stel dat de “Yocar” wel deugt, maar dat boer Vaarzen er onhandig mee werkt en daarom niet de gewenste yoghurtproductie krijgt. Hij betaalt in zijn irritatie hierover niet op de afgesproken datum de koopprijs aan de technicus. Deze vordert daarom, na verscheidene aanmaningen, ontbinding bij de rechter.
Vlak nadat de dagvaarding is uitgebracht, betaalt boer Vaarzen alsnog zijn achterstallige schuld. Hij biedt tevens aan eventuele schade en kosten te vergoeden. Mag de rechter hiermee rekening houden bij zijn oordeel over de vraag of de tekortkoming de ontbinding rechtvaardigt?
Stel dat de technicus wegens de wanbetaling zelf ontbindt door een schriftelijke verklaring. Boer Vaarzen betaalt in antwoord hierop alsnog. Hij biedt tevens aan eventuele schade en kosten te vergoeden. Vaarzen stapt naar de rechter omdat naar zijn oordeel de wanbetaling de ontbinding niet rechtvaardigt. Mag de rechter bij zijn oordeel hierover rekening houden met het feit dat boer Vaarzen alsnog heeft betaald?
Erik de Wit exploiteert een grondverzetbedrijf. Hij heeft een zogeheten Rupslader nodig voor de verplaatsing van de grote hoeveelheden zand en grind. Groot BV, een handelaar in machines, biedt een diesel rupslader aan. Erik koopt deze machine op 9 oktober 2018 voor 45.000 euro. De machine wordt diezelfde dag bij Erik afgeleverd. Drie maanden daarna laat de motor het afweten. Groot BV bleek de rupslader bij Erik te hebben afgeleverd met een te laag oliepeil. Erik maant Groot BV schriftelijk aan om de rupslader binnen een maand te repareren of aan hem een andere rupslader te leveren. Groot BV geeft echter aan deze aanmaning geen gehoor.
Erik wil graag elders een nieuwe rupslader aanschaffen. Kan hij zijn geld terugkrijgen?
Stel dat Erik de rupslader niet heeft gekocht voor 45.000 euro, maar dat hij met Groot overeenkomt op 9 oktober 2018 dat hij aan Groot 48 maanden lang 1000 euro betaalt en dat de eigendom pas over gaat op Erik na betaling van de laatste termijn. De rupslader wordt bij Erik afgeleverd op 9 oktober 2018. Drie maanden na de levering loopt de motor in de soep doordat de rupslader is afgeleverd met een te laag oliepeil. Erik maant Groot BV schriftelijk aan om de rupslader binnen een maand te repareren of aan hem een andere rupslader te leveren. Groot BV geeft echter aan deze aanmaning geen gehoor.
Kan Erik van de overeenkomst met Groot BV af en de door hem betaalde termijnen terugkrijgen?
Stel dat Groot BV klanten de mogelijkheid geeft om de aankoopprijs in termijnen te betalen aan financieringsinstelling X. Groot heeft blanco financieringsovereenkomsten van financieringsinstelling X in de la liggen. Hij heeft de volmacht van financieringsinstelling X om de overeenkomsten te tekenen. Erik heeft een dergelijke overeenkomst ondertekend op grond waarvan hij verplicht is 48 maanden lang 1000 euro te betalen aan financieringsinstelling X. Pas na betaling van het laatste termijn wordt hij eigenaar van de rupslader, maar de rupslader wordt al op 9 oktober 2018 bij hem afgeleverd. Financieringsinstelling X betaalt Groot 45.000 euro en Groot draagt de rupslader in eigendom over aan financieringsinstelling X. levering geschiedt bij een tweezijdige verklaring. In de overeenkomst tussen Erik en financieringsinstelling X is neergelegd dat de eigendom overgaat op Erik zodra Erik het laatste termijn van 1000 euro heeft voldaan. Drie maanden na de levering loopt de motor in de soep doordat de rupslader is afgeleverd met een te laag oliepeil. Erik maant Groot BV schriftelijk aan om de rupslader binnen een maand te repareren of aan hem een andere rupslader te leveren. Groot BV geeft echter aan deze aanmaning geen gehoor.
Kan Erik van de overeenkomsten af en de door hem betaalde termijnen terugkrijgen?
Stel dat Groot BV alleen zaken wil doen op de wijze van vraag A. Omdat Erik niet voldoende geld heeft liggen, vraagt hij krediet aan bij zijn bank. Hij sluit een kredietovereenkomst af met zijn bank op grond waarvan hij 45.000 euro van zijn bank ontvangt en hij 48 maanden lang 1000 euro terugbetaalt. Met de ontvangen 45.000 euro schaft hij de rupslader aan. Drie maanden na de levering loopt de motor in de soep doordat de rupslader is afgeleverd met een te laag oliepeil. Erik maant Groot BV schriftelijk aan om de rupslader binnen een maand te repareren of aan hem een andere rupslader te leveren. Groot BV geeft echter aan deze aanmaning geen gehoor.
Kan Erik van de overeenkomsten af en de door hem betaalde termijnen terugkrijgen?
6:52 BW jo. 6:262 lid 1. Het gaat om een wederkerige overeenkomst en er is een opeisbare vordering. Het is voldoende samenhangend en tegenoverelkaar staand. Diana kan de verbintenis opschorten.
Nu niet 6:626 maar 6:52 BW omdat het nu niet gaat om een tegenoverelkaar staande verbintenis. Volgens artikel 6:52 BW moet er voldoende samenhang zijn. Voldoende samenhang is een open norm, maar je wordt geholpen door lid 2. Er is hier sprake van het laatst genoemde voorbeeld in lid 2. Door eerdere vertaling is er vaker zaken gedaan en daarmee sprake van voldoende samenhang. De prestatie mag worden opgeschort op grond van art. 6:52 BW
Begin met kijken of ontbinding mogelijk is. Voorwaarden daarvoor zijn: tekortkoming, verzuim en de ontbinding moet gerechtvaardigd zijn. Ongedaanmaking door 6:270 BW. Nu is er een vordering op Diana en kan zij verrekenen op grond van 6:127 BW. In theorie kan er ook nog vervangende schadevergoeding worden toegekend die kan worden verrekend.
Copta zal gaan voor een gedeeltelijke ontbinding. 6:270. Maar dan moet er wel ontbonden worden. de discussie gaat om verzuim. Derkstra zou dit kunnen proberen te zuiveren door de ontbindingsverklaring te leveren. Lukt dat niet, dan kan hij nog proberen om in te roepen dat de ontbinding niet gerechtsvaardigd is. (arrest: woningstichting eigen haard). Alle omstandigheden van het geval moeten worden meegwogen om te kijken of ontbinding gerechtvaardigd is.
Het gaat om een wederkerige overeenkomst. Er zal kunnen worden opgeschort als dit gerechtsvaardigd is, maar er moet wel een beroep op opschorting worden gedaan en dat gebeurt hier niet. Let dus op, op opschorting meot expliciet een beroep worden gedaan.
Het oordeel van de rechter is constituctief. De boer kan ziet zuiveren in afwachting van het oordeel van de rechter, art. 6:86 jo. 6:269 BW. De rechter mag rekening ermee houden op de voet van het arrest woningstichting eigen haard.
In dit geval zal Erik moeten ontbinden op grond van 6:265. Loop altijd even alle vereisten bij langs. Hier is aan voldaan, Erik kan ontbinden. Er ontstaat nu een ongedaanmakingsverbintenis, art. 6:271 BW.
Hij wordt voor 45.000 euro bevrijd door 6:271 BW. De 3000 euro krijgt hij terug, het is grotendeels hetzelfde als de vorige vraag, het verschil is dat hier de rupslader terug moet worden gegeven.
7:96 BW. De overeenkomsten vormen een commerciele eenheid op grond van 7:57 lid 5 sub b onder 1. Om deze reden is ontbinding mogelijk en kan hij ook zijn geld terugkrijgen.
De overeenkomst is geen commerciele eenheid omdat de bank geen gebruik maakt van de diensten van de Groot. Ontbinding is daarom niet mogelijk.
In deze bundel staan werkcolleges van het vak Burgerlijk recht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2280 |
Add new contribution