Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013 (2)


 

Vragen

Vraag 1

Gerritsen is onder curatele gesteld wegens verkwisting en verkoopt zijn nieuwe smartphone voor 50 euro aan Van Wijngaarden. De smartphone is op dat moment zeker 500 euro waard. Van Wijngaarden weet dat Gerritsen de smartphone voor slechts 50 euro aan hem verkoopt, omdat Gerritsen zijn eigen belangen niet goed voor ogen heeft. Welke van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. De curator is bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden op grond van misbruik van omstandigheden.

  2. De curator is bevoegd de koopovereenkomst te vernietigen.

  3. De koopovereenkomst is nietig.

  4. De curator is bevoegd schadevergoeding te vorderen op grond van ongerechtvaardigde verrijking.

Vraag 2

Donkersloot krijgt op 14 mei een e-mail van Teeven waarin hij zijn zeven jaar oude BMW te koop aanbiedt voor 3000 euro. In de e-mail staat dat Donkersloot een week de tijd heeft om het aanbod te aanvaarden. Donkersloot stuurt op 15 mei per gewone post een brief aan Teeven, waarin hij het aanbod aanvaardt. Deze brief wordt door Teeven op 16 mei ontvangen. Inmiddels heeft Teeven van een vriend vernomen dat voor het type BMW dat hij te koop heeft aangeboden wel 3500 euro gevraagd wordt op internet. Teeven stuurt daarom op 15 mei een e-mail aan Donkersloot met de mededeling dat hij zijn aanbod herroept. Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Donkersloot en Teeven?

  1. Er is een overeenkomst tot stand gekomen, want de mededeling houdende herroeping geschiedde te laat.

  2. Er is een overeenkomst tot stand gekomen, want het aanbod was onherroepelijk.

  3. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, want het is in strijd met de redelijkheid en billijkheid om het aanbod te herroepen.

  4. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, want de mededeling houdende herroeping geschiedde tijdig.

Vraag 3

Van Megen leent 4000 euro van Lentema. Hulst betaalt aan Lentema de 4000 euro terug en deelt daarbij mee de schuld van Van Megen te voldoen. Is Van Megen jegens Lentema bevrijd van de verbintenis uit geldlening?

  1. Ja, want in gevallen als de onderhavige kan stilzwijgende bekrachtiging door de schuldenaar worden aangenomen.

  2. Ja, want deze verbintenis kan in beginsel door een ander dan de schuldenaar worden nagekomen.

  3. Nee, een derde kan alleen de schuld van de schuldenaar voldoen als de schuldnenaar daar toestemming voor heeft gegeven.

  4. Nee, alleen de schuldenaar kan de verbintenis nakomen.

Vraag 4

In welk van de onderstaande gevallen ontstaat een verbintenis uit hoofde van onverschuldigde betaling?

  1. Wollema geeft een fikse fooi bij het afrekenen van zijn favoriete pizza.

  2. Wollema besluit de schuld van zijn goede vriend Janssen te betalen.

  3. Wollema geeft het door hem geleende fiets aan de verkeerde persoon terug.

  4. Wollema schenkt 20 euro aan Janssen ter gelegenheid van diens afstuderen.

Vraag 5

In welk van de onderstaande gevallen is verzuim geen vereiste voor een recht op schadevergoeding?

  1. Indien partijen een fatale termijn voor nakoming overeengekomen zijn.

  2. Indien reeds een ingebrekestelling verstuurd is en de schuldenaar alsnog niet nakomt.

  3. Indien sprake is van blijvende onmogelijkheid van nakoming.

  4. Indien uit de houding van de schuldenaar blijkt dat hij niet zal nakomen.

Vraag 6

Zeegers verkoopt en levert een caravan aan Smith. Smith betaalt de koopprijs.

In welk(e) van de onderstaande geval(len) kan Smith de koopprijs als onverschuldigd betaald terugvorderen?

  1. Zowel de vernietiging van de overeenkomst als na ontbinding van de overeenkomst.

  2. Noch na vernietiging van de overeenkomst, noch na de ontbinding van de overeenkomst.

  3. Wel na vernietiging van de overeenkomst, maar niet na ontbinding van de overeenkomst.

  4. Niet na vernietiging van de overeenkomst, maar wel na ontbinding van de overeenkomst,

Vraag 7

De Wit koopt bij Leeuwen zeven geavanceerde warmtelampen. Voor de aankoop heeft De Wit aan Leeuwen medegedeeld dat hij de lampen nodig heeft voor de inrichting van een hennepplantage op zijn zolder. Het exploiteren van een hennepplant is verboden en strafbaar op grond van de wet. Is de koopovereenkomst tussen De Wit en Leeuwen geldig?

  1. Ja, maar uitvoering van de overeenkomst is strafbaar.

  2. Nee, de inhoud van de overeenkomst is ongeoorloofd

  3. Nee, de strekking van de overeenkomst is ongeoorloofd.

  4. Ja, het sluiten van de overeenkomst is niet verboden.

Vraag 8

Anne is 14 jaar en koopt een mountainbike bij Binkie Bikeshop BV voor 1.000 euro.

De ouders van Anne zijn het met deze aankoop niet eens en willen het aankoopbedrag terug (onder gelijktijdige teruggave van de racefiets). De verkoper beroept zich er evenwel op dat Anne er veel ouder uitziet dat 14 jaar en dat hij niet kon zien dat zij minderjarig was.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. de ouders kunnen de overeenkomst vernietigen, nu zij als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige Anne geen toestemming hebben gegeven voor de aankoop.

  2. De ouders kunnen de overeenkomst niet vernietigen, omdat het gebruikelijk is dat jongeren van deze leeftijd mountainbikes kopen.

  3. De overeenkomst is geldig, want de verkoper kan zich met succes beroepen op art. 3:35 BW.

  4. De overeenkomst is nietig, omdat niet aan een wettelijk vormvereiste is voldaan; Anne kan immers uitsluitend rechtshandelingen verrichten door middel van haar wettelijk vertegenwoordiger.

Vraag 9

Van Eesteren verkocht Haan een bloemensteekschuimsnijmachine voor 15.000 gulden (excl. BTW). Zij kwamen overeen: “Tot eind 1976 heeft de koper het recht de machine terug te geven voor 15.000 gulden (excl. BTW)”. Eind 1976 wilde Haan de machine teruggeven en vorderde van Van Eesteren betaling van het genoemde bedrag. De rechtbank Rotterdam honoreerde de vordering, omdat de geciteerde tekst Haan het recht gaf de overeenkomst zonder opgaaf van redenen ontbonden te verklaren. Dat Haan de machine in 1976 heeft gebruikt en is blijven gebruiken liet de rechtbank uitdrukkelijk buiten beschouwing.

Zou deze beslissing naar geldend recht stand houden?

  1. Nee, omdat het bij de uitleg van een overeenkomst aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepaling mochten toekennen en op wat zij ten dien verstanden redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.

  2. Nee, omdat voor ontbinding een tekortkoming is vereist, ook indien de ontbinding buitengerechtelijk is ingeroepen.

  3. Ja, omdat aan de letterlijke betekenis van de bewoordingen van een overeenkomst meer betekenis toekomt, indien de bewoordingen door de partijen zelf zijn gekozen en niet door hun juridische adviseurs.

  4. Ja, bij uitleg van een overeenkomst geldt dat deze overeenkomst eerst en vooral de rechtsgevolgen heeft die partijen zelf zijn overeengekomen.

Vraag 10

Groothandel De Ruiter levert aan het Amsterdamse restaurant 'Hip' een poetsmiddel voor het onderhoud van de tafels. Na gebruik tonen de tafelbladen doffe plekken veroorzaakt door sporen aceton in het poetsmiddel. De tafels moeten worden geschuurd en opnieuw in die was worden gezet. De kosten lopen op tot 12.000 euro. Het restaurant spreekt De Ruiter aan tot schadevergoeding. De Ruiter toont aan dat zij wist noch behoefde te weten dat het poetsmiddel aceton bevatte. De Duitse Fabrikant heeft inmiddels erkend dat er bij het productieproces iets mis is gegaan. Is De Ruiter aansprakelijk?

  1. Nee, omdat De Ruiter de mogelijkheid had moeten worden geboden om alsnog correct te presteren.

  2. Nee, omdat De Ruiter geen verwijt treft.

  3. Ja, omdat dit type tekortkoming in beginsel voor rekening van een schuldenaar als De Ruiter komt.

  4. Ja, omdat fouten van een producent krachtens de wet worden toegerekend aan een schuldenaar als De Ruiter.

Vraag 11

Wat volgt er uit het arrest van de Hoge Raad van 22 februari 2002, NJ 2002, 240 (Taxibus) inzake een vijfjarig meisje dat door een achteruit rijdende taxibusje werd aangereden en om het leven kwam?

  1. Degene die is aangereden en daardoor psychisch letsel heeft opgelopen kan zijn schade vergoed krijgen.

  2. Aan een bepaalde kring van derden kan zowel affectieschade als shockschade vergoed worden.

  3. Degene die direct geconfronteerd wordt met een ongeval kan onder omstandigheden shockschade vergoed krijgen.

  4. Degenen die een nauwe en tot een affectieve relatie hebben met het slachtoffer tot een bedrag van 10.000 euro aan affectieschade vergoed krijgen.

Vraag 12

Veen heeft een waakhond, genaamd Boris. Wanneer er op een avond bij Veen wordt ingebroken, bijt Boris de inbreker Marc. D. in zijn kuit. Strompelend slaat Marc. D. op de vlucht. Veen heeft van het voorval niets meegekregen, aangezien hij lag te slapen. Enkele dagen later ontvangt Veen van Marc. D. een doktersrekening van 1.500 euro. Is Veen aansprakelijk voor de door Boris toegebrachte schade aan Marc D.?

  1. Ja, want de 'tenzij-formule' uit artikel 6:179 BW gaat niet op.

  2. Nee, want de 'tenzij-formule' uit artikel 6:179 BW gaat niet op.

  3. Ja, want de 'tenzij-formule' uit artikel 6:179 BW gaat op.

  4. Nee, want de 'tenzij-formule' uit artikel 6:179 BW gaat op.

Vraag 13

Vlot is als chauffeur in dienst van het transport bedrijf Willems. Tijdens een dienstrit wordt Vlot getroffen door een flauwte waardoor hij tegen de auto van Bosma botst. De schade aan de auto van Bosma bedraagt 4.000 euro.

Wie kan door Bosma met succes worden aangesproken tot vergoeding van diens schade?

  1. Zowel Vlot als Willems.

  2. Uitsluitend Willems.

  3. Noch Vlot, noch Willems.

  4. Uitsluitend Vlot

Vraag 14

Derksen viel in een kelderruimte, doordat werknemer Henkema van Coca Cola het kelderluik open lieten staan zonder veiligheidsmaatregelen te nemen. Derksen stelde Coca Cola als werkgever aansprakelijk. Welke van de onderstaande omstandigheden achtte de Hoge Raad van belang in zijn arrest in deze zaak (HR 5 november 1965, NJ 1966, 136)?

  1. De hoegrootheid van de kans dat de schade had kunnen worden voorkomen, indien Coca Cola haar werknemers betere instructies had gegeven.

  2. De mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van veiligheidsmaatregelen door de werknemer kon worden verwacht.

  3. De mate van bezwaarlijkheid van de door de werknemer te nemen veiligheidsmaatregelen.

  4. De mate van roekeloosheid van de werknemer.

Vraag 15

Meneer Pietersen, slachtoffer van een ongeluk waarvoor Van Bengelen op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is, overlijdt na twee weken aan zijn verwondingen. Mevrouw Pietersen vordert schadevergoeding voor gederfd levensonderhoud waarin voorheen haar echtgenoot Pietersen voorzag, vergoeding van de kosten voor het vervoer naar het ziekenhuis waar haar man verbleef en vergoeding van de kosten die zij heeft moeten maken voor de begrafenis van haar man. Welke van deze schadeposten komen voor vergoeding in aanmerking?

  1. Zowel de kosten van gederfd levensonderhoud, als de kosten van vervoer die ze heeft moeten maken om haar man te bezoeken in het ziekenhuis, en de kosten die ze heeft moeten maken voor de begrafenis.

  2. Enkel de kosten van gederfd levensonderhoud.

  3. Enkel gederfd levensonderhoud en de kosten die ze heeft moeten maken voor de begrafenis.

  4. Enkel gederfd levensonderhoud en de kosten van vervoer die ze heeft moeten maken om haar man te bezoeken in het ziekenhuis.

Vraag 16

Remco de Vries is een agressieve jongen van 12 jaar. Hij maakt voor de zoveelste keer ruzie met een klasgenoot Bert de Keur. Remco laat Bert zo hard struikelen dat Bert zijn arm breekt; de behandelingskosten bedragen 4.200 euro. De ouders van Bert willen de schade vergoed krijgen en stellen zowel Remco als zijn ouders aansprakelijk.

Wie is/zijn aansprakelijk?

  1. Uitsluitend Remco.

  2. Uitsluitend de ouders van Remco.

  3. Zowel Remco als zijn ouders.

  4. Noch Remco, noch zijn ouders.

Vraag 17

Van Velden en Dover zijn op jacht naar een oud en ziek damhert dat afgeschoten moet worden. Als zij het dier in hun vizier krijgen schieten beiden met hagelpatronen op het hert. Zij missen doel. Wel wordt bioloog Beentjes die juist in een greppel met een verrekijker hetzelfde hert aan het observeren was, geraakt in zijn arm. Nadat de hagelkorrels door een chirurg zijn verwijderd, dagvaardt Beentjes Van Velden tot vergoeding van zijn schade. Hoewel vaststaat dat Beentjes getroffen is door of de schoten van Van Velden of de schoten van Dover, is niet zeker uit wiens geweer de hagelkorrels kwamen, die Beentjes hebben geraakt. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Van Velden is aansprakelijk, ook indien hij slaagt in het bewijs dat de hagelkorrels uit het geweer van Dover kwamen.

  2. Van Velden is slechts aansprakelijk voor de helft van het schadebedrag.

  3. Van Velden is niet aansprakelijk, tenzij Beentjes bewijst dat de hagelkorrels uit het geweer van Van Velden kwamen.

  4. Van Velden is aansprakelijk, tenzij hij bewijst dat de hagelkorrels uit het geweer van Dover kwamen.

Vraag 18

Art. 3:40 BW kan worden aangemerkt als een uitzondering op:

  1. de contractvrijheid.

  2. het gesloten stelsel van beperkte rechten.

  3. de regel dat overeenkomsten alleen tussen partijen gelden.

  4. het prioriteitsbeginsel

Vraag 19

Kevin leent op 20 oktober zijn schaatsen aan Lennard die vervolgens de schaatsen op 3 november verkoopt en feitelijk levert aan Menno. Menno is niet op de hoogte van het feit dat Lennard de schaatsen geleend heeft van Kevin. Wat is op 4 november de goederenrechtelijke positie van een ieder ten opzichte van de schaatsen?

  1. Menno is bezitter, Lennard heeft geen goederenrechtelijke positie meer en Kevin is eigenaar.

  2. Menno is eigenaar, de anderen hebben geen goederenrechtelijke positie meer.

  3. Menno is bezitter, Lennard is houder en Kevin is eigenaar.

  4. Menno is houder, Lennard is houder en Kevin is eigenaar.

Vraag 20

Ramon X, een aan lager wal geraakte artiest, gaat op 1 februari 2013 failliet. Bij de faillissementscurator melden zich de volgende schuldeisers die zich allen op de opbrengst van een aan Ramon X toebehorende raceauto willen verhalen:

  • de bank met een door een stil pandrecht op alle roerende zaken van Ramon X gedekte vordering uit geldleen ten bedrage van 200.000 euro;

  • een kledingzaak wegens een onbetaalde rekening van 1000 euro betreffende aan Ray X verkochte en geleverde kleding.;

  • de aannemer, wegens een onbetaalde vordering van 15.000 euro voor de door hem in opdracht van Ramon X verrichte verbouwingswerkzaamheden aan het interieur van de woning van Ray X;

  • de fotograaf, in dienst van Ramon X, wegens niet betaald loon over de maanden december en januari ten bedrage van 6.000 euro.

Wat is de rangorde van verhaal?

  1. De bank, de aannemer, de kledingzaak, de fotograaf.

  2. De fotograaf, de bank, de kledingzaak, de aannemer.

  3. De bank, de aannemer, de fotograaf, de kledingzaak.

  4. De aannemer, de bank, de fotograaf, de kledingzaak.

Vraag 21

Maak de volgende zin op de juiste wijze af.

Iemand die failliet is:

  1. staat onder curatele.

  2. is beschikkingsonbevoegd.

  3. is handelingsonbekwaam.

  4. is handelingsonbevoegd.

Vraag 22

Na alle negatieve media-aandacht over dopingmisbruik in de wielersport besluit wielrenner Boogjes zijn carrière als professional te beëindigen en zijn racefietsen te schenken aan zijn nichtje, een goede amateurwielrenner. Nog een keer echter wil Boogjes schitteren in de race, die een week later zal worden gehouden. Boogjes schenkt en levert de fietsen dan ook aan zijn nichtje, met dien verstande, dat hij de fietsen tot na de wedstrijd mag blijven gebruiken.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Hier is geen sprake van een geldige levering.

  2. Hier is sprake van een geldige levering brevi manu.

  3. Hier is sprake van een geldige levering constituto possessorio.

  4. Hier is sprake van een geldige traditio symbolica.

Vraag 23

Anker verkoopt en levert een tafel aan Brusselmans; de koopprijs is 2000 euro.

Anker had, in strijd met de waarheid, aan Brusselmans verteld dat de tafel antiek is. De rechter vernietigt de koopovereenkomst wegens door Anker gepleegd bedrog. Wie is daarna eigenaar van de tafel?

  1. Brusselmans, maar hij zal de tafel aan Anker moeten terug leveren.

  2. Anker, maar pas nadat hij de 2000 euro aan Brusselmans heeft terugbetaald.

  3. Anker, maar pas nadat Brusselmans de tafel heeft terug geleverd.

  4. Anker, van rechtswege.

Vraag 24

Annemarie verkoopt haar huis aan Bert. Levering blijft achterwege. Vervolgens verkoopt Annemarie hetzelfde huis aan Casper, die niets wist van de verkoop aan Bert en dit ook niet behoefde te weten. Bert en Casper eisen gelijktijdig in rechte levering van de woning door Annemarie. Bert bestrijdt de eis van Casper met de volgende stellingen.

Stelling I: Annemarie dient het huis aan mij (Bert) te leveren, omdat ik een ouder goederenrechtelijk recht op het huis heb verkregen.

Stelling II: Annemarie dient het huis aan mij (Bert) te leveren, omdat ik een ouder vorderingsrecht heb.

Welk van de bovenstaande stellingen is juist?

  1. Beide stellingen zijn juist.

  2. Beide stellingen zijn onjuist.

  3. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.

  4. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.

Vraag 25

Welke van de onderstaande alternatieven maakt de volgende zin op de juiste wijze af?

Het inroepen door de verkoper van zijn recht op reclame heeft:

  1. geen terugwerkende kracht en ook geen goederenrechtelijk effect.

  2. geen terugwerkende kracht, maar wel goederenrechtelijk effect.

  3. Terugwerkende kracht, maar geen goederenrechtelijk effect.

  4. Terugwerkende kracht en goederenrechtelijk effect.

Vraag 26

Appel leent zijn fiets aan Buik. Buik verkoopt en levert de fiets aan Colijn, die niet weet en kan weten dat Buik de fiets slechts in bruikleen heeft. Colijn neemt de fiets mee en verkoopt en levert die door feitelijke overgave door aan consument Dommel, die van de bruikleen aan Buik op de hoogte is. Dommel verkoopt en levert de fiets door feitelijke overgave door aan Endstra, die niets weet van de bruikleen en er ook niets van af kon weten. Wie is na Appel het eerste eigenaar?

  1. Buik

  2. Colijn

  3. Dommel

  4. Endstra

Vraag 27

Ching is eigenaar van een antiek Chinees doosje, die hij vanwege een verhuizing in bruikleen heeft gegeven aan Wang. Wang vestigt ter zake van geldleen een pandrecht op het doosje ten behoeve van het plaatselijke pandjeshuis en geeft het doosje af aan het pandjeshuis. Het pandjeshuis is te goeder trouw.

Heeft het pandjeshuis een geldig pandrecht gekregen?

  1. Ja, want het pandjeshuis kan zich met succes beroepen op artikel 3:238 lid 1 BW.

  2. Ja, want het pandjeshuis kan zich met succes beroepen op artikel 3:86 lid 2 jo. lid 1 BW.

  3. Nee, want een beroep op artikel 3:238 lid 1 BW slaagt niet.

  4. Nee, want een beroep van het pandjeshuis op artikel 3:86 lid 2 jo. Lid 1 slaagt niet.

Vraag 28

Mieke Kuil en Floris Stevens zijn in 2000 gehuwd in algemene gemeenschap van goederen. Mieke is huisvrouw en zorgt voor hun drie jonge kinderen. Floris is sinds 2004 zzp-er en verkoopt via internet tuinmeubelen. Hij heeft zijn bedrijf aan huis. Door de economische crisis gaat het niet zo goed met het bedrijf. Bestellingen blijven uit, de bedrijfsschulden lopen op en de schuldeisers staan voor de deur. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Mieke is noch aansprakelijk noch draagplichtig voor de bedrijfsschulden van Floris.

  2. Mieke is wel aansprakelijk, maar niet draagplichtig voor de bedrijfsschulden van Floris.

  3. Mieke is niet aansprakelijk, maar wel draagplichtig voor de bedrijfsschulden van Floris.

  4. Mieke is zowel aansprakelijk als draagplichtig voor de bedrijfsschulden van Floris.

Vraag 29

Rene en Thea wonen tien jaar samen zonder dat zij gehuwd zijn en zonder dat zij als partners zijn geregistreerd. Zij besluiten te gaan trouwen. Zij willen dat alle huidige en toekomstige goederen in goederenrechtelijke zin uitsluitend zullen toebehoren aan de echtgenoot die ze heeft verkregen of zal verkrijgen. Zij willen wel aan het einde van het huwelijk obligatoir zo afrekenen dat ieder recht heeft op de helft van de totale waarde van hun beider vermogens. Voor welk huwelijk vermogensregime kunnen zij het beste kiezen?

  1. Het finaal verrekenbeding.

  2. Het Amsterdams verrekenbeding

  3. De zogenaamde 'koude uitsluiting'

  4. De wettelijke gemeenschap van goederen.

Vraag 30

Nina en Stefan zijn buiten gemeenschap van goederen gehuwd. Zij wonen in een huis dat door Nina is geërfd van haar vader. Nina wil een internetbedrijfje in cupcakes beginnen en moet daarvoor een bedrag van 50.000 euro lenen van de bank. De bank is bereid dit bedrag aan haar uit te lenen. Tot zekerheid van terugbetaling van de lening verlangt de bank een hypotheek op het woonhuis. Voor het vestigen van de hypotheek geldt het volgende:

  1. Nina is zelfstandig bevoegd tot het vestigen van een hypotheek. Voor de overeenkomst met de bank, die tot de hypotheekvestiging verplicht, heeft zij geen toestemming van Stefan nodig.

  2. Nina is zelfstandig bevoegd deze hypotheek te vestigen. Wel heeft zij de toestemming van Stefan nodig voor de overeenkomst met de bank die tot de hypotheekvestiging verplicht. Zonder toestemming van Stefan is deze overeenkomst nietig.

  3. Nina is zelfstandig bevoegd deze hypotheek te vestigen. Wel heeft zij de toestemming van Stefan nodig voor de overeenkomst met de bank die tot de hypotheekvestiging verplicht. Zonder toestemming van Stefan is deze overeenkomst vernietigbaar.

  4. Nina is uitsluitend tezamen met Stefan bevoegd tot het vestigen van de hypotheek.

Vraag 31

Henk Bos overlijdt met achterlating van de volgende personen: zijn echtgenote, zijn moeder, zijn zuster, zijn broer, de moeder van zijn eerder overleden vader en de zuster van zijn moeder. Henk heeft geen testament opgemaakt.

Wie is/zijn de erfgena(a)m(en) van Henk?

  1. Zijn echtgenote, zijn moeder, zijn zuster en zijn broer.

  2. Uitsluitend zijn echtgenote.

  3. Alle genoemde personen met uitzondering van de zuster van zij moeder.

  4. Alle genoemde personen.

Vraag 32

Liesbeth Wiel overlijdt met achterlating van de volgende erfgenamen: haar vader, haar moeder, broer Peter, broer Jasper en zus Maartje. Liesbeth Wiel heeft geen testament gemaakt.

Bepaal welk deel van de nalatenschap iedere erfgenaam verkrijgt.

  1. Vader verkrijgt 2/7, moeder verkrijgt 2/7, Jasper verkrijgt 1/7, Peter verkrijgt 1/7 en Maartje verkrijgt 1/7.

  2. Vader verkrijgt ¼, moeder verkrijgt ¼, Jasper verkrijgt 1/6, Peter verkrijgt 1/6 en Maartje verkrijgt 1/6.

  3. Vader verkrijgt 1/8, moeder verkrijgt 1/8, Jasper verkrijgt ¼, Peter verkrijgt ¼ en Maartje verkrijgt ¼.

  4. Iedere erfgenaam verkrijgt 1/5.

Vraag 33

Dirk Dirksen heeft in zijn testament de volgende wilsbeschikking opgenomen: “Ik legateer mijn collectie zilveren munten aan mijn goede vriend Nico Neeter, geboren te Rotterdam op 14 september 1966. Dirk overlijdt. Zijn enige erfgenaam is de dochter van zijn eerder overleden broer, zijn nicht Mieke Dirksen. Zij heeft de nalatenschap van haar oom Dirk zuiver aanvaard. Nico Neeter geeft te kennen dat hij de collectie zilveren munten graag in ontvangt wil nemen. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Dit legaat is niet geldig.

  2. Mieke Dirksen kan het legaat in zoverre negeren dat zij ook de tegenwaarde van de zilveren munten aan Nico Neeter mag uitkeren om zo zelf de munten te kunnen behouden.

  3. Op Mieke Dirksen rust de verplichting de munten aan Nico Neeter te leveren.

  4. Door het overlijden van Dirk Dirksen is Nico Neeter van rechtswege eigenaar geworden van de munten.

Vraag 34

Wat heeft de wetgever beoogd met de invoering in 2003 van de zogenaamde 'wettelijke verdeling' van nalatenschappen?

  1. Een objectieve uitleg van testamentaire bepalingen.

  2. Bescherming van de positie van de langstlevende echtgenoot.

  3. Bescherming van de kinderen van de erflater.

  4. Een vlotte afwikkeling van de nalatenschap.

Open vragen

Anke is eigenaar van een racefiets. Gedurende de maand augustus verblijft Anke in het buitenland. Met het oog op de voorgenomen fietstocht in september verleent zij telefonisch een volmacht aan haar fiets-vriendin Becky om twee reparaties aan haar fiets te laten uitvoeren door fietsenmaker Cor. Het betreft een nieuwe binnenband en een nieuw zadel, voor de prijs van maximaal 150 euro. Als Cor de reparaties uitvoert, constateert hij dat ook de versnellingen van de fiets niet goed werken. Vervolgens belt Cor naar Becky met de vraag of hij de versnellingen moet vervangen, kosten 100 euro. Becky antwoordt: “Ok, ik heb het hier niet met Anke over gehad en Anke is niet bereikbaar. Maar het lijkt me dat de fiets geheel in orde moet zijn voor de komende fietstocht, dus namens Anke, doe dit er maar bij”. Als Anke haar fiets bij Cor komt de ophalen, weigert zij te betalen voor de vervangen versnellingen.

Vraag a

Is Anke gehouden om de rekening voor de reparatie van de versnellingen te betalen?

Vraag b

Gesteld dat Anke niet gehouden is tot betaling van de rekening voor de reparatie van de versnellingen, kan Cor dan op grond van 3:70 BW met succes Becky aanspreken?

Hoewel Anke erkent gehouden te zijn tot betaling van de 150 euro voor de nieuwe band en het nieuwe zadel, weigert zij de betreffende rekening te betalen vanwege financieel onvermogen. Desalniettemin verzoekt zij Cor begin september om afgifte van de fiets.

Vraag c

Is Cor gehouden om de fiets af te geven aan Anke?

Antwoordindicatie

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Gerritsen is omdat hij onder curatele is gesteld, handelingsonbekwaam (art. 1:381 lid 2 BW). Handelingsbekwaamheid betekent dat Gerritsen zelfstandig geen rechtshandelingen kan verrichten waaraan hij zelf onaantastbaar kan worden gebonden. De curator is bevoegd de overeenkomst te vernietigen op basis van art. 3:32 lid 2 BW.

Goede antwoord: B

Vraag 2

Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding van het aanbod (zie art. 6:217 BW). Het uitgangspunt is dat een aanbod kan worden herroepen zolang het aanbod niet is aanvaard of er een mededeling houdende aanvaarding is verzonden. Er kan echter ook sprake zijn van een onherroepelijk aanbod in het geval er een termijn is gesteld waarin de aanvaarding moet plaatsvinden (art. 6:219 BW). In de e-mail schrijft Teeven uitdrukkelijk dat Donkersloot een week heeft om het aanbod te aanvaarden. Er is sprake van een termijn en daarom van een onherroepelijk aanbod.

Goede antwoord: B

Vraag 3

Art. 6:30 lid 1 BW bepaalt dat: “een verbintenis door een ander dan de schuldenaar kan worden nagekomen tenzij haar inhoud of strekking zich daar tegen verzet”. Hoofdregel is dus dat er door een ander kan worden betaald. Vereist is wel dat Hulst de 4000 euro betaalt met de bedoeling de schuld van Van Megen te voldoen. Dat is het geval. De inhoud of strekking van de verbintenis verzet zich ook niet tegen de voldoening door Hulst, nu aan de betaling van een geldsom geen belangrijke persoonlijke kwaliteiten verbonden zijn.

Goede antwoord: B

Vraag 4

Een betaling is onverschuldigd wanneer zij zonder rechtsgrond geschied. Het woord betaling dient in dit geval ruim te worden opgevat: betaling omvat meer dan slechts het verschaffen van geld. Schenking is ook een rechtsgrond. Daarom zijn de 20 euro voor de verjaardag van Janssen en de fooi bij het afrekenen niet onverschuldigd. De schuld die voldaan wordt van een vriend is niet onverschuldigd, er bestaat wel een rechtsverhouding tussen de vriend en de derde aan wie hij geld verschuldigd is. Alleen in het geval van het geleende fiets is er geen rechtsgrond tussen Wollema en de persoon aan wie hij de fiets geeft.

Goede antwoord: C

Vraag 5

Hoofdregel ten aanzien van verzuim is dat de schuldenaar in gebreke wordt gesteld. De schuldenaar krijgt dan een termijn waarbinnen hij aan zijn verbintenis moet voldoen, doet hij dit niet dan is hij in verzuim volgens art. 6:82 lid 1 BW. Het artikel bepaalt echter ook dat er helemaal geen verzuim nodig is indien de nakoming van de verbintenis blijvend onmogelijk is. Art. 6:83 BW kan verwarring opleveren omdat in dat artikel is bepaald wanneer de schuldenaar in verzuim is zonder dat hij in gebreke hoeft te worden gesteld.

Goede antwoord: C

Vraag 6

Volgens art. 3:53 lid 1 BW heeft vernietiging van de koopovereenkomst terugwerkende kracht. De verbintenis tot betaling van de koopprijs wordt met terugwerkende kracht ongeldig. De betaling wordt daarmee onverschuldigd omdat de rechtsgrond is weggevallen. Volgens art. 6: 269 BW heeft ontbinding van de koopovereenkomst geen terugwerkende kracht. De rechtsgrond van de betaling van de koopprijs blijft in stand. De regels ter zake van onverschuldigde betaling zijn niet van toepassing. Er ontstaat een ongedaanmakingsverbintenis (art. 6:271 BW).

Goede antwoord: C

Vraag 7

Volgens art. 3:40 BW zijn er drie gevallen van ongeoorloofde overeenkomsten te onderscheiden:

  1. het sluiten van de overeenkomst is ongeoorloofd;

  2. Inhoud van de overeenkomst is ongeoorloofd;

  3. De strekking van de overeenkomst is ongeoorloofd.

Het sluiten van de overeenkomst is niet verboden volgens de wet. De wet stelt tenslotte dat het exploiteren van een hennepplantage verboden is en niet het verkopen van warmtelampen. De inhoud van de overeenkomst is ongeoorloofd als een van de partijen zich verbindt tot een presentatie die in strijd met de goede zeden, zoals de verbintenis tot het pesten van iemand. Ook onder deze groep valt de verkoop van warmtelampen niet. Onder strekking van de overeenkomst vallen de voor beide partijen voorzienbare gevolgen en kenbare motieven. Het kenbare motief is in dit geval de inrichting van een hennepplantage op zolder.

Goede antwoord: C

Vraag 8

Hoofdregel is dat iemand die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt handelingsonbekwaam is. De persoon kan daarom zelfstandig geen rechtshandelingen verrichten. Verricht hij toch een rechtshandeling dan is deze vernietigbaar (3:32 lid 2 BW). Er gelden een paar uitzonderingen namelijk: in het geval er sprake is van toestemming van de ouder (art. 1:234 lid 1 BW) of in het geval dat de toestemming wordt verondersteld te zijn verleend, omdat het om een rechtshandeling gaat waarvan het gebruikelijk is dat minderjarigen van die leeftijd deze zelfstandig verrichten (art. 1:234 lid 3 BW). Een veel gebruikt voorbeeld voor de laatste uitzondering is de aankoop van studieboeken. Niet valt aan te nemen dat het erg gebruikelijk is dat een meisje van 14 een mountainbike koopt.

Goede antwoord: A

Vraag 9

De Hoge Raad bepaalde in haar arrest Haviltex dat:

“De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een taalkuntdige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van de vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.”

Goede antwoord: A

Vraag 10

De Ruiter is alleen aansprakelijk als er sprake is van een toerekenbare tekortkoming. De tekortkoming is niet toerekenbaar indien zij niet te wijten is aan zijn schuld, of krachtens de wet of de rechtshandeling aan hem dient te worden toegerekend (art. 6:75 BW). De wet bepaalt dat De Ruiter in principe aansprakelijk is voor het gebruik van ongeschikte zaken, zoals het poetsmiddel, tenzij dit onredelijk zal zijn (art. 6:77 BW). De Ruiter zal daarna zelf de schade kunnen verhalen op de fabrikant op basis van productaansprakelijkheid op basis van art. 6:185 BW.

Goede antwoord: C

Vraag 11

De Hoge Raad stelt dat om in aanmerking voor shockschade te komen vereist is dat, er een rechtstreeks verband tussen de gedraging en het geestelijk letsel van een derde, die deze oploopt bij de confrontatie met het ongeluk, bestaat. De betrokkene moet derhalve rechtstreeks worden geconfronteerd met het ongeval en deze confrontatie moet een hevige shock teweegbrengen. Verder is vereist dat het geestelijk letsel een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is.

Goede antwoord: C

Vraag 12

De tenzij-clausule van art. 6:179 lid 1 BW is een beperking van de aansprakelijkheid. Gaat de tenzij-clausule op dan is de eigenaar van de hond niet aansprakelijk. De antwoorden b en c vallen daarom af. De tenzij-clausule maakt een vergelijking met de situatie dat de eigenaar de hond in zijn macht zou hebben gehad, bijv. aan de lijn, en de benarde situatie zou hebben geleid tot een geslaagd beroep op noodweer. Noodweer levert een rechtvaardigingsgrond op en daarom zal er geen sprake zijn van onrechtmatige daad. In dit geval lijkt er inderdaad sprake te zijn van noodweer en gaat de tenzij-clausule dus op.

Goede antwoord: D

Vraag 13

De werkgever is aansprakelijk voor de toerekenbare onrechtmatige daden van zijn ondergeschikten (6:170 BW) indien de kans op de fout door de opdracht tot het verrichten van deze taak is vergroot en de werkgever zeggenschap had over de gedraging. In dit geval is het ongeluk gebeurt tijdens werktijd en kan je zeggen dat de opdracht, het rijden met de dienstauto, de kans op een ongeval heeft vergroot. Aan de vereisten van 6:170 BW wordt voldaan, daarom kan de Willems succesvol worden aangesproken. Maar een aansprakelijkheid op basis van 6:170 BW staat aan een aansprakelijkheid van Vlot niet in de weg. Hij zou gewoon kunnen worden aangesproken op basis van 6:162 BW. In het boek van Nieuwenhuis staat ook dat indien er voldaan wordt aan de voorwaarden van 6:170 BW zowel de werkgever als de ondergeschikte jegens de benadeelde kunnen worden aangesproken.

Goede antwoord: A

Vraag 14

Uit het Kelderluikarrest volgen vier criteria:

  • Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettenheid en voorzichtigheid worden geacht?

  • Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan?

  • Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?

  • Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?

Goede antwoord: C

Vraag 15

Op basis van artikel 6:107 BW kan mevrouw Pietersen haar reiskosten naar het ziekenhuis vergoed krijgen. Op basis van artikel 6:108 lid 1 onder a BW heeft mevrouw Pietersen recht op een schadevergoeding voor het derven van levensonderhoud en op basis van lid 2 van het zelfde artikel dient Van Bengelen ook de kosten van de begrafenis van zijn rekening te nemen.

Goede antwoord:A

Vraag 16

Art. 6:164 BW bepaalt dat een onrechtmatige daad niet kan worden toegerekend aan een kind dat de leeftijd van 14 nog niet heeft bereikt. Op basis van art. 6:169 BW zijn de ouders wel aansprakelijk.

Goede antwoord: B

Vraag 17

Art. 6:99 BW: “Kan de schade een gevolg zijn van twee of meer gebeurtenissen voor elk waarvan een andere persoon aansprakelijk is, en staat vast dat de schade door ten minste een van deze gebeurtenissen is ontstaan, dan rust de verplichting om de schade te vergoeden op ieder van deze personen, tenzij hij bewijst dat deze niet het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor hijzelf aansprakelijk is.”

Goede antwoord: D

Vraag 18

Nieuwenhuis: “Art. 3:40 heeft ten doel het gebruik van de contractvrijheid binnen de perken van het maatschappelijk aanvaardbare te houden.”

Goede antwoord: A

Vraag 19

Volgens art. 3:107 BW is bezit het houden voor jezelf. Lennard leent de schaatsen en wordt daarom houder. Lennard is beschikkingsonbevoegd en kan daarom Menno geen eigendom overdragen op basis van 3:84 j. 3:90 BW. Maar Menno kan zich beroepen op 3:86 BW. Omdat hij anders dan om niet, en te goeder trouw de schaatsen heeft gekregen.

Goede antwoord: B

Vraag 20

Op basis van artikel 3:279 BW gaat het pandrecht van de bank voor alle andere rechten. De aannemer heeft een speciaal voorrecht en komt daarom daarna (zie: artikel 3:280 BW). De fotograaf heeft met zijn loonvordering een algemeen voorrecht. De kledingwinkel heeft 'slechts' een normale vordering.

Goede antwoord: C

Vraag 21

Faillissement leidt tot een blokkering van het beslagen vermogen. De schuldenaar blijft rechthebbende, maar wordt beschikkingsonbevoegd ten aanzien van het vermogen. Hij is nog wel handelingsbekwaam maar hij kan alleen zichzelf binden, niet de boedel.

Goede antwoord: B

Vraag 22

Traditio symbolica ziet op het feit wat er precies wordt overgedragen. Op het moment dat het bijvoorbeeld gaat om een auto, dan kunnen de autosleutels worden overgedragen. Bij een levering constituto possessorio wordt de bezitter, houder. Bij een levering brevi manu is dat juist precies andersom dan wordt de houder, bezitter. In dit geval was Boogjes eigenaar en bezitter en draagt hij zijn eigendom over. Afgesproken wordt wel dat hij de fietsen nog tijdelijk mag lenen. Boogjes wordt daarom houder van de fietsen. Er is dit geval dus sprake van een levering constituto possessorio.

Goede antwoord: C

Vraag 23

De koopovereenkomst is de titel van de eigendomsoverdracht. Vernietiging heeft terugwerkende kracht, daarom valt de titel weg. Er heeft daarom geen eigendomsoverdracht plaatsgevonden vanwege het causale stelsel.

Goede antwoord: D

Vraag 24

Annemarie verkoopt haar huis aan Bert. Levering blijft echter achterwege. Terwijl de levering een vereiste is van eigendomsoverdracht (art. 3:84 BW) en daarom is Bert nog geen eigenaar. Bert heeft geen goederenrechtelijk recht op het huis. Hij heeft wel een vorderingsrecht op basis van de koopovereenkomst. Deze overeenkomst is eerder gesloten dan de overeenkomst tussen Annemarie en Casper. Vorderingsrechten hebben echter geen prioriteit, zij worden gelijkwaardig behandeld.

Goede antwoord: B

Vraag 25

Het recht van reclame is geregeld in 7:44 BW. Het recht van reclame heeft tot gevolg dat de koopovereenkomst wordt ontbonden. Deze ontbinding heeft geen terugwerkende kracht maar de verkoper verkrijgt wel de eigendom van de geleverde zaak (7:39 lid 1 BW).

Goede antwoord: B

Vraag 26

Herhaling van vraag 19.

Goede antwoord: B

Vraag 27

Voor vestiging van een pandrecht is beschikkingsbevoegdheid ook een vereiste (via 3:84 j. 3:98 BW). Wang is in dit geval niet beschikkingsbevoegd. Maar er wordt in dit geval wel een vuistpand wordt gevestigd. De zaak wordt namelijk in de macht van een pandrechthouder gebracht. Dit maakt dat de pandrechthouder beschermd wordt op basis van artikel 3:238 lid 1 BW.

Goede antwoord: A

Vraag 28

Omdat Mieke en Floris in gemeenschap van goederen zijn getrouwd komen alle schulden voor rekening van de gemeenschap. De gemeenschap is dan ook draagplichtig. Aansprakelijk voor de schulden is alleen diegene die de schuld is aangegaan (met uitzondering van de schulden die de gewone gang van het huishouden betreffen aldus 1:85 BW).

Goede antwoord: C

Vraag 29

Bij koude uitsluiting wordt de gemeenschap van goederen uitgesloten en worden er in de huwelijkse voorwaarden verder (bijna) geen regelingen getroffen. Het Amsterdams verrekenbeding is een periodiek verrekenbeding. Echtgenoten dienen dan elk jaar de overgespaarde inkomsten te verdelen. Bij een finaal verrekenbeding wordt aan het einde van het huwelijk afgerekend alsof er een gemeenschap van goederen was.

Goede antwoord: B

Vraag 30

Op basis van artikel 1:88 lid 1 onder a BW mogen er geen rechtshandelingen worden verricht ten aanzien van de woning van de echtgenoten. Deze bepaling is van dwingend recht en is dus ook van toepassing in het geval er geen gemeenschap van goederen tussen echtgenoten bestaat. Artikel 1:89 BW bepaalt dat de andere echtgenoot de rechtshandeling kan vernietigingen.

Goede antwoord: C

Vraag 31

Omdat Henk geen testament heeft geldt het wettelijke erfrecht (Ab-infestaaterfrecht). Artikel 4:10 lid 1 BW bepaalt dat er een parentelensysteem is en dat als men een erfgenaam tegenkomt in de eerste parentele, je niet verder hoeft te zoeken. De eerste parentele is de echtgenoot van de erflater en diens kinderen.

Goede antwoord: B

Vraag 32

Volgens artikel 4:10 lid 1 onder b BW staan in de tweede parentele: de ouders en de broers en zussen van de erflater. Iedereen erft uit eigen hoofde, en niet als plaatsvervanger. Daarom komt iedereen een gelijk deel toe.

Goede antwoord: D

Vraag 33

Een legaat wordt verkregen onder bijzondere titel. Aan Nico komt aldus artikel 4:117 BW een vorderingsrecht toe. Mieke moet daarom het horloge aan Nico overdragen.

Goede antwoord: C

Vraag 34

De nieuwe wettelijke verdeling (art. 4:13 BW) staat in het teken van het ongestoord doorleven van de langstlevende echtgenoot. De echtgenoot dient zoveel mogelijk te kunnen blijven zitten, waar hij zit.

Goede antwoord: B

Antwoordindicatie open vragen

Vraag a

Anke en Becky hebben afgesproken dat twee nieuwe banden en een nieuw zadel vervangen zullen worden. Het vervangen van de versnellingen valt buiten die afspraak. Er is een ontoereikende volmacht voor het vervangen van de versnellingen. Anke kan daarom niet worden aangesproken op basis van 3:66 lid 1 BW. Verder heeft zij de volmacht niet achteraf bekrachtigd (3:69 lid 1 BW) noch heeft zij de indruk gewekt dat Berg wel een volmacht had (3:61 lid 2 BW). Anke is daarom niet gehouden de rekening te betalen. (zie: Nieuwenhuis, paragraaf 3.3. en 3.4.)

Vraag b

Artikel 3:70 BW bepaalt dat de gevolmachtigde (in dit geval Becky) instaat voor het bestaan en de omvang van de volmacht, tenzij de wederpartij weet of behoorde te begrijpen dat een toereikende volmacht ontbreekt of de gevolmachtigde de inhoud van de volmacht volledig heeft medegedeeld. In principe heeft Becky wel tegen Flos gezegd dat hij het met Anke niet over de versnellingen had gehad. Bediscussieerd kan worden of Flos daaruit had moeten opmaken dat de toereikende volmacht ontbreekt. In dat geval kan Cor, Becky niet succesvol aanspreken. (waarschijnlijk wordt zowel de conclusie: wel aansprakelijk als de conclusie: niet aansprakelijk, mits beargumenteerd goed gerekend). (zie: Nieuwenhuis, paragraaf 3.3 en 3.4)

Vraag c

Tussen Cor en Anke is sprake van een wederkerige overeenkomst. Er is niets afgesproken over wie als eerst moet presteren, dus geldt de regel van 'gelijk oversteken'. Nu Anke weigert te betalen behoeft Cor niet te presteren. Hij kan zijn prestatie opschorten op basis van artikel 6:262 BW.

Access: 
Public
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

This content is also used in .....

Inleiding Burgerlijk Recht - Recht - UL - B1 - TentamenTests

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2018-2019

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2018-2019


Vragen

Casus

Op 25 september is de twintigjarige Maanen op een step van Sekrec onderweg naar een afspraak.Op het drukke Leidse Plein in Amsterdam wordt Maanen overvallen door een plotselinge duizeling, waardoor hij de macht over de step verliest en in botsing komt met studente Pietersen. Vaststaat dat Pietersen ten tijde van de botsing de straat overstak zonder goed op te letten, omdat zij een WhatsApp-bericht op haar mobiele telefoon aan het typen was. Hierdoor kon zij Maanen niet ontwijken, is zij door de botsing ten val gekomen en heeft zij haar pols gebroken. Pietersen moest hiervoor naar het ziekenhuis en heeft een doktersrekening van € 5.000 ontvangen. Pietersen stelt Maanen aansprakelijk voor de door haar geleden schade op grond van onrechtmatig handelen. Maanen verzet zich hiertegen en brengt twee verweren naar voren:

  • Ten eerste stelt Maanen dat zijn daad hem niet kan worden toegerekend vanwege de plotselinge duizeling.
  • Ten tweede stelt Maanen dat, in het geval hij toch aansprakelijk is, hij niet gehouden is om de gehele door Pietersen geleden schade te vergoeden.

Vraag 1

Zal het eerste verweer slagen?

Vraag 2

Aan de hand van welk artikel en welke maatstaven moet worden beoordeeld of het tweede verweer zal slagen?

Casus

Op 1 september bestelt Sekrec voor zijn bedrijf 25 elektrische steppen bij leverancier Tuki. De steppen zijn van het merk Force&Durance en deze steppen zijn alom verkrijgbaar. Sekrec en Tuki maken de volgende afspraken: Tuk zal de steppen op 1 december leveren. Sekrec zal voor de 25 steppen een koopprijs betalen van in totaal € 30.000. De helft van deze koopprijs zal Sekrec reeds betalen op 2 september. Op 29 november vindt een explosie plaats in een pand dat gelegen is naast het pand van Tuki. Als gevolg van deze explosie raakt de hele bedrijfsvoorraad van Tuki, waaronder de 25 voor Sekrec bestemde elektrische steppen, onherstelbaar beschadigd. Op 1 december blijft levering door Tuki van de elektrische steppen aan Sekrec dan ook uit. Sekrec wil op 3 december de koopovereenkomst ontbinden.

Vraag 3

Kan Sekrec op 3 december de koopovereenkomst rechtsgeldig ontbinden? Voor het vervolg van de vraag mag u ervan uitgaan dat de koopovereenkomst rechtsgeldig door Sekrec is ontbonden.

Vraag 4

Bestaat er na ontbinding nog een rechtsgrond voor het door Sekrec betaalde voorschot?

Vraag 5

Op grond waarvan kan Sekrec het door hem betaalde voorschot van Tuki terugvorderen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Maanen stelt dat zijn daad hem niet kan worden toegerekend omdat hij plotseling duizelig werd tijdens het steppen. De vraag is of de plotselinge duizeling van Maanen inderdaad meebrengt dat de botsing niet aan hem is toe te rekenen. Er moet worden gekeken naar artikel 6:162 BW. Lid 1 van dit artikel vereist

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2018

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2018

Image


 

Vragen

Vraag 1

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Bij niet-nakoming van een verbintenis waarbij de gehele prestatie achterwege blijft, is sprake van een toerekenbare tekortkoming.
  2. Een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis waardoor de schuldeiser schade lijdt, verplicht de schuldenaar tot schadevergoeding.
  3. Een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar tot ontbinding van de overeenkomst.
  4. Bij een niet toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis uit overeenkomst is de schuldeiser niet bevoegd de overeenkomst te ontbinden.

Vraag 2

Stevens speelt saxofoon in een professionele band. Zij oefent elke dag in de kelder van haar huis. Elke maandagavond oefent zij met de leden van de band, ook bij haar thuis. Zij spreekt af met buurman Van Velzen dat hij het lawaai gedoogt; als tegenprestatie geeft Stevens aan Van Velzen jaarlijks twintig vrijkaartjes voor de concerten van haar en haar band. Van Velzen verkoopt en levert zijn huis aan Arendonk. Wat geldt na de levering van het huis aan Arendonk?

  1. Arendonk moet het lawaai gedogen en Stevens moet hem twintig vrijkaartjes geven.
  2. Arendonk moet het lawaai gedogen en Stevens moet Van Velzen twintig vrijkaartjes geven.
  3. Arendonk behoeft het lawaai niet te gedogen, maar Stevens moet Van Velzen twintig vrijkaartjes geven.
  4. Arendonk behoeft het lawaai niet te gedogen en Stevens behoeft hem geen vrijkaartjes te geven.

Vraag 3

Meyer, een Leidse kunstliefhebber, heeft al jaren een diep gekoesterde wens: het laten maken van een groot aquarel van het Leidse kantongerecht aan de Witte Singel. Daartoe heeft hij Kievit , die veel connecties heeft in de schilderswereld, de bevoegdheid gegeven om in naam en voor rekening van Meyer een dergelijk schilderij te laten maken voor een maximumbedrag van € 500. Kievit wendt zich daartoe tot de gerenommeerde schilder Dubois, die de opdracht wel ziet zitten maar geen genoegen neemt met een prijs onder € 700. Na verwoede onderhandelingen waarin Kievit ten onrechte aangeeft enige speelruimte van Meyer te hebben gekregen, stemt Kievit in met een prijs van € 700. Na drie weken is het schilderij gereed en ontvangt Meyer een verzoek het schilderij te komen ophalen met daarbij de rekening van € 700. Meyer is echter helemaal niet blij met deze hogere prijs en weigert te betalen. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Kievit is gehouden tot vergoeding van de door Dubois geleden schade, omdat hij buiten de grenzen van zijn volmacht is getreden.
  2. Kievit is gehouden de rekening te betalen, omdat hij buiten de grenzen van zijn volmacht is getreden.
  3. Meyer is gehouden de rekening te betalen, omdat sprake is van geldige vertegenwoordiging door Kievit.
  4. Meyer is gehouden de rekening te betalen, omdat Dubois gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de aanwezigheid van een toereikende volmacht.
.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2017-2018

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2017-2018

Image


Vragen

Casus

Nadat hij een optreden van uTube in de Arena heeft bijgewoond, bestelt Luuk de Jong, voetballer bij PSV, bij Taxicentrale AnaarBeter een taxi om hem van de concerthal naar Schiphol te laten vervoeren. Na enig onderhandelen spreken partijen een vaste vervoersprijs af. Even later rijdt Jaap van Oirschot, in dienst van de Taxicentrale, voor om De Jong op te halen. Nadat De Jong is ingestapt, rijdt Van Oirschot met 160 km/u naar Schiphol. Onderweg raakt hij de macht over het stuur kwijt en rijdt met hoge snelheid tegen een lantaarnpaal. Van Oirschot komt met de schrik vrij, maar De Jong loopt een gebroken sleutelbeen en een zware hersenschudding op. Hij moet enkele weken in een ziekenhuis in Amsterdam verblijven en kan enkele maanden niet voetballen.

Vraag 1

Is Van Oirschot aansprakelijk voor de door De Jong geleden schade? Geef bij uw antwoord de grondslag aan.

Vraag 2

Is Taxicentrale AnaarBeter aansprakelijk voor de door De Jong geleden schade? Welke twee grondslagen komen in aanmerking?

Vraag 3

Stel dat Van Oirschot te hard heeft gereden doordat De Jong daar ernstig op heeft aangedrongen, omdat hij aan de late kant was om de laatste vlucht naar Manchester te halen.

Is het aandringen van De Jong relevant voor de omvang van de schadevergoeding waarop hij recht heeft? U kunt volstaan met een kort antwoord.

Vraag 4

In alle taxi’s van de Taxicentrale hangt duidelijk zichtbaar een plaatje met de volgende tekst:

“Taxicentrale AnaarBeter is nimmer aansprakelijk voor eventuele schade die door haar personeel is veroorzaakt.”

Ga er bij de beantwoording van vraag 4) vanuit dat De Jong geenszins gehaast was om zijn vliegtuig te halen en ook niet heeft aangedrongen op het te hard rijden door Van Oirschot, maar dat Van Oirschot te hard heeft gereden omdat hij een racewedstrijdje hield met een concurrerende Uber-taxichauffeur.

Stel dat zowel Van Oirschot als de Taxicentrale aansprakelijk is voor de door De Jong geleden schade. Aangesproken door De Jong beroept de Taxicentrale zich met succes op de geldigheid van de exoneratieclausule (die geen algemene voorwaarde is in de zin van art. 6:231 BW). De Jong verweert zich daartegen door zich erop te beroepen dat het uitsluitingsbeding onder de gegeven omstandigheden buiten toepassing moet blijven.

Aan de hand waarvan zal de rechter het verweer van De Jong beoordelen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

  • Jaap van Oirschot is aansprakelijk op grond van een onrechtmatige daad, art. 6:162 jo. 6:163 BW. Met het veroorzaken van het ongeluk door het overschrijden van de maximumsnelheid, waarmee hij een veiligheidsnorm heeft overschreden, handelt hij jegens De Jong onrechtmatig in de zin van ‘strijd met een wettelijke plicht’ (art. 6:162 lid 1 jo lid 2 BW). De onrechtmatige daad is aan Van Oirschot toe te rekenen op
.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets winter 2016

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets winter 2016

Image


 

Vragen

Vraag 1

Gerard staat onder curatele vanwege overmatig gebruik van drugs. Hij koopt in de winkel een laptop voor de prijs van € 899. De curator vernietigt de koopovereenkomst via een buitengerechtelijke verklaring.

Hoe moet deze buitengerechtelijke verklaring gekwalificeerd worden?

  1. Als een meerzijdige rechtshandeling.

  2. Als een eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling.

  3. Als een eenzijdige gerichte rechtshandeling.

  4. Als een feitelijke handeling.

Vraag 2

Simone is zestien jaar. Zonder toestemming van haar ouders bezoekt zij het verjaardagsfeestje van een vriend. Daar stoot zij per ongeluk een antieke vaas om van de heer des huizes, Bart. Bart spreekt Simone aan tot vergoeding van deze schade. Volgens de moeder van Simone hoeft zij de schade van Bart niet te vergoeden, omdat Simone minderjarig is.

Heeft de moeder van Simone gelijk?

  1. Ja, een minderjarige is bekwaam in eigen naam rechtshandelingen te verrichten, maar alleen met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger en Simone mocht niet op het verjaardagsfeestje zijn.

  2. Ja, want de moeder van Simone kan de rechtshandeling van Simone vernietigen.

  3. Nee, want het is voor zestienjarigen niet ongebruikelijk om zelfstandig een verjaardagsfeestje te bezoeken.

  4. Nee, want Simone is hier aansprakelijk uit onrechtmatige daad.

Vraag 3

Kanten laat zijn auto repareren bij garage Banden. In de overeenkomst met Banden staat onder meer: ‘Garage Banden is nooit aansprakelijk voor eventuele schade, toegebracht door het personeel tijdens reparaties of onderhoud’. Tijdens de reparatie ontstaat door onoplettendheid van een werknemer van Banden brand in de motor van de auto. De schade loopt in de duizenden euro’s. Kanten spreekt Banden aan tot schadevergoeding. Banden wijst op het beding in de overeenkomst dat hij nooit aansprakelijk is. Kanten meent dat Banden zich in dit geval niet op dit beding kan beroepen. Vast staat dat het beding geen algemene voorwaarde is in de zin van artikel 6:231 e.v. BW.

Op grond waarvan moet vastgesteld worden of Kanten gelijk heeft?

  1. Artikel 6:228 BW en het arrest Haviltex.

  2. Artikel 6:228 BW en het arrest Van Geest/Nederlof.

  3. Artikel 6:248 lid 2 BW en het arrest Misverstand.

  4. Artikel 6:248 lid 2 BW en het arrest Saladin/HBU.

Vraag 4

Casper is eigenaar van een strandtent. Hij wil de strandtent verkopen en onderhandelt daarover met Willem. Op 20 oktober doet Casper aan Willem een ‘laatste aanbod’. Willem kan de tent kopen voor € 230.000, mits hij binnen twee dagen per sms aan Casper akkoord geeft. Op 21 oktober smst Willem dat hij akkoord is. De sms van Willem wordt echter pas op 23 oktober bij Casper afgeleverd, omdat de accu van zijn telefoon kapot is. De telefoon van Casper is daardoor tot 23 oktober uitgeschakeld en heeft geen

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets voorjaar 2016

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets voorjaar 2016

Image


 

Vragen

Vraag 1

Windmolen heeft drie nieuwe banden nodig voor zijn racefiets. Op 1 december biedt Bandenservice per e-mail aan Windmolen drie van zulke banden aan voor een prijs van € 400. Op 2 december doet Windmolen een brief aan Bandenservice op de post, waarin hij het aanbod van de drie banden accepteert. Nog diezelfde dag krijgt Windmolen de banden van zijn sponsor cadeau. Hij is niet meer geïnteresseerd in de banden van Bandenservice. Windmolen wil voorkomen dat er een overeenkomst tot stand komt met Bandenservice. Windmolen kan op 2 december zijn verklaring tot aanvaarding van de koop van de banden:

  1. Intrekken.
  2. Herroepen.
  3. Zowel intrekken als herroepen.
  4. Noch intrekken noch herroepen.

Vraag 2

Kees is onder curatele gesteld wegens zijn gewoonte van alcoholmisbruik. Op een avond is hij samen met zijn vriend Jan op stap. Ze bezoeken kroeg na kroeg en worden dronken. In de laatste kroeg ontmoeten zij Dave, die wereldreizen organiseert. Zichtbaar zwaar onder invloed van de alcohol boeken de twee vrienden een wereldreis bij Dave waarbij zij zich ieder verplichten tot het betalen van de reissom van € 15.000. De volgende dag realiseren ze zich dat zij niet € 15.000 kunnen betalen en dat zij bovendien geen behoefte hebben aan een wereldreis. Kees, Jan en de curator van Jan willen van de overeenkomsten af.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Beide overeenkomsten zijn vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid.

  2. Beide overeenkomsten kunnen ontbonden worden wegens misbruik van omstandigheden door Dave.

  3. De overeenkomst tussen Jan en Dave is vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid; de overeenkomst tussen Kees en Dave is geldig omdat de dronkenschap voor rekening van Kees blijft.

  4. De overeenkomst tussen Jan en Dave is vernietigbaar wegens handelingsonbekwaamheid; de overeenkomst tussen Kees en Dave is vernietigbaar door Kees, nu Dave zich jegens Kees niet met succes kan beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen vanwege zijn zichtbare tijdelijke geestesstoornis.

Vraag 3

De veertienjarige Tim is lid van de plaatselijke voetbalclub Foot. Op 1 juni verzendt Tim een e-mail aan de secretaris-penningmeester van Foot met de mededeling dat hij zijn lidmaatschap opzegt met ingang van 1 september. Een en ander geschiedt volgens de regels die Foot voor opzegging hanteert.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. De opzegging door Tim is vernietigbaar, waardoor zijn contributieverplichting vervalt.

  2. De opzegging door Tony is vernietigbaar, maar zijn contributieverplichting blijft in stand zolang de opzegging niet vernietigd is.

  3. De opzegging door Tim is nietig, waardoor zijn contributieverplichting komt te vervallen.

  4. De opzegging door Tim is nietig, waardoor zijn contributieverplichting in stand blijft.

Vraag 4

Robin koopt graag online kleding. Na enkele maanden driftig ‘shoppen’ heeft ze een schuld van opgebouwd van bij Kleding BV €

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2015

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2015

Image


Vragen

Artistiek genie Jeroen Den Uyl zoekt een koper van een van zijn houten beelden, een levensgrote Goofy die een grote speer vasthoudt. Hij is zelf niet zo'n zakenman en vraagt een vriend van hem, Paul Latzak, om het beeld namens hem te verkopen voor minstens 48.000 euro. Sandra Bibber, kunstliefhebber in hart en nieren, bezoekt op een dag het atelier van Den Uyl en treft hier Paul en Jeroen aan. In een gesprek met Paul vraagt ze naar diens bevoegdheid. Paul geeft aan dat hij door Jeroen geheel vrij is gelaten om te onderhandelen en het beeld te verkopen. Jeroen staat erbij en zwijgt.

Sandra en Paul treffen enkele dagen later een overeenkomst: Paul verkoopt het beeld voor 37.000 euro. Jeroen weigert het beeld echter voor deze prijs af te staan. Sandra geeft aan dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen voor 35.000 euro.

Vraag 1

Is er tussen Sandra en Jeroen een overeenkomst tot stand gekomen tot verkoop van Goofy voor 35.000?

Vraag 2

Een paar jaar later is de bekende en zeer succesvolle kunsthandelaar Karel Kwast eigenaar geworden van het beeld. Met een lokaal opgezet museum, “Museum In De Oude Gracht”, sluit hij een bruikleenovereenkomst. Op basis van deze overeenkomst mag het museum het beeld de komende 15 jaar tentoonstellen. Op 3 juni wordt het beeld bij het museum afgeleverd en op een kubusvormig blok in de serre van het museum geplaatst.

Wat zijn op 3 juni de goederenrechtelijke posities van respectievelijk Karel Kwast en museum In De Oude Gracht met betrekking tot het beeld van Goofy?

Vraag 3

De serre waarin het beeld staat ligt aan een diepe gracht. Het is een mooie zonnige dag wanneer Jan de Vletter de ruimte binnenloopt en buiten een vierjarig meisje in het water ziet spartelen. Oh nee, ze kan niet zwemmen en er is niemand in de buurt om haar te helpen! Ook Jan kan niet zwemmen. Gezien de tijdsdruk en de situatie is er geen andere mogelijkheid dan de speer van het beeld voor hem af te breken.

Hij rent naar buiten en steekt de speer in het water om de kleine meid te redden. Het kleine meisje grijpt de speer vast en wordt gered. De schade aan het beeld van Goofy is enorm. Karel Kwast stelt dat Jan onrechtmatig tegenover hem heeft gehandeld, maar Jan bestrijdt dit.

Wie heeft gelijk?

Vraag 4

Karel Kwast laat door het Haagse kunstherstelbedrijf GluePoint de speer terug op zijn beeld zetten. Dit kost 5000 euro. Om het beschadigde hout te verstevigen koopt hij vervolgens ook een grote pot Flexidur bij GluePoint waarmee hij het beeld een maand later impregneert.

Een dag na die impregnatiebehandeling ontstaan er grote vlekken op het hout.

Het middel blijkt een bijtend stofje te bevatten dat het hout heeft aangetast......read more

Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2015 (2)

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2015 (2)

Image


Vragen

Astrid is eigenaar van een fiets. Tijdens de maand maart verblijft Astrid in het buitenland. Met het oog op een voorgenomen fietstocht begin juli verleent zij telefonisch een volmacht aan haar fietsvriend Berend om twee reparaties aan haar fiets te laten uitvoeren door fietsenmaker Fris. Het betreft twee nieuwe banden en een nieuw zadel, voor de prijs van maximaal € 550. Berend sluit vervolgens in naam van Astrid voor € 550 een overeenkomst met Fris, in overeenstemming met de afspraak met Astrid. Als Fris de reparaties heeft uitgevoerd en een ritje ter controle fietst, constateert hij dat de versnellingen ook niet goed functioneren. Vervolgens belt Fris naar Berend met de vraag of hij de versnellingen moet vervangen, waarvan de kosten €400 bedragen. Berend antwoordt: “Ok, ik heb het hier niet met Astrid over gehad en ze is niet bereikbaar. Maar het lijkt me dat de fiets geheel in orde moet zijn voor de komende fietstocht, dus namens Astrid, doe dit er maar bij.” Als Astrid haar fiets bij Fris komt ophalen, weigert ze de rekening te betalen voor het vervangen van de versnellingen.

Vraag a

Is Astrid gehouden om de rekening voor de reparatie van de versnellingen te betalen?

Vraag b

Stel dat Astrid niet gehouden is tot betaling van de rekening voor de reparatie van de versnellingen, kan Fris dan op grond van artikel 3:70 BW met succes Berend aanspreken?

Antwoordindicatie

N.B.: Bij de tussentoets is het niet noodzakelijk om de relevante feiten apart op te nemen in uw antwoord. Het is wel de bedoeling dat u de rechtsvraag formuleert, waarna u kwalificeert welke rechtsregels en criteria van belang zijn om deze vraag te kunnen beantwoorden. Vervolgens zoekt u binnen dat kader naar de juiste oplossing. Dit doet u door te toetsen of in dit geval aan de criteria is voldaan, hetgeen leidt tot een conclusie. In dit voorbeeldantwoord is bij elk onderdeel aangegeven welke stap het betreft.

Vraag a

Om te kunnen weten of Astrid gehouden is de rekening voor de reparatie te betalen, moet de volgende rechtsvraag worden beantwoord: is door middel van vertegenwoordiging krachtens volmacht een rechtsgeldige overeenkomst tussen Astrid en Fris gesloten?

Voor de beantwoording zijn de volgende wetsbepalingen van belang, het juridisch kader:

art. 3:60 lid 1 BW (volmacht), art. 3:66 lid 1 BW (uitoefening volmacht), art. 3:61 lid 2 BW (bescherming gerechtvaardigd vertrouwen).

Het gaat in deze casus om een vertegenwoordiging krachtens volmacht: Fris heeft de bevoegdheid gekregen om in naam van Astrid rechtshandelingen te verrichten (art. 3:60 lid 1 BW). Elke rechtshandeling die de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verricht, treft, op grond van artikel 3:66 lid 1 BW, in haar gevolgen de volmachtgever. Om.....read more

Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2014

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Tussentoets 2014

Image


 

Vragen

Vraag 1

Astrid (17 jaar) koopt tegen de wil van haar moeder bij Ben een fiets. Vervolgens stuurt Astrid’s moeder Ben een briefje met de mededeling dat zij de door Astrid gesloten overeenkomst vernietigt. Vast komt te staan, dat Astrid voor het sluiten van de overeenkomst tegen Ben heeft gezegd meerderjarig te zijn. Ben beroept zich op het hierdoor bij hem gewekte vertrouwen en vordert nakoming van de overeenkomst.

Op grond van welk artikel wil de moeder van Astrid de overeenkomst vernietigen? Op welk artikel kan Ben zich beroepen en heeft dit beroep kans van slagen?

  1. Astrid’s moeder is de wettelijke vertegenwoordiger van Astrid en kan de overeenkomst vernietigen op grond van 3:32 jo. 1:233-1:234. Ben kan zich beroepen op 3:33 jo. 3:35, Astrid heeft namelijk een verklaring afgelegd die onjuist is waardoor Ben in rechte mocht vertrouwen. 


  2. Astrid’s moeder kan de overeenkomst niet vernietigen op grond van 3:32 omdat Astrid ouder is dan 16 jaar en dus handelingsbekwaam is. 


  3. Astrid’s moeder kan de overeenkomst vernietigen op grond van 3:32 jo 1:233-1:234. Ben kan zich beroepen op 3:35. Dit beroep zal alleen niet slagen omdat dit artikel enkel bescherming biedt indien de wil en verklaring niet met elkaar overeenstemmen. 


  4. Astrid’s moeder kan de overeenkomst vernietigen op grond van 3:32 jo 1:233-1:234. Ben kan echter een geslaagd beroep doen op 3:35, omdat hij redelijkerwijs mocht verwachten dat Astrid handelingsbekwaam was.

Vraag 2

Het echtpaar Adam en Eva bezichtigen een huis in Zuid-Spanje dat wordt aangeboden door Jeff. In de zolder zijn duidelijk vochtplekken te zien. Adam ziet deze plekken maar vraagt niets. Ook Jeff zegt niets hierover. Adam en Eva kopen het kasteel voor €800.000,-. Nadat ze zijn ingetrokken zien ze dat het plafond van de zolder op instorten staat. Het gehele plafond moet hersteld worden. Vast komt te staan dat Jeff wist dat de staat van de zolder zeer slecht was. Adam en Eva willen de koopovereenkomst vernietigen op grond van dwaling. Jeff beroept zich erop dat Adam en Eva hun onderzoeksplicht beter uit hadden moeten voeren.

Kan de koopovereenkomst vernietigd worden? Betrek in uw antwoord van Geest/Nederlof.


  1. Ja, want zij kunnen de koopovereenkomst vernietigen op grond van art. 6:228 lid 1 sub a BW. Ook een onvoorzichtige koper wordt namelijk beschermd als de verkoper onjuiste inlichtingen heeft verschaft. 

  2. Ja, want zij kunnen de koopovereenkomst vernietigen op grond van art. 6:228 lid 1 sub b BW. Ook een onvoorzichtige koper wordt beschermd als de verkoper zijn mededelingsplicht geschonden heeft. 

  3. Nee, want zij kunnen de koopovereenkomst niet vernietigen, omdat op hen een onderzoeksplicht rustte. Op grond van art. 6:228 lid 2 BW blijft de dwaling als gevolg daarvan voor hun eigen rekening. 

  4. .....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013

Image


 

Vragen

Vraag 1

Op 4 februari ontvangt Bjorn een brief van Alex waarin Alex hem een aanbod doet. Op 5 februari doet Bjorn een brief uitgaan waarin hij het aanbod accepteert. Deze brief bereikt Alex op 7 februari.

Welk van de onderstaande alternatieven is er juist?

  1. Op 6 februari kan Alex zijn aanbod niet meer telefonisch herroepen en Bjorn kan zijn acceptatie op 6 februari niet intrekken.
  2. Bjorn kan verhinderen dat een overeenkomst tot stand komt door op 6 februari zijn acceptatie telefonisch in te trekken en Alex kan zijn aanbod op 6 februari niet herroepen.
  3. Zowel Alex als Bjorn kan op 6 februari door telefonische herroeping van het aanbod, respectievelijk intrekking van de acceptatie, het tot stand komen van een overeenkomst verhinderen.
  4. Bjorn kan zijn acceptatie op 6 februari niet intrekken, omdat op 5 februari al een overeenkomst tot stand gekomen is.

Vraag 2

Een schenking is:

  1. zowel een eenzijdige rechtshandeling als een eenzijdige overeenkomst.
  2. een eenzijdige overeenkomst, maar niet een eenzijdige rechtshandeling.
  3. niet een eenzijdige overeenkomst,, maar wel een eenzijdige rechtshandeling..
  4. noch een eenzijdige rechtshandeling, noch een eenzijdige overeenkomst.

Vraag 3

Op 1 april doet Niels zijn afnemer Wieke schriftelijk een offerte voor 90 kilo koffie “eerste kwaliteit” voor € 4 per pond. In de offerte staat vermeld dat bestellingen vóór 1 mei worden geplaatst. In verband met de inmiddels sterk gestegen koffieprijzen wil Niels van zijn offerte af. Hij belt Wieke op 23 april op en verzoekt haar de offerte als niet gedaan te beschouwen. Wieke deelt hierop aan Niels mee dat hij zijn koffie kan houden. Wieke krijgt echter spijt en bestelt bij brief van 29 april 90 kg koffie overeenkomstig de offerte, welke brief door Niels op 30 april ontvangen en op 2 mei gelezen wordt. Welke stelling over het ontstaan van de overeenkomst is er juist?

  1. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen, omdat het aanbod door de herroeping zijdens Niels zijn kracht heeft verloren.
  2. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen, omdat het aanbod zijdens Wieke te laat is aanvaard.
  3. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen, omdat het aanbod zijdens Wieke is verworpen.
  4. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen, omdat op 1 maart door Niels slechts een uitnodiging tot het doen van een aanbod is gedaan, zodat pas na aanvaarding door Niels van de bestelling van Wieke een koopovereenkomst tot stand zou komen, welke aanvaarding zijdens Niels is uitgebleven.

Vraag 4

Astrid is 15 jaar en koopt een fiets bij Handel BV voor € 400. De ouders van Astrid zijn het met deze aankoop niet eens en willen het aankoopbedrag terug. De verkoper beroept zich er ook op dat Astrid er veel ouder uitziet dan 15 jaar en dat hij niet

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013 (2)

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013 (2)

Image


 

Vragen

Vraag 1

Gerritsen is onder curatele gesteld wegens verkwisting en verkoopt zijn nieuwe smartphone voor 50 euro aan Van Wijngaarden. De smartphone is op dat moment zeker 500 euro waard. Van Wijngaarden weet dat Gerritsen de smartphone voor slechts 50 euro aan hem verkoopt, omdat Gerritsen zijn eigen belangen niet goed voor ogen heeft. Welke van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. De curator is bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden op grond van misbruik van omstandigheden.

  2. De curator is bevoegd de koopovereenkomst te vernietigen.

  3. De koopovereenkomst is nietig.

  4. De curator is bevoegd schadevergoeding te vorderen op grond van ongerechtvaardigde verrijking.

Vraag 2

Donkersloot krijgt op 14 mei een e-mail van Teeven waarin hij zijn zeven jaar oude BMW te koop aanbiedt voor 3000 euro. In de e-mail staat dat Donkersloot een week de tijd heeft om het aanbod te aanvaarden. Donkersloot stuurt op 15 mei per gewone post een brief aan Teeven, waarin hij het aanbod aanvaardt. Deze brief wordt door Teeven op 16 mei ontvangen. Inmiddels heeft Teeven van een vriend vernomen dat voor het type BMW dat hij te koop heeft aangeboden wel 3500 euro gevraagd wordt op internet. Teeven stuurt daarom op 15 mei een e-mail aan Donkersloot met de mededeling dat hij zijn aanbod herroept. Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Donkersloot en Teeven?

  1. Er is een overeenkomst tot stand gekomen, want de mededeling houdende herroeping geschiedde te laat.

  2. Er is een overeenkomst tot stand gekomen, want het aanbod was onherroepelijk.

  3. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, want het is in strijd met de redelijkheid en billijkheid om het aanbod te herroepen.

  4. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, want de mededeling houdende herroeping geschiedde tijdig.

Vraag 3

Van Megen leent 4000 euro van Lentema. Hulst betaalt aan Lentema de 4000 euro terug en deelt daarbij mee de schuld van Van Megen te voldoen. Is Van Megen jegens Lentema bevrijd van de verbintenis uit geldlening?

  1. Ja, want in gevallen als de onderhavige kan stilzwijgende bekrachtiging door de schuldenaar worden aangenomen.

  2. Ja, want deze verbintenis kan in beginsel door een ander dan de schuldenaar worden nagekomen.

  3. Nee, een derde kan alleen de schuld van de schuldenaar voldoen als de schuldnenaar daar toestemming voor heeft gegeven.

  4. Nee, alleen de schuldenaar kan de verbintenis nakomen.

Vraag 4

In welk van de onderstaande gevallen ontstaat een verbintenis uit hoofde van onverschuldigde betaling?

  1. Wollema geeft een fikse fooi bij het afrekenen van zijn favoriete pizza.

  2. Wollema besluit de schuld van zijn goede vriend Janssen te betalen.

  3. Wollema geeft het door

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2012

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2012

Image


 

Vragen

Vraag 1

Bart wil er binnenkort even tussenuit. Hij vindt op internet een advertentie van Goedkoop Vliegen luidende: MEGA AANBIEDING!!! Retourvlucht naar Parijs incl. 2 hotelovernachtingen in het centrum ALLEEN VANDAAG voor maar €73,00. Bart, die nog nooit in Parijs is geweest, doet direct een boeking. In de boekingsbevestiging die hij dezelfde dag nog per e-mail ontvangt, staat echter een prijs van €730,00. Bart belt direct met Goedkoop Vliegen, die hem mededeelt dat de prijs van €730 verkeerd in de advertentie stond en dat in de bevestiging de juiste prijs is vermeld. Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Bart en Goedkoop Vliegen, en zo ja, met welke inhoud?

Vraag 2

Op 15 februari verkoopt antiquair Wietske een bijzondere ring aan Zara voor €7000. De ring moet nog worden schoongemaakt en gerepareerd. Dit zal gebeuren door Wietske in haar werkatelier. Afgesproken wordt dat de ring vervolgens op 1 maart zal worden afgeleverd bij Zara en op dat moment door haar zal worden betaald. Op 20 februari verkoopt Zara de ring aan Rafael voor €8000. Door ziekte van Wietske is op 1 maart de ring nog niet gereed en nog niet afgeleverd bij Zara. Op 4 maart wordt ingebroken in het atelier van Wietske, waarbij ook het horloge wordt gestolen. Zara vordert schadevergoeding van Wietske voor de gederfde winst van €1000. Wietske verweert zich met een beroep op overmacht nu haar atelier optimaal beveiligd was en voorzien was. Zal het beroep op overmacht door Wietske slagen?

Vraag 3

Op een avond loopt Lotte langs een haven waar boten te koop staan. Op de haven ziet hij een groot bord met de tekst: Kees & Jan Verkoop en Restauratie van Boten. Kees is eigenaar van de boten en als enige bevoegd om deze te verkopen. Jan is degene die de boten restaureert. Lotte is geïnteresseerd in een boot. Jan is op dat moment als enige aanwezig op de haven en na enige onderhandelingen verkoopt hij in naam van Kees de boot aan Lotte voor €30.000 met de toezegging dat hij de boot helemaal zal restaureren. Kees vindt de koopprijs te laag en stelt dat Jan helemaal niet bevoegd was om de boot te verkopen en meent dan ook dat er geen geldige koopovereenkomst tot stand gekomen is. Lotte meent dat dit wel het geval is, maar wie heeft er gelijk?

Vraag 4

Wanneer de 12-jarige Katie van school naar huis fietst, gaat haar telefoon af. Zij neemt deze op en begint een gesprek. Hierdoor ontgaat het haar dat het stoplicht op het fietspad op rood staat. Met één hand aan het stuur rijdt zij slingerend door het rode licht. Het gevolg is dat de met zeer hoge snelheid in tegenliggende richting rijdende wielrenner Willem frontaal in botsing komt met Katie. Willem lijdt hierdoor

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2010

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2010

Image


 

Vragen

Vraag 1

Dennis is onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis. Hij heeft grote belangstelling voor de 18e eeuwse schilderkunst. Dennis weet dat op de jaarlijkse kunstbeurs in Utrecht een schilderij van een van zijn favoriete 18e eeuwse schilders te koop zal worden aangeboden. Hij is zelf niet in de gelegenheid om naar Utrecht af te reizen en verleent daarom aan Gert een volmacht om namens hem het schilderij te kopen, met een maximumprijs voor €20.000 van kunsthandelaar Kelly. De curator van Dennis is het niet met deze aankoop eens. Kan de curator de koopovereenkomst aantasten?

Vraag 2

Tijdens een eerdere editie van bovengenoemde kunstbeurs werd op 16 arpil 2007 een gouden ring gestolen uit de stand van juwelier Voskamp. De dief Karsten, verkoopt en levert de ring op 3 mei 2011 voor €70.000 aan Job. Job is een kenner van juwelen en is op de hoogte van de diefstal van de ring. Wie is op 4 mei 2011 eigenaar van de ring?

Vraag 3

Arend is een in Amsterdam en omstreken bekende vertolker van het levenslied. Hij zal zingen op een braderie in Almere op 5 juni 2011. Onderweg naar het optreden raakt hij echter betrokken bij een aanrijding. Arend moet voor onderzoek naar het ziekenhuis en kan hierdoor dus niet optreden. Het organisatiecomité van de braderie besluit de overeenkomst met Arend op 6 juni direct te ontbinden door middel van een faxbericht.

a. Heeft het comité de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden? Betrek in het antwoord de wijze van ontbinding.

Stel nu dat de ontbinding slaagt. Het optreden van Arend kostte het comité €4.000. Het comité had dat bedrag volgens afspraak binnen een week na de boeking van het optreden betaald en wil dit bedrag nu terug hebben.

b. Dient Arend de €4.000 terug te betalen?

Vraag 4

Sandra laat op een warme dag haar hond Bob uit in een parkje. Een voor haar onbekende hond loopt met hen mee. Het baasje van deze hond is nergens te bekennen. De hond ziet er verzorgd uit, maar ziet er vermoeid en uitgedroogd uit. Sandra neemt de hond mee en geeft hem thuis wat water, maar hij drinkt amper en knapt niet zichtbaar op.

’s Middags gaat Sandra met de hond naar de dierenarts. Hier vertelt ze hoe ze de hond heeft aangetroffen. Van de dierenarts krijgt ze een medicijn mee, een middel dat moet worden toegediend bij uitdroging. De kosten van medische behandeling en het medicijn (€175) worden door Sandra direct aan de dierenarts voldaan. Eigenaar van de hond blijkt Casper te zijn, die de hond enige dagen later bij Sandra ophaalt. Is Casper verplicht de door Sandra gemaakte kosten (€175) te vergoeden?

Vraag 5

Bij de vrij toegankelijke recreatieplas De Biesbosch staan bordjes met de volgende tekst: KWALITEIT VAN HET ZWEMWATER KAN NIET

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009

Image


 

Vragen

Vraag 1

Tanja, die 16 jaar is maar er uit ziet als een jongvolwassene, koopt een dure motor bij Rijtuigen BV. Als de ouders van Tanja tijdens het avondeten horen dat hij een motor heeft gekocht, zijn zij woedend. Dit hadden zij expliciet verboden. De volgende dag belt de vader van Tanja naar Rijtuigen BV. Tanja's vader stelt voor de motor terug te brengen tegen teruggave van de koopprijs. De verkoper van Rijtuigen BV gaat hiermee niet akkoord. Hij ziet geen enkele reden om de crossmotor terug te nemen. Tanja heeft immers over haar leeftijd gelogen. Zij heeft namelijk gezegd dat ze 24 jaar was. Zal een beroep op vernietiging van de koopovereenkomst slagen?

Vraag 2

Zara heeft voor de feestelijke opening van haar hotel, traiteur Soesjes in de arm genomen. De dag na het feest blijkt echter dat de garnalen in de salade bedorven waren. Alle mensen die de salade hebben gegeten, zijn ziek geworden. Het komt vast te staan dat Soesjes per ongeluk de garnalen gedurende een nacht buiten de koeling heeft laten staan. Zara lijdt schade doordat verschillende reserveringen geannuleerd worden. Zara vordert schadevergoeding van Soesjes wegens wanprestatie. Is hiervoor vereist dat Soesjes in verzuim verkeert?

Vraag 3

Hendrik heeft een grootwinkelbedrijf met diverse vestigingen. Op 12 maart koopt Hendrik voor €400.000,- appels bij fruitimporteur Bertus. De levering dient uiterlijk op 12 mei daaropvolgend plaats te vinden. Het schip dat voor vervoer van deze specifieke vracht was ingezet heeft door motorpech echter vertraging opgelopen. Daardoor wordt op 12 mei niet geleverd aan Hendrik. Op 16 mei biedt Bertus aan Hendrik alsnog de partij appels aan en zegt ook bereid te zijn de eventueel ontstane schade en kosten te vergoeden. Kan Hendrik na het gedane aanbod door Bertus op 16 mei, de koopovereenkomst ontbinden?

Vraag 4

Dirk (19 jaar) verkoopt, met toestemming van zijn ouders, tijdens de vrijmarkt van Koninginnedag 2008 op de stoep voor het ouderlijk huis alle oude spullen van hun zolder. Op het verkoopkleedje staat, tussen stapels oude boeken, meubels en kinderspeelgoed van vroeger, ook een fiets. Dirk heeft deze feits twee maanden eerder gestolen van Jorik en hem zonder medeweten van zijn ouders zolang op zolder verstopt. Dirk verkoopt de fiets voor €250,- aan Willem, die ter plekke betaalt en dolgelukkig op de fiets wegrijdt. Op 25 september 2008 ziet Jorik de hem ontvreemde fiets staan bij de supermarkt. Hij wacht Willem buiten op, legt uit wat er gebeurd is en eist de fiets van hem terug. Jorik toont hem het aankoopbewijs van de fiets. Jorik vordert op 1 oktober 2008 afgifte van de fiets van Willem. Slaagt deze vordering?

Vraag 5

Bouw BV wordt hard getroffen door de economische crisis en gaat op 1 juni 2009 failliet. Bouw BV heeft op dat moment de

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009 (2)

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009 (2)

Image


 

Vragen

Vraag 1

Mevrouw Smoeltjes gaat verhuizen en biedt haar huidige woning te koop aan via een kleine advertentie. De advertentie luidt als volgt: „Te koop aangeboden: mooie landelijk gelegen bungalow, goed onderhouden, vijf kamers, inclusief garage. Vraagprijs: €350.000,- k.k. Tel.nr. op te vragen via de redactie. Bereikbaar na 18.00 uur.“ De heer Voetjes is de eerste die het huis komt bezichtigen. Hij bedankt Smoeltjes na afloop van de bezichtiging en zegt haar zeer geïnteresseerd te zijn. Twee weken later stuurt Voetjes een aangetekende brief naar Smoeljtes met de mededeling dat hij de woning wil kopen voor de vraagprijs zoals vermeld in de advertentie. Na ruim een week niets gehoord te hebben van Smoeltjes, neemt Voetjess telefonisch contact op met Smoeljtes. Zij deelt hem mede dat het huis daags voor zijn telefoontje aan een ander verkocht is. Voetjes stelt zich op het standpunt dat het huis reeds aan hem is verkocht. Is dit standpunt juist?

Vraag 2

Hans koopt bij fokkerij Ronald een renpaard. Afgesproken wordt dat Ronald het paard op 11 april zal afleveren bij Hans. Door drukte komt Ronald aan aflevering van het paard echter niet toe. Het paard staat op 25 april nog altijd bij Ronald als de bliksem in de stallen slaat. Enkele paarden, waaronder het verkochte paard, zijn op slag dood. Hans lijdt hierdoor schade. Het paard kan nu namelijk niet deelnemen aan de belangrijkste race van het seizoen. Hans vordert schadevergoeding van Ronald. Zal een beroep op overmacht door Ronald een kans van slagen hebben?

Vraag 3

Dennis is sinds 1968 eigenaar en exploitant van een hotel in Oman. Op 8 juni 2009 verkoopt hij het in originele staat verkerende hotel aan aannemer en projectontwikkelaar Stan. De koopprijs bedraagt €1.550.000. Stan had bij de bezichtiging van het hotel voorafgaande aan de koop gezien dat in verschillende scheidingswanden asbest is verwerkt. Bij de renovatie van het hotel treft hij in de plafonds nog meer asbest aan. Het verwijderen van het asbest in de plafonds kost €45.000. Stan stelt dat Dennis is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat het hotel meer asbest bevatte dan hij bij de bezichtiging had gezien. De verplichting van Dennis het hotel te leveren zonder asbest vloeit volgens Dennis voort uit artikel 10 van de overeenkomst dat luidt: 'Het is de verkoper niet bekend dat zich in het registergoed asbesthoudende materialen bevinden'.

a. Aan de hand van welke maatstaf moet artikel 10 worden uitgelegd?

b. Noem twee omstandigheden die in deze casus van belang zijn voor de uitleg van de bepaling in artikel 10.

Vraag 4

Jan is eigenaar en uitbater van bar-dancing De Steen, gelegen in Leiden. Burgemeester en wethouders van Leiden verplichten hem te voorzien in een extra brandladder, zodat bezoekers die zich op de etages van de bar-dancing bevinden,

.....read more
Access: 
Public
Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2008

Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2008

Image


 

Vragen

Vraag 1

Bart heeft besloten een nieuwe hobby te beginnen: hij wil gaan filmen. Wanneer hij een advertentieblad van Doorsma bekijkt ziet hij daarin een handycam van het merk Zomer voor de redelijke prijs van €350. Hij belt met Doorsma en vraagt “of de handycam uit de advertentie nog op voorraad is”. Wanneer Doorsma daarop bevestigend antwoordt, laat Bart hem weten dat hij zijn dochter Astrid langs zal sturen, die meer verstand heeft van camera’s, en dat Doorsma de rekening maar naar Bart moet sturen. Vervolgens vraagt hij zijn dochter om de handycam van €350 te gaan halen. Eenmaal in de winkel koopt Astrid echter op naam van zijn vader een duurdere handycam, die eveneens in het advertentieblad staat. De handycam lijkt op de goedkopere, maar heeft veel meer mogelijkheden. Wanneer Bart drie weken later de rekening krijgt, schrikt hij van de prijs: €700. Is Bart gehouden de rekening te betalen?

Vraag 2

Bas ontvangt op 7 april een brief van Aad bevattende een aanbod tot het sluiten van een overeenkomst inhoudende de verkoop van zijn Italiaanse designauto voor €87.500. Op 12 april verzendt Bas een brief aan Aad waarin hij het aanbod van Aad aanvaardt. Deze brief bereikt Aad op 14 april. Op 11 april bedenkt Aad zich en stuurt diezelfde dag nog een brief aan Bas waarin hij zijn aanbod herroept. Deze brief bereikt Bas op 13 april. Is een overeenkomst tot stand gekomen en zo ja, wanneer?

Vraag 3

Kees verkoopt op 2 mei 100 koeien aan Berend. Levering en betaling zullen plaatsvinden bij Berend op 2 juni. Halverwege mei breekt een koeienziekte uit. Op 16 mei verbiedt de overheid als gevolg van de crisis tot nader order het vervoer en de aflevering van koeien. Als gevolg daarvan blijft levering van de koeien aan Berend uit. Kees vordert op 3 juni betaling van de koopprijs. Is Berend gehouden de koopprijs op 3 juni te betalen?

Vraag 4

Esther is 16 jaar. Wanneer zij midden in de nacht van een schoolfeest thuis komt, stormt het hard. Toch zet zij haar fiets aan de rand van de stoep op de fietsstandaard, direct naast de auto van Vincent die in het parkeervak geparkeerd staat. De fiets waait om tengevolge waarvan een deuk in de auto van Vincent ontstaat. De schade bedraagt €3.000. Is Esther aansprakelijk?

Vraag 5

Gerard is het slachtoffer van een ongeluk. Als gevolg hiervan overlijdt hij twee weken later. Vast staat dat Peter het ongeluk veroorzaakt heeft en dat hij jegens Gerard aansprakelijk is op grond van art. 6:162 BW. Welke van de onderstaande schadeposten van de moeder van het slachtoffer komt/komen voor vergoeding in aanmerking?

  1. gederfd levensonderhoud; Gerard zorgde al enkele jaren financieel voor zijn moeder;

  2. de gederfde levensvreugde door het gemis

.....read more
Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Institutions and organizations
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2495 1 1