Psychometrie Werkgroepantwoorden week 1t/m6

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.

johoaantekeningenpsychometriewerkgroep12-13.pdf

Check page access:
Public
Check more or recent content:

College- en werkgroepaantekeningen bij Psychometrie - UL

College-aantekeningen bij Psychometrie aan de Universiteit Leiden - 2018/2019

College-aantekeningen bij Psychometrie aan de Universiteit Leiden - 2018/2019


Hoorcollege 1: Schaling en Normering

Psychometrie

In de psychometrie bestudeert men de testscore. Hierbij gaat men van kwalitatief materiaal (antwoorden op testitems) naar kwantitatieve testscores. Daarbij stelt men zich de vraag wat de kwaliteit is van deze scores.

Psychologische eigenschappen zijn moeilijk te meten omdat ze een hele brede verscheidenheid hebben en omdat ze niet direct observeerbaar zijn. Toch willen we het graag meten en weten. Het psychologische construct dat niet observeerbaar is (de latente variabele) beïnvloedt het observeerbare gedrag. Om toch iets te weten te komen over het construct draaien we het om: het observeerbare gedrag (de operationele definities) vertelt iets over hetgeen dat niet direct observeerbaar is. Met behulp van deze redenering voert men psychologische testen uit.

Een psychologische test is een systematische gedragssteekproef, waarmee mensen een vaste set items moeten beantwoorden. Voor iedereen moeten deze items hetzelfde zijn, en de test moet op dezelfde manier bij iedere participant worden afgenomen. Met de uitkomsten kunnen er vergelijkingen worden gemaakt, bijvoorbeeld tussen verschillende personen, ook wel inter-individuele verschillen. Intra-individuele verschillen zijn vergelijkingen die gemaakt worden tussen condities of tijdstippen binnen personen.

Testscores

Met testscores wordt de kwaliteit van bepaalde items bepaald. De eisen voor kwaliteit zijn van groot belang voor psychologische testen. Belangrijk zijn hierbij de betrouwbaarheid en de validiteit. Bij betrouwbaarheid gaat het om de afwezigheid van toevalsmeetfouten en bij validiteit gaat het om de afwezigheid van systematische meetfouten (‘meet ik wel wat ik wil meten?’). Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat een test zo betrouwbaar en valide mogelijk is. 

Schaling

Schaling van testscores gaat om de manier waarop er getallen worden toegewezen aan psychologische eigenschappen. Er worden testscores of categorieën bepaald uit itemresponsen. Denk hierbij aan de verschillende meetniveaus (nominaal, ordinaal, interval en ratio). Zie hiervoor de tabel op dia 16.

De totaalscore en het gemiddelde zijn twee veel voorkomende schaalscores. De totaalscore is de som van de itemscores. Het gemiddelde is de totaalscore gedeeld door het aantal items.

Ruwe scores kunnen op zichzelf slecht worden geïnterpreteerd. De hoogte van een testscore is namelijk afhankelijk van het aantal items en de verschillende itemscores. Om de ruwe scores te interpreteren worden er normen gesteld. Voorbeelden van deze normen zijn percentiel- en standaardscores.

Percentielscores en standaardscores

Bij percentielscores wordt gekeken naar een percentage personen met eenzelfde of een lagere score. Zie dia 29 voor de berekening van percentielscores.

.....read more
Access: 
JoHo members
College- en werkgroepaantekeningen bij Psychometrie aan de Universiteit Leiden - 2016/2017

College- en werkgroepaantekeningen bij Psychometrie aan de Universiteit Leiden - 2016/2017


Hoorcollege 1: Schaling en Normering

Psychometrie

In de psychometrie bestudeert men de testscore. Hierbij gaat men van kwalitatief materiaal (antwoorden op testitems) naar kwantitatieve testscores. Daarbij stelt men zich de vraag wat de kwaliteit is van deze scores.

Psychologische eigenschappen zijn moeilijk te meten omdat ze een hele brede verscheidenheid hebben en omdat ze niet direct observeerbaar zijn. Toch willen we het graag meten en weten. Het psychologische construct dat niet observeerbaar is (de latente variabele) beïnvloedt het observeerbare gedrag. Om toch iets te weten te komen over het construct draaien we het om: het observeerbare gedrag (de operationele definities) vertelt iets over hetgeen dat niet direct observeerbaar is. Met behulp van deze redenering voert men psychologische testen uit.

Een psychologische test is een systematische gedragssteekproef, waarmee mensen een vaste set items moeten beantwoorden. Voor iedereen moeten deze items hetzelfde zijn, en de test moet op dezelfde manier bij iedere participant worden afgenomen. Met de uitkomsten kunnen er vergelijkingen worden gemaakt, bijvoorbeeld tussen verschillende personen, ook wel inter-individuele verschillen. Intra-individuele verschillen zijn vergelijkingen die gemaakt worden tussen condities of tijdstippen binnen personen.

Testscores

Met testscores wordt de kwaliteit van bepaalde items bepaald. De eisen voor kwaliteit zijn van groot belang voor psychologische testen. Belangrijk zijn hierbij de betrouwbaarheid en de validiteit. Bij betrouwbaarheid gaat het om de afwezigheid van toevalsmeetfouten en bij validiteit gaat het om de afwezigheid van systematische meetfouten (‘meet ik wel wat ik wil meten?’). Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat een test zo betrouwbaar en valide mogelijk is. Daarnaast zijn er nog andere factoren die een psychologische test lastig maken:

  • Participantreactiviteit:
    - ‘Demand characteristics’: de participanten weten dat ze in een onderzoek zitten en passen hun gedrag aan.
    - Sociale wenselijkheid: de participanten reageren soms anders door sociaal gewenste antwoorden te geven.
    - Malingering: Participanten verzinnen/overdrijven antwoorden. Of hebben verwachtingen over hun uitslag van de test en antwoorden hiernaar.

  • Expectation bias: Er wordt verwacht dat de desbetreffende groep waarin men zit lager scoort en er wordt hiernaar geantwoord.

Daarnaast staat niet iedereen stil bij de kwaliteit van de toets (bijvoorbeeld een leraar die niet nadenkt over de kwaliteit van zijn proefwerk).

Schaling

Schaling van testscores gaat om de manier waarop er getallen worden toegewezen aan psychologische eigenschappen......read more

Access: 
JoHo members
College-aantekeningen bij Psychometrie aan de Universiteit Leiden - 2015/2016

College-aantekeningen bij Psychometrie aan de Universiteit Leiden - 2015/2016


College 1: Schaling en Normering

Psychometrie

In de psychometrie bestudeert men de testscore. Hierbij gaat men van kwalitatief materiaal (antwoorden op testitems) naar kwantitatieve testscores. Daarbij stelt men zich de vraag wat de kwaliteit is van deze scores.

Psychologische eigenschappen zijn moeilijk te meten omdat ze een hele brede verscheidenheid hebben en omdat ze niet direct observeerbaar zijn. Toch willen we het graag meten en weten. Het psychologische construct dat niet observeerbaar is (de latente variabele) beïnvloedt het observeerbare gedrag. Om toch iets te weten te komen over het construct draaien we het om: het observeerbare gedrag (de operationele definities) vertelt iets over hetgeen dat niet direct observeerbaar is. Met behulp van deze redenering voert men psychologische testen uit.

Een psychologische test is een systematische gedragssteekproef, waarmee mensen een vaste set items moeten beantwoorden. Voor iedereen moeten deze items hetzelfde zijn, en de test moet op dezelfde manier bij iedere participant worden afgenomen. Met de uitkomsten kunnen er vergelijkingen worden gemaakt, bijvoorbeeld tussen verschillende personen, ook wel inter-individuele verschillen. Intra-individuele verschillen zijn vergelijkingen die gemaakt worden tussen condities of tijdstippen binnen personen.

Testscores

Met testscores wordt de kwaliteit van bepaalde items bepaald. De eisen voor kwaliteit zijn van groot belang voor psychologische testen. Belangrijk zijn hierbij de betrouwbaarheid en de validiteit. Bij betrouwbaarheid gaat het om de afwezigheid van toevalsmeetfouten en bij validiteit gaat het om de afwezigheid van systematische meetfouten (‘meet ik wel wat ik wil meten?’). Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat een test zo betrouwbaar en valide mogelijk is. Daarnaast zijn er nog andere factoren die een psychologische test lastig maken:

  • Participantreactiviteit:
    - ‘Demand characteristics’: de participanten weten dat ze in een onderzoek zitten en passen hun gedrag aan.
    - Sociale wenselijkheid: de participanten reageren soms anders door sociaal gewenste antwoorden te geven.
    - Malingering: Participanten verzinnen/overdrijven antwoorden. Of hebben verwachtingen over hun uitslag van de test en antwoorden hiernaar.

  • Expectation bias’: Er wordt verwacht dat de desbetreffende groep waarin men zit lager scoort en er wordt hiernaar geantwoord.

Daarnaast staat niet iedereen stil bij de kwaliteit van de toets (bijvoorbeeld een leraar die niet nadenkt over de kwaliteit van zijn proefwerk).

Schaling

Schaling van testscores gaat om de manier waarop er getallen worden toegewezen aan psychologische eigenschappen. Er worden testscores of categorieën bepaald uit itemresponsen. Denk hierbij aan de verschillende meetniveaus (nominaal, ordinaal, interval en ratio). Zie hiervoor de tabel op dia 16.

De totaalscore en het gemiddelde zijn twee veel voorkomende schaalscores. De totaalscore is de som van de itemscores. Het gemiddelde is de totaalscore gedeeld door het aantal.....read more

Access: 
JoHo members
Werkgroepaantekeningen - Psychometrie - UL - 2015/2016

Werkgroepaantekeningen - Psychometrie - UL - 2015/2016


Werkgroep 1: Schaling en Normering

Opdracht 1

  1. What is psychometrics (as defined in F&B)?
    Psychometrie is de studie naar procedures die gebruikt worden om psychologische fenomenen te meten. Deze psychologische fenomenen zijn vaak niet direct meetbaar.
    Door middel van een psychologische test wordt bepaald gedrag van mensen gerelateerd aan deze niet direct meetbare fenomenen. Psychometrie evalueert de kenmerken van psychologische tests, waarbij drie kenmerken belangrijk zijn:
    1) Het type informatie dat wordt gebruikt bij psychologische tests (dit gaat vaak om scores),
    2) De betrouwbaarheid van de gegevens die gebruikt worden voor psychologische tests,
    3) De validiteit van de gegevens afkomstig van de psychologische tests.

  1. Give a few examples of psychological measurement. Which of these are related to directly observable behaviour, and which are related to psychological features that cannot be directly observed?
    Een voorbeeld van een psychologische meting is het meten van de reactietijd. Dit is direct observeerbaar. Kennis, intelligentie, geheugen, depressie of extraversie zijn voorbeelden die niet direct observeerbaar zijn (Furr & Bacharach, 2008). Hiervoor worden dan ook psychologische tests gebruikt, zoals bijvoorbeeld een IQ test, een cognitieve test of het meten van de persoonlijkheid.

     

  2. What is (the definition of) a psychological test? Give two very different examples of psychological tests. Classify your examples according to the dimensions mentioned in F&B (p. 7-8).
    Een psychologische test is een systematische procedure waarbij het doel is om het gedrag van twee of meer mensen met elkaar te vergelijken op individueel niveau. Er moeten vergelijkingen kunnen worden gemaakt tussen verschillende personen. Dit worden ook wel interindividuele verschillen genoemd. Tevens moeten er vergelijkingen kunnen worden gemaakt tussen condities en tijdstippen binnen personen. Dit worden ook wel intraindividuele verschillen genoemd.

    Een voorbeeld van een psychologische test is het ‘Beck Depression Inventory’. Dit is een test waarmee depressie wordt gemeten door middel van een multipile-choice test die bestaat uit 21 items (Furr & Bacharach, 2008). ‘The House-Tree-Person Test’ is een test waarbij kinderen wordt gevraagd om een huis, een boom en een persoon te tekenen. Deze tekeningen worden vervolgens geëvalueerd. Kinderen kunnen vervolgens in verschillende groepen worden geplaatst die staan voor verschillende karaktereigenschappen.

    Deze twee psychologische tests kunnen worden toegepast op de verschillende dimensies die van belang zijn bij psychologische tests (Furr & Bacharach, 2008):

1) Inhoud
2) Soort respons (open of gesloten vragen): Bij de ‘Beck Depression Inventory’ wordt gebruikgemaakt van open vragen en bij ‘The House-Tree-Person Test’ wordt gebruik gemaakt van tekeningen, en.....read more

Access: 
Public
Collegeaantekeningen en Werkgroepen - Psychometrie - UL - 2014/2015

Collegeaantekeningen en Werkgroepen - Psychometrie - UL - 2014/2015

Bevat de college- en werkgroepaantekeningen week 1 t/m 7 van 2014/2015


HC 1: Schaling en Normering

02-09-2014 Marian Hickendorff

Psychometrie:

In de psychometrie bestudeert men de testscore. Hierbij gaat men van kwalitatief materiaal (antwoorden op testitems) naar kwantitatieve testscores. Daarbij stelt men zich de vraag wat de kwaliteit is van deze scores.

Psychologische eigenschappen zijn moeilijk te meten omdat ze een hele brede verscheidenheid hebben en omdat ze niet observeerbaar zijn. Toch willen we het graag meten en weten. Het psychologische construct dat niet observeerbaar is (de latente variabele) beïnvloedt het observeerbare gedrag. Om toch iets te weten te komen over het construct draaien we het om: het observeerbare gedrag (de operationele definities) vertelt iets over het onobserveerbare. Met behulp van deze redenering voert men psychologische testen uit.

Een psychologische test is eigenlijk een systematische gedragssteekproef. Met de uitkomsten kunnen we vergelijkingen maken, bijvoorbeeld tussen verschillende personen. Deze heten inter-individuele verschillen. Intra-individuele verschillen zijn vergelijkingen gemaakt tussen condities of tijdstippen binnen personen.

Testscores:

Met testscores bepalen we de kwaliteit van bepaalde items. De eisen voor kwaliteit zijn van groot belang voor psychologische testen. Belangrijk zijn hierbij de betrouwbaarheid en de validiteit. Bij betrouwbaarheid gaat het om de afwezigheid van toevalsmeetfouten en bij validiteit gaat het om de afwezigheid van systematische meetfouten (‘meet ik wel wat ik wil meten?’). Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat een test zo betrouwbaar en valide mogelijk is. Daarnaast zijn er nog andere factoren die het moeilijk kunnen maken:

  • participantreactiviteit (de participanten weten dat ze in een onderzoek zitten en reageren daarom soms anders door sociaal gewenste antwoorden te geven, antwoorden te verzinnen/overdrijven of verwachtingen hebben over hun uitslag van de test en hiernaar antwoorden) en

  • expectation bias (verwachten dat jouw groep lager scoort en hiernaar antwoorden); scoresensitiviteit (de test heeft bijvoorbeeld soms niet de goede balans in schalen bij verschillende items). Daarnaast staat niet iedereen stil bij de kwaliteit van de toets (bijvoorbeeld een leraar die niet nadenkt over de kwaliteit van zijn proefwerk).

Schaling:

Schaling van testscores gaat om het bepalen van testscores of categorieën uit itemresponsen. Denk hierbij aan de verschillende meetniveaus (nominaal, ordinaal, interval en ratio). Zie hiervoor de tabel op dia 15.

De totaalscore en het gemiddelde zijn twee veel voorkomende schaalscores. De totaalscore is de som van de itemscores. Het gemiddelde is de totaalscore gedeeld door het aantal.....read more

Access: 
Public
Collegeaantekeningen - Psychometrie - UL - 2013/2014

Collegeaantekeningen - Psychometrie - UL - 2013/2014

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


College 1: Schaling en Normering

Psychometrie:
In de psychometrie bestudeert men de testscore. Hierbij gaat men van kwalitatief materiaal (antwoorden op testitems) naar kwantitatieve testscores. Daarbij stelt men zich de vraag wat de kwaliteit is van deze scores. Psychologische eigenschappen zijn moeilijk te meten omdat ze een hele brede verscheidenheid hebben en omdat ze niet observeerbaar zijn. Toch willen we het graag meten en weten. Het psychologische construct dat niet observeerbaar is (de latente variabele) beïnvloedt het observeerbare gedrag. Om toch iets te weten te komen over het construct draaien we het om: het observeerbare gedrag vertelt iets over het onobserveerbare. Met behulp van deze redenering voert men psychologische testen uit.

Een psychologische test is eigenlijk een systematische gedragssteekproef. Met de uitkomsten kunnen we vergelijkingen maken, bijvoorbeeld tussen verschillende personen. Dit heten inter-individuele verschillen. Intra-individuele verschillen zijn vergelijkingen gemaakt tussen condities of tijdstippen binnen personen.

Testscores:
Met testscores bepalen we de kwaliteit van bepaalde items. De eisen voor kwaliteit zijn van groot belang voor psychologische testen. Belangrijk zijn hierbij de betrouwbaarheid en de validiteit. Bij betrouwbaarheid gaat het om de afwezigheid van toevalsmeetfouten en bij validiteit gaat het om de afwezigheid van systematische meetfouten.

Schaling:
Schaling van testscores gaat om het bepalen van testscores of categorieën uit itemresponsen. Denk hierbij aan de verschillende meetniveaus (nominaal, ordinaal, interval en ratio).

De totaalscore en het gemiddelde zijn twee veel voorkomende schaalscores. De totaalscore is de som van de itemscores en het gemiddelde is het totaal gedeeld door het aantal items.

Ruwe scores kunnen op zichzelf slecht worden geïnterpreteerd. De hoogte van een testscore is namelijk afhankelijk van het aantal items en de verschillende itemscores. Om de ruwe scores te interpreteren worden er normen gesteld. Voorbeelden van deze normen zijn percentiel- en standaardscores.

Percentielscores en standaardscores:
Bij percentielscores wordt gekeken naar een percentage personen met eenzelfde of een lagere score. De boeken zijn hier nog weleens verschillend in, maar deze regel wordt gehanteerd op het tentamen!

Standaardscores zijn het aantal standaarddeviaties in afwijking van het gemiddelde. De verdeling zal hierbij echter hetzelfde blijven. De ruwe scores kunnen worden omgezet naar Z-scores door middel van de volgende formule:

Zx = (X-Mx)/SDx

Waarbij geldt SDz = 1 en Mz = 0

Ook kunnen er T-scores worden uitgerekend. Deze zijn veel beter te begrijpen zijn doordat er geen negatieve scores meer voorkomen. Deze T-scores worden berekend met de volgende formule:

Tx = 10*Zx + 50

Waarbij geldt SDT = 10 en MT = 50

Normtabellen bevatten elke voorkomende ruwe.....read more

Access: 
Public
Werkgroepaantekeningen - Psychometrie - UL - 2013/2014

Werkgroepaantekeningen - Psychometrie - UL - 2013/2014

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


Week 1: Schaling en Normering

 

Opdracht 1

  1. Psychometrie is de studie naar procedures die gebruikt worden om psychologische fenomenen te meten. Deze psychologische fenomenen zijn vaak niet direct meetbaar. Bepaald gedrag van mensen wordt door een test gerelateerd aan deze achterliggende psychologische fenomenen.
  2. Een voorbeeld van een psychologische meting is de IQ-test, welke betrekking heeft op niet direct observeer baar gedrag, namelijk je intelligentie. Ook een tentamen is een goed voorbeeld. Hierbij wordt je hoeveelheid kennis over een bepaald onderwerp getest, ook dit is niet direct observeer baar gedrag.
  3. Een psychologische test is een systematische procedure om het gedrag van twee of meer mensen met elkaar te vergelijken op individueel niveau. De dimensies die hierbij van belang zijn volgens Furr & Bacharach (2008):
  • Inhoud
  • Soort response (open of gesloten)
  • Methode van afname (individueel of groep)
  • Gebruiksdoel (criterium of norm; bij criterium wordt er gekeken naar een vast punt en bij de norm naar het gemiddelde. Bij criterium kan iedereen een ‘winnaar’ zijn.
  • Tijdslimiet (speed of power)

De IQ test is een voorbeeld van: norm referenced en power.

  1. Differentiële psychologie houdt zich bezig met de verschillen tussen mensen. O&O en KLIG houden zich hier veel mee bezig, bij hun staat het individu centraal. Bij COG en S&O staan de wetmatigheden meer centraal en speelt differentiële psychologie een minder grote rol.
  2. Meten is het toekennen van getallen aan gedrag of gebeurtenissen De betekenis van deze getallen hebben betrekking tot het psychologische fenomeen. Schalen is het toekennen van waarden aan psychologische attributen, ofwel meetniveaus.
  • Nominaal; Identiteit van de categorie, welke wederzijds uitsluitend en exclusief moeten zijn. (bv. Sekse)
  • Ordinaal: Nominaal + rangorde
  • Interval: Ordinaal + kwantiteit van de rangorde. Dus 3-2 = 8-7. Bijv. IQ test.
  • Ratio: Interval + vast nulpunt. Dus 6*2 = 12. Dit geldt niet voor een IQ test.

 

f) + g en h

 

.....read more

 

Gewoon

Binair

Standaard

Gemiddelde

Xgem = ∑X

              N

Xgem = ∑X/N = p

Zgem = 0

Kwadraatsom

∑(X-Xgem)2

 

N*p*(p-1)

∑Z2 = N

Access: 
Public
Psychometrie Collegeaantekeningen 1 t/m 6
Psychometrie Werkgroepantwoorden week 1t/m6
Psychometrie - UL - Notes (PDF)
Psychometrie - Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Psychometrie - Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Psychometrie voor de opleiding Psychologie, jaar 2, aan de Universiteit Leiden

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Startpagina Psychologie - universiteit Leiden op JoHo.org

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
645 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.