Oefententamens Constitutioneel Recht - UvA
- 2043 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hieronder vindt u een passage uit de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring.
‘We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain inalienable rights; that among these are life, liberty and the pursuit of happiness; that to secure these rights, governments are instituted among men, deriving their just powers from the consent of the governed (…).’
De opvatting die in deze passage naar voren komt, is sterk verwant aan het gedachtegoed van een van de door u bestudeerde filosofen.
Gaat het hier om het gedachtegoed van Hobbes, Locke, Montesquieu Rousseau?
Geef op grond van de gegeven passage ten minste twee argumenten voor uw keuze.
In Nederland heeft het recht van de EU (EG-recht) voorrang boven het nationale recht. Wat is het verschil met de voorrang die het internationale recht in Nederland toekomt?
Een burger die meent dat de nationale rechter het recht van de EU (EG-recht) verkeerd uitlegt, kan zich niet na uitputting van de nationale rechtsmiddelen met een klacht tot het Hof van Justitie van de EU (EG) wenden. Leg uit dat een dergelijke procedure ook niet nodig is voor de uniforme uitleg van het recht van de EU (EG-recht).
In de 19e eeuw kon de Koning lange tijd regels stellen zonder een wettelijke grondslag? Wanneer kwam daar een eind aan?
Laat de huidige Grondwet toe dat de regering regels stelt zonder een wettelijke grondslag?
Art. 17 lid 1 WOlr vraagt om een amvb.
Wie stelt een dergelijk besluit vast?
Waar wordt een dergelijk besluit gepubliceerd?
De Tweede Kamer is het oneens met de inhoud van de amvb. Kan zij ervoor zorgen dat deze gewijzigd wordt?
Een eigenaar van een stuk grond krijgt geen vergunning van B&W voor het houden van een kampeerterrein. Tegen de weigering staat een rechtsgang open op grond van de Awb. Stel dat de landeigenaar tegen de weigering opkomt bij de civiele rechter.
Kan de gemeente de bevoegdheid van de civiele rechter betwisten door te stellen dat zij hier een publieke taak uitoefent?
Wat zal volgens u het oordeel van de civiele rechter zijn?
Het voorstel Halsema tot wijziging van de Grondwet wil het in art. 120 Grw vastgelegde toetsingsverbod gedeeltelijk opheffen. De rechter zou moeten kunnen toetsen aan grondwetsbepalingen waarin zogeheten klassieke grondrechten vastliggen. Het voorstel is in eerste lezing door de Staten-Generaal aangenomen, in de Eerste Kamer met een nipte meerderheid. Daarna is het voorstel bekrachtigd; de verklaringswet is inmiddels gepubliceerd.
Wat verklaart deze ‘verklaringswet’?
Waarom is bij ongewijzigde politieke verhoudingen de kans niet zo groot dat de Grondwet uiteindelijk ook gewijzigd wordt? Sommige tegenstanders van de wet stellen dat de clausulering van veel klassieke grondrechtsbepalingen, als bijv. art. 10 lid 1 Grondwet, de rechter nauwelijks een handvat biedt om de wet in formele zin aan de Grondwet te toetsen. Leg dat uit.
Het VVD-kamerlid Boekestijn vertrok in november 2009 uit de Tweede Kamer toen hij voor de RTL camera vertelde dat de koningin zich zorgen maakte over de ‘hyperigheid’ in de Tweede Kamer. De voorwaarde voor zijn gesprek met de majesteit was immers dat het besprokene geheim zou blijven.
Had fractievoorzitter Rutte hem kunnen verplichten op te stappen?
Betoog dat het niet wenselijk is dat de eigen opvattingen van de Koningin openbaar worden, omdat de minister-president dan in moeilijkheden zou kunnen komen.
Gegeven art. 8 lid 1 en 17 lid 1 Wet op de Openluchtrecreatie (WOlr)
Art. 8. – 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een kampeerterrein te houden.
Art. 17. - 1. In het belang van de hygiëne, de gezondheid en de veiligheid worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur met betrekking tot kampeerterreinen en jachthavens regelen gesteld.
Is er in art. 8 lid 1 WOlr sprake van delegatie van wetgevende bevoegdheid?
Er in art. 17 lid 1 WOlr sprake van delegatie van wetgevende bevoegdheid?
Mag de regering de haar in art. 17 lid 1 WOlr toegekende bevoegdheid deels overdragen aan de minister.
Op het moment van inwerkingtreding van de WOlr en de in art. 17 lid 1 WOlr bedoelde amvb bestond er al een provinciale verordening betreffende kampeerterreinen met regels ten behoeve van de natuurbescherming. Kan deze verordening nog worden toegepast?
Blijft er na inwerkingtreding van de amvb nog ruimte voor de vaststelling van een nieuwe provinciale verordening betreffende jachthavens met regels in het belang van de veiligheid?
Een houder van een kampeerterrein voelt zich door de nieuwe en vrij vergaande voorschriften in de amvb nogal overvallen. Als hij aan alle voorwaarden wil voldoen zouden zijn inkomsten vrijwel nihil worden.
Om die reden daagt hij de staat voor de rechter.
Kan de rechter de voorschriften toetsen aan art. 11 lid 1 IVESC?
Kan de rechter de voorschriften toetsen aan het ongeschreven rechtsbeginsel van rechtszekerheid?
Kan de rechter de voorschriften toetsen aan art. 19 lid 3 Grw
Locke
Onvervreemdbare rechten/van God gegeven/ overheid bedoeld ter bescherming van die rechten/instemming van de burgers–contract.
De voorrang is niet gebaseerd op art. 94 Grw, maar op de eigen aard van het
EG-recht (Costa ENEL); ook niet een ieder verbindende bepalingen van EG-
recht hebben voorrang (Metten). (Belinfante Hoofstuk XI, en Belinfante Hoofdstuk XVIII).
Nationale rechters die twijfelen over de uitleg van het EG-recht kunnen een prejudiciële vraag stellen; hoogste nationale rechters moeten dat zelfs (art. 234 EGV). Deze procedure is ook geschikt om de rechtseenheid te garanderen.(Belinfante Hoofstuk XVIII)
Tot 1879, toen de HR in Meerenberg bepaalde dat de koning geen regelgevende bevoegdheid heeft tenzij de Grondwet of de wet hem deze uitdrukkelijk toekent. (Belinfante Hoofdstuk VIII).
Art. 89 lid 2 Grw eist naar de letter alleen een dergelijke wettelijke grondslag voor regels door straffen te handhaven.(Belinfante Hoofdstuk VIII).
Amvb’s worden bij koninklijk besluit vastgesteld, art. 89 lid 1 Grw; dus door de
regering/ door Koning en minister (of staatssecretaris). (Belinfante Hoofdstuk VIII en Belinfnte Hoofstuk VIII).
Staatsblad, art. 3 sub b Bek. Wet.
Bevoegdheid berust bij regering; regering is niet ondergeschikt aan Kamer; wel ministeriële verantwoordelijkheid en vertrouwensregel.(Belinfante Hoofdstuk VII).
Nee, recht waarin eiser vraagt te worden beschermd is beslissend (NWH-
Guldemond).(Belinfante Hoofdstuk XIII).
Eiser is niet ontvankelijk nu er een andere rechtsgang is met voldoende waarborgen omkleed (Changoe). Belinfante Hoofdstuk XIII).
Dat er een in de wet opgenomen wijziging van de grondwet in overweging wordt
genomen. (Belinfante Hoofdstuk IX).
In de tweede lezing is – in beide kamers - een meerderheid van twee derden vereist (art. 137 lid 4 Grondwet). In de EK bestaat maar een nipte meerderheid. (Belinfante Hoofdstuk IX).
Nee, Kamerleden functioneren zelfstandig, vgl ook art. 67 lid 3 Grw. Zij kunnen zelf besluiten hun lidmaatschap te beëindigen, zie artikel X2 Kieswet. Wel kan de Kamer onder omstandigheden – die hier niet gegeven zijn - het lidmaatschap beëindigen, art. 3 RvOTK.(Belinfante Hoofdstuk V).
Mocht de Koningin iets zeggen dat afwijkt van het standpunt van het kabinet dan is de minister-president zowel verantwoordelijk voor die uitlating (art. 42 lid 2 Grw.) als voor het kabinetsstandpunt.(Belinfante Hoofdstuk VII).
Nee, de bevoegdheid tot het geven van vergunningen – in concrete gevallen -
is geen wetgevende bevoegdheid. Bovendien is het attributie, het scheppen van
een nieuwe bevoegdheid.(Belinfante Hoofdstuk VIII).
Ja, de wetgever heeft zelf de bevoegdheid dergelijke algemeen verbindende
voorschriften te stellen. Het is dus overdracht van een al bestaande wetgevende
bevoegdheid
In de wet staat bij of krachtens amvb; subdelegatie door de regering is dus
toegestaan (vgl. Vuurwerk).(Belinfante Hoofdstuk VIII).
Zelfde materie, maar ander motief, dus ander onderwerp, de anterieure verordening is dus niet van rechtswege vervallen, art. 119 Provinciewet (Belinfante Hoofdstuk XV).
De posterieure verordening mag niet in strijd zijn met de wet, art. 118 Provinciewet. Strijd is er onder meer wanneer de hogere regeling het onderwerp uitputtend heeft willen regelen en aanvulling dus niet is toegelaten. (Belinfante Hoofdstuk XV).
Niet een ieder verbindend in de zin van Coll. Acties Spoorwegen, dus niet
toetsen, art. 94 Grw. Vgl ook Harmonisatiewet r.o. 5.3.(Belinfante Hoofdstuk XIV).
Geen wet in formele zin, dus in beginsel wel, met terughoudendheid (Landbouwvliegers; evt. ook Harmonisatiewet)
Jazeker, toetsingsverbod (art. 120 Grw) is beperkt tot wetten in formele zin. De vraag is wel of art. 19 lid 3 Grw de rechter een goed handvat geeft.(Belinfante Hoofdstuk XVI en Belinfante Hoofdstuk XII).
Deze bundel bevat oefententamens bij het vak Constitutioneel recht aan de Universiteit van Amsterdam.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2144 |
Add new contribution