Society and culture - Theme
- 2604 reads
Twee schooljongens vinden elkaar in de jungle, in een lang litteken in de begroeiing. De ene jongen is lang en blond, de andere is kleiner, erg dik en draagt een bril met dikke glazen. De blonde jongen denkt dat ze zich op een eiland bevinden. Het blijkt dat de jongens zich met een grote groep andere jongens in een vliegtuig bevonden, dat na een aanval een noodlanding op het eiland gemaakt lijkt te hebben, maar het vliegtuig is nergens te bekennen. Ze bedenken zich dat er dus waarschijnlijk geen volwassenen op het eiland zijn!
De dikke jongen vraagt de blonde jongen om zijn naam en deze antwoordt dat hij Ralph heet. Ralph vraagt de dikke jongen echter niet om zijn naam, maar begint richting de zee te lopen. Wanneer de dikke jongen hem vraagt of hij toevallig de andere jongens uit het vliegtuig gezien heeft, lijkt Ralph niet heel geïnteresseerd. Hij begint sneller te lopen en de dikke jongen houdt hem niet goed meer bij, vanwege zijn astma.
Ralph komt aan op het strand, een strook zand met palmbomen. In de verte breken de golven op een koraalrif, maar er is verder geen land in zicht. Tussen het strand en het rif is het water rustig. Het is vooral erg heet. De twaalf jaar oude Ralph besluit zijn kleren uit te trekken om het wat draaglijker te maken. Ondertussen is de dikke jongen ook aangekomen bij het strand. Hij is even onzeker als hij Ralph ziet, die het brede lichaam van een bokser heeft, maar trekt toch ook zijn windjack uit.
De dikke jongen stelt nog eens voor om op zoek te gaan naar de andere jongens en een bijeenkomst te organiseren. Ralph is niet geïnteresseerd, totdat de dikke jongen zegt dat hij hoopt dat de andere jongens hem niet noemen bij de naam die hij op school kreeg. Wanneer de dikke jongen vertelt dat hij ‘Piggy’ werd genoemd, moet Ralph hard lachen en neemt de naam direct over. Hij springt in het rond en roept ‘Piggy, Piggy, Piggy!’ Piggy lijkt eerst enigszins terneergeslagen, maar nadat Ralph dit een tijdje heeft gedaan lijkt hij toch een lichte voldoening te voelen dat hij überhaupt zoveel erkenning krijgt van Ralph.
Als Ralph uitgelachen is, loopt hij een stuk langs het strand tot hij bij een groot, roze stuk graniet komt dat boven het zand en het water uitkomt. Op dit stuk steen ligt een laagje aarde en er groeien wat jonge palmbomen die zorgen voor schaduw. Enkele omgevallen palmbomen zorgen voor goede plekken om te zitten. Aan de andere kant van het granieten platform bevindt zich een waterbassin, afgeschermd door opgehoopt zand. Het water is diep en Ralph duikt erin.
Even later komt Piggy erbij en na een onzeker moment kleedt hij zich ook helemaal uit en gaat het water in. Hij gaat niet diep, want zwemmen heeft hij nooit geleerd vanwege zijn astma. Hij vindt echter ook niet dat Ralph goed kan zwemmen. Ralph is het daar niet mee eens; hij heeft al leren zwemmen van zijn vader, een commandant bij de marine, toen hij vijf was. Piggy vertelt dat zijn vader overleden is en dat hij bij zijn tante woont, die een snoepwinkel heeft waar hij zo veel snoep kreeg als hij wilde.
Piggy vraagt Ralph wanneer zijn vader hen komt redden en hoe hij weet waar ze zijn. Ralph weet dit eigenlijk ook niet zo goed, maar zegt dat ze dat wel aan zijn vader zullen vertellen op het vliegveld. Piggy weet zeker van niet, want hij heeft de piloot horen zeggen dat er een atoombom gevallen is en dat iedereen die weet waar ze zijn nu dood is.
De jongens gaan het water weer uit, kleden zich aan en gaan op een omgevallen palmboom op het platform zitten. Piggy stelt weer voor om de andere jongens te gaan zoeken. Ralph reageert hier nog steeds niet op en lijkt ver weg met zijn gedachten. Hij onderbreekt Piggy door te wijzen naar een schelp in de lagune. Piggy wordt enthousiast en met behulp van een palmtak halen de jongens de schelp uit het water. Deze is roomwit met hier en daar een hint van roze. Terwijl Ralph de ruim 45 centimeter lange schelp bestudeert, ratelt Piggy door over een soortgelijke schelp die ooit van iemand was die hij kende.
Plotseling komt Piggy met het idee om op de schelp te blazen om op die manier de andere jongens naar zich toe te roepen. Piggy gaat er vanuit dat dat ook de reden is dat Ralph de schelp uit het water wilde halen, terwijl Ralph het eigenlijk meer als een leuk tijdverdrijf zag. Ralph gaat echter niet tegen Piggy in en vraagt hem hoe Piggy’s kennis op zijn schelp blies. Piggy legt het uit aan Ralph, maar de eerste keer komt er geen geluid uit. De tweede keer is er alleen een soort scheetgeluid, waar de twee jongens erg om moeten lachen. Uiteindelijk weet Ralph een diep geluid uit de schelp te krijgen. Hij blaast meerdere keren, tot hij buiten adem is.
Na niet al te lange tijd komt er een kind van ongeveer zes jaar tussen de palmbomen vandaan. Zijn kleren zijn gescheurd en zijn gezicht zit onder de plakkerige restanten van fruit. Piggy helpt het jochie omhoog op het platform terwijl Ralph op de schelp blijft blazen. De jongen stelt zich voor als Johnny. Piggy roept zijn naam ook naar Ralph, maar deze is te druk bezig met de schelp.
Er verschijnen steeds meer kinderen op het strand, die richting het platform komen. Met het voorbeeld van Ralph en Piggy gaan de jongens één voor één op de omgevallen palmbomen zitten. Terwijl Ralph verder gaat met blazen, vraagt Piggy alle kinderen om hun naam en probeert deze allemaal te onthouden. De kinderen zijn net zo volgzaam als dat zij waren bij de mannen met de megafoons die blijkbaar aanwezig waren voordat de jongens in de problemen kwamen met het vliegtuig. Sommigen zijn naakt, anderen half, weer anderen dragen hun schooluniformen. Ze kijken allemaal speculerend naar Ralph; er wordt iets gedaan!
Een tweeling met touw-achtig haar komt ook naar het platform. Ze lijken in alles gelijk en stellen zich voor als Sam en Eric. Ralph stopt met het blazen op de schelp en richt zijn blik op het strand, waar een groep jongens in zwarte uniformen in twee parallelle rijen aan komt marcheren. De leider van de groep komt het platform op en vraagt waar de man met de trompet is. Als Ralph zegt dat alleen hij er is, is de leider van de groep niet tevreden; hij had gehoopt op een schip.
De leider van de groep blijkt Jack Merridew te heten en de groep is een koor. De andere jongens van het koor zijn duidelijk onder invloed van Jack, want ook al hebben ze het warm, ze blijven stilstaan wanneer Jack dat van ze vraagt. Totdat er een jongen flauwvalt van de hitte. Jack probeert de situatie te redden door te zeggen dat deze jongen, genaamd Simon, altijd flauwvalt, wat gegiechel van het koor oplevert. Piggy vraagt de jongens van het koor niet om namen, omdat hij zich geïntimideerd voelt door de jongens in uniform. Er volgt een rondje namen die Piggy net gevraagd heeft. Halverwege onderbreekt Jack Piggy en zegt dat de dikzak te veel praat. Ralph roept dat hij geen Dikzak heet, maar Piggy. De overige jongens nemen de naam ook meteen over. Piggy is even buitengesloten en bloost.
Jack zegt dat er een beslissing genomen moet worden over hoe de jongens gered moeten worden, en Ralph stelt voor dat ze een leider kiezen. Jack stelt zichzelf meteen kandidaat, omdat hij ook de leider van het koor is en C sharp kan zingen. Een donkerharige jongen, Roger, stelt voor om te stemmen. Hoewel Piggy duidelijk de slimste is en Jack de beste leider lijkt te zijn, kiezen de jongens voor Ralph als leider. Dit vanwege zijn sterke lichaam, zijn stille kracht en natuurlijk de schelp in zijn handen.
Ralph wijst het koor toe aan Jack en deze besluit dat zij jagers zullen zijn. Ralph stelt dat ze niet meteen kunnen besluiten wat ze gaan doen, maar dat ze eerst zeker moeten weten of ze echt op een eiland zitten. Hiervoor stelt Ralph een groepje samen, bestaande uit hemzelf, Jack en Simon, om samen de berg te beklimmen en de omgeving te bekijken. Piggy wil ook mee, maar Ralph zegt dat hij niet goed is voor een klus als deze. Als Piggy voet bij stuk houdt, zegt Jack vrij hard dat ze hem er niet bij willen hebben en dat drie man genoeg is. Piggy probeert ze nog over te halen door te zeggen dat hij er als eerste bij was, toen Ralph de schelp vond, maar de jongens besteden geen aandacht aan hem en lopen weg. Piggy gaat erachteraan en spreekt Ralph erop aan dat hij toch de naam Piggy aan de groep heeft verteld, terwijl Piggy hem had gevraagd dat niet te doen. Ralph twijfelt even tussen sorry zeggen of Piggy verder vernederen, maar zegt uiteindelijk dat Piggy beter is dan Fatty. Dan stuurt hij Piggy terug naar de groep om namen op te nemen.
Ralph, Jack en Simon lopen over het strand naar het eind van het eiland. Ze zijn in een uitgelaten stemming omdat ze ontdekkingsreizigers zijn. Vanaf het eind van het eiland kunnen ze niet verder, omdat er veel rotsen op het strand liggen. Ze besluiten vanaf daar de berg op te gaan. De klim is steil en het is lastig om door alle begroeiing heen te komen. Ondanks dat de jongens onder de krassen zitten en het heet hebben, zijn ze nog steeds opgetogen. Jack denkt dat er vast nog nooit eerder iemand geweest is waar ze nu zijn en Ralph vindt dat ze eigenlijk een kaart zouden moeten tekenen, maar er is geen papier. Simon stelt voor om de kaart in boomschors te krassen.
Wanneer de jongens eindelijk uit de begroeiing komen is de top in zicht. Ze vinden echter een losliggend rotsblok zo groot als een auto en besluiten deze van de berg te rollen. Het rotsblok raast tussen de bomen door omlaag en de jongens voelen dit als een triomf die de laatste loodjes naar de top makkelijker maakt. Eenmaal op de top kijken ze om zich heen en zien dat ze zich inderdaad op een eiland bevinden. Het eiland heeft ongeveer de vorm van een boot. Aan weerszijden zijn rotsen, kliffen, boomtoppen en een steile helling, voor hen zien ze een minder steile afdaling met bomen en daarachter de jungle. Voor de punt van hun eiland bevindt zich nog een tweede eiland; een rots die als een fort uit het water steekt. Het koraalrif is zichtbaar ongeveer een mijl van de kust bij ‘hun’ strand. De jongens zien ook het gat in de jungle waar hun vliegtuig geland is.
Ralph merkt op dat er nergens rook of een boot te zien is, dus dat het eiland zeer waarschijnlijk onbewoond is. De jongens genieten even van het idee dat ze het eiland helemaal voor zichzelf hebben, totdat Simon zegt dat hij honger heeft. Ze klimmen weer naar beneden en horen ineens geluiden van hoeven op het pad. Er zit een big vast in de begroeiing. Jack haalt zijn mes tevoorschijn en brengt zijn arm omhoog, maar twijfelt dan. In die pauze beseffen de drie jongens wat er gebeurt wanneer Jack zal toeslaan. Plotseling weet het biggetje los te komen en gaat er vandoor. De jongens kijken elkaar even geschokt aan, lachen dan beschaamd en klimmen terug naar het pad.
Jack zegt even later dat hij alleen even een moment wachtte om te bepalen waar hij het beestje zou steken. Er volgt wat discussie over hoe je een varken moet slachten. De drie jongens weten echter allemaal waarom Jack niet heeft toegeslagen: hoe afschuwelijk het zou zijn om met het mes te snijden in levend vlees, vanwege het bloed. Merridew neemt zich voor de volgende keer geen mededogen te tonen. De andere jongens gaan daar niet tegenin. De jongens gaan op zoek naar fruit.
Ralph blaast opnieuw op de schelp voor een bijeenkomst. De meeste kinderen hebben hun kleren weer aan nadat ze te laat doorhadden dat ze verbrand waren. Het koor heeft hun zwarte mantels afgedaan en ze zijn als groep een beetje uit elkaar gevallen. Ralph is niet zeker of hij als leider moet blijven zitten of moet gaan staan. Hij gluurt uit zijn ooghoek naar Piggy, maar die biedt geen hulp. Ralph vindt ineens de juiste woorden en vertelt wat ze ontdekt hebben op de berg. Jack onderbreekt hem en zegt dat ze op jacht moeten naar varkens, dus de drie jongens vertellen wat er gebeurd is met het biggetje. Ralph benadrukt nog een keer dat er geen volwassenen zijn en dat ze dus voor zichzelf moeten zorgen. Daarna stelt hij voor om een regel te bedenken waardoor niet iedereen door elkaar praat tijdens de bijeenkomsten. Ze spreken af dat wanneer iemand iets wil zeggen, hij zijn hand opsteekt en dat Ralph hem dan de schelp geeft. Degene met de schelp mag spreken en wordt niet onderbroken, behalve door Ralph zelf. Jack is meteen enthousiast en roept dat er veel regels moeten komen, en als iemand de regels breekt.... In het daarop volgende tumult pakt Piggy de schelp van Ralph en houdt deze vast. Het wordt stil. Piggy zegt dat de jongens Ralph hinderen en dat ze hem tot het belangrijkste punt moeten laten komen, namelijk gered worden. Sommige van de jongens zijn nog optimistisch, maar Piggy zegt dat niemand weet waar ze zijn omdat ze nooit op de eindbestemming zijn aangekomen en Ralph beaamt dit. Ze zouden hier wel eens heel lang kunnen zitten.
De groep valt compleet stil. Ralph grijnst en doorbreekt de stilte door te zeggen dat het een goed eiland is waar ze op zitten. Er is eten en drinken, bloemen, rotsen. Terwijl ze vastzitten kunnen ze wel een goede tijd hebben! Het is hun eiland en tot ze opgehaald worden door de volwassenen, gaan ze lekker plezier maken. Ralph vraagt of de andere jongens nog iets gevonden hebben behalve fruit en varkens. Een klein jongetje van een jaar of zes wordt naar voren geduwd. Hij heeft een grote moedervlek op zijn gezicht en is erg verlegen. Ralph spoort hem aan om zijn woordje te doen, dus het jochie steekt zijn handen uit voor de schelp. Als de groep begint te lachen, barst het jochie in tranen uit. Piggy roept dat ze het jongetje de schelp moeten geven, maar het jongetje durft al niks meer te zeggen. Piggy knielt naast hem neer en laat het jongetje in zijn oor praten. Het jongetje vraagt zich blijkbaar af wat ze gaan doen aan ‘het slangenprobleem’. Het jongetje heeft blijkbaar een eng beest gezien, maar de groep gelooft hem niet en lacht om zijn verhaal. Toch zijn er enkelen die twijfelen. Het jongetje zegt dat hij in het donker een grote slang zag die ’s ochtends veranderde in die dingen die als touwen aan de bomen hangen en dat het beest vanavond terugkomt.
Jack grijpt de schelp en zegt dat er geen eng beest is, maar dat als het er wel zou zijn, ze het zouden opjagen en doden. Zijn jagers zullen gaan jagen op varkens en ook op zoek gaan naar de slang, om er zeker van te zijn dat deze niet bestaat. Ralph roept dat er echt geen beest is en gaat snel door naar het belangrijkste punt: gered worden. Hij vertelt dat zijn vader bij de marine zit en dat die zegt dat er geen onontdekte eilanden meer over zijn, dus dat het eiland waar ze zich nu bevinden zeker ergens op een kaart staat. Het moet volgens hem dus wel zo zijn dat er vroeg of laat een schip bij het eiland komt waardoor ze gered worden. De groep reageert op zijn woorden met applaus, maar Ralph is nog niet klaar. Hij stelt voor om een vuur te maken op de top van de berg, zodat een schip de rook kan zien. Jack springt meteen op in enthousiasme en neemt de groep mee richting de berg. Ralph krijgt ze niet meer stil en blijft alleen achter met Piggy. Piggy vraagt zich hardop af wat ze nu, na theetijd, nog willen gaan doen op die berg. Als hij opkijkt ziet hij echter dat Ralph er ook vandoor is. Geërgerd pakt hij de schelp op en gaat ook richting de jungle.
Ralph heeft ondertussen een stuk bos gevonden waar veel dode bomen liggen. Jack geeft de jongens van het koor opdracht om hout te verzamelen en een stapel te maken. Alle jongens behalve Piggy helpen mee met verzamelen, hoewel sommigen meer bijdragen dan anderen. Door dit werk voelen de jongens zich weer avontuurlijk en voelen ze een vriendschap ontstaan. Jack en Ralph sjouwen samen een zwaar stuk hout omhoog en zijn zeer uitgelaten wanneer dat gelukt is. De tweeling, Sam en Eric, komen aan met stapels bladeren en gooien die ook op de stapel.
Als de stapel af is realiseert Ralph zich dat hij eigenlijk niet weet hoe hij vuur moet maken. Jack begint over twee stokjes die je tegen elkaar moet wrijven, maar valt toch stil. Ralph vraagt wanhopig of er iemand lucifers heeft en Roger begint nog over een vuurboog. Op dat moment komt Piggy ook boven aan en Ralph vraagt ook hem om lucifers, maar natuurlijk heeft Piggy die niet. Plotseling komt Jack met het idee om het brandpunt van Piggy’s bril te gebruiken. De jongens omringen hem meteen en pakken zijn bril af, ondanks Piggy’s protest dat hij zo bijna niks ziet. Ralph is degene die het vuur maakt; zodra hij de lichtstraal goed heeft, ontstaat er een kleine rookpluim, die uitgroeit in een steeds grotere vlam. Eindelijk krijgt Piggy zijn bril terug. Het droge hout brandt snel en Ralph geeft opdracht om zo snel mogelijk meer hout te verzamelen. Na een tijdje zijn ze uitgeput. Ze gaan er één voor één bij liggen en het duurt niet lang voor het vuur bijna uit is. Ralph merkt op dat er alleen vlammen waren en bijna geen rook, dus dat het vuur niet veel zin heeft gehad. Piggy zegt dat ze zo’n vuur nooit aan de gang zouden kunnen houden. Jack zegt neerbuigend dat Piggy toch niet geholpen heeft, maar Simon neemt het voor hem op door te zeggen dat ze Piggy’s bril gebruikt hebben.
Jack en Piggy beginnen te ruziën over wie het woord mag: Piggy heeft de schelp, maar Jack vindt dat die niet geldt bovenop de berg. Maurice komt er tussendoor en zegt dat ze de groene takken op het vuur moeten leggen om rook te maken, maar de jongens luisteren niet naar hem. Ralph neemt het snel over en stelt voor mensen aan te wijzen om het vuur aan de gang te houden. Hij maakt ook een nieuwe regel: waar de schelp is, is een bijeenkomst, dus deze is ook geldig bovenop de berg. Jack neemt de schelp aan en zegt dat hij het met Ralph eens is en dat ze zich aan de regels moeten houden, ze zijn immers geen barbaren. Ze zijn Engels, en de Engelsen zijn het beste in alles, dus ze moeten de goede dingen doen.
Jack verdeelt zijn koor in kleinere groepen, die het vuur gaande moeten houden. Zij houden ook de horizon in de gaten voor als er een schip verschijnt. Wanneer dit gebeurt zullen ze groene takken op het vuur leggen zodat er meer rook ontstaat. Er ontstaat weer discussie nadat Roger zegt dat er nog geen schip in de buurt is geweest. Plotseling ziet Piggy dat er tussen de begroeiing hier en daar rook oprijst. Het vuur wordt steeds groter en steeds meer van het bos begint te branden. De jongens worden enthousiast over alle rook, maar naarmate het vuur groter wordt vallen ze stil. Piggy heeft de schelp en zegt dat ze het vuur moeten laten uitbranden, dat hun brandhout nu weg is. Hij zegt dat ze voorzichtiger moeten zijn en dat hij bang is. Op dat moment wordt hij onderbroken door Jack, die zegt dat ‘Fatty’ altijd bang is. Piggy wordt boos en begint een tirade, over dat ze eigenlijk meteen een goede schuilplaats op het strand hadden moeten maken toen het nog licht en warm was, maar dat de jongens allemaal meteen als gekken achter Ralph aanrenden toen deze het woord ‘vuur’ liet vallen. Hoe verwachten ze gered te worden als ze geen prioriteiten kunnen stellen? En nu hebben ze het hele eiland in brand gezet, straks is er geen voedsel meer over! En wie let er eigenlijk op de kleinste jongens? Ralph zegt dat Piggy een lijst met namen had moeten maken, maar dat kon Piggy natuurlijk nooit alleen.
Plotseling hapt Piggy naar adem. Hij heeft ontdekt dat het kleintje met de moedervlek op zijn gezicht nergens te bekennen is! De rest van de groep is doodstil. Het vuur buldert verder en een paar bomen ontploffen door de hitte. Ralph lijkt zich te schamen en zegt dat het kleintje misschien teruggegaan is naar het strand, maar hij wordt overstemd door het vuur...
Jack is op jacht in de jungle, op zoek naar sporen met zijn neus bijna tegen de grond. Hij vindt tekenen dat er hier zwijnen langskomen. Zijn haar is inmiddels langer en blonder dan toen ze op het eiland aankwamen en zijn rug zit vol sproeten en is verbrand. In zijn rechterhand heeft hij een scherpe stok en hij draagt alleen een korte broek en zijn messenriem. Hij is gefrustreerd dat hij nog niks gevonden heeft. Onder een boom vindt hij uitwerpselen, nog warm. Met zijn speer klaar sluipt hij verder. Hij vindt een pad, gevormd door de varkens. Hij hoort iets en met al zijn kracht werpt hij de speer. Mis, de varkens gaan er vandoor. Jack komt weer aan bij het strand, waar Ralph bij een soort bouwwerk van palmtakken en bladeren staat, een schuilplek die op instorten staat. Ralph hoort Jack niet wanneer deze om water vraagt. Wanneer Jack het opnieuw vraagt, schrikt Ralph ineens op en wijst hem het water.
Simon is met Ralph bezig met de schuilplaats, maar op dat moment zakt het dak in. Volgens Ralph zijn ze al dagen bezig en ze hebben net twee gammele hutjes af. Deze waar ze nu mee bezig zijn is een ruïne. De andere jongens gaan er steeds vandoor en doen vrijwel niks aan de hutjes, ondanks de afspraken die ze daarover hebben gemaakt bij een eerdere bijeenkomst.
Ralph klaagt over de bijeenkomsten. Ze praten twee keer per dag, zijn dan heel serieus, spreken af dat ze iets gaan bouwen. Na afloop werkt iedereen vijf minuten en daarna zijn ze er weer vandoor om te spelen of te jagen. Dat bevalt Jack niet. Ze hebben immers vlees nodig, zegt hij. Ralph zegt dat de andere jagers uren geleden al terugkwamen en toen zijn gaan zwemmen in plaats van werken. Jack zegt dat hij de jongens heeft laten gaan, maar dat hij door wilde gaan. Hij probeert de dwang om het varken op te jagen en te doden over te brengen. Op dat moment is in zijn ogen een gekte te zien. Ralph zegt dat hij nog niets gedood heeft en dat hij beter kan helpen met de hutjes. Jack blijft volhouden dat hij wil jagen, dat er vlees moet komen en hij wordt razend dat Ralph hem beschuldigt van het niet meewerken.
Ralph vraagt aan Jack of hij ook gemerkt heeft dat de kleintjes bang zijn, vanwege een droom. Het is duidelijk dat dit over het enge beest gaat waar de eerste dag commotie over was, maar Simon verandert snel het onderwerp door te stellen dat de kleintjes bang zijn alsof dit geen goed eiland is. Maar ze hebben dus hutjes nodig als een soort veilig thuis. Jack vertelt dat hij soms in de jungle het gevoel heeft, als hij alleen is, dat er de hele tijd iets achter hem is. Ralph reageert ongelovig. Jack zegt snel dat er waarschijnlijk niks achter zit, het is alleen een gevoel. Hij weet dus hoe de kleintjes zich voelen. Wanneer Ralph zegt dat gered worden nog steeds het belangrijkst is, zegt Jack dat hij dat ook graag wil, maar toch ook wel graag eerst een varken wil vangen. De gekte is weer even te zien in zijn ogen en Ralph bekijkt hem eens kritisch.
Het vuur is nog steeds aan de gang op de berg, hoewel Jack dit niet belangrijk lijkt te vinden. Een kleine rookpluim rijst continue op. Op dat moment wordt de rook dikker, een teken dat er misschien een schip te zien is. Jack roept ineens ‘hebbes!’ en de anderen denken dat hij een schip ziet, maar hij heeft blijkbaar alleen een idee over hoe hij een varken kan vangen; over hoe ze er één kunnen besluipen als ze hun gezichten beschilderen. Ralph wordt woedend en vraagt zich af of Jack eigenlijk wel gered wil worden, alles waar hij over kan praten is varken, varken, varken!
Ralph zegt dat Simon wel altijd helpt. Jack biedt even later aan om ook een stukje mee te helpen voordat hij het water in gaat voor een bad. Van Ralph hoeft het al niet meer, maar wanneer ze bij de hutten aankomen is Simon nergens te bekennen. Ralph zegt dat Simon een beetje vreemd is en Jack stemt in, maar enigszins afwezig. Hij zegt dat hij, als hij gebadderd heeft, naar de andere kant van de berg gaat om te kijken of hij nog wat verse sporen kan vinden, ondanks dat de zon al bijna onder is. Als ze bij de poel aankomen zien ze dat Simon daar niet is, ook al dachten ze van wel. Simon was, nadat hij even had gekeken naar de pogingen tot hutjes, de jungle in gegaan. Hij plukt daar fruit voor de kleintjes, die er vaak zelf niet bij kunnen. Daarna gaat hij verder de jungle in. Hij komt bij een plek die wat opener is. Aan de rand groeit een soort aaneengewoven mat van klimplanten. Hier kruipt Simon achter, het is een soort klein schuilplekje. Hier blijft hij zitten tot het donker is.
De jongens hebben een vast ritme van de dag. In de ochtend spelen ze, ’s middags als het warmer wordt trekken ze zich terug in de schaduw, sommigen om te slapen. De zon zorgt ’s middags voor vreemde illusies, die Piggy met zijn wijze woorden luchtspiegelingen noemt. Het eind van de middag is weer relatief koel. Bij zonsondergang is het snel donker en zijn de hutjes gauw vol rusteloosheid. De jongens hebben zich met weinig moeite aan dit ritme aangepast. De kleintjes spenderen het grootste deel van de dag met eten, fruit plukken waar ze erbij kunnen, of dit fruit nou rijp is of niet. Ze zijn gewend aan de buikpijn en chronische diarree die erbij komt kijken. Allemaal zijn ze bang in het donker en kruipen ’s avonds dicht bij elkaar. Ze huilen minder vaak om hun moeder dan je zou verwachten en luisteren goed naar Ralph met de schelp. Afgezien daarvan vallen ze de grotere jongens nauwelijks lastig. Ze bouwen zandkastelen, met hele netwerken van muren en sporen eromheen.
Het oudste kleintje is Henry, die deze middag een beetje de leider is, omdat de andere twee jongens (Percival en Johnny) de kleinsten op het eiland zijn. Roger en Maurice komen uit de jungle, zij hadden dienst bij het vuur maar zijn nu vrij om te gaan zwemmen. Roger loopt voorop en schopt alle zandkastelen omver, Maurice volgt en doet mee. Maurice schopt per ongeluk zand in het oog van Percival en ondanks dat er geen volwassenen in de buurt zijn voelt hij zich toch schuldig. Hij mompelt iets over zwemmen en gaat er snel vandoor.
Roger blijft achter en wanneer Henry geen zin meer heeft om te spelen en wegloopt, gaat Roger er achteraan. Henry houdt zichzelf bezig bij het water, waar het tij inkomt en er kwallen te zien zijn. Henry is gefascineerd en prikt met een stok in het water tussen de doorzichtige beestjes. Roger observeert hem en kijkt om zich heen of er niemand in de buurt is. Hij vindt stenen op de grond en begint ze één voor één richting Henry te gooien, maar hij mikt expres naast hem. Door de straffen die hij in zijn andere leven gehad heeft van ouders en school durft hij niet raak te gooien. Henry is geïnteresseerd en kijkt steeds net te laat om de stenen te zien vliegen. Als hij doorheeft wat er gebeurt, lacht hij en zoekt naar de aanstichter, maar Roger heeft zich achter een boom verstopt.
Jack roept Roger van onder een boom verderop. Hij is ongeduldig en gretig, dus Roger gaat naar hem toe. Jack neemt hem mee naar Sam, Eric en Bill, die wachten bij een waterpoel. De jongens hebben gekleurde klei bij zich, wit en rood. Jack legt uit dat de varkens hem niet ruiken, maar wel zien, daarom smeert hij de klei op zijn gezicht. Als camouflage. Hij is niet tevreden met het resultaat en wast het er weer af. Dan maakt hij de ene helft van zijn gezicht wit en de andere helft rood, met een zwarte streep van zijn rechteroor naar zijn linkerkaak. Enthousiast over het resultaat, dat eruit ziet als het gezicht van een vreemde, springt Jack op en begint te dansen, zijn gelach verandert in een bloeddorstig grommen. Het masker bevrijdt hem van schaamte en zelfbewustzijn. De andere jongens lachen even mee, maar worden dan toch bang van het masker en gaan er vandoor. Ralph is op het strand en komt net uit het water. Piggy hangt maar wat rond. Hij draagt de restanten van zijn korte broek en zijn dikke lichaam is goudbruin. Het lijkt of zijn haar het enige is dat niet groeit. Hij gaat bij Ralph onder een palm zitten en zegt dat ze eigenlijk een zonnewijzer moeten maken, als klok. Ralph reageert sarcastisch dat ze ook een vliegtuig, een TV en een stoommachine moeten maken. Piggy houdt vol en Ralph lacht, omdat hij het grappig vindt om Piggy voor de gek te houden. Piggy interpreteert dit als vriendelijkheid en houdt vol dat ze meerdere zonnewijzers kunnen maken. Ralph is niet overtuigd van hoe nuttig dat zou zijn en als Piggy zegt dat ze dan meer dingen gedaan krijgen zodat ze gered kunnen worden, zegt Ralph alleen dat hij zijn mond moet houden.
Ralph gaat naast de poel liggen en Piggy komt naast hem staan, waarop Ralph op zijn buik draait om hem niet te hoeven zien. Hij kijkt naar de horizon en plotseling springt hij op en roept dat hij rook ziet! De andere jongens worden actief, kleden zich aan om klaar te zijn voor wat dan ook. Alleen Ralph is rustig. Piggy roept dat hij de rook niet kan zien, maar even later ontdekt ook hij het rookpluimpje in de verte. Piggy kijkt om naar de berg, maar ziet daar geen rook vandaan komen. Hij vertrouwt zijn slechte ogen niet en smeekt Ralph om hem te vertellen of ze een signaal hebben of niet. Ralph geeft geen antwoord, maar rent richting de jungle, Simon en Maurice achter hem aan. Piggy roept ze nog na, maar begint dan zelf ook te rennen.
Ralph komt aan bij de voet van de berg, maar bedenkt zich dan dat ze Piggy’s bril nodig hebben om het vuur aan te krijgen als het helemaal uit is. Wat moet hij doen? Terug rennen naar Piggy met het risico dat het schip dan weg is, of de berg op rennen met het risico dat ze moeten wachten tot Piggy ook boven is terwijl ze het schip langzaam weg zien varen? Hij rent door naar boven en ziet daar meteen dat het vuur uit is. De jongens die verantwoordelijk waren zijn nergens te bekennen. Ralph begint te schreeuwen naar het schip dat deze terug moet komen terwijl hij heen en weer rent langs de rand van de klif. Als Simon en Maurice boven komen, en even later ook Piggy, ziet Ralph net de verantwoordelijke jongens aankomen. Ze zijn samen in een groep, dragen speren en Ralph ziet al snel dat Jack de leiding heeft. Achter Jack loopt de tweeling, met een staak waaraan een varkenskarkas hangt. Ralph verstaat nu ook wat de jongens zingen: ‘Dood het varken, snij haar keel door, laat haar bloed stromen’.
Als de jongens boven komen begint Jack trots te vertellen hoe ze het varken gedood hebben. De andere jongens willen ook hun woordje doen. Ralph is stil, maar zegt uiteindelijk dat de jagers het vuur hebben laten uitgaan. Jack kijkt eens naar het vuur en lijkt geïrriteerd door hoe irrelevant de opmerking van Ralph is. Hij zegt dat ze makkelijk het vuur weer kunnen aansteken, maar dat Ralph eigenlijk bij de jacht had moeten zijn. Hij vertelt trots dat hij het varken de keel heeft doorgesneden, maar lijkt ook enigszins ongemakkelijk als hij dit vertelt. Ralph zegt opnieuw dat ze het vuur hebben laten uitgaan. Door deze herhaling wordt Jack ongemakkelijk. Hij zegt dat hij de jongens van het vuur nodig had in de jacht om genoeg mensen te hebben voor een cirkel, dat het vuur maar twee uur uit is geweest. Dan merkt hij de sombere stilte op die onder de andere vier jongens heerst. Als hij weer over de jacht begint, wijst Ralph naar de horizon en zegt dat er een schip was.
Jack beseft wat dit betekent en duikt weg. Hij lijkt zich te schamen. Als Ralph zegt dat ze gezien hadden kunnen worden, dat ze naar huis hadden kunnen gaan, wordt het Piggy te veel en roept uit dat Jack te veel met bloed en jagen bezig is. Ralph duwt Piggy opzij en zegt dat hij de baas is en dat Jack zou doen wat hij zegt. De andere jongens beginnen te beseffen wat er is gebeurd en sommigen beginnen te huilen. Jack blijft doorgaan over dat hij alle jongens nodig had voor de jacht, dat ze vlees nodig hebben. Als Piggy ook weer boos wordt, en de jagers het met hem eens lijken te zijn, wordt Jack agressief en stompt Piggy in zijn maag en daarna tegen zijn hoofd. Piggy’s bril vliegt af en valt op de rotsen. Piggy roept angstig uit en gaat op zoek, maar Simon vindt de bril eerst. Één glas is gebroken. Piggy wordt boos op Jack dat hij nu nog maar één oog heeft. De jagers beginnen te lachen en Ralph doet bijna mee, ook al wil hij dat niet. Eindelijk spreekt hij en zegt dat het een valse actie was. Eindelijk biedt Jack zijn excuses aan over het vuur. De jagers lijken te denken dat Jack nu iets beleefds en goeds gedaan heeft waardoor Ralph nu verkeerd zit. Ze wachten op een beleefd antwoord van Ralph, maar dat komt er niet. Uiteindelijk geeft hij opdracht om het vuur weer aan te steken.
Ralph staat op de plek waar het vuur eerst was en weigert te verplaatsen, waardoor het nieuwe vuur gebouwd moet worden op een andere plek. Een betere manier had hij niet kunnen kiezen om zijn leiderschap duidelijk te maken, want Jack is machteloos tegen deze actie. Als het vuur is aangestoken met behulp van Piggy’s bril, zitten de jongens er met z’n allen omheen. Jack werkt aan het varken. Na wat proberen braden ze het varken uiteindelijk door kleine stukken vlees aan stokken te prikken en deze in het vuur te houden. Piggy krijgt in eerst instantie niks en als hij om vlees vraagt zegt Jack dat hij niet meegejaagd heeft. Piggy zegt dat Ralph en Simon ook niet gejaagd hebben. Ralph voelt zich ongemakkelijk, maar Simon schuift zijn stuk vlees naar Piggy. Jack scheurt nog een stuk vlees af en gooit dat naar Simon. Hij roept dat hij vlees voor hun geregeld heeft en dat ze het zullen eten ook! Uiteindelijk vraagt Maurice waar ze het varken gevonden hebben. Jack grijpt zijn kans en vertelt het verhaal, met hulp van de andere jongens. Het verhaal eindigt in een soort dans waar ze de jacht naspelen, terwijl ze hetzelfde lied zingen als eerder. Ralph onderbreek het gebeuren uiteindelijk en zegt dat hij een bijeenkomst wil, ook al moeten ze doorgaan in het donker.
Ralph loopt over het harde zand langs het water en denkt na over waarom zijn leven nu zo vermoeiend is en hoe fijn het allemaal nog leek toen ze ontdekkingsreizigers waren. Hij gaat de punten van zijn speech nog eens na. De bijeenkomst moet niet leuk worden, maar moet gaan over serieuze zaken. Hij wordt zich plotseling bewust van zijn vieze kleren, vieze lange haar en hoe vervelend hij dat eigenlijk vindt. Wanneer hij aankomt bij de poel voelen de andere jongens zijn stemming aan en zijn stil. Ralph gaat zitten op een uitzonderlijk grote omgevallen palm, zodat hij richting het eiland kijkt maar voor de jongens een schim is tegen de glinsteringen van de lagune. Het platform ziet er anders uit dan normaal in dit licht. Overdag worden de jongens ondersteboven belicht door de weerspiegelingen, maar nu zijn alle schaduwen waar ze horen te zijn. Ralph denkt dat hij als leider wijs moet zijn, moet denken, maar dat hij niet zo goed kan denken als Piggy. Maar Piggy is weer geen leider.
Ralph pakt de schelp erbij en zet hem aan zijn lippen. De anderen wachtten op dit teken en komen dus meteen. De jongens die weten wat er is gebeurd met het vuur en het schip zijn ingetogen bij de gedachte aan de woede van Ralph, de kleintjes zijn vooral onder de indruk van de plechtige sfeer. De jongens gaan één voor één zitten, maar Piggy gaat buiten de cirkel staan. Hiermee laat hij zien dat hij wel wil luisteren, maar niet spreken, als teken van afkeuring.
Ralph begint de bijeenkomst. Hij zoekt naar simpele woorden zodat zelfs de kleintjes kunnen begrijpen waar het over gaat. Later kunnen de ervaren jongens altijd nog de bijeenkomst in hun richting sturen. Hij vertelt dat deze bijeenkomst serieus moet zijn, en dat hij alleen is geweest om na te denken. Dat hij degene is die nu moet spreken. Piggy sluit ondertussen aan bij de rest van de groep. Ralph zegt dat ze veel bijeenkomsten hebben, dat er afspraken gemaakt worden, over water halen en het bouwen van hutten, maar dat niemand zich daar meer aan houdt na een paar dagen. De eerste hut is door iedereen gebouwd, de tweede door maar vier mensen en de laatste alleen door Ralph en Simon. Niemand houdt zich meer aan de afgesproken WC-plek, waardoor er besmetting ontstaat bij het fruit. De kleintjes moeten alleen maar lachen wanneer Ralph dit punt probeert te maken. Piggy wil de schelp hebben, maar Ralph schudt zijn hoofd: zijn speech is zorgvuldig gepland. Hij gaat door naar het volgende punt: het vuur. Dit is het belangrijkste ding op het eiland, ze zouden eerder dood moeten gaan dan dat ze het vuur laten uitgaan! De jagers lachen zelfbewust en Ralph draait zich naar hen en zegt dat ze wel kunnen lachen, maar dat de rook veel belangrijker is dan het varken, hoe vaak ze er ook één doden. Ze moeten rook maken, of ze zullen sterven. Daarnaast verspillen ze tijd met het maken van kleine kookvuurtjes. Ralph stelt als nieuwe regel in dat er nergens anders meer een vuur gemaakt wordt, behalve op de berg. Er stijgt protest op uit de groep en jongens proberen de schelp te pakken, maar Ralph springt op en zegt dat hij de leider is, ze hebben hem zelf gekozen, en nu moeten ze maar doen wat hij zegt. Dan komt zijn laatste punt: dingen beginnen uit elkaar te vallen. Ze waren eerst gelukkig, maar toen werden er jongens bang. Ze moeten nu besluiten dat de angst nergens op gebaseerd is. Dan kunnen ze opnieuw beginnen en zich zorgen maken om belangrijke dingen, zoals het vuur.
Jack neemt de schelp over en begint een tirade dat iedereen wel eens bang is en dat het gewoon nachtmerries zijn. Hij noemt de kleintjes huilbaby's en watjes, die maar gewoon met de angst moeten leven net als de rest. Angst kan hen net zo min pijn doen als een droom. Er zijn geen beesten op het eiland om bang voor te zijn. Ralph onderbreekt de tirade en vraagt waar dit over gaat, niemand heeft iets gezegd over een beest. Jack richt zich op de jagers en vraagt of hij een jager is of niet. Als zij dit beamen, zegt Jack dat hij alleen het hele eiland over is geweest en dat als er een beest was geweest, hij het zeker gezien had. Er is dus geen beest. De bijeenkomst applaudisseert van opluchting.
Piggy neemt de schelp over en zegt dat er inderdaad niks is om bang voor te zijn. Straks praten ze nog over geesten! Ze weten wat er gaande is en als er iets mis is, is er iemand die het weer goed kan maken. Er zijn doktoren om ziekte beter te maken. Er is geen beest in de jungle en er is ook geen angst. Tenzij... Tenzij ze bang zijn voor mensen. Piggy vraagt dan of het kleintje dat het over een beest had wil vertellen waar hij dat vandaan had. Een kleintje genaamd Phil stapt naar voren en vertelt dat hij gedroomd heeft dat hij alleen buiten de hut was en aan het vechten was met de slierten die aan de bomen hangen. Toen werd hij bang en werd wakker, en was hij alleen buiten de hut, maar de slierten waren weg. Hij zegt dat hij toen ook bang was en Ralph wilde roepen, maar iets zag bewegen tussen de bomen, iets groots en engs, en dat hij toen zeker weten wakker was. Ralph vraagt de bijeenkomst of er iemand in het donker naar buiten is gegaan die avond, en Simon staat op. Na aandringen van Ralph vertelt hij dat hij naar een plek wilde gaan die hij kent, in de jungle. Jack maakt er een grap van door te zeggen dat Simon vast nodig moest, maar Ralph zegt tegen Simon dat hij dat niet meer moet doen, dat de kleintjes er bang van worden.
Een ander kleintje, Percival, wordt ook naar voren geduwd door Piggy. Eerst durft hij zijn naam niet te zeggen, maar uiteindelijk dreunt hij zijn naam en adres op, alsof dit ergens diep in zijn geheugen gegrift zat. Dan begint hij te huilen en houdt daar lange tijd niet mee op, ook al zeggen de anderen dat hij zijn mond moet houden. De andere kleintjes beginnen ook te huilen. Maurice redt de zaak door te roepen dat ze naar hem moeten kijken en vervolgens te doen alsof hij omvalt. De kleintjes beginnen hierom te lachen en uiteindelijk is het weer stil. Percival geeuwt en valt plotseling bijna in slaap. Hij vertelt nog net aan Jack dat het beest dat hij heeft gezien uit de zee komt. Maurice zegt dat ze nog niet alle dieren in zee gevonden hebben, dus dat als Jack zegt dat er geen beest op het eiland zit, hij dit wel meent maar niet zeker kan weten.
De jongens beginnen te ruziën over of een beest uit de zee aan land zou kunnen komen. Ralph heeft het gevoel dat dit het einde van het gezond verstand is, angst, beesten en geen overeenstemming over het vuur dat zo belangrijk is. Hij blaast snel op de schelp en de bijeenkomst valt stil. Simon zegt dat misschien, heel misschien, er wel een beest is. Ralph is teleurgesteld dat Simon hierin lijkt te geloven. Simon twijfelt. Iemand roept dat Simon misschien een soort spook bedoelt en de discussie gaat over op spoken. Sommigen beginnen te geloven dat er echt een spook op het eiland is. Ralph stelt voor om een stemming te houden over of spoken bestaan of niet, zodat ze kunnen beslissen wat er nou eigenlijk aan de hand is. Een meerderheid stemt dat ze denken dat er wel eens spoken zouden kunnen zijn.
Piggy wordt boos en roept dat hij niet gestemd heeft voor spoken. Hij vraagt de bijeenkomst wat ze nou eigenlijk zijn, mensen of beesten, of barbaren? Wat zouden de volwassenen wel niet van hen denken? Jack springt op voor Piggy en zegt dat de dikke slak zijn mond moet houden. Ralph zegt dat Jack niet mag spreken omdat hij de schelp niet heeft, en Jack antwoordt dat Ralph zelf zijn mond moet houden, dat hij moet stoppen mensen te vertellen wat ze moeten doen. Hij kan niet jagen, niet zingen... Ralph zegt dat hij leider is, dat hij gekozen is, maar Jack vindt dat kiezen geen verschil maakt. Zomaar orders geven is niet zinvol. Ralph zegt nog eens dat Piggy de schelp heeft, maar Jack vat dit op als de zoveelste keer dat Ralph Piggy voortrekt. Ralph roept tegen Jack dat hij de regels overtreedt, maar dit kan Jack niks schelen, hij wil niet horen dat de regels het enige zijn dat ze hebben. Jack schreeuwt hier alleen maar overheen dat ze sterk zijn, jagen, dat ze het beest kunnen opjagen. De jongens springen opgewonden op en verspreiden zich over het strand.
Piggy en Ralph blijven over op het platform. Piggy spoort Ralph aan om sterk te zijn en de anderen te laten doen wat hij wil. Ralph zegt dat als hij nu op de schelp blaast en ze komen niet terug, dan is het voorbij met de orde. Dan zijn ze als dieren en worden ze nooit gered. Maar als hij niet blaast, zegt Piggy, zullen ze sowieso al snel als dieren zijn. Ralph wil blazen, maar vraagt zich dan af of er niet echt spoken zijn. Wat als dingen op het eiland zo onlogisch zijn dat er iets is dat hen begluurt, en afwacht? Piggy spoort Ralph aan om te stoppen dit soort dingen te zeggen. Ralph zegt dat hij eigenlijk het leiderschap zou moeten opgeven, maar Piggy gaat hier tegenin. Als Jack leider zou zijn zouden ze alleen maar jagen en nooit gered worden! Piggy zegt dat Jack een hekel heeft aan hemzelf en Ralph, omdat Ralph hem heeft weten te pakken over het vuur. En als Ralph geen leider meer is, zal Jack het eerstvolgende ding pijn willen doen, en dat ding is Piggy. Piggy smeekt Ralph om leider te blijven. Ze praten over hoe de volwassenen het zouden doen, die zouden thee drinken en discussieren en dan zou alles goed zijn. Ze zouden niet het eiland in brand steken, maar een schip bouwen. Ze zouden geen ruzie hebben, of over niet bestaande beesten praten. Plotseling rijst er een luid gegil op uit het donker, die even later verandert in een woordeloos gebrabbel. Het komt van de slapende Percival.
In het donker tillen Ralph en Simon Percival op en brengen hem naar een hutje. Daarna gaan Ralph, Simon en Piggy naar de volgende hut, waar ze rusteloos tussen de droge bladeren liggen en uiteindelijk toch in slaap vallen. In de lucht verschijnen lichtjes, snel bewegend, en dan gaan ze weer uit. Het gevecht dat in de lucht wordt uitgevochten kan niet gehoord worden op het eiland, maar het is een teken uit de wereld van de volwassenen. Geen van de kinderen is wakker om het te zien. Plotseling is er een explosie te zien en een kurkentrekkerspoor door de lucht, dan is het weer donker. Een vlekje is te zien boven het eiland, een figuur aan een parachute, met slap hangende ledematen. De wind trekt de parachute richting de berg, waar het over de rotsen naar boven gesleurd wordt en tot rust komt tussen de stenen op de bergtop. De figuur zit daar, hoofd met helm tussen zijn knieën. Af en toe zorgt de wind dat het hoofd wordt opgetild en dan weer inzakt.
In het donker in de morgen wordt de tweeling, Sam en Eric, wakker. Ze zijn per ongeluk allebei in slaap gevallen en het vuur is bijna uit. Door te blazen krijgen ze het toch weer aan de gang. Ze bouwen een flink vuurtje om op te warmen. Na een tijdje stort het stapeltje hout in, waardoor een wijde cirkel van licht over de bergtop valt. Eric roept ineens dat Sam moet luisteren. Door de wind horen ze het geluid van stof die openklapt. Ze schreeuwen niet, maar grijpen elkaar vast. Na enkele ogenblikken klimmen ze over de rotsen en vluchten weg.
Ralph word ruw uit zijn slaap gewekt door de tweeling, die roepen dat ze het beest gezien hebben. Ralph roept Piggy en vraagt waar de speren zijn, maar de tweeling zegt dat Ralph niet naar buiten kan, dat het te gevaarlijk is. Ze liggen stil, luisterend, eerst twijfelend maar daarna bang. De duisternis was vol van het onbekende, van klauwen. Als de ochtend komt, geeft Ralph opdracht aan de tweeling om iedereen bij elkaar te roepen voor een bijeenkomst. Ralph loopt naar het platform, rechtop, maar hij voelt zijn rug prikken nu die naar de jungle gericht is. Als de jongens bij elkaar zijn op het platform, geeft Ralph de schelp aan de tweeling en zij doen hun verhaal. Ze zeggen dat het beest harig is en dat er iets achter het hoofd bewoon, vleugels. Het beest bewoog ook, het ging rechtop zitten. Er waren ogen, tanden, klauwen, het beest was ze gevolgd toen ze wegrenden. Dat en de schrammen op Eric’s gezicht zijn genoeg om de andere jongens uit angst te laten wegkruipen. Allemaal zijn ze op hun hoede en de aandacht is nu naar buiten de cirkel gericht, in plaats van naar binnen.
Jack trekt de aandacht naar zich toe. Hij zegt dat dit een echte jacht wordt en vraagt wie er mee gaan. Ralph zegt dat ze met houten speren niet zoveel kunnen doen en als Jack vraagt of hij soms bang is zegt hij dat hij natuurlijk bang is! Piggy stelt nog voor om op het strand te blijven; misschien komt het beest niet bij ze in de buurt. Maar dat is geen optie, waar moeten ze anders hun eten vandaan halen, als ze constant begluurd worden vanuit de jungle? En het vuur, hoe houden ze dat gaande? Ralph zegt nog dat ze geen gewone jacht kunnen houden, want het beest laat geen sporen achter. Als dat wel zo was, hadden de jagers ze wel gezien. Misschien slingert hij wel door de bomen. Ze moeten goed nadenken wat ze gaan doen. Piggy wil niet alleen achtergelaten worden met de kleintjes op het strand, want wat als het beest komt als de anderen weg zijn? Jack roept dat Piggy altijd bang is, en Piggy roept dat hij de schelp heeft. Jack zegt dat ze de schelp niet meer nodig hebben, ze weten toch wie er mogen spreken? De onbelangrijke jongens zoals Simon, Bill en Walter moeten hun mond houden en de grote jongens het woord laten doen.
Ralph is boos en zegt tegen Jack dat hij de schelp niet heeft en moet gaan zitten. Jack wordt woest en negeert Ralph. Hij zegt dat dit een jagerstaak is. Ralph vindt het meer dan een jagerstaak, omdat het beest niet opgespoord kan worden. En ze willen gered worden. Of niet soms? Het vuur is het belangrijkste. Deze woorden zorgen ervoor dat de crisis overwaait, want de meeste jongens zijn het eens met Ralph: natuurlijk willen ze gered worden. Jack vertelt dat er één plek is waar hij nog niet geweest is, bij het uiteinde van het eiland waar rotsen het strand onbegaanbaar maken. Misschien woont het beest daar. Ze besluiten daar te gaan kijken en als ze niks vinden de berg op te gaan om het vuur weer aan te steken. Eerst wordt er gegeten en daarna trekken de oudere jongens er met speren op uit. Jack neemt de leiding over de jacht en Ralph laat dit toe, opgelucht dat hij even geen verantwoordelijkheid heeft.
Simon weet niet wat hij moet geloven. Een beest dat door de bomen slingert, maar niet snel genoeg is om Sam en Eric te pakken te krijgen? Simon gaat wat langzamer lopen tot hij naast Ralph loopt. Ralph glimlacht even naar hem en Simon is blij geaccepteerd te worden. Hij vergeet zichzelf even en loopt tegen een boom. Ralph kijkt ongeduldig opzij en Robert grinnikt, terwijl Simon’s voorhoofd licht begint te bloeden. Ralph loopt verder en Jack komt teruglopen om te zeggen dat ze de bestemming in zicht hebben, een soort kasteel van stenen. Jack en Ralph gaan zo dichtbij als ze kunnen. Vanuit de begroeiing kijken ze naar het kasteel, zo’n dertig meter hoog. Het is het roze rotsblok dat ze vanaf de berg gezien hebben op de eerste dag.
Ralph zegt dat Jack een jager is en Jack wordt rood, maar zegt dat hij wel zal gaan. Maar Ralph zegt dat hij de leider is en dat hij dus gaat. De anderen moeten zich verstoppen en wachten tot hij terug is. Hij dwingt zijn voeten om naar het kasteel te lopen. Er is geen plek om zich te verstoppen. Ralph kijkt om naar de anderen en realiseert zich dat het zweet op zijn handen koel is, dat hij eigenlijk niet verwacht een beest tegen te komen en niet weet wat hij zou doen als het wel gebeurt. Hij klimt om de rots heen en hoort even later Jack achter hem aankomen, die zegt dat hij het Ralph niet alleen kon laten doen. Na een grondige inspectie hebben de twee niks gevonden. Jack roept uit dat dit een fantastische plek is voor een fort, maar Ralph merkt op dat er geen drinkbaar water aanwezig is.
Ralph kijkt richting de berg en merkt op dat er geen signaal vandaan komt. Jack beschuldigt hem er nog eens van dat hij geobsedeerd is door dat signaal, maar Ralph zegt dat het alles is dat ze hebben, dat ze naar de berg moeten gaan om het vuur aan te steken. Intussen komen de andere jongens ook naar de rots, nadat ze gezien hebben dat Ralph en Jack ongedeerd zijn. Ralph probeert ze aan te sporen om naar de berg te gaan, maar de jongens en Jack zijn druk bezig een groot rotsblok in zee te laten plonzen. De jongens luisteren niet naar Ralph, sommigen willen terug naar het strand, anderen willen meer rotsblokken rollen. Het gevaar lijkt voor hen geweken te zijn nu het licht is geworden.
Ralph probeert de jongens in beweging te krijgen door tegen Jack te zeggen dat hij de groep mag leiden, dat ze via de berg naar de andere kant kunnen en onderweg het vuur kunnen aansteken. Hierop wordt gereageerd met protest, maar uiteindelijk leidt Jack de groep van het rotsblok af terug naar het eiland.
Ralph volgt Jack over het pad dat is gevormd door de varkens. Hij geeft een bericht door naar voren en de eerstvolgende keer dat ze fruit tegenkomen, stopt de hele groep om wat te eten. Ralph bedenkt zich hoe graag hij zijn kleding zou willen wassen, zijn haar zou willen knippen, zijn tanden zou willen poetsen... Hij kijkt naar zijn nagels en komt erachter dat die helemaal kort gebeten zijn, hoewel hij zich niet kan herinneren dat hij dit gedaan heeft. Hij kijkt rond naar de anderen, die ook allemaal vies zijn, met stijve kleren van het zweet en slierterige, lange haren. Geschokt realiseert Ralph zich dat hij deze omstandigheden nu als normaal ziet.
Ralph kijkt een tijd naar de oceaan en realiseert zich hoe groot deze is, en hoe klein de kans dat ze via dit water weg komen van het eiland. Ineens zit Simon naast hem op een rots en zegt dat Ralph echt wel thuis komt. Ralph weet dit niet zo zeker, maar de twee jongens lachen even naar elkaar. Dan roept Roger dat ze moeten komen kijken. Ze hebben uitwerpselen gevonden van een zwijn. Jack haalt Ralph over om te jagen, Ralph stemt in zolang ze wel in de goede richting blijven gaan. Ralph volgt de groep weer, geleid door Jack, en raakt in gedachten. Hij denkt aan het huis waar hij woonde in Engeland, aan het leven dat hij daar leidde.
Plotseling is er onrust in de groep voor hem. Jongens duiken alle kanten op en een groot zwijn komt recht op Ralph af. Ralph vindt rust en mikt zijn speer, de waardeloze houten stok. Deze raakt de snuit van het zwijn en het zwijn begint te gillen en wijkt van het pad af. De andere jongens zijn terug, onder leiding van Jack gaan ze achter het zwijn aan. Ralph is tegelijk bang en trots. Het zwijn ontkomt en Ralph roept dat hij het echt geraakt heeft. Hij wil bevestiging van de andere jongens. Als hij dit krijgt van Maurice, gaat hij opgewonden verder, over dat hij het zwijn verwond heeft. Misschien was dat jagen nog niet zo slecht! Jack komt teruglopen, hij heeft een wond op zijn arm doordat hij niet op tijd was met zijn speer. Jack is boos op Ralph omdat Ralph het zwijn niet heeft gepakt. Ralph blijft doorgaan over hoe hij het zwijn wel geraakt heeft en even later spelen ze het gebeurde na, met Robert als zwijn. Jack roept dat ze een cirkel moeten maken en Robert piept het uit in zogenaamde angst, maar dan in echte pijn. De jongens grijpen zijn armen en benen en Ralph, in opgewonden stemming, steekt met zijn speer naar Robert. De jongens roepen ‘dood hem, dood hem’ en Robert raakt in paniek. Jack heeft zijn haar vast en zijn mes in de hand. De jongens zetten het jachtlied weer in. Ralph voelt een sterke drang om pijn te doen, om een handvol bruin vlees te pakken te krijgen. Jack’s arm daalt neer en de cirkel maakt de geluiden van een stervend varken. Dan liggen ze stil, hijgend. Jack zegt dat het een goed spel was en Ralph zegt, enigszins ongemakkelijk, dat het inderdaad maar een spel was.
Maurice stelt voor dat ze een drum en een vuur nodig hebben, zodat ze het goed kunnen doen. Robert zegt snel dat ze dan een echt varken nodig hebben, om het echt goed te kunnen doen, zoals bij een echte jacht. Jack zegt dat ze ook iemand kunnen aankleden als varken en dat ze dan kunnen acteren. Robert houdt vol dat ze een echt varken nodig hebben. Jack stelt één van de kleintjes voor, en de anderen lachen.
Ralph wil terug naar de orde van de dag: naar de berg gaan. De anderen willen liever terug naar het strand, voordat het donker wordt. Zonder Piggy’s bril kunnen ze het vuur toch niet aan krijgen. Ralph wil in ieder geval kijken of de berg veilig is. Als ze het beest tegenkomen doden ze dat gewoon, zegt Jack, die de groep verder leidt. Ralph droomt weer verder, maar het lopen gaat niet zo vanzelf als voorheen. Ze hebben moeite een weg te vinden waar ze de berg op kunnen. De jongens komen bij een klif, maar Jack herkent deze niet. Dit moet het stuk kust zijn dat hij gemist heeft. Ze moeten nu beslissen of ze teruggaan om het eiland heen, of dwars het eiland oversteken. Iemand zou terug moeten over het eiland om Piggy te vertellen dat ze pas na donker terug zijn, maar niemand durft dit in z’n eentje aan, totdat Simon zichzelf aanbiedt.
Jack zegt dat er een varkenspad hier ergens door de jungle moet lopen, dus ze besluiten zich een weg te banen door de dichte begroeiing tot ze bij dat pad komen, dat naar de berg zou leiden. Ralph begint te twijfelen of ze wel genoeg licht zullen hebben, maar Jack zegt dat hij het zelf niet erg vindt om te gaan. Of wil Ralph soms terug naar het strand om dit aan Piggy te vertellen? Ralph vraagt aan Jack waarom hij eigenlijk zo’n hekel aan Ralph heeft. De sfeer in de groep wordt wat ongemakkelijk maar Jack geeft geen antwoord.
Als de jongens het varkenspad gevonden hebben, stelt Ralph voor recht naar het strand te gaan en morgen de berg te beklimmen. Jack vraagt aan hem of hij soms bang is en Ralph vraagt dan aan de groep wie er nu de berg op wil. Niemand geeft antwoord, ze willen allemaal terug naar het strand. Jack zegt dat hij wel de berg op gaat en vraagt uitdagend aan Ralph of hij mee gaat. Ralph hoort zichzelf heel kalm zeggen dat hij dat geen probleem vindt en samen beginnen ze aan de klim. Uiteindelijk gaat Robert toch mee. Elke keer als Ralph onderweg zegt dat het niet slim is wat ze doen, reageert Jack door te vragen of hij soms bang is. Uiteindelijk gaat Jack er alleen vandoor. Ralph en Roger blijven achter, zittend op een omgevallen boom.
Na een tijdje komt Jack terug, en hij klinkt bang als hij zegt dat hij een ding heeft gezien op de bergtop. Iets dat een plopgeluid maakte en daarna opbolde. Roger zegt dat een kikker opbolt en Jack moet daarom giechelen. Ralph stelt voor om te gaan kijken en voor het eerst sinds hij Jack kent voelt hij dat deze aarzelt. Ralph begint te lopen en de anderen komen achter hem aan. Het laatste stuk doen ze op handen en voeten en Ralph plant per ongeluk zijn hand in de koude resten van het vuur. Verlamd van angst ziet hij vlakbij een soort bult waar geen steen zou moeten zijn. Ralph raapt zijn moed bij elkaar, staat op en ziet een soort aapachtig wezen zitten, slapend met zijn hoofd tussen zijn knieën. Een windvlaag steekt op en het wezen heft zijn hoofd omhoog, waardoor het de jongens aankijkt met de overblijfselen van een gezicht. De jongens gaan er snel vandoor en al snel is er niks anders op de bergtop dan de speren die de jongens hebben achtergelaten en het buigende wezen.
Piggy vraagt aan Ralph of hij het echt zeker weet en Ralph beaamt dit. Ze hebben het immers gezien. Piggy vraagt of ze veilig zijn hier beneden, maar Ralph heeft geen idee. Hij vertelt dat het beest tanden had, en grote zwarte ogen. De jongens weten niet wat ze nu moeten doen. Zolang het licht is durven ze wel, maar in het donker... En dat wezen zit bij het vuur, alsof het niet wil dat ze gered worden. En de jagers zijn maar jongens gewapend met stokken, zegt Ralph, wat kunnen ze daar nou eigenlijk mee? Dit vindt Jack duidelijk niet leuk om te horen, hij staat op en loopt weg.
De groep wordt opgeschrikt doordat er op de hoorn geblazen wordt. Jack gat door met blazen tot iedereen naar het platform komt, ook Ralph en Piggy. Ralph neemt de schelp over van Jack, maar deze onderbreekt hem en zegt dat hij de bijeenkomst heeft geroepen. Ralph laat gelaten het woord over aan Jack, die vertelt over het beest, dat ze het niet hebben kunnen doden. En dat Ralph heeft gezegd dat de jagers maar niks zijn. Ralph protesteert dat hij dat nooit gezegd heeft, maar Jack gaat verder. Ralph zou gezegd hebben dat de jagers laf zijn, omdat ze wegrennen van het zwijn en het beest. En dat Ralph net zo is als Piggy, dat hij praat als Piggy en dat hij geen goede leider is. Dat Ralph zelf een lafaard is. Dat alleen Jack en Roger de berg op zijn gegaan en Ralph pas later. Ralph protesteert dat hij ook naar boven is gegaan en toen is weggerend, net als Jack. Jack zegt dat Ralph geen jager is, dat hij nooit voor vlees heeft gezorgd. Dat hij geen klassenoudste is en dat ze niks over hem weten. Dat hij maar gewoon orders geeft en verwacht dat anderen gehoorzamen. Dat er alleen maar gepraat wordt. Ralph sputtert tegen, dat Jack toch echt degene is die de bijeenkomst heeft gestart, om te praten.
Jack vraagt om een stemming, hij vraagt wie denkt dat Ralph geen leider meer zou moeten zijn. De groep is muisstil. Jack spoort ze aan om hun handen op te steken en vraagt ze nog een keer wie denkt dat Ralph geen leider meer moet zijn. Als niemand zijn hand opsteekt wordt hij boos en zegt dat hij met geen van de jongens meer speelt, dat hij geen deel meer wel uitmaken van Ralph’s mensen. Hij wil er alleen vandoor, Ralph mag z’n eigen varkens vangen. Wie nog met Jack wil jagen mag meekomen. Dan gaat hij er vandoor. Ralph roept hem na, maar Jack roept alleen heel hard ‘nee!’. Ralph denkt dat Jack nog wel terugkomt als de zon onder gaat.
Piggy zegt dat ze ook zonder Jack Merridew kunnen, maar dat ze nu moeten bedenken wat ze aan het beest gaan doen. Simon neemt de schelp over van Piggy en zegt dat ze de berg zouden kunnen beklimmen. De groep reageert hier angstig op. Piggy is het wel met Simon eens; er moet immers vuur gemaakt worden. Maar wat is er mis met vuur hier beneden op het strand? De rook is misschien van minder veraf te zien, maar dan hoeven ze tenminste niet in de buurt te komen van het beest. De groep is het daarmee eens.
De groep gaat snel aan het werk om een vuur te maken. Zelfs Piggy helpt mee met hout verzamelen. Niemand gaat ver het bos in, dus ze verzamelen vooral hout aan de rand. Het hout is wel minder droog dan wat ze op de berg hadden. Voor het eerst is Piggy zelf degene die zijn bril af doet en het vuur aansteekt. Het vuur is te groot om zo te houden, dus het moet een kleiner vuurtje worden. Piggy stelt voor ermee te experimenteren, door er verschillende groene takken op te leggen en te kijken wanneer het vuur de meeste rook geeft. Pas als de opwinding om het vuur een beetje minder is, kijken Ralph en Piggy om zich heen en realiseren zich waarom het zulk zwaar werk was. Er zijn maar bar weinig van de grotere jongens op het strand te zien. De twee realiseren zich dat die waarschijnlijk met Jack mee het bos in zijn gegaan. Piggy heeft ze weg zien sluipen, in dezelfde richting als Jack.
Piggy zegt dat ze nu, met minder mensen, vast gelukkiger zijn. Ralph zegt niks en staart een tijd lang naar het vuur. Plotseling staat Piggy achter hem, met de tweeling, alle drie met hun armen vol fruit. Ze vonden het tijd voor een feestmaal. Als ze zitten te eten realiseert Ralph zich ineens wat hem al een tijd dwars zit: Simon is nergens te bekennen! Hij zal toch niet de berg aan het beklimmen zijn?
Simon is naar zijn schuilplek gegaan, in de begroeiing op de open plek in de jungle. Hij probeert te schuilen van de zon, maar daar is niet van te ontkomen. Hij heeft veel dorst, maar blijft toch zitten. Ondertussen staat Jack voor een kleine groep jongens verderop op het strand. Hij zegt tegen ze dat ze gaan jagen, en dat hij zelf de baas is. De jongens knikken instemmend. Jack zegt dat ze zich niet druk gaan maken om het beest, dat ze het beest gaan vergeten. Ze zijn aan de andere kant van het eiland, dus ze gaan hier ook minder naar dromen. Jack stelt voor dat hij eerst nog wat meer van de grote jongens gaat weghalen bij de groep van Ralph en dat ze daarna een varken gaan doden zodat ze een feestmaal kunnen houden. En dan laten ze een deel van het varken achter voor het beest, zodat dat hen hopelijk met rust laat.
Eenmaal op jacht vinden ze al snel verse sporen. Jack gaat alleen vooruit en vindt de varkens, die lekker in de schaduw liggen. Ze horen de inmiddels geoefende Jack niet aankomen. Hij instrueert de anderen en in een cirkel sluiten ze de varkens in. Jack wijst naar een grote zwarte zeug met biggetjes, die iets apart ligt van de rest. Op Jacks teken slaat iedereen toe en de varkens rennen alle kanten op. De zeug breekt door de lijn jongens heen en ze gaan erachteraan. Na wat zoeken vinden ze de zeug in een schuilplaats, maar ze ontsnapt weer. Ze is wel al een aantal keer geraakt door speren, dus ze is makkelijk te achtervolgen door het spoor van bloed dat ze achterlaat.
De rest van de middag blijven ze de zeug achtervolgen, die ze steeds toch weer voorblijft totdat ze op een open plek aankomen. Daar valt de zeug neer, geveld door de hitte, en Jack steekt op haar in met zijn mes terwijl Robert zijn speer steeds verder in haar buik drijft. Uiteindelijk snijdt Jack de keel door en is het voorbij. De opwinding wordt wat minder en de jongens lachen om Jack’s bebloede handen. Hij veegt ze af aan het gezicht van Maurice. Daarna spelen ze de jacht na, met Maurice als varken.
Na een tijdje hebben ze er genoeg van en begint Jack het varken te bewerken. Hij stelt voor dat ze het vlees meenemen naar het strand en daar de andere jongens uitnodigen voor een feestmaal. Roger vraagt hoe Jack een vuur wil maken om het varken klaar te maken. Jack stelt voor om de anderen te besluipen en ze zo te overvallen, zodat ze een vuur kunnen maken. Met een lage stem zegt hij dat ze wel een deel van het varken moeten achterlaten als offer. Ze zetten de varkenskop op een stok. De jongens doen een paar stappen terug en zijn doodstil. Na een tijdje fluistert Jack dat ze het varken moeten oppakken. Dan zegt hij hardop, alsof hij het tegen het beest heeft, dat het hoofd een offer is. Ineens vinden de jongens het te eng en rennen ze zo hard mogelijk richting het strand.
Simon blijft op zijn plek zitten in zijn schuilplaats. Als hij zijn ogen sluit ziet hij nog steeds het varkenshoofd voor zich. Hij beeldt zich in dat het hoofd tegen hem zegt dat hij er vandoor moet gaan. Simon knijpt zijn ogen dicht en blijft zitten. Na een tijd vinden de vliegen die op de ingewanden van het varken en op het varkenshoofd zitten ook Simon. En voor hem hangt de heer van de vliegen op zijn stok en grijnst. Op het strand zitten Piggy en Ralph bij een vuur dat geen rook meer geeft. Sam en Eric zijn nergens te zien, dus Ralph gaat zelf op zoek naar groene takken. Het zonlicht lijkt overal vandaan te komen, er zijn geen schaduwen. Hoog boven het eiland rommelt er onweer. De jongens maken zich zorgen dat het vuur uit zal gaan als het begint te regenen. Piggy realiseert zich ook dat ze te weinig mensen hebben om te kunnen rouleren om het vuur gaande te houden. Ralph zucht; de situatie op het eiland wordt slechter en slechter.
Ralph vraagt Piggy wat ze nu moeten doen. Piggy zegt dat ze gewoon verder moeten gaan zonder de andere jongens. Maar Ralph weet dat ze het vuur dan waarschijnlijk niet aan kunnen houden. Hij zegt tegen Piggy dat hij bang is. Ook voor het beest, maar vooral omdat niemand begrijpt dat het vuur zo belangrijk is, dat ze anders niet gered worden. Hij is bang dat het hem op een gegeven moment ook niet meer kan schelen. En wat moet er dan van ze worden? Piggy zegt dat ze gewoon door moeten gaan, dat zouden volwassenen ook doen. Ralph vraagt Piggy waarom de groep zo opgebroken wordt. Wat is er mis? Piggy is even trots dat Ralph hem zo accepteert dat ze dit gesprek hebben. Dan zegt hij dat het probleem waarschijnlijk bij Jack ligt. Ralph ziet dit ook wel in.
Plotseling springen er duivelse figuren met rode, witte en groene gezichten uit de jungle. Twee figuren rennen naar het vuur en pakken half verbrande takken. Drie anderen blijven staan en Ralph herkent Jack, helemaal naakt afgezien van de verf en zijn riem. Jack roept naar de jongens op het strand dat zijn groep bij een grote platte steen op het strand leeft, dat ze daar eten en feesten en het naar hun zin hebben en dat iedereen die dat wil bij hem langs mag komen en misschien mogen ze dan wel bij zijn ‘stam’. Hij nodigt ze allemaal uit om vanavond van het feestmaal te komen genieten. Jack lijkt nog ergens op te wachten en spoort dan twee van zijn jongens aan om iets te doen. De jongens zeggen “de leider heeft gesproken!” en gaan er vandoor.
Ralph gaat naar Piggy toe, die op het platform staat met de schelp omdat hij bang was dat Jack voor de schelp zou gaan. Ralph roept de jongens bij elkaar die nog over zijn en wil eigenlijk zeggen dat ze Jack terug moeten pakken omdat hij het vuur kwam stelen. Maar dan bedenkt hij zich dat het vuur het allerbelangrijkste is, ook al kan hij zich even niet herinneren waarom. Piggy helpt hem door te zeggen dat ze gered moeten worden. De andere jongens stellen voor om toch naar het feestmaal van Jack te gaan, omdat ze wel wat vlees kunnen gebruiken. Als Ralph voorstelt om hun eigen vlees te regelen, zeggen de anderen dat ze de jungle niet in durven. Jack gaat wel de jungle in, maar hij en zijn jongens zijn jagers, dus dat is anders. De jongens vallen stil en denken aan vlees.
Simon zit nog steeds dorstig in zijn schuilplaats. De heer van de vliegen lijkt tegen hem te zeggen dat hij een onnozel klein jongetje is. Dat hij maar snel naar de anderen moet rennen om met hen te spelen, naar Ralph, Piggy en Jack, zodat ze niet blijven denken dat hij gek is. Wat doet hij hier eigenlijk helemaal alleen? Met het beest? Simon dwingt zichzelf om hardop te zeggen dat het maar een varkenshoofd op een stok is. Het lijkt alsof het varkenshoofd opzwelt als een ballon, en het spreekt met een stem als die van een schoolmeester. Het zegt dat Simon plezier moet hebben op dit eiland, dus dat hij niet iets anders moet proberen. Simon valt neer en raakt buiten bewustzijn.
Er verzamelen zich steeds meer donderwolken boven het eiland. De hitte drukt op alles neer en Simon ligt in zijn schuilplaats. Hij slaapt nu, en als hij na een tijd wakker wordt rolt hij om en staat eindelijk op. Hij kijkt nog een keer naar de heer van de vliegen, maar die zegt niks meer. Hij dwaalt doelloos door de jungle en fluistert tegen zichzelf. Hij komt bij de voet van de berg, waar de begroeiing minder wordt. Simon loopt omhoog, wankelt soms, maar hij geeft niet op.
Bovenop de berg ziet Simon de stof opbollen in de wind en dan gaat het wezen dat daar ineengedoken zit ineens rechtop zitten en kijkt hem aan. Simon verstopt zijn gezicht en gaat door. Hij zakt door zijn knieën en kruipt naar voren en dan ziet hij hoe het zit, de touwen, de parachute, het lichaam dat daar zit te vergaan. De geur ervan zorgt dat Simon’s maag zich omkeert op de rotsen. Dan maakt hij de lijnen los van de rotsen en kijkt naar het strand. De jongens lijken hun kamp verplaatst te hebben, weg van het beest. Ze moeten zo snel mogelijk weten wat het beest echt is! Simon wankelt van de berg af, zijn benen houden hem bijna niet meer.
Ralph en Piggy zijn bij de poel om te baden. Ralph plaagt Piggy door water naar hem te spuiten, maar Piggy is hier niet van gediend. Hij is geïrriteerd omdat hij hoofdpijn heeft van de warmte. Ging het maar gewoon regenen, dan zou het tenminste afkoelen. Ralph vraagt zich hardop af waar iedereen is en Piggy zegt dat ze allemaal naar het feestmaal van Jack zijn gegaan. Ralph zegt enigszins ongemakkelijk dat hem dat niks kan schelen, dat ze toch alleen maar doen alsof ze een stam zijn met die oorlogsverf. Piggy zegt dat ze misschien ook moeten gaan, alleen om te zorgen dat er niks gebeurt.
Ze kunnen het feestje al van veraf horen. Alle jongens op het eiland behalve Ralph, Piggy en Simon, zitten om het vuur waar het varken boven hangt te roosteren. De jongens hebben het naar hun zin en zitten al onder het vet van het varken; het eten is duidelijk al bijna klaar. Jack zit als een soort god op een groot houtblok, omringd door bergen vlees op groene bladeren, fruit en kokosnoten vol drinkwater. Als de groep Ralph en Piggy in het oog krijgt, vallen ze één voor één stil, tot Jack ze ook opmerkt. Hij staart ze een tijd aan en Ralph en Piggy willen weer weglopen. Plotseling komen twee van de jongens die aan het koken zijn aanrennen met vlees. Ze lopen tegen Piggy aan, die zich verbrandt en plotseling lijkt de groep weer één omdat ze met z’n allen lachen om Piggy. Iedereen voelt zich weer blij en normaal. Jack geeft opdracht om Piggy en Ralph wat vlees te geven.
Al etend lopen ze naar de rand van de groep met Jack. Het is inmiddels avond geworden. Geen mooie avond, maar een dreigende, met de opbouwende storm. Jack roept om drinken, wat hem door één van de jongens gebracht wordt. Hij heeft duidelijk macht weten te vergaren in deze groep. Jack roept de groep bij zich en vraagt hen wie er bij zijn stam komt. Ralph onderbreekt hem en zegt dat ze hem als leider hebben gekozen, maar dat de groep nu ineens achter Jack aanloopt omdat hij ze eten geeft. Jack roept dat Ralph daar zelf net zo schuldig aan is; hij heeft immers een afgekloven bot in zijn handen! Jack vraagt nog eens wie er bij zijn stam komt, want bij hem hebben ze tenminste plezier. De schelp telt niet bij hem en deze geeft Ralph dus ook geen macht. Ralph protesteert en begint nog zwakjes over het vuur, maar de jongens in de groep sluiten zich één voor één aan bij Jack’s stam. Piggy neemt Ralph bij de arm en neemt hem mee, voordat er problemen komen. Ze hebben hun vlees immers al gehad.
Ralph zegt nog dat er een storm komt en vraagt de groep wat ze willen doen zonder hutten. De groep wordt een beetje rusteloos, want de storm begint nu ook echt los te barsten. Het begint te regenen. Jack roept iedereen op om hun dans te doen en dit brengt de groep weer bijeen. Roger is weer het varken en de jagers pakken hun speren. Piggy en Ralph voelen ook de behoefte om bij dit schouwspel te horen. Op een gegeven moment is Roger niet meer het varken en is het midden van de cirkel leeg. De dans gaat door tot de bliksem weer inslaat. De kleintjes komen uit de jungle rennen en achter hen aan komt een struikelend wezen, dat ze aanzien voor het beest. Simon roept iets over een dode man op een heuvel, maar niemand hoort hem terwijl de cirkel om hem heen sluit. De jongens slaan, steken, bijten.
Dan breekt de regen los en de groep valt uit elkaar. Alleen het beest blijft liggen, zijn bloed al op het zand. Dan komt de parachute op de berg los. Deze zweeft van de bergtop naar beneden, over het strand. De jongens rennen schreeuwend alle kanten op. Dan waait de parachute over het strand heen, over het koraalrif, de zee in. Rond middernacht lost de storm op. Het ‘beest’ ligt nog steeds op het strand, zijn bloed verspreidt zich steeds verder. Het tij komt op en komt langzaam dichterbij Simon’s lichaam. Uiteindelijk wordt hij door het water opgetild en drijft uit naar zee.
Piggy is op het strand en ziet Ralph uit de jungle komen, mank lopend, vies, met een blauw oog en een flinke korst op zijn knie. Ralph vraagt of Piggy de enige is die nog over is. Piggy antwoordt dat er nog wat kleintjes zijn en dat Sam en Eric hout aan het verzamelen zijn. Verder is er niemand meer. De twee jongens gaan op het platform zitten en zijn een tijdje stil. Ralph begint over Simon en ze denken daarover na, starend naar de lagune. Ralph vraagt zich hardop af wat ze nu moeten doen. Piggy stelt een bijeenkomst voor, want Ralph is nog steeds de leider. Ralph moet hier alleen maar om lachen. Dan zegt hij weer dat het beest Simon was. Dat het moord is wat er is gebeurd. Piggy roept dat hij niet zo moet praten. Dat het donker was, het was de dans, het was het onweer, iedereen was bang. Piggy zegt dat Simon misschien nog wel leeft, misschien maar doet alsof. Ralph weet zeker van niet, Piggy is niet in de cirkel geweest, die heeft niet goed gezien wat de jongens met Simon gedaan hebben. Piggy zegt dat het een ongeluk was, dat Simon gek was dat hij zo in het donker uit de jungle kwam kruipen. Ralph zegt dat hij bang is, voor hoe ze zijn geworden, en dat hij naar huis wil.
Sam en Eric komen aanlopen en Piggy spoort Ralph aan om niets te zeggen over het feit dat ze deel uitmaakten van de cirkel. Ze zullen met z’n vieren verder leven, proberen het vuur aan te houden. Sam en Eric, met hetzelfde soort verwondingen als Ralph, brengen het gevonden hout naar het vuur en gaan naar de poel. Ralph gaat ze achterna en ze lijken zich ongemakkelijk te voelen. Ze zeggen dat ze verdwaald zijn geraakt de vorige avond, nadat ze vroeg bij het feest weggegaan zijn. Piggy zegt snel dat hij en Ralph ook vroeg weggegaan zijn, omdat ze moe waren. De onbesproken waarheid hangt zwaar tussen hen in.
Roger komt bij de kasteelrots aan en moet zich identificeren voor hij verder mag, ook al konden de anderen zien wie hij was. Van Jack moeten ze iedereen aanroepen. Als iemand probeert naar boven te komen zonder zich te identificeren, hebben ze een hefboom klaarliggen onder een groot rotsblok, zodat ze die naar beneden kunnen laten rollen. De jongens zijn het erover eens dat Jack een echte leider is. Robert, die hem heeft aangeroepen, zegt dat Jack Wilfred gaat slaan, maar hij weet niet waarvoor. Wilfred zit al uren vastgebonden te wachten. Roger gaat naar de grot waar de rest van de stam zit. Wilfred is blijkbaar net geslagen en alweer losgelaten en hij zit snikkend tussen de rest. Jack zegt net dat ze morgen weer gaan jagen, maar dat sommigen achter moeten blijven om de grot te verbeteren en de poort te verdedigen.
Ze moeten zichzelf ook verdedigen tegen het beest, zegt Jack. Het is één keer in vermomming gekomen, en komt vast nog een keer terug. Een jongen vraagt of ze het beest niet gedood hebben, maar daar wil niemand iets van weten. De groep voelt het ongemak van de onuitgesproken waarheid. Jack zegt dat ze gewoon als ze gaan jagen weer het hoofd van het varken aan het beest moeten geven.
Een jongen, Bill, vraagt aan Jack hoe ze het vuur gaan aansteken als ze en varken gevangen hebben. Jack stelt voor om weer vuur van de anderen te halen, hij zal dit doen met Maurice en Roger. En als het beest dan komt, doen ze gewoon weer hun dans, hoewel ze zich wel ongemakkelijk voelen bij het idee dat ze dan maar met zijn drieën zijn.
Op het strand steekt Ralph voor de derde keer het vuur aan. Het hout is vochtig en wil niet goed branden. De jongens fantaseren over het maken van een radio, of een boot, maar Ralph zegt dat ze niet gevangen willen worden door de Roden. Eric zegt dat dat beter zou zijn dan de jongens bij de kasteelrots. Ralph zegt dat Simon tijdens de dans iets zei over een dode man en hij denkt aan de parachute. Dan realiseert hij zich dat hij het over de dans heeft waar zogenaamd geen van hen vieren bij was en verandert hij snel weer van onderwerp.
Nadat ze nog een keer hout hebben gehaald, zegt de tweeling dat ze te moe zijn om nog meer hout te halen. Ze vragen zich af wat het eigenlijk voor zin heeft. Ralph weet dat er iets heel belangrijks gebeurt als ze het vuur aan houden, maar hij kan zich niet bedenken wat. Piggy redt de situatie weer door te zeggen dat het gaat om gered worden. Ze kunnen het vuur alleen overdag aansteken, want niemand ziet de rook toch ’s nachts.
De jongens gaan naar bed. In de hut doet Ralph zijn nachtelijke spelletje ‘stel dat...’ Stel dat er een vliegtuig zou zijn dat ze naar Engeland kan vliegen, dan kunnen ze daar met de trein naar huis, naar het kleine huisje in Devon met de pony's in de achtertuin. Hij wil in een klein, rustig dorpje zijn waar geen barbaren zijn. Plotseling wordt hij opgeschrikt door geluiden in de hut. Sam en Eric vechten met elkaar in hun slaap. Piggy zegt tegen Ralph dat ze snel gered moeten worden, want anders worden ze allemaal gek hier. Ralph grinnikt alleen maar en zegt dat Piggy een brief naar z’n tante moet schrijven. Piggy neemt dit veel te serieus en Ralph grinnikt weer. Na een tijdje valt hij weer in slaap, maar wordt steeds wakker gemaakt omdat hij blijkbaar een vreemd geluid maakt.
Dan horen ze iets achter de hut, een krakende tak. Dan een stem, die roept om Piggy, dat Piggy naar buiten moet komen, dat diegene Piggy wil hebben. Ralph zegt tegen Piggy dat hij niet moet antwoorden. Piggy krijgt een astma-aanval van de stress en dan komen er wezens de hut binnenvallen, die het op Piggy gemunt hebben. Ralph vecht terug, slaand, bijtend, krabbend. Plotseling is het over en gaan de donkere figuren weer naar buiten. Ralph, Sam en Eric trekken Piggy naar buiten en zetten hem tegen een boom. Zijn ademhaling gaat al soepeler. De andere jongens bespreken het gevecht nog eens en Ralph komt erachter dat hij niet met één van de andere jongens gevochten heeft, maar met Eric. Eric dacht ook dat hij vocht met één van Jack’s mannen. Dan zegt Piggy dat hij dacht dat ze om de schelp kwamen. Maar dat is niet wat ze gepakt hebben. Verderop op het strand lopen de drie figuren terug naar de kasteelrots, dansend en opgewonden. Jack heeft Piggy’s gebroken bril in zijn hand.
Ralph probeert het vuur weer aan te blazen, maar het is echt uit. De wind blaast as in zijn gezicht. Geen vuur, en Piggy is nu bijna blind. Piggy spoort Ralph aan om een bijeenkomst op te roepen door op de schelp te blazen. Dat is alles wat ze nu nog kunnen doen, ook al zijn ze maar met z’n vieren. Piggy krijgt de schelp en zegt dat hij niets meer zit en zijn bril terug moet hebben. Hij smeekt Ralph iets te doen, omdat Ralph de leider is en de enige die dingen voor elkaar krijgt. Hij smeekt Ralph om ze te vertellen wat ze moeten doen. Dan begint hij te snikken en kan niet meer verder praten. Ralph begint een speech over hoe ze het vuur best hadden willen geven als de anderen het gewoon gevraagd hadden, maar dat ze het gestolen hebben. En nu hebben ze geen rooksignaal meer. Piggy zegt dat dat alleen maar gepraat is en dat er geen beslissing genomen wordt. Hij wil zijn bril terug, er moet iets gedaan worden.
Ralph stelt voor om naar Jack te gaan om te onderhandelen. Ze zijn geen barbaren, dus dat zou de beste oplossing zijn. Sam en Eric zeggen dat ze toch echt speren mee moeten nemen, misschien hebben ze ze wel nodig. Maar Piggy zegt dat hij niks aan een speer heeft, hij kan niet eens meer zelf lopen. Hij zegt dat hij naar Jack toe zal gaan en hem eens vertellen hoe het zit. Hij zal de schelp meenemen, want dat is één ding dat Jack niet heeft. Hij wil tegen Jack zeggen dat Jack dan wel sterker is, en kan zien, en geen astma heeft, maar dat het juist zou zijn om Piggy zijn bril terug te geven.
Sam en Eric protesteren, ze denken dat Jack zich er niks van aan zal trekken. Maar Ralph stemt toe en zegt dat ze mee gaan, maar dat Piggy de schelp moet dragen. De jongens gaan eerst eten en bespreken dat ze zich eigenlijk zouden moeten wassen en fatsoeneren. Omdat dat niet echt gaat lukken, moeten ze dan maar gewoon zo gaan. De anderen zullen wel geverfd zijn en daardoor vrij van schaamte, maar Ralph, Piggy, Sam en Eric zijn geen barbaren en hebben die verf dus niet nodig.
De jongens beginnen de wandeling naar de kasteelrots. Piggy loopt achter de tweeling, die hun speren door het zand trekken. Piggy kan deze net zien en weet dus zo te volgen. Als ze bij de kasteelrots aankomen zegt Ralph dat hij voorop gaat, Piggy één stap achter hem en de tweeling daarachter, met hun speren in de aanslag. Ze lopen naar de rots en worden daar aangeroepen door Roger. Ralph neemt de schelp over van Piggy en blaast, dan zegt hij dat hij een bijeenkomst wil. Jack’s stam kijkt hem alleen maar aan. Roger gooit een steentje naar de tweeling. Ralph zegt nog een keer dat hij een bijeenkomst wil en vraagt waar Jack is. Robert zegt dat Jack aan het jagen is en dat ze opdracht hebben om Ralph niet binnen te laten. Dan komt Jack achter hen uit de jungle en vraagt wat ze willen.
Ralph zegt dat Jack Piggy’s bril heeft gestolen en dat hij die terug moet geven. Dat hij een gemeen spelletje heeft gespeeld, dat ze Jack best vuur hadden willen geven als hij erom gevraagd had. Ralph maakt Jack uit voor dief. Jack valt aan met zijn speer, maar Ralph blokt de aanval. Het mondt uit in een gevecht waarin de speren worden gebruikt als sabels, in plaats van dat ze steken met de punt. Piggy kruipt voorzichtig richting Ralph en zegt zachtjes dat hij moet onthouden waarvoor ze gekomen zijn: het vuur en Piggy’s bril. Dit zorgt dat Ralph het gevecht staakt. Hij zegt nog eens dat de groep het spel niet eerlijk speelt door Piggy’s bril te stelen, wat gegiechel uitlokt. Piggy herinnert hem weer aan de rook, dus Ralph zegt ook nog eens dat het aanhouden van het vuur hun enige hoop op redding is. Anders zitten ze hier tot ze oud zijn. Ook hier lacht de groep alleen maar om. Ralph wordt boos, begrijpen die geverfde idioten het dan niet? Ze doen maar alsof ze jagers zijn terwijl Ralph en Piggy en de tweeling moeten proberen het vuur aan te houden, wat natuurlijk nooit lukt met z’n vieren!
In de stilte die daarna valt, geeft Jack opdracht om de tweeling te grijpen. Zijn stam doet niks. Als hij het nog een keer zegt, vormt de groep een onhandige en nerveuze cirkel rond Sam en Eric. Hun speren worden afgepakt en ze worden vastgebonden. Als de tweeling gebonden midden in de groep ligt, zegt Jack tegen Ralph dat het duidelijk is dat de groep doet wat hij zegt. Ralph wordt woedend en schreeuwt tegen Jack dat hij een beest is, een zwijn en een dief. Dan valt hij aan. Er ontstaat een vuistgevecht, totdat Piggy roept dat hij iets wil zeggen. Hij heeft de schelp, maar de groep trekt zich hier weinig van aan. Toch krijgt hij ze uiteindelijk stil door te roepen dat hij de schelp heeft, vooral omdat de stam nieuwsgierig is naar wat voor grappigs Piggy nu weer gaat zeggen.
Piggy zegt dat ze zich gedragen als een groep kinderen. Wat denken ze nou dat beter is, om een groep geverfde indianen te zijn, of om verstandig te zijn zoals Ralph? Wat is er beter, om regels te hebben en het eens te zijn, of om te jagen en te doden? Wet en redding, of jagen en dingen stukmaken?
Jack heeft zich ondertussen bij zijn stam geschaard en ze bereiden een aanval voor. Ver boven hen leunt Roger met al zijn gewicht op de hefboom. Ralph weet nog net weg te duiken, maar de rots raakt Piggy vol. De schelp explodeert in duizend stukken. Piggy valt twaalf meter naar beneden en landt op zijn rug op de rode rots in de zee. Zijn schedel breekt en hij spartelt nog na als een golf hem meetrekt de zee in. Het is doodstil op de kasteelrots.
Dan begint Jack wild te schreeuwen, zie je wel dat hij het echt meende! En nu is de schelp weg, dus hij is nu echt leider. Hij gooit zijn speer naar Ralph en meerdere jongens volgen zijn voorbeeld. Ralph, nu volledig in paniek, draait zich om en rent weg, de jungle in. De stam van Jack gaat niet verder dan de rand van de Jungle, waar het varken ligt dat ze eerder gevangen hebben. Ze gaan terug naar de kasteelrots en beginnen het Sam en Eric moeilijk te maken. Ze willen de tweeling dwingen om bij hun stam te komen, maar Sam en Eric willen alleen maar losgelaten worden. Dan werkt Roger zich langs Jack. De groep valt stil door iets in Roger’s houding, een bepaalde autoriteit, en Sam en Eric kijken angstig naar hem op.
Ralph ligt verstopt tussen de begroeiing. Hij durft zijn wonden nog niet te wassen, omdat hij niet kan horen of er iemand achter hem aan komt als hij in het water spettert. Zijn achtervolgers zijn hem niet gevolgd de jungle in; het leek alsof ze bang waren voor de schaduwen onder de bomen. Als de middag ten einde komt, kruipt Ralph eindelijk uit zijn schuilplaats. Hij gaat terug naar de rand van de jungle en kijkt naar de kasteelrots. Robert zit op wacht. Achter hem is een brede rookkolom te zien. Hierdoor merkt Ralph voor het eerst hoeveel honger hij heeft. Maar hij beseft zich ook dat hij veilig is, nu het feestmaal op de rots begonnen is. Ralph probeert zichzelf ervan te overtuigen dat het beter is als hij niet naar de rots toegaat; de barbaren zullen steeds verder en verder gaan. Kijk maar naar de dood van Piggy en Simon. Hij gaat terug naar de plek in de jungle waar al het fruit groeit en eet. Een paar van de kleintjes rennen gillend weg als ze hem zien.
Als het avond wordt besluit Ralph dat het enige dat hij kan doen is om opnieuw te proberen met Jack te praten. Hij ziet het niet zitten om een nacht alleen door te brengen in een lege hut, zonder vuur. Hij strompelt terug richting Jack’s kant van het eiland. In de jungle komt hij langs een open plek en schrikt zich een ongeluk als hij iets in het midden ziet staan. Maar dan ziet hij dat het witte gezicht bot is en dat het de schedel van het varken is dat naar hem grijnst. Ralph gaat er recht voor staan en kijkt de schedel aan. Hij heeft het gevoel dat hij bekeken wordt. Wat is dit wezen? Plotseling bang slaat Ralph met zijn vuist tegen de schedel, die in twee stukken op de grond valt. Ralph pakt de stok op en houdt deze als een speer tussen hemzelf en de witte stukken. Dan loopt hij achteruit weg.
Als hij bij de kasteelrots aankomt, ziet hij dat er nog steeds iemand met een speer op wacht zit. Ralph voelt hoe geïsoleerd hij is. De anderen zijn dan wel barbaren, maar ze zijn ook menselijk en de nacht komt eraan. Maar hij kan niet zomaar binnenlopen en tussen de anderen slapen. Hij is echt verstoten, omdat hij probeerde verstandig te zijn. Achter de rots hoort hij het bekende lied dat bij de dans hoort. Dan ziet hij Sam en Eric op de rots klimmen om de wacht over te nemen, ze horen nu bij de stam van Jack. Ralph realiseert zich dat hij nu echt helemaal alleen is.
Ralph kruipt langzaam naar de rotsbrug die naar de kasteelrots leidt. Als hij recht onder de wachters is roept hij zachtjes naar Sam en Eric. Sam en Eric schrikken, tot ze zien dat het Ralph is. Ze dachten dat het iets anders was, misschien het beest. Dan zeggen ze dat Ralph snel weg moet gaan. Ralph zegt dat hij alleen maar kwam om de tweeling te zien, maar deze voelen zich ongemakkelijk en zeggen dat Ralph echt beter weg kan gaan. De tweeling begint te vertellen dat ze gedwongen zijn, dat de groep ze pijn heeft gedaan. Ralph zegt dat hij niet begrijpt wat hij verkeerd heeft gedaan, maar de tweeling zegt dat het allemaal niet meer logisch is. Logica en verstand zijn al tijden overboord. Jack en Roger gaan blijkbaar morgen op Ralph jagen, dus hij kan maar beter maken dat hij wegkomt. Ze gaan een rij vormen over het hele eiland en kammen het zo uit totdat ze Ralph gevonden hebben. Ralph vraagt of de tweeling niet met hem mee wil komen, zodat ze een team kunnen vormen. Maar de tweeling is als de dood voor Jack en Roger.
Plotseling horen ze iemand de rots opklimmen, blijkbaar om te kijken of de tweeling wel goed de wacht houdt. Ralph zegt nog snel dat hij in de struiken vlakbij gaat liggen, dus dat ze daar uit de buurt moeten blijven. Jack zal nooit denken dat hij zich zo dichtbij verstopt. Hij vraagt nog wat Jack met hem wil doen als ze hem vangen. De tweeling wil eerst niet antwoorden, maar dan zegt Sam dat Roger een stok heeft gemaakt met twee scherpe uiteinden. Ralph begrijpt niet wat hij bedoelt. Hij verstopt zich in de struik die hij heeft aangewezen. Daar zal hij de nacht doorbrengen. Je kunt er alleen kruipend in komen, en wie dat de volgende dag probeert wordt gestoken met de stok die Ralph gevonden heeft bij de varkensschedel.
De volgende ochtend schrikt Ralph wakker. Een soort huilende kreet verspreidt zich als een golf over de breedte van het eiland. Snel kruipt Ralph diep in de struik die hij heeft uitgezocht. Een van de barbaren komt vlak langs hem. Hij verspreidt de kreet nog een keer, dan is het een tijd stil. Ralph wacht tussen de begroeiing tot de jacht hem voorbij gaat. Maar dan hoort hij Jack’s stem, en die van de tweeling. Hij vraagt de tweeling of ze er zeker van zijn dat hij zich daar zou verstoppen. Nadat hij ze op de één of andere ongeziene manier pijn doet, zeggen ze dat ze dat inderdaad zeker weten.
Ralph pakt zijn stok op en bereidt zich voor op het gevecht. Het moet wel een week duren voordat ze door de struiken heen kunnen breken en als ze erin proberen te kruipen krijgen ze te maken met zijn scherpe stok. Tot Ralph’s verbazing verwijderen de stemmen zich van hem, richting de kasteelrots. Dan hoort hij Jack’s stem van bovenaf, die zegt dat ze moeten heffen! De grote rots op de top van de kasteelrots buldert naar beneden en raakt de bovenkant van de struik, maar rolt dan verder richting het strand. Bovenop de kasteelrots ligt nog één rotsblok dat naar beneden gerold kan worden, zo groot als een auto, of een tank. Jack roept weer dat ze moeten heffen en Ralph hoort iets zwaars bulderen, de grond begint te trillen. Ralph wordt opzij gesmeten en maar een meter van hem vandaan rolt het enorme blok steen langs hem, langzaam als een molensteen.
Plotseling komt er een speer tussen de takken door naar binnen. Ralph steekt zijn eigen speer door het gat en slaat zo hard mogelijk toe. Hij heeft duidelijk één van de jongens verwond, en even gebeurt er niks. Maar dan hoort hij iets en rook begint tussen de takken door te komen. Snel kruipt Ralph de andere kant op, uit het struikgewas. Tussen hem en de jungle staat een kleine barbaar met een rood-wit gestreept gezicht en een speer in zijn hand. Ralph bespringt hem, steekt met zijn speer en rent er dan snel vandoor, de jungle in. Achter hem hoort hij de huilende kreet weer. Ralph gooit zichzelf onder een struik en rust even. Hij hoort de kreet weer, op afstand, en beseft zich wat het plan is. Als iemand niet verder kan op zijn pad door de jungle, uit hij die kreet en wacht de rest, zodat de lijn ononderbroken blijft. Ralph zou kunnen proberen om in tegengestelde richting door de lijn te breken, wanneer ze hem nog niet hebben gezien, zodat de lijn nog genoeg uitgespreid is. Maar dan zouden ze gewoon omdraaien en weer achter hem aankomen. Of moet hij in een boom klimmen? Als hij dan ontdekt wordt hoeven ze alleen maar te wachten tot hij daarboven honger krijgt.
Ralph mist Piggy, die altijd zo logisch nadacht. Had hij maar tijd om na te denken! Een ander idee zou kunnen zijn om zich zo goed te verstoppen dat de lijn hem passeert zonder hem te zien. Ralph luistert, hij hoort een diep, brommend geluid dat hij ooit wel eens gehoord heeft, maar nu niet kan plaatsen. Hij overweegt zijn drie opties nog eens. Hij hoort weer een kreet en gaat er weer vandoor. Dan komt hij terug op de open plek waar de varkensschedel ligt en ziet rook. Plotseling kan hij het geluid thuisbrengen; toen de jongens hem uitrookten, hebben ze het eiland in brand gestoken!
Op de open plek vindt hij een goede plek om zich te verstoppen, een soort mat van begroeiing waar hij zich in kan wurmen. Als hij binnen ligt luistert hij weer. Het vuur lijkt dichterbij. Hoe snel verplaatst het zich eigenlijk? Hoort hij nou nog een ander geluid dan alleen het vuur? De lijn is bijna bij hem. Heeft hij de goede keuze gemaakt? Had hij toch in een boom moeten klimmen? Het vuur is vast bijna bij de fruitbomen. Wat moeten ze morgen eten? Wat gaan ze met hem doen? Slaan? Doden? Een stok met twee scherpe uiteinden...
Een van de barbaren komt de open plek op. Ralph maakt zich klaar en houdt zijn stok met het scherpe uiteinde richting de jongen. Dan valt hem ineens op dat zijn stok twee scherpe uiteinden heeft. De jongen komt steeds dichterbij en Ralph gaat op zijn hurken zitten, klaar om aan te vallen. De jongen hurkt en kijkt naar waar Ralph zit. Hij kan hem niet meteen zien in het donker, maar Ralph weet zeker dat het niet lang meer duurt. Hij schiet vooruit, schreeuwend en valt de jongen aan. Andere jongens komen op het geluid af. Ralph rent er vandoor, maar plotseling staat hij tegenover een muur van vuur. Hij rent door, links van hem het vuur en achter hem steeds meer van de barbaren. Ralph struikelt over een boomwortel en rolt het strand op, waar de hutten in brand staan. Hij rolt door het zand en vraagt om genade. Hij staat op en kijkt op tegen een man met een witte pet met daarop een kroon en anker in goud. De man heeft een revolver en draagt een wit uniform met gouden knopen. Een marine-officier. Er zijn nog meer mannen met geweren bij hem. Hij groet Ralph, en Ralph groet wat verlegen terug. De man vraagt of er ook volwassenen op het eiland zijn. Ralph schudt zijn hoofd en de man kijkt om zich heen naar de halve cirkel vol beschilderde lichamen. De officier denkt duidelijk dat ze een spel spelen, hij had de rook gezien en dacht dat ze een oorlog hielden. Ralph beaamt dit. De man vraagt of er doden zijn gevallen. Ralph zegt dat dat er maar twee waren en dat de lichamen verdwenen zijn.
De man zegt dat hij de jongens mee zal nemen en vraagt wie de baas is. Ralph zegt snel dat hij dat is, maar dat hij niet weet met hoe veel ze precies zijn. De man zegt dat hij wel had gedacht dat een groep Engelse jongens wel iets beter georganiseerd zou zijn. Ralph zegt dat het in het begin ook wel zo was, voordat dingen verkeerd gingen. Ralph begint te huilen, en met hem nog meer jongens. Hij huilt omdat ze hun onschuld verloren zijn, om hoe duister een mans hart kan zijn en om de val van zijn wijze vriend, Piggy.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
36637 | 1 | 2 |
Oefententamen 3 Lord of the Flies mike123 contributed on 09-08-2019 10:10
Oefenvragen zijn ook beschikbaar zie: Oefententamen 3 Lord of the Flies - Groepsdynamica - UL - B2, super handig om te gebruiken!
Add new contribution