Vraag 1
Wat wordt bedoeld met het zogenaamde vervolgingsmonopolie van het Openbaar Ministerie?
Vraag 2
Geef een definitie van het opportuniteitsbeginsel van het Openbaar Ministerie.
Vraag 3
Welk onderscheid in sepots kan gemaakt worden? En wat houden deze sepots in?
Vraag 4
Wanneer vangt het rechtsgeding officieel aan?
Vraag 5
Wanneer eindigt het rechtsding normaal gesproken?
Vraag 6
Welke materiële einduitspraken kan een rechter doen?
Vraag 7
Noem de functies van de tenlastelegging.
Vraag 8
Het vonnis van de rechter heeft ook een tweetal functies. Welke?
Vraag 9
Wanneer is er sprake van een art. 358 lid 3 Sv verweer?
Vraag 10
In welke gevallen kan niet volstaan worden met een standaard motivering en is extra strafmotivering vereist?
Vraag 11
Er wordt onderscheid gemaakt tussen krenkingsdelicten en gevaarzettingsdelicten. In deze laatste delicten kan ook weer onderscheid gemaakt worden tussen abstracte en concrete delicten. Wat wordt met deze termen bedoeld?
Vraag 12
Verwoord de functionele/relatieve theorie.
Vraag 13
Wat was Rossi’s visie op de functie van straffen?
Vraag 14
Wat was de opvatting van de Nieuwe Richting over het doel van strafrecht?
Vraag 15
Geef een definitie van het nulla poena-beginsel.
Vraag 16
Welke vier normen liggen besloten in het nulla poena-beginsel?
Vraag 17
Wat wordt bedoeld met het lex certa-beginsel/Bestimmtheitsgebot?
Vraag 18
Van welke interpretatiemethoden kan de rechter gebruik maken en wat houden de verschillende methoden in?
Vraag 19
Waar in het Europees recht is het rechtszekerheidsbeginsel vastgelegd?
Vraag 20
Noem de functies van de dagvaarding.
Vraag 21
Wat moet in ieder geval genoemd worden in de dagvaarding?
Vraag 22
Wat dient de rechter te beslissen als de dagvaarding niet voldoet aan de hiervoor genoemde eisen?
Vraag 23
Wat zijn bestanddelen en elementen?
Vraag 24
Wat is de betekenis van wederrechtelijkheid als bestanddeel?
Vraag 25
Welke drie strafrechttheorieën kunnen worden onderscheiden?
Vraag 26
Welke rechtvaardigingsgronden kent ons systeem? En wat neemt een rechtvaardigingsgrond weg?
Vraag 27
Welke schulduitsluitingsgronden kent ons systeem? En wat neemt een schulduitsluitingsgrond weg?
Vraag 28
Bij welke materiële vraag komen de strafuitsluitingsgronden aan de orde?
Vraag 29
Wanneer is sprake van putatieve overmacht?
Vraag 30
Wat wordt bedoeld met de dubbele causaliteit ingeval van noodweer-exces?
Vraag 31
Leg uit wat wordt bedoeld met extensief noodweer-exces.
Vraag 32
Leg uit wat wordt bedoeld met intensief noodweer-exces.
Vraag 33
Welke vormen van opzet zijn te onderscheiden?
Vraag 34
Wat houdt bewuste schuld in?
Vraag 35
Wat houdt onbewuste schuld in?
Vraag 36
De Hoge Raad hanteert in gevallen van een ontkennende verklaring van de verdachte wel eens de Ronde Klip-formule. Wat houdt deze formule in?
Vraag 37
Kunnen bestanddelen als ‘oogmerk’ en ‘wetende dat’ via de voorwaardelijke opzet-constructie bewezen worden?
Vraag 38
Wat is de rechtsregel uit het Vrees-arrest?
Vraag 39
Wat houdt het grondslagbeginsel in?
Vraag 40
Waartoe leidt een geslaagd beroep op het lex certa-beginsel?
.....read more
Add new contribution