Cel tot Molecuul Proeftentamen

Proefeindtentamen van Cel tot Molecuul 

  1. Het Low Density Lipoprotein (LDL) is een bloedplasma eiwit, waaraan onder andere cholesterol gebonden is. Dit LDL-gebonden cholesterol wordt door cellen opgenomen m.b.v. de LDL-receptor en vervolgens gebruikt als essentieel onderdeel van de plasmamembraan dan wel voor synthese van steroïdhormonen. Welk celbiologisch proces zorgt ervoor dat het LDL in de cel terecht komt? 
    1. Constitutieve exocytose 
    2. Fagocytose
    3. Gereguleerde exocytose 
    4. Pinocytose 
    5. Receptor-gemedieerde endocytose 
    6. Transcytose 
  2. De insuline receptor steekt met één α-helix door de celmembraan en dimeriseert na binding van insuline. Wat is het effect van deze (homo)dimerisatie op het intracellulaire deel van de receptor? 
    1. Activering van fosfatase activiteit
    2. Activering van serine kinase activiteit 
    3. Activering van tyrosine kinase activiteit 
    4. Activering van trimere G-proteine 
  3. Een onderzoeker vermoedt dat een specifiek aminozuur in een eiwit gefosforyleerd wordt op een serine op plaats 38. Zijn hypothese is dat deze fosforylering de activiteit van het eiwit reguleert. Als zijn hypothese juist is, welk van de volgende beweringen is dan juist? 
    1. Het gefosforyleerde eiwit zal actief zijn 
    2. Het gedefosforyleerde eiwit zal actief zijn 
    3. Dat kan je niet weten
  4. Welke enzymatische activiteiten maken de werking van de second messenger cyclisch AMP, respectievelijk, de post-translationele fosforylering van een eiwit ongedaan? 
    1. Adenylyl cyclase – fosforylase
    2. Fosfodiesterase–proteinfosfatase 
    3. Fosforylase-protease
    4. Nuclease - signal peptidase 
  5. Met welke term wordt secretie van signaalstoffen omschreven met effect op cellen, die op korte afstand van de plaats van secretie liggen? 
    1. Autocrien
    2. Endocrien 
    3. Exocrien
    4. Paracrien 
  6. Een enzym met een hoge Km voor zijn substraat raakt al bij lage substraatconcentraties verzadigd. 
    1. Waar
    2. Niet waar 
  7. Welk van de volgende metabole processen treft men niet aan in hersenzenuwcellen? 
    1. Citroenzuurcyclus
    2. Gluconeogenese
    3. Glycolyse
    4. Oxidatieve fosforylering 
  8. Naast glucose kunnen ook vetzuren dienen als energiebron voor cellen. Welk verschijnsel zal optreden als er veel vetzuren en weinig glucose verbrand wordt? 
    1. Ketoacidose
    2. Melkzuur acidose
    3. Respiratoire acidose 
  9. Na neuronale activatie produceren endotheelcellen stikstofmonoxide (NO), hetgeen de gladde spiercellen ontspant en waardoor de bloedvaten verwijden. Welk molecuul speelt hierbij een signaalrol in de gladde spiercel? 
    1. Ca2+
    2. Cyclisch AMP
    3. Cyclisch GMP
    4. Nositol-3-fosfaat 

10.Welk van de volgende uitspraken over membraanvloeibaarheid is correct? 

  1. Neemt toe als de lengte van de vetzuurketens toeneemt 
  2. Neemt toe als de temperatuur daalt 
  3. Neemt toe als het percentage cholesterol toeneemt 
  4. Neemt toe als het percentage onverzadigde vetzuren toeneemt 

11. Rangschik onderstaande moleculen op de mate van spontane doorlaatbaarheid door een fosfolipide-bilaag (van hoog naar laag). 

  • Fructose 
  • NO
  • PO4 
  • Methanol
  • Glycerol 
  1. 1>5>4>2>3 
  2. 2>4>5>1>3 
  3. 3>1>5>4>2 
  4. 4>3>5>2>1 
  5. 2>4>5>3>1 

12.Welk van de volgende signaalstoffen kan spontaan de celmembraan passeren en aan een intracellulaire receptor binden waardoor een effect uitgeoefend wordt op regulatie van gentranscriptie? 

  1. Acetylcholine 
  2. Adrenaline 
  3. Cortisol 
  4. Glucagon 
  5. Insuline 

13.Welk van de volgende stoffen remt de cytokinese? 

  1. Cytochalasine 
  2. Peniciline
  3. Taxol
  4. Tetracycline 
  5. Vinblastine 

14.Welk van de volgende intermediaire filamenten komen tot expressie in neuronale cellen 

  1. Cytokeratines
  2. Vimentines
  3. Neurofilamenten 

15. Welk van de volgende collageenprocessing stappen is vitamine C afhankelijk? 

  1. Crosslinking van fibrillen 
  2. Glycosylering
  3. Hydroxylering
  4. Triple-helixvorming 
  5. Zwavelbrugvorming 

16.Van een echtpaar zijn beide individuen heterozygoot voor twee, op verschillende autosomale chromosomen gelegen, onschuldige dominante eigenschappen. Wat is de kans dat hun eerste kind ook weer dubbel heterozygoot zal zijn? 

  1. 4/16 
  2. 5/16 
  3. 6/16 
  4. 7/16 
  5. 9/16 

17. Welk van de volgende processen levert tijdens de meiose de grootste bijdrage aan de genetische diversiteit van de mensheid? 

  1. Foutief herstel van DNA breuken 
  2. Non-disjunctie van chromosomen 
  3. Onafhankelijke segregatie van de chromosomen 
  4. Puntmutaties door kosmische straling 
  5. Unequal crossover 

18. Een man met kleurenblindheid (een X-gebonden recessieve aandoening) heeft een gezonde vrouw als partner. Zij is geen draagster van kleurenblindheid. Ze hebben een dochter met Turner syndroom. Bij wie vond de non-disjunctie van de sex-chromosomen plaats als de dochter kleurenblind is? En bij wie vond de non-disjunctie plaats als de dochter niet kleurenblind zou zijn? 

  1. In beide gevallen bij de vader
  2. In beide gevallen bij de moeder 
  3. Indien kleurenblind bij de moeder; indien niet kleurenblind bij vader 
  4. Indien kleurenblind bij de vader; indien niet kleurenblind bij moeder 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is used in:

Collegeaantekeningen Cel tot Molecuul 2019/2020

Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: nathalievlangen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2217