Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets voorjaar 2016


 

Vragen

Vraag 1

Windmolen heeft drie nieuwe banden nodig voor zijn racefiets. Op 1 december biedt Bandenservice per e-mail aan Windmolen drie van zulke banden aan voor een prijs van € 400. Op 2 december doet Windmolen een brief aan Bandenservice op de post, waarin hij het aanbod van de drie banden accepteert. Nog diezelfde dag krijgt Windmolen de banden van zijn sponsor cadeau. Hij is niet meer geïnteresseerd in de banden van Bandenservice. Windmolen wil voorkomen dat er een overeenkomst tot stand komt met Bandenservice. Windmolen kan op 2 december zijn verklaring tot aanvaarding van de koop van de banden:

  1. Intrekken.
  2. Herroepen.
  3. Zowel intrekken als herroepen.
  4. Noch intrekken noch herroepen.

Vraag 2

Kees is onder curatele gesteld wegens zijn gewoonte van alcoholmisbruik. Op een avond is hij samen met zijn vriend Jan op stap. Ze bezoeken kroeg na kroeg en worden dronken. In de laatste kroeg ontmoeten zij Dave, die wereldreizen organiseert. Zichtbaar zwaar onder invloed van de alcohol boeken de twee vrienden een wereldreis bij Dave waarbij zij zich ieder verplichten tot het betalen van de reissom van € 15.000. De volgende dag realiseren ze zich dat zij niet € 15.000 kunnen betalen en dat zij bovendien geen behoefte hebben aan een wereldreis. Kees, Jan en de curator van Jan willen van de overeenkomsten af.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Beide overeenkomsten zijn vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid.

  2. Beide overeenkomsten kunnen ontbonden worden wegens misbruik van omstandigheden door Dave.

  3. De overeenkomst tussen Jan en Dave is vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid; de overeenkomst tussen Kees en Dave is geldig omdat de dronkenschap voor rekening van Kees blijft.

  4. De overeenkomst tussen Jan en Dave is vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid; de overeenkomst tussen Kees en Dave is vernietigbaar door Kees, nu Dave zich jegens Kees niet met succes kan beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen vanwege zijn zichtbare tijdelijke geestesstoornis.

Vraag 3

De veertienjarige Tim is lid van de plaatselijke voetbalclub Foot. Op 1 juni verzendt Tim een e-mail aan de secretaris-penningmeester van Foot met de mededeling dat hij zijn lidmaatschap opzegt met ingang van 1 september. Een en ander geschiedt volgens de regels die Foot voor opzegging hanteert.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. De opzegging door Tim is vernietigbaar, waardoor zijn contributieverplichting vervalt.

  2. De opzegging door Tony is vernietigbaar, maar zijn contributieverplichting blijft in stand zolang de opzegging niet vernietigd is.

  3. De opzegging door Tim is nietig, waardoor zijn contributieverplichting komt te vervallen.

  4. De opzegging door Tim is nietig, waardoor zijn contributieverplichting in stand blijft.

Vraag 4

Robin koopt graag online kleding. Na enkele maanden driftig ‘shoppen’ heeft ze een schuld van opgebouwd van bij Kleding BV € 2.500. Als zij tot voldoening van de schulden telefonisch wordt aangesproken door Kleding BV, zegt ze dat ze de schuld niet kan betalen. Kleding BV stelt daarop voor een betalingsregeling te treffen, waarbij Robin het geldbedrag in termijnen mag terugbetalen. Hierover moet ze dan wel rente betalen ter hoogte van het in de branche van kledingwebwinkels gebruikelijke. Robin wil deze rente niet betalen en weigert daarom de regeling te accepteren. Kleding BV laat hierop weten dat hij zich dan genoodzaakt ziet gerechtelijke stappen te ondernemen. Door dit dreigement besluit Robin toch de betalingsregeling te aanvaarden.

Kan Robin deze betalingsregeling vernietigen op grond van bedreiging?

  1. Nee, want geen redelijk oordelend mens zou worden beïnvloed door het dreigement van Kleding BV.

  2. Nee, want Kleding BV dreigt met een rechtmatig middel en probeert Robin niet te dwingen een prestatie te leveren waarop Kleding BV geen recht op heeft.

  3. Ja, want Kleding BV dreigt met een onrechtmatig middel.

  4. Ja, want Kleding BV dreigt weliswaar met een rechtmatig middel, maar probeert wel Robin te dwingen een prestatie te leveren waarop Kleding BV geen recht heeft.

Vraag 5

Hans heeft van Olaf € 5.000 geleend. Hans wil het geld teruggeven. Olaf staat inmiddels onder curatele vanwege een drugsverslaving, waarvan Hans niet op de hoogte is. Hans betaalt het geld aan Olaf terug en Olaf gaat met de € 5.000 meteen naar een casino en verliest alles.

Heeft Hans bevrijdend betaald?

  1. Ja, want Olaf is de ware schuldeiser en Hans kan aan hem bevrijdend betalen.
  2. Ja, want Hans heeft op redelijke grond aangenomen dat Olaf bevoegd was om de betaling in ontvangst te nemen.
  3. Nee, want Olaf is als schuldeiser niet bevoegd om het geld in ontvangst te nemen.
  4. Nee, want Olaf is handelingsonbekwaam en het geld strekt hem niet tot een werkelijk voordeel.

Vraag 6

Op 1 oktober 2014 koopt Geert bij fietsenmaker Hoorweg een nieuwe elektrische fiets. Zij spreken af dat Geert de fiets kan komen ophalen zodra hij heeft betaald. Op 10 oktober betaalt Geert door middel van een elektronische overmaking. Ook op deze dag breekt er een brand uit in de winkel van Hoorweg en gaan alle elektrische fietsen in vlammen op. Op 11 oktober hoort Geert van de brand en vordert van Hoorweg dat hij terstond een elektrische fiets levert.

Slaagt deze vordering tot nakoming?

  1. Nee, want het is tijdelijk onmogelijk voor Hoorweg om de fiets te leveren.
  2. Nee, want de vordering van Geert is nog niet opeisbaar.
  3. Nee, want Geert moet Hoorweg eerst in verzuim stellen.
  4. Ja, want Geert kan nakoming vorderen en eisen dat de fiets terstond wordt geleverd.

Vraag 7

Frans is een postzegelverzamelaar en heeft zijn vijftienjarige dochter Mona ook voor deze hobby weten te interesseren. Ze werken samen aan een uitgebreide collectie, waarin nog slechts een paar unieke zegels ontbreken. Frans geeft op 1 februari 2015 de bevoegdheid aan Mona om in zijn naam de ontbrekende postzegels aan te schaffen. Mona mag maximaal € 200 per postzegel uitgeven. Op 1 maart 2015 bezoekt Mona een beurs, waar zij bij Unique een zeer schaarse en unieke postzegel te koop ziet liggen voor € 300. Mona twijfelt geen moment en schaft de postzegel in naam van haar vader aan. Wanneer Mona diezelfde avond de aangekochte postzegel aan haar vader laat zien, is hij dolgelukkig met de aankoop. Hij belt meteen met Unique en vertelt hem dat hij akkoord is met de aanschaf van zijn dochter.

Is er een geldige koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Frans en Unique?

  1. Nee, want Mona is handelingsonbekwaam.
  2. Nee, want Mona is buiten de bevoegdheid van haar volmacht getreden.
  3. Ja, want Unique heeft de koopovereenkomst bekrachtigd.
  4. Ja, want Unique mocht er op vertrouwen dat Mona bevoegd was om in naam van Unique de koopovereenkomst te sluiten.

Vraag 8

Waaraan moet een waarschuwingsbord voldoen, wil het volgens het Jetblast-arrest van de Hoge Raad (HR 28 mei 2004, ECLI:NL:2004:AO4224, NJ 2005/105, m.nt. C.J.H. Brunner) beschouwd kunnen worden als een afdoende maatregel met het oog op de bescherming tegen een bepaald gevaar?

  1. Als de waarschuwing zo is dat het gevaar zich nooit meer kan verwezenlijken.
  2. Als het publiek door de waarschuwing op de hoogte van het gevaar kan zijn.
  3. Als de waarschuwing naar verwachting zal leiden tot gedrag waardoor het gevaar vermeden wordt.
  4. Als de waarschuwing gegarandeerd zal leiden tot gedrag waardoor het gevaar vermeden wordt.

Vraag 9

Een debiteur kan zich met succes op overmacht beroepen bij een:

  1. zuivere resultaatsverbintenis.
  2. zuivere inspanningsverbintenis.
  3. schuldenaarsverzuim (art. 6:84 BW).
  4. vordering tot ontbinding (art. 6:265 BW).

Vraag 10

Van een verbintenis uit de wet wordt gesproken bij:

  1. volmacht.
  2. zaakwaarneming.
  3. natrekking.
  4. curatele.

Vraag 11

Na een straatoverval waarvoor Dirk aansprakelijk is als dader, durft slachtoffer Anne door een excessieve angst voor nóg een overval de straat niet meer op. Anne lijdt aan een overvalneurose. Als gevolg van het een en ander kan Anne haar werk als freelance fotograaf niet meer uitoefenen. Naast gemaakte medische kosten vordert Anne van Dirk ook de kosten die gepaard gaan met het gemis aan inkomen. Dirk meent dat deze laatste kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Dirk heeft gelijk, aangezien de schade mede een gevolg is van een persoonlijke predispositie en daardoor voor Anne’s rekening moet blijven.
  2. Dirk heeft gelijk, aangezien hij slechts aansprakelijk is voor de ‘typische gevolgen’ van de onrechtmatige daad en de overvalneurose niet kan worden aangemerkt als een ‘typisch gevolg’.
  3. Anne heeft gelijk, aangezien de gevolgen van haar persoonlijke predispositie als een gevolg van de onrechtmatige daad aan Dirk moeten worden toegerekend, ook al zijn die door de neurose ernstiger en langer van duur dan in de normale lijn der verwachtingen ligt.
  4. Anne heeft gelijk, aangezien de gevolgen van haar persoonlijke predispositie als een gevolg van de onrechtmatige daad aan Dirksen moeten worden toegerekend, behalve als die door de neurose ernstiger en langer van duur zijn dan in de normale lijn der verwachtingen ligt.

Vraag 12

Als met succes een beroep op ongerechtvaardigde verrijking is gedaan, ontstaat er een verbintenis tot:

  1. waardevergoeding.
  2. schadevergoeding.
  3. ongedaanmaking.
  4. herstel.

Vraag 13

Simon koopt via internet een houten klok en betaalt de koopprijs ook online. Wanneer de klok echter niet meer geleverd kan worden en levering óók na een ingebrekestelling uitblijft, ontbindt Simon bevoegdelijk de overeenkomst. Simon kan de betaalde koopprijs met succes terugvorderen, namelijk op grond van:

  1. art. 6:162 BW.
  2. art. 6:203 BW.
  3. art. 6:265 BW.
  4. art. 6:271 BW.

Vraag 14

Met Oud & Nieuw verliest Koen zijn hand door vuurwerk. Vast staat dat Vincent voor deze schade aansprakelijk is. Eén van de schadeposten is dat Koen zijn beroep als huisschilder nooit meer zal kunnen uitoefenen. Hierdoor moet hij zijn eenmanszaak opgeven en wil hij zijn schade vergoed zien.

De derving van inkomsten komt voor vergoeding in aanmerking op grond van:

  1. art. 6:96 lid 1 BW.
  2. art. 6:106 lid 1 sub b BW.
  3. art. 6:107 lid 1 BW.
  4. art. 6:107a lid 1 BW.

Vraag 15

Berend heeft ernstig letsel opgelopen doordat hij overvaren is door een waterscooter, terwijl hij aan het duiken was. Bestuurder van de waterscooter was de 15-jarige Arend.. De rechter oordeelt dat Arend onrechtmatig gehandeld heeft door zijn snelheid niet te minderen toen hij de kust naderde. De rechter acht de ouders van Arend hiervoor aansprakelijk op grond van artikel 6:169 lid 2 BW. De aansprakelijkheid wordt wel verminderd tot vijftig procent, omdat Berend geen duikvlag of -boei of ander herkenningsteken gebruikt had, terwijl de ongevalslocatie geen specifiek zwem- en snorkelgebied was en er ter plaatse een vaarverkeer voorkwam.

Waarom heeft de rechter de aansprakelijkheid verminderd?

  1. Omdat de ouders van Arend niet kan worden verweten dat zij zijn gedragingen niet hebben belet (art. 6:169 lid 2 BW).
  2. Omdat de schade over Berend en de ouders van Arend moet worden verdeeld in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen (art. 6:101 BW).
  3. Omdat de billijkheid deze verdeling eist, vanwege de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval (art. 6:101 BW).
  4. Omdat de schade slechts gedeeltelijk in verband staat met de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid van Arend berust (art. 6:98 BW).

Vraag 16

Terwijl Cristine bij de groenteboer in de rij staat, wordt haar hond buiten gestolen door Morad. Morad vlucht het nabijgelegen bos in. Daar bijt de hond een hardloper in zijn kuit. De hardloper heeft diverse tetanusinjecties nodig om infecties te voorkomen.

Wie is aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade?

  1. Morad, namelijk als houder van de hond.
  2. Morad, namelijk als bezitter van de hond.
  3. Cristine, namelijk als bezitter van de hond.
  4. Cristine, namelijk als eigenaar van de hond.

Vraag 17

Frits leent zijn boek uit aan Kees en Kees leent het boek op zijn beurt uit aan Dirk en verkoopt en levert op 15 september deze vervolgens brevi manu aan hem. Dirk weet niet dat Kees het boek heeft geleend van Frits. Wat is de goederenrechtelijke positie van Frits, Kees en Dirk ten opzichte van de gitaar op 16 september?

  1. Frits is eigenaar, Kees is middellijk houder en Dirk is onmiddellijk bezitter.
  2. Frits is eigenaar, Kees is middellijk houder en Dirk is onmiddellijk houder.
  3. Frits heeft geen goederenrechtelijke positie meer, Kees is houder en Dirk is bezitter.
  4. Frits en Kees hebben geen goederenrechtelijke positie meer, Dirk is eigenaar.

Vraag 18

Op 2 april verkoopt en levert Tim door middel van een feitelijke overgave zijn zeilboot (geen registergoed) aan Matijs. Op 1 mei verkoopt en levert Matijs de zeilboot door aan Wim. De levering vindt plaats door de afspraak dat Matijs de zeilboot voor Wim zal bewaren, totdat Wim deze komt ophalen. Op 1 juni wordt de overeenkomst tussen Tim en Matijs vernietigd wegens bedrog. Van dit bedrog was Wim niet op de hoogte en behoefde dat ook niet te zijn. De zeilboot bevindt zich nog bij Matijs.

Op 2 juni eist zowel Wim als Tim de zeilboot op. Aan wie komt dan de eigendom van de boot toe?

  1. Matijs, op grond van art. 3:84 BW.
  2. Wim, op grond van art. 3:84 BW.
  3. Wim, met een beroep op art. 3:84 jo 3:86 BW.
  4. Tim, met een beroep op art. 3:90 lid 2 BW.

Vraag 19

River verkoopt en levert door feitelijke overgave op 1 juni een surfplank aan Vink. Betaling van de koopprijs moet geschieden twee weken na levering. Vink verkoopt en levert door feitelijke overgave de surfplank dezelfde dag aan Sasha. Vink heeft de koopprijs echter nog niet aan River betaald. Sasha was daarvan niet op de hoogte en behoefde daarvan ook niet op de hoogte te zijn. River ontbindt op 30 september de koopovereenkomst met Wolters op. Wie is op 1 oktober eigenaar van de surfplank?

  1. River, want Vink is nooit eigenaar geworden omdat hij de koopprijs niet heeft betaald.
  2. River, want door ontbinding is de titel van de overdracht van River aan Vink ongeldig.
  3. Sasha, want hij heeft van een beschikkingsbevoegde verkregen.
  4. Sasha, want hij wordt beschermd omdat hij te goeder trouw is.

Vraag 20

Ron is de eigenaar van een vliegtuig, een registergoed. Op het vliegtuig rust een hypotheekrecht ten gunste van Airfly. Door een haperende propellor heeft Ron zijn vliegtuig in reparatie gegeven aan Vleugel. Vleugel is op de hoogte van het bestaan van het hypotheekrecht van Airfly. Op 1 november is het vliegtuig gerepareerd. Ron blijkt echter niet in staat om de rekening voor de reparatie te voldoen. Hierop weigert Vleugel het vliegtuig af te geven aan Ron. Op 15 november laat Vleugel wegens gebrek aan ruimte in zijn loodsen het vliegtuig van Ron overbrengen naar de loods van Bryan. Omdat Ron ook jegens Airfly zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, besluit Airfly tot executoriale verkoop van het vliegtuig en vordert afgifte van het vliegtuig door Vleugel. Vleugel weigert afgifte van het vliegtuig met een beroep op zijn retentierecht.

Vleugel kan zich:

  1. zowel jegens Ron als jegens Airfly met succes op het retentierecht beroepen.
  2. wel jegens Ron, maar niet jegens Airfly met succes op het retentierecht beroepen.
  3. niet met succes op het retentierecht beroepen, omdat het retentierecht slechts mogelijk is op niet-registerzaken.
  4. niet met succes op het retentierecht beroepen, omdat het vliegtuig uit zijn macht is geraakt op 15 november.

Vraag 21

Sem heeft een eenmansbedrijf en is eigenaar van een winkelpand aan de Beukenlaan 10 te Bergendorp. Hij heeft de volgende schuldeisers:

  • De Perenbank, die sinds 2009 een recht van hypotheek heeft op het winkelpand in verband met een geldlening van € 300.000.

  • De Berenbank, die sinds 2015 een recht van hypotheek heeft op het winkelpand in verband met een geldlening van € 50.000.

  • Een gasbedrijf wegens openstaande rekeningen van € 10.000.

  • Eenmansbedrijf Co BV, vanwege een verbouwing van het winkelpand van € 4.500.

De Perenbank gaat op 3 december 2016 over tot executoriale verkoop van het winkelpand. In welke volgorde moeten de schuldeisers van Sem uit de opbrengst worden voldaan?

  1. De Perenbank, de Berenbank, Co BV, het gasbedrijf.
  2. Het gasbedrijf, de Perenbank, de Berenbank, Co BV.
  3. Co BV, de Perenbank, de Berenbank, het gasbedrijf.
  4. De Perenbank, Co BV, de Berenbank, het gasbedrijf.

Vraag 22

Anton is eigenaar van een woonhuis. Op 20 april verkoopt hij het huis aan Berend, de levering volgt op 30 april. Dagen hierna verkoopt en levert Berend het woonhuis aan Cees. Cees vestigt hiertoe een hypotheekrecht ten behoeve van de bank in verband met een geldlening ter hoogte van de volledige koopprijs. Op 1 december vordert en verkrijgt Anton vernietiging van de koopovereenkomst met Berend wegens misbruik van omstandigheden. Tevens blijkt dat Cees op de hoogte was van de wonderbaarlijke wijze waarop de koopovereenkomst tussen Anton en Berend tot stand is gekomen.

Wie is op 2 december eigenaar van het woonhuis?

  1. Anton.
  2. Berend.
  3. Cees.
  4. De bank.

Vraag 23

Fien is geboren op 1 december 2016. Haar ouders zijn getrouwd. Welk van onderstaande stellingen is juist?

  1. De ouders kunnen niet kiezen welke geslachtsnaam Fien krijgt, ze krijgt van rechtswege de geslachtsnaam van haar vader.
  2. De ouders kunnen niet kiezen welke geslachtsnaam Fien krijgt, ze krijgt van rechtswege de geslachtsnaam van haar moeder.
  3. De ouders kunnen kiezen welke geslachtsnaam Fien krijgt, maar als ze dat nalaten, krijgt Fien de geslachtsnaam van haar moeder. .
  4. De ouders kunnen kiezen welke geslachtsnaam Fien krijgt, maar als ze dat nalaten, krijgt Fien de geslachtsnaam van haar vader.

Vraag 24

Hans en Marieke zijn getrouwd en zijn geen huwelijkse voorwaarden overeengekomen. Nog voordat Hans Marieke kende, heeft hij een dure rugzak aangeschaft. Op een dag geeft Marieke, zonder het Hans te laten weten, de rugzak voor een maand mee aan haar zus Annette. Wanneer Hans dit hoort, is hij furieus. Hij stelt dat Marieke niet bevoegd was de rugzak zonder zijn toestemming mee te geven aan haar zus.

Heeft Hendrik gelijk?

  1. Ja, want de rugzak is een gemeenschapsgoed. Marieke en Hans zijn uitsluitend gezamenlijk bevoegd tot bestuur erover.
  2. Nee, want de rugzak is een gemeenschapsgoed. Marieke is zelfstandig bevoegd tot het bestuur erover.
  3. Ja, want de rugzak is een gemeenschapsgoed, maar Hans is exclusief bevoegd tot het bestuur erover.
  4. Nee, want de rugzak is een privégoed van Hendrik. Hij is dus exclusief bevoegd tot het bestuur erover.

Vraag 25

Jan en Heleen zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Beiden hebben een geldbedrag van € 5.000 aan privévermogen op een bankrekening staan. Heleen koopt via een webshop allerlei boodschappen. Na het bezorgen van de boodschappen vergeet Heleen te betalen.

Op welk(e) vermogen(s) kan de leverancier de vordering verhalen?

  1. Alleen op het privévermogen van Heleen.
  2. Zowel op het privévermogen van Heleen als op het privévermogen van Jan.
  3. Zowel op het privévermogen van Heleen en het privévermogen Jan als op het gemeenschappelijk vermogen.
  4. Zowel op het privévermogen van Heleen als op het gemeenschappelijk vermogen.

Vraag 26

Frits en Hennie zijn getrouwd (onder koude uitsluiting) en hebben één zoon, Peter. Hennie overlijdt in 2011 en heeft geen testament opgemaakt. In haar nalatenschap zitten twee schilderijen, die voor Peter grote emotionele waarde hebben. In 2013 ontmoet Frits Beatrix en wordt smoorverliefd op haar. Op 15 december 2015 besluiten Frits en Beatrix te trouwen (onder koude uitsluiting). Aangezien Beatrix veel jonger is dan Frans, vreest Peter dat de schilderijen van zijn moeder zullen worden toebedeeld aan Beatrix zijn vader eerder overlijdt. Op 20 december 2015 vraagt Peter u welke stappen hij op dat moment kan ondernemen om de schilderijen veilig te stellen. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Peter hoeft zich geen zorgen te maken, omdat de wettelijke verdeling van artikel 4:13 BW niet van toepassing is als zijn vader overlijdt.
  2. Peter kan direct de eigendom van de schilderijen verkrijgen door gebruik te maken van zijn wilsrecht uit artikel 4:19 BW, maar zal een vruchtgebruik ten behoeve van zijn vader moeten vestigen.
  3. Peter kan meteen de eigendom van de schilderijen verkrijgen door gebruik te maken van zijn wilsrecht uit artikel 4:20 BW.
  4. Peter kan niet voorkomen dat, wanneer haar vader eerder overlijdt dan Beatrix, de schilderijen aan Beatrix worden toebedeeld, omdat de wettelijke verdeling van artikel 4:13 BW van toepassing is.

Vraag 27

Op 1 april 2014 overlijdt Peters. Uit het testament blijkt dat hij zijn vrouw Yvonne en hun enige zoon Ben heeft onterfd. Een goed doel is benoemd tot enig erfgenaam.

Welk van onderstaande stellingen is juist?

  1. Het testament is nietig, omdat een ouder zijn kinderen niet kan onterven.
  2. Het testament is geldig, want Yvonne en Ben hebben geen enkele aanspraak op de nalatenschap.
  3. Het testament is geldig, maar alleen Ben kan aanspraak maken op zijn legitieme portie.
  4. Het testament is geldig, maar Yvonne en Ben kunnen aanspraak maken op hun legitieme portie.

Vraag 28

Bij zijn overlijden laat Arend, behalve zijn echtgenote Fleur, de kinderen uit hun huwelijk achter: Erik en Josefine. Arend heeft ook een buitenechtelijk kind, namelijk Mees. Arend heeft Mees nooit erkend als kind. Arend heeft ook geen testament opgemaakt. Wie is/zijn de erfgena(a)m(en) van Arend?

  1. Fleur, Erik, Josefine en Mees.
  2. Fleur, Erik en Josefine.
  3. Erik, Josefine en Mees.
  4. Alleen Fleur.

Vraag 29

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

Zonder verwarringsgevaar is er geen:

  1. merkinbreuk.
  2. handelsnaaminbreuk.
  3. merkinbreuk of handelsnaaminbreuk.
  4. merkinbreuk of modelinbreuk.

Vraag 30

Recht op naamsvermelding bestaat:

  1. alleen in het auteursrecht voor de maker.
  2. alleen in het handelsnaamrecht voor de bedenker van de handelsnaam.
  3. alleen voor de ontwerper van een model in het modellenrecht.
  4. zowel voor de maker in het auteursrecht als voor de ontwerper van een model in het modellenrecht.

Vraag 31

Kan de houder van het deoderant-merk Dove zich verzetten tegen het gebruik van het merk Dave, ook voor deodorant?

  1. Alleen als de houder daadwerkelijke verwarring kan aantonen.
  2. Alleen als de houder verwarringsgevaar kan aantonen.
  3. Ja, ook als de houder kan aantonen dat de merkhouder van Dave in het kielzog probeert te varen van het bekende merk Dove.
  4. Nee, omdat Dove en Dave weliswaar erg hetzelfde klinken, maar erg verschillend worden geschreven.

Vraag 32

Kan Tripadvisor een merk zijn voor een internetdienst die advies geeft over reisbestemmingen?

  1. Ja, omdat deze aanduiding door intensief gebruik een onderscheidend vermogen heeft gekregen.
  2. Nee, omdat deze aanduiding door intensief gebruik een gebruikelijk onderscheidingsteken geworden is.
  3. Ja, omdat deze aanduiding door intensief gebruik een soortnaam is geworden.
  4. Nee, omdat deze aanduiding door intensief gebruik een soortnaam is geworden.

Vraag 33

Peter is eigenaar van een tuinbedrijf. Hij bedenkt de slogan “Peter, meer dan alleen tuinieren”. Wim is slager en komt vervolgens met de slogan “Wim, meer dan alleen vlees”.

Kan Peter bezwaar maken tegen de slogan van Wim?

  1. Nee, want de slogan van Peter is alledaags en triviaal en niet auteursrechtelijk beschermd.
  2. Nee, want slogans kunnen geen merk zijn.
  3. Ja, als bedrijven vlak bij elkaar liggen en er hiermee sprake is van handelsnaamrechtelijke verwarring.
  4. Ja, want Wim probeert in het kielzog te varen van Peter en dat is in het merkenrecht verboden.

Vraag 34

Een aanduiding die helemaal beschrijvend is, kan worden beschermd als:

  1. merk.
  2. handelsnaam.
  3. model.
  4. auteursrechtelijk beschermd werk.

Open vragen

Karen is eigenaar van een woonhuis in Leiden. Zij sluit met Boom BV een overeenkomst tot vervanging van haar badkamer. Hans, die bij Boom BV in dienst is, verricht het sloopwerk van de oude badkamer. Tijdens deze werkzaamheden valt zijn oog op een kostbaar horloge, dat in eigendom toebehoort aan Karen, en hij steelt het horloge. Karen beschikt over cameraopnames waarop de diefstal door Hans te zien is. Hans heeft het horloge inmiddels doorverkocht en geleverd aan een derde. Karen vordert en verkrijgt € 7.500 schadevergoeding van Boom BV ter zake van het horloge.

Vraag 1a

Op welke grondslag is de aansprakelijkheid van Boom BV gebaseerd?

Vraag 1b

Kan Boom BV de door hem aan Karen betaalde schadevergoeding met succes terugvorderen van Hans?

Vraag 2

Karen zit thuis te balen: ze mist haar horloge, het is koud en de nieuwe badkamer is nog niet geïnstalleerd. Dan ziet Karen op internet een advertentie van Hoogvliegen, luidende: “Niet balen, vlieg naar Bali! Alleen vandaag voor snelle beslissers retourtickets beschikbaar, inclusief twee weken verblijf voor de prijs van € 14,99”. Karen wordt blij en boekt gelijk. Enkele minuten later ontvangt ze een bevestiging met vermelding van een prijs van € 1499,-. Bij telefonische navraag deelt Hoogvliegen aan Karen mee dat in de advertentie ten onrechte de prijs van € 14,99 vermeld stond en dat de in de bevestiging genoemde prijs van € 1499,- de juiste prijs is. Karen stelt zich op het standpunt dat er een overeenkomst tot stand gekomen is en dat zij Hoogvliegen aan deze reis voor de prijs van € 10,99 kan houden.

Hoe beoordeelt u het standpunt van Karen?

Vraag 3

Op 22 april verkoopt en levert Kraan BV een waterkraan onder eigendoms- voorbehoud aan Karen. Betaling door Karen blijft vooralsnog uit. De kraan is door aannemer Boom BV op 23 april in de nieuwe badkamer gemonteerd. Deze montage is zo uitgevoerd dat de kraan zo nodig makkelijk losgeschroefd kan worden.

Wie is op 24 april eigenaar van de kraan?

Antwoordindicatie

Meerkeuzevragen

  1. A

  2. D

  3. A

  4. B

  5. D

  6. D

  7. C

  8. C

  9. A

  10. B

  11. C

  12. B

  13. D

  14. A

  15. B

  16. B

  17. D

  18. D

  19. C

  20. A

  21. A

  22. A

  23. D

  24. B

  25. C

  26. B

  27. C

  28. B

  29. B

  30. A

  31. C

  32. A

  33. A

  34. B

Open vragen

Vraag 1a

De grondslag van deze vordering is de (risico)aansprakelijkheid voor ondergeschikten uit art. 6:170 lid 1 (jo 6:162) BW. Boom BV is, in zijn hoedanigheid van werkgever, (kwalitatief) aansprakelijk voor het onrechtmatige gedrag van zijn werknemer Hans.

Vraag 1b

Zowel Hans (art. 6:162 BW) als Boom (art. 6:170 lid 1 BW) is aansprakelijk voor de door Karen geleden schade. Nu Boom BV de volledige schade heeft vergoed, is Hans jegens Karen bevrijd van betaling van de schadevergoeding. De vraag is of in de interne verhouding tussen de aansprakelijke partijen de werkgever de betaalde schadevergoeding kan terugvorderen van zijn ondergeschikte. Art. 6:170 lid 3 BW bepaalt dat de ondergeschikte in de onderlinge verhouding met zijn werkgever niet aan de schadevergoeding hoeft bij te dragen, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid.

Omdat Hans het horloge met opzet heeft gestolen en zo de schade heeft veroorzaakt, kan Boom BV de betaalde schadevergoeding van hem terugvorderen.

Vraag 2

Voor de totstandkoming van een overeenkomst is op grond van art. 6:217 lid 1 BW een aanbod en een aanvaarding daarvan noodzakelijk. Aan de hand van de wilsvertrouwensleer van art. 3:33 en 3:35 BW moet het aanbod van Hoogvliegen worden beoordeeld. Op grond van de primaire grondslag van art. 3:33 BW komt geen rechtsgeldig aanbod tot stand, omdat de wil en verklaring van Hoogvliegen niet overeenkomen. Hoogvliegen wil de tickets namelijk aanbieden voor € 1099,- (wil), maar noemt op haar website een prijs van € 10,99 (verklaring). Het beroep van Karen ziet vervolgens op de alternatieve grondslag van art. 3:35 BW: het gerechtvaardigde vertrouwen.

Het standpunt van Karen is dat zij er gerechtvaardigd op mag vertrouwen dat de verklaring van Hoogvliegen (het aanbieden van een reis naar Bali voor € 10,99) ook de wil van Hoogvliegen is, hoewel Hoogvliegen in werkelijkheid een prijs van € 1099,- wil. Karen’s beroep slaagt niet. Een prijs van € 10,99 is een ongeloofwaardige lage prijs voor een vliegreis naar Bali. Karen mag er dus niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat dit aanbod ook de wil van Hoogvliegen is. Er is dus geen rechtsgeldig aanbod door Hoogvliegen gedaan en, nu een aanbod ontbreekt, is daarmee ook geen overeenkomst tussen Hoogvliegen en Karen tot stand gekomen.

Vraag 3

Karen is eigenaar geworden van de kraan. Op grond van art. 5:3 BW is de eigenaar van een (hoofd)zaak eigenaar van al haar bestandsdelen, ook wel natrekking. Art. 3:4 lid 1 BW bepaalt dat al hetgeen volgens de verkeersopvatting onderdeel uitmaakt van een zaak, bestandsdeel is van die zaak. Om de verkeersopvatting te bepalen, moet getoetst worden of de (hoofd)zaak als incompleet beschouwd wordt zonder het betreffende bestandsdeel. Dit volgt uit het arrest Dépex/Curatoren Bergel. Een badkamer zal in de regel als incompleet worden gezien zonder kraan. De kraan is om die reden bestanddeel van de badkamer. Nu Karen eigenaar is van de keuken, is zij dus ook eigenaar van de kraan. De kraan wordt nagetrokken door de keuken en het eigendomsvoorbehoud van Kraan BV wordt zodoende ‘gebroken’.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Inleiding Burgerlijk Recht - Recht - UL - B1 - TentamenTests

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2018-2019

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2018-2019


Vragen

Casus

Op 25 september is de twintigjarige Maanen op een step van Sekrec onderweg naar een afspraak.Op het drukke Leidse Plein in Amsterdam wordt Maanen overvallen door een plotselinge duizeling, waardoor hij de macht over de step verliest en in botsing komt met studente Pietersen. Vaststaat dat Pietersen ten tijde van de botsing de straat overstak zonder goed op te letten, omdat zij een WhatsApp-bericht op haar mobiele telefoon aan het typen was. Hierdoor kon zij Maanen niet ontwijken, is zij door de botsing ten val gekomen en heeft zij haar pols gebroken. Pietersen moest hiervoor naar het ziekenhuis en heeft een doktersrekening van € 5.000 ontvangen. Pietersen stelt Maanen aansprakelijk voor de door haar geleden schade op grond van onrechtmatig handelen. Maanen verzet zich hiertegen en brengt twee verweren naar voren:

  • Ten eerste stelt Maanen dat zijn daad hem niet kan worden toegerekend vanwege de plotselinge duizeling.
  • Ten tweede stelt Maanen dat, in het geval hij toch aansprakelijk is, hij niet gehouden is om de gehele door Pietersen geleden schade te vergoeden.

Vraag 1

Zal het eerste verweer slagen?

Vraag 2

Aan de hand van welk artikel en welke maatstaven moet worden beoordeeld of het tweede verweer zal slagen?

Casus

Op 1 september bestelt Sekrec voor zijn bedrijf 25 elektrische steppen bij leverancier Tuki. De steppen zijn van het merk Force&Durance en deze steppen zijn alom verkrijgbaar. Sekrec en Tuki maken de volgende afspraken: Tuk zal de steppen op 1 december leveren. Sekrec zal voor de 25 steppen een koopprijs betalen van in totaal € 30.000. De helft van deze koopprijs zal Sekrec reeds betalen op 2 september. Op 29 november vindt een explosie plaats in een pand dat gelegen is naast het pand van Tuki. Als gevolg van deze explosie raakt de hele bedrijfsvoorraad van Tuki, waaronder de 25 voor Sekrec bestemde elektrische steppen, onherstelbaar beschadigd. Op 1 december blijft levering door Tuki van de elektrische steppen aan Sekrec dan ook uit. Sekrec wil op 3 december de koopovereenkomst ontbinden.

Vraag 3

Kan Sekrec op 3 december de koopovereenkomst rechtsgeldig ontbinden? Voor het vervolg van de vraag mag u ervan uitgaan dat de koopovereenkomst rechtsgeldig door Sekrec is ontbonden.

Vraag 4

Bestaat er na ontbinding nog een rechtsgrond voor het door Sekrec betaalde voorschot?

Vraag 5

Op grond waarvan kan Sekrec het door hem betaalde voorschot van Tuki terugvorderen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Maanen stelt dat zijn daad hem niet kan worden toegerekend omdat hij plotseling duizelig werd tijdens het steppen. De vraag is of de plotselinge duizeling van Maanen inderdaad meebrengt dat de botsing niet aan hem is toe te rekenen. Er moet worden gekeken naar artikel 6:162 BW. Lid 1 van dit artikel vereist

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2018

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2018

Image


 

Vragen

Vraag 1

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Bij niet-nakoming van een verbintenis waarbij de gehele prestatie achterwege blijft, is sprake van een toerekenbare tekortkoming.
  2. Een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis waardoor de schuldeiser schade lijdt, verplicht de schuldenaar tot schadevergoeding.
  3. Een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar tot ontbinding van de overeenkomst.
  4. Bij een niet toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis uit overeenkomst is de schuldeiser niet bevoegd de overeenkomst te ontbinden.

Vraag 2

Stevens speelt saxofoon in een professionele band. Zij oefent elke dag in de kelder van haar huis. Elke maandagavond oefent zij met de leden van de band, ook bij haar thuis. Zij spreekt af met buurman Van Velzen dat hij het lawaai gedoogt; als tegenprestatie geeft Stevens aan Van Velzen jaarlijks twintig vrijkaartjes voor de concerten van haar en haar band. Van Velzen verkoopt en levert zijn huis aan Arendonk. Wat geldt na de levering van het huis aan Arendonk?

  1. Arendonk moet het lawaai gedogen en Stevens moet hem twintig vrijkaartjes geven.
  2. Arendonk moet het lawaai gedogen en Stevens moet Van Velzen twintig vrijkaartjes geven.
  3. Arendonk behoeft het lawaai niet te gedogen, maar Stevens moet Van Velzen twintig vrijkaartjes geven.
  4. Arendonk behoeft het lawaai niet te gedogen en Stevens behoeft hem geen vrijkaartjes te geven.

Vraag 3

Meyer, een Leidse kunstliefhebber, heeft al jaren een diep gekoesterde wens: het laten maken van een groot aquarel van het Leidse kantongerecht aan de Witte Singel. Daartoe heeft hij Kievit , die veel connecties heeft in de schilderswereld, de bevoegdheid gegeven om in naam en voor rekening van Meyer een dergelijk schilderij te laten maken voor een maximumbedrag van € 500. Kievit wendt zich daartoe tot de gerenommeerde schilder Dubois, die de opdracht wel ziet zitten maar geen genoegen neemt met een prijs onder € 700. Na verwoede onderhandelingen waarin Kievit ten onrechte aangeeft enige speelruimte van Meyer te hebben gekregen, stemt Kievit in met een prijs van € 700. Na drie weken is het schilderij gereed en ontvangt Meyer een verzoek het schilderij te komen ophalen met daarbij de rekening van € 700. Meyer is echter helemaal niet blij met deze hogere prijs en weigert te betalen. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Kievit is gehouden tot vergoeding van de door Dubois geleden schade, omdat hij buiten de grenzen van zijn volmacht is getreden.
  2. Kievit is gehouden de rekening te betalen, omdat hij buiten de grenzen van zijn volmacht is getreden.
  3. Meyer is gehouden de rekening te betalen, omdat sprake is van geldige vertegenwoordiging door Kievit.
  4. Meyer is gehouden de rekening te betalen, omdat Dubois gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de aanwezigheid van een toereikende volmacht.
.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2017-2018

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2017-2018

Image


Vragen

Casus

Nadat hij een optreden van uTube in de Arena heeft bijgewoond, bestelt Luuk de Jong, voetballer bij PSV, bij Taxicentrale AnaarBeter een taxi om hem van de concerthal naar Schiphol te laten vervoeren. Na enig onderhandelen spreken partijen een vaste vervoersprijs af. Even later rijdt Jaap van Oirschot, in dienst van de Taxicentrale, voor om De Jong op te halen. Nadat De Jong is ingestapt, rijdt Van Oirschot met 160 km/u naar Schiphol. Onderweg raakt hij de macht over het stuur kwijt en rijdt met hoge snelheid tegen een lantaarnpaal. Van Oirschot komt met de schrik vrij, maar De Jong loopt een gebroken sleutelbeen en een zware hersenschudding op. Hij moet enkele weken in een ziekenhuis in Amsterdam verblijven en kan enkele maanden niet voetballen.

Vraag 1

Is Van Oirschot aansprakelijk voor de door De Jong geleden schade? Geef bij uw antwoord de grondslag aan.

Vraag 2

Is Taxicentrale AnaarBeter aansprakelijk voor de door De Jong geleden schade? Welke twee grondslagen komen in aanmerking?

Vraag 3

Stel dat Van Oirschot te hard heeft gereden doordat De Jong daar ernstig op heeft aangedrongen, omdat hij aan de late kant was om de laatste vlucht naar Manchester te halen.

Is het aandringen van De Jong relevant voor de omvang van de schadevergoeding waarop hij recht heeft? U kunt volstaan met een kort antwoord.

Vraag 4

In alle taxi’s van de Taxicentrale hangt duidelijk zichtbaar een plaatje met de volgende tekst:

“Taxicentrale AnaarBeter is nimmer aansprakelijk voor eventuele schade die door haar personeel is veroorzaakt.”

Ga er bij de beantwoording van vraag 4) vanuit dat De Jong geenszins gehaast was om zijn vliegtuig te halen en ook niet heeft aangedrongen op het te hard rijden door Van Oirschot, maar dat Van Oirschot te hard heeft gereden omdat hij een racewedstrijdje hield met een concurrerende Uber-taxichauffeur.

Stel dat zowel Van Oirschot als de Taxicentrale aansprakelijk is voor de door De Jong geleden schade. Aangesproken door De Jong beroept de Taxicentrale zich met succes op de geldigheid van de exoneratieclausule (die geen algemene voorwaarde is in de zin van art. 6:231 BW). De Jong verweert zich daartegen door zich erop te beroepen dat het uitsluitingsbeding onder de gegeven omstandigheden buiten toepassing moet blijven.

Aan de hand waarvan zal de rechter het verweer van De Jong beoordelen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

  • Jaap van Oirschot is aansprakelijk op grond van een onrechtmatige daad, art. 6:162 jo. 6:163 BW. Met het veroorzaken van het ongeluk door het overschrijden van de maximumsnelheid, waarmee hij een veiligheidsnorm heeft overschreden, handelt hij jegens De Jong onrechtmatig in de zin van ‘strijd met een wettelijke plicht’ (art. 6:162 lid 1 jo lid 2 BW). De onrechtmatige daad is aan Van Oirschot toe te rekenen op
.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets winter 2016

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets winter 2016

Image


 

Vragen

Vraag 1

Gerard staat onder curatele vanwege overmatig gebruik van drugs. Hij koopt in de winkel een laptop voor de prijs van € 899. De curator vernietigt de koopovereenkomst via een buitengerechtelijke verklaring.

Hoe moet deze buitengerechtelijke verklaring gekwalificeerd worden?

  1. Als een meerzijdige rechtshandeling.

  2. Als een eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling.

  3. Als een eenzijdige gerichte rechtshandeling.

  4. Als een feitelijke handeling.

Vraag 2

Simone is zestien jaar. Zonder toestemming van haar ouders bezoekt zij het verjaardagsfeestje van een vriend. Daar stoot zij per ongeluk een antieke vaas om van de heer des huizes, Bart. Bart spreekt Simone aan tot vergoeding van deze schade. Volgens de moeder van Simone hoeft zij de schade van Bart niet te vergoeden, omdat Simone minderjarig is.

Heeft de moeder van Simone gelijk?

  1. Ja, een minderjarige is bekwaam in eigen naam rechtshandelingen te verrichten, maar alleen met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger en Simone mocht niet op het verjaardagsfeestje zijn.

  2. Ja, want de moeder van Simone kan de rechtshandeling van Simone vernietigen.

  3. Nee, want het is voor zestienjarigen niet ongebruikelijk om zelfstandig een verjaardagsfeestje te bezoeken.

  4. Nee, want Simone is hier aansprakelijk uit onrechtmatige daad.

Vraag 3

Kanten laat zijn auto repareren bij garage Banden. In de overeenkomst met Banden staat onder meer: ‘Garage Banden is nooit aansprakelijk voor eventuele schade, toegebracht door het personeel tijdens reparaties of onderhoud’. Tijdens de reparatie ontstaat door onoplettendheid van een werknemer van Banden brand in de motor van de auto. De schade loopt in de duizenden euro’s. Kanten spreekt Banden aan tot schadevergoeding. Banden wijst op het beding in de overeenkomst dat hij nooit aansprakelijk is. Kanten meent dat Banden zich in dit geval niet op dit beding kan beroepen. Vast staat dat het beding geen algemene voorwaarde is in de zin van artikel 6:231 e.v. BW.

Op grond waarvan moet vastgesteld worden of Kanten gelijk heeft?

  1. Artikel 6:228 BW en het arrest Haviltex.

  2. Artikel 6:228 BW en het arrest Van Geest/Nederlof.

  3. Artikel 6:248 lid 2 BW en het arrest Misverstand.

  4. Artikel 6:248 lid 2 BW en het arrest Saladin/HBU.

Vraag 4

Casper is eigenaar van een strandtent. Hij wil de strandtent verkopen en onderhandelt daarover met Willem. Op 20 oktober doet Casper aan Willem een ‘laatste aanbod’. Willem kan de tent kopen voor € 230.000, mits hij binnen twee dagen per sms aan Casper akkoord geeft. Op 21 oktober smst Willem dat hij akkoord is. De sms van Willem wordt echter pas op 23 oktober bij Casper afgeleverd, omdat de accu van zijn telefoon kapot is. De telefoon van Casper is daardoor tot 23 oktober uitgeschakeld en heeft geen

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets voorjaar 2016

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets voorjaar 2016

Image


 

Vragen

Vraag 1

Windmolen heeft drie nieuwe banden nodig voor zijn racefiets. Op 1 december biedt Bandenservice per e-mail aan Windmolen drie van zulke banden aan voor een prijs van € 400. Op 2 december doet Windmolen een brief aan Bandenservice op de post, waarin hij het aanbod van de drie banden accepteert. Nog diezelfde dag krijgt Windmolen de banden van zijn sponsor cadeau. Hij is niet meer geïnteresseerd in de banden van Bandenservice. Windmolen wil voorkomen dat er een overeenkomst tot stand komt met Bandenservice. Windmolen kan op 2 december zijn verklaring tot aanvaarding van de koop van de banden:

  1. Intrekken.
  2. Herroepen.
  3. Zowel intrekken als herroepen.
  4. Noch intrekken noch herroepen.

Vraag 2

Kees is onder curatele gesteld wegens zijn gewoonte van alcoholmisbruik. Op een avond is hij samen met zijn vriend Jan op stap. Ze bezoeken kroeg na kroeg en worden dronken. In de laatste kroeg ontmoeten zij Dave, die wereldreizen organiseert. Zichtbaar zwaar onder invloed van de alcohol boeken de twee vrienden een wereldreis bij Dave waarbij zij zich ieder verplichten tot het betalen van de reissom van € 15.000. De volgende dag realiseren ze zich dat zij niet € 15.000 kunnen betalen en dat zij bovendien geen behoefte hebben aan een wereldreis. Kees, Jan en de curator van Jan willen van de overeenkomsten af.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Beide overeenkomsten zijn vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid.

  2. Beide overeenkomsten kunnen ontbonden worden wegens misbruik van omstandigheden door Dave.

  3. De overeenkomst tussen Jan en Dave is vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid; de overeenkomst tussen Kees en Dave is geldig omdat de dronkenschap voor rekening van Kees blijft.

  4. De overeenkomst tussen Jan en Dave is vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid; de overeenkomst tussen Kees en Dave is vernietigbaar door Kees, nu Dave zich jegens Kees niet met succes kan beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen vanwege zijn zichtbare tijdelijke geestesstoornis.

Vraag 3

De veertienjarige Tim is lid van de plaatselijke voetbalclub Foot. Op 1 juni verzendt Tim een e-mail aan de secretaris-penningmeester van Foot met de mededeling dat hij zijn lidmaatschap opzegt met ingang van 1 september. Een en ander geschiedt volgens de regels die Foot voor opzegging hanteert.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. De opzegging door Tim is vernietigbaar, waardoor zijn contributieverplichting vervalt.

  2. De opzegging door Tony is vernietigbaar, maar zijn contributieverplichting blijft in stand zolang de opzegging niet vernietigd is.

  3. De opzegging door Tim is nietig, waardoor zijn contributieverplichting komt te vervallen.

  4. De opzegging door Tim is nietig, waardoor zijn contributieverplichting in stand blijft.

Vraag 4

Robin koopt graag online kleding. Na enkele maanden driftig ‘shoppen’ heeft ze een schuld van opgebouwd van bij Kleding BV €

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2015

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2015

Image


Vragen

Artistiek genie Jeroen Den Uyl zoekt een koper van een van zijn houten beelden, een levensgrote Goofy die een grote speer vasthoudt. Hij is zelf niet zo'n zakenman en vraagt een vriend van hem, Paul Latzak, om het beeld namens hem te verkopen voor minstens 48.000 euro. Sandra Bibber, kunstliefhebber in hart en nieren, bezoekt op een dag het atelier van Den Uyl en treft hier Paul en Jeroen aan. In een gesprek met Paul vraagt ze naar diens bevoegdheid. Paul geeft aan dat hij door Jeroen geheel vrij is gelaten om te onderhandelen en het beeld te verkopen. Jeroen staat erbij en zwijgt.

Sandra en Paul treffen enkele dagen later een overeenkomst: Paul verkoopt het beeld voor 37.000 euro. Jeroen weigert het beeld echter voor deze prijs af te staan. Sandra geeft aan dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen voor 35.000 euro.

Vraag 1

Is er tussen Sandra en Jeroen een overeenkomst tot stand gekomen tot verkoop van Goofy voor 35.000?

Vraag 2

Een paar jaar later is de bekende en zeer succesvolle kunsthandelaar Karel Kwast eigenaar geworden van het beeld. Met een lokaal opgezet museum, “Museum In De Oude Gracht”, sluit hij een bruikleenovereenkomst. Op basis van deze overeenkomst mag het museum het beeld de komende 15 jaar tentoonstellen. Op 3 juni wordt het beeld bij het museum afgeleverd en op een kubusvormig blok in de serre van het museum geplaatst.

Wat zijn op 3 juni de goederenrechtelijke posities van respectievelijk Karel Kwast en museum In De Oude Gracht met betrekking tot het beeld van Goofy?

Vraag 3

De serre waarin het beeld staat ligt aan een diepe gracht. Het is een mooie zonnige dag wanneer Jan de Vletter de ruimte binnenloopt en buiten een vierjarig meisje in het water ziet spartelen. Oh nee, ze kan niet zwemmen en er is niemand in de buurt om haar te helpen! Ook Jan kan niet zwemmen. Gezien de tijdsdruk en de situatie is er geen andere mogelijkheid dan de speer van het beeld voor hem af te breken.

Hij rent naar buiten en steekt de speer in het water om de kleine meid te redden. Het kleine meisje grijpt de speer vast en wordt gered. De schade aan het beeld van Goofy is enorm. Karel Kwast stelt dat Jan onrechtmatig tegenover hem heeft gehandeld, maar Jan bestrijdt dit.

Wie heeft gelijk?

Vraag 4

Karel Kwast laat door het Haagse kunstherstelbedrijf GluePoint de speer terug op zijn beeld zetten. Dit kost 5000 euro. Om het beschadigde hout te verstevigen koopt hij vervolgens ook een grote pot Flexidur bij GluePoint waarmee hij het beeld een maand later impregneert.

Een dag na die impregnatiebehandeling ontstaan er grote vlekken op het hout.

Het middel blijkt een bijtend stofje te bevatten dat het hout heeft aangetast......read more

Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2015 (2)

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2015 (2)

Image


Vragen

Astrid is eigenaar van een fiets. Tijdens de maand maart verblijft Astrid in het buitenland. Met het oog op een voorgenomen fietstocht begin juli verleent zij telefonisch een volmacht aan haar fietsvriend Berend om twee reparaties aan haar fiets te laten uitvoeren door fietsenmaker Fris. Het betreft twee nieuwe banden en een nieuw zadel, voor de prijs van maximaal € 550. Berend sluit vervolgens in naam van Astrid voor € 550 een overeenkomst met Fris, in overeenstemming met de afspraak met Astrid. Als Fris de reparaties heeft uitgevoerd en een ritje ter controle fietst, constateert hij dat de versnellingen ook niet goed functioneren. Vervolgens belt Fris naar Berend met de vraag of hij de versnellingen moet vervangen, waarvan de kosten €400 bedragen. Berend antwoordt: “Ok, ik heb het hier niet met Astrid over gehad en ze is niet bereikbaar. Maar het lijkt me dat de fiets geheel in orde moet zijn voor de komende fietstocht, dus namens Astrid, doe dit er maar bij.” Als Astrid haar fiets bij Fris komt ophalen, weigert ze de rekening te betalen voor het vervangen van de versnellingen.

Vraag a

Is Astrid gehouden om de rekening voor de reparatie van de versnellingen te betalen?

Vraag b

Stel dat Astrid niet gehouden is tot betaling van de rekening voor de reparatie van de versnellingen, kan Fris dan op grond van artikel 3:70 BW met succes Berend aanspreken?

Antwoordindicatie

N.B.: Bij de tussentoets is het niet noodzakelijk om de relevante feiten apart op te nemen in uw antwoord. Het is wel de bedoeling dat u de rechtsvraag formuleert, waarna u kwalificeert welke rechtsregels en criteria van belang zijn om deze vraag te kunnen beantwoorden. Vervolgens zoekt u binnen dat kader naar de juiste oplossing. Dit doet u door te toetsen of in dit geval aan de criteria is voldaan, hetgeen leidt tot een conclusie. In dit voorbeeldantwoord is bij elk onderdeel aangegeven welke stap het betreft.

Vraag a

Om te kunnen weten of Astrid gehouden is de rekening voor de reparatie te betalen, moet de volgende rechtsvraag worden beantwoord: is door middel van vertegenwoordiging krachtens volmacht een rechtsgeldige overeenkomst tussen Astrid en Fris gesloten?

Voor de beantwoording zijn de volgende wetsbepalingen van belang, het juridisch kader:

art. 3:60 lid 1 BW (volmacht), art. 3:66 lid 1 BW (uitoefening volmacht), art. 3:61 lid 2 BW (bescherming gerechtvaardigd vertrouwen).

Het gaat in deze casus om een vertegenwoordiging krachtens volmacht: Fris heeft de bevoegdheid gekregen om in naam van Astrid rechtshandelingen te verrichten (art. 3:60 lid 1 BW). Elke rechtshandeling die de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verricht, treft, op grond van artikel 3:66 lid 1 BW, in haar gevolgen de volmachtgever. Om.....read more

Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2014

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2014

Image


 

Vragen

Vraag 1

Astrid (17 jaar) koopt tegen de wil van haar moeder bij Ben een fiets. Vervolgens stuurt Astrid’s moeder Ben een briefje met de mededeling dat zij de door Astrid gesloten overeenkomst vernietigt. Vast komt te staan, dat Astrid voor het sluiten van de overeenkomst tegen Ben heeft gezegd meerderjarig te zijn. Ben beroept zich op het hierdoor bij hem gewekte vertrouwen en vordert nakoming van de overeenkomst.

Op grond van welk artikel wil de moeder van Astrid de overeenkomst vernietigen? Op welk artikel kan Ben zich beroepen en heeft dit beroep kans van slagen?

  1. Astrid’s moeder is de wettelijke vertegenwoordiger van Astrid en kan de overeenkomst vernietigen op grond van 3:32 jo. 1:233-1:234. Ben kan zich beroepen op 3:33 jo. 3:35, Astrid heeft namelijk een verklaring afgelegd die onjuist is waardoor Ben in rechte mocht vertrouwen. 


  2. Astrid’s moeder kan de overeenkomst niet vernietigen op grond van 3:32 omdat Astrid ouder is dan 16 jaar en dus handelingsbekwaam is. 


  3. Astrid’s moeder kan de overeenkomst vernietigen op grond van 3:32 jo 1:233-1:234. Ben kan zich beroepen op 3:35. Dit beroep zal alleen niet slagen omdat dit artikel enkel bescherming biedt indien de wil en verklaring niet met elkaar overeenstemmen. 


  4. Astrid’s moeder kan de overeenkomst vernietigen op grond van 3:32 jo 1:233-1:234. Ben kan echter een geslaagd beroep doen op 3:35, omdat hij redelijkerwijs mocht verwachten dat Astrid handelingsbekwaam was.

Vraag 2

Het echtpaar Adam en Eva bezichtigen een huis in Zuid-Spanje dat wordt aangeboden door Jeff. In de zolder zijn duidelijk vochtplekken te zien. Adam ziet deze plekken maar vraagt niets. Ook Jeff zegt niets hierover. Adam en Eva kopen het kasteel voor €800.000,-. Nadat ze zijn ingetrokken zien ze dat het plafond van de zolder op instorten staat. Het gehele plafond moet hersteld worden. Vast komt te staan dat Jeff wist dat de staat van de zolder zeer slecht was. Adam en Eva willen de koopovereenkomst vernietigen op grond van dwaling. Jeff beroept zich erop dat Adam en Eva hun onderzoeksplicht beter uit hadden moeten voeren.

Kan de koopovereenkomst vernietigd worden? Betrek in uw antwoord van Geest/Nederlof.


  1. Ja, want zij kunnen de koopovereenkomst vernietigen op grond van art. 6:228 lid 1 sub a BW. Ook een onvoorzichtige koper wordt namelijk beschermd als de verkoper onjuiste inlichtingen heeft verschaft. 

  2. Ja, want zij kunnen de koopovereenkomst vernietigen op grond van art. 6:228 lid 1 sub b BW. Ook een onvoorzichtige koper wordt beschermd als de verkoper zijn mededelingsplicht geschonden heeft. 

  3. Nee, want zij kunnen de koopovereenkomst niet vernietigen, omdat op hen een onderzoeksplicht rustte. Op grond van art. 6:228 lid 2 BW blijft de dwaling als gevolg daarvan voor hun eigen rekening. 

  4. .....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013

Image


 

Vragen

Vraag 1

Op 4 februari ontvangt Bjorn een brief van Alex waarin Alex hem een aanbod doet. Op 5 februari doet Bjorn een brief uitgaan waarin hij het aanbod accepteert. Deze brief bereikt Alex op 7 februari.

Welk van de onderstaande alternatieven is er juist?

  1. Op 6 februari kan Alex zijn aanbod niet meer telefonisch herroepen en Bjorn kan zijn acceptatie op 6 februari niet intrekken.
  2. Bjorn kan verhinderen dat een overeenkomst tot stand komt door op 6 februari zijn acceptatie telefonisch in te trekken en Alex kan zijn aanbod op 6 februari niet herroepen.
  3. Zowel Alex als Bjorn kan op 6 februari door telefonische herroeping van het aanbod, respectievelijk intrekking van de acceptatie, het tot stand komen van een overeenkomst verhinderen.
  4. Bjorn kan zijn acceptatie op 6 februari niet intrekken, omdat op 5 februari al een overeenkomst tot stand gekomen is.

Vraag 2

Een schenking is:

  1. zowel een eenzijdige rechtshandeling als een eenzijdige overeenkomst.
  2. een eenzijdige overeenkomst, maar niet een eenzijdige rechtshandeling.
  3. niet een eenzijdige overeenkomst,, maar wel een eenzijdige rechtshandeling..
  4. noch een eenzijdige rechtshandeling, noch een eenzijdige overeenkomst.

Vraag 3

Op 1 april doet Niels zijn afnemer Wieke schriftelijk een offerte voor 90 kilo koffie “eerste kwaliteit” voor € 4 per pond. In de offerte staat vermeld dat bestellingen vóór 1 mei worden geplaatst. In verband met de inmiddels sterk gestegen koffieprijzen wil Niels van zijn offerte af. Hij belt Wieke op 23 april op en verzoekt haar de offerte als niet gedaan te beschouwen. Wieke deelt hierop aan Niels mee dat hij zijn koffie kan houden. Wieke krijgt echter spijt en bestelt bij brief van 29 april 90 kg koffie overeenkomstig de offerte, welke brief door Niels op 30 april ontvangen en op 2 mei gelezen wordt. Welke stelling over het ontstaan van de overeenkomst is er juist?

  1. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen, omdat het aanbod door de herroeping zijdens Niels zijn kracht heeft verloren.
  2. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen, omdat het aanbod zijdens Wieke te laat is aanvaard.
  3. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen, omdat het aanbod zijdens Wieke is verworpen.
  4. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen, omdat op 1 maart door Niels slechts een uitnodiging tot het doen van een aanbod is gedaan, zodat pas na aanvaarding door Niels van de bestelling van Wieke een koopovereenkomst tot stand zou komen, welke aanvaarding zijdens Niels is uitgebleven.

Vraag 4

Astrid is 15 jaar en koopt een fiets bij Handel BV voor € 400. De ouders van Astrid zijn het met deze aankoop niet eens en willen het aankoopbedrag terug. De verkoper beroept zich er ook op dat Astrid er veel ouder uitziet dan 15 jaar en dat hij niet

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013 (2)

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013 (2)

Image


 

Vragen

Vraag 1

Gerritsen is onder curatele gesteld wegens verkwisting en verkoopt zijn nieuwe smartphone voor 50 euro aan Van Wijngaarden. De smartphone is op dat moment zeker 500 euro waard. Van Wijngaarden weet dat Gerritsen de smartphone voor slechts 50 euro aan hem verkoopt, omdat Gerritsen zijn eigen belangen niet goed voor ogen heeft. Welke van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. De curator is bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden op grond van misbruik van omstandigheden.

  2. De curator is bevoegd de koopovereenkomst te vernietigen.

  3. De koopovereenkomst is nietig.

  4. De curator is bevoegd schadevergoeding te vorderen op grond van ongerechtvaardigde verrijking.

Vraag 2

Donkersloot krijgt op 14 mei een e-mail van Teeven waarin hij zijn zeven jaar oude BMW te koop aanbiedt voor 3000 euro. In de e-mail staat dat Donkersloot een week de tijd heeft om het aanbod te aanvaarden. Donkersloot stuurt op 15 mei per gewone post een brief aan Teeven, waarin hij het aanbod aanvaardt. Deze brief wordt door Teeven op 16 mei ontvangen. Inmiddels heeft Teeven van een vriend vernomen dat voor het type BMW dat hij te koop heeft aangeboden wel 3500 euro gevraagd wordt op internet. Teeven stuurt daarom op 15 mei een e-mail aan Donkersloot met de mededeling dat hij zijn aanbod herroept. Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Donkersloot en Teeven?

  1. Er is een overeenkomst tot stand gekomen, want de mededeling houdende herroeping geschiedde te laat.

  2. Er is een overeenkomst tot stand gekomen, want het aanbod was onherroepelijk.

  3. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, want het is in strijd met de redelijkheid en billijkheid om het aanbod te herroepen.

  4. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, want de mededeling houdende herroeping geschiedde tijdig.

Vraag 3

Van Megen leent 4000 euro van Lentema. Hulst betaalt aan Lentema de 4000 euro terug en deelt daarbij mee de schuld van Van Megen te voldoen. Is Van Megen jegens Lentema bevrijd van de verbintenis uit geldlening?

  1. Ja, want in gevallen als de onderhavige kan stilzwijgende bekrachtiging door de schuldenaar worden aangenomen.

  2. Ja, want deze verbintenis kan in beginsel door een ander dan de schuldenaar worden nagekomen.

  3. Nee, een derde kan alleen de schuld van de schuldenaar voldoen als de schuldnenaar daar toestemming voor heeft gegeven.

  4. Nee, alleen de schuldenaar kan de verbintenis nakomen.

Vraag 4

In welk van de onderstaande gevallen ontstaat een verbintenis uit hoofde van onverschuldigde betaling?

  1. Wollema geeft een fikse fooi bij het afrekenen van zijn favoriete pizza.

  2. Wollema besluit de schuld van zijn goede vriend Janssen te betalen.

  3. Wollema geeft het door

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2012

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2012

Image


 

Vragen

Vraag 1

Bart wil er binnenkort even tussenuit. Hij vindt op internet een advertentie van Goedkoop Vliegen luidende: MEGA AANBIEDING!!! Retourvlucht naar Parijs incl. 2 hotelovernachtingen in het centrum ALLEEN VANDAAG voor maar €73,00. Bart, die nog nooit in Parijs is geweest, doet direct een boeking. In de boekingsbevestiging die hij dezelfde dag nog per e-mail ontvangt, staat echter een prijs van €730,00. Bart belt direct met Goedkoop Vliegen, die hem mededeelt dat de prijs van €730 verkeerd in de advertentie stond en dat in de bevestiging de juiste prijs is vermeld. Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Bart en Goedkoop Vliegen, en zo ja, met welke inhoud?

Vraag 2

Op 15 februari verkoopt antiquair Wietske een bijzondere ring aan Zara voor €7000. De ring moet nog worden schoongemaakt en gerepareerd. Dit zal gebeuren door Wietske in haar werkatelier. Afgesproken wordt dat de ring vervolgens op 1 maart zal worden afgeleverd bij Zara en op dat moment door haar zal worden betaald. Op 20 februari verkoopt Zara de ring aan Rafael voor €8000. Door ziekte van Wietske is op 1 maart de ring nog niet gereed en nog niet afgeleverd bij Zara. Op 4 maart wordt ingebroken in het atelier van Wietske, waarbij ook het horloge wordt gestolen. Zara vordert schadevergoeding van Wietske voor de gederfde winst van €1000. Wietske verweert zich met een beroep op overmacht nu haar atelier optimaal beveiligd was en voorzien was. Zal het beroep op overmacht door Wietske slagen?

Vraag 3

Op een avond loopt Lotte langs een haven waar boten te koop staan. Op de haven ziet hij een groot bord met de tekst: Kees & Jan Verkoop en Restauratie van Boten. Kees is eigenaar van de boten en als enige bevoegd om deze te verkopen. Jan is degene die de boten restaureert. Lotte is geïnteresseerd in een boot. Jan is op dat moment als enige aanwezig op de haven en na enige onderhandelingen verkoopt hij in naam van Kees de boot aan Lotte voor €30.000 met de toezegging dat hij de boot helemaal zal restaureren. Kees vindt de koopprijs te laag en stelt dat Jan helemaal niet bevoegd was om de boot te verkopen en meent dan ook dat er geen geldige koopovereenkomst tot stand gekomen is. Lotte meent dat dit wel het geval is, maar wie heeft er gelijk?

Vraag 4

Wanneer de 12-jarige Katie van school naar huis fietst, gaat haar telefoon af. Zij neemt deze op en begint een gesprek. Hierdoor ontgaat het haar dat het stoplicht op het fietspad op rood staat. Met één hand aan het stuur rijdt zij slingerend door het rode licht. Het gevolg is dat de met zeer hoge snelheid in tegenliggende richting rijdende wielrenner Willem frontaal in botsing komt met Katie. Willem lijdt hierdoor

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2010

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2010

Image


 

Vragen

Vraag 1

Dennis is onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis. Hij heeft grote belangstelling voor de 18e eeuwse schilderkunst. Dennis weet dat op de jaarlijkse kunstbeurs in Utrecht een schilderij van een van zijn favoriete 18e eeuwse schilders te koop zal worden aangeboden. Hij is zelf niet in de gelegenheid om naar Utrecht af te reizen en verleent daarom aan Gert een volmacht om namens hem het schilderij te kopen, met een maximumprijs voor €20.000 van kunsthandelaar Kelly. De curator van Dennis is het niet met deze aankoop eens. Kan de curator de koopovereenkomst aantasten?

Vraag 2

Tijdens een eerdere editie van bovengenoemde kunstbeurs werd op 16 arpil 2007 een gouden ring gestolen uit de stand van juwelier Voskamp. De dief Karsten, verkoopt en levert de ring op 3 mei 2011 voor €70.000 aan Job. Job is een kenner van juwelen en is op de hoogte van de diefstal van de ring. Wie is op 4 mei 2011 eigenaar van de ring?

Vraag 3

Arend is een in Amsterdam en omstreken bekende vertolker van het levenslied. Hij zal zingen op een braderie in Almere op 5 juni 2011. Onderweg naar het optreden raakt hij echter betrokken bij een aanrijding. Arend moet voor onderzoek naar het ziekenhuis en kan hierdoor dus niet optreden. Het organisatiecomité van de braderie besluit de overeenkomst met Arend op 6 juni direct te ontbinden door middel van een faxbericht.

a. Heeft het comité de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden? Betrek in het antwoord de wijze van ontbinding.

Stel nu dat de ontbinding slaagt. Het optreden van Arend kostte het comité €4.000. Het comité had dat bedrag volgens afspraak binnen een week na de boeking van het optreden betaald en wil dit bedrag nu terug hebben.

b. Dient Arend de €4.000 terug te betalen?

Vraag 4

Sandra laat op een warme dag haar hond Bob uit in een parkje. Een voor haar onbekende hond loopt met hen mee. Het baasje van deze hond is nergens te bekennen. De hond ziet er verzorgd uit, maar ziet er vermoeid en uitgedroogd uit. Sandra neemt de hond mee en geeft hem thuis wat water, maar hij drinkt amper en knapt niet zichtbaar op.

’s Middags gaat Sandra met de hond naar de dierenarts. Hier vertelt ze hoe ze de hond heeft aangetroffen. Van de dierenarts krijgt ze een medicijn mee, een middel dat moet worden toegediend bij uitdroging. De kosten van medische behandeling en het medicijn (€175) worden door Sandra direct aan de dierenarts voldaan. Eigenaar van de hond blijkt Casper te zijn, die de hond enige dagen later bij Sandra ophaalt. Is Casper verplicht de door Sandra gemaakte kosten (€175) te vergoeden?

Vraag 5

Bij de vrij toegankelijke recreatieplas De Biesbosch staan bordjes met de volgende tekst: KWALITEIT VAN HET ZWEMWATER KAN NIET

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009

Image


 

Vragen

Vraag 1

Tanja, die 16 jaar is maar er uit ziet als een jongvolwassene, koopt een dure motor bij Rijtuigen BV. Als de ouders van Tanja tijdens het avondeten horen dat hij een motor heeft gekocht, zijn zij woedend. Dit hadden zij expliciet verboden. De volgende dag belt de vader van Tanja naar Rijtuigen BV. Tanja's vader stelt voor de motor terug te brengen tegen teruggave van de koopprijs. De verkoper van Rijtuigen BV gaat hiermee niet akkoord. Hij ziet geen enkele reden om de crossmotor terug te nemen. Tanja heeft immers over haar leeftijd gelogen. Zij heeft namelijk gezegd dat ze 24 jaar was. Zal een beroep op vernietiging van de koopovereenkomst slagen?

Vraag 2

Zara heeft voor de feestelijke opening van haar hotel, traiteur Soesjes in de arm genomen. De dag na het feest blijkt echter dat de garnalen in de salade bedorven waren. Alle mensen die de salade hebben gegeten, zijn ziek geworden. Het komt vast te staan dat Soesjes per ongeluk de garnalen gedurende een nacht buiten de koeling heeft laten staan. Zara lijdt schade doordat verschillende reserveringen geannuleerd worden. Zara vordert schadevergoeding van Soesjes wegens wanprestatie. Is hiervoor vereist dat Soesjes in verzuim verkeert?

Vraag 3

Hendrik heeft een grootwinkelbedrijf met diverse vestigingen. Op 12 maart koopt Hendrik voor €400.000,- appels bij fruitimporteur Bertus. De levering dient uiterlijk op 12 mei daaropvolgend plaats te vinden. Het schip dat voor vervoer van deze specifieke vracht was ingezet heeft door motorpech echter vertraging opgelopen. Daardoor wordt op 12 mei niet geleverd aan Hendrik. Op 16 mei biedt Bertus aan Hendrik alsnog de partij appels aan en zegt ook bereid te zijn de eventueel ontstane schade en kosten te vergoeden. Kan Hendrik na het gedane aanbod door Bertus op 16 mei, de koopovereenkomst ontbinden?

Vraag 4

Dirk (19 jaar) verkoopt, met toestemming van zijn ouders, tijdens de vrijmarkt van Koninginnedag 2008 op de stoep voor het ouderlijk huis alle oude spullen van hun zolder. Op het verkoopkleedje staat, tussen stapels oude boeken, meubels en kinderspeelgoed van vroeger, ook een fiets. Dirk heeft deze feits twee maanden eerder gestolen van Jorik en hem zonder medeweten van zijn ouders zolang op zolder verstopt. Dirk verkoopt de fiets voor €250,- aan Willem, die ter plekke betaalt en dolgelukkig op de fiets wegrijdt. Op 25 september 2008 ziet Jorik de hem ontvreemde fiets staan bij de supermarkt. Hij wacht Willem buiten op, legt uit wat er gebeurd is en eist de fiets van hem terug. Jorik toont hem het aankoopbewijs van de fiets. Jorik vordert op 1 oktober 2008 afgifte van de fiets van Willem. Slaagt deze vordering?

Vraag 5

Bouw BV wordt hard getroffen door de economische crisis en gaat op 1 juni 2009 failliet. Bouw BV heeft op dat moment de

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009 (2)

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009 (2)

Image


 

Vragen

Vraag 1

Mevrouw Smoeltjes gaat verhuizen en biedt haar huidige woning te koop aan via een kleine advertentie. De advertentie luidt als volgt: „Te koop aangeboden: mooie landelijk gelegen bungalow, goed onderhouden, vijf kamers, inclusief garage. Vraagprijs: €350.000,- k.k. Tel.nr. op te vragen via de redactie. Bereikbaar na 18.00 uur.“ De heer Voetjes is de eerste die het huis komt bezichtigen. Hij bedankt Smoeltjes na afloop van de bezichtiging en zegt haar zeer geïnteresseerd te zijn. Twee weken later stuurt Voetjes een aangetekende brief naar Smoeljtes met de mededeling dat hij de woning wil kopen voor de vraagprijs zoals vermeld in de advertentie. Na ruim een week niets gehoord te hebben van Smoeltjes, neemt Voetjess telefonisch contact op met Smoeljtes. Zij deelt hem mede dat het huis daags voor zijn telefoontje aan een ander verkocht is. Voetjes stelt zich op het standpunt dat het huis reeds aan hem is verkocht. Is dit standpunt juist?

Vraag 2

Hans koopt bij fokkerij Ronald een renpaard. Afgesproken wordt dat Ronald het paard op 11 april zal afleveren bij Hans. Door drukte komt Ronald aan aflevering van het paard echter niet toe. Het paard staat op 25 april nog altijd bij Ronald als de bliksem in de stallen slaat. Enkele paarden, waaronder het verkochte paard, zijn op slag dood. Hans lijdt hierdoor schade. Het paard kan nu namelijk niet deelnemen aan de belangrijkste race van het seizoen. Hans vordert schadevergoeding van Ronald. Zal een beroep op overmacht door Ronald een kans van slagen hebben?

Vraag 3

Dennis is sinds 1968 eigenaar en exploitant van een hotel in Oman. Op 8 juni 2009 verkoopt hij het in originele staat verkerende hotel aan aannemer en projectontwikkelaar Stan. De koopprijs bedraagt €1.550.000. Stan had bij de bezichtiging van het hotel voorafgaande aan de koop gezien dat in verschillende scheidingswanden asbest is verwerkt. Bij de renovatie van het hotel treft hij in de plafonds nog meer asbest aan. Het verwijderen van het asbest in de plafonds kost €45.000. Stan stelt dat Dennis is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat het hotel meer asbest bevatte dan hij bij de bezichtiging had gezien. De verplichting van Dennis het hotel te leveren zonder asbest vloeit volgens Dennis voort uit artikel 10 van de overeenkomst dat luidt: 'Het is de verkoper niet bekend dat zich in het registergoed asbesthoudende materialen bevinden'.

a. Aan de hand van welke maatstaf moet artikel 10 worden uitgelegd?

b. Noem twee omstandigheden die in deze casus van belang zijn voor de uitleg van de bepaling in artikel 10.

Vraag 4

Jan is eigenaar en uitbater van bar-dancing De Steen, gelegen in Leiden. Burgemeester en wethouders van Leiden verplichten hem te voorzien in een extra brandladder, zodat bezoekers die zich op de etages van de bar-dancing bevinden,

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2008

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2008

Image


 

Vragen

Vraag 1

Bart heeft besloten een nieuwe hobby te beginnen: hij wil gaan filmen. Wanneer hij een advertentieblad van Doorsma bekijkt ziet hij daarin een handycam van het merk Zomer voor de redelijke prijs van €350. Hij belt met Doorsma en vraagt “of de handycam uit de advertentie nog op voorraad is”. Wanneer Doorsma daarop bevestigend antwoordt, laat Bart hem weten dat hij zijn dochter Astrid langs zal sturen, die meer verstand heeft van camera’s, en dat Doorsma de rekening maar naar Bart moet sturen. Vervolgens vraagt hij zijn dochter om de handycam van €350 te gaan halen. Eenmaal in de winkel koopt Astrid echter op naam van zijn vader een duurdere handycam, die eveneens in het advertentieblad staat. De handycam lijkt op de goedkopere, maar heeft veel meer mogelijkheden. Wanneer Bart drie weken later de rekening krijgt, schrikt hij van de prijs: €700. Is Bart gehouden de rekening te betalen?

Vraag 2

Bas ontvangt op 7 april een brief van Aad bevattende een aanbod tot het sluiten van een overeenkomst inhoudende de verkoop van zijn Italiaanse designauto voor €87.500. Op 12 april verzendt Bas een brief aan Aad waarin hij het aanbod van Aad aanvaardt. Deze brief bereikt Aad op 14 april. Op 11 april bedenkt Aad zich en stuurt diezelfde dag nog een brief aan Bas waarin hij zijn aanbod herroept. Deze brief bereikt Bas op 13 april. Is een overeenkomst tot stand gekomen en zo ja, wanneer?

Vraag 3

Kees verkoopt op 2 mei 100 koeien aan Berend. Levering en betaling zullen plaatsvinden bij Berend op 2 juni. Halverwege mei breekt een koeienziekte uit. Op 16 mei verbiedt de overheid als gevolg van de crisis tot nader order het vervoer en de aflevering van koeien. Als gevolg daarvan blijft levering van de koeien aan Berend uit. Kees vordert op 3 juni betaling van de koopprijs. Is Berend gehouden de koopprijs op 3 juni te betalen?

Vraag 4

Esther is 16 jaar. Wanneer zij midden in de nacht van een schoolfeest thuis komt, stormt het hard. Toch zet zij haar fiets aan de rand van de stoep op de fietsstandaard, direct naast de auto van Vincent die in het parkeervak geparkeerd staat. De fiets waait om tengevolge waarvan een deuk in de auto van Vincent ontstaat. De schade bedraagt €3.000. Is Esther aansprakelijk?

Vraag 5

Gerard is het slachtoffer van een ongeluk. Als gevolg hiervan overlijdt hij twee weken later. Vast staat dat Peter het ongeluk veroorzaakt heeft en dat hij jegens Gerard aansprakelijk is op grond van art. 6:162 BW. Welke van de onderstaande schadeposten van de moeder van het slachtoffer komt/komen voor vergoeding in aanmerking?

  1. gederfd levensonderhoud; Gerard zorgde al enkele jaren financieel voor zijn moeder;

  2. de gederfde levensvreugde door het gemis

.....read more
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2497 1 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.