Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 1


Discussievragen

Vraag 1

Wat is de relatie tussen de arresten Dassonville en Tabaksreclamerichtlijn?

Vraag 2

Bespreek de ontwikkeling in de rechtspraak inzake het vrij verkeer van goederen in het licht van de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie. Welke ontwikkeling in de rechtspraak kunt u ontwaren? Ga in ieder geval in op de arresten Dassonville, Cassis de Dijon, Keck en Mithouard en Italiaanse aanhangwagens, en Mickelsson en Roos, en de relevante verdragsartikelen.

Vraag 3

In het verlengde van (2), wat is het nut geweest van Keck en Mithouard en houdt deze redenering stand in het licht van de daaropvolgende rechtspraak?

Vraag 4

Bestudeer artikel 114 VWEU. Vormt dit artikel naar uw oordeel een (vrijwel) onbegrensde harmonisatiebevoegdheid voor de Europese Unie? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 5

Welk probleem probeert Cassis de Dijon op te lossen? Creëert deze oplossing een juiste balans tussen de belangen van lidstaten en EU en tussen economische en niet-economische belangen?

Vraag 6

In het verlengde van (5), hoe worden de leerstukken uit Cassis de Dijon beheersbaar gehouden door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)?

Casus

Casus Het bedrijf ‘’New Pharmacy’’ is een online apotheek gevestigd in Neerlandië, een lidstaat van de Europese Unie, en verkoopt zowel medicijnen op recept als vrij verkrijgbare medicijnen aan consumenten. New Pharmacy voldoet aan alle door de Neerlandische overheid gestelde vergunningseisen voor apotheken. Bestellingen gaan volledig online en het bedrijf heeft behalve het hoofdkantoor geen fysieke vestigingen. Voor medicijnen op recept moeten klanten in het bestelformulier aangeven welke klachten zij hebben, waarna één van de huisartsen in dienst bij New Pharmacy de bestelling controleert en dient goed te keuren. New Pharmacy verkoopt zowel binnen als buiten Neerlandië. Door het ontbreken van fysieke locaties en de lage overheadkosten kan New Pharmacy medicijnen goedkoper aanbieden dan haar concurrenten. Dit is tegen het zere been van de vereniging van apothekers in Bretagnië, een andere lidstaat van de EU.

De omzet van Germaanse apothekers is in de afgelopen jaren sterk gedaald doordat steeds meer Bretagniërs hun medicijnen online bestellen uit Neerlandië. Bretagnië heeft traditiegetrouw strenge medicijnenwetgeving die tot doel heeft de gezondheid van patiënten en consumenten in het algemeen te beschermen. Zo mogen medicijnen alleen worden verkocht aan consumenten door ondernemingen met een apothekersvergunning. Voor een dergelijke vergunning moet de aanvrager voldoen aan diverse eisen. Zo mogen zowel medicijnen op recept als de meeste medicijnen zonder recept alleen worden verkocht in fysieke winkels, moet er te allen tijde ten minste één medewerker met een afgeronde farmaciestudie aanwezig te zijn in de winkel, en mogen medicijnen op recept bovendien alleen worden verkocht door medewerkers met een afgeronde farmaciestudie. Hiermee beoogt de Bretaanse wetgeving een degelijke voorlichting aan de consument te garanderen.

Daarnaast zijn de prijzen van medicijnen op recept – zowel de prijzen tussen distributeurs en apothekers als die tussen apothekers en consumenten – in Bretaanse wet- en regelgeving vastgelegd. Deze prijzen worden eenmaal per twee jaar door de overheid vastgesteld in overleg met de diverse belanghebbenden. Hiermee beoogt Bretagnië te voorkomen dat distributeurs en apothekers niet de gezondheid van de patiënt, maar het maken van winst als primair doel stellen. De Bretaanse vereniging van apothekers doet een handhavingsverzoek aan de Bretaanse overheid om de verkoop van medicijnen (met en zonder recept) door New Pharmacy aan Germaanse consumenten te verbieden. Het bevoegde bestuursorgaan van de Bretaanse overheid geeft gehoor aan dit verzoek en verbiedt per direct alle activiteiten van New Pharmacy binnen Bretagnië, inclusief het leveren aan alle consumenten met een Bretaans adres.

Is het verbod van New Pharmacy door de Bretaanse overheid in overeenstemming met het vrij verkeer van goederen? Bespreek zowel voor- als tegenargumenten. Geef indien noodzakelijk aan welke aanvullende informatie u verder nodig hebt voordat u een definitieve conclusie kunt trekken.

Casusvragen

Wat is hier het verbod? Om medicijnen  te verkopen aan Bretaanse consumenten. Twee regels: een vergunningsstelsel voor het hebben van een apotheek en een stelsel voor het vastleggen van de prijs. Aan de eerste voorwaarde voldoet New Pharmacy zeker niet, en waarschijnlijk dus ook de tweede regel omdat ze medicijnen goedkoper aanbieden. Mag dat?

Vraag 1

Is er harmonisatie?

Vraag 2

Kijken of het EU-recht van toepassing is?

Vraag 3

Vrij verkeer van goederen?

Vraag 4

Is er sprake van een invoerbeperking/ handelsbelemmering?

Vraag 5

Rechtvaardiging?

Antwoordindicatie discussievragen

Vraag 1

In het arrest Dassonville wordt bepaald wat onder het begrip maatregel van gelijke werking wordt verstaan van artikel 34 VWEU. Een maatregel van gelijke werking is iedere handeling der Lid-Staten die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren. Daaronder vallen in ieder geval de maatregelen die alleen van toepassing zijn op ingevoerde producten, maar ook maatregelen die geen formeel onderscheid maken, maar toch een belemmering van de import tot gevolg zouden kunnen hebben.  Er zijn dan redelijke maatregelen toegestaan ter bescherming van gerechtvaardigde belangen, zolang een Unieregeling ontbreekt en de maatregel objectief gerechtvaardigd is.

Bij de Tabaksreclamerichtlijn gaat het over de inhoudelijke waarborgen van het attributiebeginsel. Toen het Europees Parlement en de Raad deze richtlijn afkondigden, was het onduidelijk of het werkingsverdrag wel een rechtsgrondslag bevatte voor deze richtlijn. De inhoud van de richtlijn leek immers meer gericht te zijn op de bescherming van de volksgezondheid dat op het daadwerkelijk instellen of verbeteren van de werking van de interne markt voor tabaksreclame.

Vraag 2

In het arrest Dassonville wordt bepaald wat onder het begrip maatregel van gelijke werking wordt verstaan van artikel 34 VWEU. Een maatregel van gelijke werking is iedere handeling der Lid-Staten die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren. Dit begrip kan als heel breed worden gezien. Maar die brede interpretatie heeft gevolgen voor de bevoegdheidsverdeling, omdat heel veel regels van lidstaten onder dat begrip vallen. Desalniettemin mogen de lidstaten wel redelijke maatregelen maken om onredelijke mededinging te voorkomen. Er wordt veel weggenomen van bevoegdheid voor de lidstaten, maar het Hof geeft wel iets terug. Je mag in ieder geval wel redelijke maatregelen nemen, maar het is lastig om te bepalen wat redelijk is. In ieder geval mag de handel mag er niet door worden belemmerd, 36 VWEU (rechtvaardigingsgronden) en er mogen geen verkapte discriminatiegronden zijn.

In het Cassis de Dijon komt het Hof terug op de overweging uit Dassonville over redelijke en eisen en creëerde de zogenoemde Cassis-rechtvaardiging. Belemmeringen van het intracommunautaire verkeer als gevolg van dispariteiten van de nationale wettelijke regelingen op de verhandeling der betrokken producten worden aanvaard voor zover dringende behoeften, onder meer verband houdend met de doeltreffendheid der fiscale controles, de bescherming van de volksgezondheid, de eerlijkheid der handelstransacties en de bescherming van consumenten, ze noodzakelijk maken. Uitgangspunt is de wederzijdse erkenning van de normen van de lidstaten. Producten die voldoen aan de regels van één lidstaat en daar legaal in de handel zijn gebracht, moeten dus ook in de handel kunnen worden gebracht in de andere lidstaten.  Eén van de twee toevoegingen zijn dat er meer rechtvaardigingsgronden beschikbaar worden gesteld. Zie de eerdere uitleg daarvan in Ro. 6 van Dassonville. Daar staat een verdere uitleg van redelijke maatregelen. Het Hof verandert niks aan de maatregel van de gelijke werking, maar ze voegen iets toe. Er is namelijk een dubbele last: je moet voldoen aan de regels in je nationale wetgeving, maar ook aan de andere wetgeving van de andere lidstaat. Dit is de wederzijdse erkenning. Zo niet: maatregel van gelijke werking. Het beperkt opnieuw de bevoegdheid van de lidstaten om opnieuw regels te stellen voor hun producten. Lidstaten krijgen meer ruimte en vrijheid, maar het is niet hun bevoegdheid om te bepalen welke dwingende reden je gaat beschermen.

In Italiaanse aanhangwagens en Mickelsson en Roos onderzoekt het Hof of een gebruiksregeling een aanzienlijke invloed kan hebben op het consumentengedrag, dat dan weer een negatieve uitwerking kan hebben voor de toegang van dit product tot de markt van deze lidstaat. Hiervan is sprake als indien het gebruik aanzienlijk wordt beperkt of indien deze producten niet langer kunnen worden gebruikt op de kenmerkende en inherente wijze. De consequentie van deze aandacht voor de marktoegang is dus dat ook consumenten en handelaren in zaken zonder kennelijk grensoverschrijdend element een beroep kunnen doen op artikel 34 VWEU. Het probleem is hier dat je wel een product mag kopen, maar niet mag gebruiken. We hebben nu de verschillende categorieën maatregelen:

  • Maatregelen die voldoen aan de maatregel van gelijke werking
  • Verkoopmodaliteiten (Dit zijn geen maatregelen van gelijke werking, tenzij ze niet voldoen aan de mitsen van Keck)
  • Maatregelen die discrimineren (dat zijn altijd maatregelen van gelijke werking)
  • Iedere andere maatregel die de rechtstoegang belemmert

Mickelsson en Roos: in Ro. 24 een opsomming van de rechtspraak. Discriminerende maatregelen, producteisen en markttoetredingstoets. (Belemmering van markttoetreding). Een nationale regeling kan in beginsel als evenredig worden beschouwd op voorwaarde dat de bevoegde nationale autoriteiten verplicht zijn dergelijke uitvoeringsmaatregelen te nemen en vervolgens dat die autoriteiten de hun op dit punt verleende bevoegdheid daadwerkelijk hebben uitgeoefend en de gebieden hebben aangewezen die aan de voorwaarden van de nationale verordening voldoen en ten slotte dat dergelijke maatregelen zijn vastgesteld binnen een redelijke termijn na de inwerkingtreding van die verordening. 

In Keck en Mithouard creëerde het Hof de zogenoemde Keck-uitzondering voor nationale regelingen inzake verkoopmodaliteiten. Deze uitzondering geldt voor nationale bepalingen die bepaalde verkoopmodaliteiten aan banden leggen of verbieden, mits die bepalingen van toepassing zijn op alle marktdeelnemers die op het nationale grondgebied activiteiten ontplooien, en mits zij zowel rechtens als feitelijk dezelfde invloed hebben op de verhandeling van nationale producten en op die van ingevoerde producten. In Keck is de verkoopmodaliteit een verbod op het verkopen van goederen onder de inkoopprijs. Als je te maken hebt met een verkoopmodaliteit (de manier waarop een product verkocht wordt) en als het aan de twee voorwaarden voldoet van Ro 16, dan is het geen maatregel van gelijke werking. Het voordeel daarvan is dat het niet gerechtvaardigd hoeft te worden. De maatregel moet evenredig zijn. De lidstaat moet aantonen dat de maatregel geschikt en gerechtvaardigd is, de lidstaat heeft nu met Keck niet de bewijslast. Degene die de maatregel aanvalt heeft de bewijslast om aan te tonen dat de twee mitsen van Keck niet toepasbaar zijn.

Vraag 3

Het nut is geweest om te kijken of er sprake is van een toetredingsbelemmering. Over het algemeen resulteren regels betreffende verkoopmodaliteiten niet in een dubbele last en hebben zij daarmee slechts een indirecte invloed op de handel tussen de lidstaten. Om te verzekeren dat er inderdaad geen dubbele last ontstaat als gevolg van de verkoopmodaliteit, stelt het Hof een markttoetredingstoets. Maar de Keck-exceptie is wel minder revolutionair dan gedacht, immers in Van Tiggele liet het hof blijken dat het niet onwelwillend stond ten opzichte van prijsregulering door lidstaten, zolang daardoor de markttoetreding maar niet wordt belemmerd.

Vraag 4

Artikel 114 VWEU bevat een algemene harmonisatiegrondslag voor de interne markt. Het artikel bevat een procedure die eerst doorlopen moet worden voordat de strengere maatregel kan worden toegepast. Het staat dus geenszins in de weg aan totale harmonisatie. Op grond van artikel 114 lid 6 VWEU kan de commissie de betrokken nationale bepalingen afwijzen. Dat betekent dus dat de commissie in principe alle nationale bepalingen kan afwijzen en een totale harmonisatie kan opleggen.

Vraag 5

Het probleem met hoe het zit met producten die op de markt zijn gebracht in lidstaten die in het geheel geen regels kennen voor alcoholpercentages. Ten eerste bestaat de mogelijkheid om tot een gezamenlijke norm te komen door middel van het afkondigen van harmonisatiemaatregelen. Ten tweede hebben lidstaten nog steeds de mogelijkheid om dwingende vereisten te beschermen door middel van hun nationale regels.

Vraag 6

Door in het arrest Deense Flessen te bepalen dat de Cassis-rechtvaardiging uit vier voorwaarden bestaat:

  1. De regeling van de Europese Unie (harmonisatie) ontbreekt.
  2. De nationale regeling moet zonder onderscheid van toepassing zijn.
  3. De nationale regeling is gerechtvaardigd door dwingende eisen van Unierecht.
  4. De nationale regeling moet evenredig zijn aan het doel; lidstaten moeten het middel kiezen dat het vrije handelsverkeer het minst belemmert.

Antwoordindicatie casusvragen

Vraag 1

Blijkt niet uit de casus.

Vraag 2

Als er geen harmonisatie plaats heeft gevonden, is het Verdrag toepasbaar. Voor vrijheden in het verdrag moet er sprake zijn van een grensoverschrijdend effect. De dingen die onder de vrijheden vallen moeten de grens overgaan, in dit geval zijn dat goederen. Harmonisatie en grensoverschrijdend gedrag vallen onder het beoordelingskader. Het Verdrag is toepasbaar als er een grensoverschrijdend element is. Art 34 VWEU is het beoordelingskader.

Vraag 3

Ja, er worden medicijnen verkocht van lidstaat A naar lidstaat B.

Vraag 4

Ja, er zijn wel eisen, maar die worden niet gesteld aan het product. Dus het is geen situatie als in Cassis. Marktoetredingstoets is een restcategorie, dus eerst kijken of het onder één van de andere categorieën valt. Je moet goed uitleggen waarom het gaat over Keck. Het gaat over verkoopmodaliteiten, onder welke voorwaarden producten worden verkocht. In dit geval gaat het over een regel over wie de medicijnen mag verkopen. Je moet nu kijken naar de mitsen van Keck.

  • Mits 1 Alle marktdeelnemers die op het nationale grondgebied activiteiten ontplooien. Ja, de activiteit is verkoop aan de consument, New Pharmacy is daarmee bezig.
  • Mits 2 Rechtens dezelfde invloed op nationale producten. Je hebt hier producten die verkocht worden uit Neerlandië en Bretagnië. De regel geldt voor iedereen. Heeft die ook feitelijk dezelfde invloed? Het punt van Keck is bij verkoopmodaliteiten kijk je niet meer of er sprake is van een belemmering. Je kijkt namelijk of er directe discriminatie is. Het is geen eerlijke vergelijking als je de apotheek uit Neerlandië vergelijkt met de andere bestaande Bretaanse  apothekers. New Pharmacy is niet meer actief, want als ze actief willen worden moeten ze een nieuw pand kopen. Dus je moet ze vergelijken met de Bretaan die ook een apotheek wil beginnen, en niet de Bretanen die al een apotheek hebben!

Dus er zijn twee groepen: potentiele apothekers in Bretagnië en potentiele apothekers in Neerlandië of een bestaande apotheek uit Bretagnië en een bestaande apotheek uit Neerlandië. Voor de New Pharmacy kunnen ze alleen online verkopen. Apothekers uit Neerlandië kunnen daarom nooit concurreren met de apothekers uit Bretagnië, omdat je niet vanuit Bretagnië een medicijn gaat kopen uit Neerlandië. Vaste prijzen systeem is niet zo makkelijk te beantwoorden of dat een verkoopmodaliteit is (je moet Scotch Whiskey Association goed lezen). Als dit komt op het tentamen mag je het behandelen onder Keck of onder een andere maatregel, maar je moet het wel goed uitleggen! In beide gevallen zal je concluderen dat het een belemmering is. Is er feitelijk dezelfde invloed? Waarom is een vaste prijs nadeliger voor het buitenland dan in het binnenland? Omdat een consument het liever dichtbij haalt dan van een internationaal bedrijf.

Vraag 5

Maatregelen van gelijke werking kunnen gerechtvaardigd worden op grond van artikel 36 VWEU en dwingende reden van algemeen belang.Volksgezondheid wordt gerechtvaardigd op grond van artikel 36 VWEU en consumentenbescherming is een dwingende reden van algemeen belang. Daarna moet je kijken naar de evenredigheid, noodzakelijkheid en geschiktheid. Argumentatie op het gebied van evenredigheid, moet je doen op basis van het arrest Scotch Whiskey Association. 

Check page access:
Public
This content is related to:
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen 2018/2019
Check more or recent content:

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen 2018/2019

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 1

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 1


Discussievragen

Vraag 1

Wat is de relatie tussen de arresten Dassonville en Tabaksreclamerichtlijn?

Vraag 2

Bespreek de ontwikkeling in de rechtspraak inzake het vrij verkeer van goederen in het licht van de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie. Welke ontwikkeling in de rechtspraak kunt u ontwaren? Ga in ieder geval in op de arresten Dassonville, Cassis de Dijon, Keck en Mithouard en Italiaanse aanhangwagens, en Mickelsson en Roos, en de relevante verdragsartikelen.

Vraag 3

In het verlengde van (2), wat is het nut geweest van Keck en Mithouard en houdt deze redenering stand in het licht van de daaropvolgende rechtspraak?

Vraag 4

Bestudeer artikel 114 VWEU. Vormt dit artikel naar uw oordeel een (vrijwel) onbegrensde harmonisatiebevoegdheid voor de Europese Unie? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 5

Welk probleem probeert Cassis de Dijon op te lossen? Creëert deze oplossing een juiste balans tussen de belangen van lidstaten en EU en tussen economische en niet-economische belangen?

Vraag 6

In het verlengde van (5), hoe worden de leerstukken uit Cassis de Dijon beheersbaar gehouden door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)?

Casus

Casus Het bedrijf ‘’New Pharmacy’’ is een online apotheek gevestigd in Neerlandië, een lidstaat van de Europese Unie, en verkoopt zowel medicijnen op recept als vrij verkrijgbare medicijnen aan consumenten. New Pharmacy voldoet aan alle door de Neerlandische overheid gestelde vergunningseisen voor apotheken. Bestellingen gaan volledig online en het bedrijf heeft behalve het hoofdkantoor geen fysieke vestigingen. Voor medicijnen op recept moeten klanten in het bestelformulier aangeven welke klachten zij hebben, waarna één van de huisartsen in dienst bij New Pharmacy de bestelling controleert en dient goed te keuren. New Pharmacy verkoopt zowel binnen als buiten Neerlandië. Door het ontbreken van fysieke locaties en de lage overheadkosten kan New Pharmacy medicijnen goedkoper aanbieden dan haar concurrenten. Dit is tegen het zere been van de vereniging van apothekers in Bretagnië, een andere lidstaat van de EU.

De omzet van Germaanse apothekers is in de afgelopen jaren sterk gedaald doordat steeds meer Bretagniërs hun medicijnen online bestellen uit Neerlandië. Bretagnië heeft traditiegetrouw strenge medicijnenwetgeving die tot doel heeft de gezondheid van patiënten en consumenten in het algemeen te beschermen. Zo mogen medicijnen alleen worden verkocht aan consumenten door ondernemingen met een apothekersvergunning. Voor een dergelijke vergunning moet de aanvrager voldoen aan diverse eisen. Zo mogen zowel medicijnen op recept als de meeste medicijnen zonder recept alleen worden verkocht in fysieke winkels, moet er te allen tijde ten minste één medewerker met een afgeronde farmaciestudie aanwezig te zijn in de winkel, en mogen medicijnen op recept bovendien alleen worden verkocht door medewerkers met een afgeronde farmaciestudie. Hiermee beoogt de Bretaanse wetgeving een

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 2

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 2


Discussievragen

Vraag 1

In hoeverre kunnen de fundamentele vrijheden van de interne markt worden ingeroepen tegenover particulieren?

Vraag 2

Wat is het verschil tussen de discriminatie-benadering en de belemmeringen-benadering in de context van artikel 49 en artikel 56 VWEU?

Vraag 3

Het arrest Cowan is een voorbeeld van EU-burgerschap avant la lettre. Leg uit.

Vraag 4

Wat wordt bedoeld met de assimilatie van de fundamentele vrijheden van de interne markt? In hoeverre gaat deze theorie op?

Casus

Sinds vijf jaar lijdt de Engelse Catharina Johnson aan een ernstige vorm van oorsuizen. Door het oorsuizen heeft Catharina haar baan als secretaresse bij een advocatenkantoor in Londen moeten opzeggen. De laatste jaren komt zij nauwelijks meer buiten en ligt zij een groot gedeelte van de dag op bed. Jarenlang is er door haar artsen een groot aantal behandelingen en medicijnen geprobeerd. Echter, alle behandeld artsen zijn nu tot de conclusie gekomen dat zij haar niets meer te bieden hebben. Hoewel Catharina haar man Mark eigenlijk niet kan missen, heeft zij besloten dat zij uit het leven wil stappen. Een belangrijke voorwaarde voor haar is wel dat dit op een waardige manier gebeurt.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn in Engeland verboden en dus bekijkt zij de mogelijkheden in andere lidstaten. Medio 2017 leest zij dat in Nederland euthanasie is toegepast bij een patiënte met een gelijksoortig ernstig oorsuizen. Dit gebeurde in de Levenseindekliniek in Den Haag. Catharina neemt contact op met de Levenseindekliniek en in 2014 heeft zij meerdere online en telefonische consulten met artsen van de Levenseindekliniek. De artsen komen tot de stellige overtuiging dat Catharina voldoet aan de voorwaarden voor euthanasie, aangezien haar lijden ondraaglijk is en er geen uitzicht op verbetering is. Begin 2017 nodigt de kliniek Catharina uit om een aantal weken naar Den Haag te komen om een aantal vervolggesprekken te voeren. Deze gesprekken zouden dan uiteindelijk kunnen leiden tot euthanasie. Catharina zou zelf de kosten van de behandeling moeten betalen.

Zij wil heel graag naar Den Haag afreizen, maar met haar oorsuizen is zij niet in staat om zelfstandig te reizen. Dit betekent dat haar man Mark met haar mee zou moeten reizen als begeleider. Hiermee zou hij echter wel hulp bij zelfdoding bieden en dat is in Engeland strafbaar. Bij thuiskomst in Londen zou Mark mogelijk door de Engelse Director of Public Prosecutions (DPP) vervolgd kunnen worden. Catharina vindt dit een onacceptabele situatie en wil bij de rechter afdwingen dat haar man niet vervolgd zou kunnen worden. Catharina spant voor de Engelse bestuursrechter een procedure aan tegen de DPP. Ze claimt dat de mogelijkheid van vervolging van Mark een schending betekent van haar rechten onder het internemarktrecht.

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 3

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 3


Discussievragen

Vraag 1

De ontwikkeling van de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie kan, zeker in relatie tot het burgerschap, een “stap-voor-stap” benadering worden genoemd. Kunt u, met behulp van de zaken die deze week behandeld zijn, uitleggen wat onze collega hiermee bedoeld?

Vraag 2

Zoals de heer Lindeboom ook in zijn hoorcolleges heeft belicht, is Burgerschap een soort overgang tussen de harde kern economische aard van de Europese Unie, en het begin van een meer sociaal idee van de Europese Unie. Omdat dit politiek precair is, trekt zowel het Hof als Richtlijn 2004/38 een lijn, die de sociale belangen van de Lidstaten en de belangen van de EU afbakent. Kunt u die schetsen?

Vraag 3

Het Hof heeft nu een aanzienlijke catalogus aan zaken waarin fundamentele rechten en de fundamentele vrijheden schijnbaar met elkaar in botsing komen. Kiest het Hof voor een hiërarchische benadering (vrij verkeer > recht of recht > vrij verkeer), of komt zij met een andere oplossing? Licht uw antwoord toe met verwijzingen naar rechtspraak in zowel het vrij verkeer als het EU-burgerschap.

Vraag 4

Het Handvest geeft nu eindelijk wat concrete handvatten (pun intended) aangaande de rechten die wij als EU burger bezitten na de jaren van onduidelijkheid. Vind u dat het eenvoudig genoeg is om daadwerkelijk uw rechten in te roepen? Zo ja, is dit in alle relaties het geval? Zo nee, waar ziet u de grootste problemen?

Casus

Het is 1998 als Anna De Vries in het romantische licht van de Blauwe Engel tijdens haar studie in Groningen een leuke Canadees tegen het lijf loopt. Ze valt als een blok voor Pieter De Jong, en na het afronden van haar studie Sociale Geografie in 2001 verhuist ze samen met hem naar het altijd opwindende Alberta in Canada, waar ze dat jaar ook bevalt van haar dochter, Evelien. Op 1 maart 2007 verkrijgt ze naast de Nederlandse ook de Canadese nationaliteit.

Het gezin is lange tijd gelukkig, maar helaas komt er in 2018 een einde aan het huwelijk van Anna en Pieter. Door de scheiding blijven Anna en Evelien berooid achter in Alberta. Ondertussen is Evelien zich aan het beraden op een studie, aangezien ze klaar is met High School. Anna deelt haar mede dat ze nu feitelijk geen geld hebben om Evelien naar een goede Canadese Universiteit te sturen. Ze ziet echter wanneer ze door al het promotiemateriaal van de universiteiten heen bladert dat haar alma mater hoog staat in meerdere toonaangevende universitaire rankings. Anna heeft Evelien ooit als Nederlandse moeder ook netjes via de ambassade in Canada geregistreerd als Nederlands staatsburger. In Nederland zou Evelien voor veel minder geld kunnen studeren en studiefinancering

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 4

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 4


Discussievragen

Vraag 1

Wanneer is een marktafbakening noodzakelijk binnen het Europese mededingingsrecht? Gebruik in uw antwoord het arresten United Brands en Cartes bancaires en leg een verband met zowel het kartelverbod als het verbod van machtsmisbruik.

Vraag 2

Baken de relevante markten af waarop de volgende producten concurreren:

  1. Een Junami-appel
  2. Een iPhone XS 5.8
  3. Een fles huiswijn van de Albert Heijn
  4. De Google-zoekmachine

Vraag 3

Leg uit in uw eigen woorden welke vormen van coördinatie allemaal onder artikel 101 VWEU vallen en wat het verschil tussen deze vormen van coördinatie is, en hoe relevant het is een onderscheid te maken tussen deze vormen.

Vraag 4

Een grote voetbalclub van een niet nader te noemen lidstaat van de EU heeft dringend behoefte aan een nieuw stadion, maar kan de noodzakelijke investeringen hiervoor niet zelf dragen. De lidstaat overweegt de volgende maatregelen. Leg uit of hier sprake is van Staatssteun.

Casus

Steeds meer consumenten – vooral hoogopgeleide, jonge gezinnen en overige millennials – zijn geïnteresseerd in biologische en diervriendelijke voeding. Tegelijkertijd hebben veel mensen uit met name deze groep steeds minder tijd en/of zin om uitgebreid te koken, laat staan het bedenken van de gerechten, en het doen van boodschappen. Een aantal ondernemende boeren ziet hierin een gat in de markt. Zij besluiten een gezamenlijke onderneming op te zetten, genaamd Ecovers, die biologische maaltijdenpakketten samenstelt. Consumenten kunnen iedere week een nieuw maaltijdenpakket bestellen met 100% biologische producten voor drie volledige gerechten voor 2 of 4 personen, inclusief recepten. Een maaltijdenpakket voor 2 personen kost 50 euro inclusief verzendkosten, een pakket voor 4 personen kost 85 euro. De pakketten kunnen online worden besteld en worden vervolgens rechtstreeks bij consumenten thuisbezorgd.

Al snel ontdekken de grootstedelijke hipsters de vele voordelen van de biologische maaltijdenpakketten en Ecovers groeit als kool. De recepten van de wekelijks maaltijdpakketten staan gratis vermeld op de website van Ecovers. Consumenten kunnen er dus ook voor kiezen de biologische ingrediënten van de recepten los te kopen in de supermarkt, in welk geval ze ongeveer 15% goedkoper uit zijn dan de aanschaf van het maaltijdenpakket zelf. In Nederland is één andere, soortgelijke onderneming actief, Hoivers genaamd. Hoivers produceert eveneens maaltijdenpakketten die echter niet (geheel) biologisch zijn. Als gevolg daarvan zijn de pakketten van Hoivers goedkoper dan die van Ecovers (42 euro voor een 2-personenpakket en 75 euro voor een 4- personenpakket, beide met drie maaltijden).

Om hun distributiesysteem te diversificeren besluit Ecovers ook contracten te sluiten met een aantal lokale boerderij- en reformwinkels en één landelijke supermarktketen met een geschat marktaandeel van 35%. De lokale boerderij- en reformwinkels zijn vooral gelegen in de kleinere dorpen en dorpse buitenwijken, terwijl de supermarktketen vooral

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 5

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 5


Discussievragen

Vraag 1

De termen evenredigheid, subsidiariteit en bevoegdheidstoedeling hebben een eigen Europees rechtelijke uitlegging. Kunt u deze uitleggen, maar belangrijker, wat is hun functie?

Vraag 2

Wat is de status van Algemene Beginselen van Europees Recht? Kunt u een punt in het voordeel van de benadering van het Hof van Justitie noemen, en kunt u ook een punt van kritiek noemen? Denk vervolgens eens aan de doorwerking van Richtlijnen, kunt u daar een soortgelijke kritiek op hebben? Beargumenteer uw vergelijking.

Vraag 3

Ten tijde van de invoering van het begrip subsidiariteit in 1992 met het Verdrag van Maastricht, werd het wel “The word that saved the Treaty” genoemd. Bent u van mening dat dit begrip inderdaad zo veel lof verdient? Beargumenteer uw antwoord, ga daarbij onder andere in op de wijze waarop EU wetgeving tot stand komt.

Vraag 4

In essentie gaat deze week over de balans tussen de belangen van de verschillende Instellingen en de Lidstaten. Een mooi voorbeeld is de strijd die kan plaatsvinden omtrent de bevoegdheidstoedeling en de rechtsgrondslag die worden gebruikt bij een wetgevingsvoorstel. Maak een lijstje van de verschillende partijen die tegenover elkaar kunnen staan en geef aan hoe zij deze begrippen in hun eigen belang kunnen inzetten. Voorbeeld: Commissie – Lidstaten: Zie Tabaksreclame richtlijn, de Commissie interpreteert (nu) Artikel 114 VWEU breed genoeg om te kunnen beargumenteren dat zij de mogelijkheid hebben om in deze kwestie harmoniserend op te treden.

Casus

Het internet zorgt voor snelle veranderingen in de interne markt waar de Europese wetgever snel op wil reageren. Waar in de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG) nog in Artikel 2 een expliciete uitzondering wordt gemaakt op de reikwijdte van de Richtlijn met betrekking tot de gok-industrie, maakt de beschikbaarheid van online kansspelen meer en meer een substantieel deel uit van de online economie. Alhoewel het Hof altijd van mening is geweest dat gokken in principe een economische activiteit is die daarmee onder de reikwijdte van het verdrag valt, zorgt de aard van deze sector ervoor dat het Hof al lange tijd een zekere veilige afstand heeft gehouden in haar beoordeling van nationale wetgeving die een mogelijke beperking oplevert voor de toetreding van nieuwe aanbieders van kansspelen uit andere Lidstaten.

In de loop der jaren heeft zich dat gekenmerkt door een lijn van jurisprudentie waarin het zogeheten hypocrisie-beginsel is ontwikkeld. Hoe verder de Lidstaat die de betreffende belemmering opwerpt de kansspelsector behandelt als een reguliere economische sector, hoe dieper de toetsing van het Hof aan de in het Verdrag geldende regels voor het vrij verkeer. Volgens de Commissie heeft deze uitsluiting uit de logischerwijs van toepassing zijnde Richtlijn, en deze benadering van het Hof geleid tot een

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 6

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 6


Discussievragen

Vraag 1

U heeft aan het einde van deze week een redelijk overzicht van alle manieren waarop Europees recht kan doorwerken in het nationale recht. Kunt u een overzicht maken van de verschillende methoden, en aangeven in welke situaties ze kunnen worden gebruikt?

Vraag 2

Het Hof hamert er op dat het nuttig effect van Europees recht enkel verzekerd kan worden als er een mogelijkheid is tot non-contractuele aansprakelijkheid voor lidstaten. Wat is de gedachte hierachter, en vindt u dit voldoende bescherming voor de Unieburger?

Vraag 3

Een heet hangijzer in academische discussies is al jaren het begrip ‘procedurele autonomie’. Er zijn academici die zeggen dat dit begrip het laatste onaangetaste domein is van de lidstaten. Andere academici vinden deze stelling onzin. Kunt u voor elk van deze twee posities een ondersteunend argument geven?

Vraag 4

Zoals we vorige week al hebben vastgesteld, gaat het in het procedurele recht van de EU vaak over het evenwicht tussen belangen. Denk aan de balans tussen de bevoegdheden van lidstaten en die van de EU, of die tussen de bevoegdheden van de individuele instellingen. In de rechtspraak van het Hof over de prejudiciële procedure is ook een balancering gaande. Kunt u deze schetsen aan de hand van onder andere de Zaken Foto-Frost en CILFIT?

Casus

In juni 2016 heeft Don Juan Rossi, een mooie pied-à-terre in een vooroorlogs gebouw in het centrum van Brussel gekocht. De makelaar was sympathiek, de lente was in de lucht, en net voor de ondertekening van het contract, had Rossi een nogal extravagante lunch gehad met Gustav , inclusief wijn, wat mogelijk zijn oordeel enigszins vertroebelde. Twee weken later, wanneer hij de verzekering voor zijn nieuwe domicilie wil afronden, ontstaan er problemen. Het blijkt dat de makelaar geen energielabel heeft verstrekt voor het appartement. Er is een EU-richtlijn die onder meer betrekking heeft op onroerendgoedtransacties. Om het milieu te beschermen bevat de richtlijn een bepaling waarin staat:

Artikel 3 De partij die een onroerend goed verkoopt, moet de koper voorzien van een energielabel, tenzij de koper een andere makelaar is of de transactie een historisch gebouw betreft. De richtlijn is in mei 2014 in werking getreden en voorziet in een omzettingstermijn van twee jaar, maar de Belgische regering heeft tot op heden gefaald de richtlijn om te zetten. De Belgische wet op de verkoop van onroerend goed vermeldt duidelijk dat er alleen een notariële akte nodig is om de transactie af te ronden. De verzekeringsmaatschappij weigert Rossi een polis te verstrekken, omdat zijn appartement geen energielabel heeft. Hij is woedend en wil de makelaar voor het gerecht dagen om hem te dwingen het energielabel te leveren.

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 7

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 7


Casus 1

Het systeem van Rechtsbescherming

Er is al jarenlang een felle discussie aan de gang over het gebruik van zogenaamde Neonicotinoïden in de landbouw.1 Deze stof wordt gebruikt in de gewasbescherming om bepaalde insectenplagen in te dammen. Echter, er zijn verschillende onderzoeken geweest waarin het effect van deze stoffen op de bijenpopulatie inzichtelijk wordt gemaakt. Uit een groot aantal van deze onderzoeken lijkt duidelijk te worden dat de bijensterfte, die op enig moment de voedselzekerheid van de EU kan bedreigen, deels voortkomt uit het gebruik van deze stoffen. Het lukt de Raad niet om tot een eenduidig antwoord te komen voor de oplossing van dit probleem. Neonicotinoïden zijn erg goed in het bestrijden van ongedierte, en hebben door de lage doseringen die nodig zijn weinig tot geen effecten op de menselijke consument. De landbouw sector en de chemische industrie in veel lidstaten verzet zich hevig tegen een verbod. Hierdoor is er verdeeldheid in de Raad, terwijl het Europees Parlement al heeft aangegeven een voorstander te zijn voor een algeheel verbod van Neonicotinoïden. Uiteindelijk bepaalt de Commissie dat het beste is als er het volgende pad wordt gevolgd: Per Verordening van 1 januari 2017 is het vanaf 1 januari 2019 niet meer toegestaan om Neonicotinoïden te gebruiken in de Europese Unie. Echter, het is tot 2022 mogelijk voor individuele lidstaten om hier een uitzondering op te maken voor specifieke landbouw-sectoren. Hiervoor dienen zij een beargumenteerd verzoek te doen bij de Commissie, welke vervolgens een afweging zal maken of de uitzondering wordt toegestaan of niet. Er wordt dan gekeken naar de noodzakelijkheid van het gebruik (is het land bijzonder vatbaar voor insectenplagen etc.) en de effecten van het gebruik op zaken als de bodemgesteldheid en de waterkwaliteit. In de 1 In deze casus wordt de discussie die over deze middelen plaats heeft gevonden sterk versimpeld weergegeven. Natuurlijk wordt u aangemoedigd om wat in te lezen over de Europese dimensie van dit vraagstuk, maar maak enkel gebruik van de voorstelling van zaken zoals deze in de casus is weergegeven. tussenliggende periode zal er meer onderzoek worden gedaan over de effecten van dit middel, waarna de Commissie hoopt dat er een meer eenduidige oplossing te vinden is. Nederland vraagt in de loop van 2018 een uitzondering aan voor in feite de gehele Nederlandse groente en fruitteelt. De Nederlandse overheid stelt in haar verzoek dat Nederland bij uitstek het voorbeeld is van een succesvolle agri-economie die een groot deel van haar enorme productie exporteert aan derde landen. Dit is een grote bijdrage aan economische groei van de EU-zone en dit kan niet zonder het gebruik van Neonicotinoïden. De Commissie staat de uitzondering per besluit van 1 december 2018 toe. Nederland kan nu vanaf 2019 vergunningen verlenen

.....read more
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1503
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.