ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1 

Gebruik voor deze vraag art. 2 Wet op de identificatieplicht.  

  1. Is deze bepaling een wet in materiële zin? (3 pnt).  
  2. Staat er in deze bepaling een regel van formeel recht? (2 pnt).  

Vraag 2 

Is de regering op grond van attributie en/of iets anders tot regelgeving bevoegd? (5 pnt).  

Vraag 3

Is het een bestuurlijke taak, die de wetgever uitvoert, om een burgemeester te ontslaan? (5 pnt).

Vraag 4 

  1. Wat heeft de HR in het arrest Lindenbaum-Cohen bepaald? (4 pnt).  
  2. Is deze rechtsregel opgenomen in een wetsartikel, en zo ja, welke? (1 pnt).  

Vraag 5 

KEI (Kwaliteit en Innovatie rechtspraak) wijzigt belangrijke dingen op het gebied van digitalisering en vereenvoudiging van het procesrecht. Daarnaast is het opvallend dat KEI de regisserende rol van de rechter wijzigt. Leg kort uit waaruit deze wijziging bestaat en waarom deze wijziging opvallend is. ( 5 pnt).

Vraag 6 

Louis woont in Groningen en werkt op basis van een arbeidsovereenkomst als manager bij de Pastafabriek (ook in Groningen). De Pastafabriek is statutair gevestigd in Amsterdam. In Groningen gaan veel studenten vaak culinair uiteten bij het filiaal, maar in Amsterdam bij het moederbedrijf loopt het minder goed. Het salaris van Louis is dan ook al een aantal maanden niet uitbetaald. Op 1 oktober 2017 is Louis het zat, hij heeft al 6 maanden geen loon gehad. Henk stelt tegen het moederbedrijf een vordering in tot uitbetaling over de periode van april tot en met september 2017, voor een totaal bedrag van 25.200 (6 * 4200). 

  1. Welke rechter is absoluut bevoegd? (3 pnt). 
  2. Welke rechter(s) is/zijn relatief bevoegd? (2 pnt). 

Vraag 7

In Kampen staat de beruchte ijssalon Marena, met het lekkerste ijs van Nederland. De Graaf runt de tent al vele jaren met plezier, en elk jaar verhoogt hij de prijs van elk bolletje met 0.10 cent. Dit jaar is hij vergeten het bord achter de toonbank aan te passen, waardoor er nog steeds staat 1.00 per bolletje, in plaats van 1.10. Marieke koopt een ijsje met drie bolletjes en schrikt als ze ineens 3.30 moet betalen, terwijl ze 3.00 verwachtte. Ze gaat met de Graaf in discussie, die stelt dat de prijs op het bord onjuist is. Marieke blijft bij haar standpunt dat het 1.00 per bolletje is, en wil slechts 3.00 betalen. De Graaf blijft bij 1.10 per bolletje en vraagt 3.30.  

Komt er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand tussen de Graaf en Marieke, en zo ja, welke prijs moet Marieke betalen voor het ijsje met drie bolletjes? (5 pnt). 

Vraag 8 

De 12-jarige Vera is een groot fan van grote orkesten. Het mooiste instrument vindt ze de contrabas. Als er een nieuw muziekfiliaal opent in haar woonplaats, twijfelt ze dan ook geen moment en koopt de meest luxe contrabas voor een bedrag van 1200-. Ze betaalt direct, waarna ze het instrument meeneemt naar huis. Thuis aangekomen zijn de ouders van Vera niet te spreken over de aankoop. Het instrument is bovendien veel te groot om ergens in huis kwijt te kunnen. Vera krijgt huisarrest en de ouders willen van de overeenkomst af.  

Is de overeenkomst tussen Vera en de verkoper aantastbaar? (5 pnt).

Vraag 9

Ellen is een enorm fan van Rembrandt van Rijn. Op een dag ziet zij in een kunstgalerie in Amsterdam een exclusief exemplaar hangen. Het schilderij wordt voor 1500,- aangeboden. Ellen besluit het schilderij te kopen, zodat zij het schilderij later kan gebruiken bij haar eigen tentoonstelling. Bij de betaling spreekt ze af dat het schilderij pas een week later wordt geleverd. Halverwege de week gaat de kunstgalerie in vlammen op, doordat er kortsluiting is ontstaan. Van het schilderij is alleen nog wat as over. Het blijkt dat de galeriehouder nalatig is geweest in het onderhoud van de meterkast. Kan Ellen onder de overeenkomst uit en kan zij tevens met succes schadevergoeding vorderen van de galeriehouder? (5 pnt).   

Vraag 10 

Keith is in dienst van Raamlap B.V. en lapt op een zonnige werkdag de ramen van de rijke dame Caitlyn. Hij zwaait per ongeluk iets te hard met de stok van de zeem, waardoor het dure beeld dat naast het raam in de tuin staat, omvalt. Caitlyn is woest en wil de schade vergoed zien. 

  1. Wie kan Caitlyn aanspreken voor de geleden schade? (4 pnt). 
  2. Wie is uiteindelijk verplicht de door Caitlyn geleden schade te dragen? (1 pnt). 

Vraag 11 

Familie de Vries is een week op vakantie naar Ibiza, weg van het regenachtige weer in Nederland. Echter zijn ze vergeten het doucheraam dicht te doen. Tijdens een hevige storm in Nederland klapt het raam zo hard heen en weer dat het glas kapot springt. Al het glas ligt op de grond. Buurman Bakker, die de sleutel van het huis heeft, timmert de dag erna met zijn eigen planken en spijkers het raam dicht, zodat er geen dieven naar binnen kunnen. Kan buurman Bakker met succes vorderen dat familie de Vries zijn kosten vergoedt? (5 pnt).  

Vraag 12 

  1. Stelling: Het recht van vruchtgebruik is zowel een vermogensrecht als een relatief recht. (2.5 pnt).  
  2. Stelling: Het recht van vruchtgebruik kan zowel op zaken als op vermogensrechten worden gevestigd. (2.5 pnt).  

Zijn deze stellingen juist? Beargumenteer.  

Vraag 13

Fietsenverzamelaar Rowan heeft 10 verschillende racefietsen in 10 verschillende kleuren. Op 1 januari 2017 leent hij zijn mooiste fiets – namelijk in de kleur paars – uit aan Hetty, omdat hij als hij in haar ogen kijkt geen nee meer kan zeggen. Hetty neemt de fiets mee en stalt deze in het schuurtje in haar achtertuin. Op 15 januari komt Betty, Hetty's beste vriendin langs. Als Betty de paarse fiets ziet, zegt ze dat ze de fiets voor 1000,- wel zou willen kopen. Hetty, die het geld wel kan gebruiken, gaat op het aanbod in. Ze verkoopt en levert nog dezelfde dag de fiets aan Betty. Ze verzwijgt echter dat ze de fiets in bruikleen heeft van Rowan. Als Rowan eind januari bij Betty langsgaat om de fiets weer op te halen, komt hij erachter dat Betty de fiets al op 15 januari heeft meegenomen.  

  1. Wie is de bezitter van de fiets in de eerste twee weken van januari 2017? (2 pnt) 
  2. Wie is de eigenaar van de fiets vanaf 15 januari 2017? (3 pnt)  

Vragen Rechtsvinding

Vragen bij Hoge Raad 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:757, JA 2017, 99, m.nt. L. Boersma. 

Motiveer steeds in eigen woorden het antwoord en verwijs naar de juiste regelnummers en/of wetsartikelen.

Vraag 1 

Zijn eisers tot cassatie in de procedure in eerste aanleg alleen formele procespartij, alleen materiële procespartij, of zowel formele procespartij als materiële procespartij? Waarom? Noem ook de regelnummers. (Kijk voor het antwoord bij de conclusie van de A-G). (5 pnt). 

Vraag 2

Volgens het Hof Arnhem-Leeuwarden hebben eisers tot cassatie onvoldoende materieel belang bij hun hoger beroep. Waarom? (5 pnt). 

Vraag 3 

  1. In onderdeel 2 van het cassatiemiddel wordt een rechtsvraag aan de Hoge Raad voorgelegd. Formuleer deze rechtsvraag in abstracto. (3.5 pnt).  
  2. Hoe beantwoordt de Hoge Raad deze rechtsvraag? (1.5 pnt). 

Vraag 4 

De Hoge Raad casseert het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden. Op welke wettelijke grondslag(en)? (5 pnt).  

Vraag 5 

  1. De annotator hanteert een bepaalde interpretatiemethode om uit te leggen hoe de tenzij-clausule van art. 6:169 lid 2 moet worden uitgelegd. Welke? (3 pnt).
  2. Welk effect heeft de gebruikte interpretatiemethode? (2 pnt).

Vraag 6 

  1. Wat is de mogelijk achterliggende reden volgens de annotator dat het hof Arnhem-Leeuwarden van oordeel is dat eisers tot cassatie onvoldoende belang hebben in de zin van art. 3:303 BW? (1.5 pnt). 
  2. Kan de annotator zich wel of niet vinden in de bovenbedoelde achterliggende reden? Waarom? (3.5 pnt).  

Vraag 7 

  1. Welke rol speelt het hof Den Bosch in deze zaak en op grond van welke wetsbepalingen (opzoekvraag)? (3 pnt).
  2. Wat moet het hof Den Bosch nog beoordelen volgens de annotator? (2 pnt). 

Antwoordindicatie Rechtsvorming

Vraag 1 

  1. Ja. Bij een wet in materiële zin is de inhoud van de bepaling een algemeen verbindend voorschrift (1 pnt). De toonplicht van het identificatiebewijs ex art. 2 Wid geldt voor iedereen van 14 jaar of ouder. Deze regel is van toepassing op een onbepaald aantal gevallen en een onbepaald aantal personen, dus een regel met algemene werking (het maakt niet uit dat de bepaling niet geldt voor personen onder de 14 jaar). Hierdoor is de bepaling aan te merken als een algemeen verbindend voorschrift en dus een wet in materiële zin (2 pnt).  
  2. Nee. De wetsbepaling bevat een plicht om te voldoen aan een vordering van een bevoegde ambtenaar. Dit is materieel recht. De wetsbepaling bevat geen procedureregels (2 pnt)  

Vraag 2 

Ja. Op grond van art. 89 lid 1 Gw is de regering op grond van attributie bevoegd tot regelgeving (2.5 pnt). Als de formele wetgever in een wet in formele zin aan de regering delegeert, is de regering bevoegd tot wetgeving op grond van delegatie. Bij delegatie moet de regering binnen de grenzen blijven van art. 89 lid (1 en) 2 Gw (2.5 pnt).  

Vraag 3 

Nee. Het is wel een bestuurlijke taak, maar het wordt uitgevoerd door het bestuur, omdat het gaat om rechtsvaststelling in een concreet geval (2 pnt). Op grond van art. 61b Gemw geschiedt het ontslag van een burgemeester bij koninklijk besluit (1 pnt). Dus het ontslag geschiedt door de regering alleen op grond van art. 42 Gw, dus door het bestuur en niet door de wetgever (2 pnt).  

Vraag 4 

  1. In dit arrest is bepaald dat er drie vormen van onrechtmatigheid zijn binnen het leerstuk van de onrechtmatige daad (1 pnt). Allereerst is handelen in strijd met de wet onrechtmatig (inbreuk op een recht, handelen in strijd met een wettelijke plicht). Daarnaast is ook het handelen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt onrechtmatig. In dit arrest is het handelen in strijd met het ongeschreven recht/de zorgvuldigheidsnorm nieuw (3 pnt).  
  2. Ja. In art. 6:162 lid 2 BW (1 pnt) staan alle drie de vormen van onrechtmatig handelen.  

Vraag 5 

Het is opvallend van KEI dat de rechter de mogelijkheid krijgt om meer regie te voeren in de procedure (2 pnt). De rechter kan op verzoek van een partij, of ambtshalve, van de basisprocedure afwijken. Voorbeelden hiervan zijn termijnen verlengen of verkorten, partijen schriftelijk laten reageren op elkaars standpunten, en verlangen dat stukken worden ingediend (1 pnt). Deze verandering is opvallend vanwege "de lijdelijkheid van de rechter". Onder het oude recht zijn het de partijen die het proces voeren, de rechter blijft buiten de rechtsstrijd (2 pnt).  

Vraag 6 

  1. Op grond van art. 42 RO is de rechter in eerste aanleg bevoegd (1 pnt), en op grond van art. 93 sub c Rv de sector kanton (1 pnt). Het gaat om een vordering betreffende een individuele arbeidsovereenkomst, de hoogte van de vordering doet niet ter zake (1 pnt).  
  2. Op grond van art. 99 lid 1 Rv (jo. 1:10 lid 2 BW) is de rechtbank Amsterdam bevoegd, dat is namelijk de woonplaats van gedaagde (1 pnt). Op grond van art. 100 Rv is medebevoegd de rechtbank Noord-Nederland, dat is namelijk de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht (1 pnt).  

Vraag 7 

Art. 6:217 lid 1 bepaalt dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding (wilsovereenstemming) (1 pnt). Aanbod en aanvaarding zijn allebei een rechtshandeling. Volgens art. 3:33 BW moet er sprake zijn van een wil en een daarop gerichte verklaring voor een geldige aanbod en aanvaarding (½ pnt). De wil en verklaring van de Graaf lopen uiteen. Hij verklaart dat hij de bolletjes voor 1.00 per stuk wil verkopen, maar zijn wil is om de bolletjes voor 1.10 per stuk te verkopen. In beginsel komt er geen overeenkomst tot stand (1 pnt), omdat er sprake is van wilsontbreken (1 pnt). Echter beschermd art. 3:35 BW Marieke. Zij mocht erop vertrouwen dat de verklaring van de Graaf op het bord ook zijn wil was (1 pnt). Art. 3:35 herstelt het gebrek in het aanbod van de Graaf. Nu Marieke dit aanbod heeft aanvaard, is er toch een geldige overeenkomst ontstaan tussen de Graaf en Marieke. Marieke moet 3.00 betalen voor de drie bolletjes (½ pnt).  

Vraag 8 

Art. 1:233 BW bepaalt dat Vera minderjarig is omdat ze 12 jaar is (1 pnt). Vera is alleen bekwaam om rechtshandelingen te verrichten als ze toestemming van haar ouders heeft art. 1:234 lid 1 BW. In casu ontbreekt de toestemming (1.5 pnt). Het is ook geen gebruikelijke rechtshandeling voor een kind van jaar 12 jaar (een contrabas voor 1200,- kopen), waardoor de toestemming niet verondersteld mag worden te zijn verleend art. 1:234 lid 3 BW (1 pnt). Op grond van art. 3:32 lid 2 BW is de rechtshandeling vernietigbaar (en dus de ovk), omdat Vera handelingsonbekwaam is (1.5 pnt).  

Vraag 9 

Er is sprake van wanprestatie, omdat er een toerekenbare tekortkoming is in de nakoming van de verbintenis door de galeriehouder, art. 6:74 lid 1 BW (1.5 pnt). Aangezien de galeriehouder nalatig is geweest in het onderhoud van de meterkast, bestaat de toerekenbaarheid uit schuld (0.5 pnt). Nakoming is blijvend onmogelijk omdat het schilderij in as is opgegaan. De verzuimregeling is dus niet van toepassing art. 6:74 lid 2 jo. 6:265 lid 2 BW (1 pnt).  Ellen kan de overeenkomst ontbinden art. 6:265 jo. 6:271 BW (1 pnt). Daarnaast kan Ellen op grond van art. 6:74 jo. 6:277 BW schadevergoeding vorderen (1 pnt). 

Vraag 10 

  1. Ze kan op grond van onrechtmatige daad zowel Keith als Raamlap B.V. aanspreken voor de geleden schade art. 6:162 jo. 6:170 lid 1 (1 pnt).  Er moet sprake zijn van een fout van een ondergeschikte. Er is sprake van een fout als er een onrechtmatige gedraging is die toerekenbaar is en er moet schade zijn en sprake van causaliteit. Er is sprake van een onrechtmatige gedraging, namelijk inbreuk op het eigendomsrecht van Caitlyn. Het is ook toerekenbaar, want er is sprake van schuld. Er is sprake van schade nu het beeld kapot is, art. 6:95 jo. 6:96 BW. Als laatste is er sprake van causaliteit, namelijk conditio sine qua non (1 pnt). Voor deze fout van Keith is Raamlap B.V. risico-aansprakelijk, nu deze in dienst en onder werktijd is gepleegd (1 pnt). Keith en Raamlap B.V. zijn hoofdelijk aansprakelijk art. 6:7 jo. 6:102 BW, dus Caitlyn kan kiezen tegen wie zij een vordering instelt (1 pnt).  
  2. Raamlap B.V. is draagplichtig art. 6:170 lid 3. Keith heeft namelijk per ongeluk gehandeld. Van opzet of bewuste roekeloosheid is hierdoor geen sprake (1 pnt).  

Vraag 11 

In casu gaat het om zaakwaarneming art. 6:198 BW (1 pnt). Zaakwaarneming is zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang. Buurman Bakker handelt spontaan en op eigen initiatief (1.5 pnt). Op familie de Vries, de belanghebbenden, rust de verplichting om de schade die de zaakwaarnemer als gevolg van de waarneming heeft geleden, te vergoeden art. 6:200 lid 1 BW (1.5 pnt). Buurman Bakker's schade bestaat uit de kosten van de planken en de spijkers. Deze schade kan hij vergoed krijgen van familie de Vries (1 pnt).  

NB: art. 6:201 BW is hier niet van toepassing. Buurman Bakker heeft namelijk geen rechtshandeling verricht.  

Vraag 12 

  1. Onjuist. Het recht van vruchtgebruik ex art. 3:201 BW (0.5 pnt) is een vermogensrecht: een overdraagbaar recht art. 3:6 BW (1 pnt). Het is geen relatief recht, maar een absoluut recht, want het geldt tegenover iedereen (1 pnt).  
  2. Juist. Het recht van vruchtgebruik kan op goederen rusten, dit blijkt uit art. 3:201 BW (1 pnt). Alle zaken en vermogensrechten vallen onder goederen art. 3:1 BW (1.5 pnt).  

Vraag 13

  1. Rowan is de eerste twee weken bezitter van de fiets. Bezit is namelijk het houden van de zaak, dus de feitelijke macht hebben, voor zichzelf, dus met de pretentie eigenaar te zijn art. 3:107 lid 1 BW. Rowan heeft de feitelijke macht, want hij weet waar de fiets is, en daarnaast heeft hij de pretentie eigenaar te zijn. Hij heeft zijn bezit niet verloren aan Hetty, nu zij op grond van een rechtsverhouding (bruikleenovereenkomst) de fiets voor een ander (Rowan) houdt en dus niet voor zichzelf (2 pnt).  
  2. Betty is vanaf 15 januari 2017 eigenaar van de fiets. De vereisten voor eigendomsoverdracht zijn: een geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid art. 3:84 lid 1 BW. Er is sprake van een geldige titel, want er is een koopovereenkomst. Er is sprake van levering door feitelijke bezitsverschaffing art. 3:90 BW. Er is alleen geen sprake van beschikkingsbevoegdheid, want Hetty is geen eigenaar. (1.5 pnt). Art. 3:86 lid 1 BW biedt bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder van een roerende zaak. De overdracht is toch geldig, omdat er is voldaan aan feitelijke bezitsverschaffing (art. 3:90; geen levering c.p.), anders dan om niet (betaling) en de verkrijger is te goeder trouw (art. 3:11; geen reden tot twijfel over eigenaarschap). (1.5 pnt).  

NB: art. 3:86 lid 3 BW is niet van toepassing, want er is geen sprake van diefstal, maar van een bruikleenovereenkomst.  

Antwoordindicatie Rechtsvinding

Vraag 1 

Zowel formele procespartij als materiële procespartij.  

  • Formele procespartij omdat de zoon van eisers (betrokkene) minderjarig was ten tijde van het uitbrengen van de inleidende dagvaarding (0.5 pnt). Daarom zijn eisers tot cassatie gedagvaard als wettelijk vertegenwoordiger (0.5 pnt). Dit staat in art. 1:245 lid 4 BW (1 pnt).  
  • Materiële procespartij omdat eisers tot cassatie ook zelf aansprakelijk zijn gesteld (0.5 pnt). Hun zoon (betrokkene 2) was namelijk 14 jaar ten tijde van de gedraging waarop de vordering ziet (pro se) (0.5 pnt). Eisers tot cassatie zijn aansprakelijk op grond van art. 6:169 lid 2 BW (1 pnt). 

Regelnummers 95-114 of 12-16 (1 pnt).  

Vraag 2 

Eisers tot cassatie hebben onvoldoende materieel belang, omdat zij er financieel belang bij hebben dat de veroordeling in stand blijft (1 pnt). De veroordeling pro se (1 pnt), ex art. 6:169 lid 2 BW (1 pnt) kunnen ze namelijk verhalen op hun verzekering (2 pnt).  

Regelnummers 54-62 (1 pnt) of regelnummers 147-150 (0.5 pnt).  

Vraag 3 

  1. Heeft degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over een kind uitoefent voldoende belang (1 pnt) in de zin van art. 3:303 BW (1 pnt) bij de beoordeling of hij aansprakelijk is (0.5 pnt) ex art. 6:169 lid 2 BW (0.5 pnt), indien hij verzekerd is voor die eventuele aansprakelijkheid (0.5 pnt)?  
  2. De enkele omstandigheid dat eisers tot cassatie voor hun op art. 6:169 lid 2 BW berustende aansprakelijkheid verzekerd zijn (0.5 pnt), brengt volgens de Hoge Raad niet mee dat zij geen belang hebben bij een beoordeling van hun aansprakelijkheid pro se (0.5 pnt). Regelnummers 165-168 (0.5 pnt).  

Vraag 4 

Ten eerste op grond van verzuim van vormen (1 pnt). Ten tweede op grond van schending van het recht (1 pnt). Deze vormen staan in art. 79 lid 1 RO (2 pnt).

Regelnummers 170-173 (1 pnt).  

Vraag 5 

  1. De annotator hanteert de wetshistorische interpretatiemethode (1 pnt). Hij wijst namelijk op wat de wetgever zelf aangaf en op de parlementaire geschiedenis (1 pnt). Regelnummers 219-223 (1 pnt).  
  2. Het effect van de wetshistorische interpretatiemethode is dat de tenzij clausule van art. 6:169 lid 2 BW (1 pnt) extensief moet worden uitgelegd volgens de annotator (1 pnt). Regelnummers 219-223 (hier niet verplicht om te melden).  

Vraag 6 

  1. Het hof heeft de schuldeisers een solvabele debiteur willen bieden die de vordering kan betalen (1 pnt). Regelnummers 240-246 (0.5 pnt) 
  2. De annotator vindt de reden invoelbaar, maar juridisch onhoudbaar (0.5 pnt). Een aangesproken partij heeft gewoonweg belang bij de vaststelling of zij aansprakelijk is of niet (1 pnt). Daarbij doet het niet ter zake of zij verzekerd is tegen de gevolgen van deze aansprakelijkheid (1 pnt). Regelnummers 236-240 (0.5 pnt).  

Vraag 7 

  1. Op grond van art. 421 Rv (1 pnt) jo. art. 423 Rv (1 pnt) heeft het hof de zaak verwezen gekregen (0.5 pnt).  Regelnummers 180-181 (0.5 pnt). 
  2. Als eerste of de ouders aansprakelijk zijn/ze zich met succes kunnen beroepen op de tenzij-clausule (0.5 pnt) als is bedoeld in art. 6:169 lid 2 BW (0.5 pnt). Ten tweede voor welke schade de ouders dan aansprakelijk zijn (0.5 pnt). Regelnummers 265-266 (0.5 pnt). 
Check page access:
Public
Check more or recent content:

Oefententamens bij ARW 1 - RUG

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2018/2019

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2018/2019

Image


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1

Nikki droomt al een paar maanden van een paar hippe Common Projects sneakers (model: 2206). De sneakers zijn zeer gewild en als echte fashion freak kan Nikki niet achterblijven. Een paar keer heeft ze op het punt gestaan de sneakers aan te schaffen, maar de koopprijs van € 456,- weerhield haar er telkens van de sneakers te kopen. Als Nikki op een dag voor de zoveelste keer naar de Bijenkorf gaat om de schoenen te passen is ze aangenaam verrast als ze ziet dat de sneakers voor € 40,- zijn geprijsd. Ze haast zich naar de kassa om de schoenen te betalen. Eenmaal aangekomen bij de kassa is de verkoopmedewerker net zo verrast als Nikki. De net aangenomen stagiair heeft per ongeluk de Common Projects sneakers verward met een soortgelijk, maar veel goedkoper model van Reebok. De verkoopmedewerker merkt op dat de prijs € 456,- moet zijn en het aanbod niet geldig is. Nikki meent dat de overeenkomst ondanks de fout van de stagiair toch tot stand is gekomen.

Komt er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand tussen Amber en de verkoopmedewerker? (5 pnt)

Vraag 2

Marjolein is met Sanne overeengekomen dat Marjolein, tegen een vergoeding, een portret van Sanne zal schilderen. Hiervoor hebben zij een middag gepland waarbij Sanne zal modelleren zodat Marjolein een schets kan maken. Aan het einde van deze middag spreken zij af dat Sanne het portret twee weken later op komt halen, zodat Marjolein de tijd heeft om het portret af te schilderen. Als Sanne twee weken later op het afgesproken moment op de stoep staat is Marjolein er niet. Het licht is uit en de deur is dicht. Met lege handen gaat Sanne weer naar huis.

Welke juridische stappen kan Sanne tegen Marjolein nemen? (5 pnt)

Vraag 3

  1. Is het recht van opstal zowel een relatief recht als een absoluut recht? (2,5 pnt)
  2. Kan het recht van vruchtgebruik zowel op zaken als op vermogensrechten gevestigd worden? (2,5 pnt)

Vraag 4

Nick heeft op een verjaardagsfeest van Larry een kostbaar schilderij, ‘Hond op Straat’, beschadigd. Larry stelt Nick aansprakelijk voor deze schade op grond van de onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW. Nick is de beroerdste niet en is bereid deze schade te vergoeden. Hoewel hij niet de beroerdste is, is hij helaas wel de vergeetachtigste. Als Larry na drie weken nog geen schadevergoeding ontvangen heeft, besluit hij Nick een brief te sturen. In deze brief vraagt Larry aan Nick om de schadevergoeding binnen twee weken na ontvangst van de brief te voldoen.

Leg uit vanaf welk moment Nick in verzuim is. (5 pnt)

Vraag 5

Zoek

.....read more
Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)

Image


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1 

Gebruik voor deze vraag art. 2 Wet op de identificatieplicht.  

  1. Is deze bepaling een wet in materiële zin? (3 pnt).  
  2. Staat er in deze bepaling een regel van formeel recht? (2 pnt).  

Vraag 2 

Is de regering op grond van attributie en/of iets anders tot regelgeving bevoegd? (5 pnt).  

Vraag 3

Is het een bestuurlijke taak, die de wetgever uitvoert, om een burgemeester te ontslaan? (5 pnt).

Vraag 4 

  1. Wat heeft de HR in het arrest Lindenbaum-Cohen bepaald? (4 pnt).  
  2. Is deze rechtsregel opgenomen in een wetsartikel, en zo ja, welke? (1 pnt).  

Vraag 5 

KEI (Kwaliteit en Innovatie rechtspraak) wijzigt belangrijke dingen op het gebied van digitalisering en vereenvoudiging van het procesrecht. Daarnaast is het opvallend dat KEI de regisserende rol van de rechter wijzigt. Leg kort uit waaruit deze wijziging bestaat en waarom deze wijziging opvallend is. ( 5 pnt).

Vraag 6 

Louis woont in Groningen en werkt op basis van een arbeidsovereenkomst als manager bij de Pastafabriek (ook in Groningen). De Pastafabriek is statutair gevestigd in Amsterdam. In Groningen gaan veel studenten vaak culinair uiteten bij het filiaal, maar in Amsterdam bij het moederbedrijf loopt het minder goed. Het salaris van Louis is dan ook al een aantal maanden niet uitbetaald. Op 1 oktober 2017 is Louis het zat, hij heeft al 6 maanden geen loon gehad. Henk stelt tegen het moederbedrijf een vordering in tot uitbetaling over de periode van april tot en met september 2017, voor een totaal bedrag van 25.200 (6 * 4200). 

  1. Welke rechter is absoluut bevoegd? (3 pnt). 
  2. Welke rechter(s) is/zijn relatief bevoegd? (2 pnt). 

Vraag 7

In Kampen staat de beruchte ijssalon Marena, met het lekkerste ijs van Nederland. De Graaf runt de tent al vele jaren met plezier, en elk jaar verhoogt hij de prijs van elk bolletje met 0.10 cent. Dit jaar is hij vergeten het bord achter de toonbank aan te passen, waardoor er nog steeds staat 1.00 per bolletje, in plaats van 1.10. Marieke koopt een ijsje met drie bolletjes en schrikt als ze ineens 3.30 moet betalen, terwijl ze 3.00 verwachtte. Ze gaat met de Graaf in discussie, die stelt dat de prijs op het bord onjuist is. Marieke blijft bij haar standpunt dat het 1.00 per bolletje is, en wil slechts 3.00 betalen. De Graaf blijft bij 1.10 per bolletje en vraagt 3.30.  

Komt er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand tussen de Graaf en Marieke, en zo ja, welke prijs moet Marieke betalen voor het ijsje met drie bolletjes? (5 pnt). 

Vraag 8 

De 12-jarige Vera is een groot fan van grote orkesten. Het mooiste instrument vindt ze de contrabas. Als er een nieuw muziekfiliaal opent in haar woonplaats,

.....read more
Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)

Image


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1

Linus is een zwerver zonder woonplaats. Hij steelt bij de Cool Blue te Nijmegen een dure Samsung, die hij vervolgens op straat verkoopt. De Cool Blue stelt tegen Linus een vordering in ter hoogte van € 750,- zijnde de waarde van de Samsung. Johannes bevindt zich ondertussen in Enschede, alwaar hij in hechtenis zit wegens een ander (in Enschede) gepleegd delict.

  1. Welke rechter is of rechters zijn absoluut en relatief bevoegd? (4 pnt)
  2. Staat er hoger beroep open voor de partij die in het ongelijk wordt gesteld? (1 pnt)

Vraag 2

Schoenmakersbedrijf De Lange Veter te Doetichem is in onderhandeling met Machinefabriek Spare Parts BV te Venlo over de aanschaf van een op maat gemaakte professionele naaimachine. Uiteindelijk besluit de eigenaar van De Lange Veter af te zien van de koop en stuurt een e-mail aan Spare Parts BV. Daarbij maakt hij echter een fout, want hij schrijft – voor zover relevant – ‘met uw aanbod akkoord’ in plaats van ‘met uw aanbod niet akkoord’. De eigenaar van Spare Parts BV fabriceert de naaimachine en verzendt die naar Doetichem.

Is de eigenaar van De Lange Veter verplicht om de naaimachine in ontvangst te nemen en de bijbehorende factuur te betalen? (5 pnt)

Vraag 3

Sjors is een ongeloofelijke kwajongen van 12 jaar die tijdens het steppen opzettelijk de zijspiegel van de motor van de buurman vernielt.

  1. Is Sjors aansprakelijk voor de schade? (2 pnt)
  2. Zijn de ouders van Sjors aansprakelijk voor de schade? (3 pnt)

Vraag 4

  1.   Wat is de rechtsregel uit het arrest Verhuizende zusjes (HR 12 mei 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5784)? (3 pnt)
  2.   In welk arrest werd bepaald dat het plaatsen van een waarschuwingsbord niet onder alle omstandigheden kan worden beschouwd als een afdoende veiligheidsmaatregel tegen een gevaar? (2 pnt)

Vraag 5

Lees de considerans van de Gratiewet. 

  1. Is deze wet gemaakt op grond van een geattribueerde bevoegdheid? (3 pnt) 
  2. Is het toegestaan om in deze wet andere organen aan te wijzen tot het opstellen van nadere regels? (2 pnt)

Vraag 6

  1. Is het recht van opstal zowel een absoluut recht als een beperkt recht? (2,5 pnt).  
  2. Kan het recht van opstal op alle goederen worden gevestigd? (2,5 pnt)

Vraag 7

Ten behoeve van een meerderjarige kan wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand een mentorschap worden ingesteld.

  1. Gebeurt dit door een bestuurlijk orgaan dat een bestuurlijke taak verricht? (4 pnt) 
  2. Wordt de beslissing tot het instellen van een mentorschap vastgelegd in een vonnis? (1 pnt)

Vraag 8

Ernesto verkoopt zijn Audi aan

.....read more
Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2015/2016

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2015/2016

Image


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie. Beantwoord de vragen met juist of onjuist.

Vraag 1

Geef aan of het Besluit omgevingsrecht een wet in formele zin is en tevens een wet in materiële zin.

Vraag 2

In art. 122 lid 2 Grondwet staat een geattribueerde bevoegdheid die gedelegeerd mag worden.

Vraag 3

Een algemeen verbindend voorschrift die gemaakt is door de gemeenteraad mag de recht toetsen aan hogere regelgeving, onder andere aan de Grondwet en aan een ieder verbindende verdragsbepalingen.

Vraag 4

Marcel woont in Groningen. Hij koopt voor 31.000,- een nieuwe auto van Gregorianus. Gregorianus woont in Amsterdam. Op het moment dat hij de auto ophaalt betaalt hij de verschuldigde koopsom direct. Een maand later komt Marcel erachter dat de motor kapot is vanwege slecht onderhoud. De auto blijkt slechts 2000,- waard te zijn. Marcel is heel boos, want hij heeft 29.000,- te veel betaald. Toch wil hij de auto graag houden. Marcel vordert schadevergoeding op grond van wanprestatie. De vordering beperkt hij tot 24.000,-.

De Rechtbank Amsterdam, sector kanton, is bevoegd kennis te nemen van de vordering van Marcel.

Vraag 5

In het huis van Lea staat een goudkleurig beeld. Op een dag laat haar huishoudster het beeldje vallen. Lea vordert 5000,- schadevergoeding van haar huishoudster, omdat volgens Lea het beeldje van goud is. De huishoudster zegt dat het beeld veel minder waard is, omdat het voor een veel lager bedrag is gekocht bij een grote Duitse beeldenverkoper. De rechtbank Noord-Nederland, sector kanton, zegt dat het geen gouden beeld is, en wijst een schadevergoeding toe van 20,-.

Lea kan tegen dit vonnis wel hoger beroep instellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Vraag 6

De Hoge Raad oordeelt in het arrest De kantharos van Stevensweert (HR 19 juni 1959, NJ 1960, 59) dat er sprake is van bedrog, omdat de koper van een kostbaar voorwerp een veel te lage prijs heeft betaald aan de verkoper.

Vraag 7

Hoogleraar Roodwijn besluit al zijn kostbare wetboeken in combinatie te verkopen voor maar 250,-. Hij plaatst een advertentie in de krant waarin staat dat de wetboeken direct kunnen worden opgehaald bij de kruidenierslaan nummer 69 in Groningen. De ijverige rechtenstudente Babette is geïnteresseerd en belt het nummer dat in de krant staat. Per ongeluk tikt ze het laatste cijfer verkeerd in, waardoor ze aan de lijn komt met Stijn. Babette zegt tegen Stijn dat ze de advertentie heeft gezien en dat ze de wetboeken graag wil kopen, maar dat ze als student niet zo rijk is en maar 150,- wil betalen. Vanwege haar schattige stem wil Stijn een grapje met haar uithalen en gaat akkoord met het voorstel. De dag erna belt Babette aan bij Roodwijn. Roodwijn weet van.....read more

Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (1)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (1)

Image


Rechtsvorming

Geef aan of de stelling juist of onjuist is. Motiveer de antwoorden en verwijs – indien mogelijk – naar de bijpassende wetsartikelen en jurisprudentie.

Vragen

Stelling 1

Lid 1 van artikel 69 Vreemdelingenwet 2000 houdt in formeel recht en behoort tot een wet in formele zin.

Stelling 2

Tot een bestuurlijke taak behoort het wijzigen van een achternaam (geslachtsnaam), en dat wordt gedaan door een rechter.

Stelling 3

Op grond van een gedelegeerde bevoegdheid is - de wet - de Bekendmakingswet tot stand gebracht.

Stelling 4

Marieke die woont in Castricum aan Zee, wil wel eens meer zien dan haar eigen strand en besluit via een reisorganisatie dat is gevestigd in Den-Haag met een bus naar Blanes te gaan. Ze boekt gelijk en betaalt de kosten van € 1025 euro. Een paar weken voordat de busreis begint wordt ze gebeld door de reisorganisatie dat de bus al vol zit. Met een andere bus kan ze wel naar Lloret de mar. Marieke is boos en wil niet meer op vakantie. Gelijk annuleert ze de boeking en vordert terugbetaling van de €1025 euro. Daarnaast vordert ze een schadevergoeding van €225 euro.

De rechtbank Noord-Holland, sector kanton en de rechtbank Den-Haag, sector kanton, zijn allebei bevoegd kennis te nemen van de vordering van Marieke.

Stelling 5

Opa Jan is net verhuisd naar een bejaardentehuis. Doordat er iets is misgegaan blijven de rekeningen van zijn zorgverzekering (€ 200,-) naar zijn oude adres gaan. De zorgverzekering is gevestigd in Amsterdam. Opa Jan is beginnend dement en heeft niet door dat hij geen rekeningen meer krijgt. Ondertussen is er al een jaar niet betaald en de zorgverzekering vordert bij de rechter betaling van het verschuldigde geld. Opa Jan heeft ook niet gehoord van de procedure, dus hij verschijnt niet. De rechter veroordeeld bij verstek tot betaling van de 12 maanden, dus 2400 euro.

Opa Jan komt er uiteindelijk achter dat hij is veroordeelt. Hij kan hoger beroep instellen tegen het vonnis bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Stelling 6

De Hoge Raad interpreteert in het arrest Portacabin (HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97) het begrip ‘onroerend’ restrictief.

Stelling 7

Sarah is 12 en is een grote fan van Selena Gomez. Haar ouders vinden het zonde van het geld om een keer naar een concert toe te gaan. Op een dag vindt Sarah 1000 euro in haar vaders portemonnee en koopt een kaartje in een winkel ter waarde van 800,- euro.

De ouders van Sarah zijn bevoegd als wettelijk vertegenwoordiger de koopovereenkomst rechtsgeldig te vernietigen, omdat Sarah handelingsonbekwaam is.

Stelling 8

Fatima, een meisje van 19 jaar, ziet in een etalage een hele mooie broek van het merk G-Star hangen. Ze is gelijk verliefd en wil.....read more

Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (2)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (2)

Image


Rechtsvorming

Beantwoordt de stellingen met juist of onjuist. Motiveer het antwoord, en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen.

Vragen

Stelling 1

De ministers en de minister-president worden bij wet in formele zin inhoudende een algemeen verbindend voorschrift benoemd.

Stelling 2

Een algemene maatregel van bestuur is NIET altijd afkomstig van de regering.

Stelling 3

De beide Kamers der Staten-Generaal beschikken over dezelfde grondwettelijke bevoegdheden om de ministeriële verantwoordelijkheid af te dwingen en daarmee de minister te kunnen controleren.

Stelling 4

Gijsbert werkt voor het bedrijf KPN dat gevestigd is in Den Haag (arrondissement rechtbank Den Haag). Gijsbert woont in Zwolle (arrondissement rechtbank Overijssel) en werkt in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (arrondissement rechtbank NoordNederland). Gijsbert krijgt ruzie met KPN over de uitbetaling van 35.000,- aan prestatiebonussen. Gijsbert zegt dat hij op grond van zijn arbeidsovereenkomst daar recht op heeft en dagvaardt zijn werkgever voor deze vordering.

De sectoren kanton van de rechtbanken Den Haag, Overijssel en Noord-Nederland zijn allemaal bevoegd van deze vordering kennis te nemen.

Stelling 5

De HR interpreteert het begrip ‘drukpers’ extensief in het arrest Nederland ontwapent.

Stelling 6

Eva werkt voor de fietsenwinkel van Stijn. Stiekem is ze verliefd op hem. De winkel dreigt echter failliet te gaan en Stijn zet Eva onder grote druk om een nieuwe fiets te kopen voor een te hoge prijs van 600,-. Aangezien Stijn ook dreigt dat hij haar zal ontslaan als ze de fiets niet koopt, besluit Eva het aanbod maar te aanvaarden.

Er is een geldige koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Eva en Stijn, hoewel er sprake is van een wilsgebrek.

Stelling 7

De alcoholist Joris van Veen is onder curatele gesteld omdat hij teveel geld verkwist aan drank. Op een dag verkoopt hij zijn auto aan een vriend voor 5000,- zodat hij weer alcohol kan kopen. Zijn curator heeft hem hiervoor geen toestemming gekregen.

De overeenkomst is NIET vernietigbaar.

Stelling 8

De Oekraïense Vladimir heeft met zijn werkgever een weddenschap over het referendum over de vraag of Oekraïne bij de Europese Unie mag. Vladimir verliest de weddenschap en is de werkgever 50,- verschuldigd.

Als Vladimir niet wil betalen, kan de werkgever nakoming van de verbintenis afdwingen bij de rechter.

Stelling 9

Antoine is verkoper van ARW boeken. Hij heeft een koopovereenkomst met de Juridische Faculteitsvereniging op grond waarvan hij voor 1 september 2016 – namelijk het begin van het studiejaar – 600 ARW boeken aan de JFV moet leveren. Antoine belt de JFV op 26 augustus 2016 op met de mededeling dat levering van de ARW boeken niet meer gaat lukken, omdat hij de dag erop voor langdurig verblijf vertrekt naar Frankrijk, waar zijn familielid op sterven ligt.

De JFV kan de overeenkomst met.....read more

Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (1)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (1)

Image


Rechtsvorming

Beantwoordt de stellingen met juist of onjuist. Motiveer het antwoord, en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen.

Vragen

Stelling 1

De Penitentiaire Maatregel is een wet in formele zin.

Stelling 2

Krachtens attributie is de Minister van Justitie bevoegd tot het maken van ministeriële regelingen.

Stelling 3

De rechter hanteert de wetshistorische en systematische interpretatie in het geval waarin hij een wettelijke regel interpreteert met zowel een beroep op de parlementaire geschiedenis als op het stelsel van het desbetreffende rechtsgebied.

Stelling 4

Max wordt gedagvaard voor de rechtbank voor een vordering van 2000 euro die hij nog moest betalen aan Dirk. Tijdens de procedure stelt Max dat hij al 900 euro heeft terugbetaald. De kantonrechter acht dit bewezen en veroordeelt Max op 2 januari 2013 tot betaling van de resterende 1100,-. De advocaat van Dirk stelt Dirk op 2 mei 2013 op de hoogte van dit Vonnis. Dirk is het er niet mee eens en wil in hoger beroep.

Dirk kan niet in hoger beroep.

Stelling 5

Fietsenhandelaar van Dijk huurt een bedrijfsruimte van de gemeente. Hij komt echter in een faillissement terecht waardoor hij de huur niet meer kan betalen. De gemeente stapt naar de burgerlijke rechter om de achterstallige huurtermijnen van de fietsenhandelaar op te eisen.

Omdat de gemeente de vordering indient, zal de burgerlijke rechter zich onbevoegd verklaren kennis te nemen.

Stelling 6

Het opzeggen van een arbeidsovereenkomst is een meerzijdige rechtshandeling.

Stelling 7

De geldverkwister Jan Jaap wordt door de rechtbank, sector kanton op 4 januari 2013 onder curatele gesteld. Een paar dagen later koopt Jan Jaap een tweedehandse laptop van Peter Boshuis voor 500,-. Achteraf hoort Peter dat Jan Jaap onder curatele staat. Peter baalt van de verkoop, omdat de prijs te laag is.

Peter Boshuis kan de koopovereenkomst rechtsgeldig vernietigen, omdat Jan Jaap handelingsonbekwaam is.

Stelling 8

Boer Arend koopt een koe van Boer Geert. Anders dan boer Geert had gezegd, kan de koe geen melk geven. Boer Arend vernietigt de koopovereenkomst succesvol op grond van dwaling (art. 228 lidd 1 sub a BW).

Boer Arend kan het aankoopbedrag terugvorderen op basis van art. 6:203 lid 1 BW.

Stelling 9

Schilderijenverkoper Stijn de Bouvoir verkoopt een uniek schilderij uit 1400 aan de rijke kunstverzamelaar Tony van Dijk. In de nacht voor de geplande levering wordt het schilderij gestolen doordat Stijn de zaak niet goed had afgesloten.

Tony van Dijk zal Stijn de Bouvoir in gebreke moeten stellen voordat hij de overeenkomst kan ontbinden.

Stelling 10

Om zijn buurman te pesten heeft Gert op de grens met de tuin van de buurman een heel grote watertoren neergezet, zonder deze op het elektriciteitsnet aan te sluiten. De watertoren verpest het uitzicht van de.....read more

Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (2)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (2)

Image


Rechtsvorming

Geef aan of de stelling juist of onjuist is. Motiveer uw antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen.

Vragen

Stelling 1

De benoeming van een met rechtspraak belast lid van de rechterlijke macht, valt te kwalificeren als een handeling van het bestuur.

Stelling 2

De Raad van State moet zowel over een voorstel van een wet in formele zin als over een ontwerp van algemene maatregel van bestuur, advies geven.

Stelling 3

De Staten-Generaal heeft krachtens attributie de bevoegdheid om wetten in formele zin te maken.

Stelling 4

Gerco de Vries heeft een huurachterstand van 16000,- bij zijn huurbaas. Het huis staat in Den Haag. De huurbaas woont in Amsterdam. De huurbaas is boos en besluit Gerco te dagvaarden. Gerco is echter inmiddels verhuisd naar Zwolle.

De Rechtbank Overijssel, sector kanton is bevoegd.

Stelling 5

Klaas heeft op zijn huis in neonletters ‘Nederland ontwapent’ geschreven. Bij de rechtbank beroept Klaas zich op art. 7 Gw. De officier van justitie zegt dat de gegarandeerde vrijheid in deze bepaling beperkt moet blijven tot het gedrukte schrift, neonletters vallen hier niet onder. De HR overweegt in zijn arrest: Het aanbrengen van een opschrift als het onderhavige moet met het aanbrengen van gedrukte of geschreven stukken op één lijn worden gesteld, nu dit als middle van bekendmaking in het maatschappelijk verkeer dezelfde functie heeft als het aanbrengen van geschriften in eigenlijke zin.

De HR maakt hier gebruik van de teleologische interpretatie.

Stelling 6

Lisa wil haar dwarsfluit voor 90 euro verkopen. Ze stuurt een appje naar haar vriendin Daphne waarin ze perongeluk zegt dat ze de dwarsfluit voor 80 euro verkoopt. Daphne appt terug akkoord te gaan. Wanneer Daphne de dag erna met 80 euro bij Lisa staat zegt Lisa dat ze zich heeft vergist end at ze 90 euro ervoor wil hebben. Daphne houdt Lisa aan de overeengekomen prijs van 80 euro.

Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Lisa en Daphne, omdat de wil en verklaring van Lisa niet overeenkomen.

Stelling 7

Sem is 12 jaar en verzamelt oude postzegels. Zijn ouders vinden het maar niks, omdat de postzegels zeer prijzig zijn. Ze 9,9verbieden hem dan ook nog meer postzegels te kopen. De postzegelhandelaar uit de buurt bidet Sem een week later voor 1000 euro een setje zeer kostbare oude postzegels aan. Sem koopt de postzegels van de postzegelhandelaar.

De ouders van Sem kunnen de koopovereenkomst ontbinden met een beroep op zijn minderjarigheid.

Stelling 8

Maria heeft 25 jaar geleden 200 euro geleend van haar ouders. Omdat haar ouders in de financiële problemen komen vragen ze het geleende geld terug. Maria denkt dat ze dat verschuldigd is en betaalt. Een poos later krijgt.....read more

Access: 
Public
Algemene Rechtswetenschap I: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3877
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.