DSM-5 voorbij! - Een samenvatting
- 2829 reads
DSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 10
Deconstructie van DSM-diagnosen tot menselijke variatie
Bij een kleine minderheid van patiënten met een diagnose schizofrenie is er sprake van een ongunstig beloop.
Er is sprake van stereotypering op basis van een DSM-label omdat de eigenschap van de uitzondering (zeer slecht beloop) wordt overgedragen op de hele groep.
De naam schizofrenie is een metafoor voor een gespleten persoonlijkheid, ook al heeft het er niets mee te maken.
Dit maakt het dat het ziektebegrip wordt geassocieerd met slechtheid.
Dit wordt weerspiegeld in de media.
Een stigmatiserende naam in het professionele classificatiesysteem kan voor complicaties zorgen, nog los van de klachten van stereotypering die patiënten ervaren in de maatschappij.
De confrontatie met een label dat andere mensen als beschamend ervaren kan resulteren in het overnemen van negatieve verwachtingen door de persoon zelf.
Het woord syndroom verwijst in de geneeskunde naar de situatie dat mensen een mix hebben van verschillende klachten, waarbij het niet duidelijk is of er sprake is van één onderliggende ziekte-entiteit of van meerdere onderliggende ziekten, of dat er misschien geen enkele specifieke ziekte-entiteit ten grondslag ligt aan de symptomen.
De symptomen zelf en hun onderlinge verbanden bepalen het beeld.
Dit past beter bij schizofrenie.
Een voordeel van een nieuwe naam met syndroom is dat het niet meer het pessimistische beeld uitdraagt van een deficitaire toestand maar in plaats daarvan ene beeld geven van kwetsbaarheid en plasticiteit (mogelijkheid tot verandering).
Dit geeft al hoop op verbetering.
Ondanks een naamverandering alleen blijft de rest van het DSM systeem hetzelfde.
Als je iets een naam geeft gaat dat ding, of het nou bestaat of niet, een eigen leven leiden.
Heel veel gezondheidsklachten kun je uitdrukken in termen van zowel een ziektecategorie als een dimensie van variatie.
Je kunt zeggen dat het arbitrair is om et kiezen voor normale variatie (dimensies) of voor het abnormale (categorieën)
Misschien is het handig te kijken naar wat het meest nuttig is.
In de praktijk van de geneeskunde is het nuttig om met gezondheidsklachten om te gaan in een flexibele mix van benaderingen.
Ook in de psychiatrie wordt op deze manier gewerkt.
Psychose in de algemene populatie: fout positieven?
17.5% van de Nederlandse bevolking blijkt stemmen te horen die er niet zijn, dingen te zien die er niet zijn, paranoïde ideeën erop na te houden ect.
Deze mensen hebben geen stoornis, en behoren tot de ‘normale’ bevolking
Het psychose continuüm en het concept van ‘aberrant salience’
Het gedeelte van de Nederlandse bevolking met psychotische symptomen is op te delen in:
Psychothische ervaringen zijn kwalitatief niet los te koppelen van psychotische stoornissen.
Aberrant salience: aberrante, van de norm afwijkende, aandachtsfocus.
Kan het best worden beschreven aan de hand van het relaas van iemand over gebeurtenissen in de aanloop naar zijn eerste psychotische episode.
Ligt ten grondslag aan psychotische ervaringen, bij mensen in de algemene populatie en patiënten.
Dingen die normaal gesproken neutraal zouden zijn, beginnen opeens een zeer speciale en persoonlijke, vaak beetje unheimische betekenis te krijgen.
Het is een menselijke eigenschap om in iets neutraals betekenis te zien.
Psychotische symptomen die worden gerapporteerd door patiënten liggen aan het uiteinde van een continuüm van de aberrante aandachtsfocus.
Voor de andere symptoomscores geld ook dat het op een continuüm ligt.
Psychose bij niet-psychotische stoornissen: de wereld van de DSM op zijn kop
Psychotische ervaringen komen voor bij mensen met een angststoornis of een depressie.
De DSM ontkent dat patiënten met andere stoornissen ook last kunnen hebben van psychotische symptomen.
Dit maakt het lastig om ook lichte psychotische symptomen te diagnosticeren.
Kan psychose worden begrepen als een reactie op de omgeving?
De verstoring in de aandachtsfocus heeft vaak iets te maken met wat mensen hebben meegemaakt.
Spoken die in ons geheugen zijn begraven kunnen, onder bepaalde omstandigheden, de kop opsteken en onze perceptie als het ware kapen om ons een hoogst persoonlijke betekenis te doen ontwaren in iets wat eigenlijk neutraal zou moeten zijn.
Psychotische stoornissen tonen een sterk verband met omgevingsfactoren.
De omstandigheden brengen de persoon meestal in een positie van relatieve vernedering, uitsluiting, anders zijn of social defeat.
Social defeat brengt mensen uit hun evenwicht en doet de aandachtsfocus zodanig uit balans raken dat neutrale dingen opeens met een duistere persoonlijke betekenis worden waargenomen.
Social defeat kan ook in stand houden, omdat een psychose kan lijden tot social defeat.
DSM-5 Voorbij!
Hoofdstuk 1
Positie van DSM: heden en verleden
De DSM-5 staat voor de vijfde editie van de Diagnostic and Statistial Manual of Mental disorders.
Hierin staan alle mogelijke diagnosen die psychiaters gebruiken.
Het is een verzameling van categoriale diagnosen die voortdurend worden bijgesteld en die worden uitgedeeld aan telkens nieuwe generaties patiënten.
De DSM-3 brak met eerdere versies. Eerder versies hingen de psychoanalytica aan, en het uitgangspunt van een stoornis als reactie op de omgeving. Ook was er in de DSM-3 minder zicht voor onderliggende zaken.
De DSM-3 had een impliciete hersenreductionistische visie.
Het aantal stoornissen nam toe.
DSM-4 en 5 zijn niet meer dan verbijzonderingen van de algoritmen van de derde versie.
Veel mensen hebben iets te zeggen over de DSM.
Psychische klachten zijn zo goed als zichtbaar.
Iedereen is expert op het gebied van psychiatrie (omdat iedereen wel eens symptomen meemaakt).
De identiteit van mensen wordt gevoed door hun ervaringen, maar de psychiatrische diagnostiek probeert het te reduceren tot een label en –impliciet- een abstract en onbewezen breinprobleem.
De patiënt kan in verwarring komen en denken dat de medicatie een instrument is om zijn identiteit te veranderen.
DSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 2
Principes van de psychiatrische diagnostiek
Dingen waar diagnostiek in de psychiatrie niet voor is bedoelt:
Hier worden drie hoofdcriteria besproken waaraan een goed diagnostisch systeem aan in de psychiatrie aan dient te voldoen.
Het kan verwarrend zijn als er in de GGZ geen enkele vorm van gemeenschappelijke taal is.
Naast het unieke verhaal van de patiënt is het noodzakelijk om met elkaar een vorm van communicatie af te spreken, een gemeenschappelijke taal vast te stellen.
Diagnostiek kan worden gezien als de verbinding tussen het verhaal van de patiënt, en een formele uitspraak over zorgbehoeften en behandelindicaties.
Als er een taal is van diagnostische formuleringen, kunnen psychotherapie en psychofarmacologie worden gebruikt op een manier die zodanig generaliseerbaar is dat hulpverleners opleiding kunnen ontvangen over wanneer welke behandeling toegepast moet worden, voor hoelang en onder welke voorwaarden.
Diagnostiek kan worden beschouwd als het medisch instrument on menselijk lijden te objectiveren en te rubriceren, zodanig dat ordening ontstaat in het kader van een therapeutisch model.
Diagnostiek is waardevol indien ze informatie verschaft over de zorgbehoeften in het therapeutisch model, en voorspellende waarde heeft met betrekking tot het beloop van de klachten, de prognose.
Is het nuttig voor de patiënt?
Het is belangrijk dat de patiënt zich in de diagnose herkent.
Nuttig voor de patiënt impliceert in de psychiatrische praktijk dat de diagnose bruikbare informatie geeft, binnen de context van het verhaal van de patiënt.
Diagnostische informatie wordt bruikbaar als deze aanwijzingen geeft over
Dit kan alleen als er een verband is tussen de diagnose en de zorgbehoeften van de patiënt.
Elke patiënt heeft een unieke mix van zorgbehoeften, dus met een diagnose alleen kom je niet ver, deze classificeert alleen.
Ook zijn zorgbehoeften niet specifiek voor een bepaalde diagnose.
Het echte proces is niet het zoeken naar het best passende label, maar uitvinden wat de zorgbehoeften zijn, in de context van iemands verhaal.
Zorgbehoeften
De DSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 3
Principes van behandeling in de GGZ
In de behandelprincipes van de GGZ zit een worsteling.
Het persoonlijke, kwalitatieve proces in de behandeling wordt aangeduid met het woord ‘herstel’, en gaat over het vinden van een zinvol bevredigend bestaan met een psychiatrische aandoening.
Herstel is van belang bij elk psychisch syndroom.
Het is vooral van belang bij kwetsbaarheid die voor langere duur tot expressie komt in iemands leven.
Het proces kent een aantal fasen
Bij herstel gaat het om zaken als het ontwikkelen van het eigen levensverhaal, autonomie en empowerment, hoop op verandering en erkenning van de eigen ervaringsdeskundigheid binnen en buiten de GGZ.
De attitude van de professional wordt van groot belang geacht in het begeleiden van het proces van herstel.
Bij dit proces past een professional die
De kwantitatieve benadering is gebaseerd op de gedachte dat patiënten aandoeningen hebben die kunnen worden geclassificeerd volgens de systematiek van de DSM, gesteund door objectieve wetenschappelijke bevindingen.
Op basis van kwantitatieve vergelijkingen bepaald de professional welke zorg zijn individuele patiënt met krijgen en voor hoe lang.
Het effect van de behandeling is mede afhankelijk van de therapietrouw van de patiënt.
De professional is hier dominant.
De professional kan moeite hebben dingen goed uit te leggen.
Zijn diagnosen goed uit te leggen?
Elke professional geeft een eigen invulling van de definitie-kwestie.
Hierdoor schieten zij de bedoelde ‘DSM taal’ voorbij.
Het belang van de diagnose is discutabel.
De fase van het kwalitatieve proces waarin de patiënt zich bevind is belangrijker dan de diagnose.
Hoe solide zijn de concepten onder het bewijs?
Professionals in de GGZ houden zich
.....read moreDSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 4
Mijn ervaringen met de making of the DSM-5
De verschillende DSM-werkgroepen zijn opgezet rond a priori-diagonstische groepen.
De deliberaties van de werkgroepen van de DSM zijn een vorm van hogere groepsdynamica, de uitkomst hangt in groet mate af van het proces in de groep en de interacties tussen individuen.
De groepen werken op basis van consensus waardoor verandering moeilijk is.
Na de debat kwam eruit dat de DSM-5 net zoals de DSM-4 het zou moeten doen met ouderwetse diagnostische criteria, gebaseerd op westers-etnocentrische symptoombeschrijvingen.
De vragen waren
Met psychische syndromen is er sprake van een veelheid van verschillende symptomen, die allemaal dimensioneel en categoriaal kunnen worden uitgedrukt.
Het grootste voordeel van de dimensionele diagnose is dat ze direct verwoordt hoeveel last de patiënt heeft van de voor hem relevante symptomen.
Dit geeft meer informatie over de zorgbehoeften dan de categoriale diagnostiek.
Ook heeft iedere patiënt een unieke combinatie van symptoomscores: hierdoor kun je niet stereotyperen.
Het zou criteria en hokjes-denken veranderen naar denken in gradaties en veranderlijkheid.
Toch zegen de andere werkgroepen de dimensionele diagnose niet zitten.
Het maakt het moeilijk met de verzekeringen en psychologen waren bang dat e minder geld voor hun patiënten kregen.
Sommige DSM-commissies stemden om psychopathologie niet zozeer als categorieën of symptoomscores te zien, maar als levende netwerken van op elkaar inwerkende ervaringen.
Dit gaat uit van het idee dat psychische klachten elkaar beïnvloeden in de loop van de tijd, en dat iedere persoon na verloop van tijd zijn eigen unieke kluwen van klachten ontwikkeld.
Iedereen bouwt allengs zijn unieke kluwen van symptomen, in respons op veranderingen in de omgeving. Het kan nuttig zijn deze kluwen in kaart te brengen zodat de mensen er meer grip op kunnen krijgen.
Dit systeem heeft het niet gehaald om in de DSM te komen.
Een risicosyndroom is dat je niet de ziekte zelf probeert de diagnosticeren, maar verschijnselen die duiden op een risico op de ziekte.
Deze
DSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 6
Na de marktwerking: DSM-gewijs snoeien van de GGZ
De GGZ is overgelaten op de marktwerking.
Net als de introductie van de marktwerking zonder inhoudelijke voorstudie of wetenschappelijke consultatie was uitgevoerd, zo werd ook een berg van ad hoc-maatregelen uitgestort over de GGZ om het risico voor zorgverzekeraars te beperken. Dit was zonder serieuze poging om de gevlogen voor patiëntenzorg en hulpverlening eerst in kaart te brengen.
Het effect: meer onderbehandeling van degenen die de zorg het meest nodig hebben en grote verwarring in het veld.
Een aantal van de ad-hoc maatregelen.
Hierdoor wordt overbehandeling niet aangepakt en onderbehandeling erger.
Een andere maatregel was gedwongen participatie aan het grootste kwantitatieve onderzoek in de historie van de Nederlandse GGZ.
Er ontbreken harde criteria om de kwaliteit van de GGZ-aanbieder te beoordelen.
De beleidsmedewerkers bedachten een nationale, verplichte dataverzameling bij patiënten, op basis waarvan uit te maken zou zijn wie goede en wie slechte zorg levert.
Het ‘benchmarken’ van instellingen en behandelaars.
Stichting Benchmark GGZ (SBG) werd bekostigd door de zorgverzekeraar.
De zorgverzekeraars dwongen de GGZ-instellingen in heel Nederland om bij hun patiënt materiaal op symptoomniveau te verzamelen en over te dragen.
Het idee is dat de behandelaar dat toch al doet via de Routine Outcome Monitoring (ROM), waarbij de klachten van patiënten met een symptoomlijst voor en na behandeling systematisch in kaart worden gebracht zodat de behandelaar op gezette tijden kwantitatieve feedback creëert over hoe het met de patiënt gaat over verloop van tijd.
Dit is echter maar één van de informatiebronnen die de behandelaar gebruikt bij het plannen van de behandeling.
De ROM kan geen reductie van de symptomen laten zien, terwijl de patiënt wel beter is geworden (door bijvoorbeeld omgaan met klachten).
Groepsvergelijkingen op basis van ROM-data zijn alleen zinvol in een zeer lokale context die de behandelaar in kwestie door en door kent.
ROM-data geeft geen informatie over de veelheid van variabelen die de individuele variatie in de behandelresponse veroorzaken, anders dan het effect van de behandeling.
Maar dit is niet wat de zorgverzekeraar wilt
DSM-5 voorbij!
Hoofstuk 7
DSM-isatie van de GGZ
De toenemende nadruk op de diagnosen van de DSM is de psychiatrie gaan verkokeren en opgesplitst in subspecialisaties, zo’n beetje op het niveau van de hoofstukken van de DSM.
Dit geld ook voor de academische psychiatrie.
De richtlijnen zijn sterk verankert in de DSM-diagnostiek en mede gebaseerd op de spookdiagnosen van het categoriale denken.
Er wordt gedaan alsof elke ‘stoornis’ zijn aparte domein van super-specialistisch denken en zorg nodig heeft (geen oog meer voor transdiagnostiek).
Het gevolg van toenemende specialisering is een afname in generalistisch werken en daarmee ook een afname in algemene/generalistische competentie.
De organisatie binnen en tussen instellingen is georganiseerd langs diagnostische lijnen, waarbij het behandelaanbod versnipperd en vaak ongelijk verdeeld wordt over de verschillende onderdelen.
Dit geld ook in de academische wereld.
DSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 8
Het web van belangen rond de DSM-5
Belangen:
DSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 9
DSM en onderzoek: Wetenschap of waan van de dag?
Twee zaken die beïnvloeden hoe de relatie van het brein en psychopathologie wordt gezien
Er wordt gedacht dat psychische stoornissen zijn terug te voeren op duidelijke onderliggende pathologische veranderingen in het brein.
Inmiddels begint men te erkennen dat dit concept niet beschouwd kan worden als valide wetenschappelijk uitgangspunt voor onderzoek en behandeling.
Het meest gebruikte paradigma in biologische psychiatrie is dat van de case control-studie.
Deze is gericht op het vinden van verschillen tussen ‘ziek’ en ‘normaal’.
Dit is een zwak paradigma, want als onderzoekers een groep patiënten nemen en een hoop vergelijkingen doen met een groep ‘supernormale’ controlepersonen komt er altijd wel wat uit.
De combinatie van hoge (technologische) kwaliteit en lage (conceptuele) kwaliteit van het onderzoek leidt tot een interessant fenomeen.
Het technologische vernuft overschaduwt de conceptuele zwakheid en men wordt opgewonden van het type onderzoek.
Neurocratie is het fenomeen van de technologische ‘wow’-factor die het beeldvormend onderzoek in de psychiatrie steevast oproept, waardoor inherente conceptuele zwakheden verhuld blijven achter de belofte die voortvloeit uit de significante vooruitgang in de basale neurowetenschap en de spectaculaire vooruitgang in technologische innovatie van het onderzoeksinstrumentarium.
De esthetische kritiekloze fascinatie voor hersenplaatjes van patiënten in de psychiatrie lijkt voort te komen uit twee factoren
De opbrengst van het breinmodel is gering.
Het is een model van de patiënt als ziek brein in plaats van de patiënt als drager van ervaringen.
Het basisgeloof: de dichotomie van biologisch versus psychosociaal
Er bestaat een informele hypothese die aan het onderzoek van psychische klachten ten grondslag ligt
De dichotomie.
Als het biologisch is is het niet sociaal en vice versa.
Dit is niet bewezen (en niet onderzocht)
Er worden typisch patiëntenpopulaties geselecteerd van mensen die de meest erge klachten
.....read moreDSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 10
Deconstructie van DSM-diagnosen tot menselijke variatie
Bij een kleine minderheid van patiënten met een diagnose schizofrenie is er sprake van een ongunstig beloop.
Er is sprake van stereotypering op basis van een DSM-label omdat de eigenschap van de uitzondering (zeer slecht beloop) wordt overgedragen op de hele groep.
De naam schizofrenie is een metafoor voor een gespleten persoonlijkheid, ook al heeft het er niets mee te maken.
Dit maakt het dat het ziektebegrip wordt geassocieerd met slechtheid.
Dit wordt weerspiegeld in de media.
Een stigmatiserende naam in het professionele classificatiesysteem kan voor complicaties zorgen, nog los van de klachten van stereotypering die patiënten ervaren in de maatschappij.
De confrontatie met een label dat andere mensen als beschamend ervaren kan resulteren in het overnemen van negatieve verwachtingen door de persoon zelf.
Het woord syndroom verwijst in de geneeskunde naar de situatie dat mensen een mix hebben van verschillende klachten, waarbij het niet duidelijk is of er sprake is van één onderliggende ziekte-entiteit of van meerdere onderliggende ziekten, of dat er misschien geen enkele specifieke ziekte-entiteit ten grondslag ligt aan de symptomen.
De symptomen zelf en hun onderlinge verbanden bepalen het beeld.
Dit past beter bij schizofrenie.
Een voordeel van een nieuwe naam met syndroom is dat het niet meer het pessimistische beeld uitdraagt van een deficitaire toestand maar in plaats daarvan ene beeld geven van kwetsbaarheid en plasticiteit (mogelijkheid tot verandering).
Dit geeft al hoop op verbetering.
Ondanks een naamverandering alleen blijft de rest van het DSM systeem hetzelfde.
Als je iets een naam geeft gaat dat ding, of het nou bestaat of niet, een eigen leven leiden.
Heel veel gezondheidsklachten kun je uitdrukken in termen van zowel een ziektecategorie als een dimensie van variatie.
Je kunt zeggen dat het arbitrair is om et kiezen voor normale variatie (dimensies) of voor het abnormale (categorieën)
Misschien is het handig te kijken naar wat het meest nuttig is.
In de praktijk van de geneeskunde is het nuttig om met gezondheidsklachten om te gaan in een flexibele mix van benaderingen.
Ook in de psychiatrie wordt op deze manier gewerkt.
DSM-5 Voorbij!
Hoofdstuk 11
De diagnose van de vragende wijs
Psychopathologie gaat over menselijke variatie. Daarnaast hoort diagnostiek persoonlijk (idiografisch), functioneel (relevant voor verandering in psychische functies) en nuttig (informatief voor zorgbehoeften) te zijn.
Professionele diagnostiek moet ruimte bieden voor het fasegebonden proces van adaptatie en het kwalitatieve proces dienen.
De beste bescherming tegen overmatig leunen op de broze kennis van de diagnose-cum-richtlijn combinatie is te halen uit de vragende opstelling.
Empowerment is het proces waardoor mensen meer invloed verwerven over beslissingen en acties die van invloed zijn op hun gezondheid.
De beste manier om het vigerende hokjesdenken te vervangen door een ander concept is je af te vragen wat je zelf zou willen als je patiënt was.
We hebben een gemeenschappelijke taal nodig rond het vaststellen van zorgbehoeften en toepassen van behandelingen. Hierbij dient de nomothetische component van de diagnostiek (patiënten in hokjes stoppen) geminimaliseerd te worden en de idiografische component (factoren beschrijven die uniek zijn voor de cliënt) gemaximaliseerd.
In de diagnostische fase willen mensen niet uitsluitend gereduceerd worden tot de optelsom van algoritmische oplossingen van experts, maar ook een persoonlijke forumlering van hun lijden waar ze iets mee kunnen.
De persoonlijke forumlering dient zo te zijn opgesteld dat het de weg wijst naar eigenaarschap van de cliënt, in de wetenschap dat het proces van herstel moet uitmonden in de constructie van het eigen verhaal en het inzicht dat kwetsbaarheid weliswaar aanpassing vereist, maar niet in de weg hoeft te staan van betekenisvol zijn.
Gezondheid is het proces van adaptatie en zelfmanagement. De diagnose moet zich hierop focussen.
Open vragen, zonder preconcepties van hokjes, zijn nodig om de persoonlijke diagnose, en daarmee de weg naar het persoonlijke verhaal, mogelijk te maken.
Vragen is menselijk
Als we een vragende diagnostiek aannemen dan zal dat een boodschap geven en hulpverleners en patiënten een instrument aanreiken dat samenwerking beter mogelijk maakt.
Hierdoor geef je de patiënt, als drager van ervaringen, meer gewicht. Er wordt namelijk open gestaan voor het verhaal van de cliënt door het stellen van open vragen.
De kunst is om de vragen zo te stellen dat mensen het gevoel hebben dat ze serieus worden genomen. Dit werkt ‘empowerend’.
De vragende diagnostiek moet niet worden gezien als een soort technisch onderhoud waarin een
.....read moreDSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 12
Vraag 1: wat is er met je gebeurt?
Iemand belangstellend vragen wat de reden is van het geobserveerde lijden is een van de meest basale interpersoonlijke interacties.
Mensen hebben behoefte te vertellen wat hen is overkomen. Het is een goede manier om mensen iets van hun algemene stress, angst, en pijn te laten kanaliseren in de geruststellende aanwezigheid van een hulpverlener.
Ook een persoonlijke psychische crisis ontstaat om een reden. Alle psychische klachten hebben te maken met veranderingen in de omgeving, en dit geld ook voor herstel.
Hierom is het logisch mensen te informeren naar de situationele context van de crisis, en om daaruit met elkaar te gaan werken. Dit gebeurt niet als enkel DSM-symptomen worden uitgevraagd.
Symptomen ontstaan bij een ongunstige balans tussen kwetsbaarheiden weerbaarheid, klachten dienen daarom begrepen te worden in het perspectief van de recente en minder recente geschiedenis en de impact daarvan op kwetsbaarheid en weerbaarheid.
Het zoeken naar een reden is de eerste stap naar een oplossing.
DSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 13
Vraag 2: wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid?
Kwetsbaarheid is het peilgebied van de tweede vraag.
Hoe hebben de omstandigheden de kwetsbaarheid van de persoon geprikkeld? Hoe zijn symptomen ontstaan (uit de kwetsbaarheid?).
Symptomen geven aan in welke hoek kwetsbaarheid zich manifesteert.
Symptomen ontstaan wanneer kwetsbaarheid niet langer kan worden gecompenseerd met weerbaarheid.
Indicatoren van kwetsbaarheid en weerbaarheid bieden de basis om de balans te kunnen verschuiven van teveel kwetsbaarheid en te weinig weerbaarheid naar minder kwetsbaarheid en meer weerbaarheid.
Expressie van kwetsbaarheid kan aangeduid worden in termen van impact of psychische functies.
Symptomen zijn van belang om tot een diagnostische formulering van de onderliggende kwetsbaarheid en weerbaarheid te komen. Ze dienen te worden beschreven als een dimensionele variatie, omgevingsreactiviteit, impact van symptomen op elkaar en relatie met psychische functies.
In de nieuwe diagnostiek is er sprake van een belangrijke persoonlijke component.
Diagnostiek vraagt een gedegen analyse van indicatoren van kwetsbaarheid en weerbaarheid. Dit is voor de professional en om iets terug te kunnen geven aan de cliënt.
Inzicht in de patronen van kwetsbaarheid en weerbaarheid is de eerste stap om er grip op te krijgen en er verandering in aan te brengen.
Symptomen vergen altijd een nadere persoonlijke analyse om er van te leren.
Met instrumenten waarmee je kwetsbaarheid en weerbaarheid inzichtelijk worden kun je wat aan je symptomen doen.
Diagnostiek is idealiter niet alleen persoonlijk, maar geeft ook informatie over de ernst van de klachten (dimensionele diagnose), hoe de symptomen reactief zijn op de omgeving in het dagelijks leven (ecologisch) en interfereren met psychische functies (functioneel).
Met zelfkwantificatie worden mensen hun eigen diagnostische instrument en daarmee een actieve participant in het diagnostisch proces. Zij verzamelen zelf de data op ecologische wijze.
Zelfkwantificatie kan bijvoorbeeld via een app waarin een paar keer per dag vragen worden beantwoord over psychische ervaringen, gedragingen, omgevingen activiteiten.
Uit de data van zelfkwantificatie zijn belangrijke aanwijzingen te halen voor de verdere behandeling. Dit is in de zin dat de patiënt zelf strategieën kan ontwikkelen om symptomen te reduceren en weerbaarheid en psychische functies te versterken.
.....read moreDSM-5 voorbij!
Hoofdstuk 14
Vraag 3: waar wil je naar toe?
Deze vraag legt de focus op de fase van het proces van adaptatie en zelfmanagement waarbij de hulpverlener en patiënt samen proberen te bepalen op welk punt de patiënt zich bevindt en hoe eventueel stappen naar een volgende fase gemaakt kunnen worden.
Het geeft diagnostiek een langetermijnperspectief van herstel.
Hoofdstuk 15
Vraag 4: Wat heb je nodig?
Psychische klachten hebben behandeling nodig op het moment dat er sprake is van een zorgbehoefte.
Het is belangrijk de informatie uit eerdere vragen te vertalen naar concrete zorgbehoeften, op basis waarvan de behandeling kan worden ingericht.
Een diagnose zonder vertaling naar zorgbehoeften is incompleet.
In this magazine, everything you need for the course DSM-5 and psychotherapy is bundled.
This is a magazine about clinical psychology
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution