Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Ilan: Understanding Street Culture H1. Universiteit Utrecht.

Artikel Ilan; Understanding Street Culture H1

 

Kwesties van misdrijven, criminalisering en cool zijn, zijn cultureel bepaald.

 

Street culture: de geglobaliseerde wereld van kapitaal en informatiegolven wordt aan gerefereerd door sociaal theoretici of een late of hoge moderniteit.

-> product van sociale, economische en culturele exclusie

-> vaak wel symbolische inclusie doordat de street culture wordt bewonderd

 

Paradigma: op zoek naar eigen cultuur, want ze worden niet geaccepteerd in de mainstream cultuur, maar de mainstream neem de street culture wel in zich op.

 

Cultuur (volgens Williams): multidimensionaal begrip

1. de producten die mensen produceren

2. de manier waarop mensen logica maken van de wereld en hoe ze leven.

3. de processen waarbij dingen worden zou als ze zijn

-> cultuur is dynamisch, veranderlijk en verplaatsend.

 

Klasse is een vorm van kritische bemiddeling van het zijn.

Karakteristieken van exclusie (sociaal, economisch en cultureel) zijn verschillend over tijd en plaats, desondanks is er een gemengde ervaring van ‘excluded’ worden.

 

Street culture (volgens Bourgois): een complex en conflictueel web van geloof, symbolen, vormen van interactie, waarden en ideologieën die opgekomen zijn als verzet tegen exclusie van de mainstream samenlevingen.

-> waarden, regels, praktijken en stijlen.

- Anderson: street culture = people’s culture

- volkscultuur van laat 20ste eeuw en vroeg 21ste eeuw.

- street culture is een continuüm; niet elke street culture is even extreem

 

Analyseren van globale street culture kan de foute lijnen van inclusie verlichten en hoogtepunten geven aan de universeel schadende consequenties van exclusie.

 

Belangen van de street culture:

Overleving (vb. door tekort aan water en eten), onwettige economie, respect, weerwil tegenover autoriteit van de staat, collectivisme & community, consumentisme & aanzien, hedonisme & visceraal.

 

‘Cool’ zijn is belangrijk in de street culture.

 

Presentie street culture kan gezien worden vanuit het micro (vanuit het individu etc.)

 

 

 

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Culturele Diversiteit: artikelen - Bundel

Samenvatting Cultural Diversity: Rogoff H6: Interdependence and autonomy. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Rogoff H6: Interdependence and autonomy. Universiteit Utrecht.

Rogoff H6; Interdependence and autonomy (blz. 194-235)

 

Europees-Amerikaanse culturele praktijken: individualisme en onafhankelijkheid

-> volgens middle-class Europees-Amerikaanse ouders is onafhankelijkheid het belangrijkste opvoedingsdoel voor het kind op de lange termijn.

 

Culturele verschillen in volwassenheid of

- het betekent onafhankelijkheid van de oorspronkelijke familie

- of het betekent simpelweg nieuwe verbindingen en veranderde verantwoordelijkheden naar de oorspronkelijke familie

 

Japans-Amerikaans

Ouderschap is een lange termijn proces van kinderen voorbereiden op een levenslange verplichting aan de familie.

 

Causcasiaans-Amerikaans

Het kind monitoren en begeleiden terwijl het zich klaar maakt om het huis te verlaten.

 

Kwesties van sociale relaties behoeven aandacht van individuele, interpersoonlijke en cultureel-institutionele processen.

 

Elke generatie trekt de praktijken van hun voorouders in twijfel en bekijkt deze opnieuw. Helemaal wanneer verschillende praktijken van verschillende gemeenschappen zichtbaar zijn in hun leven.

-> wanneer dit niet zo is, worden tradities meestal behouden

 

Sleeping ‘Independently’

US: baby’s slapen gescheiden van hun moeder door bijv. privacy. Dit wordt als ongewoon gezien vanuit een wereldwijd en historisch perspectief.

Het advies voor de ouders van 1900s van opvoeddeskundigen: de baby moet apart slapen van de moeder

-> dit zorgt vaak voor slapeloze nachten, je bent een tegenstander in strijd tegen de wil.

 

Comfort from bedtime routines and objects

US etc.: bedtijd routines en objecten zijn nodig om in slaap te vallen

-> bij andere culturen is dit niet nodig omdat de kinderen bij de ouder in bed slapen.

 

Social relations in cosleeping

Sommige culturen: het kind valt in slaap wanneer het moe is en niet per se op een bepaalde plek of tijd.

Japan: kind slaapt samen met de ouder want het kind is in transformatie naar onafhankelijkheid (moet het nog ontwikkelen).

US: kind wordt geboren als afhankelijk en moet gesocialiseerd worden als onafhankelijk

De shock van andere culturele praktijken is parallel aan de afkeuring van Europees-Amerikaans volwassenen bij het idee dat een kind bij de ouder slaapt.

 

Independence versus interdependence with autonomy

In veel gemeenschappen worden kinderen eerder gesocialiseerd voor interdependence (responsieve coördinatie met de groep) dan voor individualisme apart.

Kinderen in sommige gezelschappen worden aangemoedigd om te interacteren op een Multi directionele manier (met meerdere personen tegelijk) in groepen met mensen.

Met of zonder nauw fysiek contact, interdependence omvat oriënteren in de groep.

 

Individual freedom of choice in an interdependent system

Keuzevrijheid wordt geassocieerd met onafhankelijkheid coördinatie onder leden van de groep; tekort aan autonomie

Onschendbaarheid van het individu is een centrale waarde bij Noord en centraal-Amerikaanse Indianen.

Canada & Alaska: schijnbare paradox

De autonomie van het individu kan alleen bereikt worden tot de extensie die het krijgt van anderen

-> individuele autonomie is een sociaal product.

 

Learning to cooperate, with freedom of choice

Respect voor de autonomie van het individu is

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Crul: Comparative integration context theory. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Crul: Comparative integration context theory. Universiteit Utrecht.

Artikel Crul; Comparative integration context theory: participation and belonging in new diverse European cities

 

Comparative integration context theory: Participatie en erbij horen in nieuwe diverse Europese steden is sterk afhankelijk van de integratie context -> onderwijs, religie, etc.

Verschillen in sociale en politieke context zijn helemaal belanrijk voor sociale en culturele participatie en erbij horen.

 

Door na-oorlogse migratie golven naar Europa is het etnische landschap van grote steden in op dezelfde manier veranderd als in de U.S.

 

Segmented assimilation theory: er is meer dan één manier om in de Amerikaanse samenleving te assimileren.

New assimilation theory: de dominante stroom blijft de ‘straight-line assimilation’. Wellicht niet altijd in de tweede generatie, maar zeker in de derde.

-> Allebei benadrukken het belang van de context

  • reception context (ontvangst verschillende immigranten)
  • societal context (gehalte van racisme)
  • local context (economie)

 

Second generation: demografisch; zij die geboren zijn in het land van immigratie

-> hebben geen immigratie-ervaring: ‘in-between’ generatie wel

-> hoeven zich niet aan te passen aan een nieuwe samenleving

 

Voor tweede generatie niet te assimileren -> geen duidelijke definities van groepen die er wel en niet bijhoren.

 

Alle kinderen (wel of niet hier geboren) moeten hun plek vinden in sociale organisaties die cruciaal zijn voor het overleven in de samenleving.

In grotere Europese en Amerikaanse steden betekent dit steeds meer dat ze ook moeten leren functioneren in een steeds multi-etnischer en super-diverse wordende omgeving.

 

Acties en bepaalde inzichten van migranten en hun kinderen zijn niet langer allemaal gemotiveerd door hun migratie ervaring en/of hun culturele erfgoed.

Super diversiteit wordt ook steeds meer zichtbaar over etnische lijnen, hierdoor worden soms etnische hiërarchieën uitgedaagd.

 

Steeds meer dat de voorheen meerderheidsgroep in ‘moderne’ steden, net als andere etnische groepen, ook een minderheidsgroep wordt.

Dat ze deze status numeriek verliezen betekent niet dat ze niet langer meest dominant in sociale en economische termen zijn.

Mainstream zal in de toekomst ook niet-witte groepen bevatten.

-> Kan ervoor zorgen dat de focus verandert naar welke groep meer of minder geassimileerd of geïntegreerd is.

Kinderen van native-born ouders, zonder connecties buiten hun eigen groep kunnen zo buiten de multiculturele mainstream vallen.

 

Niet in elke stad is de tweede generatie evenveel participatie en erbij horen -> hangt af van de integratiecontext.

Jonge mensen van alle etnische groepen moeten integreren in de realiteit van een (super) diverse stad, jonge populatie met verschillende biografieën en langere of kortere geschiedenis van leven in de stad.

 

Waarom presteren sommige immigranten groepen minder, vergeleken met de ‘native’ groep en anderen niet?

-> ligt voor de hand: cultuur en klasse

 

Soms prestatieverschillen op school niet alleen te verklaren door cultuur, maar ook door verschillende schoolsystemen in elk land.

 

Twee perspectieven in hoe er naar participatie wordt

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Entzinger: The growing gap between facts and discourse on immigrant integration in the Netherlands.. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Entzinger: The growing gap between facts and discourse on immigrant integration in the Netherlands.. Universiteit Utrecht.

Artikel Entzinger; The growing gap between facts and discourse on immigrant integration in the Netherlands.

 

Oorzaak steeds groter wordende ‘gap’ ligt in de populaire angst, uitgelokt door diepgaande veranderingen in de Nederlandse samenleving.

 

Retorische en sociale realiteit van modellen van immigrant integratie komen niet altijd overeen:

  1. Immigrant populaties zijn te heterogeen -> er is niet één model dat toegepast kan worden op iedereen.
  2. Zelfs al zou er één specifiek model zijn dat ‘werkt’, dan zou dit op den duur niet meer zo zijn door de veranderende politieke balans maar ook door het effect van het integratie proces zelf.

 

Integratie: Een proces waarbij individuen of groepen met een immigranten achtergrond geïntegreerd worden in een ‘ontvangende samenleving’ dat op zichzelf geïntegreerd is volgens de mate van sociale cohesie.

  • Structurele dimensie: institutionele participatie
  • Culturele dimensie: waarderen van oriëntatie en gedrag
  • Interactieve dimensie: sociale contacten
  • Identificatie dimensie: oprechtheid

 

Nationale modellen van integratie ideaal-typische constructies waarbij wordt laten zien wat de wensen zijn en waar de nadruk ligt.

 

± 1980 Nederland open en multicultureel

Nu: één van de strengste integratie beleid

 

Post-koloniale immigratie, gastarbeiders, veel ook uit Polen

-> veel grote verschillen in immigrantenachtergrond

 

Immigrant: iemand geboren buiten het land

-> 3,5 miljoen in Nederland, grootste groepen: Turken, Marokkanen en Surinamers

-> in vergelijking niet meer dan omliggende landen

 

Tot 1980: immigratie is een tijdelijk fenomeen

-> Nederlandse regering had de beste intenties, maar hun benadering kan gezien worden als exclusie

-> erg gevoeld door de twee generatie

-> door Molukse incidenten wakker geschud

Vanaf 1980: ‘minderheidsbeleid’ Nieuwkomers werden gedefinieerd op basis van hun etnische origine en er werden o.a. speciale scholen opgericht. Ook politiek: etnische minderheden moesten een stem hebben in het beslissingen maken in de politiek.

-> Verzuiling: vorm van institutioneel pluralisme sinds de 19e eeuw

-> sinds 1960 afgenomen

Minderheidsbeleid: integratie met behoud van de identiteit van de immigrant.

 

1989: 40% Turkse en Marokkaanse community werkloos

-> regering: verergering de al marginaliserende effecten van etnische minderheiden

-> regering wordt aangeraden niet door te zetten multiculturalistische benadering en sterker benadrukken van structurele en participatieve dimensies van integratie.

1990: opkomende twijfels over de effectiviteit van de multiculturele benadering -> deze benadering had gezorgd voor minorisation.

1994: ‘minderheidsbeleid’ heet voortaan ‘integratiebeleid’

-> bevorderen participatie immigranten aan de Nederlandse samenleving, belangrijkste door werkverschaffing en onderwijs, mar ook door het aanbieden van verplicht leren van de taal en integratie cursussen dat de nieuwkomers zou helpen om goede burgers te worden.

1995: spectaculaire toename in sociale en economische participatie onder verschillende immigranten communities

Nederlandse taal is in het echt minder goed dan verwacht.

 

Groeiende segregatie leidde tot een afname van interetnisch contact. Onder andere op school.

 

Groeiende zorgen, zelden uitgesproken,

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Super: The Developmental Niche: A Conceptualization at the Interface of Child and Culture. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Super: The Developmental Niche: A Conceptualization at the Interface of Child and Culture. Universiteit Utrecht.

Artikel Super; The Developmental Niche: A Conceptualization at the Interface of Child and Culture.

 

De developmental niche heeft 3 componenten:

1. de fysieke en sociale omgeving waarin een kind leeft

2. de gewoontes van kinderopvang en opvoeding

3. het gedachtegoed van de verzorgers

-> een kader om de culturele structuur van de ontwikkeling van het kind te onderzoeken

 

Twee beelden in onderzoek naar de ontwikkeling van de mens

1. het individu in een gecontroleerde omgeving -> groei is hierin belangrijk

2. de persoon omringt door ceremonies en vrienden en familie -> vormen naar cultuur voor die context is belangrijk

 

In dit essay wordt de ‘developmental niche’ geïntroduceerd.

 

Cultuur zit in de individuele geest -> theorie van cultuur moet daarom omvatten hoe het daar komt en functioneert.

 

The Whiting model: geschiedenis en omgeving beïnvloeden beide de systemen van een samenleving; zoals patronen, economie, werk en de structuur in het huishouden -> vanuit hier komt de socialisatie voort.

 

Midden 1970 was er een grote shift in de wereld van de ontwikkelingspsychologie over de rol van de omgeving in ontwikkeling.

1. McCall: Laboratories onderzoek kan nooit essentiële vragen beantwoorden

2. Bronfenbrenner: er zijn meerdere aspecten van de omgeving van invloed (niet alleen de directe, maar ook de indirecte omgeving)

3. Kessen: niet het kind moet het onderzoeksobject zijn, maar het kind-in-context.

-> niet langer puur analytische, laboratische discipline maar nieuwe theorieën.

 

The developmental niche

-> een theoretisch kader om de culturele-regulatie van de micro-omgeving van het kind te bestuderen, en het probeert deze omgeving vanuit het perspectief van het kind te beschrijven om processen van ontwikkeling en verwerving van cultuur te begrijpen.

3 subsystemen

1. fysieke en sociale omgeving

- de mensen die frequent aanwezig zijn bij deze omgevingen zijn helemaal vormend voor het kind omdat zij bepalen welke interacties de kinderen krijgen en nodig hebben.

2. gewoontes van kinderopvang -> ook bijvoorbeeld waar en wanneer het kind neerleggen

- aan de hand van beschikbare menselijke en technologische bronnen, passen onder andere ouders de manier van kinderopvang aan, aan de ecologische en culturele settings waarin ze leven.

3. ideeën van de verzorgers

- de ideeën van verzorgers over wat wel en niet goed is voor een kind dragen bij aan hoe het kind wordt opgevoed. Onder andere taal, verantwoordelijkheid, intelligentie en gehoorzaamheid.

 

Drie gevolgen van deze niche

1. niche als systeem; de drie componenten opereren als een systeem, in harmonie

2. subsystemen van de niche en externe systemen

- de niche is een open systeem; 3 componenten worden weer veroorzaakt door andere aspecten. Bijvoorbeeld wat voor klimaat er is, en of men agrarisch/jagen en verzamelen is.

3. wederzijdse aanpassing

- organismen passen zich aan de omgeving, de omgeving past zich aan aan de organismen.

 

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Rogoff H1: Orienting concepts and ways of understanding the cultural nature of human development. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Rogoff H1: Orienting concepts and ways of understanding the cultural nature of human development. Universiteit Utrecht.

Rogoff H1; Orienting concepts and ways of understanding the cultural nature of human development (blz. 3-36)

 

Menselijke ontwikkeling is een cultureel proces

-> mensen worden gedefinieerd met behulp van onze culturele participatie.

 

Mensen ontwikkelen zich als participanten in culturele communities. Hun ontwikkeling kan alleen begrepen worden aan de hand van de culturele praktijken en omstandigheden van hun communities, die ook veranderen.

Veel conclusies leiden ertoe dat alle mensen over één kam worden geschoren in plaats van dat die resultaten alleen voor die bepaalde groep gelden -> verschilt per cultuur en context

Training voor autonomie begint in de kindertijd.

 

Het is belangrijk om culturele processen te begrijpen, hiervoor is onderzoek nodig. Niet alleen om over generalisaties uit de wereld te helpen, maar ook om te zien wat hetzelfde is in de ontwikkeling.

 

Looking for cultural regularities

Om de processen te begrijpen die dynamische ontwikkeling van individuen karakteriseren en hun veranderende culturele communities, moeten we regelmatigheden identificeren die zowel de verschillen als de overeenkomsten tussen verschillende communities verklaren.

 

One set of patterns: children’s age-grading and segregation from community endeavors or participation in mature activities

2e helft 1800: leeftijd criterium ingesteld om het leven te kunnen ordenen -> dit werd nog erger in 1900

-> het werd gedaan vanwege de Industrialisatie etc.

-> dit is ook het begin van de ontwikkelingspsychologie en de pedagogiek

Daarvoor wist men de leeftijd vaak niet, men leerde simpelweg om vooruit te gaan.

Jonge kinderen werden gescheiden van de volwassen wereld en in bepaalde instituties klaargestoomd voor de ‘echte wereld’.

Kindgerichte omgevingen en middle-class kind opvoedingspraktijken zijn prominent aanwezig in de ontwikkelingspsychologie

Alternatief patroon: integratie van kinderen in de alledaagse bezigheden van hun community

 

Other patterns

- hiërarchische organisatie: één iemand is de baas over anderen

-> dit wordt al regulier gezien

-> alternatief: meer horizontaal: individuen zijn verantwoordelijk voor de gehele groep

- strategieën voor overleving

-> zoeken naar regelmatigheden belooft veel goeds in het begrijpen van normaalheden als de verrassingen.

 

Orienting concepts for understanding cultural processes

Orienterende concepten vanuit het sociaal-cultureel (of cultureel-historisch) perspectief

Vygotsky: niet proberen ‘het eeuwige kind te onthullen’, het doel is om ‘het historische kind’ te ontdekken

Om de culturele en historische natuur van menselijke ontwikkeling compleet te begrijpen moet van alle kanten gekeken worden, zo kan, met behoeve van tradities etc., een nieuw beeld ontstaan van ontwikkeling als een cultureel proces.

 

Orienting concepts: concepten die het over hoe culturele processen bijdragen aan de ontwikkeling van de mens, begeleiden

Overarching orienting concept: mensen ontwikkelen zich door hun veranderende participatie in de sociaal-culturele activiteiten van hun communities. Terwijl deze communities tegelijkertijd ook veranderen

 

- cultuur is niet alleen wat andere mensen doen

- je eigen culturele erfgoed begrijpen, net als andere culturele communities, vereist perspectief innemen

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Rogoff H3: Individuals, generations, and dynamic cultural communities. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Rogoff H3: Individuals, generations, and dynamic cultural communities. Universiteit Utrecht.

Rogoff H3; Individuals, generations, and dynamic cultural communities (blz. 63-84)

 

Ontwikkeling: Een proces van veranderende participatie in dynamische culturele communities.

Twee uitdagingen in het karakteriseren van iemands culturele erfgoed

1. verder gaan dan cultureel erfgoed versus biologisch erfgoed en overeenkomsten versus verschillen

2. culturele processen zien als dynamische bezittingen van overlappende communities in plaats van cultuur zien als iets statisch dat gedragen wordt door individuen.

 

Humans are biologically cultural

Nature versus nurture debat: Nature: de ontwikkeling van de mens wordt volledig bepaald door genen, Nurture: de ontwikkeling van de mens wordt volledig bepaald door de opvoeding.

Alle mensen hebben een hoop overeenkomsten door zowel biologisch als cultureel erfgoed dat we delen als soort/mens.

Culturele verschillen zijn over het algemeen slechts variaties op thema’s.

Ontwikkeling begrijpen?

- op welke manier ontwikkeling in communities hetzelfde is en in welke manier het verschilt

Vygotsky: vier intergerelateerde levels van ontwikkeling

1. Microgenetische ontwikkeling: Het moment-tot-moment leren van individuen in bepaalde contexten. Gebaseerd op hun genetische en cultuur-historische achtergrond.

2. Ontogenetische ontwikkeling: Hier dealen ontwikkelingspsychologen vooral mee. Komt voor in het tijdframe van de individuele life span.

3. Phylogenetische ontwikkeling: Langzaam veranderende soorten geschiedenis dat een nalatenschap achterlaat voor het individu, in de vorm van genen. Veranderende over eeuwen of millenia.

4. Cultuur-historische ontwikkeling: Veranderingen langs decennia en eeuwen, een nalatenschap achterlatend voor individuen in de vorm symbolische en materiële technologieën.

-> deze vier zijn onafscheidelijk

Baby’s komen in de wereld, uitgerust met patronen van actie en voorkeuren, en vooroordelen in leren. Deze zijn gebaseerd op hun individuele wijd gespreide genen en voorgeboorte ervaringen.

Biologische en culturele processen werken elkaar in de hand.

 

Prepared learning by infants and young children

Menselijk leren ligt in de biologie; praten, lopen etc.

Baby’s zijn in eerste instantie in staat om verschillende klanken te onderscheiden -> biologisch en sociaal-cultureel -> deze vaardigheid verdwijnt na een aantal maanden.

Kinderen leren overal vaardigheden in de context waarin ze het nodig hebben met behulp van de mensen om hen heen.

De biologische culturele natuur van mensontwikkeling is ook duidelijk zichtbaar in gender rol ontwikkeling.

 

Where do gender differences come from?

Twee visies:

- biologisch: mensen en dieren zijn biologisch voorbereid op genderverschillen. Helemaal door de verschillen in reproductie.

- genderrol ‘training’: instructie en ervaring in een gender gestructureerde wereld.

 

Biological preparation of gender roles

-> de reproductie strategieën van de man en de vrouw zijn heel anders, dit komt ook in andere aspecten naar voren

- een man kan niet zeker zijn dat het zijn kind is, een vrouw wel

-> dit is een moeilijkheid voor een man

 

Gender role training

-> een kind ontwikkelt de genderrol van hun community door de modellen die ze dagelijks zien, net als door

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Henrich: The weirdest people in the world? Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Henrich: The weirdest people in the world? Universiteit Utrecht.

Artikel Henrich; The weirdest people in the world?

 

WEIRD: Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic landen

 

WEIRD samenlevingen zijn de minst representatieve landen die men kan vinden om te generaliseren over mensen.

 

Hoe zijn WEIRD mensen in vergelijking tot andere populaties?

 

Persoonlijke waarden, emotionele expressiviteit en persoonskenmerken zijn van tevoren te verwachten verschillend te zijn bij iedereen.

 

96% van het onderzoek komt van landen met maar 12% van de wereldpopulatie; Westers -> WEIRD

Beschikbare data reflecteert niet de volle breedte van menselijke diversiteit.

Onderzoekers onderzoeken vaak een klein deel van de mensen, vaak WEIRD, aan de hand daarvan generaliseren ze naar de gehele mensheid zonder rekening te houden met andere culturen etc.

 

Weinig onderzoek naar ‘small-scale’ societies -> wel belangrijk om zowel evolutie en impact van een andere omgeving te begrijpen

Visuele blootstelling tijdens ontogenie aan factoren zoals hoeken van de moderne samenleving kan voordeel hebben voor bepaalde optische kalibraties en gewoontes zoals optisch lengteverschil.

1. zelfs iets simpels als visuele perceptie kan verschillen per populatie

2. Amerikanen kunnen dit het beste vergeleken met andere populaties

3. voorbeeld van hoe populatie-level variatie bruikbaar kan zijn voor het ontdekken van het natuurlijke psychologische proces.

 

Populaties’ level van marktintegratie en zijn participatie in een wereldreligie voorspellen beide apart hogere ‘offers’ van geld en verklaren een groot deel van de populatie verschillen.

 

Folkbiology: cognitieve studie van hoe mensen classificeren en redeneren over de organische wereld.

Een deel van de centrale conclusies over ontwikkeling en handeling van menselijk folkbiology is gelimiteerd tot urbane subpopulatie van niet-experts in een geïndustrialiseerde samenleving.

 

Tussen de 7 en 10 jaar ontwikkelen urbane kinderen een aantal ontdekkingen over de mens als dier onder andere.

1. inferentiële projecties van bezit zijn sterker voor mensen dan voor andere levenden

2. mens heeft meer invloed op zoogdieren dan andersom

3. kinderen schenden hun eigen gelijkheidsbeelden

-> hiervoor is wel enige achtergrondkennis nodig

 

Cognitieve ontwikkeling van folkbiology bestuderen in urbane kinderen lijkt gelijkwaardig aan bestuderen ‘normale’ fysieke groei in ondervoede kinderen

-> urbane kinderen hebben een tekort aan blootstelling aan de natuurlijke wereld

 

Doel in benadrukken verschillen:

1. Hoe bijzonder geïndustrialiseerde onderzoeken zijn, gezien de weergaloze omgeving waarin ze opgroeien.

2. van tevoren is moeilijk te bepalen welke aspecten zich betrouwbaar ontwikkelen en welke slechts van WEIRD zijn

 

Samenlevingen verschillen in taalgebruiken en culturele praktijken die geassocieerd zijn met:

1. richtingen in fysieke ruimte

2. kleurspectrum

3. integerheid

-> sommige talen hebben geen referentie naar deze drie; groei van deze systemen in tijdelijke talen zou een product kunnen zijn van langdurige cumulatieve culturele evolutie.

 

Kinderen hebben een innerlijke voorkeur voor (tegenovergestelde van egocentrisch) allo centrische ‘spatial reasoning’, deze voorkeur kan worden overschreven door input van taal en culturele routines.

 

Universele

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Verkuyten: Multicultural recognition and ethnic minority rights: A social identity perspective. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Verkuyten: Multicultural recognition and ethnic minority rights: A social identity perspective. Universiteit Utrecht.

Artikel Verkuyten; Multicultural recognition and ethnic minority rights: A social identity perspective

 

Er is niet één beste benadering om culturele diversiteit te managen. Het is juist belangrijk om te concentreren op wanneer en waarom bepaalde effecten voorkomen.

 

Veel samenlevingen op de wereld worden steeds meer divers op etnisch en cultureel gebied.

 

Er is niet één strategie of beeld van multiculturalisme

- multiculturalisme geeft een positief beeld van behoudt van cultuur en identiteit voor etnische minderheidsgroepen en het gelijktijdig aanpassen aan diversiteit op een onpartijdige manier.

- kritiek: multiculturalisme kan leiden tot meer stereotypering (wat uiteindelijk zal leiden tot segregatie en separatie in de samenleving) en kan een bedreiging zijn voor de sociale eenheid en cohesie van een samenleving.

-> daarom: colour-blindness benadering: elk persoon wordt als een uniek individu behandelt, zonder etnische en ras categorieën (eigenlijk een soort assimilatie)

 

Multiculturalisme is niet alleen dat de meerderheidsgroep open staat voor het accepteren en erkennen van de minderheidsgroep, maar vraagt dat ook van de minderheden om zich open te stellen voor de meerderheid -> wederzijdse relevantie

 

Social identity perspective

Social identity perspective: een sociale groep kan onderdeel worden van het zelf, door het groepslidmaatschap cognitieve, affectieve en motivatie belang te geven.

-> individuen hebben een zelfbegrip dat positief is en los van de groep bestaat. Doordat groepsleden hun sociale identiteit uit zo’n groep halen is het logisch dat zij de voorkeur geven aan zo’n in-group.

 

Multiculturalisme is een moeilijke en controversiële kwestie.

 

Onderzoek (uit verkennend onderzoek)

Waarom vóór multiculturalisme

1. leren over andere culturen en culturele verrijking

2. het voorkomt discriminatie en racisme, en stimuleert om toleranter en respectvoller te zijn

3. de nadruk wordt zo gelegd op gelijkheid, recht van elke persoon en jezelf zijn

 

Waarom tegen een multiculturele samenleving, vóór assimilatie

1. (on)veiligheid, (on)zekerheid, bedreiging en angst

2. stabiliteit van de samenleving; multiculturalisme leidt tot spanningen en conflicten binnen de samenleving

3. gevaar voor de eenheid en kracht van de natie

 

Multiculturalism and status positions

Nederland: multiculturalisme wordt gezien als een bedreiging voor de bij de meerderheidsgroep en als een ondersteuning van de identiteit bij de minderheidsgroep

-> multiculturalisme wordt liever gewild door de minderheidsgroep, assimilatie wordt meer gewild door de meerderheidsgroep

-> niet makkelijk om te generaliseren naar de gehele groep; er kunnen heel veel andere factoren ook meespelen (onder andere de context)

 

The perceived nature of minority groups

Social identity perspective: niet alleen de status positie maar ook ideeën over de natuur van de groep is belangrijk om de strategie van een sociale identiteit ontwikkelen, te begrijpen

- vrijwillige en onvrijwillige immigranten: niet alle minderheidsgroepen hebben gelijke morele ideeën

-> niet zo makkelijk om vast te stellen of het vrijwillige of onvrijwillige immigranten zijn

- voor vrijwillige immigranten: afwijzing multiculturalisme, nadruk op

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Rogoff H4: Child rearing in families and communities. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Rogoff H4: Child rearing in families and communities. Universiteit Utrecht.

Rogoff H4; Child rearing in families and communities (blz. 102-149)

 

Rollen van familie en community in de ontwikkeling van het kind verschillen wereldwijd dramatisch.

Regelingen voor wie voor de kinderen zorgt en onder welke omstandigheden dit gebeurd zijn gerelateerd aan de hoeveelheid ondersteuning vanuit de connecties in de community en de extended familie.

 

Family composition and governments

Het veranderen van landelijk beleid gericht op het overleven van kinderen en geboortes, is gerelateerd aan culturele praktijken voor het zorgen voor het kind en de individuele ontwikkeling.

Vb. de één-kind-wet van China.

Praktijken van opvoeden worden vaak via generaties doorgegeven, wanneer de situatie verandert wordt de nieuwe generatie uitgedaagd voort te bouwen op de culturele benaderingen van eerdere generaties.

 

Cultural strategies for child survival and care

LeVine drie-level hiërarchie van ouder-opvoeddoelen, die verschillen per community:

1. fysieke overleving en gezondheid

2. zichzelf financieel kunnen onderhouden

3. andere culturele waarden maximaliseren.

Vb. intellect en de ontwikkeling van zelfrealisatie

-> ouders bouwen op culturele praktijken die historisch ontwikkeld zijn om eerdere omstandigheden te kunnen overleven.

-> lokale opvoedstrategieën zijn culturele compromis formules die ervoor zorgen dat ouders, werkende en geteste formules hebben.

 

Infant-caregiver attachment

De overleving van zuigelingen hangt af van hun band met verzorgers die hen beschermen en voeden.

Cultureel onderzoek laat zien dat hechting aan één verzorger niet aangeboren is (de moederband)

 

Maternal attachment under severe conditions

Vb. Brazilië: voor sommige kinderen wordt niet gezorgd (selectieve verwaarlozing), dit wordt gezien als de juiste moederlijke reactie op een kind dat niet laat zien genoeg veerkracht te hebben. Niet genoeg veerkracht noodzakelijk om te overleven in de extreme omstandigheden van een sloppenwijk.

Scheper-Hughes: aangeboren moederlijke scripts zijn zowel cultuur als historiegebonden.

Moeders relatie met hun zuigelingen is gerelateerd aan de relaties van moeder & kind met hun community

 

Infants’ security of attachment

Strange Situation Procedure: door middel van een experiment kijken wat voor hechting het kind heeft met de moeder (kind en moeder, moeder verlaat de kamer; kind blijft of alleen achter, of alleen met een, voor het kind, vreemde)

-> deze categorieën zijn niet overal toepasbaar op de ouder-kind band. De aantallen dat elke hechting voorkomt, verschilt ook (behalve voor de veilige hechting, die heeft ongeveer dezelfde aantallen)

-> reacties reflecteren culturele waarden en praktijken

-> kinderen raken gehecht aan zowel bepaalde personen als bepaalde condities die hen eerder comfort gegeven hebben en angst oproepen wanneer ze worden ‘afgepakt’. Betekenis van de moeder tegenover de baby wordt deels gevormd door deze condities.

 

Attachment to whom?

Conditites die het kind comfort geven includeren vaak ook andere mensen naast de moeder.

-> in sommige culturen/communities staat verzorging door anderen niet in de weg van een hechte band met de moeder

-> foetus, zuigeling en kind ziekte en sterfte is hoger voor

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Harkness: Individualisme and the ‘Western mind’ reconsidered: American and Dutch parents’ ethnotheories of the child. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Harkness: Individualisme and the ‘Western mind’ reconsidered: American and Dutch parents’ ethnotheories of the child. Universiteit Utrecht.

Artikel Harkness; Individualisme and the ‘Western mind’ reconsidered: American and Dutch parents’ ethnotheories of the child

 

Doelgroep: ouders en kinderen in de U.S. en Nederland

Methode: interviews met ouders

 

Aparte ‘Westers brein’

-> ligt dichtbij individualisme/onafhankelijkheid vs. Collectivisme/interdependence/ sociocentrisch

 

Cultureel metamodel: een cluster van ideeën dat culturen op een breed level karakteriseert en dat logischerwijs brede functies voor de organisatie van mensontwikkeling en sociale relaties zou moeten hebben

-> zijn bovengenoemde begrippen

- mediërende link:

- ouderlijke ethnotheorieën: cultureel gedachtesysteem dat ouders hebben ten opzichte van de natuur van kinderen, ontwikkeling, ouderschap en familie.

 

Geen duidelijke grenzen aan einde Westerse wereld, ook binnen deze wereld zijn er verschillen in mindset.

 

De manier waarop ouders in de U.S. en Nederlandse gemeenschappen hun kind beschrijven en erop reageren, vereist een nieuwe conceptie van het individu in de sociale context.

 

U.S. ouders (individualistisch): kinderen beschrijven op basis van hun intelligentie (cognitie)

Nederlandse ouders (sociocentrisme): kinderen beschrijven op basis van hun sociale kwaliteiten

 

U.S. en Nederlandse ouders hebben verschillende ideeën over kinderen deze kunnen genoemd worden in termen van globale categorieën als individualisme en sociocentrisme, afhankelijk en onafhankelijk, gehoorzaam en geïnteresseerd, sterke wil & ondernemend.

 

De sleutel om de culturele betekenissen van deze verschillende patronen te begrijpen ligt in de context van of ze gebruikt worden in de redevoering.

 

Afhankelijkheid

1. aandacht vragen 2. Comfort, nabijheid, fysiek contact, affectie vragen

-> ze zijn het erover eens dat deze begrippen bij afhankelijkheid horen

-> verschillen van interpretatie en reacties op dit gedrag

NL: normaal en positief bij jonge kinderen

-> ze hebben het nodig en de vraag moet geaccepteerd worden

US: ‘craving’, ‘clingy’, problematisch voor ouder

-> het is teveel en het leidt tot stress bij de ouder. Negatief

 

Onafhankelijkheid

1. ‘do things by oneself’ 2. Alleen spelen, zichzelf vermaken 3. Zelfstandig

-> ze zijn het erover eens dat deze begrippen bij onafhankelijkheid horen, maar NL benadrukken alleen spelen en zichzelf vermaken meer. En eigen beslissingen maken, eigen men        ing en wil

-> ook verschil in het belang van de kwestie

US: intern gevecht in het kind: ze willen bij de ouder blijven maar tegelijkertijd ook dingen zelf doen.

NL: natuurlijk ontwikkelingsproces om ‘zelf’ te ontdekken

 

Kagitcibasi: onafhankelijkheid en apartheid komen voor als vereisten van autonomie. Een interdependent zelf zou autonomie op deze manier uitsluiten.

‘autonomous relational self’: niet alleen adaptief in bepaalde sociaaleconomische situaties maar biedt ene gezondere oplossing tot de basische mens behoefte voor zowel verbondenheid als agentschap dan eerdere psychologische theorieën doen.

-> verklarend voor verschillen

-> tekort: K. gaat ervanuit dat dit alleen gevonden kan worden buiten de Westerse samenleving.

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Leijten: Ethnic Differences in Problem Perception: Immigrant Mothers in a Parenting Intervention to Reduce Disruptive Child. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Leijten: Ethnic Differences in Problem Perception: Immigrant Mothers in a Parenting Intervention to Reduce Disruptive Child. Universiteit Utrecht.

Artikel Leijten; Ethnic Differences in Problem Perception: Immigrant Mothers in a Parenting Intervention to Reduce Disruptive Child

 

Doelgroep: etnische minderheden families, 136 families

Methode: interventie

 

Etnische minderheidsfamilies in Europa worden onder gerepresenteerd in mentale gezondheidszorg -> moeilijk te bereiken

-> zij zien internaliserend en externaliserend probleemgedrag niet per se als problematisch

-> etnische verschillen in probleem perceptie bestaat slechts wanneer de families in behandeling gaan, echter mindere levels van probleem perceptie verminderen de behandelingsperceptie niet.

 

Minderheidsouders reporteren minder internaliserend en externaliserend gedrag en wanneer zij dit wel doen noemen ze het niet zo snel problematisch.

Ouderlijke betrokkenheid in mentale gezondheidsservices voor de gedragsproblemen van kinderen wordt beschreven als een stage-like proces waarin verschillende barrières en filters moeten worden overkomen.

- probleem perception en herkenning

-> groot gat tussen kennis probleem perceptie en kennis van daadwerkelijk succes van behandeling.

 

Alhoewel steeds blijkt dat etnische minderheidsfamilies lagere levels van probleem perceptie hebben, tenminste voordat ze hulp zoeken, beïnvloed de families etnische achtergrond niet de effectiviteit van de interventie.

Ouderlijke probleem perceptie kan variëren langs levensdomeinen en omgevingen.

Leraar probleem perceptie is de belangrijkste voorspeller voor ouderlijke hulpzoekend gedrag voor de gedragsproblemen van kinderen na ouderlijke probleem perceptie.

 

Resultaten

  • De frequentie van externaliserend en internaliserend probleemgedrag bij het kind, door moeder gerapporteerd, verschilt langs etnische groepen
  • Zelfde bij leraren
  • Frequentie probleemgedrag was hoger bij kinderen van outpatient psychiatrische klinieken dan die in scholen
  • Alleen de educatie van de moeder was relevant in verschil tussen etnische groepen
  • Geen verschil demografische karakteristieken.

 

  • Nederlandse, Marokkaanse en Turkse moeders verschillen in de manier waarop zij het externaliserende en internaliserend gedrag van kinderen, als problematisch zagen
  • Leraar percepties van problemen, impact en last hangt niet af van de etnische achtergrond van kinderen.
  • Lagere levels van probleem perceptie had geen verminderend effect op de effectiviteit van ouder interventies.

 

Discussie

  • Marokkaanse en Turkse moeders ervaren minder negatieve impact van het gedrag van hun kind

-> verschil in religie en tradities

-> ze hebben meer moeite met het accepteren wanneer een kind gedragsproblemen heeft

-> meer stress; verlaagt de sensitiviteit tegenover het gedrag van het kind

  • Tekortkomingen;
    • Waarom zijn de etnische verschillen er?
    • Kleine samples
    • Rekening houden met verzachtende factoren

 

Er zijn verschillen maar deze hebben geen verminderend effect op de effectiviteit van de behandeling.

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Van Mourik: Parents' beliefs about the cause of parenting problems and relevance of parenting support: Understanding low participation of ethnic minority and low socioeconomic status families. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Van Mourik: Parents' beliefs about the cause of parenting problems and relevance of parenting support: Understanding low participation of ethnic minority and low socioeconomic status families. Universiteit Utrecht.

Artikel Van Mourik; Parents' beliefs about the cause of parenting problems and relevance of parenting support: Understanding low participation of ethnic minority and low socioeconomic status families in the Netherlands

 

Onderzochte groep: etnische minderheden in Nederland, 61 participanten

Methode: semi-gestructureerd interview

 

Ouder ondersteuning wordt ingeschat als minder relevant wanneer ouders de oorzaak van ouderschap problemen relateren aan stress en externe factoren.

Ouders beschouwen ouderondersteuning als meest relevant tijdens periodes van snelle veranderingen in hun kinderen of in hun ouderrol.

Overtuigingen over de oorzaak en controleerbaarheid van de problemen zijn belangrijk om te begrijpen wat de ouders’ motivatie is om te participeren aan ouderondersteuning.

 

Helft van de ouders hebben zorgen over de opvoeding van hun kind of de ontwikkeling van hun kind waarvan zij denken dat besproken moet worden buiten de familie.

Alhoewel de zorgen van ouders over een heleboel verschillend problemen veelvoorkomend zijn, betekent dit niet automatisch dat het resulteert in deelname aan ouderondersteuning.

 

Alhoewel er aanzienlijke kennis beschikbaar is over factoren die geassocieerd worden met participatie, is er minder bekend over de mechanismen en ideeën van ouders die motivatie beïnvloeden.

Overtuigingen over de oorzaak van een probleem reflecteren hoe iemand problemen inschat en interpreteert, net als de mogelijke oplossingen.

 

Overtuigingen van ouders zijn geassocieerd met de sociale en culturele context waarin mensen leven, net als hun etnische en migrant achtergrond.

 

Parenting support: individuele of groep-gebaseerde programma’s voor het ondersteunen van ouders bij het opvoeden van hun kind. Voorzien door formele diensten voor familie ondersteuning of door niet- of semi-formele ondersteuningsdiensten.

 

Resultaten

- ouderlijke zorgen over: gedrag kind, familie context, culturele vervreemding

- onzekerheid over competentie van zichzelf als ouder

- Twee componenten die motivatie voor het zoeken van ouderondersteuning, bepalen:

1. overtuigingen over de oorzaak van het probleem

2. controleerbaarheid van het probleem door de ouder

-> sterke persoonlijkheid, ondersteuning meer gewild tijdens de peuterjaren

-> ouderlijke stress verminderd de sensitiviteit tegenover de kinderen

-> het leven in twee culturen, negatieve invloed van vrienden

 

Discussie

- gebruikte model zou ook gebruikt kunnen worden om ouder problemen te bestuderen

- sociale context belangrijk

- stress speelt een rol in zowel fysieke als sociale problemen in de ontwikkeling van het kind

- drie fases volgens Marokkaans-Nederlandse ouders

1. 0-6 jaar spelen met het kind 2. 7-13 jaar disciplineren 3. 14-20 jaar bevrienden

-> eerder werd met deze gedachtes geen rekening gehouden

 

- ouders die geen problemen hadden werden niet geïncludeerd

- verschil culturele en opleidingsverschillen moet meer rekening worden gehouden

- vertrouwen winnen bij sensitieve onderwerpen blijft lastig

 

- ouders tijdens vroege kindertijd al informeren over ouderondersteuning

-> wanneer optimaal, informeren

- culturele sensitiviteitstraining en communicatie verzorgers ondersteuning

 

Conclusie

Doel: in-depth begrip tonen van ouderlijke overtuigingen ouderproblemen

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Yaman: Parenting in an Individualistic Culture with a Collectivistic Cultural Background: The Case of Turkish Immigrant Families with Toddlers in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Yaman: Parenting in an Individualistic Culture with a Collectivistic Cultural Background: The Case of Turkish Immigrant Families with Toddlers in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Artikel Yaman; Parenting in an Individualistic Culture with a Collectivistic Cultural Background: The Case of Turkish Immigrant Families with Toddlers in the Netherlands

 

Doelgroep: tweede generatie Turkse immigranten (384)

Methode: thuisbezoeken

-> er zijn bijna alleen nog maar onderzoeken naar eerste generatie Turkse immigranten moeders.

 

Toename kennis van ouderpraktijken van immigranten families is cruciaal om cultuursensitieve ouder interventieprogramma’s te kunnen ontwikkelen in landen met hoge immigratie aantallen.

 

Bestaande ouderinterventies voor inheemse families zijn ook toepasbaar op tweede generatie Turkse immigranten.

 

Regulatie van emotie & gedrag bij jonge kinderen is een belangrijk aspect van ouderschap in de jonge jaren.

-> sensitiviteit en controle worden gerelateerd aan externaliserende problemen

- hechtingstheorie (Bowlby): kwaliteit van vroege ouder verzorging wordt gezien als een belangrijke bijdrager aan socialisatie processen in de eerste paar jaar van het leven.

- sensitiviteit: de vaardigheid de signalen van het kind op te vangen, deze correct te interpreteren en daar goed op te reageren.

- sensitief en warm ouderschap voorspelt een veilige hechting

- insensitief en een tekort aan warmte worden geassocieerd met negatieve kind ontwikkeling.

- coercion theory (Patterson): focust zich op ineffectieve oudercontrole

- ouderlijke controle: hoe regels en grenzen aan het kind worden opgelegd. Autoritair vs. Autoritatief.

-> disciplinaire interacties tussen ouders en kinderen voorspellen erger wordend externaliserend gedrag op de korte termijn en de kans wordt groter dat dit soort gedrag stabiel wordt.

 

In collectivistische culturen worden interdependence benadrukt en de onderdrukking van expressie van je eigen wensen en benodigdheden, daarnaast hebben de wensen en benodigdheden van anderen veel waarde.

In individualistische culturen: zelf interesse, autonomie en op jezelf kunnen bouwen hebben meer waarde in het socialisatie proces.

In collectivistische culturen zijn autoritaire ouderschapsdoelen normatiever, en wordt dit niet per se geassocieerd met een tekort aan warmte.

 

Berry’s acculturatiemodel

1. eigen identiteit en cultuur behouden (etnisch)

2. voorkeur om mee te doen in de gast samenleving

-> wanneer men open staat voor een nieuwe samenleving, neemt men meer opvoedingsdoelen over van de nieuwe samenleving.

 

Resultaten

- autoritaire controle: meer controle, meer bemoeienis van de moeder in beide etnische groepen, ook i.c.m. minder sensitiviteit van de moeder in de Turkse groep

- observatie instrumenten maten niet precies dezelfde factor in beide groepen, het model is metingsinvariant.

- Turkse immigrant moeders scoren lager op de algemeen positieve ouder variabele

- geen gender verschillende ouderpraktijken in beide etnische groepen

- moeders hogere emotionele verbondenheid wordt gerelateerd aan meer sensitiviteit

 

Discussie

- Turkse moeders zijn minder ondersteunend bij probleem-oplossingstaken dan Nederlandse moeders

-> moeders leeftijd en opleiding spelen deels mee in de

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Anderson: The Code of The Streets. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Anderson: The Code of The Streets. Universiteit Utrecht.

Artikel Anderson; The Code of The Streets

 

Veel problemen in de arme binnenstad bij de zwarte community, de ergste problemen zijn geweld en agressie.

 

Twee verschillende oriëntaties in zo’n wijk

- ‘decent’ (mainstream)

- straat cultuur

-> zelfs als de thuisomgeving mainstream waarden heeft, moeten jongeren zichzelf leren verdedigen in een straat-georiënteerde omgeving.

 

Code of the streets: een set van informele regels die het publieke gedrag heersen, waaronder geweld.

-> alhoewel veel ‘decency’ families tegen de street code zijn, bemoedigen ze hun kind wel om deze te leren. Zodat zij kunnen omgaan met de omgeving in de binnenstad (street cultuur).

- respect is het belangrijkst; moeilijk te krijgen, makkelijk te verliezen, dus ze zijn constant op hun hoede.

- code of streets is een culturele aanpassing gebaseerd op het gebrek aan vertrouwen in de politie en het rechtssysteem (politie komt vaak niet eens opdagen wanneer er gebeld wordt vanuit deze omgeving)

-> street code komt op waar de invloed van de politie eindigt en de eigen verantwoordelijkheid voor de eigen veiligheid begint.

 

Vaak zijn de labels een resultaat van sociale wedstrijd, kan variëren per situatie maar er zijn ook concrete definities.

- decent:

‘working poor’, religieus, waardering hard werken, mainstream waarden, moeilijke situatie is een test van God, extreem op de hoogte van het gevaar, vriendelijk en rekeninghouden met anderen.

- street:

Lage waarde voor familie, geen rekening houden met anderen, code of the street, agressieve socialisatie van kinderen.

-> door de frustraties van de voortdurende armoede hebben ze een korter lontje waardoor ze gebrek aan geduld hebben met iedereen die hen irriteert.

Wat autoriteiten zien als kindermishandeling, wordt door deze moeders vaak gezien als een acceptabele straf.

-> op deze manier luisteren de kinderen namelijk.

 

Kinderen leren al heel vroeg dat je moet vechten voor je plek in deze wereld.

Kinderen vanuit street georiënteerde huizen hangen vaak op straat zonder avondklok of mensen die op ze letten.

-> ze kunnen wel decent worden, vaak komt dit door de omgang met een zorgende volwassene rol model.

 

Geweld oplossing ‘werkt’ (volgens street), dit zorgt namelijk dat je sociaal hogerop komt.

-> ouders ‘dwingen’ het kind ook om agressief te zijn.

 

Street: identiteit opgeschort, identiteit is gebaseerd op hoe je eruit ziet (kleding), wat je bezit

- wanneer laag zelfbeeld, is er een grotere kans dat je niet gerespecteerd wordt

-> vluchten van gevecht zonder de verlaging (of destructie) van je zelfbeeld is onmogelijk.

 

Manhood (in binnenstad): voorrechten van de man aannemen met respect tegenover vreemden, andere mannen en vrouwen en onderscheid worden als man.

-> existentiële link gecreëerd tussen het idee van manhood en zelfbeeld, op zo’n manier dat het moeilijk is om te bepalen welke er eerst was.

 

Iedereen wordt verantwoordelijk gehouden the

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Ilan: Understanding Street Culture H1. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Ilan: Understanding Street Culture H1. Universiteit Utrecht.

Artikel Ilan; Understanding Street Culture H1

 

Kwesties van misdrijven, criminalisering en cool zijn, zijn cultureel bepaald.

 

Street culture: de geglobaliseerde wereld van kapitaal en informatiegolven wordt aan gerefereerd door sociaal theoretici of een late of hoge moderniteit.

-> product van sociale, economische en culturele exclusie

-> vaak wel symbolische inclusie doordat de street culture wordt bewonderd

 

Paradigma: op zoek naar eigen cultuur, want ze worden niet geaccepteerd in de mainstream cultuur, maar de mainstream neem de street culture wel in zich op.

 

Cultuur (volgens Williams): multidimensionaal begrip

1. de producten die mensen produceren

2. de manier waarop mensen logica maken van de wereld en hoe ze leven.

3. de processen waarbij dingen worden zou als ze zijn

-> cultuur is dynamisch, veranderlijk en verplaatsend.

 

Klasse is een vorm van kritische bemiddeling van het zijn.

Karakteristieken van exclusie (sociaal, economisch en cultureel) zijn verschillend over tijd en plaats, desondanks is er een gemengde ervaring van ‘excluded’ worden.

 

Street culture (volgens Bourgois): een complex en conflictueel web van geloof, symbolen, vormen van interactie, waarden en ideologieën die opgekomen zijn als verzet tegen exclusie van de mainstream samenlevingen.

-> waarden, regels, praktijken en stijlen.

- Anderson: street culture = people’s culture

- volkscultuur van laat 20ste eeuw en vroeg 21ste eeuw.

- street culture is een continuüm; niet elke street culture is even extreem

 

Analyseren van globale street culture kan de foute lijnen van inclusie verlichten en hoogtepunten geven aan de universeel schadende consequenties van exclusie.

 

Belangen van de street culture:

Overleving (vb. door tekort aan water en eten), onwettige economie, respect, weerwil tegenover autoriteit van de staat, collectivisme & community, consumentisme & aanzien, hedonisme & visceraal.

 

‘Cool’ zijn is belangrijk in de street culture.

 

Presentie street culture kan gezien worden vanuit het micro (vanuit het individu etc.)

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Voronov: The Myth of Individualism-Collectivism: A critical review. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Voronov: The Myth of Individualism-Collectivism: A critical review. Universiteit Utrecht.

Artikel Voronov; The Myth of Individualism-Collectivism: A critical review.

 

Dichotome categorieën in culturen (zwart-wit termen), vertroebelen iemand’s begrip en leidt uiteindelijk tot goed-slecht vergelijkingen.

 

I-C is een standaard verklaring geworden voor culturele verschillen in menselijk gedrag.

-> te vaak en wijd gebruikt

-> culturele variatie I-C heeft zelfs gespeeld als onderliggende assumptie voor een aantal andere theorieën.

 

Individualisme: samenleving waarin de verbanden tussen individuen los zijn, iedereen wordt verwacht alleen voor zichzelf of directe familie te zorgen.

 

Collectivisme: samenleving waarin men vanaf de geboorte geïntegreerd wordt in sterke, cohesieve groepen, die hen hun hele leven beschermd in ruil voor klakkeloze loyaliteit.

 

Triandis: idiocentrisme en allocentrisme (voor individu)

-> bedacht hij om onderscheid te maken tussen de I-C verdeling in land en in individu

-> ook nog horizontaal en verticaal

Horizontale I-C: gelijkheid

Verticale I-C: hiërarchie

 

Wanneer er geen externe sancties zijn als je niet meewerkt met de groep zijn Japanners (over het algemeen collectivistisch) meer individueel gericht.

-> leden collectivistische samenleving gedragen zich niet collectivistisch omdat ze dat willen maar omdat ze in een omgeving zijn waarin dat de norm is.

 

Verschillende studies hebben verschillende uitkomsten in of een land individualistisch of collectivistisch is en in hoeverre dit zo is.

-> mogelijk ook verschillen binnen het land (vb. China en India (jongere, stedelijke en hoger opgeleide zijn minder collectivistisch).

 

Problemen onderzoek Hofstede (kern onderzoek Individualisme-Collectivisme)

- reflecteren de scores wel het hele land? Of slechts één groep.

- operationalisatie wel goed? Genoeg variabelen?

- factor analyse kan een vertekend beeld geven

- niet genoeg variatie van de doelgroep (veel rijken in het onderzoek)

 

I-C lijkt te vaak en verkeerd gebruikt te zijn bij standaard verklaringen waarbij van andere verklaringen sprake was.

- I-C verklaard geen vrijgevigheid

- illusie relatie I en economische groei

- door veel contact tussen landen (media etc.) is I-C niet meer zo gescheiden

-> soms ook rekening houden met demografische variabelen

- I-C onderscheiden van moderniteit; is niet hetzelfde

- C moet niet verward worden met altruïsme

 

Self-construal theory: de grenzen van zelf zijn in akkoord met die van het fysieke lichaam van iemand met een hoog onafhankelijk zelfbeeld.

-> onderscheidt zich op ononderbouwde assumptie van cross-nationale verschillen I-C en is zo een basis voor andere theorieën.

Om goede cross-culturele vergelijkingen te maken moet ervan uitgegaan worden dat I samenleving een hoger onafhankelijk zelfbeeld heeft en C samenleving een hoger interdependent zelfbeeld

-> geen echte onderscheiding

 

Soms C gedrag meer consistent adaptief waardoor er C gedragspatronen ontstaan. Deze worden verkeerd begrippen als psychologische eigenschappen. Dit werkt ook zo bij I gedrag.

 

Theory of trust: men draagt niet bij aan de in-group omdat ze het leuk vinden maar omdat het hun eigen

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Abu-Nimer: Interreligious and intercultural education for dialogue, peace and social cohesion. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Abu-Nimer: Interreligious and intercultural education for dialogue, peace and social cohesion. Universiteit Utrecht.

Artikel Abu-Nimer; Interreligious and intercultural education for dialogue, peace and social cohesion

 

Diversiteit herkennen in de wereld van nu is onontkoombaar.

 

Aanraking met verschillen kan zowel positieve als negatieve effecten hebben: hangt af van hoe een bepaalde samenleving binnen het land omgaat en hoe het op een globale schaal ermee omgaat.

-> positieve effecten van globalisation hebben ook bijwerkingen

-> veel conflicten worden door diversiteit op het leven van identiteit ontwikkeld

 

Soms is er angst in een diverse samenleving -> hierop wordt o.a. gereageerd door populisme

Oplossen:

1. zelfbewustzijn versterken               2. Anderen ontmoeten

Om conflicten op te lossen moet er altijd gekeken worden naar het geheel van sociaal, politiek, economie, legaal, religie en opleiding.

 

Leerkrachten kunnen een centrale rol aannemen in het promoten van culturele en religieuze diversiteit.

 

Intercultural education: het proces van meer bewustzijn verkrijgen van de subjectieve culturele context (wereldbeeld) waaronder je eigen, en het ontwikkelen van een verbeterde vaardigheid in het sensitief en competent omgaan met iemand langs culturele contexten, als zowel een onmiddellijk en lange termijn effect van uitwisseling.

-> interreligious education is hier een onderdeel van.

 

Individuen moeten intercultureel competent zijn om om te gaan met de ander zowel binnen als buiten hun eigen cultuur.

Er blijft een gat om interreligious education te vermengen in intercultural education.

 

Het is noodzakelijk dat leerkrachten zelf ook de culturele verschillen waarderen en accepteren, en dat ook laten zien.

Dit moet geïnternaliseerd zijn anders heeft het geen zin.

 

Intercultural competence: de vaardigheid van het individu om zijn eigen etnocentrische standpunt op zij te zetten om succesvol om te gaan met mensen van andere culturen.

-> dit begint als een extrinsieke motivatie.

 

Pallavicini: interfaith leren en lesgeven moet niet meer vergelijken en contrasteren van religies, maar slechts nog menselijke interactie.

 

Al-Mamaari: 2 belangrijke punten in intercultural education:

1. studenten moeten kunnen leren over de natuurlijke sociale structuur van kennis, het moet geen overeenkomst zijn over hoe educatie gegeven moet worden.

2. docent moet cultureel responsieve en betekenisvolle lessen geven

 

Voelen dat je ergens bij hoort betekent niet dat dat je interactie met anderen verslecht.

 

Al-Mamaari: 3 gebieden van uitdaging voor intercultural education in Oman:

1. leraartraining

2. Verbeterde curricula rondom intercultural education

3. Balans tussen uniformiteit en diversiteit

 

Religie wordt vaak geïdentificeerd met de angst van immigrant ‘ander’

 

Het is belangrijk vaardigheden op te doen die het leven lang leerbevordelijk zijn

 

Leren over andere religies en culturen om sociale cohesie en tolerantie op te bouwen vereist het tegenkomen van anderen.

 

Voor internationalisation zijn er 4 stappen nodig

1. diversiteit

2. omgaan met verschillen

3. delen van persoonlijke verhalen

4. ruimte om te luisteren

 

Conclusie

Leren over andere

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Hondius: Finding common ground in education about the Holocaust and slavery. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Hondius: Finding common ground in education about the Holocaust and slavery. Universiteit Utrecht.

Artikel Hondius; Finding common ground in education about the Holocaust and slavery

 

Holocaust en slavernij roepen nog veel emoties en gevoelens op bij zowel slachtoffers als bij niet-slachtoffers.

-> dit maakt het moeilijk om er onderwijs over te geven.

 

EU: veel over holocaust lesgegeven, weinig tot niet over de slavernij

VS: veel over slavernij lesgegeven, weinig tot niet over de holocaust

 

Om zoveel mogelijk conflict etc. te vermijden:

-> conceptual history: slechts dingen die hebben plaatsgevonden in de geschiedenis worden genoemd, zonder implicaties. Deze concepten moeten de samenleving hebben beïnvloed en gevormd. Startpunten voor discussies, kunnen verschillend geïnterpreteerd worden.

-> leerlingen mogen eigen bijdrage leveren, waarvan zij vinden dat belangrijk is geweest voor de samenleving.

 

Virtue education kan zorgen voor persoonlijke reflectie en confrontatie met eigen acties. Empathie voor slachtoffers kan studenten leren hoe zij, als burger, een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving van nu.

 

Hilberg: er zijn slachtoffer, bijstanders en daders

-> later toegevoegd: verzetsstrijders en ‘helpers’

 

Voor leerlingen wordt het begrijpelijker wanneer zij de gebeurtenissen in een directe context kunnen plaatsen. Vb. door foto’s etc.

-> ook ‘onderzoekend’ leren, zelf ontdekken

-> vereist andere vaardigheden van docenten dan 30 jaar geleden

-> er worden hiervoor vaak verhalen gebruikt van kinderen die slachtoffer zijn geworden

 

‘Ras’ kan gebruikt worden als een soort geloof in ras, zo kan het ongelijke behandelingen rechtvaardigen.

 

Nog steeds een gevoel van onbehaaglijkheid ten opzichte van ras en racisme

-> wel verschillende menselijke rassen, maar het ras op zich werd niet besproken -> taboe

 

Er moeten verschillende bronnen e.d. gebruikt worden bij het ‘ontdekken’ en vertellen van de geschiedenis.

-> dit moet gedaan worden om een zo compleet mogelijk beeld te geven van wat er allemaal gebeurd is.

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Jackson: Becoming interculturally competent: Theory to practice in international education. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Jackson: Becoming interculturally competent: Theory to practice in international education. Universiteit Utrecht.

Artikel Jackson; Becoming interculturally competent: Theory to practice in international education

 

55 participanten, surveys

 

International ervaring van studenten zorgt niet altijd voor verbeterde interculturele competentie.

-> snel weer terug in de eigen omgeving waar ze hun opgedane ervaring weer wegstoppen.

 

Studenten blijven vaak in hun eigen groep, alleen interactie met mensen met dezelfde taal en culturele achtergrond.

 

Intercultural competence: de bekwaamheid te shiften van cultureel perspectief en op de juiste wijze gedrag aan te passen aan culturele verschillen en gemeenschappelijkheden.

 

Intercultureel/global mindset is effectiever voor succesvolle interculturele communicatie in onbekende taal en cultuur omgevingen.

 

Intercultural Development Continuum (IDC): men ontwikkelt zich van een etnocentrische stage door Minimization naar een meer etnorelatieve stage van ontwikkeling, tegelijk met het ontwikkelen van intercultural competence.

-> individu ontwikkelt zich niet noodzakelijk van de ene stage naar de andere. Negatieve ervaringen kunnen hier een stokje voor steken.

 

Experiental learning cycle: leerling heeft een concrete ervaring, reflecteert op deze ervaring, doet mee aan abstract denken, experimenteert actief en krijgt hierdoor begrip van deze ervaring.

 

Contacthypothese: door contact kan de relatie verbeteren tussen twee groepen

-> hoeft niet per se zo te zijn, kan de relatie ook juist verslechteren

 

Conclusie

- toenemende participatie in het participatie van onderwijs in het buitenland is goed, maar er is meer inspanning nodig om de potentie van de internationale onderwijs ervaring te optimaliseren.

- study abroad interventies met gemengde groepen werken goed

- interculturele communicatie cursussen hebben voordelen voor zowel lokale als internationale studenten

- individuele interculturele docenten kunnen een significant verschil maken in het intercultureel leren van de educatie van buitenlandse studenten.

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Pilecki: Negotiating the past, imagining the future: Israeli and Palestinian narratives in intergroup dialog. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Pilecki: Negotiating the past, imagining the future: Israeli and Palestinian narratives in intergroup dialog. Universiteit Utrecht.

Artikel Pilecki; Negotiating the past, imagining the future: Israeli and Palestinian narratives in intergroup dialog

 

Herkenning van de outgroup verhaal kwam op onder Joodse-Israëlische participanten binnen de co-existentie positie wanneer het onderwerp van een bedachte toekomst opkwam.

 

Palestijnen en Israëliërs verschillen in het beeld van hun geschiedenis. Dit zorgt ervoor dat pogingen om vrede te creëren worden tegengehouden.

 

Contact-hypothese en Common Ingroup Identity Model

-> wanneer leden van verschillende groepen elkaar ontmoeten onder de beste omstandigheden zal dit leiden tot stereotype ondermijnende informatie

-> in de praktijk wordt dit de coexistence approach genoemd.

-> werkt niet altijd

In plaats daarvan:

Confrontational approach: ontmoeting moet niet plaatsvinden tussen individuen maar tussen groepen

-> gemeenschappelijke verschillen van sociale identiteiten

 

Historische verhalen zijn representaties van geschiedenis die een groepsgevoel van wat is en moet zijn includeert. Dit is dus de basis van groepsidentiteit, normen en waarden.

Discussies over geschiedenis kan mensen binden aan hun nationale identiteit en gezamenlijke processen uitlokken gekarakteriseerd door gezamenlijk oneens zijn.

 

Resultaten

- er is een gemeenschappelijk patroon van vertelsel polarisaties tussen Joods-Israëlische en Palestijnse participanten.

- verschillende verhalen bij de verschillende participanten wanneer de toekomst wordt besproken.

 

Discussie

- experimenteel proces van intergroup contact is voor een groot deel gevormd door uiteenlopende, wederzijds exclusieve verhalen die de ontoegevendheid in het Israël-Palestijn conflict bepalen.

- een hypothetische, na-conflict toekomst bespreken kan groepen bij elkaar brengen, maar wel in beperkte mate.

 

Conclusie

Onderzoeksvraag: Geschiedenis is gecodificeerd door de constructie en de ontwikkeling van verhalen.

-> intergroup dialoog kan een reproductieve rol hebben in een omgeving van ontoegevendheid, los gezien van het type dialoog.

 

Tekortkomingen

- niet generaliseerbaar, doordat het maar gefocust is op één programma

- er is maar één taal gebruikt in het voeren van de discussies, dit kan een achterstand geven aan kinderen die niet zo vloeiend zijn in deze taal.

- laboratorisch onderzoek

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Sieckelinck: Mad about ideals? Educating for reasonable passion. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Sieckelinck: Mad about ideals? Educating for reasonable passion. Universiteit Utrecht.

Artikel Sieckelinck; Mad about ideals? Educating for reasonable passion

 

Kinderen aanleren redelijk gepassioneerd te worden over idealen is een gerechtvaardigd en zelfs een belangrijk doel van onderwijs.

-> extremisme zal waarschijnlijk niet verslagen worden door alleen onderwijs inspanningen, democratisch burgerschap vereist dringende educatie aandacht aan de passie voor de idealen van jongeren.

 

Radicale groepen zijn vaak klein en daardoor niet representatief, maar ze hebben wel een enorme impact.

 

Idealen van jongeren kunnen zich focussen op twee punten

1. idealen op zich -> meest belangrijk om te onderzoeken

2. de manier waarop eraan deze idealen gehouden wordt en ze worden volbracht

 

Goede idealen op zich zijn niet genoeg om de dreiging van radicalisering te verminderen.

Proces van radicalisering is relatief onafhankelijk van de inhoud van de inhoud van de idealen.

Idealen zijn slecht omdat de manier waarop ze gerealiseerd moeten worden, slecht is.

Om te weten welke rol leraren hebben moeten we weten wat een goede manier is van je idealen vasthouden en uitvoeren.

 

Idealen:

1. ideeën, beelden of representaties van een bepaalde situatie of kwaliteit; modellen of ‘visies’

2. idealen zijn ideeën, geloof, of beelden representerend voor wat het beste, meest perfecte of meest excellente lijkt

3. idealen hebben een sterke grip op het subject, omdat aan deze ideeën veel waarde wordt gehecht

-> daarom is het intrinsieke motivatie

 

Reasonably passionate: als voorwaarde stellen dat er een gemiddelde, of tussenlevel, is in gepassioneerd zijn.

 

Redenen waarom idealen belangrijk zijn voor jongeren om te hebben

- de vele opties in de hedendaagse samenleving maakt het moeilijk voor jongeren om te kiezen voor een leven dat ze echt willen en dat ze gelukkig zijn met hun keuze

- idealen definiëren de essentie van personen. Zonder idealen heeft men geen identiteit (Frankfurt en Taylor)

-> auteur niet helemaal mee-eens, je kan wel leven zonder idealen, maar dat is niet wenselijk.

 

Drie gevaren/dimensies gerelateerd aan passie: irrationaliteit, immoraliteit, onvoorzichtigheid

Om reasonably passionate te zijn moet je:

1. een gepassioneerd persoon moet redleijk zijn en kunnen reflecteren op hun idealen om mogelijke tekortkomingen te kunnen signaleren.

2. een gepassioneerd persoon moet verstandig zijn en zorgen dat de passie hen niet in gevaar brengt bijvoorbeeld bij een hongerstaking.

-> Frankfurt & Taylor: het is verstandig idealen te hebben, want idealen zijn de essentie van een persoon.

3. een gepassioneerd persoon moet tenminste lichtelijk moreel zijn en redelijk rekening houden met eigen en andermans belangen.

 

Tegen gepassioneerdheid: mensen worden fanatiekelingen die meedogenloos hun idealen proberen te bereiken -> immoreel

 

Gepassioneerd zijn over ware of juiste idealen vereist de bereidheid de eigen feilbaarheid onder ogen te zien.

Verbondenheid met morele regels en principes hoeft niet in de weg te staan van verbondenheid met idealen.

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Tuure: Deliberative Communication in Elementary Classroom Meetings: Ground Rules, Pupils’ Concerns, and Democratic Participation. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Tuure: Deliberative Communication in Elementary Classroom Meetings: Ground Rules, Pupils’ Concerns, and Democratic Participation. Universiteit Utrecht.

Artikel Tuure; Deliberative Communication in Elementary Classroom Meetings: Ground Rules, Pupils’ Concerns, and Democratic Participation

 

Methode: discussies, observaties, video-opnames -> etnografisch onderzoek

 

Er zijn vele obstakels die meespelen in het proberen om leerlingen mee te nemen in democratische processen op school.

-> veranderen van interactie patronen in de klas en de gezag processen die ze in standhouden

 

De structurering van sociale interacties tussen leraar en leerling draagt cruciaal bij aan de mislukking van school om leerlingen te betrekken bij democratische participatie.

 

Onderzoeksvraag:

1. Kan publieke besluitvorming communicatie (deliberative communication) geïntroduceerd worden een schoolklas, leeftijd 10-11 jaar?

2. Welke (als die er al zijn) kansen voor democratische participatie biedt de introductie van deliberative communication voor de leerlingen?

 

Deliberative communication: een collectief proces van kritiek wegen van en balanceren tussen verschillende visies en argumenten.

-> dit idee is controversieel

 

Dilemma van de leraar: leerlingen gaven vaak zorgen en initiatieven, helemaal gerelateerd aan het dagelijks leven van de klas, maar hen antwoord geven nam teveel lestijd in beslag.

 

Resultaten

- grondregels voor deliberative communication medieert de interacties onder leerlingen en tussen leerling en leraar -> geeft aan dat leerlingen gewend zijn geraakt aan de normen van deliberative communication

 

Discussie

- leerlingen zijn gewend geraakt aan de regels van deliberative communication

1. Kan publieke besluitvorming communicatie (deliberative communication) geïntroduceerd worden een schoolklas, leeftijd 10-11 jaar?

-> ja dit is mogelijk

 

2. Welke (als die er al zijn) kansen voor democratische participatie biedt de introductie van deliberative communication voor de leerlingen?

-> het moet uitgebreider worden toegepast, niet alleen tijdens discussies maar ook tijdens lessen

 

Tekortkomingen

- leerlingen zijn in het echte leven geen homogene groep

- is deliberative communication wel wenselijk

- het moet op meer scholen geïntroduceerd worden, anders blijft de status quo in stand.

 

Kinderen en jongeren zijn ‘anders gelijke’ burgers en zijn dus in staat serieus te overwegen wat voor hen significant is

-> dus geen reden om niet deliberative communication toe te passen.

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Fassaert: Acculturation and use of health care services by Turkish and Moroccan migrants: a cross-sectional population-based study. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Fassaert: Acculturation and use of health care services by Turkish and Moroccan migrants: a cross-sectional population-based study. Universiteit Utrecht.

Artikel Fassaert; Acculturation and use of health care services by Turkish and Moroccan migrants: a cross-sectional population-based study

 

Is er en hoe dan een interrelatie tussen acculturatie en het gebruik van gezondheidszorg bij eerste generatie Turkse en Marokkaanse migranten?

Acculturatie wordt bijna niet geassocieerd met het gebruik van algemene praktische zorg

-> taal speelt een centrale rol bij het gebruik van gezondheidszorg

 

Een hoge participatie in het gastland hangt samen met een verhoogd gebruik van gezondheidszorg.

 

Factoren, naast SES en het nodig hebben van gezondheidszorg, waar rekening mee moet worden gehouden

- acculturatie: mate van contact en participatie in een grote samenleving en het behoud van het eigen erfgoed van de cultuur en identiteit

Assimilatie: eigen cultuur wordt afgewezen en er is sprake van veel participatie aan de nieuwe samenleving

Separatie/traditionalisme: oude cultuur wordt behouden, participatie aan de nieuwe cultuur is laag.

Marginalisatie: beide culturen niet aannemen

Integratie: zowel oude als nieuwe cultuur aannemen

 

Resultaten

- geen significante verschillen in communicatie en emancipatie

- significante interactie tussen acculturatie en etniciteit

- significante interactie tussen de communicatie subschaal en de etnische achtergrond.

 

Discussie

- Marokkanen:

meer emancipatie, minder outpatient zorg aangaan (mannen)

meer communicatie in het Nederlands, minder mentale gezondheidszorg (mannen en vrouwen)

- methodologie die gebruikt is

- afwezigheid/beschikbaarheid van sociale ondersteuning (vb. directe familie)

- hogere levels van adaptatie gaat samen met meer kennis van het Nederlandse systeem voor gezondheidszorg

 

Tekortkomingen

1. geen conclusies in een richting van het resultaat (vanwege cross-sectioneel onderzoek)

2. generaliseerbaarheid (veel non-response)

3. zelf-gerapporteerde metingen

4. acculturatie schaal is geen goede/uitvoerbare methode

-> wellicht een goede suggestie voor vervolgonderzoek

 

Conclusie

Verhoogde participatie in het gastland is gerelateerd aan meer gebruik van gezondheidszorg

-> vervolgonderzoek wellicht richten op de relatie tussen acculturatie en de kwaliteit van zorg.

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Stevens: Mental health in migrant children. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Stevens: Mental health in migrant children. Universiteit Utrecht.

Artikel Stevens; Mental health in migrant children

 

Door globale technologische, politieke en economische ontwikkelingen zijn er veel internationale migraties aan de gang.

-> veel vanuit gegaan dat migratie-gerelateerde processen de geestelijke gezondheid van mensen beïnvloeden, maar dit is nog niet volledig begrepen.

 

Geestelijke gezondheid: wanneer niet geestelijk gezond: zowel internaliserend als externaliserend probleemgedrag en psychiatrische kwalen.

 

Onderzoeksvragen:

Hebben migranten kinderen een groter risico op mentale problemen?

Zo ja, kunnen we dit fenomeen verklaren?

 

Drie redenen waarom migrantenkinderen een verhoogd risico op mentale problemen hebben:

1. het migratieproces veroorzaakt stress; zowel direct (bij zichzelf) als indirect (bij familie)

2. migranten nemen in het nieuwe land een minderheidspositie in

-> racisme, vooroordelen, discriminatie en onderdrukking

3. hun culturele achtergrond

1. probleem-onderdrukking model: culturele factoren beïnvloeden het kind direct. Kinderen internaliseren en nemen over; hierdoor ontwikkelen ze aangepast gedrag aan de cultuur.

2. adult-distress threshold model: cultuur beïnvloed het kind indirect omdat ouders ongewenste ontwikkelingen onderdrukken

-> harde ouderlijke onderdrukking kan leiden tot anxiety

 

Redenen waarom migrantenkinderen een verlaagd risico op mentale problemen hebben:

- ‘healthy migrant effect’: alleen de fitste mensen overleven de tocht die migranten moeten afleggen

- immigrant paradox: patroon van gevonden resultaten dat de eerste generatie het beter doet dan verwacht zou worden, gebaseerd op hun SES

-> de meeste migranten hebben een samenhangende en ondersteunende familiecultuur

 

Literatuuronderzoek geeft veel mogelijke verklaringen voor de onderzoeksvraag. Er is een grote diversiteit aan bevindingen.

Level van problematisch gedrag bij kinderen hangt voor een groot deel af van de persoon en de manier die gebruikt wordt om dit probleem in kaart te brengen.

 

Verschillen in resultaten vanuit het literatuuronderzoek kunnen komen door:

1. daadwerkelijk verschillen in gedrag bij kinderen

2. verschillen in grenzen wanneer gedrag gerapporteerd wordt als problematisch

-> verschillen in culturele standaarden bijvoorbeeld

3. vooroordelen in het rapporten van probleemgedrag

-> onder andere sociale wenselijkheid en sociale druk (er zijn al veel gedragsproblemen bekend bij Turken en Marokkanen dus zullen deze ouders dit niet snel vermelden, er zijn al zoveel problemen bij migranten bekend, ze willen hier niet nog verder aan bijdragen).

-> verschillende onderzoeken geven zeer verschillende resultaten voor probleemgedrag bij migrantenkinderen

 

Effect van migratie varieert met bepaalde karakteristieken van een migrantengroep

-> wordt vaak geen rekening mee gehouden; dit geeft een vertekend beeld. Als hier wel rekening mee wordt gehouden dan op:

- SES; belangrijk om rekening mee te houden maar verklaard niet alle verschillen

- family stress; kan verklaring zijn voor een verlaagd risico

- culture of origin; culturele achtergrond

- validiteit

 

Karakteristieken van een gastland die bijdragen aan verschillen in problemen tussen migrantenkinderen

- selectie van migranten door gastland

- pluralisme en multiculturalisme in het gastland

- internationale verschillen

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Verhulp: Lay Beliefs About Emotional Problems and Attitudes Toward Mental Health Care Among Parents and Adolescents: Exploring the Impact of Immigration. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Verhulp: Lay Beliefs About Emotional Problems and Attitudes Toward Mental Health Care Among Parents and Adolescents: Exploring the Impact of Immigration. Universiteit Utrecht.

Artikel Verhulp; Lay Beliefs About Emotional Problems and Attitudes Toward Mental Health Care Among Parents and Adolescents: Exploring the Impact of Immigration

 

Onderzoeksvraag: etnische verschillen in ideeën tegenover de mentale gezondheidsproblemen en attitudes tegenover mentale gezondheidszorg bij ouders en adolescenten.

Methode: screenings en interviews

 

Iemands ideeën over geestelijke gezondheid wordt gedacht beïnvloed te worden door de culturele achtergrond van deze individuen.

Immigrant en native ouders verschillen in hun mening tegenover mentale gezondheid, terwijl er bijna geen verschillen waren tussen hun kinderen.

Verschillen uitleggen met behulp van individualisme en collectivisme

-> deze constructen kunnen behulpzaam zijn voor het vergelijken van ideeën en attitudes tegenover mentale gezondheidszorg.

 

Individualistische/onafhankelijke culturen: zelf is autonoom, doelen zijn zelfvervulling en competentie, relaties draaien om het individu.

-> vandaar dat het hebben van mentale problemen in dit soort culturen toegeschreven wordt aan interne oorzaken

 

Collectivistische/interdependent culturen: zelf is omgeven binnen relaties, doelen zijn gemeenschappelijke verantwoordelijkheden en het belang van de eenheid van de groep wordt benadrukt in relaties.

-> vandaar dat het hebben van mentale problemen in dit soort culturen toegeschreven wordt aan externe oorzaken (vb. de omgeving)

 

Grootste aantal studies over culturele verschillen zijn gericht op volwassenen, maar heel weinig van dit soort studies gaan over kinderen.

 

Acculturation gap-distress model: adolescenten passen zich sneller aan aan hun nieuwe cultuur dan hun ouders, omdat zij meer intensief participeren aan de samenleving en meer omgaan met leden van de nieuwe samenleving. Zij doen dit ook frequenter dan hun ouders.

 

Het kan verwacht worden dat immigrant populaties een minder positieve houding hebben tegenover instituten voor mentale gezondheid omdat deze gezien worden als behorend tot de meerderheidscultuur.

1. in sommige culturen is er meer schaamte voor mentale problemen waardoor de kans dat er hulp wordt gezocht, afneemt.

2. etnische minderheidspositie kan de mening tegenover instituties voor mentale gezondheidszorg negatief beïnvloeden. Vb. door een gebrek aan vertrouwen

 

Acculturation orientations/strategy: de manier waarop er door immigranten wordt gerelateerd aan hun eigen etnische cultuur en de ontvangende cultuur waarin ze nu leven.

-> ouders met een sterkere oriëntatie tegenover de ontvangende cultuur hebben meer kans interne oorzaken voor mentale problemen aan te wijzen.

 

Theoretisch gezien kan de mening tegenover mentale gezondheidszorg de beslissing beïnvloeden om hulp te zoeken.

 

Resultaten

- verschillen tussen Nederlandse immigranten en native Nederlanders zijn meer zichtbaar onder ouders dan onder adolescenten.

- effecten van de etniciteit op het gebruik van de mentale gezondheidszorg wordt niet gemedieerd door ouderlijke gedachtes over actieve en passieve oplossingen voor emotionele problemen

 

Discussie

- ouderreport zijn meer dan één jaar later afgenomen dan die bij de adolescenten

- het gebruik van vignetten kan een vertekend beeld geven over de mening van de ouders omdat het natuurlijk niet hun eigen kinderen zijn

- er zijn meer meetconstructen nodig

 

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Zwirs: Prevalence of Psychiatric Disorders Among Children of Different Ethnic Origin. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Zwirs: Prevalence of Psychiatric Disorders Among Children of Different Ethnic Origin. Universiteit Utrecht.

Artikel Zwirs; Prevalence of Psychiatric Disorders Among Children of Different Ethnic Origin

 

2041 participanten

Methode: interviews en questionnaires

 

Het aantal psychiatrische stoornissen onder de minderheid die niet behandelt worden en native kinderen met lage SES-inkomen binnenstad buurten verschilt niet wezenlijk.

Het blijft onduidelijk in welke extensie het geobserveerde verschil in voorkoming door een perceptie van vooroordeel en welke door werkelijke verschillen in gedrag.

Verschillen in psychiatrische stoornissen bij kinderen langs etnische groepen zijn nog maar weinig onderzoeken gedaan en niet in Europa.

 

Resultaten

- geen associatie tussen SES met de voorkoming van psychiatrische stoornissen

-> zelfde voor alle etnische groepen

- positieve relatie tussen psychiatrische stoornissen bij het kind en bij de ouder

- positieve relatie tussen psychiatrische stoornissen bij het kind en vrienden

- positieve relatie tussen psychiatrische stoornissen en problemen op school

 

Discussie

- geobserveerde verschillen kunnen veroorzaakt zijn door verschillen in visie in plaats van werkelijke verschillen in probleemgedrag

- cohesie en sociale controle meer in Turkse culturen; dit kan belangrijk zijn in het beschermen van jongens voor externaliserende stoornis

- invloed van het leven in een slechte buurt kan het effect op een indivdueel level van het SES op de voorkoming van een psychiatrische stoornis uitbalanceren

- onder niet-Nederlandse immigranten kinderen zijn peerfactoren sterker gerelateerd aan de ontwikkeling van psychiatrische stoornissen dan ouderfactoren

- discriminatie en acculturatie zijn waarschijnlijke betere voorspellende factoren dat het land waarin de ouders zijn geboren

 

Tekortkomingen

1. de beoordelaars waren allemaal Nederlands, hierdoor kunnen zij bevooroordeeld zijn bij het beoordelen van Nederlandse kinderen

2. gebruikte meetmethode is niet gevalideerde in de Marokkaans, Turkse en Surinaamse steekproeven

3. maar 11,2% van de niet-Nederlandse kinderen waren daadwerkelijk geboren in het land van herkomst

4. steekproefgrootte was redelijk klein

5. niet mogelijk om de oorzaak-gevolg relatie tot stand te brengen bij geobserveerde associaties.

 

Voorkoming (het aantal) psychiatrische stoornissen bij kinderen verschilt niet voor niet-behandelde native Westerse en niet-Westerse immigranten kinderen in lage SES-binnenstad wijken

-> geldt niet alleen voor Nederland maar ook voor andere multi-etnische samenlevingen

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Huijbregts: Cultural diversity in center-based childcare: Childrearing beliefs of professional caregivers from different cultural communities in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Huijbregts: Cultural diversity in center-based childcare: Childrearing beliefs of professional caregivers from different cultural communities in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Artikel Huijbregts; Cultural diversity in center-based childcare: Childrearing beliefs of professional caregivers from different cultural communities in the Netherlands

 

Doelgroep: verzorgers van verschillende culturele communities

-> 116

Methode: vragenlijst

 

Op het moment dat verzorgers zich bewust zijn van hun ideeën over opvoeding, kan er begonnen worden met het bediscussiëren van pedagogische richtlijnen.

 

Er is een toenemende culturele diversiteit in kinderdagverblijven in Westerse landen, er is echter weinig onderzoek beschikbaar over de uitdagingen die dit met zich meebrengt. Onder andere: botsende socialisatiedoelen en culturele conflicten.

 

Cultureel idee systeem over opvoeding: een set van kennis van ouders en verzorgers over de natuur van kinderen en hun ontwikkelen, en over hun functionering in sociale groepen.

Komt van twee punten:

1. dagelijkse persoonlijke ervaringen met opvoeding in bepaalde contexten

2. sociaal gedeelde culturele ideeën over opvoeding binnen bepaalde communities

 

Individualisme-collectivisme scheiding moet niet begrepen worden als dichotoom of als tegenovergestelde ideeën, maar als intergerelateerd en multidimensionaal.

 

Algemene opvoedingsideeën: onderliggende, impliciete, voor lief genomen ideeën over de natuur van kinderen en hun ontwikkeling.

Day-care specifieke opvoedingsideeën: ideeën die direct gelinkt zijn aan de opvoeding in een kinderopvang.

 

Resultaten

- Nederlandse verzorgers hebben meer individualistische doelen dan Caribische en Marokkaanse verzorgers.

- alle drie de groepen (Nederlands, Caribisch en Marokkaans) zijn het meer met de individualistische dan met de collectivistische ideeën eens.

- hoe belangrijker religie, hoe minder individualistische verzorgers naar de algemene opvoedpraktijken kijken.

 

Discussie

- Nederlandse en immigrant verzorgers verschillen in respect ten opzichte van opvoedingsideeën, ondanks professionele training.

- er is een hoge consensus over de belangrijke kwesties over opvoeding in kinderopvang contexten.

- het ideeënsysteem van de verzorgers over de opvoeding worden deels bepaald door hun eigen socialisatieproces (cultureel en religieus) en deels door hun professionele ervaring en hun collega’s.

 

De meeste verzorgers, van alle culturele groepen, zijn het meer eens met individualistische dan met collectivistische ideeën, immigrant verzorgers waren echter meer gebalanceerd.

 

Tekortkomingen

- de studie kan het besef over culturele vooroordelen verhogen in het conceptualiseren en evalueren van de kwaliteit van kinderopvang

- gestructureerde vragenlijsten zijn uitgedeeld

-> hierdoor was er weinig ruimte voor dynamiek etc. in de antwoorden

- er waren veel afvallers

- geen optimale translatie van de antwoorden door de gebruikte methode

- de antwoorden in de vragenlijst waren tweedelig geformuleerd

 

Vervolgonderzoek

Culturele diversiteit onder kinderen onderzoeken, en de invloed van ouderlijke opvoedideeën onderzoeken.

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Leseman: Effects of Quantity and Quality of Home Proximal Processes on Dutch, Surinamese–Dutch and Turkish–Dutch Pre-schoolers’ Cognitive Development. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Leseman: Effects of Quantity and Quality of Home Proximal Processes on Dutch, Surinamese–Dutch and Turkish–Dutch Pre-schoolers’ Cognitive Development. Universiteit Utrecht.

Artikel Leseman; Effects of Quantity and Quality of Home Proximal Processes on Dutch, Surinamese–Dutch and Turkish–Dutch Pre-schoolers’ Cognitive Development

 

Onderzoeksvraag: Wat zijn de effecten van moeder-kind geletterdheid en probleemoplossing interacties op de cognitieve ontwikkeling van kinderen tussen de drie en vier jaar?

-> verschilt per groep, deze interacties zijn bepalend voor latere cognitieve competentie en de sociaaleconomische status van de familie.

 

Veel immigrant kinderen missen al bepaalde cognitieve vaardigheden tegen de tijd dat ze naar de basisschool gaan.

-> wordt dit veroorzaakt door verschillen in socialisatie?

Immigrant ouder-kind interacties verschillen fundamenteel van de interacties van Nederlandse families.

 

Zijn verschillen in opvoedpraktijken gerelateerd aan verschillen in de cognitieve competentie van kinderen?

 

In hoeverre zijn de resultaten van onderzoek naar gedragsgenetica toepasbaar op een multiculturele en sociaaleconomisch heterogene samenleving?

 

Bio-ecologisch model: het genetisch potentieel is gerealiseerd door proximale processen. Het is een wisselwerking van genen en de omgeving.

Additive two-factor model: tegengesteld van het bio-ecologisch model

Proximale processen: de belangrijkste processen achter de ontwikkeling van het kind

Kwantitatief: tijd, hoeveelheid, duur en blootstelling

Kwalitatief: hoe toe-eigening en constructie van kennis en vaardigheden

 

Bio-ecologisch model: onder ideale omstandigheden kan het genetisch component zich het beste ontwikkelen.

Hoe meer het individu zich het beste kan ontwikkelen, hoe mij hij/zij de beste omgeving kan vinden om zich te ontwikkelen.

 

De relatie tussen omgeving en ontwikkeling kan mede worden veroorzaakt door erfelijkheid als derde meespelende factor.

 

Deelvragen:

1. zijn er verschillen tussen de groepen in de cognitieve competentie van kinderen en de moeder-kind interactie bij geletterdheid en probleemoplossing?

2. zijn er effecten van moeder-kind interactie in geletterdheid en probleemoplossing die invloed hebben op de cognitieve competentie van de vier onderzochte groepen?

3. zijn er verschillen tussen de vier groepen in het gemiddelde van de cognitieve competentiescores?

 

Resultaten

1. zijn er verschillen tussen de groepen in de cognitieve competentie van kinderen en de moeder-kind interactie bij geletterdheid en probleemoplossing?

- cognitieve competentie verschillen tussen de vier groepen werden met de tijd niet minder

- er is een groot verschil in kwaliteit van introductie van moeder aan het kind van de probleemoplossingstaak

-> er zijn al vroeg grote verschillen in cognitieve competentie. Ook zijn er grote verschillen in zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de onderzochte proximale processen.

2. zijn er effecten van moeder-kind interactie in geletterdheid en probleemoplossing die invloed hebben op de cognitieve competentie van de vier onderzochte groepen?

-> er zijn verschillende effecten van de proximale processen in elke onderzochte groep. De verschillen zijn gerelateerd aan de cognitieve competentie op driejarige leeftijd en met de SES in elke groep.

3. zijn er verschillen tussen de vier groepen in het gemiddelde van de cognitieve competentiescores?

-> er was een tussengroep effect in het gemiddelde van de cognitieve competentie

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Rosenthal: Quality in Early Childhood Education and Care: A cultural context. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Rosenthal: Quality in Early Childhood Education and Care: A cultural context. Universiteit Utrecht.

Artikel Rosenthal; Quality in Early Childhood Education and Care: A cultural context

 

Verschillende culturele communities houden wellicht verschillende definities van ‘kwaliteit’ in Early Childhood Education Care (ECEC) die passen bij hun onderwijsdoelen en culturele ideeën.

Slechte kwaliteit van ECEC leidt tot slechte prestaties op cognitieve en taal taak en tot meer gedragsproblemen.

 

Process criteria van kwaliteit: de sociale interactie en onderwijservaringen van kinderen

Structurele criteria van kwaliteit: condities zoals groepsgrootte, hoeveel volwassenen en kinderen en docent educatie en training.

 

Publieke interventie kan kwaliteit processen in de omgeving van de ECEC verbeteren.

 

Kwaliteit: evaluatie van hoe succesvol een programma is in het bieden van dagelijkse ervaringen aan kinderen die hun ontwikkeling tegenover bepaalde gewaardeerde onderwijsdoelen verhogen.

 

De kwaliteit van zorg is gebaseerd op de waarden, normen en belangen van een samenleving

-> culturele communities verschillen in hun specifieke doelen van de ontwikkeling en het onderwijs van hun kinderen.

 

Culturele ontwikkelingsscripts reflecteren de ideeën van een community over ontwikkeling.

Dichotomieën zoals individualisme en collectivisme verhelderen ons begrip van het onderwijs in verschillende communities.

 

Individualisme: gebaseerd op rationaliteit en redeneren, het gaat om de persoonlijke prestaties (onafhankelijkheid)

Collectivisme: refereren naar een cultuur als groepsidentiteit en er zijn grenzen tussen in-group en anderen, het gaat om solidariteit en zelfdiscipline (interdependence)

Culturele communities verschillen in doelen en educatie die ze verwachten van hun kinderen.

-> veel communities zijn een mix van individualisme en collectivisme (het is een continuüm)

 

Het is moeilijk karakteristieken te identificeren in veranderende landen.

1. vaak gaat het tussen wat de school doet en wat ouders vinden dat er moet gebeuren

2. soms lijken het gelijke doelen maar zit het verschil in wat ze er mee bedoelen.

-> vb. intelligentie en onafhankelijkheid

 

Onderwijspraktijken zijn ook gerelateerd aan de verschillen

Collectivisme: kinderen kunnen eigen leren managen, door onder andere observatie.

 

Conclusie

Alle samenlevingen streven naar adaptieve en succesvolle leden in hun gemeenschap. Definitie hiervan verschilt per community.

Sociaal-culturele diversiteit en veranderingen hebben implicaties voor variaties in begrip van ‘kwaliteit’ in de ECEC omgeving. In verschillende culturele communities zijn deze begrippen omvattend voor elke samenlevingen.

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Van Tuijl: Improving Mother–Child Interaction in Low-income Turkish–Dutch Families. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Van Tuijl: Improving Mother–Child Interaction in Low-income Turkish–Dutch Families. Universiteit Utrecht.

Artikel Van Tuijl; Improving Mother–Child Interaction in Low-income Turkish–Dutch Families: A Study of Mechanisms Mediating Improvements Resulting from Participating in a Home-based Preschool Intervention Program

 

Kunnen de effecten op cognitieve en taal uitkomsten van een recent ontwikkeld home-based educatie interventie programma, Opstap Opnieuw, verklaard worden door verbeterde moeder-kind interactie?

 

Kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen en een etnische minderheid, lopen risico op later school falen.

- meer ouder-kind tijd

- goedkoop

- kosteneffectief

- ouders zijn erg gemotiveerd, wat ze zijn gericht op goede schoolresultaten

-> voordelen van de nieuwe interventie

-> algemene resultaten zijn echter teleurstellend

 

Onderzoeksvragen:

1. Richten home-based programma’s zich op relevante aspecten van de thuisomgeving?

2. Zo ja, is deze methode effectief?

3. Zo ja, promoten deze veranderingen in de thuisomgeving de ontwikkeling van kinderen?

 

Proximale karakteristieken van de thuisomgeving mediëren sociale klasse en etnische minderheden effecten op de ontwikkeling en vroege schoolprestaties.

 

Hypotheses

1. Opstap Opnieuw programma verbeterd de kwaliteit van moeder-kind interactie in Turkse programma gezinnen, zowel cognitief als sociaal-emotioneel.

2. Hogere kwaliteit moeder-kind interactie verklaart het effect van het programma op de vocabulaire en de algemene cognitieve pre-wiskunde vaardigheid op Turkse kinderen.

 

Resultaten

-> het programma effect werd deels gemedieerd door de verbeterde interactie kwalititeit, meer specifiek; de sociaal-emotionele steun van moeders aan het kind

 

Discussie

1. Opstap Opnieuw programma verbeterd de kwaliteit van moeder-kind interactie in Turkse programma gezinnen, zowel cognitief als sociaal-emotioneel.

-> deels bevestigd; vb. het programma effect gaf wel aanleiding voor sociaal-emotionele ondersteuning maar niet voor cognitieve kwaliteit

 

2. Hogere kwaliteit moeder-kind interactie verklaart het effect van het programma op de vocabulaire en de algemene cognitieve pre-wiskunde vaardigheid op Turkse kinderen.

-> deels bevestigd;

wiskunde: helemaal door verbeterde sociale ondersteuning

vocabulaire: slechts half

 

Tekortkomingen

- kleine steekproef & weinig reacties -> problemen voor generaliseerbaarheid

- geen sociaal-emotionele uitkomsten gemeten

- de kwaliteit van de interactie bepalen was gebaseerd op een weinig aantal situaties

 

Conclusie

Home-based programma’s zijn minder effectief dan center-based programma’s, maar dat betekend niet dat ze niet effectief zijn, of niet verbeterd kunnen worden.

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Van Schaik: ECEC Access and equity for minority children and children from low-educated parents in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Van Schaik: ECEC Access and equity for minority children and children from low-educated parents in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Artikel Van Schaik; ECEC Access and equity for minority children and children from low-educated parents in the Netherlands

 

Doelgroep: 2454 2-4 jarigen met verschillende sociaal-culturele achtergronden

 

Doelgericht onderwijsbeleid als prioriteit stellen in de vroege kindertijd kan wel degelijk leiden tot een hogere participatie van minderheids- en lage SES-kinderen in een betere kwaliteit van Early Childhood Education Care (ECEC).

 

Niet alleen is vroege educatie op zich belangrijk maar het is ook belangrijk dat tegelijkertijd de kwaliteit van ECEC verbeterd

-> twee mechanismes zijn de oorzaak dat dit niet altijd gebeurt

1. ongelijke toegang: interactie ouderkeuze, omgevingsbeperkingen en het beleid

2. verschillende soorten ECEC beleid -> verschillende kwaliteit

-> hogere concentratie minderheids- en lage SES-kinderen zorgt over het algemeen voor een lagere kwaliteit van de leeromgeving.

-> Onderzoeksvraag: hoe zit het met deze mechanismes in Nederland?

 

Etnische minderheden en lage SES gezinnen maken minder gebruik van center-based ECEC

-> hiervan zijn veel patronen zichtbaar in zowel de US als in Europa.

Invloeden op de participatie in ECEC: ouderkeuze, ideeën, demografisch, omgeving context en het beleid van de ECEC.

 

Drie beleidsmotieven om de gelijke participatie van kinderen te bevorderen

1. gelijke kansen (geld)

2. gelijke behandeling (kwaliteit ECEC)

3. gelijke resultaten (dit is meer voor een specifiek gezin)

 

Universal approach: verhogen van de participatie van alle kinderen

Targeted approach: speciaal gericht op bepaalde groepen met een speciaal programma

-> meest kosteffectief, nadeel is wel dat het tot segregatie leidt

 

De kwaliteit in een klas is hoger wanneer deze meer divers is, helemaal wanneer er immigrantenkinderen en culturele minderheidskinderen aanwezig zijn.

-> desondanks kan het zo zijn dat meer kansarme kinderen in een groep leidt tot een slechte leeromgeving.

 

In beide systemen: positieve effecten van de ECEC worden bepaald door de kwaliteit van ECEC.

 

Participatiecijfers van ECEC in Nederland zijn vrij hoog, maar de kinderen gaan wel maar 2 à 3 dagen per week

- hoger opgeleide ouders gebruiken vaker de kinderopvang dan lager opgeleide ouders

- Turkse en Marokkaanse ouders in Nederland maken liever gebruik van ouderlijke/familie zorg dan center-based zorg, want:

- dit is het meest dichtbij de ouders, dus het meest natuurlijk

- zij hebben dezelfde ideeën etc.

- het is goedkoper dan center-based

 

Onderzoeksvragen:

1. Zijn er neigingen naar selectieve participatie in verschillende ECEC types in Nederland bij kinderen met verschillende achtergronden?

2. Wat is de kwaliteit van voorzieningen voor verschillende ECEC types in Nederland bij kinderen met verschillende achtergronden?

3. Is er een relatie tussen de kwaliteit van ECEC en de hoeveelheid kansarme kinderen in zo’n groep?

 

Methode

- longitudinaal PreCOOL: korte en lange termijn effecten van ECEC

- vragenlijsten, observaties

 

Resultaten

1. Zijn er neigingen naar selectieve participatie in verschillende ECEC types

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Andriessen: Acculturation and school success: A study among minority youth in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Andriessen: Acculturation and school success: A study among minority youth in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Artikel Andriessen; Acculturation and school success: A study among minority youth in the Netherlands

 

Doelgroep: 610 participanten van verschillende culturele achtergronden

Methode: vragenlijst

 

Onderzoeksvraag:

Zijn er culturele verklaringen voor de etnische verschillen in success en welzijn op school, tussen Turkse, Marokkaanse, Christelijk-Turkse en Nederlandse leerlingen?

-> de acculturatie effecten hangen sterk af van de context (school vs. Thuis)

 

Culturele diversiteit in schoolklassen gaat gepaard met ongelijke onderwijskansen en uitkomsten.

 

Acculturatie: de psychologische aanpassing aan contact met de cultuur in migratiesituaties (Berry)

Integratie: zowel de etnisch-culturele karakteristieken behouden, als zich aanpassen aan de dominante cultuur van het gastland.

Separatie: het behouden van de etnisch-culturele karakteristieken, maar intercultureel contact is ongewenst.

Assimilatie: intercultureel contact is gewenst, maar de etnisch-culturele karakteristieken worden niet behouden.

Marginalisatie: zowel intercultureel contact als het behouden van de etnisch-culturele karakteristieken wordt als onbelangrijk gezien.

-> integratie is het meest populair en leidt tot de meest succesvolle psychologische aanpassing

-> het verschilt ook per context (school vs. Thuis) welke vorm van acculturatie wordt aangenomen.

 

Resultaten

- de vier groepen verschilde niet in positieve hechting aan de schoolomgeving

- meisjes hebben een gunstigere positie in het onderwijs dan jongens

-> etnische minderheidsleerlingen die volledig of deels georiënteerd zijn op intercultureel contact op school, nemen op deze manier een symbolische plek in die traditioneel bezet is door de dominante Nederlandse cultuur.

-> dit oversteken van etnische grenzen, wordt door docenten gelabeld als ‘moeilijk gedrag’

 

Discussie

De verwachting dat de positieve houding tegenover intercultureel contact tot betere schoolprestaties zou leiden, werd niet ondersteund door het onderzoek.

- Er is geen impact van acculturatie processen thuis, op school bij Turkse leerlingen en vluchtelingleerlingen (wel bij Marokkaanse leerlingen)

- Er werd gevonden dat vluchtelingen die integratie wilden verhoogde aanpassingsproblemen zouden hebben, dit werd niet verwacht. In de verwachting wordt dit tegengesproken op zowel het leren op school als in de coping strategies.

 

Tekortkoming

Het onderzoek is bijna alleen maar gefocust op de psychologie van minderheidsleerlingen.

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Van der Wildt: Opening up towards children’s languages: enhancing teachers’ tolerant practices towards multilingualism. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Van der Wildt: Opening up towards children’s languages: enhancing teachers’ tolerant practices towards multilingualism. Universiteit Utrecht.

Artikel Van der Wildt; Opening up towards children’s languages: enhancing teachers’ tolerant practices towards multilingualism

 

Doelgroep: 67 basisscholen in Flanders

Methode: surveys

 

‘Normale’ leraren hebben moeite met talendiversiteit, dit leidt vaak tot het beperken van meertaligheid in de klas.

 

Onderzoeksvraag:

Leidt het proberen van het verbeteren van tolerantie tegenover meertaligheid van docenten ook daadwerkelijk tot meer tolerantie?

-> verwezenlijking leidt tot hogere tolerantie

 

Wanneer de tweede taal van een leerling niet toegestaan wordt op school, voelen zij zich niet geaccepteerd en kan dit dus leiden tot onder andere slechtere prestaties op school.

Zowel individuele ervaringen van leraren als de karakteristieken van de school kunnen tolerantie tegenover meertaligheid in de klas beïnvloeden.

School heeft de verantwoordelijkheid zich continu aan te passen aan de voortdurend veranderende sociale omgeving/wereld/samenleving.

 

Onderzoeksvragen:

1. Heeft het Validiv project de tolerantie praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid, verandert?

2. In welke mate is de impact van het Validiv project over tolerantie praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid beïnvloedt door een taal diverse populatie?

3. In hoeverre waren de tolerante praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid beïnvloedt door de mate waarop de basische condities voor een innovatief traject op hun school gerealiseerd werden?

4. Heeft de externe schoolcoach met hun inspanning de tolerantie praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid beïnvloedt?

 

Validiv: Valorizing Linguistic Diversity in Multiple Contexts of Primary Education

 

Resultaten

1. Heeft het Validiv project de tolerantie praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid, verandert?

-> ja, docenten op de experimentele scholen tolereerden meertaligheid meer dan docenten op de controle scholen.

 

2. In welke mate is de impact van het Validiv project over tolerantie praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid beïnvloedt door een taal diverse populatie?

-> nee, de tolerantie praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid hing niet af van de talen diversiteit van de leerling populatie van hun school.

 

3. In hoeverre waren de tolerante praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid beïnvloedt door de mate waarop de basische condities voor een innovatief traject op hun school gerealiseerd werden?

-> docenten waren toleranter ten opzichte van meertaligheid op scholen met Validiv als innovatie dat docenten op scholen waar deze basische condities niet waren ingevoerd.

 

4. Heeft de externe schoolcoach met hun inspanning de tolerantie praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid beïnvloedt?

-> investering van een externe schoolcoach heeft geen invloed op de tolerante praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid.

 

Discussie/Tekortkomingen

- meer data had de studie nog beter gemaakt

- de intensiteit van de externe schoolcoach was niet lang genoeg

-> scholen die klaar zijn voor innovatie, halen er meer uit.

 

Conclusie

- Het Validiv project leidt tot meer tolerante praktijken van docenten ten opzichte van meertaligheid

-> kleuterschool

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Wubbels: Teacher interpersonal competence for Dutch secondary multicultural classrooms. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Wubbels: Teacher interpersonal competence for Dutch secondary multicultural classrooms. Universiteit Utrecht.

Artikel Wubbels; Teacher interpersonal competence for Dutch secondary multicultural classrooms

 

Doelgroep: één mannelijke geschiedenisdocent (middelbare school), die een expert is in het lesgeven aan multiculturele klassen

Methode: interviews, observatie en vragenlijsten

 

Er is sprake van een groeiende diversiteit in Nederlandse klassen.

 

Onderzoeksvraag:

In hoeverre laat een docent interpersoonlijke competentie zien die specifiek is voor het lesgeven in multiculturele klassen, door het vergelijken van de competentie van een bepaalde docent en de algemene interpersoonlijke competentie van een docent?

-> hoe multicultureler de klas is, hoe meer interpersoonlijke competentie van een docent nodig is.

 

Verkennend onderzoek: er is een bepaalde consensus over dat interpersoonlijke competentie van de docent nodig is voor multiculturele klassen, maar het dilemma of dit algemene of specifieke competentie moet zijn blijft onopgelost.

 

Resultaten

-> de docent is tolerant en autoritatief; dit werkt vaak het beste, dus hij is een goede docent

- monitoren en managen van leerlinggedrag: voor elke leerling werkt een andere strategie. Dus docenten moeten verschillende strategieën uitproberen om te kijken wat het beste werkt.

- deze docent scoort hoog op leiderschap en vriendelijkheid

- deze docent is een sterke leider en relatief strikt, maar scoort lager dan het gemiddelde waarschuwgedrag onder Nederlandse docenten.

- deze docent is, in onderhandelingsprocessen, relatief strikt.

- creëren van positieve leraar-leerling (en peer) relaties: een warme, begripvolle en ondersteunende relatie met leerlingen is waarschijnlijk belangrijker in een multiculturele klas dan in een minder diverse klas.

- deze docent geeft zowel positieve als negatieve feedback en is van mening dat de leraar-leerling (en peer) relatie zeer belangrijk is.

- lesgeven voor de aandacht en betrokkenheid van leerlingen: veel leerlingen in een multiculturele klas hebben een lage concentratie span.

- structuur in de les (zowel de inhoud als de uitvoering) is erg belangrijk

- deze docent scoort veel hoger op leiderschap, vriendelijkheid en begrip, dan veel Nederlandse docenten gemiddeld doen.

- het is belangrijk om de achtergrond van de leerlingen te kennen en de klasprocessen en om goed de pas er in te houden tijdens de les.

 

Discussie

- er zijn verschillende thema’s en strategieën die effectief kunnen zijn in een multiculturele klas.

- competentie in lesgeven in een multiculturele klas kan gezien worden als een aspect van de algemene competentie om les te geven.

-> multiculturele klassen vragen meer van de competentie om les te geven van een docent dan minder diverse klassen

-> er spelen veel moeilijke factoren tegelijkertijd een rol in zo’n klas

 

Tekortkomingen

- klein onderzoek -> niet generaliseerbaar

- weinig Nederlandse leerlingen

 

 

 

Access: 
Public
Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Vervoort: Ethnic composition of school classes, majority–minority friendships, and adolescents’ intergroup attitudes in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Samenvatting Cultural Diversity: Artikel Vervoort: Ethnic composition of school classes, majority–minority friendships, and adolescents’ intergroup attitudes in the Netherlands. Universiteit Utrecht.

Artikel Vervoort; Ethnic composition of school classes, majority–minority friendships, and adolescents’ intergroup attitudes in the Netherlands

 

Doelgroep: 2798 adolescenten

Methode: vragenlijst

 

Veel landen hebben tegenwoordig multi-etnische populaties.

 

Onderzoeksvraag:

Is de proportie van etnisch-minderheidsadolescenten in schoolklassen en intergroup vriendschappen, gerelateerd aan de intergroup houding van adolescenten?

 

Contact theory: contact met out-group leden verminderd negatieve out-group houdingen.

-> is niet altijd zo

 

Ethnic competition theory: etnische meerderheidsleden hebben een grotere kans zich bedreigd te voelen door etnische minderheden wanneer deze toenemen in aantal.

 

Hypotheses

Vanuit de contact theory:

Hoe vaker er mogelijkheden zijn voor intergroup contact, hoe minder negatieve houdingen er zullen zijn tegenover de out-group.

 

Vanuit de ethnic competition theory:

Hoe meer out-group leden er aanwezig zijn in de klas, hoe meer negatieve houdingen er zullen zijn tegenover de out-group

 

Resultaten

- over het algemeen hebben adolescenten positieve intergroup houdingen

- etnische meerderheidsadolescenten hadden minder meerderheids-minderheidsvriendschappen dan etnische minderheidsadolescenten

 

Discussie

- Vanuit de ethnic competition theory:

Hoe meer out-group leden er aanwezig zijn in de klas, hoe meer negatieve houdingen er zullen zijn tegenover de out-group

-> wordt ondersteund door de etnische meerderheidsadolescenten

-> geldt niet voor de resultaten van out-group houdingen van etnische minderheidsadolescenten

 

- Vanuit de contact theory:

Hoe vaker er mogelijkheden zijn voor intergroup contact, hoe minder negatieve houdingen er zullen zijn tegenover de out-group.

-> voor etnische meerderheidsadolescenten hangt het hebben van meer mogelijkheden voor intergroup contact niet samen met een vermindering van negatieve out-group houdingen.

 

Wanneer etnische meerderheidsadolescenten in een schoolklas met meer dan 50% etnische minderheidsadolescenten zitten laten zij meer negatieve houdingen zien tegenover etnische minderheden.

Voor etnische minderheden gaat het om de kwaliteit van meerderheids-minderheidsvriendschappen in het verminderen van een negatieve out-group houding, en niet om de kwantiteit.

 

Tekortkomingen

- alleen algemene houdingen tegenover minderheden zijn bestudeert

-> etnische minderheidsleerlingen identificeren zich wellicht niet met de term etnische minderheid en zien hen niet als in-group.

- er kunnen geen sterke oorzakelijke verbanden worden gevormd door het gebruik van een cross-sectioneel design

-> verder onderzoek is nodig om te bepalen hoe de hoge kwaliteit van meerderheids-minderheidsvriendschappen gestimuleerd kunnen worden.

 

 

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1352
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.