Samenvatting: Recht in beeld

Deze samenvatting bij Recht in beeld van Loonstrat & Meijer is geschreven in 2015

De wettenbundel: hoe het werkt

Een belangrijk hulpmiddel bij het beantwoorden van een casus is de wettenbundel. Ook tijdens tentamens mag deze wettenbundel gewoon gebruikt worden, waardoor de wetten niet uit het hoofd geleerd hoeven te worden. Kennis hebben van de wettenbundel is noodzakelijk: zonder deze kennis duurt het erg lang voor je het antwoord vindt dat je zoekt.

De opbouw van een wettenbundel

In de kantlijn van de wettenbundel zie je dikgedrukte kopjes, dit is een margetekst en deze tekst geeft aan wat de essentie van een bepaald artikel is. Dit is een ingreep van de uitgever, niet van de wetgever en vergemakkelijkt dus het zoeken. Achter sommige artikelen kunnen verwijzingsartikelen staan. Ook dit is een ingreep van de uitgever die het zoeken moet vergemakkelijken.

Verschillende soorten regelingen, de structuur en opbouw

De wetten in formele zin zijn de belangrijkste regelingen die je in een wettenbundel tegenkomt. Deze regelingen zijn tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Regering en de Staten-Generaal. De combinatie tussen deze twee wordt ‘de formele wetgever’ genoemd. In bepaalde wettenbundels zijn ook regelingen te vinden die afkomstig zijn van lagere wetgevers. Hierbij valt te denken aan wetgevers als de Regering, de minister, de Provinciale Staten en de gemeenteraad.

Regelingen hebben altijd een officiële naam. Deze naam vind je terug aan het einde van de regeling en heet de citeertitel. Aan de naam van een regeling kun je bovendien zien van welke wetgever de regel afkomstig is. Wanneer het woord wet of wetboek in de titel vermeld staat betreft het een wet in formele zin, anders niet.

Tussen de verschillende regelingen zijn altijd overeenkomsten, deze zie je onder andere terug in de manier waarop de regeling gestructureerd. Elke regeling bevat een aantal vaste elementen, te weten de algemene bepalingen (hier begint de wet mee), de considerans (waarom een wet gemaakt is) en de overgangs- en slotbepalingen (hiermee wordt de wet afgesloten). Verschillen zijn er des te meer, namelijk in de opbouw, niet elke wet is op dezelfde manier opgebouwd.

Veel regelingen zijn ingedeeld in hoofdstukken. Wanneer het een zeer grote regeling is, zoals het Burgerlijk Wetboek, wordt de tekst opgedeeld in meerdere boeken. Een wetboek is een verzameling van regels die bij elkaar horen en elk wetboek draagt dan ook een eigen naam. De wetboeken zijn vervolgens weer onderverdeeld in kleinere onderdelen genaamd titels, die ook een eigen naam en nummer hebben. Wanneer het een grote titel betreft, kan de tekst wederom opgedeeld worden in meerdere afdelingen. De regeling wordt gevormd door een verzameling artikelen, die weer onderverdeeld kunnen worden in leden.

Regeling > Hoofdstukken > Titels > Afdelingen > Artikelen > Leden

Het citeren van een regeling

Er zijn een aantal vuistregels voor het citeren van een regeling. Deze regels zorgen ervoor dat iedereen begrijpt welk artikel er precies geciteerd wordt, zodat dit ook goed nagezocht kan worden. Belangrijk is dat je bij de meeste wetten alleen de naam van de wet en het betreffende artikel noemt en hier zeer nauwkeurig in bent. Geef zo exact mogelijk aan op welk onderdeel van een artikel je een antwoord baseert. Als een artikel een opsomming bevat, geef dan aan naar welk onderdeel daarvan je refereert. Bovendien geef je aan waarom jij vindt dat een artikel van toepassing is, overschrijven is zinloos: iedereen kan de betreffende wet opzoeken. Als laatste dan nog het gebruik van paginanummers: doe dit niet! Elke wettenbundel is anders en zodoende is refereren met behulp van een paginanummer niet nauwkeurig genoeg.

Het Burgerlijk Wetboek

Het Burgerlijk wetboek is ingedeeld in verschillende boeken, waarvan alleen boek zeven nog gemoderniseerd moet worden. De boeken hebben een gelaagde structuur: onderwerpen zijn eerst in algemene zin beschreven en worden later gedetailleerd uitgewerkt. De onderste laag van deze structuur wordt gevormd door boek drie, hierin vind je de algemene bepalingen. In boek 5 vind je een aantal uitwerkingen, net als in boek 6. Boek 6 wordt vervolgens verder uitgewerkt in boeken 7 en 7a. Ook binnen de boeken is sprake van een gelaagde structuur: eerst algemeen, dan specifiek. Het voordeel van de gelaagde structuur is dat bij een specifieke overeenkomst zoals een koopovereenkomst, geen algemene regels voor overeenkomsten meer opgenomen hoeven te worden, die zijn er immers al. Wanneer je een artikel uit het Burgerlijk Wetboek citeert, dien je ook aan te geven uit welk boek je citeert, dit om verwarring te voorkomen.

Doordat het Burgerlijk Wetboek volgens verschillende lagen is opgebouwd, komt het soms voor dat bepaalde artikelen elkaar tegenspreken. Op zo’n moment pas je de conflictenregel toe: een bijzondere bepaling gaat voor een algemene bepaling. Deze regel geldt alleen wanneer de tegenstrijdige bepalingen binnen dezelfde wet vallen. Voor koopovereenkomsten geldt de volgende hiërarchie: boek 7 gaat voor boek 6, welke weer voor boek 3 gaat. Wanneer binnen hetzelfde boek tegenstrijdigheid bestaat, gaat het meest gedetailleerde artikel voor.

In het Burgerlijk Wetboek komen ook schakelbepalingen voor, deze bepalingen leggen een koppeling tussen artikel en situatie. Door de schakelbepaling wordt een regel van toepassing op een bepaalde situatie.

De Algemene wet bestuursrecht

De Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) is vanaf 1994 in werking getreden, dit proces is nog steeds gaande, het vierde deel is in 2004 bij het parlement ingediend. Ook de Awb is ingedeeld volgens een gelaagde structuur, maar wordt niet op dezelfde manier geciteerd als het BW. De Awb kent geen boeken, maar wel hoofdstukken, elk artikel bestaat dan ook uit een hoofdstuknummer en wordt gevolgd door het artikelnummer. Zo wordt het ook geciteerd.

Zoeken in de wettenbundel

Een manier om in de wettenbundel te zoeken is de trefwoordenregistermethode. Hierbij gebruik je de trefwoordenlijst die door de uitgever achterin de bundel is opgenomen. Wanneer je deze methode hanteert, denk er dan om dat de exacte vindplaats moeilijk te vinden is. Er kan bijvoorbeeld ‘v’ of ‘e.v.’ achter een artikel in het register staan, let er dan op dat je ook het volgende artikel bekijkt. Ook kan de uitgever bij één trefwoord naar meerdere artikelen verwijzen, noem dan alle artikelen, anders is je antwoord niet volledig. Wat ook voor kan komen, is dat het woord waarmee je zoekt niet voorkomt in het register. Op dat moment moet je de juridische term vinden die gangbaar is voor het woord dat je zoekt. De kans is groot dat die term wel te vinden is in het register.

Een andere manier is de systematische methode. Hierbij gebruik je de opbouw van de regeling als leidraad. Deze methode is alleen geschikt als je weet in welke regeling je moet zoeken of dit kan achterhalen en is dus lastiger dan de trefwoordregistermethode. Op de lange termijn heb je wel meer aan de systematische methode, aangezien je op die manier leert om de systematiek van de wetten te doorgronden. Er is geen methode die het beste is, en het is niet nodig om een keuze te maken tussen de twee methoden, vaak moeten ze gecombineerd worden om tot een volledig antwoord te komen.

Het oplossen van een casus

Rechtsregels en -posities

Een gedrags- of rechtsregel verschaft een recht of legt iemand een plicht op. Aan een rechtsregel is dan ook een consequentie verbonden, dit heet het rechtsgevolg. Rechtsregels zijn altijd algemeen gesteld, wanneer je een rechtsregel op een specifieke situatie wil toepassen, moet je de regel ontleden om te controleren of deze regel inderdaad van toepassing is op de betreffende situatie.

Er zijn drie soorten rechtsregels: verboden handelingen, verplichte handelingen en toegestane handelingen. Deze rechtsregels en de handelingen die ermee in strijd kunnen zijn, zijn nauw met elkaar verbonden. Een handeling in strijd met een verbod zorgt voor een negatief rechtsgevolg, net als een handeling in strijd met een plicht. De bekendste rechtsgevolgen zijn doorgaans negatief. Er zijn wel positieve rechtsgevolgen, maar deze zijn minder bekend. Toegestane handelingen kunnen een positief rechtsgevolg opleveren.

Zoals al eerder genoemd, worden rechtsregels algemeen geformuleerd. Om te controleren of een rechtsregel van toepassing is op een specifieke casus, moet de rechtsregel ontleed worden. Bij het ontleden moet je je afvragen welke voorwaarden de wetgever stelt aan de inwerkingtreding van het rechtsgevolg van de rechtsregel. Deze voorwaarden kunnen cumulatief zijn, dat betekent dat het rechtsgevolg pas in kan treden op het moment dat aan alle voorwaarden is voldaan. Naast de cumulatieve voorwaarden bestaan ook alternatieve voorwaarden, dan hoeft niet aan alle voorwaarden voldaan te worden om het rechtsgevolg in werking te laten treden.

Casusgegevens bewerken

Wanneer je een casus oplost is het van groot belang dat je duidelijk onderscheid maakt tussen hoofd- en bijzaken. Je maakt dus een selectie, bepaalt wat van belang is en wat minder, deze selectie kun je al redenerende nog aanpassen. Belangrijk is dat je kunt vaststellen welke belangrijke gegevens eventueel ontbreken. Als je voor jezelf duidelijk hebt wat de hoofdzaken van een casus zijn, kun je doorvragen om de casus correct te interpreteren. Vervolgens dien je het verhaal van de leek, de casus, te juridiseren. Dit houdt in dat je de gegevens die je verteld zijn, omzet in het juridisch jargon. Bij het oplossen van een casus doorloop je de drie hiervoor genoemde stappen, voordat je tot een conclusie kunt komen.

Rechtsregels selecteren, interpreteren en toepassen

Om een casus op te lossen moet je weten naar welke rechtsregel je op zoek moet. Als eerste bekijk je in welk rechtsgebied de betreffende rechtsregel te vinden zou moeten zijn. De indeling die het meest basaal is, betreft de verdeling tussen privaatrecht en publiekrecht. Binnen deze twee gebieden, bevinden zich weer andere rechtsgebieden. Wanneer je bepaald hebt in welk rechtsgebied de rechtsregel die je zoekt te vinden is, ga je op zoek naar rechtsregels die op je casus van toepassing zijn. Hoe je naar rechtsregels zoekt, is in het eerste hoofdstuk besproken.

Wanneer je de rechtsregel die op je casus van toepassing is gevonden hebt, moet je deze uitleggen. Hier hanteer je interpretatiemethoden voor, deze geven je handvatten om de betekenis van teksten die in de wet staan te achterhalen. Deze interpretatiemethoden worden in een volgend hoofdstuk besproken.

Wanneer je de rechtsregel hebt geïnterpreteerd, is het zaak om deze te koppelen aan de gegevens die je verkreeg uit je analyse van de casus. Onderzoek of de rechtsregel bij de casus past en wat het rechtsgevolg is dat daaruit voortvloeit. Er wordt dus een conclusie getrokken, een antwoord gegeven op de vraag in de casus. Deze uitkomst rapporteer je vervolgens, op deze manier leg je een verantwoording af aan degene die je de vraag stelt.

Vonnissen en arresten

Het lezen van rechterlijke uitspraken (jurisprudentie, dit wordt ook beschouwd als een rechtsbron) is niet makkelijk. In dit onderdeel wordt aandacht besteed aan de opbouw van een uitspraak, zodat deze makkelijker te begrijpen is.

De rechters

Het woord rechter is in feite een verzamelnaam. Er zijn vele soorten rechters binnen het civiele recht (privaatrecht), namelijk het kantongerecht, de civiele sector, de strafsector, de sector bestuur en in sommige rechtbanken bevindt zich ook de sector fiscaal. Wanneer de rechtbank een uitspraak doet, wordt dit een vonnis genoemd. Het gerechtshof en de Hoge Raad houden zich ook bezig met civiele geschillen, wanneer zij een uitspraak doen, heet dit een arrest.

Sommige geschillen moeten door de sector kanton worden behandeld, het gaat dan bijvoorbeeld om geschillen waarbij het gaat om een bedrag van maximaal 5000 euro en alle huur- en arbeidsconflicten. Over andere geschillen mag de sector civiel een oordeel vellen. Wanneer men na een uitspraak van de eerste rechter (kanton of civiel) niet tevreden is met de uitspraak (beslissing in eerste aanleg), kan hoger beroep aangetekend worden bij het gerechtshof (beslissing in tweede aanleg. Niet alle zaken komen hiervoor in aanmerking, de vordering moet hoger zijn dan 1750 euro. Wanneer men na de uitspraak van het gerechtshof niet tevreden is, kan men ten slotte nog in cassatie gaan, dit gebeurt bij de Hoge Raad.

Structuur en publicatie van een uitspraak

Rechtelijke uitspraken kennen doorgaans een vaste basisstructuur. Begonnen wordt met de naam van het gerecht en de plaats waar deze gevestigd is. Daarna volgt de naam van de rechter die in het betreffende geschil een oordeel heeft gegeven en de namen van de procederende partijen en eventueel hun advocaat/procureur. Wanneer deze feiten opgenoemd zijn, volgen de feiten van het verschil, die door de rechter opgesomd worden. Na het noemen van de feiten, volgen de juridische regels die hierop van toepassing zijn. Daarna volgt de beslissing en wordt uitgelegd hoe de rechter tot deze beslissing is gekomen. Als laatste wordt de vordering toe- of afgewezen, dit heet het dictum. In het geval van een hoger beroep wordt deze structuur ook aangehouden, met als toevoeging dat de hogerberoepsrechter ook passages uit het vonnis in eerste aanleg aanhaalt.

Een arrest van de Hoge Raad (cassatie) is langer. Dit komt omdat zowel de beslissing van de rechter in eerste aanleg als de beslissing van de rechter in hoger beroep weergegeven worden. Ook moet de partij die in cassatie gaat de zogenoemde cassatiemiddelen aanvoeren. Deze cassatiemiddelen geven aan waarom de betreffende partij bezwaar heeft tegen de uitspraak in hoger beroep. Deze klachten worden zeer gedetailleerd beschreven en bestrijken daardoor veel pagina’s. De Hoge Raad vraagt advies aan het OM, via de advocaat-generaal of procureur-generaal, dit heet een conclusie. Deze conclusie heeft de vorm van een betoog en alle merites van de zaak worden zeer nauwkeurig onderzocht. Hierna wordt een uitspraak gedaan. Tegenwoordig bestaat de mogelijkheid voor de Hoge Raad om een arrest kort te houden. Dan wordt er alleen in het arrest aangegeven dat de rechter in hoger beroep een juiste uitspraak heeft gedaan en dat er niet verder op in gegaan hoeft te worden. Deze mogelijkheid is terug te vinden onder art. 81 Wet op de rechterlijke organisatie. Deze keuze is gemaakt omdat er een enorme toename plaatsvond onder de zaken die aan de Hoge Raad werden voorgelegd. Dit kwam niet ten goede van de afwikkeling van de zaken, waardoor zaken soms wel jaren bleven liggen, via deze wet kunnen zaken relatief snel afgehandeld worden.

De meeste uitspraken worden nooit gepubliceerd. Wanneer het een zeer interessante uitspraak betreft, wil het nog wel eens voorkomen dat deze wordt opgenomen in een juridisch tijdschrift. Dit gebeurt als een bepaalde uitspraak iets nieuws toevoegt aan het bestaande recht, of wanneer het het bestaande recht aanvult. Bekende juridische tijdschriften zijn: Nederlandse Jurisprudentie, Praktijkgids, Jurisprudentie Arbeidsrecht en Ars Aequi. 60% van de zaken die door de Hoge Raad behandeld zijn, wordt gepubliceerd. Wanneer het een lastige of interessante zaak betreft, wordt er dan nog een noot geschreven door een juridisch deskundige. Deze verbindt het arrest met eerdere uitspraken van de Hoge Raad, waarbij wordt aangegeven op welke manier dit arrest iets toevoegt aan de huidige rechtsontwikkeling.

Contractbepalingen lezen en opstellen

Veel afspraken die mensen met elkaar maken kunnen juridisch worden afgedwongen, via een mondelinge of schriftelijke overeenkomst. Wanneer een overeenkomst op schrift wordt gezet is er sprake van een akte en bij een eventueel conflict is de akte een bewijsmiddel. Schriftelijke overeenkomsten worden vooral aangegaan wanneer de belangen groot zijn. Het opstellen van een akte is ingewikkeld, de juiste basisgegevens moeten erin staan en de afspraak moet helder geformuleerd worden zodat er geen verwarring over de uitleg van de afspraak kan ontstaan.

Formuleren

In een akte moet precies omschreven worden wat er tussen beide partijen wordt afgesproken. Het is van belang dat dit zorgvuldig gebeurt omdat men er in de rechtspraktijk vanuit gaat dat de akte de wil van beide partijen uitdrukt. Valkuilen zijn onduidelijke formuleringen, waardoor een zin op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden en het gebruik van subjectieve begrippen waar ieder een eigen betekenis aan toe kan kennen. Ook kan een tekst onduidelijk worden door het gebruik van een lastige zinsstructuur. De inhoud is dan wel duidelijk, maar de manier waarop de zin is opgebouwd roept vragen op. Helder taalgebruik voorkomt dus een hoop problemen.

Leemtes

Het kan voorkomen dat de partijen vergeten een essentieel onderdeel in de akte op te nemen. In dat geval wordt deze leemte ingevuld door juridische regels, het aanvullend recht.

Standaardcontracten

Vaak wordt er met een standaardcontract gewerkt. Het standaardcontract kan op twee manieren worden uitgelegd. Het kan een akte zijn die door een organisatie is opgesteld en die vrij te gebruiken is tegen betaling. Ook kan het een akte zijn die door één van de partijen wordt aangeleverd. Deze partij heeft in het contract zijn voorwaarden opgesteld en hier dient de andere partij dan mee akkoord te gaan, wil er een overeenkomst gesloten worden.

Begrippenlijst

Aanvullend recht: wordt gebruikt wanneer er in een schriftelijke overeenkomst leemtes zijn ontstaan doordat een essentieel onderdeel van de overeenkomst niet is opgenomen.

Advocaat-generaal: geeft onafhankelijk advies aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad.

Akte: afspraken die op schrift zijn gezet.

Alternatieve voorwaarden: niet aan alle voorwaarden hoeft voldaan te worden om het rechtsgevolg te doen intreden.

Cassatie: beroep bij de Hoge Raad tegen de uitspraak in hoger beroep, feitenonderzoek vindt dan niet meer plaats.

Cassatiemiddelen: de bezwaren die er bestaan tegen de beslissing die in hoger beroep is genomen.

Citeertitel: officiële naam van een regeling.

Civiel recht: recht dat betrekking heeft op burgers onderling.

Conclusie: in cassatie vraagt de Hoge Raad advies aan de advocaat-generaal, dit advies heet de conclusie.

Conflictenregel: bij strijdige bepalingen gaan de bijzondere bepalingen voor de algemene.

Considerans: beweegreden om een wet te maken.

Cumulatieve voorwaarden: rechtsgevolg treedt pas in als aan alle voorwaarden is voldaan.

Dictum: deel van het vonnis dat de uitspraak van de rechter bevat.

Hoger beroep: kan na de beslissing in eerste aanleg worden aangetekend bij een hogere rechter.

Juncto: wordt afgekort als j° en geeft aan dat artikelen in samenhang gelezen moeten worden.

Juridiseren: het omzetten van woorden uit de omgangstaal naar juridische begrippen.

Jurisprudentie: rechterlijke uitspraken.

Margetekst: bewerking door de uitgever, geeft kort de essentie van een artikel aan.

Mondelinge overeenkomst: afspraken zijn niet op schrift gezet, slechts mondeling overeengekomen, deze afspraken zijn rechtsgeldig.

Privaatrecht: alle juridische relaties tussen mensen.

Procureur-generaal: vormt samen met de advocaat-generaal het parket bij de Hoge Raad. Adviseert de Hoge Raad door middel van het geven van conclusies.

Publiekrecht: juridische relaties waarbij overheid een grote rol speelt.

Rechtsbronnen: wetten, verdragen, jurisprudentie, ongeschreven regels.

Rechtsgebied: cluster van samenhangende regels.

Rechtsgevolg: consequentie van de rechtsregel.

Rechtsregel: verschaft rechten of legt plichten op, kan juridisch worden afgedwongen.

Schakelbepaling: verklaart regels van toepassing op een specifieke situatie.

Standaardcontract: contracten die al eerder opgesteld zijn en door iedereen te gebruiken zijn.

Trefwoordenregister: achterin de wettenbundel opgenomen woordenlijst, vergemakkelijkt het zoeken.

Verdragen: internationale afspraken.

Verwijzingsartikel: ingreep van de uitgever, geeft aan welke artikelen aan het betreffende artikel gerelateerd kunnen zijn.

Wetten in formele zin: belangrijkste regelingen, tot stand gekomen volgens een procedure waarin de Regering en de Staten-Generaal samenwerkten.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Oefenpakket Inleiding Recht
samenvatting juridische onderzoeksvaardigheden
Samenvatting Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1910
Search a summary, study help or student organization