Samenvatting: Goederenrecht Deel 3

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.


 

Hoofdstuk F: Andere eisen voor overdracht    

 

§F.a: Levering

§F.a.a: Levering algemeen  
Om een overdracht te bewerkstelligen, dient eerst door levering uitvoering te worden gegeven aan de titel (zie artikel 3:84 lid 1 BW). Levering is uitsluitend mogelijk op de door de wet voorgeschreven wijze(n) voor het betrokken goed; er is sprake van een gesloten systeem.
In afdeling 3.4.2 BW worden de volgende wijzen van levering genoemd:

·         onroerende zaken en andere registergoederen: een tussen partijen opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers (zie artikel 3:89 lid 1 en 4 BW);

·         roerende zaken, niet-registergoederen die

a)    in de macht van de vervreemder zijn: bezitsverschaffing (zie artikel 3:90 BW);

b)    in de macht van de vervreemder zijn, ter uitvoering van een verbintenis tot overdracht onder opschortende voorwaarde: machtsverschaffing (zie artikel 3:91 BW);

c)    niet in de macht van de vervreemder zijn: een daartoe bestemde akte (zie artikel 3:95 BW; bezits- en machtsverschaffing zijn uitgesloten);

·         rechten aan toonder of order: levering van het papier waarin de vordering is ‘belichaamd’ (zie artikel 3:93 BW; voor een ordervordering is tevens endossement (een verklaring op de achterzijde van een eigendomsbewijs waarbij de vervreemder de eigendom overdracht aan een met name genoemde verkrijger) vereist);

·         andere tegen een of meer uit te oefenen rechten, waaronder vorderingen op naam: een akte en mededeling daarvan aan de schuldenaar van de vordering (zie artikel 3:94 lid 1) of een daartoe bestemde authentieke of geregistreerde onderhandse akte, zonder mededeling daarvan aan de schuldenaar (zie artikel 3:94 lid 3 BW);

·         goederen waarvoor de wet noch in titel 3.4 BW, noch elders een eigen leveringsvorm voorschrijft: een akte (artikel 3:95 BW);      

·         aandelen in goederen: op dezelfde manier als is bepaald met betrekking tot de levering van de betreffende goederen (zie artikel 3:96 BW);

·         toekomstige goederen: bij voorbaat (zie artikel 3:97 BW) en

·         beperkte rechten op goederen: op overeenkomstige wijze als is bepaald met betrekking tot de levering van het goed waarop het rust (zie artikel 3:98 BW).

Buiten afdeling 3.4.2 BW worden ook bijzondere leveringsvoorschriften voorgeschreven. Genoemd kunnen onder meer worden de levering van           

 

·         aandelen op naam (zie artikel 2:86, 86c en 196 BW);

·         rechten uit sommenverzekering (zie artikel 7:970 BW);

·         auteursrechten (zie artikel 2 Auteurswet);

·         octrooien (zie artikel 65 Rijksoctrooiwet 1995);

·         handelsnamen (zie artikel 2 Handelsnamenwet) en

·         emissierechten (zie artikel 16.41 en 16.57 Wet Milieubeheer).

§F.a.b: De goederenrechtelijke overeenkomst   
In de literatuur wordt door een deel van de schrijvers voor de totstandkoming van de levering (en daarmee de overdracht) naast het verrichten van de wettelijk voorgeschreven formaliteiten ook het sluiten van een zgn. ‘goederenrechtelijke overeenkomst’ noodzakelijk geacht. Het (huidige) BW kent het begrip niet.           
De goederenrechtelijke overeenkomst schept geen verplichtingen (zoals een ‘verbintenisrechtelijke overeenkomst’ dat wel doet), maar wordt juist gesloten om aan een verplichting tot overdracht te voldoen.       
In de theorie van de goederenrechtelijke overeenkomst liggen twee vooronderstellingen besloten, te weten:   
           

·         voor de levering zijn twee op elkaar aansluitende verklaringen vereist, gericht op het tot stand komen van de overdracht (de vervreemder kan dus nooit eenzijdig de levering tot stand brengen) en

·         de levering is als tweezijdige rechtshandeling aan te merken (naast aan de door de wet voorgeschreven leveringsformaliteiten dient ook aan de eisen voor een meerzijdige rechtshandeling te zijn voldaan).    

Hier kan tegenin worden gebracht dat, hoewel bij de meeste leveringswijzen sprake is van een zekere tweezijdigheid (zie artikel 3:89 BW ‘een tussen partijen opgemaakte akte’; artikel 3:115 BW ‘een tweezijdige verklaring’ en vgl. HR 29 juni 2001, LJN AB2435; NJ 2001/662 m.nt. W.M. Kleijn (Meijs q.q./Bank of Tokyo-Mitsubishi) ten aanzien van artikel 3:94 lid 1 en 3 BW ‘de aanvaarding door de cessionaris kan vormvrij geschieden’), dit bij bezitsverschaffing door middel van feitelijke beschikbaarstelling (zie artikel 3:90 lid 1 (en 3:108) BW) minder duidelijk is.        
Voorts kan worden gezegd dat om levering als rechtshandeling te kunnen kwalificeren, vereist is dat, hoewel de vervreemder alle voor de levering voorgeschreven handelingen heeft verricht, er toch geen levering tot stand is gekomen wanneer hij dit rechtsgevolg niet heeft gewild. Levering is daar doorgaans te feitelijk van aard voor.
Pitlo/Reehuis e.a. 2012 stellen dat het praktische belang van de eis van een goederenrechtelijke overeenkomst gering is, daartoe onder meer aanvoerende dat de problemen rondom de levering doorgaans hun oplossing vinden door de beantwoording van de vraag naar de geldigheid van titel die aan de overdracht ten grondslag ligt.       


§F.b: Beschikkingsbevoegdheid

 

§F.b.a: Het begrip beschikkingsbevoegdheid       
Beschikken is het      

·         vervreemden (overdragen) of

·         bezwaren (vestigen van een beperkt recht)

van een goed.
Of iemand beschikkingsbevoegd is met betrekking tot een bepaald goed, is afhankelijk van de goederenrechtelijke betrekking tussen een bepaalde persoon en bepaald goed. Doorgaans is de rechthebbende op het goed beschikkingsbevoegd. De eis van beschikkingsbevoegdheid voorkomt dat een ander het goed onbevoegd aan een derde levert en de rechthebbende zijn goed daardoor verliest.      
§F.b.b: De beschikkingsbevoegde 
Op de vraag wie beschikkingsbevoegd is, luidt het antwoord dat tot uitgangspunt moet worden genomen dat dat rechthebbende op het goed is. Beschikkingsbevoegdheid is niet af te splitsen van het recht van de rechthebbende en kan hem evenmin contractueel worden ontnomen of beperkt.
In een aantal gevallen wordt de beschikkingsbevoegdheid door de wet (deels) aangetast teneinde hem of derden te beschermen. Genoemd kunnen onder meer worden

 

·         artikel 23 Fw;

·         artikel 228 lid 1 Fw;

·         artikel 1:431 jo. 438 lid 2 BW;           

·         artikel 4:29 lid 2 BW en

·         artikel 4:153 jo. 167 BW.      
 

Handelingsonbekwaamheid leidt overigens niet tot beschikkingsonbevoegdheid. Zo blijft een ondercuratelegestelde met betrekking tot zijn goederen beschikkingsbevoegd, maar is de door hem aangegane overeenkomst aantastbaar waardoor de titel aan de overdracht kan ontvallen.
In bepaalde situaties kan een niet-rechthebbende toch bevoegdelijk een ander tot rechthebbende van een goed maken of het goed bezwaren. Genoemd kunnen onder meer worden
 

·         (onmiddellijke) vertegenwoordiging;

·         lastgeving in eigen naam en

·         op grond van de wet, bijvoorbeeld artikel 3:248 en 268 BW, artikel 68 FW en artikel 1:90 en 91 BW.    

§F.b.c: De omvang van de beschikkingsbevoegdheid     
De beschikkingsmacht van de rechthebbende omvat het (recht op het) goed zoals zich dat in zijn vermogen bevindt, met alle daaraan ‘klevende eigenaardigheden’. Hierbij valt te denken aan
 

·         een onoverdraagbaarheidsbeding (vgl. 3:83 BW);

Volgens HR 17 januari 2003, LJN AF0168; NJ 2004/281 m.nt. H.J. Snijders (Oryx/Van Eesteren) leidt een dergelijk beding niet tot beschikkingsonbevoegdheid.
 

·         een voorwaarde die aan het recht van de rechthebbende is verbonden en          
Bijvoorbeeld de eigenaar van een roerende zaak die haar onder eigendomsvoorbehoud heeft geleverd, kan haar als eigenaar nog steeds aan een derde overdragen, zij het een eigendomsrecht onder ontbindende voorwaarde.  
 

·         een op het goed gelegd beslag.       
Volgens HR 5 september 2008, LJN BC9351; NJ 2009/154 m.nt. A.I.M. van Mierlo (Forward c.a./Huber c.s.) leidt een beslag niet tot beschikkingsonbevoegdheid van degene ten laste van wie het beslag is gelegd – en staat het dus ook niet in de weg aan de overdracht van het beslagen goed aan een derde – maar brengt wél mee dat een vervreemding of bezwaring, tot stand gekomen na het beslag, niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen.       
 

§F.b.d: Gevolgen van een levering door een beschikkingsonbevoegde             
Vindt levering door een beschikkingsonbevoegde plaats, dan heeft in beginsel te gelden dat er geen overdracht tot stand gekomen is (zie artikel 3:84 lid 1 BW). Diverse bepalingen leiden er echter toe dat de verkrijger direct dan wel op termijn rechthebbende wordt. Genoemd kunnen onder meer worden 
 

·         artikel 3:86 BW;

·         artikel 3:88 BW;

·         artikel 3:24, 25 of 26 BW;

·         artikel 3:36 BW (schijn van opgewekt vertrouwen);

·         artikel 3:58 BW (bekrachtiging) en

·         artikel 3:99 BW (verkrijgende verjaring)

 

 

 

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Goederenrecht UvA

Boeksamenvatting bij de 5e druk van SBR 2: Goederenrecht van Snijders en Rank-Berenschot

Boeksamenvatting bij de 5e druk van SBR 2: Goederenrecht van Snijders en Rank-Berenschot

Het eerste hoofdstuk van de samenvatting bij 'SBR 2: Goederenrecht' is hieronder te lezen. De overige hoofdstukken staan verder op de pagina gekoppeld

I. INLEIDING

A. Het begin

Bij het verbintenissenrecht draait het om de verhouding van persoon tot persoon en bij het goederenrecht om de verhouding van persoon tot goed, toch zijn de beide rechtsgebieden sterk met elkaar verbonden. Denk bijvoorbeeld aan het geval van een amateur die een Stradivariusviool koopt voor een klein bedrag. Hoewel deze amateur zich eigenaar (goederenrecht) mag beschouwen, kan de verkoper de koop vernietigen met een beroep op dwaling (verbintenissenrecht).

Het privaatrecht bestaat uit vermogensrecht, personen- en familierecht en rechtspersonenrecht. Dit vermogensrecht wordt weer onderverdeeld in goederenrecht en verbintenissenrecht.

'Recht' kan in twee betekenissen voorkomen:

  • het objectieve recht: geheel van regelen en beginselen gelijk het Engelse ‘law’. Goederenrecht is recht in objectieve zin.
  • het subjectieve recht: het recht dat betrekking heeft tot een persoon, te denken valt aan het Engelse ‘right’.

Andere soorten rechten die objectief zijn, maar die hier niet behandeld worden, zijn het personen- en familierecht (BW 1) en erfrecht (BW 4). Ook handelsrecht heeft verwantschappen met goederenrecht.

Privaatrechtelijke vermogensrechten kunnen worden onderverdeeld in:

  • relatieve (persoonlijke) vermogensrechten: rechtsbetrekking tussen de gerechtigde en één of meerdere personen; het recht kan worden gehandhaafd tegenover degene jegens wie het recht ontstond;
  • absolute vermogensrechten: rechtsbetrekking tussen gerechtigde en iedereen; het recht kan worden gehandhaafd tegenover iedereen. Absolute vermogensrechten kunnen weer worden onderverdeeld in:
    • eigendomsrecht (art. 5:1 BW);
    • beperkte rechten, bijvoorbeeld hypotheek, pand of vruchtgebruik;
    • rechten op voortbrengselen van de geest.

 

B. Bronnen uit het burgerlijk wetboek

Vroeger heette het goederenrecht 'zakenrecht' het erfrecht behoorde daar ook toe.

Nu is het Burgerlijk Wetboek anders ingedeeld:

  • Boek 1 en 2 betreft aangaande personen;
  • Boek 3 e.v. gaan over algemene vermogensrechten;
  • Boek 4 betreft goederen algemeen in erfrecht situaties;
  • Boek 5: betreft de zaken;
  • Boeken 6 t/m 8: betreft de vermogensrechten.

Boek 5 wordt geheel besteed aan het goederenrecht. Goederenrechtelijke rechten kunnen slechts betrekking hebben op stoffelijke vermogensobjecten (zaken). In het BW is ook sprake van een gelaagde structuur, waarbij de regel geldt: lex specialis derogat legi generali, d.w.z. de bijzondere rechtsregel prevaleert boven de algemenere regels. Het BW kent schakelbepalingen, die bepaalde regel(s) van overeenkomstige toepassing verklaren op een terrein waarop zij primair geen betrekking hebben. Voorbeelden hiervan zijn art. 3:98 BW, 6:216 BW, 3:226 BW, 5:104/105 BW, 3:15 BW, 3:326 BW en 6:26 BW. Er zijn ook uitschakelbepalingen die de toepassing uitsluiten van bepaalde regels op het terrein waarop zij primair betrekking op hebben, zie bijvoorbeeld art. 3:199 BW. Overige bronnen zijn verdragen, overige wetgeving, jurisprudentie, en literatuur.

 

C. Terminologie

Wat in het oude BW een zaak, zakelijk recht of zakenrecht heette, is nu een goed, goederenrechtelijk recht of recht op een goed respectievelijk goederenrecht geworden. Hiermee heeft het huidige BW een einde gemaakt aan de inconsequentie in terminologie van het oude recht. Lichamelijke zaken zijn zaken, onlichamelijke zaken zijn vermogensrechten. Goederen in de zin van.....read more

Access: 
Public
Samenvatting: Goederenrecht Deel 3

Samenvatting: Goederenrecht Deel 3

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.


 

Hoofdstuk F: Andere eisen voor overdracht    

 

§F.a: Levering

§F.a.a: Levering algemeen  
Om een overdracht te bewerkstelligen, dient eerst door levering uitvoering te worden gegeven aan de titel (zie artikel 3:84 lid 1 BW). Levering is uitsluitend mogelijk op de door de wet voorgeschreven wijze(n) voor het betrokken goed; er is sprake van een gesloten systeem.
In afdeling 3.4.2 BW worden de volgende wijzen van levering genoemd:

·         onroerende zaken en andere registergoederen: een tussen partijen opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers (zie artikel 3:89 lid 1 en 4 BW);

·         roerende zaken, niet-registergoederen die

a)    in de macht van de vervreemder zijn: bezitsverschaffing (zie artikel 3:90 BW);

b)    in de macht van de vervreemder zijn, ter uitvoering van een verbintenis tot overdracht onder opschortende voorwaarde: machtsverschaffing (zie artikel 3:91 BW);

c)    niet in de macht van de vervreemder zijn: een daartoe bestemde akte (zie artikel 3:95 BW; bezits- en machtsverschaffing zijn uitgesloten);

·         rechten aan toonder of order: levering van het papier waarin de vordering is ‘belichaamd’ (zie artikel 3:93 BW; voor een ordervordering is tevens endossement (een verklaring op de achterzijde van een eigendomsbewijs waarbij de vervreemder de eigendom overdracht aan een met name genoemde verkrijger) vereist);

·         andere tegen een of meer uit te oefenen rechten, waaronder vorderingen op naam: een akte en mededeling daarvan aan de schuldenaar van de vordering (zie artikel 3:94 lid 1) of een daartoe bestemde authentieke of geregistreerde onderhandse akte, zonder mededeling daarvan aan de schuldenaar (zie artikel 3:94 lid 3 BW);

·         goederen waarvoor de wet noch in titel 3.4 BW, noch elders een eigen leveringsvorm voorschrijft: een akte (artikel 3:95 BW);      

·         aandelen in goederen: op dezelfde manier als is bepaald met betrekking tot de levering van de betreffende goederen (zie artikel 3:96 BW);

·         toekomstige goederen: bij voorbaat (zie artikel 3:97 BW) en

·         beperkte rechten op goederen: op overeenkomstige wijze als is bepaald met betrekking tot de levering van het goed waarop het rust (zie artikel 3:98 BW).

Buiten afdeling 3.4.2 BW worden ook bijzondere leveringsvoorschriften voorgeschreven. Genoemd kunnen onder meer worden de levering van           

 

·         aandelen op naam (zie artikel 2:86, 86c en 196 BW);

·         rechten uit sommenverzekering (zie artikel 7:970 BW);

·         auteursrechten (zie artikel 2 Auteurswet);

·         octrooien (zie artikel 65 Rijksoctrooiwet 1995);

·         handelsnamen (zie artikel 2 Handelsnamenwet) en

·         emissierechten (zie artikel 16.41 en 16.57.....read more

Access: 
Public
Oefententamen voor het vak goederenrecht

Oefententamen voor het vak goederenrecht

Kernvak Privaatrecht I Oefenvragen voor toets B

Vraag 1

Lees onderstaande uitspraak en beantwoord vervolgens de vragen.

NJF 2007/151

Partijen
Matech B.V., te Mierlo, appellante, proc. mr. L. Paulus,
tegen
1. UTO & UMH sneltransport B.V.,
2. UTO containers Ulft B.V.,
3. B.V. Ulftse transportonderneming UTO,
alle te Ulft, geïntimeerden, proc. mr. J.R.O. Dantuma.

Uitspraak
Hof:
(...)
3. De vaststaande feiten
3.1
Tussen partijen staan in hoger beroep als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel
niet of onvoldoende weersproken en op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud
van overgelegde producties de navolgende feiten vast.
3.2
Matech heeft op 6 september 2004 een koopovereenkomst gesloten ter zake van een
tweetal hydraulische alligatorscharen, type McIntyre LD 407 en 640, inclusief
toebehoren (hierna ook te noemen: de scharen) met R.A. Bron, h.o.d.n. Bron Project en
Evenementbouw (hierna ook te noemen: Bron), tegen een bedrag van € 56.000 (excl.
btw). Op 1 november 2004 heeft Matech de scharen geleverd aan Bron.
3.3
Bron heeft de aan Matech verschuldigde koopsom grotendeels onbetaald gelaten.
3.4
Bij brief van 2 november 2004 heeft Bron bevestigd dat hij de scharen aan UTO
transportonderneming voor een bedrag van € 62.500 (excl. btw) verkoopt. UTO
transportonderneming heeft het bedrag omstreeks november 2004 in termijnen aan Bron
voldaan. In november 2004 heeft Bron de scharen geleverd aan UTO
transportonderneming.
3.5
De raadsman van Matech heeft bij brief van 10 januari 2005 aan Bron ter zake van de
scharen een beroep gedaan op het bepaalde in art. 7:39 BW (recht van reclame).
3.6
Matech heeft bij dagvaarding van 26 januari 2005 Bron gedagvaard voor de rechtbank
te Arnhem en gevorderd, kort gezegd, Bron te veroordelen tot
1. betaling van onder meer (het onbetaald gebleven gedeelte van) de koopsom
2. het verschaffen van inlichtingen over de feitelijke verblijfplaats van de scharen en het
    verlenen van medewerking aan teruglevering van deze machines op straffe van een
    dwangsom.
3.7
De rechtbank te Arnhem heeft bij vonnis van 30 maart 2005 de vordering tot betaling
van het restant van de koopsom ten laste van Bron toegewezen en de vordering tot het
verschaffen van inlichtingen afgewezen omdat voor teruglevering van de scharen, naast
de toegewezen vordering tot betaling van de koopsom, geen plaats is.
4. De motivering van de beslissing in hoger beroep
4.1
Het geschil tussen partijen betreft de vraag wie eigenaar is van de scharen: Matech of
UTO transportonderneming. Matech heeft in eerste aanleg haar vordering tot afgifte van
de scharen gebaseerd op een tweetal grondslagen. Ten eerste heeft zij gesteld dat de
scharen door de Engelse fabrikant onder eigendomsvoorbehoud aan haar zijn geleverd.
Ten tweede heeft Matech zich beroepen op het recht van reclame (art. 7:39 BW).
.....read more

Access: 
Public
Werkgroepaantekeningen Goederenrecht

Werkgroepaantekeningen Goederenrecht

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.


Goederenrecht werkgroep week 1

 

Voor dit vak is het belangrijk om het verschil tussen goederenrecht en verbintenissenrecht te kennen.

Verbintenissenrecht
Bij verbintenissenrecht gaat het om een recht tussen twee partijen. De partijen mogen zelf vorm geven aan de inhoud van de verbintenis. Er is sprake van een open systeem. Vervolgens regelt het verbintenissenrecht, wat er gebeurd als de prestaties niet worden nagekomen. Belangrijk is dat men alleen een vordering heeft ten opzichte van de andere partij. Het betreft een relatief recht.
Goederenrecht
In het goederenrecht is er sprake van een gesloten systeem. Dit houdt in dat men alleen rechten in het leven kan roepen die in de wet geregeld zijn. Anders dan bij het verbintenissenrecht is het goederenrecht een absoluut recht. Dit betekent dat men dit recht kan inroepen tegenover een ieder.

 

Voor het vak goederenrecht is het van belang om het verbintenissenrecht los te laten. Het gaat nu om de praktisch juridische status en niet om wat eerlijk is of wat niet.
Voorbeeld: mijn buurvrouw koopt bij de fietsenwinkel een nieuwe fietsbel. Zij laat deze in de verpakking op tafel leggen. Ik pak de fietsbel en schroef deze op mijn eigen fiets. Goederenrechtelijk gezien is deze nu bestanddeel van mijn fiets geworden. Ik ben nu eigenaar van de fietsbel.
Verbintenisrechtelijk ligt dit anders, dan is er sprake van een onrechtmatige daad art. 6:162 BW. Maar daar gaat het in dit vak dus niet om.
Eigendom
Goederen zijn alle zaken en vermogensrechten art. 3:1. Eigendom is het meest omvattende recht dat je op een zaak kunt hebben. Het is niet mogelijk om een eigendom op vermogensrechten te hebben. Daarom is eigendom geregeld in boek 5, dat over zakelijke rechten gaat. In boek 3 staat wel de definitie van een zaak, namelijk een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object (art. 2).
Beperkt recht
In boek 5 staat dat eigendom het gebruiken, beschikken en revindiceren van een zaak omvat. Onder beschikken vallen het overdragen of het bezwaren van een beperkt recht. Bij het bezwaren van een recht, wordt het recht minder. Een voorbeeld daarvan is eigendom. Door eigendom te bezwaren met een beperkt recht als vruchtgebruik (art. 3:201), heb je minder recht dan je had. Eerst mocht je zelf de ‘vruchten plukken’, nu geef je die positie aan een ander.
Een ander voorbeeld van een beperkt recht is de erfdienstbaarheid (art. 5:70). In de wet staat dat het een last is waarmee een onroerende zaak, ten behoeve van.....read more

Access: 
Public
Oefenpakket Goederenrecht

Oefenpakket Goederenrecht

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Tentamen goederenrecht 8 Maart 2013

 

Autoverkoper ‘Blikken Bazen’ BV (verder: Blikken Bazen) verzorgt autoshows om auto's aan de man te brengen. Op 10 februari 2013 krijgt het een auto – een prachtige Ferrari – in bruikleen van een jongeman, Mark Makke, die recentelijk de loterij heeft gewonnen en direct zijn goede smaak heeft laten gelden. Blikken Bazen verkoopt en levert de auto op 12 februari 2013 voor €100.000 aan Jan Jansen, die meteen in de auto naar huis rijdt. Jan had geen reden om aan de bevoegdheid van Blikken Bazen te twijfelen. In de loop van 2013 raakt Jan Jansen in financiële moeilijkheden en is door zijn situatie gedwongen om het schilderij te verkopen. Op 7 april 2013 verkoopt en levert hij de auto aan Hans Handig. Handig weet dat Jansen de auto van Blikken Bazen heeft gekocht en weet ook dat Blikken Bazen niet vies is van bijverdienen via heling. Mark Makke komt te weten dat Handig de auto onder zich heeft.

 

Vraag 1

Kan Mark Makke de auto op 8 april 2013 met succes revindiceren?

Arnold verkoopt op 1 februari 1992 een stuk grond aan een goede vriend, Berend. Berend gaat het betreffende grondstuk inrichten als kermisterrein, en zal hiertoe onder andere een pand laten bouwen waar kaartjes worden verkocht en eet- en drinkgelegendheden zullen worden gehuisvest. In de koopovereenkomst is opgenomen dat Berend het recht heeft de grond in gebruik te nemen zodra hij dit nodig heeft voor de uitvoering van zijn plan. Zij spreken af dat de transportakte zal worden opgemaakt zodra Berend dat verkiest. Daags na het sluiten van de koopovereenkomst neemt Berend het terrein in gebruik door het te omheinen, in te richten als kermisterrein, en het pand te realiseren. Berend betaalt de koopsom, de levering van het terrein vindt evenwel niet plaats. Op 1 maart 2012 verkoopt en levert Arnold het betreffende stuk grond aan Connie. Er ontstaat vervolgens een dispuut tussen Berend en Connie. Berend is van mening dat hij sinds februari 1992 het onafgebroken bezit van het betreffende perceel heeft gehad, en dat dit bezit heeft geleid tot verjaring. Connie daarentegen stelt zich op het standpunt dat Berend de grond slechts als houder heeft gebruikt; Berend kan daarom niet door verjaring de eigendom hebben verkregen.

 

Vraag 2

Wiens standpunt is juist? Betrek in uw antwoord de jurisprudentie van de Hoge Raad.

Hakken BV (verder: Hakken) is producent van Dubbelsap (bestaande uit sinaasappel en citroen), die bestemd is voor de verkoop. Sinaasappelteler Beter Eten BV (verder: Beter Eten) verkoopt en levert op 15 augustus 2012 onder eigendomsvoorbehoud duizend kratten ‘Orange Glory’ sinaasappels aan Hakken. De sinaasappels van vierhonderd van de duizend kratten gaan direct het productieproces van Hakken in. Met behulp van een geautomatiseerd productiesysteem worden de sinaasappels geperst en van hun schillen ontdaan, waarna citroensap op eenzelfde wijze wordt toegevoegd. Het productiesysteem vult tienduizend kartonnen pakken met Dubbelsap en pasteuriseert deze. De pakken worden van etiketten voorzien en in het.....read more

Access: 
Public
Stamplijst Goederenrecht

Stamplijst Goederenrecht

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


Stamplijst goederenrecht per hoofdstuk

Te gebruiken bij: Goederenrecht - H.J. Snijders, & E.B. Rank-Berenschot, Deventer: Kluwer 2011, 5e druk.

 

Hoofdstuk 1: Inleiding

 

A

Absoluut toekomstig goed: goederen die in het geheel nog niet bestaan.

 

Afhankelijke rechten: een recht dat zodanig aan een ander recht is verbonden dat het niet zonder dat andere recht kan bestaan (art. 3:7 BW).

 

Authentieke akte: Een akte opgemaakt in de vereiste vorm en bevoegdelijk opgemaakt door een daartoe aangestelde ambtenaar of een daarmee gelijk te stellen persoon. Voorbeeld is bijvoorbeeld een notariële akte, dagvaarding of beslagexploot.

 

B

Beperkt recht: een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht (art. 3:8 BW).

 

Bestanddeel: onzelfstandige onderdelen van een zaak op grond van een ideële band of hechte materiele band (art. 3:4 BW).

 

Bloot eigenaar: de eigenaar die zijn zaak met een goederenrechtelijk recht bezwaard ziet.

 

Burgerlijke vruchten: opbrengsten die goederen met behoud van hun substantie genereren, waarbij de vrucht een vermogensrecht is (art. 3:9 lid 2 BW).

 

C

Conservatoir: rechten bewarend.

 

D

Dubbel toekomstige vorderingen: nog niet bestaande vorderingen uit een al evenmin bestaande rechtsverhouding.

 

E

Eenheidsbeginsel: zakelijke rechten kunnen slechts een zaak als geheel betreffen, niet slechts een of meer onderdelen ervan.

 

Eigendom: het meest volledige recht op een goed.

 

Enkel toekomstige vorderingen: nog niet bestaande vorderingen uit een al wel bestaande rechtsverhouding.

 

Exclusiviteit van goederenrechtelijke rechten: iedere derde is verplicht zich te onthouden van gedragingen die de rechthebbende op een goed in zijn gebruik, beheer of beschikking storen.

 

Executoriaal: rechten effectuerend.

 

G

Gesloten systeem: men kan geen nieuwe goederenrechtelijke rechten in het leven roepen. Daarnaast is goederenrecht, behoudens uitzonderingen, dwingend recht en er kan dus niet van afgeweken worden.

 

Goed: alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1 BW).

 

Goede trouw (negatief): een kennen noch behoren te kennen (art. 3:11 BW). Dit is de omschrijving die men wettelijk gezien aanhoudt.

 

Goede trouw (positief): een niet weten en niet behoren te weten.

 

Goodwill: de surplus waarde van de onderneming boven de optelsom van de waarden der afzonderlijke goederen.

 

H

Heerschappijleer: Verdedigd door Von Savigny. Een goederenrechtelijk recht geeft heerschappij over een goed, een persoonlijk recht geeft heerschappij over een persoon.

 

I

Ideëel bestanddeel: een bestanddeel dat zonder een bepaalde hoofdzaak als onvoltooid moet worden aangemerkt. Men kijkt bij het vaststellen hiervan naar de verkeersopvattingen (art. 3:4 lid 1 BW).

 .....read more

Access: 
Public
Begrippenlijst goederenrecht 2012 2013

Begrippenlijst goederenrecht 2012 2013

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.

Hoofdstuk 1

 

.....read more

Vermogen

Het vermogen bestaat uit alle rechten en plichten die op geld waardeerbaar zijn. In economische termen wordt gesproken over de activa en passiva.

Goederen

Goederen kunnen worden opgedeeld in zaken (art. 3:2) en vermogensrechten (art. 3:6 )

Zaken

Een zaak is een stoffelijk object dat voor de menselijke beheersing vatbaar is (art. 3:2).

Roerende zaken

Alle zaken die niet onroerend zijn (art. 3:3 lid 2), waarbij kan worden gedacht aan een tafel, een boek etc.

Onroerende zaken

Zaken en beplantingen die duurzaam met de grond verenigd zijn en de nog niet gewonnen delfstoffen (art. 3:3 lid 1)

Vermogensrechten

Rechten die gezamenlijk of individueel overdraagbaar zijn óf stoffelijk voordeel kunnen verschaffen aan de rechthebbende óf zijn geruild voor stoffelijk voordeel (art. 3:6). Dit zijn alternatieve voorwaarden.

Res nullius

Een aan niemand toebehorende (roerende) zaak.

Eigendom

Eigendom is het meest omvattende recht wat men op een zaak kan hebben (art. 5:1).

Registergoed

Een goed waarvoor vereist is dat het in een openbaar register kan worden ingeschreven en waarvoor inschrijving een constitutief vereiste is alvorens vestiging of overdracht kan plaatsvinden(art. 3:10).

Bestanddeel

Alles wat op grond van verkeersopvattingen tot een zaak behoort. Als een bepaald deel van de zaak niet schadeloos van de zaak kan worden verwijderd is er tevens sprake van een bestanddeel (art. 3:4).

Natrekking

Een object kan zijn individualiteit verliezen door, door middel van natrekking deel uit te gaan maken van de hoofdzaak. De eigendom van een zaak en al haar bestanddelen komt toe aan de rechthebbende (art. 5:3).

Zaaksvorming

Uit verschillende voorwerpen/objecten ontstaat een nieuwe zaak met een eigen identiteit.

Natuurlijke vruchten

De vruchten van een zaak, bijvoorbeeld de appels van een appelboom (art. 3:9 lid 1).

Burgerlijke vruchten

Rechten die op grond van de verkeersopvatting als vruchten van goederen worden aangemerkt, bijvoorbeeld rente (art. 3:9 lid 3).

Tegenwoordige goederen

Goederen waarover men heden ten dage kan beschikken.

Toekomstige goederen

Goederen die heden ten dage nog niet bestaan.

Absoluut toekomstige goederen

Goederen die heden ten dage in het geheel nog niet bestaan.

Relatief toekomstige goederen

Goederen die heden ten dage wél bestaan, maar waarover men nog niet kan beschikken.

Absoluut recht

Rechten die tegenover een ieder werking hebben/iedereen dient

Access: 
Public
Arresten Goederenrecht

Arresten Goederenrecht

Deze samenvatting van Arresten Goederenrecht is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.

Inhoudsopgave

HR 29-06-1979, NJ 1980, 133                      Hoogovens/Matex     

HR 25-09-1981, NJ 1982, 315                      Breda/Nijs                 

HR 30-01-1987, NJ 1987, 530                      WUH-Emmerig q.q.                         

HR 01-05-1987, NJ 1888, 852                      Lease Plan Nederland/IBM  

HR 18-01-1991, NJ 1992, 667                      Centraal Beheer/Gritter                    

HR 14-02-1992, NJ 1993, 623                      Love-Love                                        

HR 15-11-1991, NJ 1993, 316                      Dépex/Curatoren van Bergel e.a.

HR 17-06-1994, NJ 1994, 671                      Giel­kens-Giel­kens                             

HR 17-01-1995, NJ 1996, 471                      Mulder q.q./CLBN                           

HR 19-05-1995, NJ 1996, 119                      Sogelease                                          

HR 24-03-1995, NJ 1996, 158                      Kuikenbroederij

HR 31-10-1997, NJ 1998, 97                        Ontvanger/Rabobank (Portacabin)   

HR 14-11-1997, NJ 1998, 147                      Gestolen caravan                              

HR 20-09-2002, NJ 2004, 182                      Mulder q.q./Rabobank                      

HR 20-09-2002, NJ 2004, 171                      Van der Wal/Duinstra                                        

HR 19-11-2004, NJ 2006, 215                      Bannenberg/Mr.J.C.R.Polak q.q.            

HR 14-01-2011, NJ 2012, 88                        De Mesdag

HR 09-09-2011, RvdW 2011/1065                 Zuidplaspolder

HR 21-10-2011, NJ 2011, 494                      Autopapieren II

 

 

HR 29-06-1979, NJ 1980, 133, Hoogovens/Matex

 

 

Bezitsverschaffing van roerende zaken door aannemer aan aanbesteder als in de gegeven omstandigheden vereist voor een voltooide levering dier zaken, zulks ondanks eigendomsvoorbehoud door leverancier dier zaken als door dezen geörentendeerd.

Een combinatie van eigendomsverklaringen van de aannemer aan de aanbesteder en het stellen van materiaal door de aanbesteder onder eigen supervisie (daden van toe-eigening) kan ertoe leiden, dat ondanks een eigendomsvoorbehoud als door de leverancier gepretendeerd, aan de aanbesteder het bezit te verschaffen, met als gevolg een voltooide levering aan de aanbesteder.

Het enkele feit dat de aanbesteder rekening had moeten houden met een eigendomsvoorbehoud door de leverancier van de aannemer brengt niet mee dat de aanbesteder een onderzoek had moeten doen naar de beschikkingsbevoegdheid van de aannemer.

 

 

HR 25-09-1981, NJ 1982, 315, Breda/Nijs 

 

Casus

In casu gaat het om Nijs, eigenaar van een pand in Breda dat in1979 is gekraakt. Nijs eist van de Gemeente Breda dat er gestopt wordt met het leveren van water, gas en elektriciteit. Nijs stelt namelijk dat door dat wel te leveren, de Gemeente inbreuk pleegt op zijn eigendomsrecht op de leidingen in het pand. Het energie- en waterbedrijf had aangegeven dat zij de levering niet konden weigeren omdat alle dienstleidingen en meters aanwezig waren. De levering werd daarom voortgezet door de gemeente.

 

Hoge Raad

De Hoge Raad geeft aan: ‘Niet elk gebruik (..) dat een ander tegen de wil van de eigenaar van diens zaak maakt, kan als een inbreuk op diens eigendomsrecht worden beschouwd. Of het onderhavige gebruik van de voormelde leidingen door de gemeente een zodanige inbreuk opleverde, kan niet worden beoordeeld los van de vraag of de gemeente door de voortzetting van de voormelde levering jegens Nijs onzorgvuldig handelde.’

 

De Hoge Raad stelt dus dat het enkel gebruikmaken van de leidingen van Nijs niet zonder meer.....read more

Access: 
Public
Goederenrecht - UvA - Rechten jaar 2 - Oefenmateriaal

Goederenrecht - UvA - Rechten jaar 2 - Oefenmateriaal


Tentamen oktober 2011

Casusvragen

Casus: Pasta van Enzio

Enzio is fabrikant van een verfijnde pastasaus. Het basisingrediënt zijn de tomaten die hij

aanschaft van tomatenboer Luigi; laatstgenoemde levert hem iedere maand honderd kratten tomaten onder eigendomsvoorbehoud. Verder voegt Enzio volgens een eeuwenoud familierecept in een ingewikkeld en tijdrovend productieproces enkele geheime ingrediënten toe, resulterend in de bij kenners gerenommeerde Enzio pastasaus,te koop in de betere speciaalzaak. Wanneer Enzio op zeker moment in betalingsproblemen komt, wil Luigi een partij zojuist gefabriceerde Enzio pastasaus opvorderen, stellend dat Enzio al drie leveranties onbetaald heeft gelaten en dat de saus vanwege zijn eigendomsvoorbehoud ten aanzien van het basisingrediënt aan hem toekomt. Enzio daarentegen beweert zelf eigenaar te zijn geworden van de saus.

1. Wat is er gebeurd met het eigendomsvoorbehoud van Luigi?

Maria steelt op 4 augustus 2006 vijf dozen gevuld met potten pastasaus uit het magazijn van Enzio. Zorgvuldig vervangt zij de etiketten op de potten door nieuwe stickers waarop staat ‘Maria’s pastasaus, homemade’. De sauzen verkoopt zij op het Festival van de Smaak, een driedaags culinair festival dat elk jaar georganiseerd wordt in het centrum van Lochem. Vanuit haar marktstal verkoopt en levert Maria op 14 augustus 2006 de hele voorraad pastasaus aan Helga, uitbaatster van Pension Bosvreugd. De pastasauzen wil Helga gebruiken voor de bereiding van pastagerechten voor haar pensiongasten.

2. Noem de twee redenen waarom Helga niet beschermd wordt door art. 3:86 BW.

De sauzen van Enzio zijn door goede conserveertechniek zeer lang houdbaar. In augustus

2011 staan er in de voorraadkast van Helga nog 20 potten. Ze leest in de buurtkrant dat Maria jarenlang onder eigen naam pastasauzen van Enzio heeft verkocht. Helga realiseert zich dat ze nog een aantal potten saus van Enzio op de plank heeft staan en vraagt zich af of zij verplicht is deze aan Enzio terug te geven.

3. Is Enzio inderdaad eigenaar van de potten die bij Helga staan?

Buonissimo, een groothandel in Italiaanse delicatessen, verpandt op 1 oktober 2005 al zijn bestaande en toekomstige handelsvoorraden aan de X-bank. Enzio verkoopt en levert op 1 september 2006 een eenmalige productie van 400 potten exclusieve truffelsaus aan Buonissimo, onder de ontbindende voorwaarde dat Buonissimo voor 1 november 2006 geen vergunning krijgt voor het openen van een filiaal in Lochem. Op 1 november 2006 staat vast dat de vergunning niet wordt verstrekt.

4. Beschrijf de positie van de X-bank ten aanzien van de potten truffelsaus na het intreden van de voorwaarde.

Omdat Enzio vanwege financiële zorgen gedwongen is het productieproces tijdelijk stil te leggen, blijft een vijftal reeds door Luigi op 1 december onder eigendomsvoorbehoud afgeleverde kratten tomaat ongebruikt staan in de gekoelde voorraadhal van Enzio. Gelukkig slaagt Enzio er al snel in een koper voor deze tomaten te.....read more

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1537
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.