Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel
- 3056 reads
Tom en Piet Klapper hebben in de strenge winter van 2009-2010 niet stilgezeten. Al vroeg in het seizoen stonden zij op de schaats. Daarnaast zijn zij al enkele jaren bezig een nieuwe soort klapschaats commercieel uit te baten. Tom en Piet Klapper hebben op 1 april 2010 te Sneek de BV Klappeschaats opgericht. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt 1.000.000 aandelen met een nominale waarde van € 1. Op dat tijdstip hebben zij zelf ieder € 20.000 aan contanten (door een storting op de bankrekening van de BV) ingebracht. Tevens hebben zij een octrooi ingebracht van een nieuwe vinding voor de klapschaats. Door een ingenieus veersysteem gecombineerd met een juiste schaatshouding kan een nog betere afzet op het ijs worden bewerkstelligd. De waarde van het octrooi is door een extern accountant en een specialist geschat op € 100.000.
Voor de waarde van hun inbreng (het octrooi en de girale storting) krijgen zij aandelen. Het octrooi moet nog nader worden ontwikkeld. Tom en Piet hebben echter zelf geen financiële middelen om dit te financieren. Zij hebben een private equityfonds (participatiefonds) bereid gevonden in hun BV te investeren voor € 200.000. Het participatiefonds stelt wel belangrijke eisen ten aanzien van de besluitvorming en informatieverstrekking, de liquiditeit en de solvabiliteit en de hoogte van de dividenduitkeringen. Zij willen starten voor het winterseizoen 2010-2011. De eerste maanden dient men de schaats verder te ontwikkelen. De daarop volgende maanden wordt de voorraad langzaam opgebouwd, om vanaf december te worden verkocht. Hierbij zijn zij afhankelijk van de strengheid van de winter en de mate waarin hun idee aanslaat bij de tussenhandel en het publiek. De tussenhandel zal vanaf medio het jaar 2010 door Tom en Piet worden bezocht. Op 1 april 2010 hebben zij een pand aangeschaft voor € 350.000, hypothecair gefinancierd met € 320.000; het restant hebben zij giraal voldaan. Dit pand dient als ruimte om de ontwikkelactiviteiten plaats te laten vinden. Het biedt ook mogelijkheden om de productie en de opslag te huisvesten. Het pand is op de openingsdatum dan ook aan de grote kant. Aan apparatuur hebben zij op rekening per 1 april 2010 voor € 50.000 gekocht. Kasgeld houdt de BV niet aan. De BV heeft alleen de beschikking over een bankrekening waarop de BV maximaal € 200.000 rood (negatief) mag staan.
Stel de openingsbalans op per 1 april 2010; rubriceer de posten zoals voorgeschreven in BW 2 Titel 9 (8 punten).
Tom en Piet zijn zich bewust van het feit dat de BV in de aanloopperiode weinig ontvangsten genereert en veel uitgaven met zich meebrengt. Zij hebben de volgende kostprijsberekening opgesteld, op basis van een verwachte productie en verkoop van 10.000 paar schaatsen (tegen een verkoopprijs van € 365) in het eerste boekjaar:
Materiaal Loonkosten personeel Afschrijvingen (pand en apparatuur)
| 150 100 5 255 |
Deze kostprijsberekening is gebaseerd op de geschatte materiaalkosten, de loonkosten als gevolg van het vaste aangestelde personeel vanaf mei 2010 en de afschrijvingen over het pand en de apparatuur.
Bereken op basis van deze gegevens het break even punt (6 punten).
Zij overwegen om geen vast personeel in dienst te nemen, maar de productie geheel via uitzendkrachten te laten verlopen. Hierdoor stijgen de loonkosten naar € 130 per paar.
Bereken op basis van deze gegevens het break even punt (6 punten).
Noem een voordeel en een nadeel van vast personeel ten opzichte van uitzendkrachten in termen van winst afgezien van de hierboven berekende break even punten (6 punten).
Tom en Piet hebben gekozen voor vast personeel. Door de seizoenproductie loopt het eerste boekjaar van 1 april 2010 tot 31 maart 2011.
Gedurende het eerste boekjaar (van 1 april 2010 tot en met 31 maart 2011) doen zich de volgende feiten voor:
Uitgekeerd directiesalaris aan Tom en Piet € 75.000 per persoon
Tom en Piet hebben twee directie auto’s aangeschaft voor in totaal € 80.000
Betaalde autokosten (benzine en verzekering) kosten van energie, internet en telefonie bedragen € 37.000, de verwachte kosten over het eerste boekjaar zijn € 40.000.
Tom en Piet hebben te kampen gehad met liquiditeitsproblemen; zij hebben het octrooi verkocht voor € 40.000 met het recht om het terug te huren. Zij dienen per verkocht paar schaatsen € 5 te betalen.
Inkoop materiaal (leer en metaal) € 1.700.000; hiervan is aan het eind van het boekjaar nog € 200.000 in voorraad
Geproduceerd zijn 10.000 paar schaatsen, verkocht zijn 5.000 paar schaatsen voor
€ 365 per paar. Hiervan hebben debiteuren 80% betaald. De hieruit voorvloeiende octrooirechten zijn betaald
Aan crediteuren is in totaal betaald € 700.000
Afschrijving op auto’s € 10.000, pand € 30.000 en apparatuur € 20.000. Op het octrooi is niet afgeschreven
Betaalde lonen werknemers € 1.000.000
De BV is niet in staat geweest de aflossing (€ 20.000) en rente (€ 21.000) te betalen over de hypothecaire lening; de interest (€ 15.000) over de rekening courantlening is bijgeschreven (toegevoegd aan de rekening courantschuld aan de bank). De onderneming staat aan het eind van het jaar debet € 297.000 bij de bank.
Voor de bepaling van de winst en de waardering van de schaatsen wordt gebruik gemaakt van de eerder bepaalde kostprijs (€ 255).
Stel de balans op aan het eind van het eerste boekjaar (31 maart 2011) (14 punten).
Stel de winst- en verliesrekening op. Maak hierbij gebruik van de eerder bepaalde kostprijs (€ 255) (16 punten).
Geef de belangrijkste reden aan waarom BV Klappeschaats ondanks het behaalde positieve resultaat in liquiditeitsproblemen is gekomen (8 punten).
Hoeveel dividend mag (in juridisch opzicht) en kan (in economisch opzicht) BV Klappeschaats uitkeren (6 punten)?
Tijdens het jaar is er voortdurend overleg geweest met de bank en de hypotheekverstrekker omdat BV Klappeschaats niet voldeed aan de overeengekomen voorwaarden. De solvabiliteit dient minimaal 30% te zijn en de liquiditeitsratio minimaal 2 anders wordt de hypothecaire lening opeisbaar en is het rekening courant krediet opzegbaar.
Voor het bepalen van de liquiditeit kan gebruik worden gemaakt van de current en de quick ratio.
Welk van deze liquiditeitsratio’s acht u voor deze onderneming het meest geschikt? Motiveer uw antwoord (6 punten).
Voldoet BV Klappeschaats op 31-03-2011 aan de eisen van de bank en de hypotheekverstrekker? Ondersteun uw antwoord met berekeningen (6 punten).
De bank is met BV Klappeschaats in onderhandeling over herziening van de leningsvoorwaarden. Op dat moment blijkt uit boekenonderzoek dat BV Klappeschaats de verkopen kunstmatig heeft opgeschroefd. Voor 1.000 paar schaatsen is een voornemen tot koop door een afnemer al als een daadwerkelijke verkoop aangemerkt.
Tegen welk (accounting) principe druist dit in? Leg dit principe uit (6 punten).
Beschrijf de gevolgen voor de balans indien dit principe op een juiste wijze wordt toegepast (6 punten).
De bank heeft als gevolg hiervan het vertrouwen opgezegd; de onderneming wordt uiteindelijk failliet verklaard. Geef aan welke gevolgen dit kan hebben voor de balans. Geef tevens aan welk principe hierbij een rol speelt (6 punten).
Balans BV Klappeschaats per 1 – 4 - 2010
IMVA: - octrooi MVA: - pand - apparatuur - bank 40 + 200 - 30 |
100.000
350.000 50.000 210.000 710.000 | EV: - aandelenkapitaal VVlt: - hypothecaire lening VVkt: - crediteuren
|
340.000
320.000
50.000 710.000 |
Break even punt: 1.050.000/(365 – 150) = 4.884 paar
Break even punt: 50.000/(365 – 280) = 589 paar
Het voordeel is dat bij een verwacht verkoopniveau de loonkosten (1.000.000) lager
Zullen zijn dan in geval van uitzendkrachten (10.000 * 130 = 1.300.000). Het nadeel is de grotere fluctuatie in de winst als de omzetverwachting niet wordt gerealiseerd.
IMVA: - octrooi MVA: - pand - apparatuur - auto VLA: - debiteuren - schaatsen - materiaal |
--
320.000 30.000 70.000
365.000 1.275.000 200.000 2.260.000 | EV: - aandelenkapitaal - winst VVlt: - hypothecaire lening VVkt: - te betalen interest - te betalen overige kosten - crediteuren - bank |
340.000 229.000
320.000
21.000 3.000 1.050.000 297.000 2.260.000 |
Opbrengst (5.000 * 365) Kostprijs verkopen (5.000 * 255) Brutowinst (5.000 * 110)
Directiesalaris Piet en Tom Overige kosten Kosten octrooirecht Boekverlies octrooi Interest Afschrijving auto’s
Winst |
150.000 40.000 25.000 60.000 36.000 10.000
| 1.825.000 1.275.000 550.000
- 321.000 229.000 |
De belangrijkste reden is de toename van de vlottende activa en dan vooral de schaatsen. Zij hebben voor het drukken van de loonkosten per product een hoge voorraad gecreëerd die ook moet worden gefinancierd.
Klappeschaats BV mag uitkeren 229.000. Dit is niet gebonden eigen vermogen. BV Klappeschaats kan op dit moment niets uitkeren, de BV heeft geen liquide middelen tot zijn beschikking.
De quick ratio. BV Klappeschaats is een seizoensbedrijf; de schaatsen zullen naar verwachting niet op korte termijn kunnen worden verkocht.
De solvabiliteit bedraagt (340 + 229)/2.260 = 25,17%
De quick ratio bedraagt (365 + 200)/ (21 + 3 + 1.050 + 297) = 0,41
De current ratio is (365 + 1.275 + 200)/ (21 + 3 + 1.050 + 297) = 1,34
BV Klappeschaats voldoet niet aan de voorwaarden
Tegen het realisatiebeginsel. Dit beginsel ziet toe op het moment waarop de opbrengst wordt verantwoord. In het algemeen is dit het moment waarop is gepresteerd en geleverd.
De voorraad neemt met 1000 * 255 (255.000) toe, de debiteuren met 1000 * 365 (365.000) af. De winst (en het eigen vermogen) daalt met 1000 * 110 = 110.000
De balans wordt dan niet meer opgesteld op basis van het going concern beginsel. De bezittingen worden dan gewaardeerd volgens liquidatiewaarde; veelal leidt dit tot een afwaardering van de bezittingen en daardoor een lager eigen vermogen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oude en oefententamens bij het vak Onderneming en Recht aan de Universiteit Leiden, gedeelte Bedrijfswetenschappen
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1958 | 1 |
Add new contribution