Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte Bedrijfswetenschappen winter 2018

Vragen

Vraag 1

Wood Workers NV heeft per 31 december 2017 de volgende verkorte jaarrekening met de vergelijkende cijfers over 2016:

 

Vaste activa

Pand

Machines

Vlottende activa

Voorraden

Debiteuren

Kas

 

2016

 

950.000

500.000

450.000

150.000

30.000

100.000

20.000

 

1.100.000

 

2017

 

1.050.00

550.000

500.000

170.000

40.000

120.000

10.000

 

1.220.000

 

 

 

Eigen vermogen

Aandelenkapitaal

– Overige reserves

Vreemd vermogen lange termijn

garantievoorziening

(hypothecaire) leningen

Vreemd vermogen korte termijn

overlopende passiva

rekening-courant kredietverlener

 

 

2016

 

 

500.000

450.000

50.000

50.000

20.000

30.000

1.100.000

 

2017

 

 

 

550.000

400.000

50.000

50.000

10.000

60.000

1.220.000

Winst- en verliesrekening Wood Workers NV 2017

Omzet

Kostprijs verkoop

Afschrijvingen machine

Afschrijvingen panden

Personeelslasten

Huurlasten

Bruto winst

5.000.000

-3.000.000

-100.000

-100.000

-1.000.000

-200.000

60.000

Noem één voorbeeld van een mutatie (financieel feit) waarbij alleen de creditzijde van de balans verandert. Geef aan welke posten in uw voorbeeld veranderen. (1 pnt).

Vraag 2

Alle verkopen vinden op rekening plaats. Hoeveel is er in 2017 van debiteuren ontvangen? (1 punt).

Vraag 3

Hoeveel dividend heeft Wood Workers NV in 2017 uitgekeerd? (gaarne met motivatie) (1 pnt)

Vraag 4

De onderneming heeft betalingsproblemen en is insolvent.

Uit welk gegeven uit de verkorte jaarrekening is met name af te leiden dat de onderneming insolvent is? (motiveer je antwoord) (1 pnt)

Vraag 5

Naast de boekwaarde worden de marktwaarde en de liquidatiewaarde onderscheiden.

Wat is het essentiële verschil tussen de liquidatiewaarde en de boekwaarde van de onderneming? (1 pnt).

Vraag 6

Het afgelopen jaar heeft de onderneming aandelen uitgegeven. Tegen welke emissiekoers zijn deze aandelen uitgegeven? (1 pnt).

Vraag 7

In het algemeen is het voor een insolvente onderneming moeilijk om aandelen uit te geven. Waarom is een aandelenemissie voor een insolvente onderneming vaak een be-
langrijke voorwaarde is om de onderneming voort te zetten? (1 pnt).

Vraag 8

Waarom is het moeilijk om aandeelhouders bereid te vinden om nieuw vermogen in een insolvente onderneming te investeren? Geef precies aan onder welke omstandigheden aandeelhouders niet bereid zijn vermogen te investeren om rendabele investeringen te financieren (1 pnt).

Vraag 9

Insolventiewetgeving kan worden onderverdeeld in debiteurvriendelijke en crediteurvriendelijke insolventiewetgeving. Veronderstel een extreem debiteurvriendelijke versus een extreem crediteurvriendelijke insolventiewetgeving.

Geef aan tot wat welke verschillen in het nemen van risico’s deze extremen leiden in de fase dat het goed gaat met de onderneming (solvente fase) en de fase dat de onderneming in betalingsproblemen komt (insolvente fase). (2 pnt)

Antwoordindicatie

Vraag 1

Voorbeelden:

  • Vorming van een voorziening
  • Betaling van een crediteur via de bank (met roodstand)
  • Verwerking van de winstverdeling
  • Omzetting van korte termijn lening in een lange termijn lening
  • Afstempeling van aandelen
  • Algemeen: Passiveren van posten

Als uit de genoemde twee plausibele posten duidelijk blijkt dat het gaat om de creditzijde en de term wellicht fout is, toch punt toekennen.
Bijvoorbeeld: aanwending voorziening: voorziening omhoog, eigen vermogen omlaag. vorming voorziening: voorziening omhoog, winstreserve omlaag.

Vraag 2

De debiteuren stijgen in 2017 met € 20.000, van de omzet over 2017 (€ 5.000.000) is € 20.000 dus niet betaald. Ontvangen is dus € 4.980.000

Vraag 3

De winstreserves zijn gedaald met € 50.000; dit is het verlies over 2017. Er is dus geen dividend uitgekeerd.

Vraag 4

Uit de slechte liquiditeit: verhouding van vlottende activa is scheef tegenover de vlottende passiva. Verder loopt de schuld aan de kredietverlener (rekening-courant) ook alleen maar op. De kas in vergelijking tot de schulden is ook vrij hoog en neemt ook af.

Vraag 5

Het essentiële verschil is de going concern veronderstelling. De liquidatiewaarde is gebaseerd op verkoop van de bezittingen; de going concern waarde op voortgezet gebruik

Vraag 6

Het aandelenkapitaal stijgt met € 50.000, er zijn € 50.000/€ 1 = 50.000 aandelen uitgegeven. Daarnaast is de Agioreserve toegenomen met € 100.000. Aandeelhouders hebben in totaal gestort € 50.000 + € 100.000 = € 150.000 voor 50.000 aandelen, dat wil zeggen € 150.000/ € 50.000 = € 3 per aandeel.

Vraag 7

Een insolvente onderneming heeft behoefte aan vers kapitaal waarmee de liquiditeit en de solvabiliteit kunnen worden verbeterd. Met het aandelenkapitaal worden dus twee positieve effecten bereikt, die niet worden verkregen door het aantrekken van vreemd vermogen op korte termijn, of op lange termijn (de laatste verhoogt alleen de liquiditeit, niet de solvabiliteit).

Vraag 8

Dit is het onderinvesteringsprobleem. Aandeelhouders zijn niet bereid om nieuw aandelenvermogen ter beschikking te stellen om een op zich rendabele investering te financieren omdat de voordelen hiervan voornamelijk toekomen aan de vreemd vermogensverschaffers waardoor het voor aandeelhouders een onrendabele investering wordt. Dit doet zich vooral voor als de waarde van de onderneming lager is dan de nominale waarde van de schulden. De toename van de marktwaarde komt dan vooral aan de obligatiehouders ten goede en minder aan de aandeelhouders, zodat vanuit een aandeelhoudersperspectief bezien dit een onrendabele investering wordt.

Vraag 9

Verschil in het nemen van risico’s in een solvente fase:

Als het goed gaat met de onderneming zal een debiteurvriendelijke regeling wellicht tot het aangaan van meer risico’s leiden dan in een crediteurvriendelijk regeling omdat de nadelige gevolgen daarvan dan minder hard zullen doorwerken.

Verschil in het nemen van risico’s in een insolvente fase:

In geval van en insolvente fase zal een crediteurvriendelijke regeling wellicht tot het aangaan van meer risico’s leiden omdat de onderneming in dat geval niets meer heeft te verliezen. (“een kat in het nauw maakt rare sprongen”, of “de dood of de gladiolen”).

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
This content is used in:

Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel - Gedeelte Bedrijfswetenschappen

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
2589