Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Wat zijn de openbare registers? - H2

42. De openbare registers voor registergoederen

Er zijn een aantal registers in het civiele recht die openbaar toegankelijk zijn. Daarin worden bepaalde rechtsfeiten geregistreerd, zodat iedereen daarbij kan. Zo heb je het huwelijksgoederenregister, faillisementsregister, handelsregister en het register voor registergoederen. In de meeste gevallen kan tegenover derden een beroep worden gedaan op de rechtsfeiten in het desbetreffende register. Maar dat geldt niet voor elk register. Daarom is het belangrijk om eerst de wettelijke regeling van dat register te bestuderen. Het meest bekende van alle registers is het openbare registergoederenregister.

43. Inschrijving in de openbare registers

In artikel 3:16 BW is bepaald dat er openbare registers moeten zijn waarin feiten worden ingeschreven die voor de rechtstoestand van registergoederen van belang zijn. Voor bepaalde rechtsfeiten schrijft de wet een inschrijving in de registers ook voor. Zoals de overdracht of vestiging van een bepaald recht (van en op een registergoed) maar ook teboekstaande zeeschepen, binnenschepen en luchtvaartuigen. Voor veel van deze inschrijvingen is een notariële akte vereist. 

44. Wat is het kadaster?

Het openbare register en de informatieverschaffing over registergoederen kent niet alleen een zuiver privaatrechtelijk karakter maar ook een publiekrechtelijk karakter door publiekrechtelijke registratie in het kadaster. Er bestaat namelijk een kadastrale registratie voor onreorende zaken plus een daaraan ten grondslag liggend kaartenbestand en een registratie voor luchtvaartuigen. Dit wordt het kadaster genoemd. 

Het kadaster is een van overheidswege bijgehouden overzicht van zowel de feitelijke als de rechtstoestand van registergoederen. Het kadaster is de toegangsweg tot de openbare registers. Hoewel het kadaster publiekrechtelijk van aard is, is het daaro toch van groot belang voor de openbare registers. Alles wat in de openbare registers moet staan komt ook in het kadaster te staan. Zodoende zijn ze nauwverbonden met elkaar. In de praktijk worden deze twee ook onlosmakelijk met elkaar verbonden.

45. Wat is het onderscheid tussen de openbare registers en het kadaster?

Een belangrijk verschil is dat de openbare registers privaatrechtelijk van aard zijn terwijl het kadaster publiekrechtelijk is. Hierdoor is de regeling van afdeling 3.1.2 (BW 3) wel van toepassing op de inhoud en het functioneren van de openbare registers maar niet voor het kadaster. Het tweede verschil is dat de inhoud van het geregistreerde bij beide instanties van geheel andere aard is. In de openbare registers worden feiten ingeschreven. Dat betekent niet per sé dat je in de openbare registers vindt wie gerechtigde is. Als je een huis koopt en daarop een hypotheek vestigt, komt er in de registers niet te staan wie de eigenaar is en dat de bank een recht van hypotheek heeft, maar dat er een overdracht en hypotheekverlening is ingeschreven. Met andere woorden bestaan de openbare registers uit een verzameling van ingeschreven akten waaruit men de rechtstoestand van bepaalde registergoederen kan afleiden.

46. Wat zijn de taken van het kadaster?

De regels voor het kadaster staan in de Kadasterwet. De publiekrechtelijke registraties en openbare registers zijn geregeld in die wet en worden ook allebei beheerd door het Kadaster.

47. Terminologie 'kadaster' of 'register'?

De Kadasterwet hanteert zowel de term register als registratie. Er is een verschil tussen deze twee termen en de reikwijdte er van. Die spreken voor zich. Van oudsher wordt de benaming 'Kadaster' gebruikt voor de publiekrechtelijke registratie van onroerend  goed en het daarbijbehorende kaartenbestand.

48. Wat is kadastrale registratie op de kaart?

Kadastrale registratie is gebaseerd op kadastrale kaarten en daaraan ten grondslag liggende bescheiden (akten). Daarbij wordt er ingedeeld in kadastrale gemeenten, secties en nummers. Een voorbeeld van zo'n indeling is Gemeente Groningen, sectie M, perceel 3942. 

49. Wie heeft er toegang tot de openbare registers?

Zoals we hierboven gelezen hebben zijn de openbare registers en het kadaster met elkaar verstrengeld. Zo is in artikel 48 van de Kasterwet vastgelegd dat het kadaster de toegang moet zijn tot de openbare registers. Daarom is het zo dat als je iets in het kadaster vindt dat ook een aanduiding is voor de vindplek in het openbare register. Daarnaast is het zo dat het kadaster een goed overzicht biedt van alle (publiek- en privaatrechtelijke) rechtsfeiten ten aanzien van een onroerend goed. 

50. Hoe zit het met de registratie van teboekgestelde schepen en luchtvaartuigen?

Ook de registratie voor teboekgestelde schepen en luchtvaartuigen verlopen op dezelfde manier. Deze registraties bevatten de gegevens over de rechthebbenden, de betreffende rechten en de objecten en maken de connectie met de openbare registers. Door vermelding van het brandmerk cq. het nationaliteitskenmerk voor schepen en het inschrijvingskenmerk en boekingsnummer voor luchtvaartuigen.

51. Wie houdt het kadaster bij?

Er zijn voorschriften om de gegevens in het kadaster up-to-date te houden. Deze staan ondermeer in de Kadasterwet. De openbare registers zijn de hoofdbron waaruit het kadaster zijn gegevens put om aan de eis van actualiteit te voldoen. Daarnaast zijn er natuurlijk o.a. de inlcihtingen van rechthebbenden en bestuursorganen die belangrijk zijn om in het register te worden opgenomen.

52. Moet er ook vernieuwd worden?

Het Kadaster heeft ook de opdracht om tot vernieuwing van het kadaster over te gaan. De reden hiervan is dat er een wens is de kadastrale registratie, de kadastrale kaarten en daaraan ten grondslag liggende bescheiden te ontdoen van onjuistheden en onnauwkeurigheden.

53. Wat is de strekking van afdeling 3.1.2?

Voor inzicht in de werking van de openbare registers zijn twee wettelijke regelingen dus van belang, namelijk afdeling 3.1.2 (Boek 3 BW) en de Kadasterwet. 

In de genoemde afdeling wordt vanaf 3:17 BW een zeer ruime mogelijkheid geboden tot inschrijving van feiten die voor de rechtstoestand van registergoederen van belang zin. Het gaat hierbij overigens alleen om feiten op het gebied van het goederenrecht. Persoonlijke rechten kun je alleen inschrijven als de wet dat toestaat. Aan de mogelijkheid van inschrijving in de openbare registers zijn twee rechtsgevolgen verbonden. Enerzijds kan rechthebbende steeds een beroep doen op de feiten die gepubliceerd zijn ten op zichte van verkrijgers onder bijzondere titel. Anderszijds mogen verkrijgers onder bijzondere titel juist weer vertrouwen op de volledigheid van de openbare registers. 

54. Is publicatie verplicht?

Belangrijk om te vermelden is dat een aantal publiekrechtelijek wetten publicatie in de openbare registers voorschrijven, zonder dat daaraan de gevolgen van afd. 3.1.2. verbonden zijn. Een dergelijke inschrijving heeft op dat moment dus alleen een informatieve functie. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Hier wordt nog op teruggekomen. 

55. Welke twee soorten registers zijn er?

Volgens artikel 8 Kadasterwet zijn er twee soorten registers:

a. de registers van inschrijving van feiten die betrekking hebben op onroerende zaken, schepen en luchtvaartuigen en op de rechten waarop deze betrokken zijn.

b. het register van voorlopige aantekeningen waarin onder meer de aanbieding wordt aangetekend van de stukken waarvan de bewqaarder op grond van artikel 3:20 BW de inschrijving weigert. 

56. Is de bewaarder lijdelijk?

De bewaarder van de openbare registers is niet bevoegd om een onderzoek in te stellen naar de juistheid van de feiten. Zoals bijvoorbeeld de geldigheid van de titel die aan de levering ten grondslag ligt. Heel soms, bij inhoudelijke argwaan, kan er wel gebruik worden gemaakt van een in de wet vastgelegde waarschuwingsbevoegdheid.

57. Het negatieve stelsel plus een grote derdenbescherming

Er zijn twee soorten stelsels voor openbare registers. Je hebt positieve stelsels en negatieve stelsels. In Nederland hebben we een negatief stelsel. 

In een positief stelsel worden derden te goeder trouw beschermd, op zodanige wijze dat de overheid instaat voor de juistheid van de gepubliceerde informatie. Dit vereist dus een actieve houding van de overheid. Hoewel het Nederlandse registerstelsel in beginsel een negatief stelsel is, bevat het ook kenmerken van een positief stelsel. Zo worden derden beschermd tegen onvolledigheid (art. 3:24) en onjuistheid van de openbare registers (art. 3:25 en 3:26). Vooral ten aanzien van de onjuistheid van de gegevens is die bescherming echter niet volledig, omdat bescherming in die gevallen alleen plaatsvindt indien het onjuiste feit is ingeschreven krachtens een authentieke akte of indien de rechthebbende voor correctie had kunnen zorgen.

Tijdens de totstandkoming van het BW is wel een nadrukkelijke voorkeur uitgesproken voor de bescherming van derden die te goeder trouw op in de openbare registers gepubliceerde gegevens afgaan, maar dan wel met behoud van het negatieve stelsel. 

58. Welke feiten kunnen worden ingeschreven in de openbare registers?

De regeling in afdeling 3.1.2 heeft het uitgangspunt om zoveel mogelijk de mogelijkheid te bieden tot inschrijving van alle rechtshandelingen en alle andere rechtsfeiten die van belang zijn voor de rechtstoestand van een registergoed. Er zijn drie groepen in de te delen wat betreft de in te schrijven feiten:

1) In de eerste plaats kan men rechtshandelingen inschrijven waarvan de inschrijving een voorwaarde is voor het rechtsgevolg. Voorbeelden hiervan zijn de levering van een registergoed (art. 3:89 lid 1 en 96) en de levering, vestiging en afstand van een beperkt recht op een registergoed (art. 3:89 lid 4, 96 en 98).

2) In de tweede plaats kan men andere rechtshandelingen inschrijven die een verandering in de rechtstoestand van een registergoed tot gevolg hebben of in een ander opzicht van belang zijn voor die rechtstoestand (art. 3:17 lid 1 sub a). Een voorbeeld hiervan is de cessie van een vordering die door een hypotheek is gedekt. Deze inschrijvingen zijn geen voorwaarde voor het intreden van het rechtsgevolg.

3) In de derde plaats kan men de andere feiten inschrijven die zijn opgesomd in art. 3:17 lid 1 sub b tot en met k.

59. Hoe zit het met inschrijving op grond van andere wetsbepalingen?

Daarnaast zijn er ook nog feiten die op grond van andere wettelijke bepalingen kunnen worden ingeschreven. Voorbeelden daarvan zijn algemene voorwaarden of modelreglementen met het doel om daarnaar te verwijzen in andere stukken (art. 46 lid 1 Kadw)

60. Beperkte mogelijkheid tot feiten met betrekking tot persoonlijke rechten

In de openbare registers kunnen in beginsel alleen feiten worden ingeschreven die de (goederenrechtelijke) rechtstoestand van registergoederen betreffen. Daaruit volgt dat persoonlijke (verbintenisrechtelijke) rechten in beginsel niet kunnen worden ingeschreven, behalve als de wet anders bepaalt (art. 3:17 lid 2). Een voorbeeld van een persoonlijk recht dat men wel kan inschrijven is te vinden in art. 6:252. Op grond van die bepaling kan men overeenkomen dat een partij verplicht is om iets te dulden of niet te doen ten aanzien van een registergoed en dat die verplichting niet alleen tussen partijen werkt, maar ook tegenover derden. Een voorwaarde voor die overeenkomst is dat die wordt ingeschreven in de openbare registers (art. 6:252 lid 2).Een beperking in de bevoegdheid tot vervreemden kan niet tot inhoud van een kwalitatieve verplichting worden gemaakt. Wel kan bij de overdracht een kettingbeding worden bedongen. 

Een retentierecht op een onroerende zaak is niet voor inschrijving vatbaar. Huurkoop is wel inschrijfbaar.

61. Hoe zit het met inschrijvingen met betrekking tot schepen en luchtvaartuigen?

Het klopt inderdaad dat schepen en luchtvaartuigen na de teboekstelling registergoederen zijn, waarop de bepalingen inzake registergoederen van toepassing zijn. Wel moet men hierbij bedanken dat voor deze 'goederen' vaak specifieke regelingen gelden. Check dus altijd of er niet andere afwijkende regelingen van toepassing zijn.

62. Hoe zit het met de inschrijving?

De Kadasterwet geeft allerlei regelingen en voorschriften over de manier waarop een stuk moet worden aangeboden en aan welke vereisten er moet worden voldaan. Het kan in elk geval elektronisch en schriftelijk. De bewaarder geeft dan aan de inschrijver een bewijs van ontvangst. Als de bewaarder geen bzwaar heeft dat schrijft deze terstond na de aanbieding het feit in. Mocht dat niet zo zijn, bij constatering van onregelmatigheden, dan moet de belanghebbende daarop worden gewezen.

63. Wanneer is de inschrijving geldig?

Als een feit eenmaal is ingeschreven, kan de geldigheid van die inschrijving niet meer worden betwist, in die zin dat de formaliteiten niet in acht zijn genomen (art. 3:22). Het blijft uiteraard wel mogelijk om de rechtsgevolgen van die inschrijving te betwisten, bijvoorbeeld dat er geen geldige titel is voor de overdracht.

64. Wat is de rangorde van inschrijvingen?

De rangorde van de inschrijvingen wordt bepaald door het tijdstip waarop de inschrijving wordt aangeboden, behalve als uit de wet een andere volgorde voortvloeit (art. 3:21 lid 1).

65.Wat is de rangorde bij gelijktijdige aanbieding?

Als twee inschrijvingen op hetzelfde tijdstip worden aangeboden, bijvoorbeeld doordat ze per post zijn aangeboden, dan gaat men uit van de datum of het tijdstip waarop de inschrijving is opgemaakt (art. 3:21 lid 2).

66. Kan een inschrijving worden geweigerd?

De bewaarder (ambtenaar) weigert een inschrijving te doen, als een wettelijk vereiste voor inschrijving niet is vervuld (art. 3:20). Een voorbeeld van die situatie is dat niet alle vereiste stukken worden aangeboden of de aangeboden stukken niet aan de vereisten voldoen. Bij weigering moet de bewaarder een aantekening maken in het register met vermelding van zijn bezwaren.

67. Kan een publicatie worden tegengeworpen?

Als een rechthebbende een feit heeft gepubliceerd in de openbare registers, dan kan hij daarop steeds een beroep doen tegenover derden die dat goed onder bijzondere titel verkrijgen (art. 3:23). Dit betekent dat derden zich niet kunnen beroepen op goede trouw, als zij van de ingeschreven feiten op de hoogte zouden zijn geweest door de openbare registers te raadplegen. Deze regeling geldt ook voor feiten die zijn gepubliceerd in het kadaster. Tegenwerping is dus steeds mogelijk tegenover verkrijgers van een registergoed. Wel kan er dus in sommige gevallen een extra onderzoek worden vereist om aan de goede trouwe te kunnen voldoen.

68. Krachtens de wet ingeschreven feiten?

Belangrijk om te weten is dat artikel 3:23 BW geldig is voor hetgeen krachtens 3:17 BW kan worden ingeschreven. 

69. Wie kan er een beroep doen op een publicatie?

Het is ook van belang om vast te stellen dat op de regeling van artikel 3:23 BW alleen een beroep kan worden gedaan door degene ten behoeve van wie is gepubliceerd.

Tegenwerping krachtens artikel 3:23 BW van feiten, die kenbaar zijn uit de publiekrechtelijek registraties en de kadastrale kaarten?

70. Vallen alle publiekrechtelijke registraties onder de werking van art. 3:23 BW?

Algemeen wordt aangenomen dat al hetgeen dat gepubliceerd wordt in de publiekrechtelijke registraties valt onder de werking van artikel 3:23 BW. De kanttekening hierbij is dat dit alleen geldt voor de openbare registers als het de goede trouw betreft en dat het niet anders kan zijn, dan dat men de betreffende informatie wel met een onderzoek moet hebben opgemerkt.

71. Geldt dit ook voor kadastrale kaarten?

Een onderzoek in de kadastrale kaarten valt niet onder het onderzoek dat in art. 3:23 BW wordt bedoeld. De enkele mogelijkheid van een onderzoek in de kadstrale kaarten brengt niet de plicht van een recherche met zich mee. Slechts wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven. Bijvoorbeeld als de grenzen van een perceel niet overeenkomen met de werkelijkheid.

Bescherming van het vertrouwen op de volledigheid van de registers

72. Algemeen

Tegenover de bescherming van de rechthebbende op feiten die hij heeft ingeschreven staat het recht van verkrijgers onder bijzondere titel dat zij mogen vertrouwen op de volledigheid van de registers dat in artikel 3:24 BW is vastgelegd. Tegenover een verkrijger onder bijzondere titel kan de rechthebbende zich niet beroepen op feiten die hij niet heeft ingeschreven, maar wel had kunnen inschrijven. Hij kan zich echter wel beroepen op die feiten als de verkrijger die feiten kende.

73. Wat wordt er bedoeld met 'tenzij hij kende'?

De verkrijger wordt dus beschermd tegen onvolledigheid van de registers tenzij hij het niet-ingeschreven feit kende. Dit betekent niet dat de verkrijger ook verplicht is tot onderzoek via andere bronnen om het desbetreffende feit te achterhalen. De uitzondering geldt alleen als hij zich echt bewust was van het feit en niet als hij 'het behoorde te kennen'. Daarom is er alleen een onderzoek verplicht in de openbare registers en niet ook elders. Van 'kennen' is bijvoorbeeld sprake wanneer een feit is medegedeeld aan de verkrijger. Voor de beantwoording van de vraag of dat wel op de juiste manier gebeurd is, is dan weer artikel 3:37 lid 3 BW van belang. Het is dus verstandiger om alle feiten gewoon in te schrijven om niet een dergelijk beroep tegen je te krijgen. Al met al gaat er dus om van welke feiten men door een onderozek in de registers op de hoogte zou kunnen zijn.

74.Wie wordt er beschermd?

De bescherming van artikel 3:24 BW wordt alleen geboden aan degenen die door een rechtshandeling onder bijzondere titel een bijzonder recht op een registergoed verkrijgen. Dus bijvoorbeeld degenen die een erfdienstbaarheid op een bepaalde onroerende zaak verkrijgen. Maar niet degene die bijvoorbeeld beslag legt of een huurder van een onroerende zaak. Ook wordt de bescherming van het artikel pas geboden op het moment dat de rechtshandeling ter verkrijging van dit recht wordt ingeschreven. Het tijdstip waarop de verkrijging wordt ingeschreven is dus cruciaal. In de praktijk valt dit moment vaak samen met het moment van verkrijging. Tot slot gaat dit artikel alleen op voor verkrijgers van een recht op een registergoed. 

75. Zijn er uitzonderingen op de bescherming van het vertrouwen op de volledigheid?

De bescherming van art. 3:24 geldt niet voor alle feiten die in de openbare registers kunnen worden ingeschreven. Het gaat om feiten die zo belangrijk zijn dat zij zwaarder wegen dan de belangen van verkrijgers onder bijzondere titel (art. 3:24 lid 2 en 3). Deze leden geven een opsomming van feiten, die ook kunnen worden tegengeworpen aan verkrijgers onder bijzondere titel, wanneer ze niet zijn ingeschreven. Ze moeten in elk geval van groot belang gezien. Groot genoeg om zwaarder te wegen dan de belangen van degenen die daarover geen informatie kunnen krijgen uit de openbare registers.

76. Hoe zit het met de bescherming van het vertrouwen op de juistheid van de registers?

Onder artikel 3:25 en 3:26 BW wordt onder bepaalde omstandigheden bescherming geboden als de registers onjuiste informatie bevatten. De beschermde kring van personen zijn (hier ook) degenen die onder bijzondere titel een recht op een registergoed verkrijgen, waarbij het tijdstip waarop de rechtshandeling ter verkrijging van een recht onder bijzondere titel wordt ingeschreven, doorslaggevend is. Goede trouw is hier ook een vereiste. Onderozke in de registers is daarom wel vereist, maar onderzoek buiten de registers om niet. Er zijn twee verschillende situaties waaronder deze bescherming wordt verleend.

77. Wat is de eerste situatie?

Artikel 3:25 BW biedt bescherming wanneer de verkrijger van een registergoed vertrouwt op een feit met betrekking tot dat registergoed, dat was ingeschreven in de openbare registers krachtens een authentieke akte waarin het feit door een amtenaar met kracht van authenticiteit werd vastgesteld. Aldus, er moet sprake zijn van een ingeschreven authentieke akte. Het betreft in dit kader vooral notariële akten. Niet de hele inhoud van een akte valt onder de werking van dit artikel. Alleen de feiten waarvan de warneming of de verrichting plus de vastlegging in een akte bij of krachtens de wet aan de notaris wordt opgedragen. De notaris moet de feiten dus zelf hebben waargenomen of verricht op grond van zijn bevoegdheid.

78. Wat is de tweede situatie?

De werking van artikel 3:25 BW beperkt zich tot de feiten die in een authentieke akte staan. Dat is een geringe bescherming. Daarom wordt de bescherming van het vertrouwen op feiten, die achteraf onjuist blijken te zijn, uitgebreid in artikel 3:26 BW. Die bescherming komt er op neer dat een onjuistheid van een ingeschreven feit niet aan de verkrijger kan worden tegengeworpen door degene, die redelijkerwijs had kunnen zorg dragen voor een juiste inschrijving. Als je het zelf had kunnen inschrijven heb je dus pech gehad.

79. Wat is de beperkte bescherming?

Een verkrijger mag dus niet steeds vertrouwen op de juistheid van de ingeschreven feiten. Er wordt dus slechts bescherming geboden voor zover het betreft ofwel een authentieke akte of een feit dat redelijkerwijs gerectificeerd had kunnen worden. Hier zie je de doorwerking van het negatieve stelsel.

Wat zijn andere beschermende bepalingen?

80. Hoe zit het met opgewekte schijn?

Er zijn ook nog andere beschermende bepalingen in afdeling 3.1.2 die van belang kunnen zijn voor verkrijgers onder bijzondere titel die vertrouwen op de inhoud van de registers. Dat zijn artikel 3:36 en 3:88 BW. Wat betreft de opgewekte schijn biedt artikel 3:36 BW uitkomst. Derden kunnen zich op grond hiervan ook beroepen op schijn die is gewekt door andermans gedragingen of verklaringen (bijvoorbeeld door het achterwege laten van feiten, art. 3:36). Voor een beroep op deze bepaling gelden echter zwaardere eisen dan voor een beroep op art. 3:23 tot en met 3:26. 

In sommige gevallen kan namelijk een derde zowel een beroep doen op afdeling 3.1.2 en de artikelen 3:36 en 3:88 BW. Een beroep op alleen afdeling 3.1.2 is wel in veel gevallen makkelijker.

81. Hoe zit het beschikkingsonbevoegdheid?

Derden worden onder voorwaarden ook beschermd als achteraf blijkt dat de vervreemder beschikkingsonbevoegd was (art. 3:88). Derden worden beschermd als de beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder het gevolg is van de ongeldigheid van een vroegere overdracht en die ongeldigheid is veroorzaakt door een gebrek in de titel of de levering. Uiteraard is het wel vereist dat de derde te goeder trouw is.

82. Beter een beroep op afdeling 3.1.2?

Concluderend kan worden gesteld dat degene die er zeker van is dat hij zich op een van de beschermingsartikelen van afdeling 3.1.2 zal kunnen beroepen, daaraan de voorkeur zal geven boven een beroep op de artikelen 3:36 en 3:88 BW. Dit vanwege de zwaardere eisen die in die algemene artikelen worden gesteld. 

83. Hoe zit het met rechtsuitwijzing (artikel 3:27 BW)?

Als iemand beweert enig recht te hebben op een registergoed, dan kan diegene de openbare registers daarop laat aanpassen middels rechtsuitwijzing (art. 3:27). Door deze procedure dagvaardt diegene alle belanghebbenden en degene die als rechthebbende of beslaglegger staat ingeschreven om te verklaren dat degene (die beweert enig recht te hebben) dat recht ook toekomt.

84. Wat is een verklaring van waardeloosheid of een bevel; doorhaling van hypotheek en beslag (3:28 en 3:29 BW)?

Als een inschrijving waardeloos is geworden, dan moet de betrokkene een verklaring van waardeloosheid afgeven (art. 3:28). Die verklaring kan ook worden ingeschreven in de openbare registers. Als de betrokkene weigert die verklaring af te geven, dan kan ook een bevel van de rechtbank worden gevorderd (art. 3:29).

85. Is het stelsel als semipositief te omschrijven?

Omdat er binnen het negatieve registerstelsel krachtens het huidige recht bescherming wordt geboden aan derden-verkrijgers te goeder trouw, wordt het selsel als semipositief wordt aangemerkt. Maar het uitgangspunt is en blijft het negatieve karakter van het registerstelsel. Toch zijn er genoeg kenmerken die bij een positief registerstelsel passen. Zo worden derden beschermd tegen onvolledigheid (art. 3:24) en onjuistheid van de openbare registers (art. 3:25 en 3:26). Vooral ten aanzien van de onjuistheid van de gegevens is die bescherming echter niet volledig, omdat bescherming in die gevallen alleen plaatsvindt indien het onjuiste feit is ingeschreven krachtens een authentieke akte of indien de rechthebbende voor correctie had kunnen zorgen.

86. Wordt iedereen beschermd?

Belangrijk is om goed te onthouden dat niet aan iedereen bescherming wordt geboden. Er wordt slechts bescherming geboden aan verkrijgers onder bijzondere titel op het tijdstip waarop de rechtshandeling tot verkrijging van het registergoed wordt ingeschreven. Een voorbeeld hiervan: 
Een aannemer krijgt opdracht tot het bouwen van een huis op een stuk grond. De opdrachtgever is volgens de openbare registers eigenaar van het perceel. Achteraf blijkt dat de registers onvolledig waren en de opdrachtgever in het geheel geen eigenaar was. De aannemer was geen verkrijger onder bijzondere titel dus zal zich (als hij zich wil verhalen) moeten verhalen via andere regelingen dan die in afdeling 3.1.2.

87. Hoe zit het met de aansprakelijkheid van de staat?

Ten aanzien van fouten in de registratie van het kadaster is in de wet geregeld in welke gevallen de Dienst voor het kadaster aansprakelijk is (art. 117 Kadw). Los daarvan kan de Dienst ook aansprakelijk zijn op grond van art. 6:162 of 6:170. Daarnaast kan de Staat aansprakelijk zijn, als iemand door omstandigheden, die naar redelijkheid en billijkheid niet voor zijn rekening komen, door toepassing van art. 3:24, 3:25 of 3:27 zijn recht verliest.

88. Welke rol heeft de Nederlandse notaris?

In wetsbepalingen met betrekking tot registergoederen waarin een notariële akte wordt voorgeschreven is steeds de akte van een Nederlandse notaris vereist (3:31). Deze bepaling kan opzij worden gezet door verdragsbepalingen.

89. Inschrijving krachtens publiekrechtelijk voorschrift

De openbare registers zijn privaatrechtelijk van aard. Toch moet er vaak worden ingeschreven krachtens het publiekrecht. Vaak gaat het daarbij om beschikkingen die een publiekrechtelijke last met betrekking tot een registergoed ten gevolge hebben. Een voorbeeld daarvan is de Wet op de publiekrechtelijke beperkingen. 

 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Anouar
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1112