Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte Bedrijfswetenschappen winter 2009

Vragen

Peter van Mill is al jaren als IT-specialist werkzaam bij een IT-onderneming. Hij heeft zijn kennis door cursussen langzaam uitgebreid. Door zijn ervaring in het bedrijf heeft hij een goed beeld gekregen van de computermarkt. Er lijkt een groot gebrek aan op maat gesneden totaaloplossingen. Hij wil klanten zowel apparatuur als de installatie en onderhoud ervan aanbieden. Op 1 januari 2008 heeft hij de BV “Computertotaalgemak” opgericht. Het maatschappelijk aandelenkapitaal bedraagt € 100.000 (100.000 aandelen van nominaal € 1). Op 1 januari stort hij € 50.000 (als aandelenkapitaal) op de bankrekening van de BV. Alle betalingen en ontvangsten worden bancair afgewikkeld, kasgeld houdt de BV in beginsel niet aan. Verder heeft de BV op 1 januari een lening opgenomen bij haar bank van € 60.000 – af te lossen in 10 jaar, interest 6% - beide te betalen aan het eind van het jaar. De inkopen voor de winkelvoorraad van € 80.000 heeft de BV voor 60% kunnen financieren met leverancierskrediet, het restant is via de bank betaald. De inventaris is eveneens op 1 januari aangeschaft en (via de bank) afgerekend voor € 50.000 (gebruiksduur 10 jaar). De BV oefent het bedrijf uit vanuit een gehuurd winkelpand (steeds maandelijks medio van de maand te betalen € 1.500). Op 1 januari heeft de BV een medewerker aangetrokken (steeds eind van de maand te betalen € 3.000). Peter kent zichzelf een (marktconform) maandsalaris toe van € 5.000 (ook steeds te betalen aan het eind van de maand).

Vraag 1

Stel de openingsbalans op per 1 januari 2008 van BV “Computertotaalgemak” nadat alle hierboven (relevante) feiten zijn uitgevoerd. (18 pnt).

Vraag 2

Op de balans ontbreekt de post voorzieningen. Waarom komt deze post in het algemeen niet voor op de openingsbalans? (6 pnt)

Vraag 3

Wanneer leidt de post voorzieningen tot een verandering van het banksaldo (uitgaaf)? Geef duidelijk aan wanneer uit deze post veranderingen in het banksaldo voortvloeien. (6 pnt)

Vraag 4

Wat is het verschil tussen voorzieningen en afschrijvingen in termen van het verschil tussen de uitgaven- en kostenmomenten? (8 pnt)

Over het eerste jaar – 2008 – doen zich de volgende feiten voor:

  • In 2008 is voor € 200.000 op rekening ingekocht en in totaal voor € 210.000 aan crediteuren betaald

  • De eindvoorraad bedraagt € 60.000

  • De aflossing en rentebetaling hebben conform de leningsvoorwaarden plaatsgevonden.

  • De huren en de lonen zijn conform planning betaald.

  • De omzet over het afgelopen jaar bedraagt € 400.000; hiervan is door debiteuren betaald € 395.000

  • In januari is in overleg met de energieleverancier het maandelijks te betalen bedrag bepaald op € 500 per maand, te betalen medio van de maand. Peter schat aan het eind van het jaar dat hij € 1.000 te veel heeft betaald

  • Vooruitlopend op de jaarcijfers heeft Peter (naast zijn salaris) € 15.000 dividend aan zichzelf uitgekeerd

  • De winst over het afgelopen jaar bedraagt € 52.400

  • Het laatste dagafschrift van de bank vertoont een creditsaldo van € 68.400.

Aan het eind van het jaar stelt Peter zijn balans, winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht op over 2008.

Vraag 5

Stel op basis van alle bovenstaande gegevens de eindbalans op. (27 pnt)

Peter betaalt de huur steeds medio van de maand. Stel dat hij niet maandelijks de huur betaalt, maar aan het eind van het jaar de huur over het hele eerste jaar betaalt.

Vraag 6

Wat zijn hiervan de gevolgen voor de balans en de winst- en verliesrekening? (8 pnt)

Vraag 7

Welk principe schuilt er achter het probleem dat een deel van de omzet nog niet is ontvangen? (5 pnt)

De bank heeft liquiditeits- en solvabiliteitsvoorwaarden gesteld aan de lening. Peter is van mening dat beide ratio’s aan de lage kant zijn. Hij zint op maatregelen om beide te verhogen.

Vraag 8

Noem twee maatregelen die (in het algemeen, dus niet alleen gebaseerd op deze situatie) tegelijkertijd de liquiditeit en de solvabiliteit verhogen. Leg uit waarom deze maatregelen deze ratio’s verhogen (8 pnt)

Recentelijk staat in de Corporate Governance discussie het verstrekken van opties aan managers ter discussie.

Vraag 9

Wat is in het algemeen het doel van het verstrekken van opties? (6 pnt)

Vraag 10

Waarom heeft het in dit geval geen zin om opties te verstrekken? (8 pnt)

Antwoordindicatie

Vraag 1

Inventaris

Voorraad

Bank

 

50.000

80.000

28.000

158.000

Aandelenkapitaal

Lening

Crediteuren

50.000

60.000

48.000

158.000

Vraag 2

Voorzieningen zijn voorwaardelijk verplichtingen die voortvloeien uit operationele activiteiten. Bij de oprichting van de onderneming hebben er nog geen operationele handelingen plaatsgevonden.

Vraag 3

Niet bij de vorming van een voorziening, maar bij de aanwending er van, dus als de verplichtingen acuut worden; bijvoorbeeld als iemand aanspraak doet op de gegeven garanties.

Vraag 4

Bij voorzieningen lopen kosten vooruit op uitgaven, bij afschrijvingen is dat precies omgekeerd.

Vraag 5

Inventaris

Voorraad

Debiteuren

Vooruitbetaalde energie

Bank

 

45.000

60.000

5.000

1.000

68.400

179.400

Aandelenkapitaal

Winstreserve

Lening

Crediteuren

50.000

37.400

54.000

38.000

 

179.400

Vraag 6

Geen, het moment van betaling in het jaar waarover de winst wordt bepaald doet niet ter zake.

Vraag 7

Het realisatieprincipe.

Vraag 8

Uitgifte van aandelenkapitaal (VLA omhoog en EV omhoog), dus liquiditeit (want alleen VLA stijgt, en solvabiliteit stijgt (want alleen EV omhoog)

Het verkopen van vaste activa met winst (VA daalt, VLA stijgt, EV stijgt)

Het herwaarderen van vlottende activa (voorraden) (VLA stijgt en EV stijgt).

Vraag 9

Het doel van het verstrekken van opties is het verminderen van het conflict tussen aandeelhouders en managers. Managers streven in dit geval meer het belang van aandeelhouders na (waardemaximalisatie).

Vraag 10

Omdat Peter zowel de manager als de eigenaar is. Een belangenconflict bestaat in dit geval niet.

Controleberekeningen winstsaldo en banksaldo:

Winst- en verliesrekening

Kostprijs omzet

Rentekosten

Afschrijvingen

Lonen

Huren

Energiekosten

winst

220.000

3.600 5.000

96.000

18.000

5.000

52.400

Omzet

 

400.000

 

 

Kostprijs is: BV + INK – EV = 80.000 + 200.000 – 60.000 = 220.000

Winstreserve = winst – onttrekking = 52.400 – 15.000 = 37.400

Kasstroomoverzicht

Betaald aan leveranciers

Betaalde rente

Aflossing

Betaalde lonen

Betaalde huren

Betaalde energie

Onttrekking

Bankmutatie

210.000

3.600

6.000

96.000

18.000

6.000

15.000

40.400

Ontvangen van afnemers

 

395.000

 

 

Eindstand Bank: 28.000 + 40.400 = 68.400

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is used in:

Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel - Gedeelte Bedrijfswetenschappen

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activities abroad, study fields and working areas:
Institutions, jobs and organizations:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization