Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Volksvertegenwoordiging in Nederland

VS

In de VS kennen ze een presidentieel stelsel. De burgers kiezen daar de uitvoerende macht. De president hoeft het met het parlement niet eens te zijn. Daarnaast zal de president altijd nog kunnen zeggen tegen het parlement: “ik ben degene die door het volk gekozen is’. Het is mogelijk dat het congres republikeins gekleurd is, terwijl de president daarentegen van democratische aard is. Dit kan voor spanningen zorgen tussen het congres en de president. De president krijgt dan minder steun van het congres.

Nederland

In Nederland kennen wij een volksvertegenwoordiging. Er is hier sprake van een parlementair stelsel. De kiezers kiezen de Staten-Generaal en laatstgenoemde kiest het kabinet. Wij kiezen de Provinciale Staten, maar zij kiezen op hun beurt de Gedeputeerde Staten. De regering is verantwoording schuldig aan het kabinet. De Tweede Kamer is verantwoording schuldig aan de kiezers (d.m.v. verkiezingen).

Vertrouwensregel

  • ongeschreven regel.

  • juridisch niet bindend voor regering en parlement

  • dwingend recht

  • niet afdwingbaar bij de rechter

  • politiek bindend

  • Rechtovertuiging die in Nederland heerst. Zo gebeurt het in de praktijk. Er zijn geen vormvoorschriften over hoe het wantrouwen tot uitdrukking gebracht moet worden.

  • Inhoud: negatief.

Tot 1983: de koning benoemt ministers en ontslaat hen naar welgevallen.

welgevallen genormeerd door:

1848 : invoering ministeriele verantwoordelijkheid

1860 ontstaan van de vertrouwensregel

De vertrouwensregel heeft derogerende werking. De vertrouwensregel is sterker dan de geschreven regel, zelfs wat betreft de Grondwet

Waarom leggen ministers en staatssecretarissen verantwoording af aan de tweede kamer? Zo zorgen ze ervoor dat het vertrouwen blijft. De regering is ook verantwoording schuldig aan de kiezer (vaak d.m.v. sociale media, tv, ed.). Mansveld heeft buiten het parlement om verteld dat ze af zou treden. Ze vertelde dit op een persconferentie.

Hoe komen we aan een kabinet?

Kabinetsformatie: het voorgaande kabinet diende ontslag in bij de koning.

  • Demissionair kabinet.

  • Volgen TK verkiezingen, volgt kabinetsformatie.

Zo’n demissionair kabinet staat niet meer bloot aan de dreiging van vertrouwensverlies. Ze regeren met enige terughoudendheid.

Altijd verkiezingen bij kabinetscrisis?

vast gebruik , geen dwingende regel

Nieuwe procedure Rvo TK

Hoofdstuk kabinetsformatie

art. 139a aanwijzing van kabinets(in)formateur(s)

Negatieve formulering:

Het kabinet kan optreden zolang het kabinet niet naar huis gestuurd wordt. Zo zijn er ook minderheidskabinetten mogelijk (waar ze alleen het vertrouwen winnen van een minderheid in de Kamer)

Eerste Kamer

  • Een individueel bewindspersoon in de eerste kamer kan wantrouwd worden en dienen af te treden.

  • Niet het politieke primaat, dat ligt bij de Tweede Kamer

  • Het kabinet kan druk uitoefenen op de eerste kamer.

  • De eerste kamer is wel politiek samengesteld (dmv kiezen van de Provinciale Staten)

  • Begroting afkeuren? Dan is dat eigenlijk een motie van wantrouwen

Begroting is het instrument van kabinetsbeleid. Eigenlik stem je dus als Eerste Kamer het kabinetsbeleid weg.

Tweede Kamer en het kabinet.

Het is niet helemaal helder of er wel een vertrouwensregel bestaat net zoals bij de Tweede Kamer en het kabinet.

Maar kan de Eerste Kamer ook het kabinet dwingen af te treden? Alleen in eerste gevallen (niet duidelijk wanneer daar sprake van is).

Het kabinet kan zeggen: ‘als jullie niet dit doen, dan doen wij dat..” Dit duidt eigenlijk wel op een vertrouwensregel. Het kabinet kan druk uitoefenen op de Eerste Kamer.

Stel de Eerste Kamer stuurt het kabinet weg en kabinet dient zijn ontslag in.

Dan is er geen oplossing hoe er dan geformeerd moet worden. Een oplossing kan liggen in het beperken van de bevoegdheden van de Eerste Kamer.

EU

Volgens het EU-verdrag doet de Europese Raad een voordracht voor de voorzitter van de Commissie (het dagelijks bestuur van de EU). Het is de raad die de voorzitter voordracht bij het Europees parlement. Meestal kijken we dan naar een goede compromis. Dat is nu anders!

  • De partijen die kandidaten stelden voor het Europees parlement, vermelden er meteen bij wie zij aan zouden dragen als voorzitter van de commissie

Het EP kan alleen maar ja of nee zeggen, de Raad draagt de voorzitter aan, aldus Cameron. Dit is verworpen

Nederland en de EU

In Nederland kenen we een geschreven vertrouwensregel, dit in tegenstelling tot de EU.

In Nederland gaat het om een negatief vertrouwen wat betreft het kabinet en elk lid.

Bij formatie van de TK zijn de fracties beslissend.

Er is in de Nederlandse situatie geen positief votum nodig bij aantreden, in de EU wel.

In de EU wordt de voorzitter gekozen op voordracht van de Europese Raad aan het EP

Bij de EU geldt het negatief vertrouwen voor de gehele commissie, niet slechts voor een afzonderlik lid.

Representatieve democratie

In Nederland kennen wij een representatieve democratie. Wij kiezen de Staten-Generaal (art 50 GW, de Staten-Generaal wordt geacht het gehele Nederlandse volk te vertegenwoordigen). De Staten-Generaal en de regering nemen samen de belangrijkste besluiten. Art. 67(3) van de Grondwet : de parlementariërs stemmen zonder last.

Het Koninkrijk Nederland bestaat uit vier landen: Aruba, Curcacao, Sint Maarten en Nederland. Het is een soort federatie. Zie artikel 1 lid 1 van het Statuut.

Er kan een kloof ontstaan tussen de politiek en de kiezers. Bepaalde besluiten worden dan niet gewaardeerd. Dit kan opgelost worden door middel van invoering van een referendum.

Kenmerken van een referendumwetsvoorstel:

  • correctief: onderwerp is een genomen besluit door de S-G /wetgever. De kiezers kunnen dan besluiten corrigeren.

  • facultatieve referenda/op initiatief van de kiezers, referendum Europese Grondwet is echter een uitzondering.

  • zo’n referendum kan resulteren in een bindende , dan wel adviserende/raadgevende uitslag.

Er zijn verscheidene voorstellen geweest tot invoering van een correctief of facultatief referendum. Tot dusver heeft een dergelijk voorstel nog niet geresulteerd in een grondwetswijziging wat daaraan ten grondslag ligt. Een dergelijk voorstel is zowel eens door de Eerste Kamer als door de Tweede Kamer weggestemd. Ook nu ligt er een voorstel bij de Kamers. Er moet een tweede lezing plaatsvinden. Wordt dit voorstel aangenomen, dan kennen we in Nederland straks een bindend referendum. We kennen overigens al wel een raadgevend referendum.

Wet raadgevend referendum

artikel 4: een referendum kan worden gehouden over:

a wetten;

b stilzwijgende goedkeuring van verdragen die binnen het Koninkrijk alleen voor Nederland of een deel daarvan gelden.

artikel 5: geen referendum kan worden gehouden over:

a wetten inzake het koningschap;

b wetten inzake het koninklijk huis ;

c wetten inzake de begroting ;

d wetten tot verandering in de Grondwet ;

e wetten die uitsluitend strekken tot uitvoering van verdragen of besluiten van volkerenrechtelijke organisaties;

f rijkswetten, behoudens rijkswetten tot goedkeuring van verdragen die binnen het Koninkrijk alleen voor Nederland of een deel daarvan gelden; (….)

Rijkswet: zie hiervoor de artikelen 15-21 van het Statuut. In beginsel zijn rijkswetten uitgesloten voor een referendum. Behalve als rijkswet die verdragen goedkeurt die alleen binnen Nl geldt of voor een deel daarvan.

Koninkrijksaangelegenheden raken alle vier de landen.

Verdrag dat een koninkrijksaangelegenheid is moet worden goedgekeurd bij rijkswet . Hier geldt:

  • dit is wel referendabel als het verdrag alleen Nederland betreft;

  • niet referendabel als het verdrag ook één van de andere landen betreft van het Koninkrijk Nederland

Is een verdrag geen koninkrijksaangelegenheid en goedgekeurd met wet in formele zin, dan is deze referendabel.

Iedere kiesgerechtigde kan 4 weken een verzoek tot het houden van een referendum indienen. Het inleidend verzoek kan slechts worden toegelaten indien het aantal ingediende verzoeken minimaal 10 000 is. Indien een inleidend verzoek onherroepelijk is toegelaten, vervalt hetgeen in die wet omtrent de inwerkingtreding is geregeld van rechtswege.

Indien een wet referendabel is, kan de inwerkingtreding minimaal 8 weken worden uitgesteld.

Zie voor bovenstaande alinea de artikelen 8(1), 29(1), 32(2) en artikel 9. In artikel 7 wordt vermeld dat de minister een besluit doet of over de wet een referendum kan worden gehouden.

Als een inleidend verzoek toegelaten is, treden we de nieuwe periode van 6 weken in (art. 41 lid 1). Iedere kiesgerechtigde kan dat inleidend verzoek ondersteunen (minimaal 300 000, zie artikel 44), dan is een dergelijk verzoek definitief. Dan zal er een referendum worden gehouden. Door de referendum commissie wordt dan de dag der stemming vastgesteld. Zie ook artikel 50 en 55.

Kiesgerechtigd voor het referendum zijn diegenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, zie artikel 18 eerste lid.

Op het stembiljet zal overigens staan bent u voor of tegen de aan het referendum onderworpen wet?

Artikel 3

De uitslag van een referendum geldt als een raadgevende uitspraak tot afwijzing, indien een meerderheid zich in afwijzende zin uitspreekt en de opkomst bij het referendum ten minste dertig procent van het totale aantal kiesgerechtigden bedraagt.

artikel 10

Indien onherroepelijk is vastgesteld dat geen referendum zal worden gehouden of dat een referendum niet heeft geleid tot een raadgevende uitspraak tot afwijzing, wordt de inwerkingtreding bij koninklijk besluit opnieuw geregeld.

Artikel 11

Indien onherroepelijk is vastgesteld dat een referendum heeft geleid tot een raadgevende uitspraak tot afwijzing, wordt zo spoedig mogelijk een voorstel van wet ingediend dat uitsluitend strekt tot intrekking van de wet of tot regeling van de inwerkingtreding van de wet.

Grondwetswijzigingsvoorstel

De SG en regering kunnen de uitspraak van de kiezers naast zich neerleggen.

De grondwetswijzigingsvoorstel als dat aangenomen wordt veranderd de wettekst van artikel 81GW “de vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal”, in “de vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal”. Art. 89 zal dan zijn: indien bij het referendum een meerderheid zich tegen het voorstel van wet uitspreekt (…) vervalt het voorstel van rechtswege.

Er is een referendum gehouden over de Europese Grondwet. Er was een grote opkomst. 2/3 was tegen de Europese Grondwet. De Europese Grondwet was van de baan.

Collegejaar Collegereeks

Gebaseerd op collegejaar 2015-2016

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Colleges Constitutioneel Recht - UvA

Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Inleiding

Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Inleiding

We kennen zowel de begrippen staatsrecht als constitutioneel recht. Wat betekent constitutie?  We hebben het dan over fundamentele structuren van de staat.

Constitutioneel recht is een ruimer begrip dan staatsrecht.  Bij constitutioneel recht gaat het om recht betreffende de instellingen en vormen van openbare machtsuitoefening over burgers. Ook omvat het hier eenzijdige machtsuitoefening jegens de burgers, anders dan bij privaatrecht.

Staatsrecht = recht betreffende de instellingen en vormen van openbare machtsuitoefening over burgers in de staat. Staatsrecht = het constitutionele recht van de staat.

Belinfante

Het staatsrecht omvat regels, zowel geschreven als ongeschreven, die de samenstelling en functionering van de organen van de staat, hun bevoegdheden en onderlinge verhouding regelen en het bevat bepaalde fundamentele normen over de verhouding overheid-burgers.

De plaats van de staat is in de loop der jaren veranderd. Wat is de staat? De staat is een organisatie (boek) die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over  gemeenschap van mensen op  een bepaald grondgebied. De gemeenschap heeft een gemeenschappelijke cultuur en is een rechtsgemeenschap.

Er komen dan echter wel vragen of je bijvoorbeeld mag stemmen voor de Nederlandse verkiezingen als je je in een ander land dan Nederland bevindt.

Er zijn ook mensen die zeggen dat publiekrecht boven het privaatrecht gaat. Kun je wel zeggen dat bijvoorbeeld bij Belgen sprake is van een gemeenschappelijke cultuur ? Er is een normatieve claim dat een staat dezelfde cultuur moet hebben. Daar uit afleidend kun je stellen dat een cultuur ook recht heeft op een eigen staat.

De kwestie van een cultuur is zeer problematisch als je dat normatief maakt. Vooral wanneer je cultuur gaat linken aan bijvoorbeeld een gemeenschappelijke taal of religie. In Nederland zijn er permanente culturele minderheden. Zo kenden we katholieken, protestanten, socialisten, liberalen. Dat is atlijd zo geweest vanaf het einde van de 16e eeuw. Deze minderheden dienen elkaar te tolereren. De afgelopen 40 jaar is daar verandering in gekomen. Er was een proces van secularisatie.

Bij de grondrechten hoort geen discriminatie aan te pas te komen. Deze rechten komen aan een ieder toe, ongeacht godsdienst, huidskleur en dergelijke.

Vreemdelingen hysterie (artikel)

De minderheden bescherming is een fundamenteel staatsrechtelijk gegeven.Grondrechtenbescherming is belangrijk onderdeel van constitutioneel recht. Ook belangrijk in het constitutionele recht is de vraag wie waartoe een bevoegdheid heeft.

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dit vloeit voort uit de verhoudingen van het overkoepelende recht en de lagere regelgeving zoals bij provincies en gemeenten.

Constitutioneel recht of staatsrecht

  • globalisering, internationalisering, Europeanisering

De staat moet ook extern het effectief gezag bezitten. Dat claimt de staat in z’n gezagsuitoefening, bijvoorbeeld door de monopolisering van dwang- en geweldsmiddelen. Dit geweldsmonopolie wordt dan ook extern erkend.

Het staatrecht overlapt met Europees recht, strafrecht, internationaal publiekrecht en het bestuursrecht

Nederlands constitutioneel recht

De Grondwet is alleen van relatief belang. De Grondwet is niet de enige bron van het constitutionele recht.

  • geen rechterlijke toetsing van de wet aan de GW

  • rechter onderworpen aan de GW

  • weinig ideologie

.....read more
Access: 
Public
Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Evenredigheidsstelsels en Meerderheidsstelsels

Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Evenredigheidsstelsels en Meerderheidsstelsels

 

Nederland kent een evenredigheidsstelsel. Zo heeft, bij de vorige verkiezingen, de VVD 26.58% van de stemmen en daarmee 227.33% van de zetels.  Er zijn wel afrondingsverschillen.  Evenveel zetels als kiezers, dan zou er complete evenredigheid zijn. Het aantal kiezers  is vele malen groter dan het aantal te verdelen zetels. Nederland kent een kiesdrempel van 0.67 .  Om één zetel te behalen heb je dus 0.67% van de stemmen nodig. Voordat je de Tweede Kamer binnen kunt komen, dien je dus eerst een volle zetel behaald te hebben.  In Nederland stem je op een specifieke kandidaat van een partij. Kenden wij een districtenstelsel in 2010, dan waren er slechts vijf partijen overgebleven.  Op elk onderwerp per fractie is maar één woordvoerder. Het gezamenlijke standpunt wordt naar voren gebracht.

Het Verenigd Koninkrijk kent een meerderheidsstelsel. Het land is in kiesdistricten ingedeeld. Er zijn 650 zetels en 650 districten. Met een meerderheid wordt er per district een afgevaardigde uitgezonden.  Het gaat niet om een absolute meerderheid (50 + 1), maar een eenvoudige meerderheid. Er wordt vaak verteld dat tussen deze afgevaardigde en de kiezers een sterkere persoonlijke band is. Coalitievorming is makkelijker dan in Nederland. Er zijn namelijk in aantallen minder partijen, daarentegen zijn ze ook vaak heel groot.  Je krijgt waarvoor je hebt gestemd (geen regeerprogramma, geen compromissen sluiten). Door een slimme indeling van de kiesdistricten, kan de uitslag worden beïnvloed. Er is in dit stelsel geen sprake van evenredigheid. Zo haalden de conservatieven bijvoorbeeld  36.9% van de stemmen, maar wel 51.1% van de zetels. Vergelijk laatstgenoemde met de Nederlandse situatie!  De meeste compromissen worden eigenlijk al gesloten bij het stemmen. Er zijn een x aantal kandidaten, maar je weet al dat er maar een beperkte kans dat er een klein aantal kans maakt. Je keuze wordt dan beperkt, je kiest dan eerder op een partij die minder je voorkeur heeft, maar meer kans maakt. In Nederland kun je veel eenvoudiger, niet benadeeld, stemmen op een kleinere partij. Er gaan dus geen stemmen verloren.

Ook bij een kiesdrempel zul je eerder op een grotere partij stellen.  Echter zijn er later in het proces wel minder compromissen nodig.

Collegejaar Collegereeks

Gebaseerd op collegejaar 2015-2016

Access: 
Public
Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Volksvertegenwoordiging in Nederland

Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Volksvertegenwoordiging in Nederland

VS

In de VS kennen ze een presidentieel stelsel. De burgers kiezen daar de uitvoerende macht. De president hoeft het met het parlement niet eens te zijn. Daarnaast zal de president altijd nog kunnen zeggen tegen het parlement: “ik ben degene die door het volk gekozen is’. Het is mogelijk dat het congres republikeins gekleurd is, terwijl de president daarentegen van democratische aard is. Dit kan voor spanningen zorgen tussen het congres en de president. De president krijgt dan minder steun van het congres.

Nederland

In Nederland kennen wij een volksvertegenwoordiging. Er is hier sprake van een parlementair stelsel. De kiezers kiezen de Staten-Generaal en laatstgenoemde kiest het kabinet. Wij kiezen de Provinciale Staten, maar zij kiezen op hun beurt de Gedeputeerde Staten. De regering is verantwoording schuldig aan het kabinet. De Tweede Kamer is verantwoording schuldig aan de kiezers (d.m.v. verkiezingen).

Vertrouwensregel

  • ongeschreven regel.

  • juridisch niet bindend voor regering en parlement

  • dwingend recht

  • niet afdwingbaar bij de rechter

  • politiek bindend

  • Rechtovertuiging die in Nederland heerst. Zo gebeurt het in de praktijk. Er zijn geen vormvoorschriften over hoe het wantrouwen tot uitdrukking gebracht moet worden.

  • Inhoud: negatief.

Tot 1983: de koning benoemt ministers en ontslaat hen naar welgevallen.

welgevallen genormeerd door:

1848 : invoering ministeriele verantwoordelijkheid

1860 ontstaan van de vertrouwensregel

De vertrouwensregel heeft derogerende werking. De vertrouwensregel is sterker dan de geschreven regel, zelfs wat betreft de Grondwet

Waarom leggen ministers en staatssecretarissen verantwoording af aan de tweede kamer? Zo zorgen ze ervoor dat het vertrouwen blijft. De regering is ook verantwoording schuldig aan de kiezer (vaak d.m.v. sociale media, tv, ed.). Mansveld heeft buiten het parlement om verteld dat ze af zou treden. Ze vertelde dit op een persconferentie.

Hoe komen we aan een kabinet?

Kabinetsformatie: het voorgaande kabinet diende ontslag in bij de koning.

  • Demissionair kabinet.

  • Volgen TK verkiezingen, volgt kabinetsformatie.

Zo’n demissionair kabinet staat niet meer bloot aan de dreiging van vertrouwensverlies. Ze regeren met enige terughoudendheid.

Altijd verkiezingen bij kabinetscrisis?

vast gebruik , geen dwingende regel

Nieuwe procedure Rvo TK

Hoofdstuk kabinetsformatie

art. 139a aanwijzing van kabinets(in)formateur(s)

Negatieve formulering:

Het kabinet kan optreden zolang het kabinet niet naar huis gestuurd wordt. Zo zijn er ook minderheidskabinetten mogelijk (waar ze alleen het vertrouwen winnen van een minderheid in de Kamer)

Eerste Kamer

  • Een individueel bewindspersoon in de eerste kamer kan wantrouwd worden en dienen af te treden.

  • Niet het politieke primaat, dat ligt bij de Tweede Kamer

  • Het kabinet kan druk uitoefenen op de eerste kamer.

  • De eerste kamer is wel politiek samengesteld (dmv kiezen van de Provinciale Staten)

  • Begroting afkeuren? Dan is dat eigenlijk een motie van wantrouwen

Begroting is het instrument van kabinetsbeleid. Eigenlik stem je dus als Eerste Kamer het kabinetsbeleid weg.

Tweede Kamer en het kabinet.

Het is niet helemaal helder of er wel een

.....read more
Access: 
Public
Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, de Constitutie

Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, de Constitutie

Grondwetgevende macht

Er zijn twee constitutionele tradities:

  • revolutionaire

  • evolutionaire

Revolutionaire:

grondwet die een einde aan iets moet maken. Denk bijvoorbeeld aan het einde van een dictatuur en dergelijke. Je kan het moment aanwijzen waarop de grondwet is ontstaan. Het is de grondslag van de statelijke bouwsteen. Een voorbeeld van een land dat zo’n revolutionaire grondwet kent, is Frankrijk. De revolutionaire traditie is de dominante traditie in Europa (NL vormt één van de uitzonderingen).

Evolutionaire grondwet:

dit proces gaat meer stapsgewijs. De oorspronkelijke grondwet is lastiger aan te wijzen. Vaak is er ook geen sprake van een enkelvoudig document.

Revolutionaire constitutionele momenten’

  • Republiek der Verenigde Nederlanden

Denk aan de Unie van Utrecht en de Opstand.

  • Bataafse periode (1795-1813):

op constitutioneel vlak nogal instabiel.

  • Proclamatie van 1813. De prins van Oranje zou het soevereine staatshoofd worden, met andere woorden de vorst. Stamt de oorspronkelijke GW van Nederland uit 1814 of 1815? Deze vraag roept menig discussie op. In 1815 werd Nederland een koninkrijk. Ook 1840 valt te beschouwen als jaartal van de oorspronkelijke grondwet. Eigenlijk doet het jaartal er niet echt toe. Ook is het een signaal dat er niet echt sprake is van een revolutionaire constitutie, gezien de omstandigheid dat we geen concreet jaar kunnen aanwijzen.

Pouvoir constituant

  • Originaire: oorspronkeleijke grondwetgevende macht

  • Dérivé: afgeleide grondwetgevende macht

Bronnen constitutioneel recht

  • Statuut van het Koninkrijk

  • Verdragsbepalingen

  • Grondwet

  • Wet

  • Lagere regelgeving

  • Decentrale regelgeving

Dat sommige verdragsbepalingen voorrang verkrijgen boven bepaalde nationale regelgeving, staat in de Grondwet zelf.

Relevantie van wijzigingen tot nu toe

O.a. democratisering: 1840, 1848 ,1917, 1919 en 1922

De procedure van grondwetswijzigingen is te vinden in artikel 137 GW. We kennen een eerste lezing en een tweede lezing. Bij beide gaat het om een wetsvoorstel. Tussen de eerste en tweede lezing vindt er plaats een Kamerontbinding van de Tweede Kamer (niet van de Eerste Kamer).

Eerste lezing, oftewel ‘verklaringswet’

De wet verklaart, dat in een verandering in de GW,zoals zij die voorstelt, in overweging zal worden genomen.

Er is hier sprake van de gewone wetsprocedure. Kan ook een initiatiefwetsvoorstel zijn. Of de regering die bij de Tweede Kamer indient. Heeft de Eerste Kamer het aangenomen, dan gaat het naar de regering voor bekrachtiging. De Eerste Kamer kan het voorstel verwerpen.

Bij de tweede lezing moet de regering indienen. Er is geen amendement mogelijk, wel splitsing. Er moet gestemd worden met een 2/3 meerderheid van de stemmen die zijn uitgebracht (=gekwalificeerde meerderheid).

Na de bekendmaking van de wet worden verkiezingen gehouden. De Tweede Kamer wordt namelijk ontbonden.

Een grondwetswijziging kan op twee gronden onwettig zijn:

  • inhoudelijk (denk bij de grenzen van de grondwetgevende macht o.a. aan de bepalingen van het EVRM, het EU-recht en de waarden van een democratische rechtsstaat);

  • qua procedure die niet goed gevolgd

.....read more
Access: 
Public
Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Machtenscheiding in de Nederlandse Staat

Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Machtenscheiding in de Nederlandse Staat

Machtenverdeling

We kunnen de machtenverdeling onderverdelen in:

·         horizontaal: wetgever; bestuur gemeente;

·         verticaal: Rijk, provincie, gemeente.

Staatsvormen

Er bestaan confederaties,  federale staten, gedecentraliseerde eenheidsstaten en eenheidsstaten.

·         Federale staten: er is een centrale overheid, maar de federale deelstaten hebben ook eigen bevoegdheden.  Een voorbeeld van een federale staat is Duitsland.

·         Confederatie: staat die bestaat uit delen die samenkomen voor samenwerking en niet heel diep grondwettelijk zijn verankerd.  Een voorbeeld van een confederatie is de republiek der zeven verenigde Nederlanden.

·         Gedecentraliseerde eenheidsstaat: binnen de eenheidsstaat zijn er ook autonome eenheden. Een voorbeeld van zo een staat is Nederland.

·         Vóór 1982 was Frankrijk het ultieme voorbeeld van een gecentraliseerde eenheidsstaat.

Doel en belang van decentralisatie

·         Rekening houden met plaatselijke voorkeuren en verschillen (lokale democratie)

·         Staat dichter bij de burger

·         In Nederland wordt dat geacht goedkoper te zijn

(wat betreft bepaalde dienstverlening)

Decentralisatie operatie:

·         werk en inkomen

(subsidieregelingen; bijstand);

·         jeugdzorg (jeugdbescherming; pleegzorg ed)

per 1 januari zijn dit gemeentelijke taken geworden;

·         maatschappelijke ondersteuning (zorg voor beperkten)  chr. psychisch of psychosociaal.

Dus de gemeentes werken dan samen op deze gebieden wegens tekort aan middelen, mensen, en expertise. Er worden dan professionele organisaties ingehuurd.  Dit waren voorheen eigenlijk geen gemeentelijke zaken. Het gaat bij bovengenoemde om de welzijnssfeer.

Koninkrijksaangelegenheden

·         art. 3 Statuut

·         art. 43 Statuut: constitutionele waarborgen ‘’fundamentele waarborgen, rechtszekerheid en deugdelijk bestuur’’

denk aan defensie; nationaliteit

Als hier regels over gemaakt moet worden, dan gebeurt dit in de Rijkswet.

Landsaangelegenheden (autonome bevoegdheid van de vier landen)

·         de rest, maar samenwerking zoals volgt uit art. 36-40 van het Statuut.

Denk hierbij aan sociaal economische kwesties; infrastructuur; onderwijs en dergelijke.

Koninkrijk

·         Koning (als staatshoofd)

·         Raad van ministers Koninkrijk (incl. de gevolmachtigde ministers van de andere 3 landen)

·         Raad van State van het Koninkrijk (Raad van State plus de leden van de andere 3 landen)

·         Koninkrijkswetgever

·         Wettelijke regels bij Rijkswet gemaakt, sommigen gelden voor alle landen, andere niet.

·         We kennen echter geen Koninkrijksparlement!

·         In de S-G zitten geen vertegenwoordigers van de andere landen en toch worden de rijkswetten door de S-G gemaakt. Er geld voor hen echter alleen een raadgevende stem, maar mag niet meestemmen. In het regering dus wel een waarboorg voor de andere landen wat betreft inspraak, maar niet in het parlement.

Binnen het koninkrijk zijn we een federatie, maar binnen Nederland niet.

Decentralisatie

Territoriaal (algemeen bestuur): Rijk; provincie; gemeente.

Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn openbare lichamen. Zij maken deel uit van het staatsbestel van Nederland. Zie artikel 1 lid 2 van het Statuut. Hoe verhoudt zich dit tot art. 1 van de Grondwet? Mocht er sprake zijn van “in strijd met”, dan gaat het Statuut, en daarmee bovengenoemde differentiatiebepaling, voor.

De Grondwet geldt voor Nederland (geldt ook voor Bonaire, Sint E. en Saba).

Curacao Aruba en sint maarten hebben een eigen Grondwet.

Functioneel (specifieke taak): Waterschappen (133 GW); openbare lichamen (134 GW) voor beroep en bedrijf vergelijk dit bijvoorbeeld

.....read more
Access: 
Public
Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Internationaal Publiekrecht

Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Internationaal Publiekrecht

Internationaal publiekrecht is recht dat ontstaat tussen staten en internationale organisaties. De bronnen hiervan zijn verdragen en besluiten van internationale organisaties die daarop gebaseerd zijn, eveneens het gewoonterecht. Maakt het internationaal recht deel uit van de nationale rechtsorde? Daar zijn meerdere antwoorden op te geven. Ja, zelfs zonder specifieke omzettingshandeling wanneer we uitgaan van het monisme. Nee, tenzij internationaal recht wordt omgezet tot nationaal recht als we uitgaan van het dualisme.

Kijk voor het begrip monisme naar het arrest van de Hoge Raad Grenstractaat Aken.

In art. 93 van de GW wordt het monisme begrenst.

Wat te doen bij strijd tussen nationaal en internationaal recht?

Als het gaat om een ieder-verbindende bepaling, zie art. 94 GW, dan heeft een dergelijke bepaling voorrang op het nationale recht.

Als het niet gaat om een dergelijke bepaling en ongeschreven internationaal recht geldt er voorrang van de wet op dit internationale recht (zie het Nyugat- arrest).

Het Eu-recht is ‘ supranationaal’ want: sprake van voorrang op strijdig nationaal recht (Costa/ENEL), zelfs op de GW (Simmentahl II); vatbaar voor rechtstreekse werking t.o.v. burgers (van Gend en Loos); gemaakt door instellingen die ‘boven’ de lidstaten staan.

Wat is een ieder-verbindende bepaling?

HR; “ indien noch uit de tekst, noch uit de totstandkomingsgeschiedenis volgt dat geen rechtstreeke werking van de verdragsbepaling is beoogd, is de inhoud van die bepaling beslissend. ‘’

·         Behoeft geen nadere uitwerking door bestuur of wetgever

·         Rechtsstreeks toepasbaar door de rechter jegens de burgers.

·         Arrest Spoorwegstaking.

Voor de bronnen van EU recht, zie hieronder. 

Primair recht:

·         EU verdrag (VEU)

·         Werkingsverdrag (VWEU)

·         EU Grondrechtenhandvest

Secundair recht:

Op basis van de Verdragen

Jurisprudentie:

HvJEU

Voorbeeld: Statuut internationaal strafhof                  

“Artikel 1

Een Internationaal Strafhof (,,het Hof’’) wordt hierbij opgericht.

Het is een permanente instelling met de bevoegdheid rechtsmacht uit te oefenen over personen ter zake van de meest ernstige misdrijven van internationaal belang in de zin van dit Statuut, die complementair is aan de nationale jurisdicties in strafzaken. De rechtsmacht en werkwijze van het Hof worden geregeerd door de bepalingen van dit Statuut.”

Wetgeving EU

Cie initiatief -> EP -> Raad       -> EP ->

-- Eerste lezing ---                          Tweede lezing indien nodig geacht

De uitvoering van EU-besluiten op niveau van de EU is een taak van de Commissie. Meestal moet de uitvoering gebeuren in lidstaten: uitvoering in de lidstaten is echter meestal een taak voor de lidstaten.

Sinds het Lissabon  Verdrag van 2009 heeft het Handvest kracht van verdragsrecht, ‘primair recht’.

De EU mag alleen wat haar is opgedragen in de verdragen (legaliteit), zie hiervoor art. 5 lid 1 VEU.

Nationaal constituties

Europese Raad: staatshoofden, rechtstreeks gekozen (nationaal) en regeringsleiders (parlementair stelsel: bij gratie van nationale parlementen).

Raad: ministers (parlementair stelsel: bij gratie van nationale parlementen)

HvJEU

Meest relevante procedurevormen

·         Prejudiciële procedure over uitleg en geldigheid van EU-besluiten, zie art. 267 WEU

·         Inbreukprocedure, zie art. 259 WEU

·         Nietigheidsberoep, zie art. 263 WEU

Er zijn verschillende situaties wat betreft de

.....read more
Access: 
Public
Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Trias Politica in Nederland

Universiteit van Amsterdam Colleges: Constitutioneel Recht, Trias Politica in Nederland

Trias Politca:

Rechtsprekende macht;

Wetgevende macht;

Uitvoerende macht.

Rechter en machtenscheiding:

  • Rechters worden voor het leven benoemd;

  • Staat niet blootgesteld aan gesanctioneerde politieke verantwoordelijkheid.

Onafhankelijkheid:

117 Gw; 6 EVRM wet.

  • Subjectieve onafhankelijkheid

  • Institutionele onafhankelijkheid (objectieve onafhankelijkheid)

-geen verstrengeling of ‘dubbelfuncties’;

-rechterlijke beslissing niet door bestuur te vernietigen

  • van rechterlijke beslissing geen beroep op bestuur

  • het bestuur kan omtrent rechterlijke beslissingen geen instructies geven.

De rechter is aan de wet onderworpen.

De regering (het bestuur) benoemt wel de rechter. Bij benoeming van leden van de Hoge Raad is ook de Tweede Kamer betrokken (voordracht).

Niet alleen rechters behoren tot de rechterlijke macht. Ook het OM, rechtbank, Gerechtshof, en de Hoge Raad (art. 116 lid 1 Gw jo. art. 2 WRO). Dan zijn er tevens rechters die niet tot de rechterlijke macht behoren als bedoeld in de Grondwet. (ABRvs, CBB, CRvB).

Rechterlijke instanties:

  • algemene bestuursrechter: Awb-rechter administratieve sector Rb (daarna meestal Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State of CRvB);

  • bijzondere bestuursrechter: denk bijvoorbeeld aan de belastingrechter in eerste aanleg (thans rechtbanken); CBB; CRvB; soms afdeling Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State in enige instantie);

  • gewone rechter (burgerlijke rechter en strafrechter): de burgerlijke rechter in bestuursrechtelijke zaken de ‘rest-rechter’, Nederland bevoegd wanneer er geen andere rechtsgang openstaat.

De rechter mag niet toetsen aan de formele wet en de Grondwet (en algemene rechtsbeginselen. Formele wetten mogen wel getoetst worden aan ‘een ieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties’ (art. 94 Gw).

Er geldt voor de rechter dus niet alleen een verbod op het toetsen aan de Grondwet (art. 120 Gw), maar ook aan ongeschreven rechtsbeginselen. Zie hiervoor het ‘Harmonisatiewet-arrest’ . Ook mag geen toetsing van de formele wet aan het Statuut plaatsvinden.

Wat mag door welke rechter worden getoetst?

De bestuursrechter toetst concrete bestuursgeschillen, zoals beschikkingen. De burgerlijke rechter toetst formele wetten niet aan de Gw en algemene rechtsbeginselen. Hij toetst wel avv’s aan hogere regelingen.

Rechtsbescherming tegen bestuurlijk handelen

Welk bestuurlijk handelen? Primair: toepassingen van de wettelijke voorschriften (wettelijke voorschiften=algemeen verbindende voorschriften/wet in materiële zin). Bestuursrechter primair tegen: concrete bestuursbesluiten. Er is hier wel een voorwaarde: er moet eerst bezwaar worden gemaakt bij het betreffende bestuursorgaan. Er kan bij de bestuursrechter geen beroep worden ingesteld tegen: een besluit; inhoudende een avv of een beleidsregel.

Let op:

  • niet ten principale tegen avv

  • wel incidenteel toetsing avv

Rechter en toetsing lagere regelgeving

Burgerlijke rechter wel bevoegd indien OD (HR Noordwijkerhout/Guldemond).

Bestuursrechter niet bevoegd.

Voorstel-Halsema

Hier wordt kritiek getoond op artikel 120 van de Grondwet. Verandering: wel toetsing aan klassieke grondrechten. Wat dan overanderd blijft: geen toetsing aan: sociale grondrechten; procedurele belangen; andere grondwettelijke voorschriften aan de wetgever; algemene rechtsbeginselen;

Collegejaar Collegereeks

Gebaseerd op collegejaar 2015-2016

Access: 
Public
Constitutioneel Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

Constitutioneel Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UvA

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Constitutioneel Recht voor de opleiding Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit van Amsterdam.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2398
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.