ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1

Linus is een zwerver zonder woonplaats. Hij steelt bij de Cool Blue te Nijmegen een dure Samsung, die hij vervolgens op straat verkoopt. De Cool Blue stelt tegen Linus een vordering in ter hoogte van € 750,- zijnde de waarde van de Samsung. Johannes bevindt zich ondertussen in Enschede, alwaar hij in hechtenis zit wegens een ander (in Enschede) gepleegd delict.

  1. Welke rechter is of rechters zijn absoluut en relatief bevoegd? (4 pnt)
  2. Staat er hoger beroep open voor de partij die in het ongelijk wordt gesteld? (1 pnt)

Vraag 2

Schoenmakersbedrijf De Lange Veter te Doetichem is in onderhandeling met Machinefabriek Spare Parts BV te Venlo over de aanschaf van een op maat gemaakte professionele naaimachine. Uiteindelijk besluit de eigenaar van De Lange Veter af te zien van de koop en stuurt een e-mail aan Spare Parts BV. Daarbij maakt hij echter een fout, want hij schrijft – voor zover relevant – ‘met uw aanbod akkoord’ in plaats van ‘met uw aanbod niet akkoord’. De eigenaar van Spare Parts BV fabriceert de naaimachine en verzendt die naar Doetichem.

Is de eigenaar van De Lange Veter verplicht om de naaimachine in ontvangst te nemen en de bijbehorende factuur te betalen? (5 pnt)

Vraag 3

Sjors is een ongeloofelijke kwajongen van 12 jaar die tijdens het steppen opzettelijk de zijspiegel van de motor van de buurman vernielt.

  1. Is Sjors aansprakelijk voor de schade? (2 pnt)
  2. Zijn de ouders van Sjors aansprakelijk voor de schade? (3 pnt)

Vraag 4

  1.   Wat is de rechtsregel uit het arrest Verhuizende zusjes (HR 12 mei 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5784)? (3 pnt)
  2.   In welk arrest werd bepaald dat het plaatsen van een waarschuwingsbord niet onder alle omstandigheden kan worden beschouwd als een afdoende veiligheidsmaatregel tegen een gevaar? (2 pnt)

Vraag 5

Lees de considerans van de Gratiewet. 

  1. Is deze wet gemaakt op grond van een geattribueerde bevoegdheid? (3 pnt) 
  2. Is het toegestaan om in deze wet andere organen aan te wijzen tot het opstellen van nadere regels? (2 pnt)

Vraag 6

  1. Is het recht van opstal zowel een absoluut recht als een beperkt recht? (2,5 pnt).  
  2. Kan het recht van opstal op alle goederen worden gevestigd? (2,5 pnt)

Vraag 7

Ten behoeve van een meerderjarige kan wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand een mentorschap worden ingesteld.

  1. Gebeurt dit door een bestuurlijk orgaan dat een bestuurlijke taak verricht? (4 pnt) 
  2. Wordt de beslissing tot het instellen van een mentorschap vastgelegd in een vonnis? (1 pnt)

Vraag 8

Ernesto verkoopt zijn Audi aan Catalina. De levering vindt plaats door middel van constitutum possessorium, omdat Ernesto de auto nog een paar dagen nodig heeft. Catalina blijft echter in gebreke in het betalen van de koopprijs en raakt in verzuim. Ernesto ontbindt de koopovereenkomst vervolgens rechtsgeldig.

  1. Wie is vanaf het moment van de ontbinding eigenaar van de Audi? (3 pnt)
  2. Wie is vanaf het moment van de ontbinding bezitter van de Audi? (2 pnt)

Vraag 9

Op het hoorcollege over vermogensrecht in het algemeen is kort ingegaan op de verschillen tussen de nietigheid en de vernietigbaarheid van rechtshandelingen. Wat is het belangrijkste verschil tussen beide? Licht toe. (5 pnt)

Vraag 10

Lees artikel Ya 45 Kieswet.

  1. Maakt deze bepaling deel uit van een wet in formele zin? (3 pnt)
  2. Bevat deze bepaling materieel recht? (2 pnt)

Vraag 11 

Marcus en Rodney zijn een weddenschap aangegaan voor het niet geringe bedrag van € 600,- met als inzet de duur van het presidentschap van Donald Trump. Rodney verliest die weddenschap en betaalt de € 600,-. Drie weken later bedenkt Rodney zich, die inmiddels rechten studeert, dat hij wellicht niet had hoeven te betalen. Rodney krijgt spijt van de betaling aan Marcus en wil zijn geld terug.

  1. Was Rodney verplicht om de € 600,- aan Marcus te betalen? (3 pnt)
  2. Kan Rodney de € 600,- als onverschuldigd betaald terugvorderen? (2 pnt)

Vraag 12

Alons wil zijn dure wielrenfiets verkopen. Arie, een voormalige fietsenmaker die onder curatele is gesteld, is geïnteresseerd in de fiets en gaat met Alons in onderhandeling. Arie wil de fiets niet zelf gaan gebruiken. Zijn plan is om de fiets voor een laag bedrag van Alons te kopen en voor een veel hoger bedrag door te verkopen. Ondanks dat Alons en Arie nog met elkaar in onderhandeling zijn, sluit Arie alvast een koopovereenkomst met de 20-jarige Mohamed die akkoord gaat met de niet onredelijke prijs van € 1.000,- voor de fiets. Arie besluit vervolgens echter om zijn wielrenfiets toch zelf te houden en breekt de onderhandeling met Arie af.

Is Arie in beginsel verplicht om de fiets aan Mohamed te leveren, of staat zijn ondercuratelestelling daaraan in de weg? (5 pnt)

Vraag 13

Jason koopt via Facebook Vraag en Aanbod een oven van Leslie en spreekt met Leslie af dat de koelkast de week daarop zal worden geleverd. Jason heeft de oven hard nodig, omdat het koud weer is en hij volgend weekend ook zijn housewarming heeft gepland en quiche wil maken in de oven. Leslie weet dit niet. De eerstvolgende vrijdag wordt de oven bezorgd, door de broer van Leslie, maar helaas niet bij Jason. De broer van Leslie geeft de oven per ongeluk verderop in de straat af aan Louis, die toevallig ook een oven nodig heeft. Jason slaagt er niet in het bederf van de voor zijn housewarming reeds gekochte quiches te voorkomen en moet deze weggooien.

  1. Kan Jason met succes de oven opvorderen bij Louis? (2 pnt)
  2. Kan Jason met succes schadevergoeding van Leslie vorderen? (3 pnt)

Vragen Rechtsvinding

Vragen bij Hoge Raad 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1353 (Keukenbrand)

Motiveer steeds in eigen woorden het antwoord en verwijs naar de juiste regelnummers en/of wetsartikelen.

Vraag 1

  1. Welke wettelijke definitie hanteert de rechtbank in haar vaststelling dat verweerster in cassatie onrechtmatig heeft gehandeld? (3 pnt)
  2. Uit welke wetsbepaling is de hierboven bedoelde definitie afkomstig? (2 pnt)

Vraag 2

  1. De annotator stelt dat de huurder in casu in hoger beroep is gegaan (r. 257). Is het juist wat hij zegt? (2 pnt)
  2. Welke partij(en) is/zijn in cassatieberoep gegaan? (3 pnt)

Vraag 3

De A-G stelt dat het hof ’s-Hertogenbosch van oordeel is dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad, vanwege het ontbreken van één van de onrechtmatige-daadcriteria.

  1. Welk onrechtmatige-daadcriterium zou ontbreken? (1 pnt)
  2. Wat is volgens de A-G de oorzaak dat het hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat dit criterium ontbreekt? (2 pnt)
  3. Legt het hof ’s-Hertogenbosch dit criterium volgens de A-G restrictief, grammaticaal neutraal of extensief uit? Licht toe. (2 pnt)

Vraag 4 

Eisers tot cassatie stellen dat in geval van gevaarzetting per definitie sprake is van onrechtmatig handelen en het causaal verband dan niet meer hoeft te worden bewezen. Om welke twee redenen is deze stelling volgens de A-G niet juist? (5 pnt)

Vraag 5 

  1. Op welke wettelijke grondslag(en) zou de Hoge Raad het arrest van het hof ’s-Hertogenbosch moeten vernietigen volgens de A-G? (2,5 pnt)
  2. Volgt de Hoge Raad het advies van de A-G? (2,5 pnt)

Vraag 6

Welke rechtsvraag in concreto zal het hof Arnhem-Leeuwarden nog moeten beantwoorden gelet op het oordeel van de Hoge Raad? (5 pnt)

Vraag 7 

  1. Wat is de letterlijke vertaling van ‘conditio sine qua non’? (2 pnt)
  2. Leg in eigen woorden uit wat de zinsnede van de annotator dat ‘op de schadelijdende partij de bewijslast rust van het causaal verband (in de zin van: conditio-sine-qua-nonverband)’ concreet betekent voor de schadelijdende procespartij in casu. (3 pnt)

Antwoordindicatie Rechtsvorming

Vraag 1

  1. AC: de rechtbank is in eerste aanleg bevoegd op grond van artikel 42 RO, sector kanton op grond van artikel 93 sub a Rv. Het gaat in deze zaak om een vordering onder de € 25.000,- (2 pnt).
    RC: De rechtbank Enschede (Overijssel) is bevoegd op grond van artikel 99 lid 2 Rv als werkelijke verblijfplaats van gedaagde; de rechtbank Nijmegen (Brabant) is mede bevoegd op grond van art. 102 Rv als plaats waar het schadebrengende feit/OD zich heeft voorgedaan (2 pnt). Het betreft aldus een civielrechtelijke vordering. Indien wordt ingegaan op de absolute en relatieve bevoegdheid van de strafrechter levert dit in beginsel geen punten op.
  2. Nee. In artikel 332 lid 1 Rv staat een appelverbod, inhoudende dat er geen hoger beroep mogelijk is bij een vordering die niet meer beloopt / lager is dan € 1.750,- (1 pnt).

Vraag 2

Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding (wilsovereenstemming), art. 6:217 lid 1 BW (1 pnt). Aanbod en aanvaarding zijn beide rechtshandelingen. Voor een geldige aanbod en aanvaarding moet er sprake zijn van een wil en een daarop gerichte verklaring, art. 3:33 BW (1/2 pnt). De wil en verklaring van De Lange Veter lopen uiteen. Zijn wil is om van de koop af te zien, maar hij verklaart dat hij met het aanbod akkoord gaat. Doordat er sprake is van wilsontbreken (1 pnt), komt er in beginsel geen overeenkomst tot stand (1 pnt).

Spare Parts BV wordt echter beschermd door artikel 3:35 BW (1/2 pnt). Hij mocht erop vertrouwen dat de verklaring van De Lange Veter (met aanbod akkoord) ook zijn wil was (1/2 pnt). Artikel 3:35 BW herstelt het gebrek in de aanvaarding van De Lange Veter, waardoor er toch een geldige overeenkomst is ontstaan tussen De Lange Veter en Spare Parts BV. De eigenaar van De Lange Veter is dan ook verplicht om de naaimachine in ontvangst te nemen en de bijbehorende factuur te betalen (1/2 pnt).

Vraag 3

  1. Nee, ook al handelt Sjors met opzet, zijn gedraging kan hem niet als onrechtmatige daad worden toegerekend nu hij nog maar 12 jaar oud is (< 14 jaar) (1 pnt); art. 6:162 jo. art. 6:164 BW (1 pnt). NB art. 6:169 lid 1 BW bepaalt niets over de (uitsluiting van) aansprakelijkheid van Joris.
  2. Ja, Sjors is onder de 14 jaar en dan zijn de ouders risico-aansprakelijk (1 pnt). Voorwaarde is wel dat de gedraging als een onrechtmatige daad aan Sjors zou kunnen worden toegekend als zijn leeftijd er niet aan in de weg zou hebben gestaan: inbreuk recht / schuld (opzet) / schade / causaliteit (1 pnt). Zie art. 6:162 BW jo. art. 6:169 lid 1 BW (1 pnt). NB Overigens dient het om een als een doen te beschouwen gedraging te gaan, in casu: vernieling.

Vraag 4

  1. In het arrest Verhuizende zusjes bepaalde de Hoge Raad: ‘Gevaarscheppend gedrag is alleen dan onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden. Dit resulteert in de hoofdregel dat het veroorzaken van een ongeval in beginsel niet onrechtmatig is. Een ongeval kan ontstaan door een ongelukkige samenloop van omstandigheden (OSVO). (1 ½ pnt) Aansprakelijkheid ontstaat pas als de dader zich van het gevaarzettende gedrag had moeten onthouden (1 ½ pnt).
  2. Jetblast (2 pnt), Verheugt

Vraag 5

  1. Ja. De wet is gemaakt door de formele wetgever – bestaande uit de regering én Staten-Generaal – op grond van artikel 81 jo. artikel 122 lid 1 Gw. Het gaat hierbij om de uitoefening van een in de Grondwet toegekende bevoegdheid en dus om attributie. (3 pnt)
  2. Uit artikel 122 lid 1 Gw blijkt dat delegatie is toegestaan: ‘met inachtneming van bij of krachtens de wet te stellen voorschriften’. (2 pnt)

NB In artikel 122 lid 1 Gw staat eveneens ‘na advies van een bij de wet aangewezen gerecht …’ Hierop slaat de vraag niet, nu dit niet ziet op een regelstellende bevoegdheid.

Vraag 6

  1. Het recht van opstal ex artikel 5:101 lid 1 BW (1/2 pnt) is een absoluut recht, want het kan ten opzichte van iedereen worden ingeroepen, ook tegenover derden-verkrijgers (1 pnt). Tevens is het een beperkt recht (artikel 3:8 BW), want het verschaft alleen het recht om op een onroerende zaak van een ander gebouwen te hebben, niet om over de ondergrond te beschikken (1 pnt).
  2. Het recht van opstal kan blijkens artikel 5:101 lid 1 BW alleen op onroerende zaken – stoffelijke voorwerpen – worden gevestigd en niet op rechten (1 pnt). Het kan derhalve niet op alle goederen worden gevestigd, omdat daaronder krachtens alle zaken en vermogensrechten vallen (1  pnt), artikel 3:1 BW (½ pnt)

Vraag 7

  1. Nee. Op grond van artikel 1:450 BW is het de kantonrechter die een mentorschap kan instellen (2 pnt). Hij vervult wel een bestuurlijke taak, omdat het een rechtsvaststelling in een concreet geval betreft en geen geschilbeslechting (2 pnt).
  2. Nee. De beslissing wordt niet vastgelegd in een vonnis, maar in een beschikking (zie evt. art. 1:451 lid 5 BW) (1 pnt)

Vraag 8

  1. Catalina is eigenaar van de Audi geworden. De vereisten voor eigendomsoverdracht: geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid (art. 3:84 lid 1 BW)
    •   Geldige titel: koopovk
    •   Levering: c.p. (art. 3:115 sub a BW)
    •   Eric is beschikkingsbevoegd op moment van levering. (1 ½ pnt)

De verklaring tot ontbinding heeft krachtens artikel 6:269 BW geen terugwerkende kracht, dus de koopovk blijft in stand. Catalina is dus eigenaar. (1 ½ pnt)

  1. Catalina is bezitter van de Audi. Bezit is namelijk het houden van een zaak (feitelijke macht hebben) voor zichzelf (met de pretentie eigenaar te zijn), art. 3:107 lid 1 BW. Catalina is door de levering c.p. bezitter geworden en blijft dat ook na de verklaring tot ontbinding: art. 3:115 sub a BW jo. 6:269 BW. Ernesto was na levering houder voor Catalina en is dat ook na de verklaring tot ontbinding. (2 pnt)

Vraag 9

Nietigheid = ten gevolge van een aan de rechtshandeling klevend gebrek treden de bij het aangaan van die rechtshandeling beoogde rechtsgevolgen niet in. (1 ½ pnt) Vanaf het begin mist de rechtshandeling derhalve rechtsgevolg; daarvoor is geen actie van een der partijen nodig. (1 pnt)
Een voorbeeld hiervan staat in artikel 3:40 BW: in strijd met de wet, openbare orde of goede zeden.
(Indien onenigheid over de nietigheid bestaat, zal de rechter een declaratoir vonnis wijzen)

Vernietigbaarheid = geldige, maar aantastbare rechtshandeling. Als niemand wat doet, is er sprake van een geldige rechtshandeling. (1 ½ pnt) Pas als een der partijen actie onderneemt, kan daarin verandering komen: de rechtshandeling kan worden vernietigd, hetzij door een buitengerechtelijke verklaring van een partij, hetzij door een rechterlijke uitspraak. (1 pnt)

Vraag 10

  1. Ja. Bij een wet in formele zin moet worden gekeken naar de herkomst: een wet in formele zin is afkomstig van de formele wetgever (regering + S-G, art. 81 Gw). (1 pnt) In de considerans van de Kieswet staat opgenomen: ‘Wij Beatrix’, ‘de Raad van State gehoord’ en ‘met gemeen overleg der Staten-Generaal’ (1 pnt). Hieruit volgt dat de Kieswet afkomstig is van de regering (op te maken uit: Wij Beatrix) en Staten-Generaal tezamen en dus van de formele wetgever (1 pnt).
  2. Nee. De wetsbepaling bevat geen materieel recht inhoudende een recht of plicht, maar ziet op een beroepsmogelijkheid (instellen van beroep bij de ABRvS). Het gaat dus om handhaving / procedureregels en dus om formeel recht. (2 pnt)

Vraag 11 

  1. Ja, er is sprake van een natuurlijke verbintenis (1 pnt), en dat is een vorderingsrecht zonder rechtsvordering, d.w.z.: er is wel een verbintenis, alleen kan die niet in rechte worden afgedwongen (1 pnt, indien alleen ‘vorderingsrecht zonder rechtsvordering’ zonder uitleg: ½ pnt), artikel 7A:1825 BW jo. artikel 6:3 lid 1 en lid 2 sub a BW (1 pnt).
  2. Nee,  bij het voldoen van een natuurlijke verbintenis is er sprake van een verschuldigde betaling, nu er sprake was van een rechtsgrond voor de betaling. De betaling kan dan ook niet als onverschuldigde betaling in de zin van artikel 6:203 BW worden teruggevorderd (2 pnt). Ook goed: toepassing van art. 7A:1828 BW op de casus met uitleg.

Vraag 12

Ja. Er is sprake van een geldige overeenkomst, die tot stand is gekomen door aanbod en aanvaarding (wilsovereenstemming), art. 6:217 lid 1 BW (1 pnt). Voor een geldige aanbod en aanvaarding moet er sprake zijn van een wil en een daarop gerichte verklaring, art. 3:33 BW (1 pnt).

Arie staat echter onder curatele, artikel 1:381 BW (1 pnt). Hij is niet bekwaam om rechtshandelingen te verrichten, tenzij hij toestemming heeft van zijn curator (lid 2/3). Deze toestemming ontbreekt echter (1 pnt). Nu Arie handelingsonbekwaam is, kan zijn rechtshandeling/de overeenkomst worden vernietigd (art. 3:32 lid 2 BW) (1 pnt).

Vraag 13

  1.  Nee, ‘opvorderen’ verwijst naar een absoluut recht. Voor eigendomsoverdracht vereist artikel 3:84 lid 1 BW: een geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid. Er is in casu nog niet geleverd, dus Jason is nog geen eigenaar (2 pnt).
  2. Nee. Er is sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de verbintenis, ofwel wanprestatie (art. 6:74 lid 1 BW). (1 pnt) Jason kan op dit moment slechts nakoming vorderen van Leslie, geen schadevergoeding. Leslie is (nog) niet in verzuim (1 pnt). Er is geen sprake van een fatale termijn (art. 6:83 BW) en er is ook geen sprake van een IGS (art. 6:82 BW) (1 pnt).

Antwoordindicatie Rechtsvinding

Vraag 1

  1. De wettelijke definitie die de rechtbank hanteert in haar vaststelling dat verweerster in cassatie onrechtmatig heeft gehandeld is: ‘een nalaten (0,5 pnt) in strijd met hetgeen (0,5 pnt) volgens ongeschreven recht (0,5 pnt) in het maatschappelijk verkeer betaamt’ (0,5 pnt). Regelnummers 24-26 (1 pnt).
  2. Deze definitie is afkomstig uit artikel 6:162 lid 2 BW (2 pnt).

Vraag 2

  1. Dat is juist. Verweerster in cassatie (0,5 pnt) (de huurder) is in hoger beroep gegaan. Zij heeft namelijk incidenteel (0,5 pnt) hoger beroep (0,5 pnt) ingesteld. Regelnummers 32-33 (0,5 pnt).
  2. Eisers tot cassatie (0,5 pnt) hebben principaal cassatieberoep (0,5 pnt) ingesteld. Verweerster in cassatie (0,5 pnt) heeft voorwaardelijk (0,5 pnt) incidenteel cassatieberoep (0,5 pnt) ingesteld. Regelnummers 51-54 (0,5 pnt).

Vraag 3

  1. Het onrechtmatige-daadcriterium causaal verband (1 pnt).
  2. Het hof heeft het feit dat er drie van de vier gaspitten openstonden niet (meer) meegenomen bij zijn beoordeling van het causaal verband (1 pnt). (Het heeft enkel gekeken of met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat het droogkoken van de pan met aardappelen de oorzaak was van de brand in de keuken.). Regelnummers 89-95 (1 pnt)
  3. Restrictief (1 pnt). De A-G stelt dat de causaliteitsvraag door het hof kennelijk is versmald (0,5 punt) tot de vraag of het droogkoken van de aardappelen de oorzaak was van de keukenbrand (0,5 pnt).

Vraag 4 

  1. Gevaarzettend gedrag hoeft niet per definitie te leiden tot onrechtmatig handelen (1 pnt). Bij de beoordeling of hiervan sprake is moeten meer zaken worden meegewogen (moet niet alleen worden gelet op de kans op schade, maar ook op de aard van de gedraging, de aard en de ernst van de eventuele schade en de bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid van het nemen van voorzorgsmaatregelen. Gevaarzettend gedrag is slechts onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van schade als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de betrokkene zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden). (1 pnt).
  2. Op grond van artikel 150 Rv (1 pnt) moet het causaal verband wel degelijk door de benadeelde (eisers tot cassatie) worden bewezen (1 pnt). Regelnummers 103-115 (1 pnt).

Vraag 5

  1. De A-G adviseert de Hoge Raad het arrest van het hof ’s-Hertogenbosch te vernietigen vanwege verzuim van vormen (0,5 pnt) en schending van het recht (0,5 pnt) ex art. 79 lid 1 RO (1 pnt). Regelnummers 117-123 (0,5 pnt).
  2. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof ’s-Hertogenbosch vanwege verzuim van vormen (0,5 pnt) ex art. 79 lid 1 (aanhef en) sub a (0,5 pnt) RO (0,5 pnt). Niet vanwege schending van het recht / de Hoge Raad volgt het advies van de A-G dus ten dele (0,5 pnt). Regelnummers 218-224 (0,5 pnt).
     

Vraag 6 

Is de mate van waarschijnlijkheid (1 pnt) dat de brand door een andere oorzaak is ontstaan (1 pnt) in casu zodanig klein, dat niet kan worden geconcludeerd dat er causaal verband (1 pnt) bestaat in de zin van artikel 6:162 lid 1 BW (1 pnt). Regelnummers 218-224 (1 pnt).

Vraag 7 

  1. Voorwaarde zonder welke niet (2 pnt).
  2. Dat eisers tot cassatie (de schadelijdende partij / de verhuurder)) zal moeten bewijzen (1 pnt) dat zonder de onrechtmatige gedraging van verweerster in cassatie (dat wil zeggen het aan laten staan van het vuur terwijl ze van huis ging) (1 pnt) de schade (het in de brand vliegen van het complex) niet was ontstaan (1 pnt) (noodzakelijke/minimum voorwaarde).
Check page access:
Public
Check more or recent content:

Oefententamens bij ARW 1 - RUG

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2018/2019

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2018/2019

Image


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1

Nikki droomt al een paar maanden van een paar hippe Common Projects sneakers (model: 2206). De sneakers zijn zeer gewild en als echte fashion freak kan Nikki niet achterblijven. Een paar keer heeft ze op het punt gestaan de sneakers aan te schaffen, maar de koopprijs van € 456,- weerhield haar er telkens van de sneakers te kopen. Als Nikki op een dag voor de zoveelste keer naar de Bijenkorf gaat om de schoenen te passen is ze aangenaam verrast als ze ziet dat de sneakers voor € 40,- zijn geprijsd. Ze haast zich naar de kassa om de schoenen te betalen. Eenmaal aangekomen bij de kassa is de verkoopmedewerker net zo verrast als Nikki. De net aangenomen stagiair heeft per ongeluk de Common Projects sneakers verward met een soortgelijk, maar veel goedkoper model van Reebok. De verkoopmedewerker merkt op dat de prijs € 456,- moet zijn en het aanbod niet geldig is. Nikki meent dat de overeenkomst ondanks de fout van de stagiair toch tot stand is gekomen.

Komt er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand tussen Amber en de verkoopmedewerker? (5 pnt)

Vraag 2

Marjolein is met Sanne overeengekomen dat Marjolein, tegen een vergoeding, een portret van Sanne zal schilderen. Hiervoor hebben zij een middag gepland waarbij Sanne zal modelleren zodat Marjolein een schets kan maken. Aan het einde van deze middag spreken zij af dat Sanne het portret twee weken later op komt halen, zodat Marjolein de tijd heeft om het portret af te schilderen. Als Sanne twee weken later op het afgesproken moment op de stoep staat is Marjolein er niet. Het licht is uit en de deur is dicht. Met lege handen gaat Sanne weer naar huis.

Welke juridische stappen kan Sanne tegen Marjolein nemen? (5 pnt)

Vraag 3

  1. Is het recht van opstal zowel een relatief recht als een absoluut recht? (2,5 pnt)
  2. Kan het recht van vruchtgebruik zowel op zaken als op vermogensrechten gevestigd worden? (2,5 pnt)

Vraag 4

Nick heeft op een verjaardagsfeest van Larry een kostbaar schilderij, ‘Hond op Straat’, beschadigd. Larry stelt Nick aansprakelijk voor deze schade op grond van de onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW. Nick is de beroerdste niet en is bereid deze schade te vergoeden. Hoewel hij niet de beroerdste is, is hij helaas wel de vergeetachtigste. Als Larry na drie weken nog geen schadevergoeding ontvangen heeft, besluit hij Nick een brief te sturen. In deze brief vraagt Larry aan Nick om de schadevergoeding binnen twee weken na ontvangst van de brief te voldoen.

Leg uit vanaf welk moment Nick in verzuim is. (5 pnt)

Vraag 5

Zoek

.....read more
Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)

Image


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1 

Gebruik voor deze vraag art. 2 Wet op de identificatieplicht.  

  1. Is deze bepaling een wet in materiële zin? (3 pnt).  
  2. Staat er in deze bepaling een regel van formeel recht? (2 pnt).  

Vraag 2 

Is de regering op grond van attributie en/of iets anders tot regelgeving bevoegd? (5 pnt).  

Vraag 3

Is het een bestuurlijke taak, die de wetgever uitvoert, om een burgemeester te ontslaan? (5 pnt).

Vraag 4 

  1. Wat heeft de HR in het arrest Lindenbaum-Cohen bepaald? (4 pnt).  
  2. Is deze rechtsregel opgenomen in een wetsartikel, en zo ja, welke? (1 pnt).  

Vraag 5 

KEI (Kwaliteit en Innovatie rechtspraak) wijzigt belangrijke dingen op het gebied van digitalisering en vereenvoudiging van het procesrecht. Daarnaast is het opvallend dat KEI de regisserende rol van de rechter wijzigt. Leg kort uit waaruit deze wijziging bestaat en waarom deze wijziging opvallend is. ( 5 pnt).

Vraag 6 

Louis woont in Groningen en werkt op basis van een arbeidsovereenkomst als manager bij de Pastafabriek (ook in Groningen). De Pastafabriek is statutair gevestigd in Amsterdam. In Groningen gaan veel studenten vaak culinair uiteten bij het filiaal, maar in Amsterdam bij het moederbedrijf loopt het minder goed. Het salaris van Louis is dan ook al een aantal maanden niet uitbetaald. Op 1 oktober 2017 is Louis het zat, hij heeft al 6 maanden geen loon gehad. Henk stelt tegen het moederbedrijf een vordering in tot uitbetaling over de periode van april tot en met september 2017, voor een totaal bedrag van 25.200 (6 * 4200). 

  1. Welke rechter is absoluut bevoegd? (3 pnt). 
  2. Welke rechter(s) is/zijn relatief bevoegd? (2 pnt). 

Vraag 7

In Kampen staat de beruchte ijssalon Marena, met het lekkerste ijs van Nederland. De Graaf runt de tent al vele jaren met plezier, en elk jaar verhoogt hij de prijs van elk bolletje met 0.10 cent. Dit jaar is hij vergeten het bord achter de toonbank aan te passen, waardoor er nog steeds staat 1.00 per bolletje, in plaats van 1.10. Marieke koopt een ijsje met drie bolletjes en schrikt als ze ineens 3.30 moet betalen, terwijl ze 3.00 verwachtte. Ze gaat met de Graaf in discussie, die stelt dat de prijs op het bord onjuist is. Marieke blijft bij haar standpunt dat het 1.00 per bolletje is, en wil slechts 3.00 betalen. De Graaf blijft bij 1.10 per bolletje en vraagt 3.30.  

Komt er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand tussen de Graaf en Marieke, en zo ja, welke prijs moet Marieke betalen voor het ijsje met drie bolletjes? (5 pnt). 

Vraag 8 

De 12-jarige Vera is een groot fan van grote orkesten. Het mooiste instrument vindt ze de contrabas. Als er een nieuw muziekfiliaal opent in haar woonplaats,

.....read more
Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)

Image


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1

Linus is een zwerver zonder woonplaats. Hij steelt bij de Cool Blue te Nijmegen een dure Samsung, die hij vervolgens op straat verkoopt. De Cool Blue stelt tegen Linus een vordering in ter hoogte van € 750,- zijnde de waarde van de Samsung. Johannes bevindt zich ondertussen in Enschede, alwaar hij in hechtenis zit wegens een ander (in Enschede) gepleegd delict.

  1. Welke rechter is of rechters zijn absoluut en relatief bevoegd? (4 pnt)
  2. Staat er hoger beroep open voor de partij die in het ongelijk wordt gesteld? (1 pnt)

Vraag 2

Schoenmakersbedrijf De Lange Veter te Doetichem is in onderhandeling met Machinefabriek Spare Parts BV te Venlo over de aanschaf van een op maat gemaakte professionele naaimachine. Uiteindelijk besluit de eigenaar van De Lange Veter af te zien van de koop en stuurt een e-mail aan Spare Parts BV. Daarbij maakt hij echter een fout, want hij schrijft – voor zover relevant – ‘met uw aanbod akkoord’ in plaats van ‘met uw aanbod niet akkoord’. De eigenaar van Spare Parts BV fabriceert de naaimachine en verzendt die naar Doetichem.

Is de eigenaar van De Lange Veter verplicht om de naaimachine in ontvangst te nemen en de bijbehorende factuur te betalen? (5 pnt)

Vraag 3

Sjors is een ongeloofelijke kwajongen van 12 jaar die tijdens het steppen opzettelijk de zijspiegel van de motor van de buurman vernielt.

  1. Is Sjors aansprakelijk voor de schade? (2 pnt)
  2. Zijn de ouders van Sjors aansprakelijk voor de schade? (3 pnt)

Vraag 4

  1.   Wat is de rechtsregel uit het arrest Verhuizende zusjes (HR 12 mei 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5784)? (3 pnt)
  2.   In welk arrest werd bepaald dat het plaatsen van een waarschuwingsbord niet onder alle omstandigheden kan worden beschouwd als een afdoende veiligheidsmaatregel tegen een gevaar? (2 pnt)

Vraag 5

Lees de considerans van de Gratiewet. 

  1. Is deze wet gemaakt op grond van een geattribueerde bevoegdheid? (3 pnt) 
  2. Is het toegestaan om in deze wet andere organen aan te wijzen tot het opstellen van nadere regels? (2 pnt)

Vraag 6

  1. Is het recht van opstal zowel een absoluut recht als een beperkt recht? (2,5 pnt).  
  2. Kan het recht van opstal op alle goederen worden gevestigd? (2,5 pnt)

Vraag 7

Ten behoeve van een meerderjarige kan wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand een mentorschap worden ingesteld.

  1. Gebeurt dit door een bestuurlijk orgaan dat een bestuurlijke taak verricht? (4 pnt) 
  2. Wordt de beslissing tot het instellen van een mentorschap vastgelegd in een vonnis? (1 pnt)

Vraag 8

Ernesto verkoopt zijn Audi aan

.....read more
Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2015/2016

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2015/2016

Image


Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie. Beantwoord de vragen met juist of onjuist.

Vraag 1

Geef aan of het Besluit omgevingsrecht een wet in formele zin is en tevens een wet in materiële zin.

Vraag 2

In art. 122 lid 2 Grondwet staat een geattribueerde bevoegdheid die gedelegeerd mag worden.

Vraag 3

Een algemeen verbindend voorschrift die gemaakt is door de gemeenteraad mag de recht toetsen aan hogere regelgeving, onder andere aan de Grondwet en aan een ieder verbindende verdragsbepalingen.

Vraag 4

Marcel woont in Groningen. Hij koopt voor 31.000,- een nieuwe auto van Gregorianus. Gregorianus woont in Amsterdam. Op het moment dat hij de auto ophaalt betaalt hij de verschuldigde koopsom direct. Een maand later komt Marcel erachter dat de motor kapot is vanwege slecht onderhoud. De auto blijkt slechts 2000,- waard te zijn. Marcel is heel boos, want hij heeft 29.000,- te veel betaald. Toch wil hij de auto graag houden. Marcel vordert schadevergoeding op grond van wanprestatie. De vordering beperkt hij tot 24.000,-.

De Rechtbank Amsterdam, sector kanton, is bevoegd kennis te nemen van de vordering van Marcel.

Vraag 5

In het huis van Lea staat een goudkleurig beeld. Op een dag laat haar huishoudster het beeldje vallen. Lea vordert 5000,- schadevergoeding van haar huishoudster, omdat volgens Lea het beeldje van goud is. De huishoudster zegt dat het beeld veel minder waard is, omdat het voor een veel lager bedrag is gekocht bij een grote Duitse beeldenverkoper. De rechtbank Noord-Nederland, sector kanton, zegt dat het geen gouden beeld is, en wijst een schadevergoeding toe van 20,-.

Lea kan tegen dit vonnis wel hoger beroep instellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Vraag 6

De Hoge Raad oordeelt in het arrest De kantharos van Stevensweert (HR 19 juni 1959, NJ 1960, 59) dat er sprake is van bedrog, omdat de koper van een kostbaar voorwerp een veel te lage prijs heeft betaald aan de verkoper.

Vraag 7

Hoogleraar Roodwijn besluit al zijn kostbare wetboeken in combinatie te verkopen voor maar 250,-. Hij plaatst een advertentie in de krant waarin staat dat de wetboeken direct kunnen worden opgehaald bij de kruidenierslaan nummer 69 in Groningen. De ijverige rechtenstudente Babette is geïnteresseerd en belt het nummer dat in de krant staat. Per ongeluk tikt ze het laatste cijfer verkeerd in, waardoor ze aan de lijn komt met Stijn. Babette zegt tegen Stijn dat ze de advertentie heeft gezien en dat ze de wetboeken graag wil kopen, maar dat ze als student niet zo rijk is en maar 150,- wil betalen. Vanwege haar schattige stem wil Stijn een grapje met haar uithalen en gaat akkoord met het voorstel. De dag erna belt Babette aan bij Roodwijn. Roodwijn weet van.....read more

Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (1)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (1)

Image


Rechtsvorming

Geef aan of de stelling juist of onjuist is. Motiveer de antwoorden en verwijs – indien mogelijk – naar de bijpassende wetsartikelen en jurisprudentie.

Vragen

Stelling 1

Lid 1 van artikel 69 Vreemdelingenwet 2000 houdt in formeel recht en behoort tot een wet in formele zin.

Stelling 2

Tot een bestuurlijke taak behoort het wijzigen van een achternaam (geslachtsnaam), en dat wordt gedaan door een rechter.

Stelling 3

Op grond van een gedelegeerde bevoegdheid is - de wet - de Bekendmakingswet tot stand gebracht.

Stelling 4

Marieke die woont in Castricum aan Zee, wil wel eens meer zien dan haar eigen strand en besluit via een reisorganisatie dat is gevestigd in Den-Haag met een bus naar Blanes te gaan. Ze boekt gelijk en betaalt de kosten van € 1025 euro. Een paar weken voordat de busreis begint wordt ze gebeld door de reisorganisatie dat de bus al vol zit. Met een andere bus kan ze wel naar Lloret de mar. Marieke is boos en wil niet meer op vakantie. Gelijk annuleert ze de boeking en vordert terugbetaling van de €1025 euro. Daarnaast vordert ze een schadevergoeding van €225 euro.

De rechtbank Noord-Holland, sector kanton en de rechtbank Den-Haag, sector kanton, zijn allebei bevoegd kennis te nemen van de vordering van Marieke.

Stelling 5

Opa Jan is net verhuisd naar een bejaardentehuis. Doordat er iets is misgegaan blijven de rekeningen van zijn zorgverzekering (€ 200,-) naar zijn oude adres gaan. De zorgverzekering is gevestigd in Amsterdam. Opa Jan is beginnend dement en heeft niet door dat hij geen rekeningen meer krijgt. Ondertussen is er al een jaar niet betaald en de zorgverzekering vordert bij de rechter betaling van het verschuldigde geld. Opa Jan heeft ook niet gehoord van de procedure, dus hij verschijnt niet. De rechter veroordeeld bij verstek tot betaling van de 12 maanden, dus 2400 euro.

Opa Jan komt er uiteindelijk achter dat hij is veroordeelt. Hij kan hoger beroep instellen tegen het vonnis bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Stelling 6

De Hoge Raad interpreteert in het arrest Portacabin (HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97) het begrip ‘onroerend’ restrictief.

Stelling 7

Sarah is 12 en is een grote fan van Selena Gomez. Haar ouders vinden het zonde van het geld om een keer naar een concert toe te gaan. Op een dag vindt Sarah 1000 euro in haar vaders portemonnee en koopt een kaartje in een winkel ter waarde van 800,- euro.

De ouders van Sarah zijn bevoegd als wettelijk vertegenwoordiger de koopovereenkomst rechtsgeldig te vernietigen, omdat Sarah handelingsonbekwaam is.

Stelling 8

Fatima, een meisje van 19 jaar, ziet in een etalage een hele mooie broek van het merk G-Star hangen. Ze is gelijk verliefd en wil.....read more

Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (2)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2014/2015 (2)

Image


Rechtsvorming

Beantwoordt de stellingen met juist of onjuist. Motiveer het antwoord, en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen.

Vragen

Stelling 1

De ministers en de minister-president worden bij wet in formele zin inhoudende een algemeen verbindend voorschrift benoemd.

Stelling 2

Een algemene maatregel van bestuur is NIET altijd afkomstig van de regering.

Stelling 3

De beide Kamers der Staten-Generaal beschikken over dezelfde grondwettelijke bevoegdheden om de ministeriële verantwoordelijkheid af te dwingen en daarmee de minister te kunnen controleren.

Stelling 4

Gijsbert werkt voor het bedrijf KPN dat gevestigd is in Den Haag (arrondissement rechtbank Den Haag). Gijsbert woont in Zwolle (arrondissement rechtbank Overijssel) en werkt in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (arrondissement rechtbank NoordNederland). Gijsbert krijgt ruzie met KPN over de uitbetaling van 35.000,- aan prestatiebonussen. Gijsbert zegt dat hij op grond van zijn arbeidsovereenkomst daar recht op heeft en dagvaardt zijn werkgever voor deze vordering.

De sectoren kanton van de rechtbanken Den Haag, Overijssel en Noord-Nederland zijn allemaal bevoegd van deze vordering kennis te nemen.

Stelling 5

De HR interpreteert het begrip ‘drukpers’ extensief in het arrest Nederland ontwapent.

Stelling 6

Eva werkt voor de fietsenwinkel van Stijn. Stiekem is ze verliefd op hem. De winkel dreigt echter failliet te gaan en Stijn zet Eva onder grote druk om een nieuwe fiets te kopen voor een te hoge prijs van 600,-. Aangezien Stijn ook dreigt dat hij haar zal ontslaan als ze de fiets niet koopt, besluit Eva het aanbod maar te aanvaarden.

Er is een geldige koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Eva en Stijn, hoewel er sprake is van een wilsgebrek.

Stelling 7

De alcoholist Joris van Veen is onder curatele gesteld omdat hij teveel geld verkwist aan drank. Op een dag verkoopt hij zijn auto aan een vriend voor 5000,- zodat hij weer alcohol kan kopen. Zijn curator heeft hem hiervoor geen toestemming gekregen.

De overeenkomst is NIET vernietigbaar.

Stelling 8

De Oekraïense Vladimir heeft met zijn werkgever een weddenschap over het referendum over de vraag of Oekraïne bij de Europese Unie mag. Vladimir verliest de weddenschap en is de werkgever 50,- verschuldigd.

Als Vladimir niet wil betalen, kan de werkgever nakoming van de verbintenis afdwingen bij de rechter.

Stelling 9

Antoine is verkoper van ARW boeken. Hij heeft een koopovereenkomst met de Juridische Faculteitsvereniging op grond waarvan hij voor 1 september 2016 – namelijk het begin van het studiejaar – 600 ARW boeken aan de JFV moet leveren. Antoine belt de JFV op 26 augustus 2016 op met de mededeling dat levering van de ARW boeken niet meer gaat lukken, omdat hij de dag erop voor langdurig verblijf vertrekt naar Frankrijk, waar zijn familielid op sterven ligt.

De JFV kan de overeenkomst met.....read more

Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (1)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (1)

Image


Rechtsvorming

Beantwoordt de stellingen met juist of onjuist. Motiveer het antwoord, en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen.

Vragen

Stelling 1

De Penitentiaire Maatregel is een wet in formele zin.

Stelling 2

Krachtens attributie is de Minister van Justitie bevoegd tot het maken van ministeriële regelingen.

Stelling 3

De rechter hanteert de wetshistorische en systematische interpretatie in het geval waarin hij een wettelijke regel interpreteert met zowel een beroep op de parlementaire geschiedenis als op het stelsel van het desbetreffende rechtsgebied.

Stelling 4

Max wordt gedagvaard voor de rechtbank voor een vordering van 2000 euro die hij nog moest betalen aan Dirk. Tijdens de procedure stelt Max dat hij al 900 euro heeft terugbetaald. De kantonrechter acht dit bewezen en veroordeelt Max op 2 januari 2013 tot betaling van de resterende 1100,-. De advocaat van Dirk stelt Dirk op 2 mei 2013 op de hoogte van dit Vonnis. Dirk is het er niet mee eens en wil in hoger beroep.

Dirk kan niet in hoger beroep.

Stelling 5

Fietsenhandelaar van Dijk huurt een bedrijfsruimte van de gemeente. Hij komt echter in een faillissement terecht waardoor hij de huur niet meer kan betalen. De gemeente stapt naar de burgerlijke rechter om de achterstallige huurtermijnen van de fietsenhandelaar op te eisen.

Omdat de gemeente de vordering indient, zal de burgerlijke rechter zich onbevoegd verklaren kennis te nemen.

Stelling 6

Het opzeggen van een arbeidsovereenkomst is een meerzijdige rechtshandeling.

Stelling 7

De geldverkwister Jan Jaap wordt door de rechtbank, sector kanton op 4 januari 2013 onder curatele gesteld. Een paar dagen later koopt Jan Jaap een tweedehandse laptop van Peter Boshuis voor 500,-. Achteraf hoort Peter dat Jan Jaap onder curatele staat. Peter baalt van de verkoop, omdat de prijs te laag is.

Peter Boshuis kan de koopovereenkomst rechtsgeldig vernietigen, omdat Jan Jaap handelingsonbekwaam is.

Stelling 8

Boer Arend koopt een koe van Boer Geert. Anders dan boer Geert had gezegd, kan de koe geen melk geven. Boer Arend vernietigt de koopovereenkomst succesvol op grond van dwaling (art. 228 lidd 1 sub a BW).

Boer Arend kan het aankoopbedrag terugvorderen op basis van art. 6:203 lid 1 BW.

Stelling 9

Schilderijenverkoper Stijn de Bouvoir verkoopt een uniek schilderij uit 1400 aan de rijke kunstverzamelaar Tony van Dijk. In de nacht voor de geplande levering wordt het schilderij gestolen doordat Stijn de zaak niet goed had afgesloten.

Tony van Dijk zal Stijn de Bouvoir in gebreke moeten stellen voordat hij de overeenkomst kan ontbinden.

Stelling 10

Om zijn buurman te pesten heeft Gert op de grens met de tuin van de buurman een heel grote watertoren neergezet, zonder deze op het elektriciteitsnet aan te sluiten. De watertoren verpest het uitzicht van de.....read more

Access: 
Public
ARW 1 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (2)

ARW 1 - RUG - Oefententamen 2013/2014 (2)

Image


Rechtsvorming

Geef aan of de stelling juist of onjuist is. Motiveer uw antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen.

Vragen

Stelling 1

De benoeming van een met rechtspraak belast lid van de rechterlijke macht, valt te kwalificeren als een handeling van het bestuur.

Stelling 2

De Raad van State moet zowel over een voorstel van een wet in formele zin als over een ontwerp van algemene maatregel van bestuur, advies geven.

Stelling 3

De Staten-Generaal heeft krachtens attributie de bevoegdheid om wetten in formele zin te maken.

Stelling 4

Gerco de Vries heeft een huurachterstand van 16000,- bij zijn huurbaas. Het huis staat in Den Haag. De huurbaas woont in Amsterdam. De huurbaas is boos en besluit Gerco te dagvaarden. Gerco is echter inmiddels verhuisd naar Zwolle.

De Rechtbank Overijssel, sector kanton is bevoegd.

Stelling 5

Klaas heeft op zijn huis in neonletters ‘Nederland ontwapent’ geschreven. Bij de rechtbank beroept Klaas zich op art. 7 Gw. De officier van justitie zegt dat de gegarandeerde vrijheid in deze bepaling beperkt moet blijven tot het gedrukte schrift, neonletters vallen hier niet onder. De HR overweegt in zijn arrest: Het aanbrengen van een opschrift als het onderhavige moet met het aanbrengen van gedrukte of geschreven stukken op één lijn worden gesteld, nu dit als middle van bekendmaking in het maatschappelijk verkeer dezelfde functie heeft als het aanbrengen van geschriften in eigenlijke zin.

De HR maakt hier gebruik van de teleologische interpretatie.

Stelling 6

Lisa wil haar dwarsfluit voor 90 euro verkopen. Ze stuurt een appje naar haar vriendin Daphne waarin ze perongeluk zegt dat ze de dwarsfluit voor 80 euro verkoopt. Daphne appt terug akkoord te gaan. Wanneer Daphne de dag erna met 80 euro bij Lisa staat zegt Lisa dat ze zich heeft vergist end at ze 90 euro ervoor wil hebben. Daphne houdt Lisa aan de overeengekomen prijs van 80 euro.

Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Lisa en Daphne, omdat de wil en verklaring van Lisa niet overeenkomen.

Stelling 7

Sem is 12 jaar en verzamelt oude postzegels. Zijn ouders vinden het maar niks, omdat de postzegels zeer prijzig zijn. Ze 9,9verbieden hem dan ook nog meer postzegels te kopen. De postzegelhandelaar uit de buurt bidet Sem een week later voor 1000 euro een setje zeer kostbare oude postzegels aan. Sem koopt de postzegels van de postzegelhandelaar.

De ouders van Sem kunnen de koopovereenkomst ontbinden met een beroep op zijn minderjarigheid.

Stelling 8

Maria heeft 25 jaar geleden 200 euro geleend van haar ouders. Omdat haar ouders in de financiële problemen komen vragen ze het geleende geld terug. Maria denkt dat ze dat verschuldigd is en betaalt. Een poos later krijgt.....read more

Access: 
Public
Algemene Rechtswetenschap I: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2544
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.