Collegeaantekeningen BPOP (Biopsychosociale Perspectieven op Ontwikkelingspsychologie) - Psychologie UU B2
- 2102 reads
Dit college staat niet in de sheetnotes van 2015. Daarom zet ik hieronder de volledige informatie uit het hoorcollege.
75 procent van de Nederlanders werkt over. Gemiddeld: 3,6 uur.
Omgevingsfactoren: Nieuwe technologieen
Trends: 'het nieuwe werken'
Bezuinigingen
1,4 procent van de Nederlanders werkt meer dan 50 uur. Dit staat onderaan vergeleken met andere landen (Japan).
Alleen hard werken is niet voldoende voor workaholisme.
Hard werken kan leiden tot:
Karoshi: dood door overwerk
Karo-jisatu: suicidie door overwerk. Hier is sprake van in Japan.
Werk hangt samen met onze identiteit. “ik werk dus ik ben”
Oorsprong ligt in calvinistische wortels. “er is nog nooit iemand in zijn eigen zweet verdronken.”
Organisatiecultuur. “We hebben hier geen 9 tot 5 cultuur.”
Geschiedenis van het begrip:
1971: Oates beschreef workaholisme als de onbedwingbare neiging om hard te werken.
Al eerder werd melding gemaakt van het verschijnsel:
Franse schrijver Gustave Flaubert (1852): bezeten geperverteerde liefde om te werken.
Paul Lafarge (1883): Arbeitssucht.
De hongaarse psychiater Sandor Ferenczi (1919): zondagsneurose.
Kenmerken werkverslaving: Werkt veel uren, altijd druk; In gedachten met werk bezig; Extreem toegewijd, erg betrokken; Obsessief, compulsief; Lichamelijke klachten; Chronisch moe; Perfectionistisch; Niet flexibel, rigide; Bang om te falen; Taakgericht; Goed in overwerk rationaliseren; Identificeert zich met het werk; Niet in staat te ontspannen; Middelenverslaving; Gepassioneerd over werk; Neurotisch; Optimistisch; Competitief.
Definitie van werkverslaving: - Cognitie: obsessie met werk.
- Gedrag: veel tijd in werk stoppen, vermenging werk en persoonlijk leven.
- Emoties: schuldgevoelens wanneer men niet aan het werk is.
Bevlogenheid (employee engagement). Bevlogenheid is een toestand van opperste voldoening bij werknemers die gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie.
Circelcomplexmodel van emoties bestaat uit:
Activatie vs deactivatie. Onplezierig vs plezierig.
Werkverslaafd: tussen activatie en onplezierig. Kenmerken: rusteloos en gespanen.
Tevreden: deactivatie en plezierig. Kalm, rustig.
Bevlogen: activatie en plezierig. Opgewonden en gelukkig.
Opgebrand: onplezierig en deactivatie. Verdrietig.
Workaholisme is de oncontroleerbare drang om hard te werken. Dit bestaat uit twee componenten. Gedragsmatig: excessief hard werken en Cognitief: compulsief werken.
Workaholics hebben de hoogste werkdruk, meeste overwerk, meeste werk-thuis conflicten, minste steun van andreen en meeste uitputtingsklachten.
Compulsieve werkers: even perfecitonistisch, even emotioneel instabiel, even ontevreden, even cynisch.
Workaholisme is het slechtst maar als je compulsief werkt is dat ook niet goed.
Vergelijking met andee typen (on)welbevinden.
Burnout: exhaustion, cynicism, efficacy
Work engagement: vigor, dedication, absortion (identified regulation, identificeren met je werk)
Workaholism: absortion, working excessively, working compulsively
Absortion: helemaal opgaan in je werk past dus zowel bij de bevlogenheid kant als bij de werkverslavingskant.
Workaholisme vs bevlogenheid:
- Innerlijke dwang vs geen obsessie met werk
- Vermijding vs toenadering
- Gecontroleerde regulatie vs autonome regulatie
- Onveilig hechtig vs veilige hechting
- Arbeidsontevredenheid vs arbeidstevredenheid
Nieuw onderzoek noemt dat vroege onveilige hechting in kindertijd leidt tot workaholisme later. Dit komt doordat je je extra wilt bewijzen in dat je dingen goed doet en bevestiging nodig hebt in wat je doet, omdat workaholics daarin een gebrek hadden in hun kindertijd.
Workaholisme komt vooral van binnenuit, combinatie van hard en dwangmatig werken.
Kan met behulp van een vragenlijst gemeten worden. Werkplezier is wat anders dan workaholisme. Duidelijk anders dan bevlogenheid.
Leertheorie
Operante conditionering: Werkverslaving is aangeleerd en wordt in stand gehouden door tastbare en minder tastbare beloningen.
Imitatie: vicarious learning: rolmodellen versterken werkverslavingsgedrag (leidinggevenden).
Verslavingsmodel
Verslaafd aan adrenaline (kick, rush).
Psychologische verslaving:
Afhankelijk van het werk, doorgaan ondanks de negatieve consequenties.
Persoonlijkheidstheorie:
Persoonlijkheidstrekken vormen de basis van workaholisme:
Lage zelfwaarde, perfectionisme, rigiditeit (flexibiliteit vereist dat je open mind hebt), obsessief-compulsief, type a persoonlijkheid (onrustig, druk, snel spreken), neuroticisme, narcistische persoonlijkheid
Onderzoek zelfwaarde, persistentie en workaholisme. (zie slide figuur)
Systeemtheorie: Stressvolle en dysfunctionele families; Veeleisende vaders
Geparentificeerde kinderen zijn gewend vroeg verantwoordelijkheid nemen omdat er iets met hun ouders is. Partner houdt vaak het gedrag in stand.
Cognitieve theorie: Irrationele cognities en workaholisme.
Cognities zoals willen wedijveren, jezelf willen bewijzen, geen fouten willen maken, het beter denken te doen dan anderen en sterke morele principes hangen samen met werkverslaving. Workaholics hebben het gevoel dat ze niet genoeg gedaan hebben en ze baseren hun zelfwaarde op hun prestaties.
Irrationele cognities: lage onzekerheidstolerantie, hoge eisen stellen aan jezelf, behoefte aan waardering, rampdenken.
Positieve consequenties: Prestatie, hoger inkomen, status, waardering
Negatieve consequenties: Verminderde kwantiteit/kwaliteit van sociale relaties.Werk-thuis conflict, stress en psychosomatische klachten, ongezonde levensstijl, burnout, minder herstel, slechte slaap.
Een optimale peformer: Kan goed samenwerken, is ontspannen, kan goed delegeren, is intrinsiek gemotiveerd, heeft plezier in zijn werk.
Workaholic is hierbij het tegenovergestelde.
Conclusie deel 2:
Workaholisme als persoonlijkheidstrek en als aangeleerd gedrag zijn populaire benaderingen. Cognitieve theorie is een relatief nieuwe en optimistische invalshoek.
Er zijn meer negatieve dan positieve consequenties.
Consequenties voor verschillende levensdomeinen. Het is niet óf je hard werkt (want dat doen bevlogen types ook), maar hoe je hard werkt.
Deel 3: behandelen.
Hoe kan werkverslaving worden voorkomen/behandeld worden?
Belemmerende en bevorderende factoren bij de behandeling van workaholics:
Belemmerende factoren: onthouding is moeilijk te definiëren. Weinig sociale druk, ontkenning/ geen probleeminzicht, andere hulpvraag. Geen tijd.
Bevorderend factoren: Motiverende gespreksvoering, systeem betrekken (partner, gezin, collega’s)
Behandelstrategieën
A&G coaching en counseling
Individuele interventiemethoden met aandacht voor: problemen in of door werksituatie. Bevorderen van de gezondheid en welbevinding. Verbeteren van functioneren op het werk.
Primaire preventie:
Ondersteunende organisatiecultuur. Manager die voorbeeld geeft, toegankelijkheid van professionals (HR, Arbo)
Secundaire preventie:
Vaardigheidstrainingen (timemanagement, stressmanagement, persoonlijke effectiviteit)
Tijd voor ontspanning inplannen (lummeltijd; tijd in je agenda voor rust, geen afspraken)
Goede begeleiding van nieuwkomers
Face-to face interventie:
Systeemtherapie: mensen uit het systeem (partners en kinderen) gezamenlijke sessies hebt
Cognitieve gedragstherapie
Workaholisme is de onweerstaanbare innerlijke drang om hard te werken.
Workaholisme heeft ongewenste gevolgen
Workaholisme is wat anders dan bevlogenheid
Moeilijk te bereiken doelgroeop: inspelen op behoefte/ bewustwording
Online interventie voor workaholisme biedt perspectief.
Online training
E-learining: verbeter de balans tussen werk en privé (met ondersteuning van de coach)
Doelen: verminderen van compulsief werkgedrag
Ontwikkeling van een positieve en gezonde werkhouding
E-module RET:
Herkennen van niet-productieve gedachten (ik mag geen fouten maken)
Verband leggen tussen niet- productieve gedachten en reacties
Het aanleren van productieve gedachten
Online training ervaring van het onderozek:
Algemeen: werving deelnemers is moeilijk
Wat de coach opviel: Het loslaten van werk is erg moeilijk, vooral mentaal. Vaak zijn hobby’s afwezig en zijn er weinig sociale contacten. Half werk afleveren is not done. Deelnemers denken dat leidinggevenden/ collega’s meer van het verwachten.
Conclusies deel 3:
Verschillende manieren van preventie/interventie
Bewust zijn van belemmerende en bevorderende factoren
Contextuele benadering. RET en timemanagement.
Online hulp voor workaholics heeft voordelen.
Werkverslaving wordt niet behandeld in de literatuur.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.
Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.
Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.
Onderzoek naar 5HT gen. een lage 5HT activiteit leidt tot grotere kans op neuroticisme en grotere angst op stressoren. bij angst is sprake van disregulatie. Dit is een vicueuze circel. Stress verhoogt het cortisol level. Een hoger cortisol level leidt tot meer schade, en dit leidt weer tot een verstoorde feedback.
Nieuw onderwerp: Bij een paniekaanval ontstaat arousal. Dit komt door een sterke activatie in het sympatisch zenuwstelsel.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Ventromediale prefrontale cortex actiever na exposure sessies bij angst. Ventromediale prefrontale cortex zorgt voor reguleren van emoties. Dit is gemeten met hersenscans.
Overeenkomsten tussen angst, vrees en depressie zijn comorbiditeit (overlapping met andere stoornis of meerdere stoornissen) en farmocotherapie.
Specifieke stress factoren en psychologische gevoeligheid bepalen welke stoornis er optreedt.
Behandeling van angst/vrees en depressie stoornissen bestaat uit CGT (cognitieve gedragstherapie) en/of SSRI behandeling. (serotonine heropnameremmer).
Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.
[toc]
[toc]
Dit college staat niet in de sheetnotes van 2015. Daarom zet ik hieronder de volledige informatie uit het hoorcollege.
75 procent van de Nederlanders werkt over. Gemiddeld: 3,6 uur.
Omgevingsfactoren: Nieuwe technologieen
Trends: 'het nieuwe werken'
Bezuinigingen
1,4 procent van de Nederlanders werkt meer dan 50 uur. Dit staat onderaan vergeleken met andere landen (Japan).
Alleen hard werken is niet voldoende voor workaholisme.
Hard werken kan leiden tot:
Karoshi: dood door overwerk
Karo-jisatu: suicidie door overwerk. Hier is sprake van in Japan.
Werk hangt samen met onze identiteit. “ik werk dus ik ben”
Oorsprong ligt in calvinistische wortels. “er is nog nooit iemand in zijn eigen zweet verdronken.”
Organisatiecultuur. “We hebben hier geen 9 tot 5 cultuur.”
Geschiedenis van het begrip:
1971: Oates beschreef workaholisme als de onbedwingbare neiging om hard te werken.
Al eerder werd melding gemaakt van het verschijnsel:
Franse schrijver Gustave Flaubert (1852): bezeten geperverteerde liefde om te werken.
Paul Lafarge (1883): Arbeitssucht.
De hongaarse psychiater Sandor Ferenczi (1919): zondagsneurose.
Kenmerken werkverslaving: Werkt veel uren, altijd druk; In gedachten met werk bezig; Extreem toegewijd, erg betrokken; Obsessief, compulsief; Lichamelijke klachten; Chronisch moe; Perfectionistisch; Niet flexibel, rigide; Bang om te falen; Taakgericht; Goed in overwerk rationaliseren; Identificeert zich met het werk; Niet in staat te ontspannen; Middelenverslaving; Gepassioneerd over werk; Neurotisch; Optimistisch; Competitief.
Definitie van werkverslaving: - Cognitie: obsessie met werk.
- Gedrag: veel tijd in werk stoppen, vermenging werk en persoonlijk leven.
- Emoties: schuldgevoelens wanneer men niet aan het werk is.
Bevlogenheid (employee engagement). Bevlogenheid is een toestand van opperste voldoening bij werknemers die gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie.
Circelcomplexmodel van emoties bestaat uit:
Activatie vs deactivatie. Onplezierig vs plezierig.
Werkverslaafd: tussen activatie en onplezierig. Kenmerken: rusteloos en gespanen.
Tevreden: deactivatie en plezierig. Kalm, rustig.
Bevlogen: activatie en plezierig. Opgewonden en gelukkig.
Opgebrand: onplezierig en deactivatie. Verdrietig.
Workaholisme is de oncontroleerbare drang om hard te werken. Dit bestaat uit twee componenten. Gedragsmatig: excessief hard werken en Cognitief: compulsief werken.
Workaholics hebben de hoogste werkdruk, meeste overwerk, meeste werk-thuis conflicten, minste steun van andreen en meeste uitputtingsklachten.
Compulsieve werkers: even perfecitonistisch, even emotioneel instabiel, even ontevreden, even cynisch.
Workaholisme is het slechtst maar als je compulsief werkt is dat ook niet goed.
Vergelijking met andee typen (on)welbevinden.
Burnout: exhaustion, cynicism, efficacy
Work engagement: vigor, dedication, absortion (identified regulation, identificeren met je werk)
Workaholism: absortion, working excessively, working compulsively
Absortion: helemaal opgaan in je werk past dus zowel bij de bevlogenheid kant als bij de werkverslavingskant.
Workaholisme vs bevlogenheid:
- Innerlijke dwang vs geen obsessie met werk
- Vermijding vs toenadering
- Gecontroleerde regulatie vs autonome regulatie
- Onveilig hechtig vs veilige hechting
- Arbeidsontevredenheid vs arbeidstevredenheid
Nieuw onderzoek noemt dat vroege onveilige hechting in kindertijd leidt tot workaholisme later. Dit komt doordat je je extra wilt bewijzen in dat je dingen goed doet en bevestiging nodig hebt in
Extra begrip toegevoegd: echolalie. Het laatste stukje herhalen. Het wordt ook wel papagaaien genoemd.Dit komt vaker voor bij ASS maar hoort ook bij een normale taalontwikkeling. Het lijkt dus meer op vertraging in de taalontwikkeling en niet zozeer per sé een ASS kenmerk.
Verder is het college precies hetzelfde
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.
Er worden geen vragen behandeld voor het tentamen.
Er wordt een nieuw begrip besproken: Aetiologie. Combinatie van genen en omgeving zijn oorzaak voor eetstoornis.
Risicofactoren voor eetstoornis
Biologisch en genetisch: Familielid met eetstoornis, stemmingsstoornis of verslaving. Zwaarlijvigheid. Vroege menarche(eerste menstruatie) en diabetes.
Cultureel: internalisering slankheidsideaal. negatieve lichaamsbeleving. Extreem lijngedrag.
Sociaal: negatieve stressvolle gebeurtenissen.
Algemene risicofactoren: Gebrek aan zelfvertrouwen, negatieve gevoelens, faalangst, prestatiegerichtheid, perfectionisme, obsessieve persoonlijkheid, angstigheid en dergelijke, emotionele geremdheid.
Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.
Er worden geen tentamenvragen behandeld.
Nieuwe onderwerpen:
Drie groepen stoornissen: Parafiele stoornissen, genderdysforie en seksuele stoornissen
Seksuele responscyclus: verlangen, opwinding, plateau, orgasme, ontspanning
Bij het opstellen van een behandelplan dient rekening te worden gehouden met de volgende mogelijke stoorzenders: 1 Stress en life events 2. Gebrek aan kennis en/of onjuiste kennis 3. Normen en waarden 4. Irrationele verwachtingen, belemmerende negatieve gedachten 5. Gebrek aan vaardigheden en adequate stimulatie 6. Individuele kwetsbaarheid, bijv. angsten en remmingen, negatief zelf of lichaamsbeeld, geschiedenis van misbruik, psychiatrische comorbiditeit
Geen recente ontwikkelingen. Wel wordt dieper ingegaan op behandelmethoden bij seksuele stoornissen.
Er worden geen opmerkingen voor het tentamen gemaakt.
Er worden geen tentamenvragen behandeld.
Er zijn geen veranderingen in het hoorcollege. Het heeft precies dezelfde inhoud.
Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.
Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.
Er worden geen opmerkingen tijdens het college over het tentamen gemaakt.
Er worden de volgende KAHOOT vragen behandeld: Persoonlijkheidsstoornissen zijn... antwoord: egosyntoon (ik eigen).
Bij een Persoonlijkheidsstoornis is sprake van.. antwoord: veel comorbiditeit, heftigere life events en verhoogde suicidaliteit.
Cluster A: vreemd ecentriek gedrag, B: dramatisch impulsief gedrag. cluster C: angstig gedrag. Klopt dit? Ja.
Alle clusters A includeren positieve en negatieve symptomen. klopt dit? Antwoord: Nee, met name schizotypische persoonlijkheidsstoornis want deze heeft alleen negatieve symptomen.
Borderline persoonlijkheidsstoornis houdt in... Antwoord: mensen zijn stabiel instabiel.
Zelfbeeld: ik ben uniek. Beeld van anderen: inferieur, het zijn bewonderaars. Opvoeding ophemelen. Waar past dit bij? Antwoord: narcistische persoonlijkheidsstoornis.
Zelfbeeld: Je verantwoordelijk voelen. Beeld van anderen: incompetent. Opvoeding: hoge eisen stellen. Waar past dit bij? Antwoord: dwangmatige persoonlijkheidsstoornis.
Persoonlijkheidsstoornissen zijn categorisch en dimensioneel.
morfodysfore stoornis is uit het nieuwe hoorcollege gehaald.
Toegevoegd: depersonalisatie derealisatie stoornis. Symptomen: sterke gevoelens van onwerkelijkheid waardoor men niet normaal kan functioneren. depersonalisatie en derealisatie komen voor bij veel psychische stoornissen. Het is gelijk bij mannen en vrouwen. Begin ziektebeeld vanaf ongeveer 16 jaar.
verminderde emotionele respons. Tekort in perceptie en emotieregulatie. weinig bekend over psychologische behandeling.
Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.
Er is geen bewijs gevonden voor inter identiteit amnesie op zowel expliciete als impliciete geheugentaken. Dit onderzoek is gedaan voor zowel neutraal materiaal als trauma gerelateerd materiaal, en autobiografische.
Er worden geen opmerkingen met betrekking tot het tentamen gemaakt.
Er worden geen vragen met betrekking tot het tentamen gesteld.
Bij de uitleg over de 2 slaapmechanismen (slaapschuld vs circadiaan, de biologische klok) is het van belang om te weten dat deze twee mechanismen zich afspelen in de superachiasmatische nucleus.
Verder worden er toevoegingen gedaan op hoe `s nachts het lichaam werkt: core-body temperatuur het laagst, melatonine het hoogst. Cortisol is laag bij inslapen en cortisol is hoog bij wakker worden.
Er worden verschillende links gegeven om meer te weten te komen over slaapproblemen.
De vicueuze circel van insomnie wordt gepresenteerd. Dit is een algemeen model van langdurige slapeloosheid. Slecht slapen leidt tot emotionele en cognitieve overactiviteit (zorgen maken, stress, angst). Dit leidt tot lichamelijke overactiviteit, verhoogde spierspanning. Dit leidt vervolgens weer tot verkeerde slaapgewoonten en leefwijzes, wat weer leidt tot slecht slapen.
Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.
Er worden geen tentamenvragen behandeld.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution