Introduction to Auditing: Summaries, lecture notes and practice exams - RUG
- 2143 keer gelezen
Het accountantsberoep is nog erg jong in vergelijking met een hoop andere vrije beroepen. Het beroep is aan het eind van de negentiende eeuw ontstaan en heeft zich pas halverwege de twintigste eeuw in haar huidige vorm ontwikkeld. Het beroep van de accountant is ontstaan tijdens de industriële revolutie. Mensen hadden behoefte aan zekerheid.
Rond 1900 werd het serieuzer.
In 1926 vond er een evaluatie van de functie plaats. Bovendien werd toen de Nederlandsche Unie van Accountant opgericht.
In de loop van de twintigste eeuw werden er steeds meer naamloze vennootschappen opgericht en kwam de scheiding van eigendom en beheer steeds vaker voor.
In de moderne tijd: de evaluatie in het speelveld van corporate governance.
Watts & Zimmerman (1983): ondernemingen moeten tegen een wettelijke controle laten doen in tegenstelling tot vroeger. Zij zeggen dat een controle een toegevoegde waarde is.
Ondernemingen zijn een set afspraken en contracten tussen relevante partijen met incentives voor opportunistisch gedrag.
Verschillen in ontwikkeling tussen UK en US
UK – ontstaan vanuit de markt
US – ontstaan vanuit regelgeving
Doel van de paper: documenteren van het belang van onafhankelijke audit op basis van
de historie van bedrijfsleven in UK en US.
Er zijn allerlei afspraken gemaakt tussen bedrijven en derden, zoals werknemers, leveranciers en andere belanghebbende.
Van gildesysteem (het onderling uitwisselen van diensten/producten: de koopmansgilde wisselde uit met de Goudsmit etc)
Naar gereguleerde ondernemingen (een vof of maatschap karakter)
Naar Joint Stock Companies zoals Philips (scheiding van eigendom en leiding)
Uit het onderzoek bleek dat er zelden een melding van fraude is. Het kan zijn dat dit onderzoek niet volledig is. Als je fraudeert is de kans groot dat je het jaar erna niet meer bestaat.
Agency theory: organisaties en belanghebbende hebben allebei andere informatie. De organisatie heeft meer informatie dan de belanghebbende.
Jensen and Meckling zijn de grondleggers van deze theorie. Het onderzoek is kwalitatief. Dit betekent dat er bij onderzoek geen steekproeven genomen zullen worden.
Auditing bleek een efficiënte methode om contracten te monitoren.
De onafhankelijk (dit kun je betwisten want het is nog niet extern) audit wettelijk in 1844.
Watts & Zimmerman
› Vraag naar audit: complexiteit van de ondernemingen, toenemende complexiteit administraties door evoluerende (fiscale) regelgeving en een groeiend aantal (genoteerde) ondernemingen.
› Vraag naar kwaliteit, gedragsstandaarden en branding – ‘chartered accountants’
Branding - ‘chartered accountants’: denk hierbij aan de big 4. De overheid probeert wetten in te stellen om meer concurrentie te veroorzaken. Er is een nieuwe wet, namelijk dat je iedere 8 jaar moet wisselen van accountant. Dat probeert de big 4 minder machtig te maken.
Limperg: schreef in 1926 – 1932 4 opstellen.
De leer van het gewekte vertrouwen (Limperg). Hij keek meer naar de functie van de accountant. Hedendaags nog actueel. Dassen en Wallage schrijven over zijn gedachtengoed.
Limperg stelt dat accountants richtlijnen nodig hebben. Het moet meer in regels worden vastgelegd. Maar hij legt de nadruk op richtlijn.
Je kunt niet alles, zoals in Amerika, vastleggen in wetbundels. Deze tekst van hem sluit heel erg aan bij 2015 (de tijd van nu).
Terwijl Zimmberg meer keek naar, oke we hebben een accountant. Wat moet hij doen? Wat zijn de functies? Een commissaris heeft volgens hem te weinig tijd en is te weinig deskundig.
Limperg zei dat de omvang en de relaties tussen organisaties en derden te complex worden.
De kern van zijn theorie is dat de accountant de vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer is. De accountant mag niet de opdracht gever zijn, want hoe kun je controleren als je zelf onderdeel bent van de organisatie? Ben je dan wel onafhankelijk? De accountant moet extern en onafhankelijk zijn van de organisatie. Hij mag er niet werken. Als de buitenwereld denkt dat de accountant niet onafhankelijk is, dan wek je de schijn dat je niet voldoet aan de eis van onafhankelijkheid.
Waarom dan voor de opperste leiding ook de openbare accountant?
Interne controleur vraagt grote onderneming (doelmatigheid)
Verscheidenheid aan cliënten waarborgt brede deskundigheid
Volstrekte onafhankelijkheid ook voor de bedrijfsleiding relevant
Bij verplichte controle dan geen doublering van werkzaamheden
Algemene functie: de vertrouwensman
Specifieke functie: een van de uit te voeren opdrachten, zoals het controleren van de jaarrekening.
Twee risico’s
Overdreven vertrouwen: dus maatschappelijk verkeer heeft teveel vertrouwen in de accountant.
Tekortkoming in de vervulling van de functie: het vertrouwen dat het maatschappelijk verkeer mag hebben wordt niet waargemaakt door de accountant.
Het is een richtsnoer voor de accountant. Hij/zij mag geen te hoge verwachtingen wekken. Er is opgenomen hoe de accountant niet te hoge verwachtingen moet wekken. Daarnaast is het belangrijk de opgewekte verwachtingen waar te maken.
Grootste verschillen zitten in de aanbodzijde
Limperg kijkt vanuit vertrouwen van bestaansrecht
Agency theory kijkt vanuit de inspanningen en onafhankelijkheid
Overeenkomsten aan de vraagzijde hebben betrekking op het economisch aspect, de visie van de organisatie en er is verantwoording vereist.
Normatief gebaseerd op regels terwijl verklarend meer gericht op Limperg. Wallage stelt dat het maatschappelijk verkeer ook rationele verwachtingen mag hebben in plaats van gewekt vertrouwen. De rationele verwachtingen is prima.
Er zijn vier algemene theorieën
Informatietheorie: heeft te maken met het zo efficiënt en betrouwbaar mogelijk overdragen en opslaan van informatie via onbetrouwbare kanalen (media). Het geeft een economische onderbouwing. Het informatie risico is het risico dat er onjuiste informatie wordt verschaft. Centraal staat de relatie tussen het management en het maatschappelijk verkeer.
Agency theory: heeft te maken met de scheiding tussen leiding en eigendom. Het gaat hier om tegengestelde belangen van het management (agent) en aandeelhouders (principaal). De aandeelhouders willen bijvoorbeeld vooral winst maken terwijl het management dat niet heeft als hoofddoel.
Verzekeringstheorie: is een beetje Amerikaans. De accountant is aansprakelijk als de informatie van de accountant niet waar blijkt te zijn.
Vertrouwenstheorie: de opgewekte verwachtingen en de verwachtingen die een ondernemer mag verwachten van de accountant.
In 1872 richtte Lodewijk Pincoffs de Rotterdamse Handelsvereniging (RHV) op met een kapitaal van vijftien miljoen gulden, voor die tijd een enorm bedrag. De Heer Pincoff was een politicus, reder en koopman. In de RHV, die voor het merendeel met buitenlands kapitaal was opgericht, participeerden velen uit de top van de Rotterdamse financiële wereld. Pincoffs had jarenlang de cijfers van zijn eigen zieltogende Afrikaansche Handelsvereeniging zodanig rooskleurig voorgesteld, dat hij het gedaan kreeg dat de RHV grote sommen geld stak in de Afrikaansche Handelsvereeniging. Hij zou gaan handelen in Afrika en terug komen met grote winsten. Toen deze onderneming in 1879 niettemin het faillissement naderde, kon Pincoffs de vervalsingen in de boekhouding niet langer verborgen houden en kwam alles aan het licht. Kort hierna ontstond de accountantsfunctie.
Accountantswerkzaamheden bestaat uit de:
Accountantscontrole: de accountantscontrole is het geheel van werkzaamheden, is gericht op het verkrijgen van zekerheid omtrent de getrouwheid van informatie.
Doel jaarrekeningcontrole: een oordeel geven of de jaarrekening in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming is met de van toepassing zijnde grondslagen van financiële verslaggeving.
Wet- en regelgeving
Wetten en besluiten
Wet/Besluit Toezicht Accountantsorganisaties (WTA/BTA): bevatten de normen waaraan accountants, die wettelijke controles verrichten, moeten voldoen.
Wet op het Accountantsberoep: met deze fusie beogen de beroeps-organisaties één krachtige, publiekrechtelijke, beroepsorganisatie te vormen die diensten verleent ten behoeve van een pluriform accountantsberoep.
Verordeningen en gedragsregels: beroepsaansprakelijkheidsverzekering en onafhankelijkheid:
Verordening accountantsorganisaties:
Verordening inzake onafhankelijkheid
En meer
Nadere voorschriften
Je moet het verschil weten tussen wetten/besluiten, verordeningen en nadere voorschriften.
Hiërarchie van accountancy regelgeving:
- Wet
- Besluit
- Verordening (opgesteld door de ledenvergadering)
- Nadere voorschriften (opgesteld door het bestuur van de NBA)
- Praktijkhandreiking
- Audit alert (aanwijzingen voor de uitoefening van de werkzaamheden)
In de artikelen bij dit college gaan we kijken naar de corporate governance code. In de verplichte artikelen wordt duidelijk wat de corporate governance code precies is, en of dat deze bereikt wordt.
De foto’s op de eerste slide. J Hommen zat in de AVA van Ahold. Later CEO van ING en op dit moment CEO van KPMG. Jan Hommen moet als nieuwe bestuursvoorzitter het door schandalen geteisterde KPMG in rustiger vaarwater brengen. KPMG breekt door de aanstelling van Hommen met de traditie dat de hoogste baas uit eigen gelederen wordt gekozen. De Boer is de bestuurder van Ahold. De hoogste bestuurder binnen Ahold.
De rechterman neemt deel in de RvC.
Op deze slides missen we Peter van Mierlo (1963). Op dit moment partner bij PwC en was hiervoor voorzitter van de Ondernemingsraad. Sinds 1 juli 2013 is hij voorzitter van de Raad van Bestuur. Hij is de accountant van Ahold.
Het speelveld: wie doen er mee?
De accountant staat in het midden. Dit hoeft niet altijd de spelende partij te zijn.
De Vergadering van Aandeelhouders
Maatschappij: de accountant is er ook om de maatschappij te beschermen tegen grote misstanden of schandalen van grote bedrijven
Raad van Bestuur: stelt de jaarrekeningen op.
Raad van Commissaris: de RvC stelt de accountant aan.
Organisatie. Een accountant komt niet alleen bij de Raad van Bestuur op bezoek, maar gaat echt het bedrijf in om de jaarrekeningen te bestuderen en te controleren.
Extern toezicht: AFM houdt toezicht op de accountant.
De AFM (Autoriteit Financiële Markten) is de Nederlandse gedragstoezichthouder op de financiële markten en bestaat sinds 1 maart 2002. De AFM houdt toezicht op het gedrag van participanten in de financiële markten, waaronder: financiële dienstverleners, beurzen, bemiddelaars, accountants.
Communicatie is het allerbelangrijkst tijdens de corporate governance. De communicatie speelt een cruciale rol bij het bestuderen, en het controleren van de organisatie door de accountant.
Informatie symmetrie kan optreden tussen de raad van bestuur en de raad van commissarissen.
De raad van commissarissen houdt toezicht op de raad van bestuur. Het bestuur is constant bezig met het bedrijf. De bestuurders weten ontzettend veel ten opzichte van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen heeft alleen een toezicht houdende functie, waardoor zij minder informatie hebben dan het bestuur.
One tier versus two tier board.
One tier board: de raad van bestuur en de raad van commissarissen zitten bij elkaar in het bestuur. Ze zijn zowel operationeel bezig als controlerend.
Two tier board: twee aparte mechanismen. Er bestaan twee aparte besturen voor de raad van bestuur en de raad van commissarissen.
Cascade model: een soort van waterval model waarbij je informatie doorgeeft aan de afdeling onder je. Deze afdeling geeft het door aan de afdeling onder hen etc. De manager geeft telkens de informatie door. Het is bijvoorbeeld voor Boer (Ahold) als raad van bestuur de vakkenvullers aan te sturen. Dat gebeurt via tussen managers.
Informatie: er bestaat een hele wereld van informatie.
De accountant heeft drie belangrijke rapportage momenten
Management letter: het gaat over de processen en controls. De accountant controleert de jaarrekening. Hij gaat kijken waar alle cijfers op de jaarrekening vandaan komen.
Ook wordt er vaak rapporteert over de IT systemen. Is er niet 1 iemand die fraude kan veroorzaken etc. dit gebeurt allemaal procesmatig.
Accountantsverslag
Controle verklaring: dit komt bij de jaarrekening. Hierstaat het oordeel. De mening van de accountant over de jaarrekening. Hier wordt vermeld of de jaarrekening voldoet aan de juiste cijfers. Of de jaarrkening klopt of niet.
Dit wordt gecommuniceerd aan de
Aandeelhouders (alleen niet het accountantsverslag). Kan wel een toezicht op gegeven worden.
Raad van Bestuur
Management lagen eronder
Maatschappij: de controle verklaring
Details: hoe ver ga je in detail?
Scope: het is moeilijk om te bekijken hoe breed de scope moet zijn. Welke dingen zijn belangrijk om te controleren? Waar ligt de grens?
Regelgeving
Het belangrijkst voor de Nederlandse bedrijven is de Nederlandse Corporate Governance Code. Deze heeft ook een plek in de wet.
Je moet kunnen uitleggen waarom je iets doet.
Er bestaat niet één goede definitie van corporate governance.
Corporate Governance gaat over deugdelijk ondernemingsbestuur. Het focust zich op het dilemma dat volgt uit de scheiding van eigendom en leiding (agency theory), en adresseert met name de relatie tussen aandeelhouders en bestuurders alsmede de relatie tussen de onderneming en haar stakeholders.
Corporate Governance bestaat uit besturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden
Dit geldt ook voor de accountant.
De jaarrekening is het verantwoording document.
Als de organisatie goed beheerst wordt, is dat goed voor de accountant want dan staat hij voor weinig verassingen. Hij weet dan wat hij kan verwachten.
Als er goed toezicht gehouden wordt, is dat goed voor de accountant. De jaarrekening zal dan sneller kloppen en er zal minder fraude gepleegd worden.
Besturen is moeilijker. De accountant komt namelijk niet altijd vaak over de vloer bij het bedrijf.
De partijen bij de corporate governance code zijn de aandeelhouders en de raad van bestuur.
Het bestuur is belast met het besturen van de onderneming. Besturen bestaat uit het realiseren van de doelstellingen. Doelstellingen zijn bijvoorbeeld zoveel mogelijk winst maken. of iets anders bereiken zoals in non-profit organisaties.
De raad van bestuur werkt ook de strategie, visie, doel en missie uit. Dit wordt gedaan door middel van de doelstellingen.
De raad van bestuur moet verantwoording afleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders (eigenaars) en de raad van commissarissen (toezicht/controle).
Ze hebben te maken met de stakeholders. Dit zijn alle partijen die belang hebben bij de onderneming. Een stakeholder bij Ahold is bijvoorbeeld een vakkenvuller van de AH. Een andere vorm van een stakeholder is een klant van AH of een leverancier. De Raad van Bestuur moet rekening houden met alle stakeholders.
De raad van bestuur moet de risico’s beheersen.
De risico’s zijn de belemmeringen die ervoor zorgen dat de organisatie niet de doelstellingen kan behalen. Ze houden ook met de risico’s met de externe factoren.
De Amerikaanse dochtermaatschappij liep niet goed. Hier moesten ze rekening mee houden.
Audit commissie: sub commissie van de RvC. Zij houden voornamelijk toezicht op het financiële beleid. Met de risico’s die daar een rol spelen. De jaarrekening gaat eerst naar deze commissie en pas later naar de RvC.
De risico’s worden geanalyseerd. Dit kan leiden tot een bepaalde gedragscode. Ze gebruiken financiële systemen om alles te monitoren en te rapporteren.
Raad van Commissarissen
Je zou zeggen dat hier de feitelijke macht zou liggen. Zij houden toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken in de organisatie. De RvC adviseert aan de Raad van Bestuur en denkt mee, waardoor de RvC een sturende rol kan hebben.
Ze houden het belang van de vennootschap en de verbonden ondernemingen in de gaten. De raad houdt er toezicht op dat de belangen van de minderheidsaandeelhouders en werknemers worden geschaad. Wettelijk gezien moet Hobbben kijken of hij de belangen van een vakkenvuller heeft geschaad. Werkelijk gebeurt dit natuurlijk niet.
Raad van Commissarissen houdt zich bezig met de operationele en financiële doelstellingen. De heer Hommen moet toestemming geven aan Boer als hij een vestiging wil openen in Frankrijk bijvoorbeeld.
Aandeelhouders
Als je echt een grote aandeelhouder bent, vraagt de corporate governance code om volwaardig deel te nemen als aandeelhouder. Dit houdt in dat je aanwezig bent op de aandeelhouders.
Rol van beleggers
Individuele beleggers: belangen verschillen. Sommigen willen speculeren, anderen willen op korte termijn inkomsten.
Institutionele beleggers: pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Ze willen stabiele inkomsten.
Private equity funds: het opkopen van andere bedrijven
Hedge funds: investeren om op korte termijn zoveel mogelijk winst te maken.
Behoort de accountant tot de corporate governance of niet?
Argumenten waarom de accountant er niet in thuis hoort
De accountant moet onafhankelijk zijn en mag zich niet bemoeien met het besturen.
De accountant geen belanghebbende bij de organisatie.
Argumenten waarom de accountant wel tot corporate governance behoort
Het bestuur zet de interne beheersing van een organisatie op. Deze checks en balances zetten we in. Het bestuur wil dat de accountant hier op mee kijkt, om ervoor te zorgen dat de onderneming goede beslissingen maakt en dat de checks en balances kloppen. Het bestuur vertrouwt op de accountant.
Daarnaast is het laatste punt verantwoorden. De accountant legt verantwoording af aan de organisatie.
Als accountant praat je het meest met de raad van de bestuur. Want zij zijn het meest betrokken en aanwezig in de organisatie. Je praat tussentijds ook met het management. Aan het einde wordt pas vergadert met de raad van commissarissen.
In de corporate governance wordt bepaalt dat de raad van commissarissen en de AVA belangrijk zijn. De RvC stelt een accountant voor aan de AVA en de zij benoemen uiteindelijk de accountant. Feitelijk besluit dus de RvC. Zij keuren ook goed wat de accountant verdient.
De uitkomsten van het werk van de accountant zijn de bevindingen/ het oordeel.
Natuurlijke advies functie – aanbevelingen.
Van Laar zegt dat uit hun onderzoek blijkt dat het moeilijk is om de te kijken of de code daadwerkelijk is toegepast. Je kunt stellen dat de code grotendeels geaccepteerd is. Het is moeilijk te meten hoe en of de code toegepast is.
Omdat we nu weten wat corporate governance is, zoemt dit artikel meer in op de corporate governance en gaat dieper in op de accountantscontrole.
Wat zijn de dagelijkse taken van de accountant?
Wat voor een impact heeft de corporate governance op het werk van de accountant?
Belangrijkste vraag is: wat is de waarde voor de accountant om deze jaarrekening te controleren?
Uit het artikel blijkt dat het management heeft de meeste invloed op het corporate governance proces. Dit zie je voornamelijk in kleinere organisaties. De raad van bestuur wordt dan eigenlijk feitelijk eigenaar/ leiding gevende. In grote organisaties zoals Ahold zal dit niet voorkomen.
Hij stelt dat de accountant vaak slechte ervaringen heeft met de audit commissies. Daarnaast stelt Cohen et al, dat de corporate governance relevant is voor de accountant als de organisatie internationaal opereert en als de cliënt de bevindingen van de accountant accepteert.
Cohen et al vindt dat de accountant onderdeel is van het monitoring systeem, dus van het corporate governance.
Definitie: hij denkt in termen van output.
Het doel is voornamelijk om de integriteit van de jaarrekening te waarborgen en om zekerheid te bieden dat de doelen worden bereikt.
Cohen et al vindt dat de audit commissie niet altijd relevant is.
Hoe ziet de corporate governance eruit bij de accountantsorganisatie?
Er zitten geen aandeelhouders, maar partners (zij zijn dus de aandeelhouders). Zij werken binnen de onderneming en zijn direct eigenaar van de onderneming. Ze zijn leden van de maatschap.
Tegenwoordig gaan accountants steeds meer samenwerken met andere landen. Hierdoor worden de risico’s verspreid. Je hebt niet meer een 100% deelneming, maar een kleiner deel.
Er moeten mensen zijn die toezicht houden op het belang van het maatschappelijk verkeer. Een echte RvC ontbreekt.
De principaal zijn de aandeelhouders en de agent is het dagelijkse bestuur, het management.
Het wordt voor de accountants steeds belangrijker niet alleen bezig te zijn/informatie te verstrekken over de financiële resultaten, maar ook met andere onderwerpen. Dit kan bijvoorbeeld ook een reflectieverslag zijn van een directeur, maar ook een rapportage over CO2 uitstoot.
De accountant kan in ieder geval een jaarrekening controleren. De accountant geeft een controleverklaring (vroeger was dit een accountantsverklaring). Dit is slechts een klein deel van de taken van de accountant.
Assurance opdrachten zijn opdrachten waar je een mate van zekerheid bij verstrekt.
Dit is enerzijds historische financiële informatie (COS 800 en COS 2400). Dit biedt een grote mate van zekerheid (tussen 95 en 99%).
Daarnaast heb je ook beoordelingsinformatie (COS 3000/3400). Hierbij is een beperkte mate van zekerheid. Het percentage ligt op ongeveer 70%.
Geen assurance: betekent dat je geen zekerheid mag afgeven. De grootte fout is dan ook dat je toch perongeluk ergens in het rapport een mate van zekerheid geeft. Dit is ontzettend breed. Een accountant kan bijvoorbeeld ingeschakeld worden bij een potentiële overname. Dit is naast het financiële gedeelte ook kijken bijvoorbeeld de samenstelling van het bestuur.
Bij assurance heb je een identificatie van de opdracht. Je stelt vast wat je precies moet doen en wie welke verantwoordelijkheden heeft. De verantwoordelijkheden van zowel de onderneming als van jezelf (de accountant). Bij assurance geef je een oordelsverklaring. Je kunt zeggen dat je assurance wil geven, of niet, of een middenweg.
De accountant kan ook een beperking geven. Dit houdt in dat je zekerheid geeft, met uitzondering van een bepaald gedeelte wat niet goed is.
Geen assurance. De accountant heeft niet de verantwoordelijkheid om assurance te geven. Er bestaat wel een normenkader, maar je kunt het niet toetsen.
Het belangrijkste verschil is dat je geen oordeelsvorming hebt. Je geeft geen mate van zekerheid.
Relevante verschillen zijn
Belangen van de opdrachtgever. Stel een directielid kan een bonus krijgen op basis van 10% van het resultaat. Dan wil het directielid een zo hoog mogelijk resultaat behalen.
Doelgroep: hierin geef je aan voor wie de verklaring bestemd is. Je zorgt ervoor dat de verklaring alleen bestemd is voor een bepaalde instelling.
Verstrekte mate van zekerheid
Rapportage: assurance-rapport (dit gaat breder dan alleen de financiële verklaring).
Stramien: bestaat uit 5 elementen. Een opdracht moet aan deze 5 elementen voldoen, anders kun je geen zekerheid geven. Subsidie declaraties, opdrachten van banken etc zijn de vraag of ze voldoen aan de stramien. Daarnaast moet je ook een rationeel doel hebben. De gebruiker moet beseffen hoe het in elkaar zit. De klant mag dus geen informatie achterhouden.
3 partijen: de accountant, de klant (de opsteller) en je hebt de gebruiker. De gebruiker kan een subsidieverstrekker zijn, een bank, één persoon.
Object van onderzoek. Bij een jaarrekening is dit bijvoorbeeld de jaarrekening van 50 pagina’s. Bij een MVO rapportage kan dit soms 20 pagina’s waarvan 18 over het verleden gaan. Mocht pagina 16 alinea 2 gaan over de toekomst, kun je daar geen zekerheid overgeven.
Normenkader/toepasbare criteria: waaraan ga je het object van onderwerp toetsen. Je kunt bijvoorbeeld de voorraden in het jaarverslag controleren als het gewaardeerd is tegen het FIFO systeem. Daarnaast kun je ook het aantal gewerkte uren door het personeel controleren. Het wordt moeilijk als je een opdracht krijgt, dat nog nooit eerder gecontroleerd is.
Toereikende controle-informatie: is het mogelijk om aan je controle informatie komen? Kun je genoeg bewijs verzamelen?
Rapportage: kan de accountant een schriftelijke rapportage afgeven?
Kan de accountant een controleverklaring verstrekken bij pot pindakaas, waarbi ingrediëntspecificatie is opgenomen?
3 partijen: klant, fabrikant en accountant
Object van onderzoek: de inhoud van de pot pindakaas
Normenkader/toepasbare criteria: specificatie van ingrediënten
Toereikende controle-informatie: een deskundige rapportage, zoals het laboratorium. Kloppen de ingrediënten? Het is dus te toetsen.
Rapportage: je kunt hierbij een rapportage stellen want je hebt ook een object van onderzoek en criteria.
VGBA (VGC staat in je boek. Dit is fout).
Verordening gedrags- en beroepsregels accountants. Het gaat over de individuele accountant, dus niet over het bedrijf waar je werkt, het bestuur waarin je zit etc.
NBA: Nederlands Beroepsorganisatie van Accountants.
Waarom een accountant? Waarom kan iemand met RA achter zijn/haar naam wel een verklaring afgeven over een pot pindakaas, maar een voedingsdeskundige niet?
Het maatschappelijk verkeer verleent vertrouwen aan de titel RA. Een accountant voldoet aan de VGBA en is ingeschreven bij een beroepsgroep. Als de accountant zich niet houdt aan de fundamentele beginselen heb je geen bestaansrecht meer.
Fundamentele beginselen zijn professioneel, integer, objectief, vakbekwaam & zorgvuldig, vertrouwelijk en onafhankelijk.
Het is belangrijk dat je oprecht en eerlijk optreedt. Je moet een rechte rug houden.
Vraag: is de VGBA hier voor Pietje Precies op van toepassing?
Je moet je te allen tijde als accountant houden aan professionaliteit. Je moet je dus ook in een kroeg professioneel gedragen. De accountant heeft dus ook een probleem als hij/zij aangehouden wordt en een alcohol test moet doen.
Vraag: welk risico loopt Piet Precies volgens de VGBA als hij de buurman hiermee helpt en hier geen bezwaar tegen maakt?
Het risico dat hij hiermee loopt is dat hij medeplichtig is aan fraude.
Is hier volgens de VGBA sprake van een professionele dienst en het uitoefenen van zijn beroep? Ja, hij moet zich houden aan de VGBA. Er is sprake van een professionele dienst, ook al helpt hij een vriend.
Wat is onafhankelijkheid?
Schijn: als de klant ook maar op een enkele manier denkt dat de accountant niet onafhankelijk is, wek je de schijn van onafhankelijkheid.
Wezen: dan gelooft de buitenwereld dat de accountant ook daadwerkelijk onafhankelijk is.
Er zijn 5 bedreigingen
Eigen belang: de accountant heeft het risico dat hij/zij niet onafhankelijk is door te handelen uit eigen belang.
Zelftoetsing: op moment dat de accountant advies heeft gegeven over de inrichting van IT binnen een organisatie. Later kan blijken dat dit advies niet helemaal juist is, zal de accountant niet zeggen dat het niet klopt.
Belangenbehartiging: stel je klant zit in een rechtszaak, kan het zijn dat de accountant gaat lobbyen voor de klant. Dit kan niet.
Intimidatie: komt vaak voor. Als je dit niet doet, zal ik dat doen. De accountant kan zich door de klant laten intimideren. Het kunnen ook kleine dreigementen zijn tussen neus en lippen door.
Vertrouwdheid: als een accountant al 20 jaar in dienst is bij een bedrijf, kan de accountant zo vertrouwd raken met het bedrijf dat hij/zij dingen over het hoofd ziet.
Alle theorieën vereisen onafhankelijkheid. Dat is de aard van het accountantsberoep. Als de accountant niet onafhankelijk is, heb je geen bestaansrecht. Dit is niet alleen vanuit de bestaandstheorie, maar ook vanuit het maatschappelijke verkeer.
Beginning with the end in mind houdt een aantal stappen in namelijk
Controleopdracht
Controleaanpak
Controleplan en werkprogramma
Interimcontrole
Jaareindecontrole
Evaluatie en afronding
De accountant dient een oordeel te vormen over de vraag of de financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten zijn opgesteld in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. Dit is de verantwoordelijkheid van de accountant.
Tot de controleopdracht behoren cliëntafspraken en opdracht bevestigingen. Denk hierbij aan afspraken met cliënten. Er wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd en er wordt indien nodig een overleg gehouden met de vorige accountant.
Bij de controleaanpak wordt gekeken naar de doelstellingen, besprekingen en de tijdsfasering. Er wordt gekeken naar belangrijke factoren zoals de benodigde kennis en risicovolle gebieden. Daarnaast wordt er rekening gehouden met specifieke voorwaarden/vereisten.
In het controleplan wordt de planning van de werkzaamheden met betrekking tot de risicoschatting beschreven. Controlewerkzaamheden op beweringsniveau.
In de interim/ tussentijdse controle vinden een aantal soorten controles plaats
Systeemgerichte controle
Tussentijdse cijferanalyse
Tussentijdse gegevensgerichte controle
Tussentijdse evaluatie tolerantie en risico
Rapportering tussentijdse controle
De eindejaarscontrole bestaat uit gegevensgerichte controlehandelingen, controle van gebeurtenissen na balansdatum, het beoordelen van de jaarrekening en een afsluitende cijferanalyse.
In de laatste stap, de evaluatie en afronding van de controle, wordt de controleaanpak geëvalueerd. In deze stap geeft de accountant ook zijn/haar accountantsverklaring af.
ViO = Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten.
Een accountant moet onafhankelijk zijn in wezen en in schijn. In wezen houdt in dat een accountant daadwerkelijk onafhankelijk is en dat de cliënt dat ook gelooft. Wanneer het maatschappelijk verkeer twijfelt aan de onafhankelijkheid van de accountant, is de accountant onafhankelijk in schijn. Er zijn voor de accountant een aantal bedreigingen zoals eigenbelang, zelftoetsing, belangenbehartiging, vertrouwdheid en intimidatie. Intimidatie als een accountant wordt geïntimideerd door een klant.
Daarnaast bestaan er ook een aantal belemmeringen en verhinderingen bij de acceptatie van een opdracht. Er kan subjectieve/objectieve verhindering zijn. Daarnaast is het ook mogelijk dat de accountant niet voldoende kennis heeft en onvoldoende deskundig is. Daarnaast kunnen er ook vaktechnische belemmeringen zijn. Een voorbeeld is dat er geen maatregelen genomen zijn na de constatering van een fraude of een andere ‘fout’ in de organisatie.
In de planningsfase ga je een algemene gedetailleerde controle opstellen.
Dit is vastgelegd in de NV COS 300.
Dit boek bevat ook de ARA (algemene regelgeving accountants).
Verschillende manieren
Effect iviteit m.b.t. controle: je bent effectief in je studie als je je diploma haalt. De controle heeft niet meer gekost dan nodig.
Efficiency van de controle: je bent efficiënt in je studie als je het nominaal haalt. De controle is efficiënt als je het binnen de gestelde tijdstermijn haalt.
De planningsfase bestaat uit een omgevings- en een verkenningsanalyse.
In de omgevingsanalyse ga je kijken wat er in de omgeving van het bedrijf speelt. Je kijkt naar externe factoren en naar gebeurtenissen in de bedrijfstak. In de verkenningsanalyse ga je specifiek kijken wat er in het bedrijf is gebeurd. Zijn er andere managers? Is het bestuur veranderd? Het is belangrijk om deze analyses vast te leggen.
Vraag: de accountant dient inzicht te verkrijgen in de belangrijkste normen en standaarden ten aanzien van financiële verslaggeving, accountantscontrole en relevante wet- en
regelgeving. Wat zijn hiervan de belangrijkste voor de controle van de jaarrekening van de
Staatsloterij?
Wat zijn hiervan de belangrijkste voor de controle van de jaarrekening van de staatsloterij?
De IFRS/ richtlijnen voor de jaarverslaggeving: volgens deze regels moet de jaarrekening opgesteld worden. De accountants moeten deze standaarden begrijpen.
De sheet met alle bedrijven houdt in dat Plaatje met bedrijven
Ze hebben allemaal een andere typologie. Het is een indeling/ kenmerk van de organisatie op basis waarvan je die kan indelen. Ahold is voornamelijk een handelsorganisatie. Koopt producten in en verkoopt ze. Shell heeft meer het karakter van een productie onderneming. Aegon is een financiële dienstverlener. Landal is meer een dienstverlenende organisatie. Zij stellen hun ruimte/huisje ter beschikking en een burger kan die huren.
We willen deze typologieën onderscheiden omdat het iets zegt over hoe we deze organisaties kunnen controleren. Bijvoorbeeld we kunnen Ahold op een bepaalde manier controleren. Dan kunnen we dezelfde controle toepassen op andere handelsondernemingen.
De waardekringloop op de sheet geldt voor een handelsonderneming. Voorbeeld van een deel van de waardekringloop. Als je inkopen toenemen, neemt je voorraad goederen ook toe. Als je voorraad goederen daalt, neemt je verkopen toe waardoor ook het saldo debiteuren toeneemt.
Dit schema kun je niet toepassen op een productieonderneming, aangezien je in zo’n onderneming grondstoffen omzet in een product. Bijvoorbeeld als je limonade maakt, heb je suiker, water en kleurstof nodig. Je hebt dan een omzettingsproces nodig.
Een handelsonderneming heeft een mate van hele sterke verbanden in de waardekringloop. Zo’n onderneming koopt een pc in en verkoopt hem door zonder er iets aan te veranderen. Een productieonderneming maakt limonade. Telkens bij het mengen mors je een beetje waardoor er minder sterke verbanden zijn in de waardekringloop.
Bij agrarische bedrijven is het nog moeilijker om verbanden te leggen.
In de planningsfase moet je dus nadenken over hoe je je controle aanpakt. Een handelsonderneming heeft dus andere kenmerken dan een overheidsinstantie. Je toetst andere elementen bij de verschillende typologieën.
Juistheid en volledigheid zijn je primaire controledoelstellingen.
Juistheid en volledigheid hebben een kruislinks verband.
Als je je activa op juistheid controleert, en je weet dat dat klopt. Dan moeten je opbrengsten (staan credit) ook kloppen. Hetzelfde geldt voor je schulden. Als je je schulden die credit op de balans staan op volledigheid controleert, moeten je uitgaven die debet op de winst- en verliesrekening staan, ook volledig zijn.
Je wilt je activa zo hoog mogelijk laten zijn en die controleer je op juistheid en hierdoor moeten de opbrengsten gecontroleerd worden op volledigheid.
(zie schema).
Antwoord op de vraag van sheet staatsloterij.
Je wilt in ieder geval weten of de schulden en de voorzieningen voor deze schulden volledig zijn.
Een partner en manager zijn meer betrokken bij een controle aanpak dan een CEO bijvoorbeeld.
NV COS 300: het doel van de accountant is het verkrijgen van voldoende en geschikte controle informatie over de ingeschatte risico’s van een afwijking van materieel belang door middel van het opzetten en implementeren van geschikte wijzen van inspelen op deze risico’s.
Materialiteit is een veel besproken onderwerp in het land van de accountants en de aandeelhouders.
Wat is materialiteit? De definitie van materialiteit is informatie is materieel indien het weglaten of het onjuist weergeven daarvan de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen, zou kunnen beïnvloeden. Het is een drempel of een kritische grens. Het heeft een kwalitatieve dimensie. Hij wordt echter vaak gebruikt als een kwantitatieve dimensie, omdat er meestal een bedrag aangekoppeld wordt.
In de controle verklaring wordt verwezen naar de materialiteit: ‘in materieel belang zijnde opzichten’. Het betekent dat de jaarrekening niet voor 100% hoeft te voldoen aan de regels van de jaarrekening. Dat komt omdat je nooit alle facturen kan mee nemen. Je kunt niet iedere euro omdraaien etc.
Wie lezen de jaarrekening van Ahold en wie willen dat de cijfers betrouwbaar zijn?
Banken, aandeelhouders, stakeholders zoals werknemers.
Deze groepen interesseren zich voor andere elementen van de jaarrekening. Een aandeelhouder interesseert zich in iets anders dan bijvoorbeeld een milieuactivist.
Systematische onopzettelijke fouten: als deze fouten systematisch voorkomen is het belangrijk dat de fouten gezocht en verwijderd worden.
Opzettelijke fouten: dan moet je twijfelen aan de integriteit van het management. Het is lastig om deze opzettelijke fouten te vinden. Je kunt de fouten wel vinden, maar het is moeilijk om aan te tonen of de fouten opzettelijk zijn.
Stel dat u de jaarrekening van de RUG controleert. U komt erachter dat er €5 miljoen aan studentopbrengsten zijn verantwoord, die eigenlijk betrekking hebben op het komende boekjaar. Is dit een materieel verschil?
Opbrengsten €641 miljoen
Lasten €608 miljoen
Saldo €33 miljoen
Eigen vermogen €482 miljoen
Je kunt in deze opgave alle kanten op. Aan de ene kant kun je zeggen dat het materieel is omdat het €5 miljoen is en dit bedrag heeft een grote impact op het saldo.
Aan de andere kant kan gezegd worden dat het saldo niet per se van belang hoeft te zijn. Het hangt ervan af of de RUG het resultaat belangrijk vindt.
Stel ze geven geen toelichting in de jaarrekening. Is dat een materiele fout?
Ja, want een accountant wil weten waaruit dit bedrag bestaat en waar het bedrag überhaupt vandaan komt.
Een axiomatisch voorbehoud: het is een voorbehoud wat een accountant kan maken. Bijvoorbeeld na de controle van de jaarrekening die goedgekeurd is door de accountant wordt er toch een materiele fout ontdekt.
Een axiomatisch voorbehoud kan kwalitatief zijn. Een accountant kan niet altijd voortdurend aanwezig zijn en een accountant kan ook onvoldoende deskundigheid hebben.
Een axiomatisch voorbehoud kan ook kwantitatief zijn als er bijvoorbeeld steekproeven genomen worden.
Uniforme aanpak die alle kantoren gebruiken. In zowel het binnenland als het buitenland.
Je kunt als accountant geen volledige verklaring geven. Het is onmogelijk na te gaan of iedere cent juist is geboekt. Daarom bestaat er een redelijke mate van zekerheid. Efficient heeft te maken met het gebruik maken van steekproeven. Effectief houdt in dat middelen zo goed mogelijk worden ingezet.
Bij materialiteit: hoe nauwkeurig wil je de jaarrekening controleren? Deze nauwkeurigheid kan heen en weer gaan waardoor de hoeveelheid werk zich aanpast. Hoe kleiner de nauwkeurigheid, hoe meer werk.
Audit risk: foutkans. Dit is de kans dat een accountant een verkeerde verklaring afgeeft. Deze is vrijwel altijd stabiel. Deze blijft gelijk, een accountant gaat nooit rommelen aan de audit risk.
Controle aanpak: hoeveelheid werk. Door de risicoanalyse wordt de hoeveelheid werk minder.
Absolute zekerheid is niet realiseerbaar. Als je controleaanpak en de materialiteit goed hebt bepaald, is het niet erg om een fout te maken. deze fouten zullen dan vallen in de foutkans. Hierdoor is de cirkel alsnog compleet.
Je hebt ook te maken met derden. Een bank kan bijvoorbeeld ook een verkeerde bankafschrift afgeven. Je vertrouwt er bijvoorbeeld ook op dat als jij je pinpas in een bankautomaat steekt, dat vervolgens het geld wordt afgeschreven van je rekening.
Axiomatisch voorbehoud: je kunt nooit als accountant volledig verantwoordelijk gehouden worden voor de jaarrekening. Er zullen altijd dingen zijn waar je als accountant niks aan kan doen.
Kosten/baten is kwantitatief axiomatisch voorbehoud.
Er bestaat een grijs spanningsveld tussen de axiomatisch voorbehoud en de spelregels van WTA. Fundamentele beginselen wegen zwaarder dan axiomatisch voorbehoud.
Een accountant moet kunnen onderkennen dat ze niet deskundig genoeg zijn. Als accountant ben je niet voortdurend bij de klant en moet een accountant zich soms beroepen op historische informatie.
Bewuste manipulatie komt vaker voor. Dit houdt in dat een accountant weet dat een klant bewust gefraudeerd wordt. De accountant is hiervoor verantwoordelijk. Als er sprake is van samenspanning wordt het wat genuanceerder, omdat dit voor een accountant moeilijk is om te zien.
Iedere accountant moet altijd het risico model gebruiken.
AR = f (IR, CR, DR)
AR = IR x CR x DR
AR = audit risk
IR = inherent risk
CR = control risk
DR = detection risk
Dit is niet echt een rekenmodel, maar een denk model. Daarom wordt het ook weergegeven als een functie in plaats van in een formule. Het is altijd vermenigvuldigend omdat de risico’s een relatie met elkaar hebben. Het gaat hier over de betrouwbaarheid van de controle. Je wilt zeggen dat de jaarrekening met een redelijke mate van zekerheid klopt. De materialiteit heeft geen verband met de audit risk. Wel een relatie.
Het is niet zo dat als de materialiteit omhoog gaat, dat de audit risk ook omhoog gaat.
Inherent risico is de gevoeligheid van een bewering voor een afwijking die afzonderlijk of samen me andere afwijkingen van materieel belang kan zijn in de veronderstelling dat er geen beheersingsmaatregelen met betrekking tot deze bewering zijn toegepast.
Er bestaat specifieke inherente dingen en algemene.
Flattering
Deflattering = slecht
Wat is nu inherent risico in de praktijk?
Zara: kleding is belangrijk. Altijd nieuwe collectie, de oude collectie wordt afgeprijsd. De voorraad is belangrijk. Kleding is die gaat worden verkocht onder de kostprijs. De waarde van de voorraad kan te hoog worden gewaardeerd op de balans. Dit kan als gevolg van externe marktontwikkelingen. Bij kleding kan ook een inherent risico zijn de veroudering.
Hema: de Hema heeft hun prijzen verlaagd door enorme concurrentie van bijvoorbeeld de action. Het inherente risico is dus dat hun concurrentiepositie verslechterd. De continuïteit van de onderneming komt in gevaar.
De bloemenvelden: inherent risico is een slechte oogst. Dit is het kernprobleem van alle landbouwondernemingen in Nederland. De voorraden/onderhanden werk kan gewaardeerd worden tegen een te hoge prijs. Een oorzaak kan slecht weer zijn.
Shell: inherent risico kan zijn dat er teveel geïnvesteerd is in nieuwe olievelden. Vervolgens krijgen ze geen toestemming om dit te mogen doen en dan hebben ze een probleem. Al het geïnvesteerde geld is dan dus weg. Ze zijn afhankelijk van wetten en regels van anderen.
Het inherent risico wordt heel vaak veroorzaakt door externe factoren.
Control risk hebben we het over een risico waarbij rekening wordt gehouden met de interne beheersing, maar de risico’s komen er toch nog doorheen. Deze worden meestal per proces, en je houdt veel rekening met de omgeving van de klant.
Detectie risico: dit is het rest risico. Dit is een risico dat niet wordt tegengehouden door de interne beheersing en niet door de werkzaamheden die de accountants wordt gezien. Ze glippen hierdoor heen.
Je hebt een paraplu. Deze paraplu is je interne beheersing en de risico’s die erop af komen zijn de inherente risico’s. deze risico’s blijven en staan vast ondanks de interne beheersing. Sommige risico’s kunnen door de interne beheersing komen dat worden de controle risico’s genoemd. Onder de paraplu zitten de accountants. Hierdoor kunnen alsnog risico’s komen en dat noemen we de detectie risico’s.
De accountant heeft zes stappen. De inherente risico’s zitten bij stap 2 en tussen stap 3 en 4 zitten de controle risico’s. in stap 5 weet je de inherente/ controle risico’s en dan ga je op zoek naar de detectie risico.
Dus AR staat vast die je tijdens je controle aanpak.
AR = IR x CR x DR
3% = pijl omhoog x omlaag x pijl omhoog/omlaag
IR gaat omhoog want de zon schijnt teveel wat een negatieve invloed heeft op de oogst
CR gaat omlaag want er zijn sproeiers die de kans op mislukte oogst verlagen
DR gaat zowel omlaag als omhoog
AR = IR x CR x DR
3% = pijl omhoog x omhoog x pijl enorm omlaag
Als hier de IR en CR heel hoog zijn dan moet het detectie risico wel heel laag gaan, anders kun je nooit op 3 % uitkomen.
In de voorbereidingsfase van de controle wil de accountant een effectieve controle aanpak. Een accountant wil niet teveel tijd verliezen. Je maakt een voorlopige risico analyse. Het inherente risico wordt vastgesteld in de planningsfase, want die zijn risico’s zijn bekend. Controle risico is een voorlopig risico en het detectie risico wordt achteraf vastgesteld.
Documentatie heeft te maken met hoe de accountant documenteert.
Communicatie heeft te maken met hoe je communiceert met de klant.
De AR kun je alleen vaststellen als de accountant de onderneming kent. De accountant heeft informatie nodig over het bedrijf, over de omgeving etc. kennis moet omgezet worden in risico’s. Je weet dat Hema grote vestigingen heeft in de stad, en kleinere vestigingen gaat openen in dorpen. Wat verwacht je? Meer werknemers, andere marges. Wat zijn de risico’s? De continuïteit van kleinere ondernemingen kan in gevaar zijn en dit kan de volledige onderneming negatief beïnvloeden.
Het is het allerbelangrijkste dat de accountant kijkt naar de impact en de waarschijnlijkheid van de risico’s. Het moeilijkste is het bepalen van de voorlopige risico. Dit kans/impact model is zeer moeilijk te onderbouwen.
Je moet bij een risico analyse, significante risico’s meenemen. Dit zijn
Fraude risico’s. Een kassamedewerker haalt geld uit de kassa bij de AH.
Significante recente ontwikkeling: je moet recente ontwikkelingen meenemen zoals de opkomst van actions/voordeelshops tijdens economische crisis. Of het failliet gaan van een bedrijf in dezelfde sector.
Complexiteit in transacties: vaak financiële instrumenten. Hoe wordt goodwill gewaardeerd, wat zijn de fiscale verschillen etc.
Transacties met verbonden partijen: deelnemingen mag je alleen maar marktconform handelen.
Subjectiviteit: een accountant moet een mate van zekerheid kunnen schatten
Transacties buiten de normale bedrijfsvoering: geld investeren/beleggen in grond als landbouwer. De accountant moet verklaren waarom hij/zij dit doet.
Cyclische/ seizoensgebonden activiteit: dit kunnen bloembollen zijn, ijsjes verkoop maar ook de kleding in een winkel die in/uit de collectie gaat.
De reden van een interne controle is dat de accountant niet zoveel meer wil doen tijdens de eindejaars controle.
Stap 5 is de eindejaarscontrole. De accountant kijkt hier naar de echte gegevens, naar de balansdatum, naar alle werkelijke gegevens.
Ook bij de evaluatie en afronding kunnen nog risico’s ontstaan.
De interne beheersing zou goed moeten zijn, waardoor de accountant weinig zou moeten doen bij het detectie risico en nu blijken er toch een aantal fouten te zijn.
Systeemgerichte werkzaamheden: houdt in dat een accountant echt kijkt naar de interne beheersing van een organisatie. Naar de opzet, staan en werking van de porcessen. Aan de hand hiervan wordt gekeken of de controle betrouwbaar is.
Je kijkt niet naar de gegevens op de factuur zelf.
Bij gegevensgerichte werkzaamheden kijkt de accountant naar de gegevens van de factuur. De accountant kan dan een hoop facturen opvragen.
Soms is het belangrijk de kosten van de werkzaamheden af te wegen tegen wat het oplevert.
Wat als het niet mogelijk is om toereikende informatie te verkrijgen?
Dit doet zich voor als systeemgericht niet mogelijk is. Je kunt dan geen goede verklaring afleveren. Als Shell niet weet hoeveel olie ze uit een grond willen halen, omdat ze niet weten hoeveel er beschikbaar is, is het voor een accountant onmogelijk een goede controleverklaring af te geven.
Controle informatie moet voldoende en geschikt zijn. Voldoende dat is kwantitatief van aard en geschikt is kwalitatief van aard. Dit is het meest lastige en het belangrijkste.
Externe informatie is voor een accountant vaker betrouwbaarder dan interne informatie.
Informatie is geschikt als:
Relevantie: heeft kwaliteit als de informatie belangrijk is voor de vooraf gestelde doelstelling.
Actualiteit: gegevens op de juiste manier verzameld over de juiste periode.
Betrouwbaarheid: wordt beïnvloed door een aantal factoren zoals de onafhankelijkheid van de verstrekker (extern/intern), kwaliteit van de interne beheersing, verkrijgingswijze (direct is meer betrouwbaarder dan indirect), deskundigheid verstrekker (gaat over de verantwoordelijkheid van de accountant), mate van objectiviteit informatie (bank/belegger is objectiever dan een bestuurder zelf) en de vorm (schriftelijke communicatie is betrouwbaarder dan mondelinge communicatie).
Professional judgement: de fundamentele beginselen zijn gebaseerd op principal based principe. Je kunt niet in regels alles samen te vatten. Er zijn wel standaarden. De Amerikanen proberen dat bijvoorbeeld wel. Zij willen alles vastleggen in regels.
De net opgeleide accountant is onvoldoende opgeleid in ethiek. Ze weten de regels wel en de standaardfeiten wel, maar het stuk ethiek is onvoldoende aandacht aan besteed.
Positieve controle: is het terecht wat je opschrijft? Controleert op juistheid.
Negatieve controle: controleert op volledigheid.
Traditioneel accent: activa en opbrengsten controleert de accountant positief.
Credit en kosten controleert de accountant negatief.
Voorbeeld: waaruit bestaan de liquide middelen?
Bank, kas en deposito’s, welke debet op de balans staan.
Je gaat er even vanuit dat de interne beheersing goed is, en een laag inherent risico.
Welke controle-informatie gaat de accountant verzamelen?
Kwantitatief en kwalitatief.
Wat wil je hiermee vaststellen?
Er zijn 8 controle technieken. Je moet weten wat deze technieken inhouden.
Verificatie: het gaat over de betrouwbaarheid van de controle informatie.
De minst betrouwbare versie is vervaardigd door huishouding in bezit van de huishouding. Het aansluiten van gegevens op de boekhouding. Je krijgt bijvoorbeeld een grote debiteurenlijst, je ziet aan het einde dat het totaal niet aansluit met het totaal van de jaarrekening.
Waarneming – inventarisatie. Je inventariseert gegevens en systeemgericht. Bij gegevensgericht gaat de accountant zelf bijvoorbeeld de voorraad tellen. Kastellingen mogen nooit alleen gedaan worden. Systeemgericht: de accountant maakt een inventarisatie op basis van de informatie van de cliënt. Wie telt bijvoorbeeld de voorraad? Simultane opname. Voorwaarden voor partieel roulerende inventarisatie. Goederen moeten herkenbaar zijn. Er moet een geheim telschema zijn. Dit mag niet voor de hele organisatie bekend zijn. De voorraad administratie moet te allen tijde actueel zijn. Waarneming ter plaatse is vaak toereikend.
Inwinnen van inlichtingen. Dit moet bij drie groepen namelijk derden (objectief, betrouwbaar), medewerkers (je vindt hier veel informatie maar minder betrouwbaar) en gecontroleerde. Hier wordt het bestuur mee bedoeld. Deze geeft een verklaring dat er geen rare transacties gedaan zijn en dat er geen fraude gepleegd is etc.
Bevestiging van derden. Altijd verzoekt de accountant om een rechtstreeks antwoord. De bank reageert direct op de accountant. Wordt dat niet gedaan, daalt de betrouwbaarheid. Dit zorgt wel voor hoge kosten.
Positief: de accountant wil altijd dat de externe reageert.
Negatief: de derden moeten alleen reageren als het niet klopt.
Open bevestiging: geen bedrag in. De accountant stuurt een bericht en vraagt wat de schuld is aan deze onderneming?
Gesloten bevestiging: de accountant stuurt een bericht. Dit is de schuld, klopt dat?
Herhalen van uitvoering. Vaak zijn er zelfstandige herhaling. De handtekeningen worden gecontroleerd.
Herberekening. Je moet altijd formules in Excel zetten. Veel kleinere ondernemingen doen dit bijvoorbeeld niet. Door alle formules in Excel te zetten kan er een controle op rekenkundige juistheid plaatsvinden. Dit kan ook een factuur zijn waarbij het BTW percentage niet klopt.
Cijferanalyse. De grote fouten kan de accountant eruit halen met een cijferanalyse. Verbanden tussen financiële en niet-financiële informatie. Cijferanalyse alleen is nooit toereikend.
Bij de voorraad gebruik je de volgende controletechnieken: verificatie, waarneming (inventarisatie), herberekening, inlichtingen inwinnen.
Een controle techniek is het gereedschap van de accountant.
De administratieve organisatie
Inzet van normen in de controle: harde/zachte/interne/externe
Afkeuring is het ergste wat je als accountant kan krijgen. Je keurt een jaarrekening af, en de klant wil de jaarrekening niet aanpassen. Dit komt bijna nooit voor.
Ruimte voor aantekeningen:
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3665 |
Add new contribution