TentamenTests bij Introductie in de Klinische Neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen


Access options

      How do you get full online access and services on JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Go to www JoHo.org, and join JoHo WorldSupporter by choosing a membership + online access
       
      2 - Return to WorldSupporter.org and create an account with the same email address
       
      3 - State your JoHo WorldSupporter Membership during the creation of your account, and you can start using the services
      • You have online access to all free + all exclusive summaries and study notes on WorldSupporter.org and JoHo.org
      • You can use all services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • You can make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (Dutch service)
      Already an account?
      • If you already have a WorldSupporter account than you can change your account status from 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' into 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access
      • Please note: here too you must have used the same email address.
      Are you having trouble logging in or are you having problems logging in?

      Toegangsopties (NL)

      Hoe krijg je volledige toegang en online services op JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Ga naar www JoHo.org, en sluit je aan bij JoHo WorldSupporter door een membership met online toegang te kiezen
      2 - Ga terug naar WorldSupporter.org, en maak een account aan met hetzelfde e-mailadres
      3 - Geef bij het account aanmaken je JoHo WorldSupporter membership aan, en je kunt je services direct gebruiken
      • Je hebt nu online toegang tot alle gratis en alle exclusieve samenvattingen en studiehulp op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • Je kunt gebruik maken van alle diensten op JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • Op JoHo.org kun je gebruik maken van de tools voor werken in het buitenland, verre reizen, vrijwilligerswerk, stages en studeren in het buitenland
      Heb je al een WorldSupporter account?
      • Wanneer je al eerder een WorldSupporter account hebt aangemaakt dan kan je, nadat je bent aangesloten bij JoHo via je 'membership + online access ook je status op WorldSupporter.org aanpassen
      • Je kunt je status aanpassen van 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' naar 'I am a JoHo WorldSupporter Member with 'full online access'.
      • Let op: ook hier moet je dan wel hetzelfde email adres gebruikt hebben
      Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?

      Join JoHo WorldSupporter!

      What can you choose from?

      JoHo WorldSupporter membership (= from €5 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use the basic features of JoHo WorldSupporter.org
      JoHo WorldSupporter membership + online access (= from €10 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use full services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • For access to the online book summaries and study notes on JoHo.org and Worldsupporter.org
      • To make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (NL service)

      Sluit je aan bij JoHo WorldSupporter!  (NL)

      Waar kan je uit kiezen?

      JoHo membership zonder extra services (donateurschap) = €5 per kalenderjaar
      • Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
      • Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
      • Voor het gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
      • Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting
      JoHo membership met extra services (abonnee services):  Online toegang Only= €10 per kalenderjaar
      • Voor volledige online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, lange reizen, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
      • Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten

      Meld je aan, wordt donateur en maak gebruik van de services

      Access: 
      JoHo members

      Image

      Click & Go to more related summaries or chapters

      Studiegids met oefen- en voorbeeldtentamens voor Psychologie Bachelor 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

      Oefen- en voorbeeldtentamens bij Psychologie Bachelor 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

      Inhoudsopgave

      • Oefen- en voorbeeldtentamens bij Statistiek II en III
      • Oefen- en voorbeeldtentamens bij Cognitieve psychologie
      • TentamenTests bij Introductie in de Klinische Neuropsychologie
      • Oefen- en voorbeeldtentamens bij Testtheorie en testgebruik
      • Oefen- en voorbeeldtentamens bij Arbeids-, Organisatie- en Personeelspsychologie
      • Oefen- en voorbeeldtentamens bij Klinische psychologie
      • Oefen- en voorbeeldtentamens bij Sociale omgeving en gedrag
      • Oefen- en voorbeeldtentamens bij Wetenschapstheorie
      Access: 
      Public
      This content is also used in .....

      Studiemateriaal Psychologie jaar 2 RUG

      Oefententamens voor deeltoets I - Psychologie RUG jaar 2 - Statistiek III

      Oefententamens voor deeltoets I - Psychologie RUG jaar 2 - Statistiek III

      In de bijlage vind je twee oefententamens (en antwoorden) bij deeltoets I voor het vak Statistiek III. Gegeven aan de Rijksuniversiteit Groningen, als onderdeel van jaar 2 bachelor psychologie.

      Tentamen 1 bestaat uit 25 vragen met antwoorden

      Tentamen 2 bestaat uit 23 vragen met antwoorden

      Access: 
      JoHo members
      TentamenTests bij Testtheorie en testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2013

      TentamenTests bij Testtheorie en testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2013


      Vragen

      Vraag 1

      Na een advertentie voor werving van studenten voor een callcenter worden na een selectieprocedure van 200 sollicitanten er 80 aangenomen. De toevalskans (de fractie geschikten op basis van toeval aangenomen) is 0.60 en de verwachte succesratio (de fractie succesvolle kandidaten binnen de aangenomen groep) is 0.80. Hoe groot is het aantal ten onrechte afgewezen personen?

      1. 56
      2. 64
      3. 24
      4. 8

      Vraag 2

      Welke uitspraak is onjuist?

      1. De product-moment coëfficiënt (Pearson correlatiecoëfficiënt) is een geschikte coëfficiënt om de predictieve validiteit van een test te onderzoeken als een kromlijnig verband wordt verwacht tussen test- en criteriumscores.
      2. Een moderatorvariabele is een variabele die de relatie tussen testscores en criteriumscores beïnvloedt.
      3. De validiteit van een test is gevoelig voor variatie in de spreiding van de testscores tussen steekproef en populatie.
      4. Een onverwacht lage predictieve validiteit van een test kan het gevolg zijn van het negeren van de complexe samenstelling van de steekproef

      Vraag 3

      Welke uitspraak is onjuist?

      1. Items die voldoen aan het Rasch-model of het model van monotone homogeniteit hebben gemeenschappelijk dat ze allen een monotoon niet- dalende IR-functie hebben.
      2. Wanneer een reeks items voldoet aan het Mokken-model van dubbele monotonie kunnen deze items geordend worden op moeilijkheidsgraad op basis van de geschatte delta-parameters.
      3. Het drie-parameter logistisch IRT-model laat toe dat items variëren in pseudokansniveau, moeilijkheidsgraad en discriminerend vermogen.
      4. Een item is vraagzuiver wanneer de IR-functie van het item voor alle onderscheiden groepen gelijk is.

      Vraag 4

      Het Rasch-model uit de item-response theorie wordt ook wel 1-parameter logistisch model genoemd. Wat is de reden daarvan?

      1. Het Rasch-model is het eenvoudigste model uit de item-respons theorie.
      2. Het Rasch-model is een functie van slechts één variabele: de vaardigheid van de respondent.
      3. Het Rasch-model biedt alleen variatie in de moeilijkheidsgraad van een item.
      4. Het Rasch-model biedt alleen variatie in de discriminatie van een item.

      Vraag 5

      In de transformatie van ruwe scores naar genormaliseerde standaardscores wordt eerst de cumulatieve proportie (cp) en vervolgens de gecorrigeerde cumulatieve proportie (cp-p/2) uitgerekend. De reden voor die correctie is dat:

      1. De testscores opgevat worden als een continue schaal.
      2. De testscores opgevat worden als een discrete schaal.
      3. De z-schaal niet normaal verdeeld is.
      4. De z-waarde gekoppeld is aan een bepaalde proportie mensen die lager scoren.

      Vraag 6

      Test i heeft een betrouwbaarheid van .51 en de geobserveerde testscores hebben een standaarddeviatie van 3. Wat is de standaardmeetfout van deze test?

      1. 2.1
      2. 1.5
      3. 1.2
      4. 0.85

      Vraag 7

      Het typerende kenmerk van een norm als kenmerk van een test is:

      1. Het vergelijken van de ruwe score met een absolute standaard.
      2. Een minimaal te behalen testscore.
      3. Het gebruik maken van deelscores.
      4. De vergelijking met de prestaties van anderen.

      Vraag 8

      Hieronder zijn verschillende typen antwoorden op een.....read more

      Access: 
      JoHo members
      TentamenTests bij Introductie in de Klinische Neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen

      TentamenTests bij Introductie in de Klinische Neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen


      Vragen

      Vraag 1

      Benoem de vijf belangrijkste taken van een klinisch neuropsycholoog.

      Vraag 2

      A) Wat is enkelvoudige dissociatie?

      B) Wat is dubbele dissociatie?

      Vraag 3

      Benoem de vijf hoofdzonden in de klinische neuropsychologie.

      Vraag 4

      Waarom worden neuropsychologische stoornissen gezien als een stoorfactor voor de validiteit van een test?

      Vraag 5

      1. Wanneer spreekt mene leid van anatomische reorganisatie ?
      2. Noem drie processen dien tot anatomische reorganisatie.

      Vraag 6

      Welke variabelen zijn voorspellend voor herstel?

      Vraag 7

      1. Welke hemisfeer is verantwoordelijk voor het verwerken van categorische informatie?

      2. Welke hemisfeer is verantwoordelijk voor het verwerken van metrische informatie?

      Vraag 8

      Diagnostiek en research van geheugenstoornissen kunnen op drie soorten gegevens berusten. Benoem deze drie soorten gegevens.

      Vraag 9

      Benoem 5 factoren die invloed kunnen hebben op geheugenprestaties.

      Vraag 10

      Spraakbeperkingen zijn kenmerkend voor broca- patiënten. Ook kunnen er begripsbeperkingen optreden. Begripsbeperkingen treden in het algemeen pas op wanneer broca- patiënten bepaalde zinnen krijgen voorgelegd. Bij wat voor soort zinnen treden er begripsproblemen op?

      Vraag 11

      Volgens Baddely bestaat het werkgeheugen uit vier componenten. Benoem deze vier componenten en beschrijf de functie van ieder component.

      Vraag 12

      In de neuronanatomisch model van aandacht maken Posner en Peterson onderscheid tussen vigilantienetwerk, het posterieure aandachtsnetwerk en het anterieure aandachtsnetwerk. Waarvoor dient het posterieure aandachtsnetwerk?

      Vraag 13

      Welke cognitieve aspecten van alexithymia worden door de TAS (Toronto Alexithymia Scale) gemeten?

      Vraag 14

      LeDoux heeft een aantal redenen genoemd op grond waarvan het nuttig lijkt om emotie als een apart psychologisch construct te beschouwen. Wat zijn volgens LeDoux de redenen om emotie en cognitie te scheiden?

      Vraag 15

      Waarom is het nuttig dat een neuropsycholoog enige kennis heeft van motoriek?

      Vraag 16

      1. Wat is gekristalliseerde intelligentie?

      2. Wat is vloeiende intelligentie?

      3. Hersenletsel kan invloed hebben op het testen van intelligentie. Maak de volgende zin af: Het is aannemelijk dat tests voor………. intelligentie in het algemeen minder gevoelig voor hersenletsel zijn dan tests voor ……. Intelligentie.

      Vraag 17

      Meneer Jansen is 79 jaar en heeft een vertraagd tempo van denken en handelen, en in veranderingen van houdings- en bewegingspatroon. De motorische problemen van de patiënt betreffen niet alleen het lopen en staan, maar ook normale bewegelijkheid van de gezichtspieren is aangetast. Ook is de spraakmotoriek bemoeilijkt, zo is het spreken monotoon en struikelen over woorden komt vaak voor. De spraakproblemen zijn niet de oorzaak van een afasie of agnosie. Uit de tests blijkt dat het geheugen, de aandacht , visueel-ruimtelijke en uitvoerende functies aangetast zijn. Ook is het sensomotorische leervermogen aangetast (deelman, 2008).

      Welke ziekte heeft meneer Jansen?

      Vraag 18

      Wat zijn neurodegeneratieve aandoenigen (NDA)? Benoem ook drie aandoeningen die behoren tot de categorie neurodegeneratieve aandoeningen.

      Vraag 19

      Welke functies zijn als.....read more

      Access: 
      JoHo members
      Samenvatting Testtheorie: inleiding in de theorie van de psychologische test van Drenth et al

      Samenvatting Testtheorie: inleiding in de theorie van de psychologische test van Drenth et al

      Image


      Historische testontwikkeling - Chapter 1

      De ontwikkeling van testdiagnostiek kent grofweg vier perioden, namelijk

      1. de periode tot het verschijnen van de Binet-Simon-test,
      2. de periode tussen het verschijnen van de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog (WOI),
      3. de periode tussen het begin van WOI tot de Tweede Wereldoorlog (WOII), en
      4. de periode tussen het begin van WOII tot heden.

      1.1 Testontwikkeling tot de BinetSimon-test

      1905 is een belangrijke mijlpaal voor de ontwikkeling van de testdiagnostiek; in dit jaar verscheen de eerste versie van de Binet-Simon-test – de eerste waardevolle intelligentietest.  Uiteraard gingen hier een hoop ontwikkelingen aan vooraf, te beginnen met de ontwikkelingen binnen de psychiatrie in Frankrijk en Duitsland. In Frankrijk ontstond eind 18e eeuw een verhoogde interesse in de geestelijke abnormaliteit en zwakzinnigheid. Men begon krankzinnigheid en zwakzinnigheid van elkaar te onderscheiden, waarbij mensen als Esquirol, Séguin, Charcot, Janet en Binet zwakzinnigheid niet beschouwden als ziekte, maar als een gebrek aan intellectuele vaardigheden. Ook in Duitsland veranderde de visie op geestelijke abnormaliteit. In beide landen werd hier steeds meer onderzoek naar gedaan, waardoor er een behoefte ontstond aan methoden om verschillen tussen geesteszieken en verschillende niveaus in zwakzinnigheid te kunnen duiden.

      Naast de psychiatrie, ontstond ook binnen de experimentele psychologie – voornamelijk beoefend in Duitsland – een toegenomen interesse in geestelijke abnormaliteit en onderzoek hiernaar. Met de oprichting van zijn experimentele laboratorium in Leipzig, luidde Wundt in 1879 het begin in van systematisch grootschalig experimenteel onderzoek. Aanvankelijk richtte men zich vooral op generaliseerbaarheid en werden afwijkingen en individuele verschillen toegeschreven aan experimenteerfouten en beperkte het onderzoek zich tot primaire sensorische en motorische functies. Later, met de publicatie van een artikel van Cattell in het tijdschrift Mind in 1890, kwam er meer aandacht voor individuele verschillen. In 1893 werd er binnen de American Psychological Association (APA) een commissie ingesteld met als taak tests te registreren en de gebruiksmogelijkheden van deze tests te formuleren.

      eEen derde ontwikkelingslijn die van invloed is geweest op testontwikkeling, is de genetica. Eind 19e eeuw verrichtte Galton diverse antropometrische onderzoekingen die gekenmerkt werden door drie elementen die later een pijler van het wetenschappelijk testonderzoek zouden gaan vormen, namelijk: (1) de wenselijkheid van het onderzoek van individuele verschillen, (2) systematisering van onderzoekstechnieken, en (3) normatief denken en weergeven van onderzoeksresultaten in statistische termen.

      1.2 Testontwikkeling van verschijnen Binet-Simon-test tot WOI

      In 1905 verscheen de eerste intelligentietest – ontwikkeld door Binet en Simon – die ook echt een.....read more

      Access: 
      JoHo members
      English Notes - Psychology year 2, Groningen

      Introductie in de klinische neuropsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG B2 - Studiebundel

      Klinische neuropsychologie van Kessels, Eling, Ponds, Spikman en van Zandvoort - een samenvatting

      Klinische neuropsychologie van Kessels, Eling, Ponds, Spikman en van Zandvoort - een samenvatting

      Image

      Deze bundel gaat over klinische neuropsychologie. Dit gaat over (psychologische) problematiek met betrekking op de hersenen. Dit boek wordt gebruikt bij het vak Funtiestoornissen en Psychosen in het derde jaar van de studie psychologie aan de uva.

      BulletPointsamenvatting per hoofdstuk bij de 1e druk van Klinische Neuropsychologie van Kessels et al. - Chapter

      BulletPointsamenvatting per hoofdstuk bij de 1e druk van Klinische Neuropsychologie van Kessels et al. - Chapter


      Hoe heeft de klinische neuropsychologie zich ontwikkeld? - BulletPoints 1

      • De clinicoanatomische methode werd gebruikt om Gall’s lokalisatie-ideeën te toetsen door de specifieke uitvalverschijnselen in kaart te brengen en ze later te relateren aan de plaats van de laesie. Deze methode werd veel gebruikt in de 19de eeuw. Paul Broca toonde aan dat de laesie van patiënt Tan (meneer kon alleen “tan” zeggen) zich niet bevond in het taalgebied zoals aangewezen door Gall, maar meer aan de zijkant (Broca’s gebied). Het viel hem op dat de laesies vrijwel altijd in de linkerhersenhelft zaten en hij was de eerste die uitsprak dat we onze linkerhersenhelft gebruiken om te spreken. Dit was tevens de eerste keer dat er een ongelijkheid van de hersenhelften werd uitgesproken. Zijn werk werd relatief gezien snel geaccepteerd en zelfs gewaardeerd. Vervolgens ontstond het idee dat de taalfunctie op te delen was in deelfuncties (tot nu toe was alleen gekeken naar de spraakproductie). Carl Wernicke beargumenteerde dat er een apart centrum was in de temporaalkwab voor het herkennen van (enkel gesproken) woorden. Vanuit deze tweedeling ontstond het onderscheid tussen Broca’s afasie en Wernicke’s afasie.

      • Locke, een enorme voorstander van het empirisme, geloofde niet in de aangeboren

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      TentamenTests per hoofdstuk bij de 1e druk van Klinische Neuropsychologie van Kessels et al. - Chapter

      TentamenTests per hoofdstuk bij de 1e druk van Klinische Neuropsychologie van Kessels et al. - Chapter


      Hoe heeft de klinische neuropsychologie zich ontwikkeld? - TentamenTests 1

      Vragen

      Vraag 1

      Wat houdt de celtheorie in?

      1. De mens heeft een hogere-orde ziel die zich bevindt in drie cellen (ventrikels) van de hersenen.
      2. Gebieden in de hersenen communiceren door middel van cellen met lange uitlopers, ook wel neuronen genoemd.
      3. De hersenen bestaan uit verschillende cellen (gebieden) die allemaal hun eigen functie hebben, zoals de subcorticale cel voor waakzaamheid en aandacht.

      Vraag 2

      Op wat voor manier testte Franz Joseph Gall zijn opvattingen?

      1. Hij nam klinische interviews af bij patiënten om zowel hun gedrag te beoordelen als de mogelijke beschadigingen aan het hoofd.
      2. Hij geloofde dat mensen alles aanleren (associationisme) en bekeek hersenbeschadigingen per individu, zonder algemene conclusies te trekken over hersenfuncties.
      3. Hij onderzocht patiënten post mortem en relateerde de beschadigingen van de hersenen aan het gedrag dat ze vertoonden.
      4. Door op het hoofd te voelen of er knobbels en bulten aanwezig waren en die te linken aan de kenmerken van de patiënt.

      Vraag 3

      Waarom bood Luria een oplossing voor het probleem van de holisten dat zij geen goed alternatief hadden voor lokalisatie?

      1. Hij vond dat een gedragsstoornis nooit direct gerelateerd kan worden aan de intactheid van specifieke gebieden, maar tegelijkertijd vond
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      TentamenTests bij Introductie in de Klinische Neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen

      TentamenTests bij Introductie in de Klinische Neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen


      Vragen

      Vraag 1

      Benoem de vijf belangrijkste taken van een klinisch neuropsycholoog.

      Vraag 2

      A) Wat is enkelvoudige dissociatie?

      B) Wat is dubbele dissociatie?

      Vraag 3

      Benoem de vijf hoofdzonden in de klinische neuropsychologie.

      Vraag 4

      Waarom worden neuropsychologische stoornissen gezien als een stoorfactor voor de validiteit van een test?

      Vraag 5

      1. Wanneer spreekt mene leid van anatomische reorganisatie ?
      2. Noem drie processen dien tot anatomische reorganisatie.

      Vraag 6

      Welke variabelen zijn voorspellend voor herstel?

      Vraag 7

      1. Welke hemisfeer is verantwoordelijk voor het verwerken van categorische informatie?

      2. Welke hemisfeer is verantwoordelijk voor het verwerken van metrische informatie?

      Vraag 8

      Diagnostiek en research van geheugenstoornissen kunnen op drie soorten gegevens berusten. Benoem deze drie soorten gegevens.

      Vraag 9

      Benoem 5 factoren die invloed kunnen hebben op geheugenprestaties.

      Vraag 10

      Spraakbeperkingen zijn kenmerkend voor broca- patiënten. Ook kunnen er begripsbeperkingen optreden. Begripsbeperkingen treden in het algemeen pas op wanneer broca- patiënten bepaalde zinnen krijgen voorgelegd. Bij wat voor soort zinnen treden er begripsproblemen op?

      Vraag 11

      Volgens Baddely bestaat het werkgeheugen uit vier componenten. Benoem deze vier componenten en beschrijf de functie van ieder component.

      Vraag 12

      In de neuronanatomisch model van aandacht maken Posner en Peterson onderscheid tussen vigilantienetwerk, het posterieure aandachtsnetwerk en het anterieure aandachtsnetwerk. Waarvoor dient het posterieure aandachtsnetwerk?

      Vraag 13

      Welke cognitieve aspecten van alexithymia worden door de TAS (Toronto Alexithymia Scale) gemeten?

      Vraag 14

      LeDoux heeft een aantal redenen genoemd op grond waarvan het nuttig lijkt om emotie als een apart psychologisch construct te beschouwen. Wat zijn volgens LeDoux de redenen om emotie en cognitie te scheiden?

      Vraag 15

      Waarom is het nuttig dat een neuropsycholoog enige kennis heeft van motoriek?

      Vraag 16

      1. Wat is gekristalliseerde intelligentie?

      2. Wat is vloeiende intelligentie?

      3. Hersenletsel kan invloed hebben op het testen van intelligentie. Maak de volgende zin af: Het is aannemelijk dat tests voor………. intelligentie in het algemeen minder gevoelig voor hersenletsel zijn dan tests voor ……. Intelligentie.

      Vraag 17

      Meneer Jansen is 79 jaar en heeft een vertraagd tempo van denken en handelen, en in veranderingen van houdings- en bewegingspatroon. De motorische problemen van de patiënt betreffen niet alleen het lopen en staan, maar ook normale bewegelijkheid van de gezichtspieren is aangetast. Ook is de spraakmotoriek bemoeilijkt, zo is het spreken monotoon en struikelen over woorden komt vaak voor. De spraakproblemen zijn niet de oorzaak van een afasie of agnosie. Uit de tests blijkt dat het geheugen, de aandacht , visueel-ruimtelijke en uitvoerende functies aangetast zijn. Ook is het sensomotorische leervermogen aangetast (deelman, 2008).

      Welke ziekte heeft meneer Jansen?

      Vraag 18

      Wat zijn neurodegeneratieve aandoenigen (NDA)? Benoem ook drie aandoeningen die behoren tot de categorie neurodegeneratieve aandoeningen.

      Vraag 19

      Welke functies zijn als.....read more

      Access: 
      JoHo members
      College-aantekeningen bij Introductie in de klinische neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen

      College-aantekeningen bij Introductie in de klinische neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen


      Hoorcollege 1: Introductie

      Wat onderzoekt een neuropsycholoog? Een neuropsycholoog kijkt naar de relatie tussen de hersenen en gedrag aan de hand van eventuele hersenbeschadigingen. Dit kan zowel op groepsniveau als één op één. Een neuropsycholoog richt zich op de relatie tussen hersenen en gedrag en kan dit analyseren aan de hand van mentale processen, zoals cognitie en emotie of aan de hand van hersenfuncties. Deze hersenfuncties worden bestudeerd aan de hand van mensen met hersenschade. Hierbij wordt er ook gekeken naar de cognitieve functie. Dit kan bijvoorbeeld een bepaalde relatie zijn tussen hersenen en gedrag, zoals aandacht of geheugen. Vroeger werd er vanuit gegaan dat we bepaalde cognitieve functies in de hersenen konden lokaliseren. Zo zijn er verschillende lokalisatie theorieën ontstaan, één daarvan is de frenologie. De grondlegger van de frenologie is Gall (18e eeuw). Deze theorie ging er vanuit dat bepaalde eigenschappen van iemand gerepresenteerd werden in de schedel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de talenknobbel en de wiskundeknobbel. Je zou dus aan de schedel van iemand kunnen zien wat voor karakter deze persoon heeft of over welke eigenschappen hij of zij beschikt. Dit wordt nu gezien als onwetenschappelijk.

      Het huidige inzicht vertelt ons dat al het gedrag van de mens gemedieerd wordt door onze hersenen. Sommige stoornissen zijn namelijk vanuit specifieke onderdelen van de hersenen af te leiden (lokalisatie van een stoornis). Daarentegen zijn sommige stoornissen juist vanuit een globaal disfunctioneren van de hersenen te verklaren, dit wordt ook wel het holisme genoemd. Het is belangrijk om in acht te nemen dat er verschillende niveaus van lokalisatie bestaan. Zo kunnen we bijvoorbeeld kijken op het niveau van de kwabben of het niveau van verschillende cellen. Maar zo is een cognitieve functie, zoals aandacht, niet te lokaliseren. Dit komt doordat verschillende executieve functies zoals aandacht en geheugen semantische termen zijn die door mensen zijn bedacht en hier houdt het brein natuurlijk geen rekening mee. Nefrologen gaan er vanuit dat alle functies gelokaliseerd kunnen worden.

      Er zijn verschillende benaderingen die worden besproken in dit vak. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen de cognitieve psychologie, cognitive neuroscience, cognitieve neuropsychologie en tenslotte de klinische neuropsychologie. De cognitieve psychologie kijkt voornamelijk naar ‘wat de link is’ tussen hersenen en gedrag. Deze benadering staat stil bij algemenen wetmatigheden, om zo individueel gedrag te kunnen voorspellen. Deze stroming gaat wel uit van gezonde individuen. Ze kunnen bij deze stroming bijvoorbeeld kijken naar hoe wij informatie verwerken. Er zijn twee voorbeelden van klassieke experimenten uit de cognitieve psychologie: de Ponzo Illusie, dit is een experiment waarin verschillende balken zijn afgebeeld; hoe dichterbij de balken hoe groter ze lijken, terwijl de balken in werkelijkheid even breed.....read more

      Access: 
      JoHo members
      Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG B2 - Studiebundel

      Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG B2 - Studiebundel

      Image

      In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Statistiek II voor de opleiding Psychologie, jaar 2, aan de Rijksuniversiteit Groningen.

      Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie B2 - RUG op JoHo.org

      Comments, Compliments & Kudos:

      Add new contribution

      CAPTCHA
      This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
      Image CAPTCHA
      Enter the characters shown in the image.
      Promotions
      oneworld magazine
      Check how to use summaries on WorldSupporter.org


      Online access to all summaries, study notes en practice exams

      Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

      There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

      1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
        • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
      2. Use the topics and taxonomy terms
        • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
      3. Check or follow your (study) organizations:
        • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
        • this option is only available trough partner organizations
      4. Check or follow authors or other WorldSupporters
        • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
      5. Use the Search tools
        • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
        • The search tool is also available at the bottom of most pages

      Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

      Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

      Field of study

      Check related topics:
      Activities abroad, studies and working fields
      Institutions and organizations
      Access level of this page
      • Public
      • WorldSupporters only
      • JoHo members
      • Private
      Statistics
      3070