Redelijke termijn - Arrest

Redelijke termijn (CRvB 11 juli 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BD7033; AB 2008, 241)

Casus

In dit geding tussen appellant en het Uwv zijn vanaf de ontvangst het bezwaarschrift tot de datum van deze uitspraak ruim vijf en een half jaar verstreken. Appellant verzoekt de Raad om schadevergoeding in verband met overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 EVRM.

CRvB

De vraag of die redelijke termijn is overschreden, moet worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Daarbij zijn van betekenis (1) de ingewikkeldheid van de zaak, (2) de wijze waarop de zaak door het bestuursorgaan en de rechter is behandeld, (3) het processuele gedrag van de betrokkene gedurende de hele procesgang en (4) de aard van de maatregel en het daardoor getroffen belang van de betrokkene.

Vanaf de ontvangst door het Uwv op 18 oktober 2002 van het bezwaarschrift van appellant tot de datum van deze uitspraak zijn ruim vijf en een half jaar verstreken. Van dit tijdsverloop heeft de behandeling van het bezwaar door het Uwv iets meer dan acht maanden geduurd. Nu in verband met de overkomst van appellant uit Spanje enige tijd gemoeid is geweest met de vaststelling van de datum voor de hoorzitting in het kader van de bezwaarprocedure, vervolgens in de bezwaarfase een nieuwe functieduiding heeft plaatsgevonden waarop appellant moest kunnen reageren, en ook anderszins geen sprake is geweest van stilliggen van de bezwaarprocedure, is de Raad van oordeel dat in dit geval niet kan worden gezegd dat de redelijke termijn is geschonden door het Uwv. Vanaf de ontvangst door de rechtbank op 4 augustus 2003 van het beroepschrift van appellant heeft de behandeling van het beroep door de rechtbank anderhalf jaar geduurd. Dit betekent dat de redelijke termijn ook niet is geschonden door de rechtbank. De behandeling van het hoger beroep heeft vanaf de ontvangst door de Raad op 21 maart 2005 van het hoger beroepschrift van appellant tot de datum van deze uitspraak drie jaar en iets minder dan vier maanden geduurd. Aan deze vaststelling kan het vermoeden worden ontleend dat de redelijke termijn is geschonden door de Raad.

De Raad verbindt hieraan de gevolgtrekking dat in deze procedure, met – voor zover nodig – verdragsconforme toepassing van artikel 8:73 Awb, moet worden beslist omtrent appellants verzoek om schadevergoeding met betrekking tot de mogelijke overschrijding van de redelijke termijn. Dit geeft aanleiding om het onderzoek te heropenen. Met – eveneens – verdragsconforme toepassing van artikel 8:26 Awb merkt de Raad daarbij de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie) aan als partij in die procedure.

Conclusie

De vraag of de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 EVRM,  is overschreden, moet worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Daarbij zijn van betekenis (1) de ingewikkeldheid van de zaak, (2) de wijze waarop de zaak door het bestuursorgaan en de rechter is behandeld, (3) het processuele gedrag van de betrokkene gedurende de hele procesgang en (4) de aard van de maatregel en het daardoor getroffen belang van de betrokkene. De bestuursrechter moet een verzoek van een belanghebbende om schadevergoeding voor rechterlijke overschrijding van de redelijke termijn zelf afdoen. 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization